ODEON Magazine van De Nederlandse Opera 23ste jaargang / nr. 89 juni/juli 2013
89
8
Sunken Garden Michel van der Aa
12
Die Meistersinger von Nürnberg Richard Wagner
22
Death in Venice Benjamin Britten
2
3
Durf te genieten…
Wagner
Donizetti
Gluck
Strauss
Wagner
Gounod
Prokofjev
Padding
Wagner
Verdi
Siegfried
Lucia di Lammermoor
Armide
Arabella
Götterdämmerung
Faust Laika
De speler Der Ring des Nibelungen
Falstaff
www.dno.nl
Het lidmaatschap van de Vrienden biedt u: u bent geïnteresseerd in opera? u bent een regelmatig bezoeker van dno?
* Exclusief Vriendenabonnement
u wilt daarom graag meer betrokken zijn bij dno?
* Voorbespreking plaatskaarten
De Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera biedt u daartoe de gelegenheid. De Vereniging is nauw betrokken bij De Nederlandse Opera, steunt DNO op allerlei manieren en wil de belangstelling voor opera in het algemeen bevorderen.
* Operafilmavonden
Contributie per seizoen: Individueel lidmaatschap Gezinslidmaatschap (2 personen) Donateur (minimaal) Fidelio (t/m 29 jaar)
* Meerdaagse operareizen
€ 35,€ 65,€ 100,€ 20,-
* Literaire avonden * Eendaagse operareizen
* Vriendenbulletin * Prix d’Amis | Kerstmatinee * Fotojaarboek DNO
ABN Amro: 43.40.57.207
vrienden van de nederlandse opera Vrienden van De Nederlandse Opera Waterlooplein 22 1011 PG Amsterdam telefoon: (020) 5518282 fax: (020) 6250920 e-mail:
[email protected] www.vriendenvdopera.demon.nl
Fidelio, dé vereniging voor jonge operafans Jonge mensen t/m 29 jaar kunnen lid worden van Fidelio, Jonge Vrienden van De Nederlandse Opera. Voor deze groep worden speciale activiteiten georganiseerd.
Column
Seizoen 2013 2014
Je hebt mensen, u kent ze misschien wel, die alleen maar klagen. ‘Het weer is niet meer zoals vroeger, de kinderen zijn vervelend, televisie is niks, we hebben een kabinet dat luiert en van de nieuwe koning verwacht ik ook niks.’ Het zijn mensen die zin hebben om te klagen, zin hebben in een negatieve kijk, zin hebben om zuur door het leven te sjokken. Onder het operapubliek heb je ook dat soort mensen. Tijdens het aanschouwen van een indrukwekkende operavoorstelling hoor je ze kniezen: ‘Het orkest is niet in vorm en die sopraan bakt er ook niks van. En wat een bespottelijk decor. Heb jij het ook zo warm? Het is hier óf te koud, óf te warm. Was Truze Lodder nog maar de baas.’ Die klaagmensen klagen de godganse dag en hebben geen zin om te luisteren. Maar willen wel van hun medemens een bevestiging van hun gelijk! En als die bevestiging uitblijft, dan deugt de medemens niet. ‘Jij hoort toch ook dat hij ernaast zingt! Nee, hoor je dat niet? Nou, dan moet je je oren uit laten spuiten want het is zo verschrikkelijk vals!’ Terwijl je ook mensen hebt die door zogenaamde valsheid heenkijken en de schoonheid van een ontroerend geheel tot zich door laten dringen. In het dagelijks leven heb je soms ook te maken met mensen die zich focussen op de oneffenheden in de maatschappij en geen oog hebben voor een soms schitterend geheel. Mag ik een voorbeeld geven? Graag! Als mijn vrouw Geurtie thuis komt van een bezoek aan de Bijenkorf en trots een, in haar ogen, prachtige jurk aan mij toont, ga ik niet zeggen: ‘Het is een ordinaire soepjurk, leuk voor een achterbuurtvrouw!’ Zoiets zeg ik niet terwijl ik het wel vind. Weet u wat ik wel doe? Ik kijk door de soepjurk heen en zie de schoonheid van haar enthousiasme. Ik begin te zeggen dat het zo fijn is dat ze de in haar ogen juiste keus heeft gemaakt en een paar uur later begin ik wellicht over de minpuntjes. En nog weer later vraag ik waar haar smakeloosheid zijn oorsprong vindt. Ik hou er van om positief te beginnen terwijl veel mensen juist de minpuntjes meteen naar voren schuiven. Je hebt mensen die duidelijk willen maken dat ze én verstand van dit en dat hebben én dat ze eerlijk zijn. Weet u dat ik helemaal niet van dat soort eerlijkheid hou? Het is egoïstische eerlijkheid, het gaat de persoon om zijn eigen ik. Kijk eens hoe eerlijk ik ben. Ik wantrouw altijd mensen die zeggen dat ze altijd precies zeggen wat ze vinden, ja, want zo ben ik nou eenmaal. Het zijn vaak irritante ijdeltuiten die in wezen enorm oneerlijk zijn.
In de journalistiek heb je ook van die zogenaamd eerlijke journalisten, die zogenaamd kritische vragen stellen. Tegen een politicus zeggen: ‘Denkt u echt dat uw achterban u nog kan volgen?’ Of tegen een wat oudere zanger: ‘Bent u niet te oud om nog te zingen?’ Het gaat in zo’n geval niet om het antwoord – want de geïnterviewde klapt dicht of gaat zich verdedigen – nee, het gaat om de vraag. Het is de ijdeltuiterij van de interviewer die centraal staat. Soms word je misselijk van het egoïstische negativisme. En toch... zin om te genieten. Terwijl de crisis om zich heen grijpt, terwijl veel mensen nog nauwelijks geld hebben om hun gat te krabben, toch de kracht opbrengen om te genieten. En wellicht de voordelen inzien van een financiële ramp. Aan de ene kant is het erg als je gedwongen wordt om een groot huis te verkopen en aan de andere kant kun je het ook opvatten als een ware bevrijding. Je laat je prachtige huis, zo schitterend ingericht, met prachtige schilderijen van oude meesters, een huis met een ruim binnenzwembad, dat huis, laat je achter en ervoor in de plaats komt een etagewoning van geringe omvang. En dan maar lekker genieten van de eenvoud. Geen zorgen meer om zakkende aandelen, geen zorgen meer over duurder wordende bewaking, geen vrienden meer die op je geld uit zijn, maar alleen nog zuivere eenvoud. Misschien wat moeilijk om van woede en verongelijktheid over te stappen op berusting en aanvaarding. Maar als het lukt, weet ik zeker, word je een beter mens. En als je dan van je laatste geld een mooie plaats in de opera hebt, dan is je geluk compleet. En je weet dat je daarna weer droog brood moet eten maar wat geeft het als je de kunst verstaat om op het juiste moment met volle teugen te genieten? Als je de kunst van het incasseren verstaat en als je hebt geleerd om met beide benen op de grond te staan? Zo zullen de Russen die hun geld op een van de gevallen banken van Cyprus hebben gezet ook opgelucht adem halen. Eindelijk geen zorgen meer maar rust en eenvoud. Durf te genieten. Niet met het vliegtuig naar Australië maar met de fiets naar Oostende. Ik denk dat door de crisis het beste in ons boven gaat komen en dat de wereld er idealistischer uit gaat zien. Ik wens u een sobere maar oprechte zomer en veel operaplezier. Geniet ervan!
Dominee Eppe Gremdaat
Nederlands Philharmonisch Orkest | Nederlands Kamerorkest
4
5 NedPhO-koepel (Foto: Simone van Es)
Michel Khalifa
Een dubbele passie
Rob Streevelaar (l) en Marc Albrecht (Foto: Hans van den Bogaard)
Eén organisatie, twee orkesten, drie pijlers: het Nederlands Phiharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest, vaste partners van DNO, verdelen hun tijd tussen operavoorstellingen, symfonische concerten en educatieve projecten. Algemeen directeur Rob Streevelaar en chefdirigent Marc Albrecht zien het als hun missie om excellentie en laagdrempeligheid te combineren: ‘We maken onze orkesten zichtbaar.’ De Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest, waarin het gelijknamige gezelschap en het Nederlands Kamerorkest verenigd zijn, is van oudsher de belangrijkste orkestpartner van De Nederlandse Opera. Bij elkaar verzorgen beide orkesten elk seizoen ruim de helft van alle DNO-producties. De aanstelling van Marc Albrecht als de gedroomde chef-dirigent van zowel NedPhO| NKO als DNO met ingang van het seizoen 2011-2012 heeft de band tussen de twee orkesten en het nationale opera-gezelschap nog versterkt. Zijn tweevoudige betrekking biedt Albrecht veel ruimte om de artistieke ambities van beide orkesten waar te maken, zowel op het concertpodium als in de orkestbak. ‘De musici en ik delen een dubbele passie voor opera en symfonische muziek,’ stelt de energieke chef. ‘Bovendien creëren we raakvlakken tussen wat wij bij DNO spelen en het repertoire dat wij op het concertpodium brengen. In maart voerde ik met het NedPhO de monumentale Alpensinfonie van Richard Strauss uit in het Concertgebouw en op tournee in Duitsland. Tijdens de repetities konden we voortbouwen op de opera-ervaring die we samen de afgelopen jaren hebben opgedaan met Die Frau ohne Schatten en Elektra. Omgekeerd zou een operaorkest nooit het voor Amsterdam hoge vereiste niveau kunnen bereiken wanneer het zich niet op het concertpodium kon ontwikkelen.’ Algemeen directeur Rob Streevelaar van het NedPhO|NKO vult zijn chef-dirigent aan: ‘In de opera vervult het orkest een hoofdrol. Het instrumentale samenspel, de interactie met solisten en de grote instrumentale solo’s verlangen een excellent spelniveau. Die kwaliteit ontwikkelt een orkest niet in de moeilijke akoestische omgeving van een orkestbak maar op het concertpodium. Dat geldt voor alle grote operaorkesten.’ Albrecht, met breed gebaar: ‘Ervaring in het grote symfonische repertoire geeft een orkest de energie van een Ferrari. Op het concertpodium moet je echt durven, je kunt je nergens verstoppen.’ Desgevraagd trekt Albrecht een vergelijking met zijn geboorteland, waarin elke middelgrote stad een eigen operahuis met bijbehorend orkest heeft: ‘Zo’n operaorkest is beperkt in zijn groeimogelijkheden. Maar een toporkest als de Staatskapelle Dresden heeft een gloedvolle klank en een grote wendbaarheid omdat ze naast hun taken in de Semperoper ook concerten geven en op tournee gaan.’
Opera van topklasse
NedPhO|NKO en DNO zijn blij dat de banden weer zijn aangetrokken. Tussen het vertrek van Hartmut Haenchen in 2003 en de komst van Marc Albrecht in 2011 had het
Ontmoetingsplek
‘orkestloze’ operahuis aan de Amstel chefdirigenten (Edo de Waart en vervolgens Ingo Metzmacher) zonder een vaste verbintenis met het NedPhO, terwijl de chef-dirigent van het NedPhO (wijlen Yakov Kreizberg) prachtige concerten met zijn orkest gaf maar haast nooit in de orkestbak van het Muziektheater te vinden was: voor alle partijen een ongemakkelijke situatie. ‘In artistiek opzicht is de samenwerking tussen NedPhO|NKO en DNO altijd heel goed gebleven,’ relativeert Rob Streevelaar, ‘maar de komst van een gezamenlijke chef van dit kaliber betekende een grote stap vooruit. We zijn er trots op dat we als ervaren operaorkest een wezenlijke bijdrage aan de producties van DNO mogen leveren. Opera in Amsterdam is van internationale topklasse, met relevante solisten en aansprekende regisseurs.’ Gemiddeld zal Marc Albrecht bij DNO drie opera’s per seizoen dirigeren. In 2013-2014 zijn het er slechts twee omdat Hartmut Haenchen dan de hele Ring voor zijn rekening neemt, in 2014-2015 maakt de nieuwe chef een inhaalslag met vier producties. Tot nu toe profileerden Albrecht en het NedPhO zich vooral met Duitstalige opera’s uit de twintigste eeuw: tweemaal Strauss, Der Schatzgräber van Schreker en de bejubelde wereldpremière van Manfred Trojahns Orest. Daar kwam nog De legende van de onzichtbare stad Kitesj van de Rus Rimski-Korsakov bij. In juni volgt een nieuwe productie van Wagners Meistersinger von Nürnberg, waarmee de chef-dirigent een belangrijke bijdrage aan het Wagner-jaar levert.
Het zal geen toeval zijn dat Albrecht, gepokt en gemazeld in het laatromantische repertoire voor groot orkest, concertprogramma’s samenstelt waarin dezelfde componistennamen met enige regelmaat terugkeren. Is het NedPhO hard op weg een Wagner- en Straussorkest te worden, zoals door sommige buitenstaanders wordt gesuggereerd? Albrecht, vriendelijk als altijd maar licht gepikeerd: ‘Maar het NedPhO ís al een Wagner- en Straussorkest! Gelukkig is het ook veel méér dan dat: we programmeren relatief weinig Wagner en Strauss op het concertpodium en kiezen voor een breed palet van muzikale handschriften en stijlen. Mijn fans bij de opera hoeven niet teveel Duitse laatromantiek te vrezen: dit seizoen hebben we met groot plezier Mozarts Zauberflöte gebracht, in het komend seizoen dirigeer ik Prokofjevs De speler en ik verheug me op mijn eerste Verdi bij DNO in seizoen 2014-2015. Het allerbelangrijkste is: het NedPhO en het NKO zijn flexibel en avontuurlijk; de musici hebben een brede belangstelling, net als ik.’ ‘Bij DNO zullen we in de toekomst ook oude muziek spelen,’ vult Rob Streevelaar aan. ‘Oude muziek is niet langer meer een exclusief domein van zogenaamde “gespecialiseerde ensembles”. Artistiek leider Gordan Nikolic´ leidde het NKO in spraakmakend mooie concertproducties rondom Händel en Vivaldi. Met die expertise kunnen we in de opera onze grenzen verleggen. DNO huurde daar voorheen buitenlandse ensembles voor in.’
De afgelopen twee jaar is er veel ten goede veranderd voor het NedPhO en het NKO. Zo heeft Marc Albrecht ervoor gekozen zich in Amsterdam te vestigen, terwijl de meeste toporkesten een chef-dirigent hebben die uit de koffer leeft en slechts in zijn concertweken aanwezig is. ‘We zijn blij dat we geen “luchthavendirigent” hebben,’ zegt Rob Streevelaar. ‘Als ik buiten de repetitieperioden met Marc wil overleggen, kan hij meestal de volgende dag al langskomen. Op de fiets, ja dát is luxe.’ Albrechts fysieke aanwezigheid in de stad maakt ook een wereld van verschil in de omgang met de orkestleden. ‘Ik heb jarenlang veel gereisd en in hotelkamers geleefd,’ zegt de chef-dirigent. ‘Nu ik meer tijd in de stad doorbreng, zijn de contacten met de musici intensief en tegelijk meer ontspannen. Het was een zeer bewuste keuze om hier te komen wonen. Dit grote avontuur met DNO en NedPhO|NKO heeft alleen zin wanneer ik alles aus der Tiefe kan doen, met een andere puls.’ Naast zijn twee banen in Amsterdam heeft Albrecht geen tijd voor een vaste betrekking elders. Hij blijft wel als gastdirigent optreden, onder meer bij enkele hem vertrouwde gezelschappen, waaronder de Scala in Milaan, de Wiener Symphoniker en de opera van Zürich. Eind 2012 verruilden het NedPhO en het NKO de statige maar wat sombere Beurs van Berlage voor de lichtovergoten NedPhO-koepel aan het Obiplein in Amsterdam-Oost. Na een grondige verbouwing van de voormalige Majellakerk beschikt het orkest over een uniek eigen huis en ontmoetingsplek. Er zijn openbare repetities,
kleinschalige buurtconcerten en haast wekelijks ontvangt het orkest er schoolklassen. Het is de laagdrempelige insteek waarmee hun verre voorganger, het Kunstmaand Orkest onder dirigent Anton Kersjes, al ruim een halve eeuw geleden grote groepen Amsterdammers in aanraking bracht met de wereld van het orkest. Al jaren spelen musici van het NedPhO| NKO onder de noemer NedPhO GO! op uiteenlopende plekken in Amsterdam zoals op scholen, in buurthuizen en ziekenhuizen. Ze bereiken hiermee met succes Amsterdammers die niet vanzelfsprekend een concertzaal bezoeken. De nieuwe huisvesting biedt daartoe meer mogelijkheden. Meer dan ooit zijn educatie en gastvrijheid speerpunten van beide orkesten. Rob Streevelaar: ‘Ons publiek is veel groter dan het aantal bezoekers dat zich meldt aan de kassa van het Muziektheater en het Concertgebouw. Er bestaat een groot, nieuw publiek dat wij opzoeken en enthousiast maken. Het is een voorrecht dat we dat in Nederland zo kunnen doen. Een verantwoordelijkheid vooral, die we graag dragen. Een kind vraagt niet uit zichzelf om Mozart, maar kan de waarde en betovering ervan ontdekken wanneer we het aanbieden. Wekelijks zien onze musici dat gebeuren, in de wijk en op scholen. Ons product klopt, dat weten we. Kinderen voelen dat ook. We werken met de overheid en de Gemeente Amsterdam aan toegankelijk muziekonderwijs. We zijn ervoor beschikbaar: 120 musici kunnen veel betekenen voor de stad.’
