obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Inhoud Voorwoord De belangrijke elementen van de Bijlooschool
3
Hoofdstuk 1. De school 1.1 Adres 1.2 Het schoolbestuur 1.3 Toelichting op de naam
11
Hoofdstuk 2. Hier staan en gaan wij voor. 2.1 Identiteit 2.2 Uitgangspunten van de school 2.3.1 Afspraken 2.3.2 Algemene schoolregels 2.4 Doelstellingen van de school 2.5 Kerndoelen 2.6 Voor- en vroegschoolse educatie 2.7 De Plusklas 2.8 Het onderwijs in de groepen 1 – 2 2.8.1 Het onderwijs in de groepen 3 – 4 2.8.2. Het onderwijs in de groepen 5 t/m 8
13
Hoofdstuk 3. Praktische zaken 3.1 Het schoolteam 3.2 Uw kind: uw en onze zorg 3.3. Jaarplanning 3.4 Verschillen bij kinderen 3.5.1 Als het te moeilijk wordt 3.5.2 Als het makkelijk gaat 3.6 Vakken en methoden 3.7 Huiswerk 3.8 Toolbox 3.9 Als de juf of meester ziek is 3.10 Externe leerkrachten
25
Hoofdstuk 4. Onze zorg voor uw kind 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen 4.2 Het volgen van het kind 4.3 Hoe wordt u geïnformeerd? 4.4 Als het dreigt mis te gaan 4.5 ZAT ( Zorg Advies Team ) of MDO ( Multi Disciplinair Overleg ) 4.5.1 WSNS ( Weer Samen Naar School ) 4.5.2 Commissie Leerlingenzorg en PCL 4.5.3 Rugzakleerlingen 4.6 Schorsen of verwijderen 4.7 Centrum voor Jeugd en Gezin ( CJG ) 4.8 Medicijnverstrekking op school 4.9 SMW ( Schoolmaatschappelijk werk ) 4.10 SISA ( Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak ) 4.11 Meldcode 4.12 PGN ( Persoonsgebonden nummer ) 4.13 Ziek zijn en onderwijs
33
Hoofdstuk 5. De leerkrachten 5.1 Fulltimers en parttimers 5.2 Vervanging van leerkrachten
49
1
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes 5.3 Scholing van leerkrachten 5.4 Stagiaires Hoofdstuk 6. De ouders 6.1 Zo denken de ouders over onze school 6.2 Contacten met ouders 6.3 Ouderhulp 6.4 Ouderbijdrage 6.5.1 Medezeggenschapsraad 6.5.2. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 6.6. Sponsoring 6.7 Wat te doen als u ontevreden bent 6.7.1 Klachtenregeling 6.8 Wet bescherming persoonsgegevens 6.9 School en echtscheiding 6.10 Gedragsprotocol 6.11 Protocol computergebruik 6.12 Ontruimingsplan en veiligheid 6.13 Foto’s en video 6.14 Kledingvoorschriften 6.15 Website
51
Hoofdstuk 7. De kinderen 7.1 Zo denken de kinderen over de school 7.2 Opvang voor, tussen en na school en toegestane etenswaren 7.3 Schoolverzekering 7.4 Bijzondere activiteiten 7.5 Schoolreis 7.6 Onderwijs buiten school 7.7. Naschoolse activiteiten 7.8 Gevonden voorwerpen
74
Hoofdstuk 8. Relatie school en de omgeving 8.1 Relatie school en de omgeving 8.2 De 10 vanzelfsprekendheden
83
Hoofdstuk 9. De resultaten van het onderwijs. 9.1 Na groep 8 9.2 OKR ( Het Onderwijskundig Rapport ) 9.3 De leeropbrengsten
85
Hoofdstuk 10. Schooltijden, vakanties en praktische mededelingen 10.1 Schooltijden 10.2 Vakanties en vrije dagen 10.3 Verlofregeling voor kinderen 10.4 Schoolmelk 10.5 Schoolfotograaf 10.6 Hoofdluis 10.7 Schooltandarts
87
2
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
Voorwoord De basisschool is een belangrijk stukje van je leven. Voor de kinderen, maar ook voor u. In de loop van de jaren vertrouwt u uw kind zo’n kleine 8000 uur toe aan de zorg van de juffen en de meesters van de basisschool. Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een basisschool kies je dan ook met de grootste zorg. Om u hierbij behulpzaam te zijn, heeft de Jan Antonie Bijloo school een gids geschreven. De schoolgids heeft een aantal functies: -Er worden een aantal praktische zaken vermeld zoals: schooltijden / vakantiedata /huishoudelijke regels -Daarnaast een eigen verhaal van de school over de gehanteerde normen en waarden, de gewenste sfeer op school en de identiteit. -Tenslotte moet de gids objectieve resultaten bevatten over de schoolprestaties. Met andere woorden, hoe zien de leerresultaten eruit en naar welk type vervolgonderwijs stromen de leerlingen door. Deze gids is bedoeld voor ouders, die nu kinderen op school hebben en voor toekomstige ouders. Aan de huidige ouders leggen we op deze wijze verantwoording af over onze manier van werken en de behaalde resultaten. Aan de nieuwe ouders leggen we uit, wat zij mogen verwachten, als hun kind een leerling van onze school wordt. De schoolgids is tevens een officieel document. Externe instanties, zoals de onderwijsinspectie gebruiken de gids eveneens als een nadere kennismaking met de school. Om u als ouder en/of belangstellende snel een indruk te geven van de belangrijke elementen van onze school, geven we in het begin van deze gids in het kort aan wat deze elementen zijn. Zo heeft u snel een eerste indruk van de obs Jan Antonie Bijloo en kunt u verder in de gids de uitgebreide informatie vinden. We hopen dat u onze gids met plezier zult lezen. Vanzelfsprekend staan we open voor suggesties en bent u natuurlijk ook altijd welkom voor een toelichting en een persoonlijke kennismaking. Martin Vet Directeur
3
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
4
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
Om te beginnen willen we heel kernachtig zeggen waar het op onze school om draait.
De kinderen de mogelijkheid geven om zich naar eigen aard en in eigen tempo in een veilige en gezellige omgeving cognitief, creatief en sportief te ontplooien. De openbare basisschool Jan Antonie Bijloo heeft als doel uw kind in de ongeveer acht jaar dat ze bij ons zijn goed voor te bereiden op het vervolgonderwijs. U mag, nee sterker, u moet van ons eisen, dat we het maximale eruit zullen halen. Dat houdt in, dat we voor onze kinderen maatwerk moeten leveren en daar staan we dan ook garant voor. Zo bieden we uiteraard uitgebreide zorg in de groepen en is er speciale aandacht voor kinderen, die extra hulp kunnen gebruiken. Voor de kinderen, die meer aan kunnen, is er specialistisch verrijkingsmateriaal aangeschaft en voor onze meer- en hoogbegaafde kinderen zijn er plusklassen gevormd. Voor elk kind moet het onderwijs een uitdaging zijn, maar wel zo dat ze succes kunnen behalen en op deze manier hun zelfvertrouwen versterken. Uitgangspunten zijn: bevorderen van zelfstandigheid en verantwoordelijkheidsgevoel en het leren maken van keuzes. Tevens willen we tegemoet komen aan de behoefte aan uitdagingen, die een beroep doen op creativiteit en inzet. Openbare school ! We zijn een openbare basisschool. Dat betekent dat de school toegankelijk is voor ieder kind en dat de levensbeschouwelijke achtergrond ( bijv. wel of geen godsdienst ) of de culturele achtergrond geen rol speelt. Niet de verschillen staan centraal, maar het vinden van de gezamenlijke waarden is van belang.
Belangrijke elementen! Plusklas Tutoren Maatwerk Early Bird Verrijking Lekker Fit Leertijd uitbreiding Peuter Plus Klas Sportactiviteiten Erasmus universiteit
5
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
6
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Plusklassen Onze plusklassen, voor kinderen die wat meer aan kunnen, bestaan uit kinderen van groep 3 tot en met 8. Ze zijn verdeeld in onder- en bovenbouw plusklassen en zijn een dagdeel per week bijeen. Wij hebben gemerkt dat de kinderen het geweldig vinden om in de plusklassen met gelijk gestemde kinderen actief te zijn. ( zie Plusklas 2.7 ) Van de kinderen, die de plusklassen bezoeken, wordt het programma in de groep ook aangepast. Zij kunnen vaak met minder leerstof toe en zijn meestal gebaat bij een zogenaamde TOP DOWN aanpak. Voor deze kinderen wordt eerst het doel vastgesteld en daarna pas de weg er naar toe. Dat bevordert hun motivatie en voorkomt onderpresteren. Met specifiek verrijkingsmateriaal en -mappen wordt voor kinderen maatwerk geleverd om zo hun creatieve denkvermogen verder te ontwikkelen.