Een nieuw profiel
Volgens Marc Albrecht gaan artistieke excellentie en toegankelijkheid nauw samen:
‘We maken onze orkesten zichtbaar. Het is onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om steeds meer mensen te bereiken en te inspireren met onze muziek. Ik zie met veel voldoening dat onze musici over de grenzen van het concertpodium heen kijken. Zij nemen verantwoordelijkheid voor de toekomst.’ Bij die doelstelling hoort een moderne profielschets van de orkestmusicus. Hij/zij moet uiteraard uitblinken in de artistieke en technische beheersing van het instrument. Daarnaast wordt de sociale interactie met de omgeving steeds belangrijker. Een orkestmusicus bij het NedPhO|NKO is een communicator en inspirator. Neem bijvoorbeeld de NedPhO/CvAOrkestacademie, die dit seizoen van start is gegaan. Geselecteerde masterstudenten van het Conservatorium van Amsterdam krijgen de kans als stagiair mee te spelen bij enkele producties. Zo kunnen de musici van morgen alvast vertrouwd raken met de klankcultuur en het samenwerkingsproces binnen een toporkest. Tijdens de stage wordt elke student persoonlijk begeleid door een mentor binnen de eigen instrumentensectie. Ook de chef-dirigent is betrokken. Studenten van de internationale Masteropleiding Orkestdirectie van de conservatoria van Den Haag en Amsterdam wonen zijn repetities bij. ‘Onze deuren staan open,’ aldus Marc Albrecht. ‘Ik verzorg ook een openbare masterclass. Als student in Wenen heb ik zelf enorm geprofiteerd van dat soort mogelijkheden. Ik ging naar alle repetities van de Wiener Philharmoniker.’ Streevelaar, droogjes: ‘Marc zat vaker in de Musikverein dan in de Musikhochschule’. Albrecht: ‘De praktijk, daar draait alles om.’
Talentontwikkeling en Belvedère Operaconcours
6
7
Eric Korsten
Wagner 200
Talentontwikkeling De Nederlandse Opera (DNO) neemt, met name door de afsluiting van een ‘convenant’ medio 2012, in Nederland een leidende en coördinerende rol op zich, waar het gaat om het tot ontwikkeling brengen van jonge talenten en jonge professionals in het amalgaam aan disciplines dat de kunstvorm opera rijk is. Daarvoor werkt DNO samen met tal van kunstvakopleidingen, in het bijzonder conservatoria en de Dutch National Opera Academy, met de Nationale Reisopera en Opera Zuid, VocaalLAB en anderen. ‘Er bestaat hier,’ concludeert Jesús Iglesias Noriega, hoofd artistieke zaken bij DNO, ‘maar elders vaak net zo, een gapend gat tussen opleiding en beroepspraktijk.’ Hij legt uit dat de grote internationale operahuizen in het buitenland uit pure noodzaak al eerder zijn gaan investeren in jong talent. ‘Dat is voor opera-instellingen, ook de onze, op de lange duur een investering in zichzelf, en daarmee een gouden belegging in het veiligstellen van de toekomst van de opera,’ brengt Jesús naar voren. Dat geldt voor buitenlandse operahuizen die over een eigen ensemble beschikken zelfs in sterkere mate dan voor DNO, dat immers volgens het stagionesysteem te werk gaat. ‘De essentie is,’ voegt Tanja Mlaker, zakelijk leider bij DNO, toe, ‘dat het internationale concurrentieveld enorm competitief is.
Als je erachter wilt komen hoe een talent zich staande houdt op het podium of op de werkvloer, dan moet je bereid zijn om kansen te creëren. Uiteindelijk kan alleen door ervaringskansen een talent rijpen en groeien, begrijpen wat er nodig is om de top te bereiken. We moeten de deur openzetten voor een jonge generatie kunstenaars – regisseurs en musici, maar ook ontwerpers en librettoschrijvers – en specialistisch vakmanschap tot bloei brengen voor een hongerige groep van jonge mensen die er blijk van geven de kneepjes van het vak te kennen en die bij ons verder tot ontwikkeling willen brengen. Met een actief stagebeleid voor artistieke beroepen geven we hun de mogelijkheid ervaring op te doen in een professionele omgeving. We willen mensen zien groeien.’
Kopernikus
DNO start in de loop van 2013 zangtrainingen op het gebied van modern repertoire. Voor 2014 staat een kleinschalige productie met jonge zangers op stapel. Een opera van Claude Vivier, Kopernikus, wordt in het voorjaar 2014 gepresenteerd. In twee afzonderlijke workshops vooraf en tijdens de repetities krijgen de zangers specialistische coaching. Het project wordt geleid door Romain Bischoff, die de muzikale leiding en coaching voor zijn rekening neemt, en Marcel Sijm, die voor de
regie tekent. Jesús: ‘Zie dit project als een “talentenjacht”, waarbinnen begaafde jonge zangers en ontwerpers gezamenlijk een artistieke teamprestatie kunnen leveren. Daarbij gaat het met name om afgestudeerden die een volgende stap willen zetten.’
ENOA
DNO is sinds 2012 lid van het European Network of Opera Academies (ENOA), een langjarige samenwerking van opleidingsinstituten, festivals en operagezelschappen uit diverse Europese landen dat wordt gecoördineerd door het festival van Aix-enProvence. Als internationaal toonaangevend gezelschap kan DNO voor talenten de toegang ontsluiten naar een breed internationaal netwerk van opera-academies, -gezelschappen en -festivals. De activiteiten van ENOA omvatten workshops en coproducties; door lid van de community te worden kunnen artiesten contacten opbouwen met leeftijdgenoten elders in Europa. Het project wordt ondersteund door het cultuurprogramma van de Europese Commissie. Tanja: ‘De opleidingspraktijk en de beroepspraktijk verschillen van land tot land aanzienlijk. Het is dus goed om jonge kunstenaars in gezamenlijkheid een duidelijk kader aan te bieden.’
Komische opera van Wagner
Die Meistersinger von Nürnberg is (afgezien van het jeugdwerk Das Liebesverbot) de enige komische opera van Wagner: een liefdesverhaal, maar ook een geestige parodie op het muziekleven in het 19de-eeuwse Duitsland. Een zangwedstrijd zorgt voor hilarische en virtuoze momenten. Marc Albrecht leidt het Nederlands Philharmonisch Orkest. Van regisseur David Alden mogen we een sprankelende nieuwe enscenering verwachten. Voorstellingen in juni 2013. Zie p. 12 e.v.
Opera bij ondergaande zon
DNO houdt samen met het Holland Festival een mooie traditie warm en presenteert wederom: Opera in het Park! Op 20 juni wordt Die Meistersinger von Nürnberg live uitgezonden vanuit het Muziektheater op een grootscherm in het Amsterdamse Oosterpark. Zie p. 20.
Rheingold op de Rijn
Van de redactie
Belvedère Operaconcours Amsterdam krijgt een operaconcours en wel het gerenommeerde en grootste concours voor jonge operazangers ter wereld, het Belvedère Operaconcours. Dit concours werd al 32 jaar in Wenen gehouden, maar krijgt nu een ‘reizende’ opzet en zal elke twee jaar in de eerste week van juli Amsterdam gaan aandoen, voor het eerst in 2013 (29 juni tot en met 6 juli). Amsterdam heeft een der belangrijkste operahuizen van Europa, De Nederlandse Opera (DNO). Maar tot nu toe kende Amsterdam geen evenement gericht op jonge mensen en opera, geen concours, wedstrijd of anderszins. In samenhang met het concours zullen workshops en masterclasses worden georganiseerd. Ook wordt samenwerking gezocht met het Grachtenfestival. Via het concours en aansluitende activiteiten wil de Stichting Belvedère nieuwe, jonge doelgroepen aanspreken, de belangstelling voor opera intensiveren en jong talent kansen bieden. De ondernemers Jan Meulendijks en Bart Schuil, stichters van het Staetshuys Fonds, dat jong, klassiek geschoold zangtalent financieel ondersteunt, zijn erin geslaagd het beroemde concours naar Amsterdam te halen. Daartoe is de Stichting Belvedère Opera Concours Amsterdam opgericht, die een samenwerking is aangegaan met DNO, Het Muziektheater Amsterdam en De Kleine Komedie. De Gemeente Amsterdam heeft medewerking toegezegd en levert een
In 2013 is het 200 jaar geleden dat Richard Wagner werd geboren. De Nederlandse Opera viert dit op gepaste wijze. Zo presenteert DNO een nieuwe productie van Die Meistersinger von Nürnberg en gaat de inmiddels legendarische productie van de cycus Der Ring des Nibelungen voor het laatst in reprise. Bovendien wordt er een internationaal Wagner Congres georganiseerd en vindt op verschillende locaties in Amsterdam een groot cultureel evenement plaats: De Groene Ring. Hieronder een overzicht.
financiële bijdrage in het kader van 400 jaar grachten.
Bestuur en Comité van Aanbeveling
Het bestuur: mr. Oscar Hammerstein (voorzitter), Jan Meulendijks (secretaris), drs. Kees Bakker (penningmeester), Door middel van voorronden in talloze landen worden uit 3.000 zangers 150 zangers Marcel van den Heuvel en Bart Schuil; het Comité van Aanbeveling: de burgemeester geselecteerd die naar Amsterdam komen. van Amsterdam mr. Eberhard van der Laan, Circa 20 juryleden, intendanten van grote operahuizen als Metropolitan Opera, Staats- mr. Martine van Loon-Labouchere, oper Berlin, Teatre del Liceu Barcelona, drs. Neelie Kroes, Tania Kross, Truze Lodder, Opéra Bastille Parijs, ROH Covent Garden mr. Laetitia Griffith, Pierre Audi, Londen en DNO beoordelen de zangers hier jhr. mr. Reinhard vanTets en Victor Halberstadt. in voorronden en halve finales. Er blijven na de halve finales 15 zangers Contactinformatie over, die in de finale zingen voor publiek en Jan Meulendijks jury. Er is een 1ste prijs, een publieksprijs en Belvedère Opera Concours Amsterdam vele andere prijzen. Een jury van muziekjourStaetshuys Herengracht 460 nalisten zal de finalisten beoordelen voor de 1017 CA Amsterdam mediaprijs. De voorronden worden gehouden 020-520 0000 in De Kleine Komedie van 30 juni tot 5 juli. 06-533 60 272 Tijdens de halve finales is het concours www.belvedereamsterdam.com toegankelijk voor het publiek. In de Belvedè
[email protected] week is het de bedoeling in De Kleine Komedie operavoorstellingen op te voeren met jonge talenten. Op 6 juli is de grote finale in het Muziektheater met Het Gelders Orkest o.l.v. Ed Spanjaard. Impresario’s, mediabedrijven, muziekrecensenten uit de hele wereld komen tijdens de voorronden en finales naar Amsterdam om de jonge zangers te horen, zodat zij zich kunnen presenteren aan een groot en invloedrijk gezelschap.
Naar Amsterdam
Het Utrechts Studenten Concert combineert in juli – een samenwerking met o.a. DNO, de Nationale Reisopera en Opera Zuid – zijn eigen 190-jarig jubileum met het Wagnerjaar in een bijzondere productie: Rheingold op de Rijn. Zie p. 20.
Der Ring des Nibelungen
Augustus/september 2013: Siegfried – een held, een draak en een slapende jonkvrouw November 2013; Götterdämmerung – tragische, maar grandioze apotheose Januari/februari 2014: Der Ring des Nibelungen – de hele cyclus in een week: een onvergetelijke ervaring! Meer informatie: www.derring.nl.
De Groene Ring
Van november 2013 tot en met februari 2014 organiseert DNO onder de titel De Groene Ring een groot cultureel evenement gerelateerd aan Der Ring des Nibelungen. Terwijl de Ring ons een wereld toont die gedoemd is ten onder te gaan, laat De Groene Ring zien hoe de mensheid de verantwoordelijkheid voor de geschonden wereld op haar schouders neemt. De Groene Ring bestaat net als Wagners Ring-cyclus uit vier delen, die elk op een eigen wijze ‘natuur en duurzaamheid’ koppelen aan de kunstvorm opera. Op diverse locaties in Amsterdam vinden presentaties Wagner Congres plaats met uiteenlopende muzikale vormen: ‘Conflict en compassie’ van korte opera’s tot grootse koorstukken, Op 28, 29, 30 november en 1 december 2013 organiseert DNO een internationaal Wagner melodrama’s en liederen: Deel één (naar Das Rheingold) Congres in samenwerking met het Goethe 2 en 3 nov 2013 – Muziektheater Institut, de Universiteit van Amsterdam en Deel twee (naar Die Walküre) het Wagnergenootschap. Wagners vele 13 en 14 dec 2013 – IJburg geschriften en opera’s zijn een blijvende bron van inspiratie én irritatie voor vele kun- Deel drie (naar Siegfried) stenaars, schrijvers en politici. Het congres jan/feb 2014 – omgeving Muziektheater, Bos en Lommer en IJburg belicht de invloed van Wagners werken op Deel vier (naar Götterdämmerung) de culturele, maatschappelijke en politieke 8 feb 2014 – diverse locaties in Bos en domeinen en hun relevantie voor de 21ste Lommer eeuw. Meer informatie: Meer informatie volgt op: www.dno.nl/degroenering. www.derring.nl.
8
List, bedrog, manipulatie en mystiek in Michel van der Aas nieuwste multimediale opera Wat hebben de verdwijningen van een softwareontwikkelaar (Simon Vines) en een glamourgirl (Amber Jacquemain) te maken met een neurotische filmmaker (Toby Kramer) en een vrouwelijke mecenas (Zenna Law)? Welke misdaad komt er aan het licht en wie is de dader?
Zijn de gemeenschappelijke dromen over een verzonken, ommuurde tuin tussen leven en dood – een plaats waar schuld en verdriet niet binnen kunnen komen – alleen maar dromen of zou zo’n tuin echt kunnen bestaan? En zo ja, wat is dan de toegangsprijs die je moet betalen?
Michel van der Aa 1970 ma 3 jun 2013 première
20.00 uur
di do vr za zo
20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 20.00 uur 15.00 uur
4 jun 6 jun 7 jun 8 jun 9 jun
Stadsschouwburg Amsterdam, Rabozaal Alle voorstellingen zijn reeds uitverkocht. U kunt zich via de website van het Holland Festival op een wachtlijst plaatsen. Kijk op www.hollandfestival.nl/ nl/programma/2013/sunken-garden/ Inleidingen 19.15 uur / zo 9 jun 14.15 uur Meet the artist di 4 jun, na afloop van de voorstelling met Michel van der Aa
Sunken Garden A 3D Film Opera libretto David Mitchell muzikale leiding André de Ridder regie Michel van der Aa scenografie/licht Theun Mosk Toby Kramer Roderick Williams Zenna Law Katherine Manley Iris Marinus Claron McFadden Simon Vines Jonathan McGovern Amber Jacquemain Kate Miller-Heidke
Amsterdam Sinfonietta De voorstelling duurt circa 1 uur en 50 minuten. Er is geen pauze.
Sunken Garden (Foto’s: Joost Rietdijk)
Een Holland Festival-productie i.s.m. English National Opera en The Barbican, Londen, Luminato, Toronto Festival of Arts Culture and Creativity en Opéra national de Lyon.
Holland Festival presenteert
Sunken Garden
9
10
Achtergrond Sunken Garden
Van de redactie
Afdeling Fondsenwerving en Relatiebeheer
1) Decoratelier: installaties geschikt maken voor aansluiting op warmtenet
Het gerenoveerde Decoratelier wordt aangesloten op het duurzame restwarmtenet van Nuon. Om de aansluiting te realiseren moeten alle achterliggende installaties en apparatuur in het Decoratelier geschikt worden gemaakt. Alle gasleidingen moeten worden vervangen door warmwaterleidingen, alle gasgestookte verwarmingstoestellen door toestellen die verwarmen door middel van warm water.
2) Kostuums voor Die Meistersinger von Nürnberg
Met uw bijdrage kunnen de volgende onderdelen van de kostuumproductie voor
Die Meistersinger von Nürnberg (juni 2013) worden bekostigd: - de vervaardiging van 30 paar historische schoenen, die eerst in het decor staan en later worden aangedaan op het toneel door het koor; - de aankoop van grote carnavalshoofden en decoraties voor de dansers en figuratie in de 3de akte; - de vervaardiging van de kostuums van de Lehrbuben, een groep van 20 personen (solisten, koor en dansers) die in de hele opera aanwezig zijn.
3) Educatie- en participatieproject De Groene Ring
Van november 2013 tot en met februari 2014 presenteert De Nederlandse Opera De Groene Ring, een grootschalig opera-evenement in Amsterdam. De Groene Ring is geïnspireerd op Richard Wagners operacyclus Der Ring des Nibelungen, die DNO in het kader van het 200ste geboortejaar van Wagner in januari en februari 2014 voor het laatst herneemt. De Groene Ring bestaat net als Wagners Ring-cyclus uit vier delen, die elk op een eigen wijze het thema duurzaamheid koppelen aan de kunstvorm opera.
Het eerste evenement, gebaseerd op Das Rheingold, vindt plaats op 2 en 3 november 2013. In verschillende ruimtes van het Muziektheater en het Stadhuis vormen de Ring-personages Wotan, Brünnhilde en Erda de rode draad. Een wandeling leidt bezoekers langs inspirerende sprekers over duurzaamheid en composities van Calliope Tsoupaki en Wim Hendrickx, uitgevoerd door het Koor van De Nederlandse Opera en koren van het Conservatorium van Amsterdam. Kijk voor meer informatie op: www.dno.nl/degroenering. Namens alle medewerkers voor en achter de schermen heel veel dank voor uw steun!
Meer weten over schenken aan DNO?
Wilt u meer weten over schenken aan De Nederlandse Opera, neem dan contact op met de afdeling Fondsenwerving en Relatiebeheer, via
[email protected] of per telefoon +31 (0)20 551 8312, of vraag de donateursbrochure aan op: www.dno.nl/steunons.
Multimediale opera met 3D-film Op 3 juni 2013 komt het nieuwe muziektheaterwerk van Michel van der Aa, Sunken Garden, naar het Holland Festival. Het is tekenend voor het internationale succes van Van der Aa, die onlangs nog de prestigieuze Grawemeyer Award for Music Composition ontving, dat Sunken Garden twee maanden eerder bij de English National Opera zijn wereldpremière beleefde in het Londense Barbican Theatre. Van der Aas tweede opera After Life was in 2006 de opening van het Holland Festival en is sindsdien in meer dan tien landen herhaald. ‘Een van de meest betekenisvolle jonge componisten die Europa momenteel kent,’ schreef de Engelse krant The Guardian over Van der Aa. ‘Met zijn vermogen om muziek, tekst en beelden te integreren tot een volkomen organisch geheel, onderscheidt hij zich van bijna al zijn tijdgenoten.’ Van der Aa is het tegenovergestelde van het romantische cliché van de componist op zijn zolderkamer: om zo rijk mogelijk werk te creëren combineert hij zijn noten regelmatig met visuele kunst of zoekt hij de samenwerking met kunstenaars uit andere disciplines. Voor zijn vierde muziektheaterwerk ging Van der Aa de samenwerking aan met de gevierde Engelse romanschrijver David Mitchell. In het libretto verbindt Mitchell op voor hem kenmerkende wijze een keur aan levens en verhalen in een dwingende compositie. De multimediale opera met 3D-film Sunken Garden gaat over mystificaties en duistere waarheden, bescherming en manipulatie, het virtuele en reële, de isolatie van het internettijdperk, en de menselijke oerdrift om tot elke prijs aan de dood te willen ontsnappen. Net als bij After Life zal Van der Aa zelf de regie voeren en de filmbeelden verzorgen. De muzikale leiding ligt in handen van de jonge Duitse dirigent André de Ridder, een graag geziene gast in het Holland Festival, die vorig jaar onder andere de succesvolle vertoning van 2001: A Space Odyssey met live zijn vaak multimediaal, zoals de liedcyclus voor mezzosopraan, orkest en tape Spaces muziek dirigeerde. of blank (2007) en Up-Close voor cello, strijkensemble en video (2010). Michel van der Aa In 1999 won Van der Aa de GaudeamusMichel van der Aa (1970) studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag prijs. Zijn werk werd voorts bekroond met muziekregistratie en vervolgens compositie de Matthijs Vermeulenprijs (2004) voor de bij Diderik Wagenaar, Gilius van Bergeijk kameropera One, de Ernst von Siemens Muziekprijs (2005), de Charlotte Köhler en Louis Andriessen. In 2002 studeerde hij filmregie aan de New York Film Academy en Prijs (2005) en de Paul Hindemith Prijs in 2007 nam hij deel aan het Lincoln Center (2006). In 2013 ontving hij de prestigieuze Theater Director’s Lab, een intensieve curGrawemeyer Award for Music Composition voor Up-Close. Sinds 2011 is Van der Aa sus toneelregie. Zijn werk kenmerkt zich huiscomponist van het Koninklijk Concertdoor interdisciplinariteit en nauwe samenwerking met andere musici, zoals Sol Gabetta, gebouworkest. Daarnaast heeft hij hechte banden met het Barbican Centre in Londen. Barbara Hannigan, Janine Jansen en Christianne Stotijn, maar ook met acteurs als Klaus Maria Brandauer en schrijvers als David Mitchell David Mitchell. David Mitchell (1969) is een Britse schrijver. De muziek van Van der Aa wordt wereldHij publiceerde vijf romans, waarvan Cloud wijd gespeeld door gerenommeerde ensem- Atlas (2004) en The Thousand Autumns of Jacob de Zoet (2010) de bekendste zijn. Hij bles en orkesten, en in festivals als de woonde lange tijd in Japan en is getrouwd Berliner Festspiele, de Donaueschinger met een Japanse vrouw; veel van zijn boeken Musiktage, het Huddersfield Festival, de hebben al dan niet zijdelings iets met Japan Herfst van Warschau en de Biënnale van te maken. Tegenwoordig woont hij in Ierland. Venetië. Van der Aas muziektheaterwerken Zijn werk kenmerkt zich door een grote zijn in meer dan tien landen uitgevoerd, en After Life (2006/2009) en The Book of Disquiet verscheidenheid aan stijlen en vormen (2008) werden verschillende keren hernomen. waarmee hij verschillende verhaallijnen in Ook zijn composities voor het concertpodium elkaar vlecht. Dat was al zo in zijn debuut
Michel van der Aa (Foto: Marco Borggreve), David Mitchell (Foto: Leo van der Noort)
Kostuumontwerp voor Die Meistersinger von Nürnberg (Ontwerpschets: Jon Morrell)
Abonnementhouders schenken massaal btw-verschil
In 2012 werd de btw-verhoging op kaarten voor podiumkunsten teruggedraaid. Veel abonnementhouders hadden al tegen het hoge tarief een abonnement voor het huidige seizoen besteld. Het verschil met het lage tarief is door velen van u geschonken aan De Nederlandse Opera: gezamenlijk hebben abonnementhouders €167.000 gedoneerd. Deze giften worden besteed aan de volgende projecten:
11
Ghostwritten uit 1999, dat werd bekroond met de John Llewellyn Rhys Prize en genomineerd voor de Guardian First Book Award. Zijn volgende twee romans number9dream (2001) en Cloud Atlas stonden beide op de shortlist voor de Man Booker Prize. Cloud Atlas werd in 2012 verfilmd door Tom Tykwer, met in de hoofdrollen Tom Hanks en Halle Berry. Een uitzondering op deze mozaïekstijl is Black Swan Green (vertaald als Dertien) uit 2006, een semi-autobiografische roman over een stotterende dertienjarige jongen. The Thousand Autumns of Jacob de Zoet werd vertaald als De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet en betekende in 2010 Mitchells doorbraak bij het Nederlandse publiek. De roman vertelt het verhaal van het kunstmatige eiland Deshima, de Hollandse vrijhaven bij Nagasaki, in de periode dat het Japanse keizerrijk hermetisch van de buitenwereld was afgegrendeld. In 2003 werd Mitchell opgenomen op de lijst met Best of Young British Novelists van het tijdschrift Granta en in 2007 stond hij op de lijst met de honderd meest invloedrijke mensen ter wereld van Time. Mitchell schreef het libretto voor de opera Wake van Klaas de Vries over de vuurwerkramp in Enschede, die in 2010 in première ging bij de Nationale Reisopera.
12
13
Die Meistersinger von Nürnberg
di
4 jun 2013 première
vr 7 jun ma 10 jun do 13 jun ma 17 jun do 20 jun zo 23 jun
17.30 uur 17.30 17.30 17.30 17.30 17.30 13.30
uur uur uur uur uur uur
Die Meistersinger von Nürnberg Oper in drei Aufzügen libretto Richard Wagner
Minacht de meesters niet en eer hun kunst! (Hans Sachs) I De jonge ridder Walther von Stolzing is verliefd op Eva Pogner. Als hij hoort dat zij de bruid wordt van de winnaar van een zangwedstrijd, besluit Walther mee te doen. Voor het proefzingen legt David, leerling van schoenmaker/dichter Hans Sachs, hem de regels van het prijszingen uit. Stadsgriffier Beckmesser is echter niet blij met een nieuwe rivaal om Eva’s hand. Als ‘scheidsrechter’ van Walthers lied overtuigt hij de meesterzangers ervan dat diens proefzingen gefaald heeft. Alleen Sachs herkent Walthers ware kunstenaarschap. II Als Eva hoort dat Walther voor het prijs-
zingen is afgewezen, vraagt zij Sachs om raad en stelt hem voor ook aan de wedstrijd mee te doen. Maar Sachs wijst dit af. Samen met Walther maakt Eva plannen om de stad te ontvluchten. Beckmesser brengt Eva een serenade, maar Sachs maakt hem het zingen onmogelijk door schoenen te repareren, waarbij hamerslagen de fouten in Beckmessers lied aangeven. Het lawaai wekt alle buren en er ontstaat een massale vechtpartij. Als Walther en Eva in het tumult willen vluchten, grijpt Sachs in. III Sachs schrijft voor Walther diens droom van de afgelopen nacht op: een lied waarmee Walther toch aan het prijszingen kan
meedoen. Beckmesser denkt dat het lied, dat hij bij Sachs ziet liggen, van Sachs’ hand is en eigent het zich heimelijk toe. Verzekerd van de overwinning gaat hij naar de feestweide, waar de handwerksgilden en meesterzangers hun entree maken. Maar Beckmesser verhaspelt de woorden van het lied, zodat allen in lachen uitbarsten. Sachs wil dat een goede zanger dit lied op de juiste melodie zingt. Walther treedt naar voren en wordt na zijn glorieuze zang tot winnaar aangewezen. Maar als hij de Koning Davidketting trots weigert, houdt Sachs hem voor dat de kunst van de meesterzangers in tijden van tegenspoed een symbool is van de oprechte en ware Duitse geest. Allen eren Sachs en de Duitse kunst.
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Stephan Heber Plaats: Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 16.45 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera
Illustratie uit de Kronieken van Neurenberg, kostuumontwerpschets: Jon Morrell
Dinerbuffetten Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo bent u gegarandeerd op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.muziektheater.nl/kaarten.
muzikale leiding Marc Albrecht regie David Alden decor Gideon Davey kostuums Jon Morrell licht Adam Silverman choreografie Jonathan Lunn Hans Sachs James Johnson Veit Pogner Alastair Miles Kunz Vogelgesang Pascal Pittie Konrad Nachtigall Mattijs van de Woerd Sixtus Beckmesser Adrian Eröd Fritz Kothner Thomas Oliemans Balthasar Zorn Brian Galliford Ulrich Eisslinger Marcel Beekman Augustin Moser Reinhard Alessandri Hermann Ortel Frans Fiselier Hans Schwarz Tom Haenen Hans Foltz/Ein Nachtwächter Tijl Faveyts Walther von Stolzing Roberto Saccà David Thomas Blondelle Eva Agneta Eichenholz Magdalene Sarah Castle Nederlands Philharmonisch Orkest Koor van De Nederlandse Opera instudering Thomas Eitler In het kader van het Holland Festival 2013 De voorstelling duurt circa 5 uur en 30 minuten. Er zijn 2 pauzes. De opera wordt in het Duits gezongen, Nederlands en Engels boventiteld. Het operaboek Die Meistersinger von Nürnberg is verkrijgbaar in het Muziekt heater. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Duits en het Nederl ands. De prijs is 8.
Nieuwe productie
Richard Wagner 1813 - 1883
Achtergrond Die Meistersinger von Nürnberg
14
15
‘Het klonk zo oud, maar was toch zo nieuw’ Richard Wagner twijfelde tussen omschrijvingen als ‘komische Oper’ of ‘große komische Oper’ voor Die Meistersinger von Nürnberg maar hield het uiteindelijk bij ‘Oper’. Betrof het een terugkeer naar de traditionele Duitse Spieloper of een komedie in de lijn van Das Liebesverbot uit het begin van zijn carrière? Schijn bedriegt. Wat oorspronkelijk bedoeld was als een komisch tegengewicht voor Tannhäuser, een soort saterspel na de tragedie, groeide uit tot een veelkantig en ambitieus werk met de geïdealiseerde stad Neurenberg als kader. Die Meistersinger is behalve een liefdeskomedie, een allegorie, een kunstfilosofische reflectie in dramatische vorm en een thesewerk over de verhouding tussen kunst en maatschappij. Dit alles doordrongen van de lyrische adem van het historische Meistergesang in Wagners creatieve, romantische hertaling en met een betoverende midzomer als zinderende achtergrond.
Walther von der Vogelweide (Miniatuur uit de Manesse Codex, een 14de-eeuws manuscript)
Een mythische plek
Waarom Neurenberg? Neurenberg was vooreerst de stad van de keizerlijke rijksdagen en de stad waar de rijksjuwelen van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie werden bewaard tot in het begin van de 19de eeuw. De stad van een rijke en kunstminnende burgerij, de woon- en werkplek van Albrecht Dürer. De stad waar de traditie van het Meistergesang floreerde tot in de 18de eeuw; biotoop van Hans Sachs – de meest illustere Meesterzanger, die van beroep schoenmaker was. In Wagners visie op het historisch roemrijke Neurenberg, dat omstreeks het midden van de 16de eeuw naast Keulen en Augsburg een van de grootste steden van Duitsland was, vloeiden verleden en toekomst, traditie en utopie samen. Wagner zag Neurenberg als een centrum voor de kunst en kunstenaars en hij droomde ervan om er een artistieke onderwijsinstelling in te richten. In de opera groeit Neurenberg uit tot een mythische, utopische plek waar kunst het openbare leven en de maatschappelijke verhoudingen tussen de inwoners regelt. Politiek is bij Wagner opvallend afwezig in de stad; we krijgen geen burgemeester of wethouders te zien en politie is er in geen velden of wegen te bespeuren. Wanneer aan het einde van het tweede bedrijf een geschil ontaardt in een wilde vechtpartij, waarbij steeds meer mensen betrokken raken, grijpt niemand in. Het hoorngeschal van de nachtwaker is genoeg om de bevolking weer tot rede te brengen. De nachtwaker zelf schudt alleen het hoofd en waarschuwt: ‘Behoed u voor spoken en schimmen, opdat geen boze geest uw ziel betovert!’ Het is de Wahn waarover Sachs nadien reflecteert in zijn beroemde monoloog in het begin van het derde bedrijf.
Overmoed, illusie, droom...
Is het niet Wahn – lees: illusie, overmoed of gekte – die Walther von Stolzing ertoe drijft om een opleiding en praktijkervaring als Meesterzanger vlotjes aan zijn laars te lappen – om in Sachs’ jargon te blijven – en winnaar te worden van een zangwedstrijd met alleen specialisten in de jury? De ridder Walther is een nieuwkomer in de burgermaatschappij van Neurenberg. Om de hand van Eva te winnen, het meisje waarop hij zijn zinnen heeft gezet, is er
leerschool – een knipoog naar de natuurpoëzie die zo centraal stond in het Minnegesang. In de confrontatie van Walther met de eerbiedwaardige kring van de Neurenbergse Meesterzangers speelt Wagner twee tijdperken tegen elkaar uit: de feodale tijd van de aristocratische Minnezangers en de Nieuwe Tijden die bepaald worden door een zelfbewuste burgerij. Die kunstminnende burgers hebben zich tot doel gesteld de traditie van het ooit adellijke Minnegesang in een burgerlijke en stedelijke context voort te zetten. Met de verschijning van Walther op het Neurenbergse toneel worden de conservatieve Meesterzangers herinnerd aan de creatieve oorsprong van hun kunst waarvan ze door vele regels vervreemd zijn. Vanaf de 14de eeuw dook het Meistergesang op in verschillende Duitse steden. De Meesterzangers werden geselecteerd uit diverse beroepsklassen en ambachtslui van een stad en waren verenigd in een gilde. Behalve beschrijvingen van de natuur en het seizoen, die vaak de aanhef van een lied vormden, hadden liefdesliederen en religieuze poëzie een bevoorrechte plaats in hun kunst. Met de Reformatie ging meer en meer de nadruk liggen op het moraliserende element in de liederen. Martin Luther had immers de helende en versterkende werking van de muziek als morele kracht benadrukt.