PeuterPlusklas. Het team van de obs Jan Antonie Bijloo biedt naast zijn eigen plusklassen met hoog- en meerbegaafde leerlingen speciale begeleiding aan oudere peuters ( 3 + ) met een voorsprong in hun ontwikkeling. Peuters met een ontwikkelingsvoorsprong zien vaak tot hun verdriet de oudere peuters naar de basisschool vertrekken en begrijpen niet dat zij die stap nog niet mogen maken. Op deze manier komen we tegemoet aan hun behoefte. De teamleden zijn getraind door Slimpuls om deze kinderen te signaleren, programma’s voor hen op te zetten, ouders te adviseren en te ondersteunen bij de begeleiding. De Peuter Plus Klas vindt plaats op twee middagen op de basisschool en duurt van 11.45 uur tot 15.00 uur. De plaatsing geschiedt pas na overleg met de leidsters en de ouders. Er vindt dan een intake plaats op school en vervolgens gaan de kinderen bij een plaatsing eerst op proef meedraaien. De kinderen moeten ouder zijn dan drie jaar en tevens zindelijk Kinderen die al ingeschreven staan op de Bijloo hebben voorrang, maar de PeuterPlusklas is in principe voor alle kinderen, die aan de voorwaarden voldoen, toegankelijk. Aan de deelname zijn, dankzij het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam , geen kosten verbonden. Wel ligt de aansprakelijkheid bij de ouders en niet bij het schoolbestuur. Op onze site kunt u informatie vinden over jonge kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong.
Lekker Fit school Al een flink aantal jaren is de obs Jan Antonie Bijloo een school die zich richt op bewegen en gezond gedrag. Ooit èèn van de vier sportieve basisscholen in Rotterdam en dus een voorloper van de huidige Lekker Fit scholen met veel aandacht voor sport en motoriek. De kinderen vanaf groep 3 krijgen drie maal per week bewegingsonderwijs, waarbij de groepen 5 en 6 daarvan èèn bewegingsles doorbrengen in het zwembad. De kinderen in groep 1-2 krijgen dagelijks ruimte om hun motoriek verder te ontwikkelen, waarvan 2 x van een vakleerkracht. Met trots zien we dan ook oudleerlingen van ons bezig met hun sportloopbaan. Op turngebied zijn Jeffrey Wammes, Bart Deurloo en Marlies Rijken bekende namen in de sportwereld. Ook in de eerste elftallen bij Feyenoord en Excelsior zijn spelers te vinden, die bij ons op school hun sportcarrière zijn gestart.
7
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Early Bird ( Engelse les )
Vanaf hun vierde jaar ontvangen onze kinderen Engelse les. Een taal die steeds belangrijker wordt en ook voor verdere studie vaak van groot belang is. We zijn dan ook officieel een Early Bird school en zorgen ervoor dat de kinderen na acht jaar een goede kennis hebben van deze wereldtaal.
Erasmus universiteit. We nemen deel aan het wetenschapsknooppunt, een samenwerking met de Erasmus universiteit. Deze samenwerking is vooral gericht op onze meer- en hoogbegaafde leerlingen met bijv. het vak filosofie. Een andere belangrijke samenwerking met de universiteit is het onderzoek naar de beste leerstrategieën voor kinderen. Deze strategieën zijn gebundeld in een zogenaamde Toolbox en worden behalve op de Bijloo op zes andere Rotterdamse basisscholen toegepast en onderzocht. (zie Toolbox : 3.12 ) Tutoren Hier sluit ook onze samenwerking met de Hoge School Rotterdam op aan. Behalve reguliere studenten van de Pabo, hebben we ook tutoren van de Pabo in school. Deze derde jaars studenten zijn maar liefst drie dagen per week bij ons en werken een aantal dagdelen in een 1 op 1 situatie met onze kinderen om bijv. hun woordenschat uit te breiden en het belangrijke onderdeel begrijpend lezen te versterken. Op deze manier doen de studenten een belangrijk deel van hun opleiding bij ons op school i.p.v. op de Pabo.
Leertijdverlenging In het kader van beter presteren maken we gebruik van de subsidie van JOS om kinderen buiten schooltijd ( leertijdverlenging ) extra te ondersteunen op het gebied van taal en rekenen.
Samenwerking voortgezet onderwijs. Met dank aan onze buren ( Thorbecke Lyceum ) hebben we de mogelijkheid kunnen scheppen, dat een deel van onze leerlingen deel kan nemen aan lessen op het voortgezet onderwijs. Er zijn leerlingen, uit de plusklas, die drie keer per week participeren in de wiskunde lessen van een VWO klas op bovengenoemde school.
HetKunstKabinet De creatieve vakken worden o.a. gegeven met behulp van de nieuwe methode HetKunstKabinet. Hiermee kunnen de kinderen in groepjes, zelfstandig of met de gehele groep aan de slag met allerlei projecten. Zij maken via digitale ondersteuning, een introductiefilmpje met kunstbeschouwing, kennis met
8
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes allerlei kunstvormen en verwerken de opdrachten met behulp van uiteenlopende materialen. De kinderen werken met hoofd, hart én handen. Hoofd: Beschouwing Iedere les start met een introductiefilmpje waarin het onderwerp van de les wordt uitgelegd. Er komt een grote hoeveelheid beeldmateriaal langs over dit onderwerp. Kunstwerken en kunstenaars komen in beeld en aan het woord. Leerlingen bouwen zo op jonge leeftijd een eigen interne beeldbank op over kunst en cultureel erfgoed. Ze maken kennis met diverse kunstvormen, kunststromingen, kunstenaars en culturele tijdvakken en gebeurtenissen. De groepjes kinderen bekijken de filmpjes op de website van Het KunstKabinet. Op de lesbrief staat een samenvatting van wat ze gehoord en gezien hebben in het filmpje. Hart: Reflectie De leerlingen beantwoorden een aantal vragen naar aanleiding van de introductiefilm en hun ervaring met dit onderwerp in hun eigen omgeving of dagelijkse leven. Dat doen ze in hun eigen verzamel map, genaamd Mijn Kunstverzameling. Handen: Doe-activiteit In iedere les maakt de leerling een eigen werk. Dat kan bijvoorbeeld een beeld, een tekening, een schilderij, een voorstelling, een gedicht, een kort verhaal, een drukwerk, een fotocollage, een stopmotion film zijn. De leerlingen nemen op die manier de informatie van de les op door zelf te doen en zelf te creëren. Ze ervaren het onderwerp eigenhandig en komen tot expressie.
Pittige Plus Torens. Voor de talentvolle leerlingen, vanaf groep 3. Multi-disciplinair: onderwerpen variëren van taal tot techniek, van kunst tot organisatie. Bestaat uit diverse projecten op allerlei niveaus. De kinderen werken met hoofd, hart én handen. Stimuleert de creativiteit, de motivatie en het divergente denken. Stimuleert het samenwerken, onderzoek en ontwerp, plannen, maken en presenteren. Dit lesconcept is volgens het TASC-model. ( zie illustratie )
9
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
10
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
1. De school 1.1 Adres Postadres school:
Rodaristraat 31 - 33 3066 LA Rotterdam tel. fax.
010-4200811 010- 2205908
e-mail:
[email protected] internet: www.jabijloo.nl
1.2 Het schoolbestuur De Jan Antonie Bijloo is een openbare school en valt onder de verantwoordelijkheid van Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (Stichting BOOR). De heer J. van Knijff, bovenschools manager PO voor rayon NO, is de contactpersoon voor onze school namens het bestuur.
Stichting BOOR:
Calandstraat 41, 3016 CA Rotterdam tel. 010-2821700
Postadres Bestuur:
Postbus 23058 3001 KB Rotterdam
e-mail: internet:
[email protected] www.stichtingboor.nl
1.3 Toelichting op de naam De school is gestart in 1966 en kreeg de naam Jan Antonie Bijloo. In de directe omgeving van de school zijn pleinen en straten vernoemd naar verzetsstrijders uit de tweede wereldoorlog. Jan Antonie Bijloo was een Rotterdamse verzetstrijder, lid van de Landelijke Knokploeg en betrokken bij de oprichting van het centrale bureau voor het vervaardigen van valse documenten en het uitgeven en drukken van het illegale blad Bulletin. Twee maanden voor de bevrijding van ons land werd Jan Bijloo op de Pleinweg in Rotterdam gefusilleerd. De obs Jan Antonie Bijloo heeft niet alleen een unieke naam, maar ook een uniek schoolgebouw. Het gebouw is geheel en al gelijkvloers. Binnen het gebouw zijn drie patio’s opgenomen, waardoor het mogelijk is om met de kinderen ook buiten te werken in een rustige en veilige omgeving.