Richard Wagner
Piet De Volder
Sixtus Beckmesser en de dictatuur van de regels
geen andere keuze dan de eerste prijs te veroveren. Omdat Eva ook verliefd is op Walther, heeft zij er alle belang bij dat hij een meer dan goede beurt maakt. Dezelfde Wahn die de mens tot zinloze conflicten en bloedvergieten verleidt, fluistert hem grootse dromen in en voert hem naar sublieme artistieke hoogten; zo betoogt Wagner door de hele opera heen via zijn spreekbuis en alter ego, Hans Sachs. Sachs is het die een geniale vonk ontdekt in het proeflied waarmee Walther zich voor het eerst aan de sceptische Meesterzangers voorstelt – een lied dat tegen alle regels lijkt in te druisen en waarmee hij jammerlijk afgaat. Niet toevallig ontstaat het latere Prijslied, Morgenlich leuchtend im rosigen Schein, in een droom. Met deze nieuwe creatie weet Walther de hele bevolking van Neurenberg én de Meesterzangers, verenigd op de feest-
weide, te overtuigen en bezegelt hij het happy end van de monumentale opera. Sachs leert Walther om zijn lyrische visioenen te vertalen in een liefdeslied dat zowel getuigt van kennis van de regels van de kunst als van authentieke inspiratie die de traditie nieuw leven inblaast. Als Walthers gids en mentor maakt Sachs de bevlogen, verliefde jongeling duidelijk dat kunst een evenwichtsoefening is tussen een objectieve, overdraagbare basis en een persoonlijke stem.
In het voetspoor van de Minnesänger
Walther von Stolzing is duidelijk gemodelleerd naar de bekende Minnesänger uit de Duitse, middeleeuwse traditie – Walther von der Vogelweide (ca. 1170-1230) – die hij in de opera als zijn leermeester aanhaalt. In één adem noemt hij de vogelzang als zijn
Wagner baseerde zich voor zijn eigenhandig geschreven libretto hoofdzakelijk op een traktaat van Johann Christoph Wagenseil – Von der Meister-Singer Holdseligen Kunst – dat gepubliceerd werd in 1697. Niet alleen bevatte het werk een schat aan historische informatie over de praktijk van het Meistergesang in het gereformeerde Neurenberg, ook ontleende de componist aan Wagenseil de namen van de twaalf Meesterzangers. Eén van deze oorspronkelijke, historische figuren moest als ‘Merker’ fungeren – de Meesterzanger die bij het proefzingen inbreuken op de Tabulatur noteerde. De Tabulatur was een lijst met kunstregels die vanaf de 16de eeuw werd opgetekend om op een ordelijke en gedisciplineerde manier kunst te bedrijven en het Meistergesang van verloedering te vrijwaren. Niet alleen de kennis van deze regels werd beoordeeld; ook waren er ‘Merkers’ die andere domeinen nauwlettend controleerden: vers, ritme en Ton (samenhang tussen melodie en het aantal versregels). De oorspronkelijke Merkers, vier in aantal, werden door Wagner samengevoegd tot één Meesterzanger-Merker met hoogst pedante trekjes, die op de koop toe Walthers concurrent is in de liefde: Sixtus Beckmesser. Wagner wou met deze ‘regelneef’ een persoonlijke vete met Eduard Hanslick uitvechten – de meest gezaghebbende en meest gevreesde muziekcriticus in het Wenen van die dagen. Hanslick was een groot voorstander van het formalisme en van een heropleving van klassieke vormen binnen de 19de-eeuwse muziek. Wagners unendliche Melodie ervoer hij als door en door vormeloos. Niet Wagner maar Johannes Brahms was voor Hanslick een lichtbaken in de eigentijdse muziek.
Gelukkig oversteeg de componist zijn persoonlijke rancune tegenover Hanslicks scherpe kritieken door Beckmesser – een figuur die in komische situaties belandt maar zelf niet komisch is – deel te laten uitmaken van een groter betoog over kunst en regelgeving. Met de figuur van de overijverige en gefrustreerde Merker mocht Wagner wel waarschuwen voor een verwarring van het doel en de middelen in de omgang met regels, wezenlijker was voor hem een pleidooi voor een combinatie van wijsheid en opstandigheid in ‘de ware muziek’. Regels moeten door beginnende kunstenaars worden geassimileerd om vervolgens ter discussie te worden gesteld, en om mogelijk nieuwe, subjectieve regels voort te brengen. De wijze Hans Sachs, die als geen ander het vak van het Meistergesang kent en toch openstaat voor vernieuwing, straalt dit bewustzijn ten volle uit. Mijmerend onder de geurige vlier voor zijn atelier stelt hij over Walthers proeflied: ‘Hoe zou ik ook willen meten wat mij onmetelijk scheen?’ In ogenschijnlijke vormeloosheid en gebrek aan regels zit misschien een eigen, verfrissende logica?
marsen, protestantse koralen, koorscènes en ensembles, waaronder een prachtig kwintet waarmee Walthers meesterlied ten doop wordt gehouden. In samenhang met de diatonische taal waarvan Wagner zich ingenieus en gedoseerd bedient, wordt de indruk gewekt van een traditionele romantische opera met aparte zangnummers. Retroopera die terug lijkt te vallen op het recept van de grand opéra met zijn massascènes en extraverte lyriek. Modellen van opera waartegen Wagner zich juist fel had afgezet en die hij intussen ver achter zich had gelaten. Maar de vele verwijzingen naar vroeger hadden hun kader in een welbewuste muziekdramatische strategie. Wagner wou ons overtuigen van de levensvatbaarheid van de traditie en meer nog van het ‘progressieve muzikale potentieel’ (Goehr) van de overgeleverde vormen. De ‘toekomstmuziek’ waarvan Wagner droomde en die hij in vervulling zag gaan in zijn eigen oeuvre, kreeg als het ware een eigen stamboom in Die Meistersinger von Nürnberg. ‘Het klonk zo oud, maar was toch zo nieuw’ (‘Es klang so alt, und war doch so neu’), zo typeerde Sachs het teruggefloten eerste lied van Walther. Het is de artistieke moraal van de hele opera, de sleutel tot Retro-opera? In Die Meistersinger von Nürnberg vinden we Wagners kunstfilosofische agenda en de behalve liederen met archaïsche wendingen bestaansreden van de ingenieuze verstrentraditionele vormen die fundamenteel onver- geling van oude vormen en muzikaal moderzoenbaar lijken met het muziekdrama dat nisme die Wagners Die Meistersinger von Wagner op dat moment beoefende: plechtige Nürnberg zo uniek maakt.
Interview Die Meistersinger von Nürnberg
16
Interview Die Meistersinger von Nürnberg
Michel Khalifa
Kasper van Kooten
De melodie van de taal
Walther: gepassioneerd en impulsief
Marc Albrecht heeft veel ervaring met Wagner, maar dirigeert voor het eerst Die Meistersinger von Nürnberg. ‘Ik verlang naar de fonkeling van kleur die deze partituur zo speciaal maakt,’ zegt hij. ‘Meistersinger heeft een Mendelssohn-achtige lichtheid en glans. Wagner keert hier terug naar een bescheiden orkestbezetting, wat dit werk romantisch maakt in de originele betekenis van het woord.’ Wat een contrast met de monumentale en zwaarmoedige uitstraling van de Ring, Parsifal en vooral Tristan und Isolde, een muziekdrama dat Albrecht heel vaak heeft gedirigeerd! ‘Tristan en Meistersinger verhouden zich tot elkaar als yin en yang. In chronologisch opzicht vormen ze een tweeling, maar Tristan roept een geheel andere wereld op, een wereld van duisternis en schaduwen. Dit is al in het orkest te horen met een ver doorgevoerde chromatiek, het gebruik van lage registers en bijzondere instrumenten als de basklarinet en de althobo die in Meistersinger geheel ontbreken. Meistersinger is veel zonniger en heeft een ongecompliceerde muzikale taal, althans aan de oppervlakte.’ Want Meistersinger is moeilijker te dirigeren, benadrukt Albrecht. ‘Het vereist constant manoeuvreren, gas terugnemen, schakelen. Als Tristan een snelweg is, dan is Meistersinger een bochtige bergweg. In Tristan is de taal een muzikaal gestructureerde symfonische taal, in Meistersinger moet je veel meer op de tekst reageren. Het libretto van Meistersinger vraagt om een andere tekstvoordracht en een zeer flexibel tempo. Hier is sprake van een “Konversationston”, eigenlijk een reeks gebonden recitatieven die in elkaar overgaan. Richard Strauss heeft zich hierdoor laten inspireren: hij wees zijn librettist Hofmannsthal expliciet op Meistersinger voordat ze samen aan Der Rosenkavalier begonnen.’ Wat Wagner wel heel precies meecomponeert, zijn de plekken in de tekst waar kleine ‘Een andere uitdaging voor de dirigent is om adempauzes komen. Als dirigent beweeg je de begeleiding van de zangers licht en fris te met de tekst mee. Dat is de beste manier om houden. Het orkest is uitgedaagd zich soms dramatische situaties vorm te geven.’ Albrecht tekent golven met zijn handen, discreet op te stellen om een kamermuziekachtige sfeer te laten ontstaan. Bij Meister- alsof hij onhoorbare muziek aan het dirigesinger-uitvoeringen die overwegend ‘wagne- ren is. Ontwikkelt hij dan zijn gestiek thuis achter de werktafel? riaans’ klinken ga ik me vervelen. Meister‘Nee, ik denk nooit na over gebaren voorsinger is een komedie; daarin hoort de XXLklank niet te domineren.’ dat ik met het orkest begin te repeteren. Ik Bij Wagner bestudeert Marc Albrecht de probeer me elk detail in de partituur plaspartituur altijd eerst vanuit de tekst, op zoek tisch voor te stellen en ik sta stil bij de betenaar de duiding en betekenis van elk zinskenis, de kleuren, de spanning, de balans en de bijzondere harmonische wendingen. deel. ‘Een Wagnerdirigent moet de melodie Tijdens de repetities ontstaan mijn gebaren van de taal heel goed aanvoelen. Het helpt vanuit mijn voorstellingsvermogen én vanuit uiteraard dat Duits mijn moedertaal is, de klank van de musici. Ik streef naar een maar dat mag geen voorwaarde zijn. Neem evenwicht tussen wat ik zelf denk en wat ik bijvoorbeeld Janácˇek, ook zo’n componist hoor.’ bij wie het ritme van de tekst bepalend is voor de muzikale voortgang. Ik spreek geen Tsjechisch, maar als ik een opera van Twee alter ego’s Janácˇek voorbereid, zorg ik ervoor dat ik de De chef-dirigent van het Nederlands betekenis en de uitspraak van elk afzonder- Philharmonisch Orkest prijst zich gelukkig dat zijn orkest zo vertrouwd is met Wagners lijk woord ken.’ muziek. Hij vindt het een extra voordeel dat ‘Wagner vermeldt geen precieze tempoeen lyrisch werk als Meistersinger op de lesaanduidingen in de partituur. In zijn jonge jaren gaf hij nog wel metronoomcijfers aan senaars staat nadat zijn musici zich in april maar hij is er na Tannhäuser mee opgehouden. hebben gemeten met de dramatische en
Kleine adempauzes
groots opgezette Walküre. Maar waar gaat Meistersinger uiteindelijk over? ‘Meistersinger is in de eerste plaats een werk over kunst. Hans Sachs en Walther von Stolzing zijn uiteraard twee alter ego’s van Wagner. De beheersing die de avant-gardist Stolzing zichzelf moet aanleren doet denken aan de muzikale beperkingen die Wagner zichzelf in Meistersinger oplegt na het wilde muziekdrama Tristan. Creatief omgaan met de regels, daar komt het op neer. Stolzing moet hier aanvankelijk erg aan wennen, maar bewijst in zijn slotlied dat hij een betere kunstenaar is geworden.’ ‘Sachs, met al zijn levenservaring en kunstbesef, leert Stolzing hoe hij een meester kan worden en hoe hij zijn eigen leven in goede banen kan leiden. De ridder Walther von Stolzing maakt een interessante ontwikkeling door. Eerst moet hij zich als het ware verlagen tot het sociale niveau van Sachs en zijn gezellen, die allemaal burgers zijn. Daarna kan hij weer geestelijk groeien en wordt hij een completer mens. Dat laatste is in wezen wat Hans Sachs aan het eind van ons allemaal verlangt: koester wat je hebt, wees zuinig op kunst en cultuur! Deze boodschap lijkt me erg actueel.’
Roberto Saccà staat al jarenlang te boek als een van dé Mozarttenoren van zijn generatie, zong Verdi’s lyrische partijen en maakt inmiddels ook furore in Strauss- en Wagnerrollen. In juni debuteert hij in Amsterdam als Walther in Die Meistersinger. Een gesprek met deze Duits-Italiaanse zanger over zijn muzikale wortels, de partij van Walther en Wagners ‘italianità’. Het interview vindt een dag voor de première van Idomeneo in Frankfurt plaats, waarin Saccà de titelrol zal zingen. Spannend genoeg, maar door een ongelukje heeft de zanger een blessure aan zijn voet opgelopen, waardoor hij de voorstelling met krukken zal moeten zingen. Gaat dat lukken? ‘Het komt goed, het is natuurlijk niet ideaal, maar aangezien ik in deze productie als oorlogsveteraan word neergezet, en ik aan het eind sowieso in een rolstoel het toneel op moet, gaat het nog. Als ik Alfredo in La traviata had moeten zingen, was het onmogelijk geweest. Het is natuurlijk ietwat nadelig voor het zingen, maar we komen er wel uit.’ Hoewel Idomeneo wel vaker gezongen wordt door tenoren die het Mozartvak al een beetje ontgroeid zijn, vraagt het waarschijnlijk toch een andere techniek dan bijvoorbeeld Walther? ‘Ik heb in mijn carrière heel veel Mozart gezongen, maar in de laatste jaren heb ik mijn aandacht verlegd naar ander repertoire. Op zich kan een rijpere zanger ook best Tamino’s blijven zingen, maar de hedendaagse smaak neigt er naar om Mozart met lichtere stemmen te bezetten. En je merkt dat je stem zich ontwikkelt. Coloraturen zingen kan ik nog steeds, maar het gaat minder vanzelfsprekend. Dat is echter een natuurlijke, organische ontwikkeling. Er komen mooie partijen voor in de plaats, zoals Wagners Walther en Lohengrin, Strauss-rollen en Don José uit Carmen. Bij deze rollen moet je echter net zo goed slank en gezond zingen, dus zo groot is het verschil nu ook weer niet. Ook wanneer ik Duits repertoire instudeer, probeer ik eerst van wie ik enkele lessen heb genoten. Wat het legato en de ‘dolcezza’ van O sole mio mij betreft is hij een van de grootste en te krijgen, en vervolgens de tekst in deze meest veelzijdige tenoren ooit.’ zanglijn in te passen.’ Saccà is zoon van een Siciliaanse vader en een Duitse moeder, een vanuit muzikaal Winbergh en Gedda perspectief bijzondere combinatie. Hoe ziet Onze laatste Stolzing in 2000 was Gösta Winbergh, een tenor die net als Saccà lang- hij zijn muzikale identiteit? ‘Ik ben in Duitsland opgegroeid en heb daar ook mijn zangdurig Mozart en belcanto heeft gezongen, en pas laat de overstap naar Wagnerrollen opleiding genoten, waardoor ik meer Duitser heeft gemaakt. Voorzag Saccà dat zijn cardan Italiaan ben. Anderzijds heb ik natuurrière zich ook zo zou ontwikkelen? ‘Op jonge lijk wel het een en ander van de Italiaanse leeftijd had ik eerder de verwachting dat ik cultuur meegekregen.’ naar het Italiaans repertoire toe zou groeien. In Zürich kwamen we enkele jaren geleden Belcanto-achtig op het idee om Strauss te proberen, en zo Opvallend aan Die Meistersinger is dat ben ik langzaam meer naar het Duitse vak deze opera een viering van de Duitse cultuur getrokken. Dat kun je maar gedeeltelijk en muziek is, terwijl de partij van Walther plannen. Ik had ook best Trovatores en Aida’s eigenlijk Italiaans gezongen moet worden, willen zingen, maar dit is eenvoudig hoe het en zijn karakter bovendien wel iets weg loopt. Mijn carrière lijkt inderdaad op die van heeft van dat van een Italiaanse tenor: Winbergh, die ik zeer bewonder en met wie ‘Zeker! Ondanks Wagners verheerlijking van ik ook nog op de bühne gestaan heb. Hij is Duitse cultuur was hij immers ook verknocht tot in zijn Wagnerperiode Mozart blijven aan Italië. De partij is heel belcanto-achtig geschreven. Mijn roldebuut maakte ik in zingen, en hij vormt, net als Neil Shicoff, Zürich onder de Italiaanse dirigent Daniele een model waaraan ik me kan spiegelen. Een ander groot voorbeeld is Nicolai Gedda, Gatti, die me hielp om het vloeiende, lyrische
Roberto Saccà (Foto: Luca Zanier)
Marc Albrecht (Foto: Monika Rittershaus)
17
in de partij te leggen. Walther heeft inderdaad een zeer gepassioneerd en impulsief karakter, zoals een Italiaan. Aan het begin van de opera is hij een soort Napolitaanse zanger, die vol overtuiging zijn lied ten gehore brengt. Door de lessen van Sachs leert hij geleidelijk om ook het beschouwelijke, introspectieve in zijn kunst te ontwikkelen. In het Prijslied komen deze twee componenten, spontaniteit en reflectie, die je inderdaad als Italiaans en Duits zou kunnen beschouwen, tot een ultieme symbiose.’ In de loop van het jaar zal Saccà de partij van Walther ook in Salzburg en Zürich zingen, maar eerst is het tijd voor zijn debuut bij De Nederlandse Opera: ‘Ik heb wel enkele keren in Nederland gezongen, maar nooit in dit theater. Ik verheug me erop. Marc Albrecht heeft een grote reputatie, en Amsterdam en David Alden ken ik van de zeer geslaagde Ercole amante-productie uit 2009. En jullie hoeven niet te vrezen dat Walther zijn Prijslied vanuit een rolstoel voordraagt, hoor. Binnen drie weken ben ik waarschijnlijk weer helemaal fit!’
Interview Die Meistersinger von Nürnberg
18
19 Deidamia (Foto: Ruth Walz)
Klaus Bertisch
Niet al te letterlijk
David Alden (Foto: Mikhail Rashkovsky)
David Alden wist in de afgelopen seizoenen vooral met zijn humoristische interpretaties van barokopera’s het Amsterdamse publiek te overtuigen. Maar ook al had hij juist met werken uit de begintijd van het genre veel succes aan vele andere internationale operahuizen, toch is hij als regisseur niet vast te pinnen op één enkele stijlperiode of één bepaald genre. Vooral Wagner, Verdi (200ste geboortedag) en Britten (100ste geboortedag), die in 2013 worden geëerd, behoren tot de belangrijkste componisten in zijn zeer gevarieerde regie-oeuvre. Net nu hij zich na Ercole amante van Cavalli en Deidamia van Händel bij De Nederlandse Opera lijkt te ontwikkelen tot barokspecialist, verrast David Alden de operabezoekers met een nieuwe enscenering van Richard Wagners Die Meistersinger von Nürnberg. Toch is het regisseren van een Wagneropera voor hem geen onbekend gebied. Meer dan eens ensceneerde hij Tristan und Isolde al, en bij de Bayerische Staatsoper was zijn Tannhäuser te zien. Daar sprong hij ook in om de door Herbert Wernicke begonnen Ring des Nibelungen na Das Rheingold te voltooien, toen de Duitse regisseur onverwacht was gestorven. ‘Ik moest zo ongeveer van de ene op de andere dag beslissen om dit door een collega begonnen mammoetproject voort te zetten.’ Binnen twee tot drie maanden moest een concept worden bedacht voor de grootste operaonderneming die men zich kan voorstellen. Samen met Gideon Davey, die ook de decorontwerper voor de Meistersinger is, kwamen onder enorme tijdsdruk Die Walküre, Siegfried en Götterdämmerung tot stand. Voor zijn ontwikkeling als regisseur en voor zijn benadering van Wagner ziet Alden de kleinzoon van de componist als toonaangevend: Wieland Wagners nieuwe Bayreuther ensceneringsstijl uit de jaren ’50 en ’60 maakte op de jonge Amerikaan zo’n indruk dat hij besloot operaregisseur goed om een zekere afstand tot de muziek, te worden, net als overigens zijn tweelingtot het stuk te bewaren. De muziek heeft een broer Christopher. boodschap maar de ware betekenis vind je vaak pas wanneer je een bepaalde distantie Lachen bij Wagner creëert.’ Dat Wagner en humor niet mijlenver uit elkaar hoeven te liggen, bewees David Alden later als inmiddels ervaren en succesScepsis vol regisseur juist bij dat Ring-project in Daar komt natuurlijk bij dat het bij MeisterMünchen met zijn enscenering van Siegfried. singer gaat om Wagners enige echte komische Hij toonde de banaliteiten van alle dag op opera (als we het vroege Liebesverbot buiten zo’n pittig-komische wijze dat al het heroïsche beschouwing laten). Toen hij tijdens Siegfried en edele, dat zo sterk aanwezig is in de Ring in een creatieve crisis was geraakt, onderen bij Wagner in het algemeen, meteen brak de componist het werken aan dit deel ruimte ging bieden aan een schelmse humor. van de Ring voor enkele jaren en schiep twee Als je Aldens Siegfried had gezien, wist je opera’s die aanvankelijk gepland waren als ook meteen waarom juist deze opera vaak klein, licht en overzichtelijk: Tristan en wordt aangeduid als het scherzo van de Meistersinger. Hierbij wordt duidelijk dat de tetralogie. twee ‘humoristische’ Wagneropera’s dicht ‘Je moet niet alles zo bloedserieus nemen,’ bij elkaar liggen en dat als contrast juist de diepe ernst ook niet ver weg is. stelt de Amerikaan kort voor het begin van Maar net zoals je bij de Ring misschien de de repetities van de Meistersinger in Amsterdam. ‘In Wagner zit ook heel veel ironie. Die humoristische elementen achter de serieuze façade zou moeten blootleggen, wil David wil ik zichtbaar maken. Natuurlijk is zijn Alden ook bij Meistersinger de sceptische muziek zwaar en romantisch. Dat blijf je merken, maar er moet iets tegenover worden ondertoon van de getoonde maatschappij in het historische Neurenberg aan het licht gesteld. Terwijl in Tristan und Isolde alles echt diep wordt gevoeld, moet je de Wagner brengen. ‘Wagner is een componist die altijd van Meistersinger niet al te letterlijk nemen. probeert zijn publiek voor zich in te nemen. Precies daarom moet je sceptisch blijven En natuurlijk is Wagner de beste verkoper ten opzicht van wat hij ons aan het oppervlak van zichzelf. Hij wist hoe hij zijn publiek en zijn weldoeners tot zijn slaven kon maken. wil vertellen.’ Dat slaat niet alleen op de Daarom is het voor een regisseur vaak ook Neurenbergse maatschappij, waarmee de
toeschouwer wordt geconfronteerd – volgens Alden een soort Disneyland-versie van een ideale Duitse stad – maar ook op de figuur van Hans Sachs. Misschien wilde Wagner hier een geïdealiseerd beeld van zichzelf schilderen: een individuele kunstenaar, een buitenstaander die steeds meer tot vertegenwoordiger van een maatschappij wordt en die zich steeds meer thuisvoelt in die rol. Hij wordt binnengetrokken in een discussie over oud en nieuw. Voor Alden is het daarbij belangrijk om te benadrukken dat het naar zijn mening in dit stuk veel meer gaat om de kunst dan om politieke achtergronden.
Sachs
In zijn beroemde slottoespraak voelt Sachs zich geroepen tot het geven van een politiek statement over de kunst. Een man in een midlifecrisis, die bang is dat invloeden van buiten te veel terrein winnen en daardoor de geest van de kunst gaan beheersen. ‘Daarbij wilde ik ook de strijd laten zien die in de man zelf woedt. Hoe hij probeert het goede te doen en te zeggen. In mijn ogen overwint hij in zijn slottoespraak, die zo veel en zo fel bediscussieerd en bekritiseerd is, zijn eigen ijdelheid. Voor mij gaat het daarin vooral over de kunst, maar ook spreekt er de hele paranoia uit waaronder de kunstenaar Sachs gebukt gaat. Er is de druk van buiten en de gevaarlijke krachten die daarbij een onge-
wenste en vreselijke uitwerking kunnen uitoefenen. Aan deze druk dragen ook de Meesters het hunne bij: mensen met geld, succesvolle zakenlieden die iets in de melk te brokkelen hebben en dat ook laten merken. Sachs is de enige die dat in een groter verband brengt.’ Daarbij interesseert Alden zich ook zeer voor de rol van het volk. Wie is deze massa werkelijk? Welke macht kan ze uitoefenen? En hoe kan men bij dit volk belangstelling voor kunst opwekken en die belangstelling levend houden? Dit is voor de regisseur een centraal thema en bovendien ook voor de toeschouwers van nu heel actueel. In de derde akte komen al deze elementen, die al eerder in het stuk worden aangeduid, bij elkaar.
Nieuwe tijd
Daarbij komt de figuur van Walther von Stolzing de functie van een katalysator toe. Alden: ‘Zijn muziek is inspirerend en brengt een soort chemische reactie tot stand. Hij raakt daarmee een zwakke plek van zijn tijd en zijn onconventionele lied maakt duidelijk dat er ook in de maatschappij een nieuwe tijd aanbreekt. Toch moet je op dit nieuwe niet zomaar blind vertrouwen. De chemische reactie kan iets heel afschrikwekkends hebben, zoals je ook niet blind moet vertrouwen op het C-groot van de finale, op de schijnbare harmonie. Het stuk opende ook in C-groot, waarna de problemen pas begonnen. Aan het einde zijn we aangekomen bij een nieuwe tijd, maar hoe alles zich verder zal ontwikkelen, moet je eerst nog maar afwachten. In ieder geval is Sachs, ook al richt hij zich aan het eind van het stuk tot iedereen, in mijn ogen toch eigenlijk een zeer eenzame figuur.’ Dit brengt ons gesprek op Beckmesser, de andere eenzame buitenstaander in deze opera. Ook hij is in Aldens ogen een bevoorrecht man in een hoge positie, die een sar-
casme heeft ontwikkeld – zowel in zijn omgang met regels en wetten als in zijn omgang met de mensen. ‘Hij heeft een merkwaardige, haast bizarre verhouding tot Sachs. Je zou bijna denken dat ze ooit iets met elkaar hebben gehad.’ Wagner schiep met zijn Beckmesser de karikatuur van een criticus en hij had daarbij zijn felste tegenstander Eduard Hanslick voor ogen, die in zijn recensies over Wagners muziek geen goed woord overhad voor de uit Leipzig afkomstige componist. Voor de regisseur is Beckmesser geen figuur die bereid is de smaad die men hem aandoet te vergeven en hij ziet in de stadsschrijver ook trekken van Wagner zelf.
Culturele utopie
Al met al beschouwt David Alden Die Meistersinger als een sociale komedie, aan de ene kant humoristisch en geestig, aan de andere kant politiek en scherp. ‘De opera heeft iets van het sarcasme van Molière, toont ons geraffineerde sociale lagen, die met culturele wapens een concurrentiestrijd uitvechten. Dat is gevaarlijk en inspirerend tegelijk.’ Daarbij vertegenwoordigen voor hem de persoonlijke verhalen die in het stuk worden verteld slechts één niveau. De sociale structuur is de tweede laag. ‘Het gaat om een culturele utopie die hier wordt ontwikkeld en waarbij je duidelijk merkt dat de politiek op alles invloed heeft en dat kunst zo ook voor politieke doeleinden kan worden ge- en misbruikt.’ Hiermee duidt de regisseur concreet op wat er na de wereldpremière met dit stuk is gebeurd. Het nationaalsocialisme misbruikte Meistersinger tijdens de ontwikkelingen van de jaren ‘30 van de 20ste eeuw voor politieke doeleinden. Maar wat zijn enscenering betreft, maakt Alden heel duidelijk dat hij die níét in de nazitijd wil laten spelen: ‘Ik wil mijn eigen Neurenberg scheppen!’ verklaart
hij gedecideerd. En in dit Neurenberg wordt het einde niet één groot feest der integratie. Het zal een open einde zijn, waarbij er twijfel heerst of de kunst en de gemeenschap werkelijk nader tot elkaar zijn gekomen. Dat er niettemin tijdens deze lange Wagneravond zeker mag worden gelachen, gefantaseerd en geglimlacht, wordt voor de toeschouwer alleen al gegarandeerd door de naam van de regisseur, die in het verleden zulke amusante en dromerig-speelse producties wist te creëren als de barokopera’s waaraan het Amsterdamse publiek zoveel plezier heeft beleefd. Daarbij zal hij zich Wagners humor, die de in Saksen geboren componist beslist ook bezat, op zijn zeer persoonlijk wijze eigen maken, om deze vervolgens te delen met het publiek in het Muziektheater.
Vertaald door Frits Vliegenthart
Op maandag 27 mei om 20.00 uur vindt in het Goethe Institut Amsterdam, Herengracht 470, een boekpresentatie plaats naar aanleiding van Wagners 200ste verjaardag (22 mei). Voor het eerst verschijnt een Nederlandse vertaling van Wagners geschrift Das Kunstwerk der Zukunft, waarin hij het fundament legt voor zijn ideeën omtrent het ‘Gesamtkunstwerk’:
Richard Wagner Het kunstwerk van de toekomst Vertaald, ingeleid en geannoteerd door Dr. Philip Westbroek Met een voorwoord van Klaus Bertisch Uitgeverij IJzer
20
CMS – Europees partner van DNO
21
Opera in het Park 2013
Chris Zegers (Foto: J. Koopmanschap)
Beleef opera bij ondergaande zon! DNO houdt samen met het Holland Festival een mooie traditie warm en presenteert wederom: Opera in het Park!
De reis van je leven en drie sinaasappels
Op 20 juni wordt Wagners Die Meistersinger von Nürnberg live uitgezonden vanuit het Muziektheater, op een grootscherm in het Amsterdamse Oosterpark.
Opera in het park 2011 (Foto: Marjolijn Vis)
Wees welkom en geniet gratis van deze indrukwekkende opera! Kom met vrienden of familie, een gevulde picknickmand en een warm kleed. Donderdag 20 juni 2013 Oosterpark Amsterdam Van 17.30 tot 22.55 uur Toegang gratis Kijk voor meer informatie op: www.dno.nl/operainhetpark
Rheingold op de Rijn In 2013 is de 200ste geboortedag van Richard Wagner, en het 190ste jubileum van het oudste symfonieorkest van Nederland: het Utrechts Studenten Concert. Om deze gelegenheden te vieren vindt in juli 2013 een revolutionaire muziektheaterproductie plaats: Rheingold op de Rijn. In samenwerking met o.a. De Nederlandse Opera, de Nationale Reisopera en Opera Zuid brengt deze productie Wagners Rijngoud terug naar zijn artistieke oorsprong: de rivier de Rijn. Twee muziektheatervoorstellingen, Wagners opera Das Rheingold en de symfonische show The Wagner Experience, worden in hun geheel ingescheept in het ruim van een vrachtschip en op het water van de Rijn uitgevoerd. Binnen in het schip vindt de bezoeker een volwaardig theater met een cast van 14 topzangers uit Nederland en buitenland, het 80-koppige USConcert-symfonieorkest, en plaats voor 500 man publiek.
Het Rheingold-theater zal de loop van de Rijn Ervaar Wagner op het water van de Rijn volgen en uitvoeringen geven in verschillende in juli 2013. Voor meer informatie kijk op steden in Nederland en Duitsland: Koblenz, www.rheingold2013.com. Duisburg, Arnhem, Utrecht, Amsterdam, Rotterdam.