11
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
12
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
2. Hier staan en gaan wij voor 2.1 Identiteit De obs Jan Antonie Bijloo is een openbare school. Met het onderstaande citaat uit het beleidsplan 2008-2012 van de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam wordt duidelijk waar het openbaar onderwijs te Rotterdam voor staat. Het openbaar onderwijs vindt het belangrijk dat leerlingen, ouders en personeelsleden vanuit bepaalde waarden en normen handelen. Dat houdt soms in, dat wij grenzen stellen aan het gedrag van leerlingen, ouders en personeelsleden. Deze grenzen zijn deels gebaseerd op algemeen geldende waarden, zoals die van artikel één van onze Grondwet en de universele rechten van de mens en het kind, maar ook op onze kernwaarden en het schoolprofiel. De kernwaarden van het openbaar onderwijs zijn: -
Maximale talentontplooiing Actieve pluriformiteit Naleving van kinderrechten en -plichten Sterke binding met de samenleving Nieuwsgierig, betrokken en toekomstgericht
2.2 Uitgangspunten van de school Het totale kind De obs Jan Antonie Bijloo is een basisschool in Het Lage Land waarvan de medewerkers bewust kijken naar het totale kind. Ons doel is ieder kind de individuele persoonlijke bagage te laten verwerven, die nodig is om verder te groeien na het verlaten van de school. Onze bijdrage is het optimaal begeleiden van dat individuele kind in haar/zijn persoonlijke ontwikkeling. Dit doen wij door goed naar ieder kind te kijken. Vanuit dat aandachtig kijken, is het onderwijsleerproces in de jaargroepen zodanig ingericht, dat ieder kind het individuele doel bereikt. Samen Samen met de ouders/verzorgers kijkt het team welke begeleiding het beste past bij het individuele kind om het persoonlijk doel te bereiken. Hierin heeft elke betrokkene een verantwoordelijkheid. Zowel de school, de ouder als het kind handelen vanuit hun eigen verantwoordelijkheden. Door onderlinge samenwerking leren de betrokkenen elkaars verantwoordelijkheden kennen. Vanuit die onderlinge samenwerking ontstaat een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het ontwikkelingsproces van het individuele kind. Hierdoor groeit bij het kind het gevoel van veiligheid, zodat een basis ontstaat voor het ontwikkelen van zelfstandigheid in denken en handelen van het kind.
Kinderen en zelfstandigheid De obs Jan Antonie Bijloo helpt kinderen op weg naar zelfstandigheid in denken en handelen. Hiervoor is het noodzakelijk dat zij leren hoe je informatie vergaart, hoe je zaken op waarde kunt schatten en hoe je keuzes maakt. Daarin zal ieder mens verschillen. De school houdt rekening met die individuele verschillen en kiest voor een meer individuele benadering. Kinderen en verantwoordelijkheid
13
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Als mens is er een verantwoordelijkheid ten opzichte van zichzelf. Het team van de obs Jan Antonie Bijloo vertrouwt de eigen kracht van ieder kind. Eveneens bestaat er een verantwoordelijkheid ten opzichte van de groep waartoe dat kind behoort. In samenwerking met anderen vindt de individuele ontwikkeling van het kind plaats. Tijdens samenwerkingsmomenten oefenen kinderen op de Bijloo school verantwoordelijk te zijn voor hun eigen denken en handelen en het samenwerken met de ander. Tevens oefent het kind op school in het achteraf verantwoording afleggen van eerder gemaakte keuzes. Kinderen en samenwerking Samenwerken met andere mensen is in de huidige samenleving van groot belang. Een respectvolle houding ten opzichte van de ander is daarin van cruciaal belang. Het samenwerken, ook met mensen die je niet zelf kiest, leert het kind op school. Tijdens speel- en leeractiviteiten luisteren de kinderen naar elkaar en oefenen in het elkaar serieus nemen. Op deze manier ontwikkelen zij het uiten van respectvol gedrag naar de medemens. Dit samenwerken gebeurt veelal met de kinderen uit dezelfde groep; soms wordt er samengewerkt met kinderen uit een andere groep. Veiligheid Veiligheid is een belangrijk onderdeel. Dit vraagt inzet van iedereen. Vanuit een respectvolle communicatie met de ouders van de leerlingen, werkt de Bijloo school samen met hen aan een veilige school. De Bijloo school realiseert een sfeer van vertrouwen en bewaakt deze. Ieder individueel kind kan zo vanuit een veilige onderwijsleersituatie uiteindelijk opgroeien tot een volwaardig lid van de maatschappij. Zowel de school als de ouders zijn erop gericht evenwicht te zoeken tussen eigenbelang en het belang van de groep. Een positieve grondhouding van ouder en school is uitgangspunt van het handelen.
2.3.1 Afspraken In een school werken heel veel mensen samen en komen mensen elkaar zeer regelmatig tegen. Het is belangrijk, dat iedere betrokkene weet wat de afspraken zijn. Duidelijkheid is het fundament van veiligheid. Dat fundament hebben wij als school vastgelegd in een aantal protocollen. In zo’n protocol staan de voorschriften en regels, die gelden in algemene en specifieke situaties. Uiteraard is dit net zoals de schoolgids een dynamisch document. Dat wil zeggen, dat het met z’n tijd meegaat en regelmatig aangepast wordt aan de laatste ontwikkelingen in de maatschappij en in de school. In deze schoolgids treft u afspraken aan. Het team verzoekt u vriendelijk, serieus aandacht te geven hieraan. In samenwerking met de ouders kan het team het op school op deze manier voor de kinderen zo optimaal mogelijk organiseren. Deze regels zijn bedoeld om elkaar, ouders, kind en school, op aan te kunnen spreken en op te kunnen rekenen.
2.3.2 Algemene schoolregels Ik heb respect voor anderen - Ik spreek Nederlands op school; tijdens de Early Bird lessen spreken we Engels - Ik spreek met twee woorden - Ik ben rustig in school - Ik loop rustig in school - Ik voetbal alleen op de daarvoor bestemde delen van het schoolplein - Ik gebruik de mobiele telefoon alleen vóór en na schooltijd en lever ‘m gedurende de schooltijd bij de leerkracht in
14
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Ik ga netjes om met mijn omgeving - Ik stop mijn jas in mijn luizenzak - Ik hang deze luizenzak netjes aan de kapstok - Ik was mijn handen na het toiletgebruik - Ik gebruik de toiletten netjes en geef het door als ik zie dat dat niet is gebeurd Ik ga verstandig om met mezelf en anderen - Ik fiets tot aan het schoolhek - Ik snoep alleen met feesten - Ik mag klasgenoten trakteren op een klein portie snoep als we iets te vieren hebben - Ik drink gezonde dorstlessers zonder prik - Ik eet gezond in de pauze (brood, fruit of een ontbijtkoek/liga) - Ik neem brood mee voor tussen de middag - Ik draag makkelijke (sportieve) kleding met gym Ik ben aardig tegen anderen - Ik ga met de groep naar binnen en buiten - Ik ga vriendelijk met andere kinderen om - Ik let op anderen als we voetballen op het plein Ik luister naar anderen - Ik laat de ander uitspreken - Ik luister naar anderen Ik kom op tijd - Ik ga ’s morgens tussen 8.20 uur en 8.30 uur rustig naar binnen - Ik ben ’s morgens om 8.30 uur in de klas Van alle betrokkenen verwachten wij dat die zich houden aan deze algemene schoolafspraken. Alle betrokkenen zijn: - teamleden - stagiaires - ouders en verzorgers - kinderen – leerlingen van de school - bezoekers aan de school Uiteraard ziet de school toe op de naleving van deze algemene schoolregels. Bij het overschrijden van die grenzen, wordt men in eerste instantie aangesproken. Passende maatregelen volgen, wanneer verbeteringen niet waarneembaar zijn.
2.4 Doelstellingen van de school Ons streven is, dat wanneer kinderen na acht jaar basisonderwijs, de Bijloo school verlaten, zij: - de kerndoelen hebben bereikt, zoals omschreven bij de verschillende vakgebieden in aansluiting bij hun ontwikkelingsmogelijkheden - zich op een creatieve manier uitdrukken en op een eigen manier omgaan met creatieve uitingen van anderen - zich als sociaal wezen ontwikkeld hebben, zodat ze optimaal deelnemen aan het menselijk verkeer - omgaan met eigen emoties en die van anderen Wij gaan ervan uit dat kinderen die dit beheersen, zich staande kunnen houden in een voortdurend veranderende maatschappij.
15
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
16
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
2.5 Kerndoelen We kennen twee typen kerndoelen in het basisonderwijs: - Leergebied specifieke kerndoelen gaan over een bepaald leergebied. - Leergebied overstijgende kerndoelen zijn gericht op het ontwikkelen van algemene vaardigheden. Deze doelen gaan over het hele onderwijsaanbod op school en zijn gegroepeerd rond een aantal thema’s. Leergebied specifieke kerndoelen -
Nederlands; Engels; rekenen en wiskunde; oriëntatie op jezelf en de wereld; kunstzinnige oriëntatie; bewegingsonderwijs.