Onder deze wat vreemde titel wil ik u graag deelgenoot maken van onze bijzondere OperaLounge-bijeenkomst voor young professionals rondom de opera L’amour des trois oranges. In een prachtig gedecoreerde lounge op de entresol van het Muziektheater kwam in maart namelijk een zeer diverse groep jonge mensen samen om na te denken over de reis van hun leven, in letterlijke en figuurlijke zin. Zowel jonge juristen van CMS als medewerkers van De Nederlandse Opera hadden voor deze avond relaties uitgenodigd tussen de 30 en 40 jaar, wat een groep met een interessante mix van achtergronden opleverde: zestig young professionals afkomstig van banken, accountancykantoren, gemeenten, spoorwegen, de media, ontwerpbureaus, musea en andere culturele instellingen; allemaal op hun manier bezig met het vinden van hun weg in hun zakelijke en persoonlijke leven. Om dit thema in te leiden hadden wij Chris Zegers bereid gevonden om die avond te vertellen over de reis van zijn leven. Deze succesvolle acteur, presentator en muzikant, onder meer bekend van het reisprogramma 3 op Reis van BNN, studeerde economie, woonde en werkte in het buitenland en maakt reportages op de meest uiteenlopende plekken op aarde. Zijn reizen hebben hem veel geleerd over het leven en de invloed die je zelf hebt op het verloop daarvan.
In een wervelend verhaal met veel mooie anekdotes vertelde hij ons over de zeer uiteenlopende stappen in zijn carrière: van accountmanager kaas in Azië, profvoetballer in Singapore, (vroeger) stotterende TV-acteur, zanger in een rockband met zijn moeder als grootste fan, tot presentator van reisprogramma’s en acteur in uiteenlopende films. Hoewel een aantal stappen in zijn loopbaan volgens Chris ook te maken hadden met puur geluk, gaf hij ons mee dat je vooral zelf aan zet bent. Een factor van groot belang daarbij is onbevangenheid. Wanneer je de kansen die op je pad komen vooral bekijkt vanuit beperkingen in plaats van vanuit mogelijkheden, beperk je op voorhand je kansen op (meer) geluk. Dit geluk kun je zowel in je zakelijke als in je persoonlijke leven vinden, of in de ultieme situatie in allebei. Vaak is er echter meer aandacht voor de zakelijke kant van een persoon. Zo is de eerste vraag bij een ontmoeting vaak “Wat doe je?” en niet “Wie ben je?” Mooi om te zien dat de aanwezigen na zijn verhaal elkaar juist die laatste vraag stelden en meer vanuit de gedachte van de persoon achter de baan kennismaakten. Dit leverde zeer geanimeerde gesprekken op. Dat de prins uit L’amour des trois oranges uiteindelijk ook zijn eigen pad volgde en onbevangen zijn geluk vond bij een prinses die geboren werd uit een sinaasappel, paste goed bij het thema. Ik hoop dan ook dat de aanwezige
young professionals van deze OperaLoungeavond hebben genoten en dat wij hun ‘food for thought’ hebben meegegeven voor de reis van hun leven.
Dolf Segaar Managing Partner
22
Prijs, prijs mijn macht, schoonheid is de spiegel van de geest. (Stem van Apollo)
De Duitse schrijver Gustav von Aschenbach wordt steeds meer gekweld door twijfels over zijn kunst en reist af naar Venetië in de hoop daar inspiratie op te doen. Hier raakt hij totaal in de ban van Tadzio, een beeldschone jongen van Poolse afkomst. In hem
ontdekt hij de pure en perfecte schoonheid waar hij zijn hele leven naar heeft gezocht. Zelfs wanneer Venetië wordt getroffen door een cholera-epidemie, beslist Aschenbach om daar te blijven, om maar dicht bij Tadzio te kunnen zijn.
Benjamin Britten 1913-1976 wo 3 jul 2013 première
19.30 uur
vr 5 jul zo 7 jul
19.30 uur 13.30 uur
Het Muziektheater Amsterdam Kaartverkoop is reeds begonnen. Bij het ter perse gaan van deze Odeon zijn er nog kaarten verkrijgbaar. Bel het Kassa-bespreekbureau: 020-625 5455 Online reserveren: www.dno.nl Inleidingen door Chris Engeler Plaats: Muziektheater (foyer 2de balkon) Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere voorstelling, dus 18.45 uur (avond)/12.45 uur (matinee) Lengte: ± 30 minuten Toegang: gratis op vertoon van een plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag Met steun van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera Dinerbuffetten Bij de avondvoorstellingen van Death in Venice kunt u genieten van een dinerbuffet in de foyer van het Muziektheater. Zo bent u gegarandeerd op tijd voor de opera. Reserveren: 020-625 5455 of via www.muziektheater.nl/kaarten.
Death in Venice An Opera in Two Acts, op. 88 libretto Myfanwy Piper gezelschap ENO Chorus and Technical/Production team muzikale leiding Edward Gardner regie Deborah Warner decor Tom Pye kostuums Chloe Obolensky licht Jean Kalman choreografie Kim Brandstrup Gustav von Aschenbach John Graham-Hall The Traveller/The Elderly Fop/ The Old Gondolier/The Hotel Manager/ The Hotel Barber/The Leader of the Players/ The Voice of Dionysus Andrew Shore The Voice of Apollo Tim Mead Rotterdams Philharmonisch Orkest Productie van English National Opera 2007 Coproductie met de Brusselse Muntschouwburg De voorstelling duurt circa 2 uur en 50 minuten. Er is 1 pauze. De opera wordt in het Engels gezongen, Nederlands en Engels boventiteld.
Scènes uit Death in Venice (Foto’s: Johan Jacobs)
Het operaboek Death in Venice is verkrijgbaar in het Muziekt heater. Daarin staan onder meer een uitgebreide synopsis en het libretto in het Engels en het Nederlands. De prijs is 8.
Het Muziektheater Amsterdam presenteert
Death in Venice
23
Achtergrond Death in Venice
24
25 Death in Venice (Foto: Johan Jacobs)
Frits Vliegenthart
Brittens laatste opera
Benjamin Britten en Peter Pears
Bij de titel Death in Venice zullen meer mensen denken aan de beroemde film van Luchino Visconti dan aan de laatste opera van Benjamin Britten. Voor beide meesterwerken, die onafhankelijk van elkaar tot stand kwamen, vormde Thomas Manns novelle Der Tod in Venedig het gegeven. ‘Ik hoopte vurig dat ik dit stuk nog zou kunnen afmaken voordat er iets gebeurde. Het zou waarschijnlijk de laatste grote operarol voor Peter [Pears] zijn. Al een hele tijd had ik over deze opera nagedacht en het project was al eens uitgesteld. Ik moest nu flink doorwerken.’ Aldus Benjamin Britten, terugblikkend naar de jaren 1971-1973, in een interview voor The Times (30 december ’74). Britten leed aan een ernstige hartkwaal, die uiteindelijk zijn dood zou betekenen. Zozeer was hij echter gebrand op het voltooien van de opera in kwestie, Death in Venice, dat hij een operatie, die in de herfst van ’72 al dringend noodzakelijk was, doorschoof tot na het voltooien van de partituur, voorjaar ’73. Tijdens de ingreep, die maar liefst zes uur duurde, kreeg de componist een lichte beroerte, waarna hij zijn rechterhand niet meer goed kon gebruiken. Pianospelen behoorde definitief tot het verleden en slechts met de grootste moeite kon hij nog zelf muziek noteren. Hoewel Britten op 1 juni uit het ziekenhuis werd ontslagen, was hij nog veel te zwak om op de 16de de wereldpremière van Death in Venice tijdens het Aldeburgh Festival bij te wonen. Het eerste wat hij daarvan meekreeg, was een live via de radio uitgezonden voorstelling op 22 juni. Pas tijdens een min of meer besloten uitvoering – net als de wereldpremière in de voormalige moutverwerkingsfabriek The Maltings in Snape – kon hij op 12 september zijn stuk zien worden opgevoerd. Later die maand was hij aanwezig toen Death in Venice in Royal Opera House Covent Garden werd gepresenteerd. Groot geluk putte Britten uit de lof die Peter Pears, zijn levensgezel, kreeg voor de vertolking van de hoofdrol, die speciaal voor diens stem was geschreven.
Een stevige uitdaging
Hoe was Britten eigenlijk op het idee gekomen om de novelle Der Tod in Venedig van Thomas Mann als basis te gebruiken voor een opera? In ieder geval niet, zoals vaak wordt beweerd, door Luchino Visconti’s beroemde film uit 1971, want de componist liep, naar eigen zeggen, al eerder rond met plannen in die richting. Eerder een ongelukkig toeval dus, temeer omdat in de film de mooie beelden van Venetië volmaakt samengaan met de prachtige muziek van Gustav Mahler, op wie Visconti zijn hoofdpersoon – subliem gespeeld door Dirk Bogarde – heeft geënt: ‘Ik denk dat dit Manns werkelijke bedoeling was, er zijn duidelijke aanwijzingen voor,’ aldus de geniale regisseur. De voornaam is wellicht zo’n aanwijzing en ook het feit dat Mahler in 1911 was gestorven; de novelle ontstond in de jaren 1911-1912. Hoe dan ook, hier lag een stevige uitdaging voor iemand die hetzelfde gegeven tot een opera wilde bewerken. In Manns verhaal staat Gustav von Aschenbach centraal, een schrijver van
middelbare leeftijd die zich in een artistieke crisis bevindt. Aangemoedigd door een mysterieuze reiziger vertrekt hij uit München naar Venetië om daar inspiratie op te doen. Aldaar raakt hij in de ban van een mooie Poolse knaap, Tadzio, die voor hem de personificatie van de Schoonheid is. Ondanks de gevaren van een cholera-epidemie blijft Aschenbach in Venetië, waar hij aan die ziekte zal sterven met een laatste beeld van Tadzio op zijn netvlies. Naar Manns eigen zeggen was de novelle grotendeels gebaseerd op echte gebeurtenissen uit zijn eigen leven, terwijl hij zich gewoonlijk liever achter anderen verschool: ‘Niets is verzonnen: de reiziger op het Noorderkerkhof in München, het sombere schip vanuit Pola, de oude fat, de onbetrouwbare gondelier, Tadzio en zijn familie, het door verwarring met de bagage verhinderde vertrek, de cholera, de openhartige medewerker van het reisbureau, de onheilspellende straatzanger.’ Hoewel Mann zijn homoseksualiteit nooit zelf naar buiten bracht, gaf hij zich voor wie hem beter ken-
den ongewild bloot door de voor zijn doen opvallend liefdevolle manier waarop hij Tadzio schilderde. Door de ironische en nuchtere manier van vertellen in de derde persoon nam Mann echter enige afstand ten opzichte van zijn Aschenbach.
Personificatie
Bij Britten was het omgekeerde het geval: hij identificeerde zich duidelijk in sterke mate met de naar inspiratie zoekende kunstenaar en met de man. Terwijl Mann bij het schrijven van zijn novelle nog maar 36 jaar was, lag Brittens leeftijd veel dichter bij die van Aschenbach, een vijftiger. Britten woonde openlijk samen met de tenor Peter Pears, geenszins vanzelfsprekend in die tijd. In opera’s als Albert Herring, A Midsummer Night’s Dream, Peter Grimes, Billy Budd en The Turn of the Screw wordt homoseksualiteit, respectievelijk pederastie, wel aangeduid maar niet met zoveel woorden benoemd. In de novelle, de film en de opera moet Aschenbach, die eerder niet in staat was tot zelfkennis en daardoor als kunstenaar
vastliep, wel bekennen dat hij van de jongen houdt. Zoals gezegd is Tadzio – althans in eerste instantie – met zijn al schoonheid een personificatie, geen lustobject maar een symbool. Pas later (in de opera aan het eind van Akte I) geeft Aschenbach aan zichzelf toe dat hij de knaap fysiek begeert: de apollinische kant van de kunstenaar wordt dan verdrongen door het dionysisch-erotische, dat hij tot dusver diep had weggestopt.
om aan te geven dat de kunstenaar zijn gevoel voor richting is kwijtgeraakt. Zijn recitatieven, waarin hij voornamelijk tot zichzelf spreekt, worden begeleid door een piano. Aschenbachs alter ego’s, die zijn meer duistere, dionysische kanten vertegenwoordigen, worden alle gezongen door één bariton: The Traveller, The Elderly Fop, The Hotel Manager, The Hotel Barber, The Leader of The Players, en The Voice of Dionysus. Apollo heeft daarentegen de stem van een countertenor, wat goed past Fijnzinnige vondst bij het verheven, onaardse karakter van de De librettiste Myfanwy Piper, met wie god. Britten ook The Turn of the Screw en Owen Het was een fijnzinnige vondst van Britten Wingrave had gemaakt, reageerde niet meteen enthousiast op het voorstel: ‘Het eerste om de onbereikbare Tadzio juist níét te laten wat ik dacht toen ik over dit onderwerp hoor- zingen maar deze in de persoon van een danser ten tonele te voeren. Muzikaal krijgt de, was dat het onmogelijk zou zijn, maar het tweede dat het toch zou moeten kunnen de jongeling zijn eigen kleur doordat slag– omdat Britten dat zei.’ Ze maakte zich werk, met name de vibrafoon, telkens gamevooral zorgen over de lange monologen en lanachtige motieven speelt wanneer hij het volgens haar ontoegankelijke proza. verschijnt. Dankzij transcripties door Piper bewerkte het verhaal tot een reeks de componist en ethnomusicoloog Colin van zeventien korte, in elkaar overvloeiende McPhee vond Britten al sinds 1939 inspiratie in muziek uit India, Japan en Indonesië. scènes, verdeeld over twee akten. In feite vormt het stuk één lange scena voor Aschen- Tijdens een reis naar Bali in de jaren ’50 maakte het horen van de gamelan in zijn bach, die de hele tijd op het toneel is. Britten deed in Death in Venice een aantal natuurlijke omgeving een onvergetelijke indruk op hem. Hij was gefascineerd door opmerkelijke dingen. Zo zijn de openingswoorden ‘My mind beats on...’ van de prota- de klankkleur en de vormen van de gamelanmuziek. Een resultaat daarvan was de gonist gezet op een twaalftoonsreeks, als
muziek voor het ballet The Prince of the Pagodas. Ook door middel van toonsoorten krijgen Aschenbach en Tadzio een eigen signatuur: voor de eerste (en voor Dionysus) is dat E-groot, voor de tweede (en voor Apollo) A-groot.
In het repertoire
Met zijn rijke gelaagdheid (realisme-psychologie-allegorie-mythologie) is Death in Venice zowel voor Benjamin Britten als voor zijn partner Peter Pears een stralende kroon op de carrière gebleken. Na de uitvoeringen in Engeland vond het indrukwekkende werk snel zijn weg naar (uiteraard!) Venetië, New York, Berlijn, Graz, Düsseldorf, Kassel, Kiel, München en Bern. Na Brittens dood nam de belangstelling tijdelijk af, maar sinds 1980 is de opera volop teruggekeerd in het repertoire, met voorstellingen in onder meer Adelaide, Genève, Glasgow, Antwerpen, Toronto, Glyndebourne, Tokio, Genua, Chicago, Buenos Aires, en in kleinere huizen in Duitsland en Oostenrijk. Het Muziektheater Amsterdam vertoont de enscenering die Deborah Warner in 2007 voor English National Opera maakte, een coproductie met de Brusselse Muntschouwburg.
26
Interview Death in Venice
27
Bart Boone
Deborah Warner zoekt schoonheid Wagner hier, Verdi daar, Wagner en Verdi everywaar! Geen enkel operahuis met enig fatsoen kan dit jaar hun jubileumdansen ontspringen. Maar bij het royaal fêteren van de twee operareuzen vergeet Het Muziektheater Amsterdam niet dat 2013 ook Benjamin Brittens honderdste geboortedag markeert. In juli prijkt daarom een reeds bestaande Death in Venice-productie van Deborah Warner (Dido and Aeneas bij DNO, 2009) op het Amsterdamse affiche, vol adembenemende visuele poëzie. Vloekt die esthetiek niet met de vuige passie van de held voor een knaap of zijn aftakeling in een door cholera geteisterd Venetië? ‘Onzin!’ meent de Britse ‘theatergoeroe’.
OperaFlirt-avonden 2013 - 2014 Armide (okt 2013), De speler (dec 2013), Lucia di Lammermoor (mrt/apr 2014), Faust (mei 2014), Falstaff (jun 2014)
Mijn eerste opera-ervaring… Wat was uw eerste opera? Toen ik elf jaar was, ging ik voor het eerst met mijn ouders naar de opera in de Stadsschouwburg Amsterdam. We bezochten La bohème van Puccini. Mijn ouders waren grote operaliefhebbers en omdat ik het erg leuk vond, namen ze me die week meteen nog een keer mee naar de opera Lohengrin van Wagner. Hoe heeft u het ervaren? Ik was meteen verkocht. Ik was voor het eerst in een schouwburg en vond het een volkomen nieuwe, en vooral overweldigende ervaring. Sindsdien heb ik een cultureel huwelijk gesloten met De Nederlandse Opera. Wat zijn uw lievelingscomponisten? Dat is moeilijk kiezen, maar als ik een selectie moet maken, kies ik voor Wagner, Strauss, Verdi, Puccini, Tsjaikovski en Janácˇek. Door een aantal van hun opera’s kan ik echt emotioneel geraakt worden. Voorbeelden van mijn favoriete opera’s zijn Die Frau ohne Schatten, Götterdämmerung, Elektra en Jenu˚fa.