Leergebied overstijgende kerndoelen -
werkhouding; werken volgens plan; gebruik van uiteenlopende leerstrategieën; zelfbeeld; sociaal gedrag; nieuwe media.
2.6 Voor- en vroegschoolse educatie In ons gebouw is de peuterspeelzaal ‘De Kikker’ te vinden. We werken nauw samen met deze peuterspeelzaal. BijDeHand heeft in elke wijk van de deelgemeente Prins Alexander één of meerdere peuterspeelzalen. Het peuterspeelzaalwerk is mogelijk gemaakt door subsidie van de deelgemeente Prins Alexander. De peuterspeelzalen zijn voor kinderen van twee tot vier jaar. Doel van de peuterspeelzaal is kinderen te laten spelen in groepsverband. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan ontwikkelingsstimulering; spelenderwijs wordt de ontwikkeling van de peuters gestimuleerd, zoals de taalontwikkeling, sociale en emotionele ontwikkeling, de cognitieve en creatieve ontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Elk kind wordt op een systematische wijze gevolgd in zijn ontwikkeling en welbevinden. De peuterspeelzaal biedt ook gelegenheid voor ouders om elkaar te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen tijdens de breng- en haalmomenten en de koffieochtenden. Bij de Kikker wordt gewerkt met het project Puk & Ko. Dit programma is gericht op de brede ontwikkeling van jonge kinderen, met als doel peuters vaardigheden bij te brengen die een soepele overgang naar de basisschool mogelijk maken. Taalontwikkeling staat daarbij voorop, maar ook sociaal-communicatieve vaardigheden en een eerste oriëntatie op rekenen komen aan bod. Op onze locaties kunnen de kinderen vier dagdelen komen.
17
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes De kinderen die ouder zijn dan drie en een ontwikkelingsvoorsprong hebben, kunnen na overleg twee dagdelen mee draaien in onze Peuterplusklas en zo hun ontwikkeling alvast voortzetten op de basisschool. ( zie ook peuterplusklas 1.2 ). Informatie & Plaatsing Kinderopvang , telefoon: (010) 251 80 76 op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur. BijDeHand: ( www.kov-bijdehand.nl ) Lekker Fit Ook dit schooljaar doen we mee met het Rotterdamse project “Lekker Fit”. Doelstelling is: kinderen meer en beter te laten bewegen. Zij hebben daarom 3x per week les van twee vakleerkracht (meester Roel en meester Wouter ). Tevens is een diëtiste verbonden aan de school. Zij geeft ouders en teamleden voedingsadviezen wat betreft de kinderen. Ook verzorgt zij oudercursussen als het gaat om de aanbevelingen aan de ouders. Early Bird Vanaf 2009 doet de Bijloo mee met het Early Bird project. Dit project is een initiatief van het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam. Aanleiding was o.a. het Verdrag van Barcelona van 2002. Daarin beloven de lidstaten zo vroeg mogelijk in het basisonderwijs vreemde talen aan te bieden. Dankzij Early Bird krijgen alle groepen structureel Engels. Door de structurele inzet van het Engels op onze school is het niveau van de kinderen op dit vakgebied hoog. Zowel de leerkrachten en vooral kinderen genieten telkens weer van die schitterende taal, die in de diverse groepen wordt gezongen, gesproken, gelezen, beluisterd en/of geschreven. internet: www.earlybirdie.nl
2.7 De plusklas Plusklassen De Bijlooschool besteedt de laatste jaren veel aandacht aan onze meer- en hoogbegaafde kinderen. Er zijn een onder- en een bovenbouw plusklas op school, waar deze kinderen wekelijks een dagdeel bijeen zijn en met elkaar uitdagende projecten uitvoeren, vreemde talen leren, Power Point presentaties samenstellen, gesprekken voeren met bijvoorbeeld een uitgenodigde arts of bezig zijn met speciale educatieve spelletjes. De gemiste lessen hoeven deze kinderen niet in te halen. Wel houdt de school goed in de gaten, dat de resultaten niet omlaag gaan. De kinderen zijn razend enthousiast en kijken er echt naar uit. Deze kinderen worden niet, zoals voor een Leonardo klas, waar een minimale IQ van 130 verplicht is, op hun intelligentie getest, maar er wordt vooral gekeken naar de resultaten van hun toetsen. Een ander verschil is het feit, dat kinderen die ook nog eens extra zorg behoeven op het gebied van bijv. dyslexie of autisme niet in een Leonardo klas geplaatst kunnen worden, maar op de Bijlooschool wel de verrijking ontvangen, die ze nodig hebben. Het gehele team is geschoold door Slimpuls, waardoor er vroegtijdig (al bij de jongste kinderen op school) gesignaleerd kan worden of er sprake is van meer- en hoogbegaafdheid. De school gebruikt hier speciale observatiemodellen voor.
18
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
19
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Top Down en onderpresteren Tevens hebben de leerkrachten geleerd, hoe ze deze kinderen meer kunnen bieden. Er wordt bijvoorbeeld aan hen minder oefenstof aangeboden. Een methode wordt dan compact gemaakt. Als eerste school in Rotterdam heeft de Bijlooschool een spellingsmethode, die volledig top-down wordt aangeboden aan deze kinderen. Bij een top-down benadering wordt eerst het geheel aangeboden en daarna pas de losse elementen. Meer- en hoogbegaafden kinderen willen graag weten, wat het uiteindelijke nut is en zijn vaak niet gemotiveerd, als ze in hun ogen nutteloze zaken moeten aanleren of oefenen. Hierdoor kunnen deze kinderen juist gaan onderpresteren. Het gedrag en de prestaties blijven dan zelfs ver achter bij de andere kinderen in de groep. Op de Bijloo zijn veel voorbeelden van kinderen, die door signalering en de bijbehorende aanpak in korte tijd een enorme vooruitgang maken. Sommigen zelfs zo veel, dat ze een groep kunnen doorschuiven. Wat in ieder geval bereikt is, is dat deze kinderen weer met veel plezier naar school gaan. Verrijkingsmap De verrijkingsmappen zorgen ervoor dat de kinderen uit de plusklassen en de kinderen, die bepaalde vakken goed beheersen, de mogelijkheid krijgen om in die vakken m.b.v. speciale programma’s en materialen gewoon in hun eigen groep te versnellen en te verdiepen. Zelfs de kinderen die een beperkte woordenschat hebben of bijv. dyslectisch zijn, kunnen al in een verrijkingsmap aan de slag. Juist de tijdwinst die hier behaald wordt, kan eventueel weer ingezet worden bij de ontwikkeling van de zwakkere onderdelen. De school werkt met jaargroepen. In elke klas zitten kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd. Dat betekent niet dat alle kinderen op hetzelfde moment dezelfde stof krijgen en ook dezelfde hoeveelheid moeten verwerken. Wij proberen zoveel mogelijk maatwerk te leveren. Sommige kinderen kunnen aan de slag zonder enige instructie, andere kinderen hebben buiten de reguliere instructie juist extra ondersteuning nodig.
2.8 Het onderwijs in de groepen 1 – 2 Het onderwijs aan kleuters Op de Bijloo zitten kinderen van 4, 5 en 6 jaar bij elkaar in één groep. Sommige dagdelen aangevuld met peuters ( 3+ ). Het onderwijs aan kleuters is vooral gericht op spelend en ontdekkend leren. In groep 1 ligt de nadruk op het wennen aan het naar school gaan en het werken in de groep. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. We stimuleren kinderen ook zelfstandig te worden. Denk hierbij aan zelfstandig de jas aandoen, omkleden, naar het toilet gaan, enz. In groep 2 wordt meer nadruk gelegd op het verkrijgen van basisvaardigheden die nodig zijn om naar groep 3 te kunnen gaan. Door een groot aantal kinderen wordt een begin gemaakt met het leren lezen, rekenen en schrijven. Er wordt in de groepen 1 - 2 veel aandacht besteed aan de taalvorming, omdat dit de basis is voor veel andere vaardigheden. De leerkracht begeleidt de kinderen in het omgaan met elkaar en biedt materialen en activiteiten aan die hen verder helpen in hun leer- en ontwikkelingsproces. Ze observeert en registreert hoe ver een kind is in de ontwikkeling.
20
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
21
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Er wordt gekeken naar de volgende ontwikkelingsgebieden: • Sociaal emotionele ontwikkeling • Spelontwikkeling • Motorische ontwikkeling (groot, klein, tekenontwikkeling) • Zintuiglijke ontwikkeling (auditief, visueel, tactiel) • Taalontwikkeling • Ontwikkeling in lichaam, ruimte en tijd • Beginnende geletterdheid • Beginnende gecijferdheid • Logisch denken Er zijn objectieve CITO toetsen op het gebied van taal en rekenen. Deze geven ons de mogelijkheid om, bij eventuele twijfel, na te gaan of kinderen er aan toe zijn om met het aanvankelijk lees-, schrijf- en rekenonderwijs in groep 3 te starten. Thematisch werken Het werken in groep 1 en 2 gebeurt vaak vanuit thema’s. We kiezen hierbij thema’s die dichtbij de belevingswereld van de kinderen liggen. Er wordt aandacht geschonken aan de seizoenen en feesten / vieringen in het jaar, hiernaast is er elk jaar ook ruimte voor een aantal andere thema’s. We gebruiken hiervoor allerlei bronnenboeken. Bij een paar thema’s maken we een uitstapje met de kinderen. We gaan bijvoorbeeld naar het bos met het thema ‘herfst’ en naar de kinderboerderij met het thema ‘jonge dieren’. Deze uitstapjes zijn niet altijd jaarlijks, het is afhankelijk van de thema’s die dat schooljaar aan bod komen. Bij deze uitstapjes vragen wij ouders voor begeleiding van de kinderen. Activiteiten die dagelijks gedaan worden: Tien minuten inloop, vanaf 8.20u tot uiterlijk 8.30u. Er wordt van de ouders verwacht dat ze om 8.30 uur het lokaal verlaten hebben. Dagopening in de kring. Hierbij is een vaste structuur; er wordt besproken welke dag het is, wat voor weer het is en wat ze die dag gaan doen. Dit wordt ondersteund met liedjes en versjes. Taalactiviteit in de kring. Een kringgesprek of activiteiten rondom bijv. een prentenboek. Werkles. ’s Morgens werken de kinderen aan door de kinderen of de leerkracht gekozen opdrachten ‘s Middags is er vaak keuze van activiteit. We hebben een ruim aanbod aan ontwikkelingsmaterialen. Daarnaast wordt veel gespeeld en gewerkt in de hoeken; speelhoek, bouwhoek, verfbord, computerhoek, poppenhoek, luisterhoek en leeshoek. • Buiten spelen. Activiteiten die niet dagelijks, maar wel met regelmaat gedaan worden: Zoals bijv. : Kringspelletjes Klim- en klautergym Spelles Computer activiteiten Engelse les
Tik- en zangspelletjes Muziekinstrumenten Rekenspelletjes Wegen en meten Taalspelletjes, zoals rijmen
22
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
23
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
2.8.1
Het onderwijs in de groepen 3 en 4
Het onderwijs aan groep 3 en 4. We houden in alle groepen steeds rekening met het ontwikkelingsniveau van de kinderen en ze krijgen waar nodig individuele aandacht. Kinderen kunnen dus, als er voldoende redenen zijn, versnellen in de leerstof, zich verdiepen, of leerstof wordt compact gemaakt, waardoor ruimte is voor ander ontplooiingskansen. Het spreekt vanzelf dat er zeker ook aandacht is voor kinderen die een ander soort hulp nodig hebben. Er wordt dus jong begonnen met het ontwikkelen van de zelfstandigheid van het kind. De leerlingen leren tijdens het zelfstandig werken dat ze verantwoordelijk zijn voor hun eigen werk. De leerkrachten van de groepen 3 gaan door op wat de kinderen in de groepen 1 en 2 geleerd hebben. In het bijzonder waar het gaat om het leren rekenen, lezen en schrijven. De begrippen die hier geleerd zijn, worden in groep 3 verder met de kinderen behandeld. We moeten dan denken aan begrippen als meer, minder en evenveel. Hetzelfde geldt voor het kunnen plaatsen van getallen op de getallenlijn. Pas als dat allemaal op allerlei manieren duidelijk is, kan een begin gemaakt worden met rekenen. Denk hierbij aan sommetjes t/m 10. Het getalbegrip wordt uitgebouwd in groep 4. Kinderen moeten vooral inzicht krijgen in hoeveelheden. Ze moeten begrijpen wat getallen betekenen, wat ze inhouden. Het optellen en aftrekken t/m 100 wordt verder uitgebreid, evenals het aanleren van de schrijfwijze van getallen. Met de tafels van vermenigvuldiging wordt begonnen. Bovendien wordt er gekeken naar de getallen boven de 100. Zo gaat dat ook met het aanvankelijk lezen: kinderen moeten leren om ‘tekeningetjes’ om te zetten in letters die een klank hebben en door het samenvoegen van letters (klanken) woorden te leren lezen. Je leert de kinderen dus dat een tekening van twee rondjes ‘oo’ heet en dat een rondje met een stokje een ‘p’ kan zijn. Daarna komt pas het leren lezen. In de vorm van hele woorden, daarna korte zinnen en uiteindelijk verhalen. Vervolgens wat het betekent wat je leest, het ‘begrijpend lezen.’ Het proces van aanvankelijk lezen wordt in groep 4 voortgezet. De zinsbouw en woorden worden iets moeilijker. Ook het tempo gaat omhoog. Het accent komt steeds meer te liggen op weten en begrijpen wat er gelezen wordt. Maar natuurlijk is er meer. Er wordt een begin gemaakt met de wereldoriënterende vakken. Kinderen kunnen begrijpen wat ze lezen en zich dus wat gemakkelijker dingen eigen maken. In deze leerjaren worden de motorische vaardigheden uitgebouwd tot ‘schrijven.’ De creatieve vakken nemen eveneens een belangrijke plaats in.
2.8.2
Het onderwijs in de groepen 5 t/m 8
De groepen 5 tot en met 8 Nadat het proces van aanvankelijk lezen, rekenen en schrijven in de voorgaande jaren is afgerond, kunnen de kinderen de opgedane kennis en ervaringen verder gaan uitbouwen. Kinderen kunnen dan nog meer dan in de jaren daarvoor zelfstandig leerstof tot zich nemen. Onze leerkrachten houden hier natuurlijk rekening mee.
24
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Het sociaal-emotioneel aspect krijgt in deze groepen eveneens grote aandacht, immers respect voor iedereen, verantwoordelijkheidsgevoel voor zichzelf en anderen zijn thema’s die hoog in ons vaandel staan. Wij streven naar een zo breed mogelijke basis van vaardigheden voor onze kinderen, zodat zij een goede aansluiting krijgen met het voortgezet onderwijs.
3. Praktische zaken 3.1 Het schoolteam Functies binnen de school Op de school zijn veel mensen aanwezig met allemaal hun eigen opdracht in de organisatie: - directeur; - adjunct directeur; - intern begeleidster; - teamleden met groepstaken; - teamleden met specifieke taken; - vakleerkrachten; - facilitair medewerkster; - leraar in opleiding; - stagiaires; - conciërge; - schoolmaatschappelijk werkster; - vrijwilligers; - hulpouders. Verdeling van functies en groepsbezetting In de bijlage vindt u de taakverdeling voor het huidige schooljaar.
3.2 Uw kind: uw en onze zorg! Het allerbelangrijkste is wat er in de groep met uw en de andere kinderen gebeurt. De groepsleerkracht organiseert het onderwijs zo, dat uw kinderen en de andere kinderen zich optimaal ontwikkelen. Van u als ouder verwacht de school, dat u de opvoeding van uw kind thuis organiseert en realiseert. U spreekt met de groepsleerkracht over uw kind. De intern begeleider volgt de ontwikkeling van uw kind gedurende de schoolloopbaan nauwgezet. Bij een stagnatie of juist een versnelling hierin, heeft de intern begeleider een adviserende en begeleidende rol. Gedurende zo’n proces rond het kind zal de intern begeleider de deskundigheid managen van alle betrokken partijen: ouders, groepsleerkracht en eventuele externen. Uitgangspunt is een optimale samenwerking bewerkstelligen zodat uw kind zich optimaal kan blijven ontwikkelen. Uw kind is uiteraard uw zorg, maar ook onze zorg: SAMEN!
3.3 Jaarplanning De school heeft een aantal activiteiten gepland voor het gehele jaar zoals rapportavonden, Sint, kerstfeest enz. Zie voor de juiste data de website en/of de bijlage.