Fred Lingen Artistiek adviseur DNO, tevens erelid van de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera
Waarom vindt u opera zo’n bijzondere kunstvorm? Opera is voor mij een totale podiumkunst die alle verschillende aspecten van theater tot een eenheid smeedt. Ik vind de partituur in een opera het belangrijkste element. Voor mij komt de enscenering op de tweede plaats. Maar als beide elementen samenkomen, beleef je opera op het hoogste niveau.
Affaire met de opera
Nicholas Payne was echter al in 1988 begonnen met hardnekkig bij Deborah Warner te zeuren dat ze de sprong naar de opera moest wagen. Slotsom? In 1993 deed ze Bergs Wozzeck bij Paynes Opera North in Leeds – maar alleen omdat ze bij KICK de basis van Bergs libretto al geregisseerd had, Büchners toneelstuk Woyzeck. Vanwaar toch Warners langdurig verzet tegen opera? Haar eerste hobbel was ‘de reeds presente schoonheid’. In iedere opera schuilt steeds de hand van een ‘regisseur’ die elk regiewerk vóór is: de componist. Anders dan acteurs in het gesproken theater beschikken zangers dankzij de muziek al tijdens de eerste repetities over een psychologisch, emotioneel of ritmisch patroon, wat, aldus Warner, ‘meteen een vorm van schoonheid present stelt’. Wat moest ze dááraan nog toevoegen? Verder vreesde ze dat zangers haar improvisatietechniek uit het gesproken theater niet
Deborah Warner (Foto: Paul Rogers)
Kom mee op een prikkelende ontdekkingsreis. Met OperaFlirt beleef je een exclusieve opera-avond. Maak kans op een van de veelgevraagde plaatsen die we voor dit bijzondere programma gereserveerd hebben. Samen met anderen geniet je van een unieke voorstelling.
Opera regisseren? Daar had Deborah Warner lange tijd geen zin in. De in 1959 in Oxford geboren regisseur mag anno 2013 een kleine twintig operaproducties op haar naam hebben staan, eerst focuste ze zich uitsluitend op toneel. Als twintiger stampte ze de KICK Theatre Company uit de grond. Pijlsnel werkte ze zich daar nationaal in de kijker met haar dwarse, soms omstreden blik op het repertoire. En zie: na zes jaar KICK stroomden er reeds regieopdrachten binnen van de twee beroemdste ensembles in Groot-Brittannië, de Royal Shakespeare Company (RSC) en het National Theatre (NT). Tot op heden maakt Warner daar nog geregeld furore. Mijlpaal 1? Shakespeares Titus Andronicus bij de RSC in 1988, waarna de Britse pers Warner naar eigen zeggen ‘zowat doodknuffelde als nieuwe theatergoeroe’. Bij de RSC vond ze ook een sister in arms in Fiona Shaw. Ruim twintig jaar al voedt de Ierse actrice Warners toneelwerk als een muze. Dat bleek onder meer tijdens het Holland Festival van 2009. Shaw schitterde toen als Winnie in het zonnig-komisch geregisseerde Happy Days van de wrange Beckett. Met Shaw brak Warner ook door in Europa. Haar vernuftige Shakespeare-lezing van Richard II voor het NT, met Shaw fascinerend genoeg in de titelrol, deed in 1996 namelijk ook de Salzburger Festspiele aan. Zo kon een massa internationale artistiek leiders haar bruisende regietalent beoordelen. Van toen af openden vele Europese theaters, festivals en operabazen een ware jacht op de in eigen land reeds gelauwerde regisseur.
zouden slikken. Niet ten onrechte, want na één week Wozzeck-repetities was de Britse de wanhoop nabij. ‘Godzijdank,’ grapte Payne droog, ‘was ik dat weekend het huis uit en waren er nog geen mobieltjes. Deborah kon dus het project niet afbellen en ’s maandags zette ze haar werkwijze dan maar koppig door.’ Mét overrompelend resultaat. Zo begon haar intrigerende – en vooral: blijvende – affaire met de opera. Warner leerde ‘de reeds presente schoonheid’ telkens om te smeden in ‘een nieuwe, heel eigen schoonheid’. Net als in het theater doet ze dit met dwarse lezingen die vaak verrassend nieuwe of actuele inhouden onthullen, zónder de waarheid van de originele opera te schaden. Ook het nemen van risico’s qua vorm en ruimte ondersteunt die schoonheid, die bij de toeschouwer de deur naar zijn gevoelswereld moet openen, eerder dan identificaties met de figuren uit te lokken. Ook de hobbel der personenregie nam Warner. Stilaan ervoer ze het patroon dat zangers fixeert als een veiligheid, waarin zangers – juist omdát het een comfort zone is – zichzelf kunnen verliezen om zich met hun verbeelding des te beter in hun rol in te leven. Recent stelde ze ook vast dat verse zangersgeneraties zich fysiek totáál willen engageren, wat het verschil tussen haar werk als toneel- en dat als operaregisseur zelfs opheft. En dat die opheffing dan weer kruisbestuivingen schiep, bewees haar recente theaterwerk, dat baadt in een operateske spektakelzucht. In 2009 typeerde Warner haar NT-regie van Brechts Mother Courage zelf als ‘een bont uitbundig rockconcert dat film, sound effects en muziek mixt, precies zoals een opera expressies mixt.’
Visueel glissando
Warner zoekt schoonheid? Ook in haar Death in Venice uit 2007 vond ze die. In interviews over deze productie voor English National Opera en de Brusselse Munt hamerde ze vurig op het feit dat de opera niet over seks of pedofilie gaat, maar over de dood: ‘Aschenbach wordt zich bewust van wat voorbij is, van zijn ouderdom. En in een poging om zich nu te richten op de essentials of life cultiveert hij een destructief verlangen naar zijn jongere ik, naar de wereld van de jeugd, die beide voorgoed voorbij zijn. Bovendien jaagt de artistiek verdwaalde schrijver op een muze, Tadzio. Deze knaap verbeeldt, naast de onschuld en de jeugd, de idéé van de perfecte schoonheid, níét haar fysieke belichaming. Het stuk is dus ook een essay over esthetische perfectie. En zo is Aschenbachs dood iets moois: wat heel zijn leven werd buitengesloten, wordt dan binnengelaten. Hij sterft in een staat van pure bliss, van inzicht, van rust in perfectie. Daarom moet deze roadmovie over de illusie van een herwonnen jeugd en de ideale schoonheid zélf mooi zijn.’ Die belofte hield ze. De staties in Aschenbachs innerlijke reis ontrolde ze in een fluïde keten van verbluffend mooie beelden. Zoals de operascènes zelf vloeien die naadloos in elkaar: een visueel glissando dat nooit Venetië zelf toont, maar het sonore landschap van de Dogenstad in Brittens muziek helpt op te roepen. Virtuoos is ook de personenregie. Wonderlijk legt die de thematische complexiteit van het meeslepend vertelde verhaal bloot. Een grootse seizoensafsluiter!
28
Interview Death in Venice
29
Hein van Eekert
CONCERTO uw specialist in opera,
www.concertomania.nl DNO abonnementhouders 10% korting in Concerto en de Plato winkels.
CONCERTO Utrechtsestraat 52-60 1017 VP Amsterdam 020-6235228 PLATO • Apeldoorn • Deventer • Enschede • Groningen • Leiden • Rotterdam • Utrecht • Zwolle
Amstelhoeck kunt u gewoonweg niet missen! Ons grand café bevindt zich namelijk op één van de mooiste plekjes van Amsterdam: op de hoek langs de Amstel, direct onder het stadhuis en pal naast het Muziektheater. Een bijzondere plek met enorm veel historie en een grote hoeveelheid dynamiek vandaag de dag. Bij Amstelhoeck kunt u heerlijk eten en drinken in een moderne, huiselijke sfeer. Met uitzicht op de gezellige Amstel en de prachtige Munttoren. Prima vertoeven dus!
ONTBIJTEN
LUNCHEN
DINEREN
BORRELEN
Bij DNO kennen we de Britse tenor John Graham-Hall van scherp getekende karakterrollen in Het sluwe vosje, Tosca en Le nozze di Figaro. Elders zong hij bijna alle hoofdrollen in opera’s van Benjamin Britten: een sensationele titelrol in Albert Herring en – zeer recent – Peter Grimes aan de Milanese Scala. We geven onze Aschenbach in Death in Venice alvast een monoloog in Odeon. ‘Zelfbewustzijn is voor mij de sleutel voor de hoofdrollen in de opera’s van Britten: exact weten wat je probleem is. Het geldt voor Albert Herring, voor kapitein Vere in Billy Budd en zeker ook voor Aschenbach in Death in Venice: ze zijn zich enorm bewust van hun problemen. Dat is hun tragedie. Neem bijvoorbeeld Peter Grimes: hij kan zichzelf niet stoppen bij het geweld dat hij gebruikt tegen de jongen die hij in dienst heeft. Hij beseft ook dat hij steeds meer de gewelddadige man wordt die de dorpelingen van hem maken. Albert Herring weet dat hij een idioot is: hij heeft geen succes bij de meisjes en hij kan zich niet losmaken van zijn moeder. Aschenbach kent zijn probleem ook en hij ziet het zelf als een heel groot probleem: het feit dat hij valt voor een jongen.’ ‘Death in Venice is een heel eigentijdse opera: we zijn tegenwoordig geobsedeerd door zelfontdekking, seksualiteit en dingen die vroeger niet besproken mochten worden. Deze opera gaat echter niet zozeer over homoseksualiteit, maar over het vinden van jezelf. Het wondermooie aan Aschenbach is daarbij dat zijn hele gedachtegang uitgespeeld wordt voor het publiek. Het is een perfecte partij. De pijn die door de perceptie van zijn problemen wordt veroorzaakt, wordt volledig opengelegd in zijn alleenspraken. Grappig genoeg klinkt het voeren van een intellectueel debat met jezelf of met het publiek als het saaiste schouwspel ter wereld, maar in werkelijkheid is het fascinerend. Benjamin Britten geeft al die monologen namelijk briljant weer: de muzikale inhoud lijkt heel klein, maar de motieven worden zo slim toegepast door Britten en de harmonieën werken zo mooi dat ze een fantastische illustratie zijn van wat er in Aschenbachs hoofd omgaat. Er zit geen noot te veel in deze opera, geen enkele vorm van opvulling. De taak van de vertolker van Aschenbach is dat je voldoende afstand neemt om het verhaal zich als vanzelf te laten ontvouwen. Tegelijkertijd moet je zo glashelder zijn binnen het karakter en binnen het drama, dat het publiek volledig meegesleept wordt. Ik wéét dat deze opera meeslepend is zolang je die connectie maar maakt met het publiek.’
scène: de muzikale begeleiding is heel miniem. Je hoort daarin het verschrikkelijke dat zich in Aschenbachs hoofd afspeelt: alles is zo stil en kleinschalig. Je komt de opera niet binnen met een grootse opening zoals in Verdi’s Otello of Strauss’ Der Rosenkavalier, waarin meteen een enorm muzikaal statement wordt gemaakt. Het tegengestelde gebeurt juist bij Death in Venice: die opera start vanuit de verstilling en bloeit later open.’ ‘Ik voel me bij het repeteren van de rol als artiest altijd een beetje schuldig. De andere zangers moeten in Deborah Warners prachtige productie heel hard werken. De complexiteit van het acteren en de karakterontwikkeling, juist ook binnen het koor en de kleinere solorollen, is enorm gedetailleerd. Zij zijn daar heel intens mee bezig. Het lijkt alsof Aschenbach alles overkomt in plaats van dat híj iets laat gebeuren, dus als vertolker van die rol haal je veel uit het werk van Vanuit de verstilling ‘De beginscène is in zekere zin de moeilijkal die andere rollen. De inzet van al die ste om te spelen. Op dat moment in de opera anderen vindt zijn resultaat in je eigen karakterisering. Ik ken geen werk waarvoor heb je te maken met iemand die lijdt aan writer’s block. Het is een ramp voor Aschen- dat zozeer geldt als voor Death in Venice. bach dat hij niet kan schrijven: niet alleen Het is een enorm privilege om dat mee te op professioneel gebied, maar ook financieel. mogen maken.’ Ik weet zelf als freelance artiest dat het een ‘Visueel is het een buitengewoon mooie catastrofe is als je ineens niet meer datgene productie: Venetië wordt voor je ogen opgekunt doen waarop je carrière gebouwd is of roepen. De belichting is zo adembenemend waarmee je je geld verdient. Aschenbachs dat je die stad echt op het podium voor je brein maakt overuren en daardoor wordt hij ziet en dat zal goed tot zijn recht komen op fysiek heel erg moe. Britten is briljant in die het brede toneel van het Muziektheater.
John Graham-Hall (Foto: Stu Williamson)
klassieke muziek en nog veel meer
Een heel eigentijdse opera
Deborah is een genie waar het gaat om het doordringen in de hoofden van de karakters. In psychologisch en dramatisch opzicht is het briljant. Ik klink nu als een luvvy [een Britse term voor pretentieuze, ons-kent-onsachtige acteur], maar ik meen echt wat ik zeg. Het is het hoogtepunt van mijn carrière en het is een stuk waar het publiek totaal in betrokken zal raken. En als dit níét het hoogtepunt van mijn carrière wordt, dan zal ik enorm teleurgesteld zijn...’
DESDEMONA toni morrison peter sellars rokia traoré
Vernieuwende opera gebaseerd op Les Liaisons Dangereuses, in een spectaculaire enscenering van Àlex Ollé (La Fura dels Baus). 1-2 juni, Westergasfabriek, Gashouder Taal: Engels met Nederlandse boventiteling
© Mark Allan / Barbican
luca francesconi heiner müller teatro alla scala
Toni Morrisons antwoord op Shakespeares Othello behandelt racisme, oorlog en onderdrukking. 11-13 juni, Muziekgebouw aan ’t IJ Taal: Engels en Bambara met Nederlandse boventiteling
Heiner Goebbels verkent het dreigende niemandsland van de puberteit. 25-26 juni, Westergasfabriek Zuiveringshal West Taal: diverse met Nederlandse boventiteling
Rob Zuidam © Karoly Effenberger
rob zuidam
Double bill van Rob Zuidam vol hoop, weemoed en devotie. Muziektheater in nieuwe regie van Pierre Audi.