25
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
26
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
3.4 Verschillen bij kinderen De Bijloo schept een onderwijsleersituatie waarbij een continu ontwikkelingsproces bij de kinderen mogelijk is van alle aspecten van de kinderlijke ontwikkeling. Dit zijn de cognitieve, sociale, emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling. Op de Bijloo leveren we, samen met de ouders, een bijdrage aan het functioneren van ieder kind op zijn/haar niveau. Daarbij houden we rekening met de persoonlijkheid van de kinderen, hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid, belangstelling, motivatie en de verschillen in milieu waarin de kinderen opgroeien. Om dit op een goede wijze te kunnen begeleiden is er een leerlingvolgsysteem. In dit systeem worden de gegevens van de leerling bijgehouden. U moet dan denken aan adresgegevens, telefoonnummers, maar uiteraard ook gegevens over de toetsen en de ontwikkeling. Elk kind is uniek. Binnen een groep zijn grote verschillen op het gebied van intelligentie, doorzettingsvermogen, concentratie, interesse, sociale vaardigheden. We houden rekening met de individuele talenten. Onze school werkt met moderne methoden die veel variaties bieden. De minimumstof, die ieder kind moet beheersen, wordt duidelijk aangegeven. Daarnaast is er herhalingsstof voor de kinderen die wat moeite hebben met bepaalde onderdelen.
3.5.1 Als het te moeilijk wordt Alle kinderen worden vanaf het moment dat ze bij ons op school komen, nauwgezet gevolgd. De groepsleerkrachten hebben regelmatig overleg met de interne begeleiders over de ontwikkeling van de kinderen. Op deze manier weten we al snel of er iets dreigt mis te gaan. Hierover leest u meer in hoofdstuk 4 “Onze zorg voor uw kind”.
3.5.2 Als het makkelijk gaat Ook als kinderen gemakkelijk de school doorlopen kan er reden tot zorg zijn. Alhoewel het natuurlijk fijn is als een kind makkelijk leert op school, is het van belang ook voor deze kinderen de onderwijsen ontwikkelingsbehoefte in de gaten te houden en hier zoveel mogelijk aan tegemoet te komen.
3.6 Vakken en methoden Uw kind krijgt op de Bijloo de volgende vakken:
Nederlandse taal; Engelse taal; rekenen en wiskunde; oriëntatie op jezelf en de wereld, waaronder lessen over aardrijkskunde, geschiedenis, de natuur en burgerschapsvorming; lessen over sociale redzaamheid (waaronder gedrag in het verkeer); lessen over gezond gedrag, maatschappelijke verhoudingen (staatsinrichting en geestelijke stromingen);
27
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes kunstzinnige oriëntatie (lessen over muziek, tekenen, handvaardigheid); bewegingsonderwijs. Methoden - Sociale vaardigheden - Aanvankelijk lezen - Taal - Spelling - Begrijpend lezen - Engels - Rekenen - Schrijven - Aardrijkskunde - Geschiedenis - Natuur en milieu - Verkeer - Creatieve vakken - Projecten
Leefstijl; Veilig Leren Lezen (groep 3); Taal op maat (groep 4 t/m 8); Taal op maat (groep 4 t/m 8); Nieuws van de week en Nieuwsbegrip; iPockets ( 1 t/m 4 ) en Take it Easy ( 5 t/m 8 ); Wereld in getallen (groep 3 t/m 8) en Nieuwsrekenen; Pennenstreken en Schrijftaal; Wijzer door de wereld ; Wijzer in de tijd; Wijzer in de natuur; Wijzer op weg. Het KunstKabinet De Pittige Torens
3.7 Huiswerk Onder huiswerk verstaan we: werk dat aan de hele groep gegeven wordt en dat op school gecontroleerd wordt. Dit kan zijn in verband met een overhoring of een repetitie. Het huiswerk wordt ruim van tevoren opgegeven. Dit kan incidenteel gebeuren. Vanaf groep 6 wordt er echter geregeld huiswerk meegegeven. Voor alle groepen geldt dat leerlingen die een probleem hebben of door ziekte afwezig zijn geweest, in overleg met de ouders extra werk mee naar huis kunnen krijgen. Dit valt echter niet onder het reguliere huiswerk.
28
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
29
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
3.8 Toolbox Leerstrategieën opgesteld in samenwerking met de Erasmusuniversiteit. Uitgangspunten voor leren dat zo goed mogelijk aansluit op de werking van het menselijk geheugen. • leren vanuit voorkennis. Nieuwe informatie wordt beter opgeslagen in het geheugen wanneer deze informatie gekoppeld is aan bestaande kennis. Dus probeer zoveel mogelijk de voorkennis van leerlingen te activeren tijdens het leren. • leren vanuit gerichte aandacht. De hoeveelheid nieuwe informatie die tegelijkertijd verwerkt kan worden in het geheugen is zeer beperkt. Dus zorg dat leerlingen hun aandacht alleen richten op processen die bijdragen aan het leren, en niet op andere zaken. • leren vanuit inspanning. Kennis die met weinig inspanning geleerd wordt, wordt ook vaak weer snel vergeten. Dus zorg dat het leren genoeg inspanning kost voor de leerling, zodat de lesstof op de lange termijn ook beter onthouden wordt. • leren vanuit kennis van het eigen leren. Zelf inschatten hoe goed je iets geleerd hebt is erg moeilijk, zeker ook voor kinderen. Dus ondersteun leerlingen bij het inschatten van hun eigen leerprestatie en oefen hiermee, zodat ze beter in staat zijn hun eigen leren bij te sturen. Strategieën om beter te onthouden toe te passen op lesstof die moet beklijven, zoals woordenschat, taalregels, rekenfeiten, topografie, geschiedenisfeiten • niet passief maar actief leren. Je kunt leerlingen beter actief iets laten bedenken bij wat ze leren, dan ze passief de leerstof laten bestuderen. Hoe actiever leerlingen verbanden leggen tussen leerstof en andere informatie, des te beter ze de stof onthouden. • niet stampen maar spreiden. Je kunt leerlingen beter meerdere keren kort met dezelfde stof laten oefenen dan één keer lang. Hoe meer je de herhalingen van de stof spreidt in de tijd, des te langer leerlingen de stof onthouden. • niet opnieuw bestuderen maar ophalen uit het geheugen. Je kunt leerlingen beter een toets geven over geleerde stof dan ze de stof nog een keer laten bestuderen. Hoe meer inspanning de leerlingen steken in het ophalen van de stof uit het geheugen, des te langer de stof beklijft. • niet goed = opnieuw studeren / wel goed = opnieuw toetsen. Laat leerlingen de stof die ze op een toets niet goed hadden opnieuw bestuderen. Laat ze de stof die ze wel goed hadden vooral nog een keer toetsen. Hoe vaker stof succesvol wordt opgehaald uit het geheugen, hoe langer de stof beklijft. Strategieën om beter te begrijpen toe te passen op lesstof waarbij begrip centraal staat, zoals instructieve teksten, rekenstrategieën, natuur & techniek • laat ze uitleggen.
30
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Laat leerlingen nieuwe stof in eigen woorden hardop aan zichzelf of aan anderen uitleggen. Leerlingen begrijpen de stof dan beter, omdat ze de nieuwe informatie toetsen aan hun voorkennis en verbanden leggen die niet letterlijk in de stof zelf staan. • laat ze vragen stellen. Laat leerlingen zelf vragen over de lesstof bedenken. Leerlingen begrijpen de stof dan beter, omdat ze de lesstof actief bestuderen en verbanden leggen met aanwezige voorkennis. • laat het tastbaar maken. Laat leerlingen naspelen of inbeelden wat er in de lesstof beschreven staat. Leerlingen begrijpen de stof beter doordat ze een verband leggen tussen de woorden in een tekst en de objecten en handelingen waar deze woorden naar verwijzen. • laat lezen, laat bezinken, laat ophalen. Laat leerlingen sleutelwoorden bedenken bij een tekst of een samenvatting schrijven, maar niet direct na het lezen. Leerlingen weten pas goed of ze een tekst begrepen hebben als ze de informatie uit het geheugen moeten ophalen. Strategieën om beter toe te passen toe te passen op alle lesstof waarbij met opgaven wordt geoefend, zoals rekenen, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie • focus op de aanpak in plaats van op de oplossing. Geef bij nieuwe opgaven zoveel mogelijk uitgewerkte voorbeelden tussendoor. Leerlingen leren beter hoe ze de opgaven moeten aanpakken, maken minder fouten, en hebben minder tijd nodig om de aanpak te leren. • afnemende ondersteuning in plaats van blijvende ondersteuning. Geef zoveel mogelijk ondersteuning bij de eerste opgaven, maar bouw dit af. Leerlingen hebben ondersteuning nodig om een aanpak te leren, maar het blijvend aanbieden van veel ondersteuning verstoort het leerproces. • variatie in plaats van eenvormigheid. Geef zoveel mogelijk variatie, zowel in de aanpak die nodig is om opgaven op te lossen, als in hoe de opgave eruit ziet. Leerlingen zien overeenkomsten en verschillen tussen opgaven en leren zo welke aanpak er gekozen moet worden.