INTERNATIONAAL
OPERA IN HET PARK: DIE MEISTERSINGER VON NÜRNBERG
TROPARION & SUSTER BERTKEN
18-19 juni, Muziekgebouw aan ’t IJ Taal: Oudnederlands en Oudgrieks met Nederlandse boventiteling
heiner goebbels vocal theatre carmina slovenica
richard wagner de nederlandse opera
Prix d’Amis 2012 Eerder dit jaar kende de Vereniging Vrienden van De Nederlandse Opera de Prix d’Amis 2012 toe. In de rubriek solisten was de winnares Olga Peretyatko voor haar vertolking van Fiorilla in Il turco in Italia (april 2012). Zij nam die met de volgende woorden in ontvangst: ‘Ik dank jullie heel hartelijk en ik ben er erg blij mee. Bij De Nederlandse Opera zing ik met veel plezier, want het is een van de beste operahuizen in Europa. Ze maken prachtige producties, waarvan ik er vier heb gezien, die grote indruk op mij maakten. En het publiek heeft veel kennis van zaken. Een grote eer om deze prijs te krijgen, dank dat jullie mij hebben uitgekozen.’ Glaskunstenaar Menno Jonker geeft als uitleg bij de trofee: ‘Olga Peretyatko in haar schitterende en kleurrijke vertolking van Fiorilla in Il turco in Italia gaf mij als inspiratie voor het ontwerp van de Prix d’Amis begrippen als “gelaagdheid, kleur, verleidelijkheid, projectie en reflectie”. Ik maakte er een soort flacon van: als van een exotisch bedwelmend parfum dat de mannen in het verhaal het hoofd op hol brengt.’ De verkiezing ‘beste productie’ is gewonnen door De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja (februari 2012). De goede ontvangst van deze productie was eerder aanleiding om er de omslag van het fotojaarboek 2011-2012 mee te sieren. (bron: Vrienden BULLETIN januari 2013)
Muziektheaterwinkel TRAGEDY OF A FRIENDSHIP jan fabre, moritz eggert vlaamse opera
Poëzie en muziek versmelten tot een muziekdramatische dialoog vol komische hoogtepunten. 20 juni: Live vertoning op groot scherm. Gratis entree. Die Meistersinger von Nürnberg 4-23 juni, , Het Muziektheater Amsterdam Taal: Duits met Nederlandse en Engelse boventiteling
31
Olga Peretyatko (Foto: Ing Yoe Tan, Vrienden van De Nederlandse Opera)
HOLLAND FESTIVAL
opening holland festival
WHEN THE MOUNTAIN CHANGED ITS CLOTHING
PODIUMKUNSTEN
QUARTETT
Jan Fabre verbeeldt vriendschap en vete tussen Wagner en Nietzsche in nieuwe opera. 15-16 juni, Stadsschouwburg Amsterdam Taal: Engels en Duits met Nederlandse boventiteling
VOLLEDIG PROGRAMMA & TICKETVERKOOP WWW.HOLLANDFESTIVAL.NL
Cd/dvd-aanbevelingen Die Meistersinger von Nürnberg
Cd/dvd-aanbevelingen Death in Venice
Cd/dvd-aanbevelingen Sunken Garden
Dvd Die Meistersinger von Nürnberg componist: Richard Wagner met Donald Mcintyre, Paul Frey, Helena Döse The Elizabethan Philharmonic Orchestra o.l.v. Charles Mackerras regie: Michael Hampe Arthaus € 29,95
Dvd Death in Venice componist: Benjamin Britten met Robert Tear, Alan Opie, Michael Chance, Gerald Finley London Sinfonietta, Glyndebourne Chorus o.l.v. Graeme Jenkins regie: Stephen Lawless, Martha Clarke Arthaus € 29,95
Cd Spaces of Blank, Mask & Imprint componist: Michel van der Aa met Christanne Stotijn, Gottfried von der Goltz KCO, Asko|Schönberg, Freiburger Barockorchester o.l.v. Ed Spanjaard, Otto Tausk Disquiet € 17,95
Cd Die Meistersinger von Nürnberg componist: Richard Wagner met Hannelore Bode, Kurt Rydl, Kurt Moll Wiener Philharmoniker o.l.v. Georg Solti Decca € 49,95
Cd Death in Venice componist: Benjamin Britten met Philip Langridge, Michael Chance City of London Sinfonia, BBC Singers o.l.v. Richard Hickox Chandos € 29,95
Dvd One (chamber opera for soprano) componist: Michel van der Aa met Barbara Hannigan o.l.v. Carlo Rizzi regie: Michel van der Aa Disquiet € 17,95
Bovenstaande cd’s en dvd’s zijn verkrijgbaar in de Muziektheaterwinkel en bij alle vestigingen van Concerto/Plato. Op vertoon van hun abonnementskaart krijgen DNO-abonnees 10% korting bij Concerto/Plato en in de Muziektheaterwinkel. Alle prijzen zijn onder voorbehoud.
32
33
Pierre Audi ontvangt Amsterdam Cultural Business Award 2013
Wereldsterren in de Grote Zaal Rolando Villazón tenor
Pierre Audi heeft de Amsterdam Cultural Business Award 2013 ontvangen. De prijs werd op donderdagavond 28 maart uitgereikt tijdens het vierde Business Award Gala in Grand Hotel Krasnapolsky. Pierre Audi is sinds 1988 artistiek directeur van De Nederlandse Opera. Sinds 2004 vervult hij deze functie tevens bij het Holland Festival. De jury sprak haar waardering uit voor de energie en de toewijding waarmee Audi De Nederlandse Opera heeft laten uitgroeien tot één van de meest toonaangevende operahuizen van Europa.
hommage aan Verdi
i.s.m. Universal Arts & Entertainment
Angela Gheorghiu sopraan
di 24 sept
aria’s van o.a. Mozart, Massenet en Puccini
i.s.m. Universal Arts & Entertainment
ma 11 nov
Joyce DiDonato mezzosopraan
Uit het juryrapport: ‘Audi zoekt de artistieke grenzen op […] Als echte ondernemer en inspirerend leider is hij een voorbeeld voor toekomstige generaties.’
aria’s van o.a. Händel, Cesti en Porta
vr 22 nov
Pierre Audi (Foto Monique Kooijmans)
wo 12 juni
Cecilia Bartoli mezzosopraan
Gluck en de Weense Klassieken
Bestel op concertgebouw.nl foto: Ronald Knapp
Alles klinkt mooier in Het Concertgebouw Al 125 jaar
Els van der Plas, algemeen directeur Het Muziektheater Amsterdam: ‘Namens de gefuseerde stichting van De Nederlandse Opera, Het Nationale Ballet en Het Muziektheater Amsterdam ben ik zeer trots dat Pierre Audi deze prijs heeft ontvangen. Het verheugt ons dat zijn 25 jaar lange inspanningen voor De Nederlandse
Opera ook door het bedrijfsleven worden gewaardeerd.’ Met de Amsterdam Cultural Business Award onderstreept organisator MeerBusiness het belang van culturele organisaties en ondernemers die zonder winstoogmerk bijdragen aan de positieve
uitstraling van de stad. Vorig jaar ging de prijs naar Ivo van Hove van Toneelgroep Amsterdam. Meer informatie is te vinden op: www.amsterdambusinessaward.nl
operaoplocatie.nl | 033 2020929
20 juni - 13 juli
op Fort Rijnauwen Zowel voor als na de voorstelling serveren wij speciaal voor u het theatermenu a € 32,50. U bent uiteraard ook van harte welkom voor de lunch. Tegen inlevering van deze advertentie ontvangt u één glas bubbels in combinatie met het theater menu. Één glas per persoon. Geldig tot 31-3-2013. in samenwerking met
Openingstijden keuken: Lunch: maandag t/m vrijdag van 12.00 - 15.00 uur zondag vanaf 13.00 uur. | Diner: zondag t/m woensdag van 17.30 - 23.30 uur donderdag t/m zaterdag van 17.30 - 24.00 uur. Brasserie FLO Amsterdam | Amstelstraat 9, 1017 DA Amsterdam | Tel.: +31 (0)20 890 4757 | Mail: info@floamsterdam.nl | www.floamsterdam.nl FLO-theatermenu-odeon-april.indd FLO-theatermenu-odeon-17okt.indd 11
24-04-13 18-10-12 15:05 11:19
BB2013 odeon advert.indd 1
12/04/13 11:53
34
35
Algemene informatie
Persstemmen
Prijzen losse kaarten
Seizoen 2012-2013 Stadsschouwburg Amsterdam, Rabozaal (Foto: Marco Borggreve)
(Foto: Marco Borggreve)
(Foto: Hans van den Bogaard)
Sunken Garden
standaard studenten/ CJP
1ste rang 60 2de rang 50
17,50 17,50
Seizoen 2012-2013 Het Muziektheater Amsterdam
Studentenkorting
Die Meistersinger von Nürnberg
L’amour des trois oranges In het rijk der regisseurs is de Fransman Laurent Pelly koning. Zonder zware concepten of onbegrijpelijke verdraaiingen van het origineel weet Pelly met moderne middelen steeds een voor het oog heerlijke en tegelijkertijd boeiende wereld te herscheppen. L’amour des trois oranges overtuigt wederom moeiteloos. In het rijk der aanstormende dirigenten is de Tsjech Tomásˇ Netopil een opvallende kroonprins. Met het fantastisch spelende Residentie Orkest raast hij heerlijk koel en precies door de partituur en pareert daar in de bak met gemak de scenische wervelwinden op het toneel. Er zijn nog genoeg kaarten: ga dus kijken! ****
Die Walküre Het blijft indrukwekkend: de tegenstelling tussen de mythische dimensies van het decor en de fysieke nabijheid van de goden, Walküren en mensen op het podium van het Amsterdamse Muziektheater. De warmste noten zijn voor Christopher Ventris (Siegmund). Aan het einde van de avond, na vijf uur spanning en immense muzikale prestaties, breekt de aarde open. Uit een wolk van stoom schuiven kolossale plexiglasblokken het speelvlak op. Siegfried kondigt zich aan, de zoon van Siegmund en Sieglinde, naamgever van de aflevering van Der Ring des Nibelungen waarmee eind augustus de cyclus wordt vervolgd. ****
Peter van der Lint, Trouw
Biëlla Luttmer, de Volkskrant
(4 maart 2013)
(22 april 2013)
Die Walküre is dankzij de grandioze muziek en de personenregie een hoogtepunt in Audi’s visie op Wagners tetralogie. Geweldig is dat de zangers, door de ver in de zaal reikende houten cirkel, vaak heel dicht op het publiek zingen en acteren. Heel goed is de Sieglinde van Catherine Naglestad, in de smachtende duetten met haar tweelingbroer Siegmund overtuigend terzijde gestaan door Christopher Ventris als Siegmund. Günther Groissböck was sterk als een zeer enge Hunding. Het Nederlands Philharmonisch Orkest speelde onder Hartmut Haenchen weer vervoerend. **** Erik Voermans, Het Parool (22 april 2013)
Deze recensies zijn ingekort. Zie ook www.dno.nl/archief
maandag tot en met donderdag
vrijdag t/m zondag| feestdagen
standaard CJP/ standaard Stadspas
CJP/ Stadspas
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang 5de rang• 6de rang 7de rang• 8ste rang
130 105 90 80 65 50 40 25
130 105 90 75 60 45 30 15
120 95 80 70 55 40 30 15
140 115 100 85 70 55 40 25
Death in Venice
maandag tot en met donderdag
standaard
CJP/ standaard Stadspas
CJP/ Stadspas
1ste rang 2de rang 3de rang 4de rang 5de rang• 6de rang 7de rang• 8ste rang
105 85 65 50 40 30 20 15
105 85 65 55 40 30 20 15
95 75 55 45 35 25 15 15
vrijdag t/m zondag| feestdagen
115 95 75 60 45 35 25 15
Verkoop kaarten
Precies drie maanden vóór de première van een productie gaan alle voors tellingen daarvan in de verkoop. U kunt kaarten kopen: – online via www.dno.nl; – bij het Kassa-bespreekbureau van Het Muziektheater Amsterdam: Amstel 3, Amsterdam, 020-625 5455. Openingstijden: maandag t/m vrijdag 12:00-18:00 of aanvang voorstelling; zaterdag, zon- en feestdagen 12:00-15:00 of aanvang voorstelling; zon- en feestdagen zonder voorstelling gesloten.
Voor niet-uitverkochte voorstellingen kunnen studenten vanaf anderhalf uur voor aanvang op vertoon van een geldige college-/studentenkaart voor 15 een plaatskaart aan de kassa kopen.
Openbaar vervoer
Vanaf Amsterdam Centraal Station of Amsterdam Amstel brengen metro’s 53 en 54 en sneltram 51 u naar het Waterlooplein. Tot en met 21 juni is het Muziektheater (halte Waterlooplein) niet te bereiken met de tram. De dichtstbijzijnde halte is die van een omgeleide lijn 9 op het Muntplein.
Parkeren bij het Muziektheater
Onder het Muziektheater bevindt zich de parkeergarage ‘Het Muziektheater’. Deze is echter vaak al vroeg vol. Andere parkeergarages in de buurt: ‘Waterlooplein’ aan de Valkenburgerstraat en ‘Markenhoven’ tegenover politiebureau IJtunnel.
Uitverkocht?
Bij uitverkochte voorstell ingen kunt u vanaf een uur vóór aanvang een volgnummer afhalen bij het Kassa-bespreekbureau. Vanaf een halfuur vóór aanvang worden niet-afgehaalde kaarten te koop aangeboden. Per volgnummer kunt u maximaal twee kaarten voor de betref fende voorstelling kopen.
Boventiteling
De voorstellingen van DNO worden Nederlands en Engels boventiteld. Plaatsen in de 5de en 7de rang in het Muziektheater bieden echter geen zicht op de boventiteling. Wilt u verzekerd zijn van zicht op de boventiteling, informeer dan bij het Kassa-bespreekbureau.
• Plaatsen die geen zicht op de boventiteling bieden
International Opera Award 2012
Namens De Nederlandse Opera nam directeur Pierre Audi de International Opera Award voor beste nieuwe productie op maandagavond 22 april in ontvangst tijdens de feestelijke uitreikingsceremonie in het Londense Hilton Park Lane Hotel. Pierre Audi: ‘Het is geweldig dat De Nederlandse Opera deze belangrijke prijs heeft ontvangen, temeer omdat de concurrentie in deze categorie zeer sterk was. Ons koor
was bovendien genomineerd in de categorie beste operakoor. Ik ben enorm trots op alle medewerkers die van De legende van Kitesj zo’n groot succes hebben gemaakt. Het vormt de bevestiging dat ons operagezelschap en ons koor tot de absolute wereldtop behoren.’ De International Opera Award voor beste nieuwe opera van 2012 ging naar George Benjamins opera Written on Skin, waarvan De Nederlandse Opera coproducent is. Na de wereldpremière in Aix-en-Provence was Written on Skin in oktober 2012 te zien bij De Nederlandse Opera. De International Opera Awards, de ‘Oscars’ van de operawereld, zijn een initiatief van John Allison, hoofdredacteur van het Engelse magazine Opera. De internationale jury bestaat uit onder anderen Peter Alward (voormalig CEO van EMI Classics en sinds 2010 intendant van de Salzburger Osterfestspiele), Joan Matabosch (voorzitter van koepelorganisatie Opera Europa), Dame
Kitesj (Foto: Monika Rittershaus)
De Nederlandse Opera is tijdens de uitreiking van de prestigieuze International Opera Awards in de prijzen gevallen. De Award voor beste nieuwe productie werd toegekend aan De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja van de Russische componist Rimski-Korsakov. De Nederlandse Opera is coproducent van deze opera en presenteerde de première in februari 2012 in het Muziektheater. Dmitri Tcherniakov tekende voor de regie. Hij ontving bovendien de International Opera Award voor beste regisseur.
Anne Evans (Wagner-sopraan) en Guus Mostart (voormalig intendant van de Nationale Reisopera). Andere prijswinnaars zijn onder meer Jonas Kaufman (beste zanger), Nina Stemme (beste zangeres), Antonio Pappano (beste dirigent) en Oper Frankfurt (beste operagezelschap).
Colofon
Odeon Magazine van De Nederlandse Opera Nummer 89 jun / jul 2013 ISBN: 0926 - 0684 Oplage 25.000 exemplaren Odeon is een uitgave van De Nederlandse Opera Afdeling Communicatie Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam. telefoon 020 - 551 8922 e-mail
[email protected] advertenties 020 - 551 8953 abonnementen 020 - 625 5455 internet www.dno.nl
Hoofdredactie
Sandra Eikelenboom Eindredactie, vertalingen en plotteksten
Frits Vliegenthart Bijdragen
Klaus Bertisch, Bart Boone, Piet De Volder, Hein van Eekert, Paul Haenen, Michel Khalifa, Kasper van Kooten, Eric Korsten, Dolf Segaar en Frits Vliegenthart Ontwerp en omslag
Lex Reitsma Opmaak
Bibi de Bruijn Productie en advertenties
Marjolijn Vis, Sander van der Duin, Salwa Jabli Lithografie
Odeon is gratis verkrijgbaar in het Muziektheater.
Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
MediaTraffic Press, Amsterdam Druk
SDA Print+Media
Alle nominaties en prijswinnaars zijn te vinden op www.operaawards.org.
Odeon 90 verschijnt op 27 augustus 2013
Abonnementhouders van De Nederlandse Opera krijgen Odeon gratis thuisgestuurd. Wilt u Odeon ook ontvangen? Voor 15 ontvangt u alle vier nummers van het betreffende seizoen thuis. Losse nummers kosten 4 incl. porto per stuk. Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie linkerkolom.
CMS_LawTax_CMYK_from101.eps
CMS EuropEan M&a STudy 2013
—
—
—
1,700 deals analyzed Insight into deal points in M&A contracts Comparison across Europe and the US
—
Market trends
—
Sector statistics
For more information, please contact: Roman Tarlavski, partner Corporate, T +31 20 3016 312,
[email protected].
Aberdeen | Algiers | Amsterdam | Antwerp | Barcelona | Beijing | Belgrade | Berlin | Bratislava | Bristol | Brussels | Bucharest | Budapest | Casablanca | Cologne | Dresden | Duesseldorf | Dubai | Edinburgh | Frankfurt | Hamburg | Kyiv | Leipzig | Lisbon | Ljubljana | London | Luxembourg | Lyon | Madrid | Milan | Moscow | Munich | Paris | Prague | Rio de Janeiro | Rome | Sarajevo | Seville | Shanghai | Sofia | Strasbourg | Stuttgart | Tirana | Utrecht | Vienna | Warsaw | Zagreb | Zurich
www.cms-dsb.com