3.9 Als de juf of meester ziek is Het kan natuurlijk voorkomen dat de leerkracht ziek wordt. We lossen dit zoveel mogelijk binnen ons team op. In periodes, dat meerdere leerkrachten door b.v. griep geveld zijn of dat een leerkracht voor langere tijd is uitgeschakeld, zoeken we naar andere oplossingen. Dat kan zijn: - een invaller regelen via het bestuur - kleine groepen samenvoegen - groepen verdelen over andere groepen De directie heeft de regie over de organisatie tijdens dagen dat een leerkracht afwezig is. Naast de verlof- en verzuimregistratie van het personeel, is ook een registratie van oplossingen gedurende verzuimdagen van teamleden. Op deze manier zorgt de schoolleiding er voor dat een bepaalde groep bijv. niet te vaak wordt samengevoegd met een andere groep. In noodgevallen kan het met zeer hoge uitzondering voorkomen dat we een groep vrij moeten geven. Dat gebeurt nooit dezelfde dag, maar wordt altijd van te voren aangekondigd. Als u voor die dag geen oplossing heeft, kunt u uw kind altijd gewoon wel naar school sturen.
31
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
3.10 Externe leerkrachten Sommige onderdelen van het lesprogramma worden gegeven door leerkrachten die niet aan onze school verbonden zijn. Te denken valt hier aan bijv. zwemmen en tuinieren. De betreffende lessen worden door een op dit speciale gebied geschoolde kracht gegeven. De groepsleerkracht heeft de eindverantwoording.
32
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
4. Onze zorg voor uw kind 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen De aanmelding van nieuwe leerlingen gebeurt bij de directeur. Er wordt een afspraak gemaakt, het liefst onder schooltijd, waarin we kennismaken en u de gelegenheid heeft om uw vragen te stellen. De directie heeft de mogelijkheid om een toelichting te geven en u een rondleiding te geven door de school. De rondleiding kan het beste gebeuren onder schooltijd, zodat de ouders de kans hebben de school in bedrijf te zien en op deze wijze de sfeer te proeven. Voordat een nieuwe leerling vier jaar wordt, mag hij/zij vijf dagdelen als gast de school en de nieuwe groep bezoeken. Voor kleuters, die na een zomervakantie direct starten bij ons op school wordt in het belang van het kind van deze regel afgeweken. Als kinderen tussentijds van een andere school komen, wordt altijd eerst contact opgenomen met die andere school. In de meeste gevallen hebben de intern begeleiders van beide scholen contact met elkaar. Hierna wordt op onze school met de betrokken leerkracht, de intern begeleidster en de directie de plaatsing besproken en wordt vervolgens contact opgenomen met de ouders om het vervolg te bespreken. Om elkaar wat beter te leren kennen is er soms de mogelijkheid voor de eventueel aankomende leerling om een proefdag met de groep mee te draaien.
4.2 Het volgen van het kind Logopedische screening WSNS Elk schooljaar worden de kinderen van groep 1 en 2 gevolgd op het gebied van hun taalontwikkeling. De leerkrachten observeren de kinderen op drie gebieden: - taalproductie - auditieve ontwikkeling - articulatie Een kind kan op één of meerdere gebieden achterblijven in vergelijking met de ontwikkeling van leeftijdsgenootjes. Een logopediste van WSNS komt dan op school dat kind nader onderzoeken. De betreffende ouders worden hier altijd van op de hoogte gesteld. Het advies van de logopedist wordt zowel met de leerkracht als met de ouders besproken. Toetsen van het leerlingvolgsysteem Een groot aantal keren per jaar worden de kinderen bij ons op school getoetst. Een aantal toetsen zijn gekoppeld aan de methode. Deze toetsen worden regelmatig afgenomen. Bedoeling is dat de leerkracht een beeld krijgt van het resultaat van het onderwijs. Als er iets niet goed gaat met een leerling of een groep, wordt dit tijdig geconstateerd. Snel kan er extra aandacht gegeven worden en een hiaat worden weggewerkt. Een regelmatige vooruitgang van het leesniveau bij de kinderen is goed te zien. Veelal halen de kinderen in de loop van groep zes het hoogste leesniveau. Aan het eind van groep 7 gaan we er van uit dat ieder kind op het hoogste leesniveau is aangekomen.
33
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
34
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
Het team van de Bijloo werkt met de volgende methode gebonden toetsen: - toetsen bij Veilig leren lezen (gr.3) - toetsen bij Taal op Maat - rekentoetsen bij De Wereld in Getallen Toetsen voor voornamelijk de groepen 6, 7 en 8 - aardrijkskunde: - geschiedenis: - natuur De Bijloo werkt ook met een aantal methode-onafhankelijke toetsen. Deze zijn door het CITO (Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling) samengesteld. Deze betreffen de kerndoelen -
taal en communicatie rekenen/wiskunde
De afname van deze toetsen vindt één, twee of drie maal per jaar plaats. De intern begeleidster coördineert het afnemen hiervan. Zij analyseert in samenwerking met de groepsleerkrachten de resultaten. Deze analyses geven een objectief beeld van de individuele leerling, van een gehele groep en van de gehele school. Dat alles in vergelijking met leeftijdsgenoten. De IB-ster adviseert de collega’s wat betreft verdere stappen, als het gaat om een individuele leerling of een groep. Dit systeem geeft ook een analyse van het gehele onderwijs op de Bijloo wat betreft de kerndoelen taal en communicatie & rekenen/wiskunde. Het team richt zich daarna erop om de opbrengsten van de leerlingen te analyseren én om te zetten in opbrengstgerichte werkplannen voor de groepen. Het team bespreekt intern de analyses van deze CITO toetsen. Dan kan het onderwijs in de groepen zo optimaal mogelijk voor de kinderen worden georganiseerd. Eveneens verantwoordt het team met deze analyses het onderwijs op de Bijloo naar de ouders, het bestuur en de onderwijsinspectie.
35
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
36
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
De toetsen die afgenomen worden: KERNDOEL: taal en communicatie -
TvK Screening WST: AVI: SVS: TBL: DMT: STV:
taal voor kleuters beginnende geletterdheid (kleuters) woordenschat (groep 3 t/m 7 ) AVI leestest nieuwe versie spelling (groep 3 t/m 8) begrijpend lezen (groep 3 t/m 8) drie minuten toets, leestoets woorden (groep 3 t/m 8) studievaardigheden (groep 5 t/m 8)
KERNDOEL: rekenen/wiskunde -
Rekenen: Re/Wi:
-
TTR:
voorbereidend rekenen (kleuters) reken/wiskunde: het inzicht in rekenen en wiskunde wordt getoetst (groep 3 t/m 8) tempotoets rekenen: deze toetst de vaardigheid van de kinderen bij het automatiseren van rekenhandelingen (groepen 4 t/m 8)
Toetsen voor meerdere kerndoelen gedurende een langere periode Entree:
entreetoets groep 7: bepaalt het niveau van de leerlingen van groep 7 de kerndoelen taal en communicatie, rekenen/wiskunde en het gebruik van uiteenlopende leerstrategieën worden getoetst;
Eindtoets:
Eindtoets CITO Basisonderwijs groep 8: van belang als tweede gegeven voor het advies naar voortgezet onderwijs. De kerndoelen taal en communicatie, rekenen/wiskunde, oriëntatie op mens en wereld en het gebruik van uiteenlopende leerstrategieën staan centraal
SCOL SiDi-r
sociaal emotionele ontwikkeling signaleringstoets hoog- en meerbegaafdheid.
Het is een hele lijst. Echter de toetsen worden zoveel mogelijk ingepast in het programma en vormen zo voor de kinderen nauwelijks een belasting. Op onze school komt het maar zelden voor dat een kind blijft zitten. Door de kinderen nauwgezet te volgen en het geven van gerichte hulp kunnen de kinderen de school op een voor hen bevredigende wijze doorlopen. Het aantal verwijzingen naar speciale scholen is beperkt.
37
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
4.3 Hoe wordt u geïnformeerd? Driemaal per schooljaar krijgen de kinderen een rapport. De eerste twee keer ( november en maart ) worden de rapporten van de kinderen met de ouders/verzorgers besproken. Het derde rapport voor de zomervakantie wordt meegegeven. Indien de leerkracht of de ouders een gesprek wensen, wordt dat rapportage gesprek uiteraard ook gehouden. Als er iets bijzonders aan de hand is met uw kind, wordt u natuurlijk direct ingelicht. Heeft u zelf een vraag over zijn/haar ontwikkeling of vorderingen, maak dan gerust een afspraak met de leerkracht om daarover te praten.
4.4 Als het dreigt mis te gaan Bij ons op school functioneert een systeem van regelmatige leerling besprekingen. Minimaal twee keer per jaar bespreekt de intern begeleidster met iedere groepsleerkracht de kinderen van haar/zijn groep. Observatie- en toetsgegevens van de individuele kinderen zijn uitgangspunt van zo’n leerlingbespreking. Het doel is alle leerlingen die bij ons op school zitten zo goed mogelijk te helpen en zoveel mogelijk te voorkomen dat we leerlingen moeten doorverwijzen naar een andere vorm van onderwijs. Op basis van deze gesprekken worden de concrete didactische werkplannen voor de komende periode vastgesteld. Als een leerling in een groep opvalt (zeer goede resultaten, slechte resultaten, gedrag) wordt het kind besproken in de leerlingbespreking. Tijdens de leerlingbespreking wordt gekeken wat er aan de hand is en wat er eventueel gedaan kan worden. (Velen weten immers meer dan één en ieder heeft vaak toch weer een andere kijk op een leerling.) Samen met de intern begeleidster wordt een handelingsplan opgesteld. De materialen en/of achtergrondinformatie is op school in een orthotheek en zijn dus altijd bij de hand. Tijdens de volgende bespreking (of eerder) wordt gekeken of er vooruitgang geboekt is. Is dat niet het geval, dan roepen we de hulp in van deskundigen buiten onze school. Het spreekt vanzelf dat wanneer het uw kind betreft, u op de hoogte wordt gehouden van wat er besproken wordt en wat we daaraan doen.
4.5 MDO (multi disciplinair overleg) of ZAT (zorg advies team ) Ook kan een kind besproken worden in het MDO- 0f ZAT overleg. Hier worden kinderen besproken, waar zorgen over bestaan. Ouders geven vooraf toestemming om hun kind hierin te laten bespreken. Dit overleg vindt eens in de 7 weken plaats en hieraan doen mee: - de schoolmaatschappelijk werkster - de schoolverpleegkundige - de orthopedagoog van WSNS - de betrokken mensen van school - externe hulpverleners kunnen uitgenodigd worden deel te nemen aan het MDO De adviezen vanuit dit overleg worden met de ouders besproken. De school gaat in samenwerking met de ouders hiermee aan de slag, zodat het kind zich op school en thuis zo goed mogelijk kan ontwikkelen.
38
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
39
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
4.5.1 WSNS Verschillen tussen kinderen zijn vanzelfsprekend. Onze school houdt daar zoveel mogelijk rekening mee en past het onderwijs aan als dat noodzakelijk is in verband met de behoeften van het kind. Wij vinden het belangrijk dat er op school een sfeer heerst, waarin een kind zich geaccepteerd en veilig voelt. Soms lukt het de school echter niet om een kind genoeg aandacht, ondersteuning en zorg te bieden. Er wordt dan hulp ingeroepen van “Weer Samen Naar School”. Onze intern begeleidster overlegt met het Zorgteam over de te nemen stappen. We vragen u als ouder toestemming voor dit WSNSoverleg en een eerste observatie van uw kind. WSNS heeft de beschikking over begeleiders uit het Speciaal Basisonderwijs. Ook is er een Commissie Leerlingenzorg. Internet: ( www.wsns3701.nl )
4.5.2 Commissie Leerlingenzorg en PCL Elk samenwerkingsverband van scholen heeft een zorgteam. Deze commissie adviseert de school: a. Is er ondersteuning van buiten de school nodig? b. Moet er nader onderzoek komen? c. Hoort het kind op een andere vorm van onderwijs. (SBO/SO) De Permanente Commissie Leerlingenzorg bestaat uit onderwijsdeskundigen, die op de hoogte zijn van alle onderwijsmogelijkheden in een regio. Zij beoordelen (na aanvraag van ouders) of een leerling toelaatbaar is tot een SO/SBO. Zonder een beschikking van een PCL kan een kind niet geplaatst worden op een SO/SBO-school. De SO/SBO-school zelf heeft het laatste woord over de toelating.
4.5.3 Rugzakleerlingen Per 1 augustus 2003 is er een nieuwe regeling voor kinderen met een handicap (visueel, auditief, lichamelijk of gedragsmoeilijkheden). Uitgangspunt is, dat zo`n kind niet automatisch op een SO/SBO-school moet zitten, maar ook op een gewone basisschool terecht kan. Onder strenge voorwaarden kan een kind een eigen budget krijgen, waarmee de ouders een keuze voor een basisschool kunnen maken. Dit wordt bepaald door een Commissie van Indicatiestelling (CVI). De basisschool geeft zelf aan welke kinderen ze wel of niet kan opvangen. Een voorwaarde voor ons is dat het kind in de buurt moet wonen. Verder hangt het accepteren van een aantal aspecten af, zoals groepsgrootte, leerkracht, aard van de handicap. Dit wordt per geval bekeken.
4.6 Schorsen en/of verwijderen De school kan het bestuur verzoeken een leerling te schorsen of zelfs te verwijderen als er sprake is van: - onvermogen om te voldoen aan de zorgbehoefte van een leerling - ernstig wangedrag van een leerling of zijn/ haar ouders Aan schorsing of verwijdering gaat overleg met de betrokken leerkracht, ib-er, directie en ouders vooraf. Als de school echt geen oplossing ziet, treedt het volgende stappenplan in werking: 1. het kind wordt bij een onhoudbare situatie naar huis gestuurd. 2. de leerling wordt 1 dag geschorst, het bestuur Stichting BOOR en de
40
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes leerplichtambtenaar worden ingelicht. 3. de schorsing kan langer duren, het bevoegd gezag moet nu dit besluit ondertekenen. 4. de leerling wordt met inschakeling van de bovenschools manager van Stichting BOOR, verwijderd.
4.7 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is de plek voor vragen over opvoeden, opgroeien, verzorging en gezondheid. Daarnaast ook voor advies, ondersteuning en hulp op maat. Het CJG is er voor ouders, kinderen en jongeren tot 23 jaar. Ook voor vragen tijdens de zwangerschap kunt u bij hen terecht. Kinderen worden vanaf de geboorte gezien en ook weer op de basisschool en in het voortgezet onderwijs. Zelfs na de middelbare school geeft het CJG advies, ondersteuning en hulp aan jongeren. In het CJG werken jeugdartsen, verpleegkundigen, gezinscoaches, pedagogen en andere hulpverleners met elkaar samen. De ouders van de kinderen van groep 2 worden door het CJG uitgenodigd voor het gezondheidsonderzoek van hun kleuter. Ook de ouder van het kind in groep 7 krijgt zo’n uitnodiging. Na het onderzoek en een gesprek met het kind wordt met de ouder de gezondheid en de ontwikkeling van het kind besproken. Een kind dat 9 jaar wordt, krijgt een oproep van het CJG voor een vaccinatie. Centrum Jeugd en Gezin
adres: Weegschaalhof 22-28 3067 TS Rotterdam 010 - 20 10 110
internet: www.cjgrotterdamrijnmond.nl
Extra hulp Als u, de medewerkers van de sector Jeugd, of de leerkracht op school zich afvragen of het wel goed gaat met uw kind, kan het samen met u opgeroepen worden voor een extra onderzoek of een gesprek. Als u zich zorgen maakt, kunt u dus altijd bij ons terecht. Twee prikken Alle kinderen van 9 jaar krijgen twee prikken tegen besmettelijke ziekten. Eén is tegen difterie, tetanus & polio (DTP). De andere prik beschermt tegen bof, mazelen & rode hond (BMR). Wanneer kinderen opgroeien, kunnen soms vragen of problemen ontstaan. Bijvoorbeeld vragen over de gezondheid, de opvoeding of het gedrag van het kind thuis of op school. Voor al deze zaken kunt u bij het team van het Centrum voor Jeugd en Gezin terecht. Blijf er niet te lang mee zitten! Hoe eerder u uw vragen bespreekt, hoe groter de kans is, dat er iets voor uw kind gedaan kan worden.
41
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
42
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
4.8 Medicijnverstrekking op school Als op school sprake is van het verstrekken van medicijnen aan kinderen, geldt het volgende: - Omdat het gebruik van medicijnen door leerlingen van de school een serieuze zaak is, is het belangrijk dat de afspraken die hiervoor door de ouders/verzorgers met de school gemaakt worden, duidelijk zijn en schriftelijk vastgelegd worden. - Onder medicijnen wordt verstaan: alle geneesmiddelen die door een arts zijn voorgeschreven en waarbij een bepaalde dosering is aangegeven. - Onder zelfzorgmiddelen wordt verstaan: alle middelen die zonder recept van een arts bij een apotheek of drogist gekocht kunnen worden. - Als uw kind medicijnen en/of zelfzorgmiddelen gebruikt die tijdens de schooltijden moeten worden ingenomen dan moet u per medicijn of zelfzorgmiddel een ‘Verklaring medicijnverstrekking’ invullen en inleveren op school. - Ieder schooljaar moet het invullen van de ‘Verklaring medicijnverstrekking’ opnieuw gebeuren. - Bij veranderingen t.a.v. het medicijngebruik van uw zoon/dochter wordt u verzocht om dit onmiddellijk door te geven aan school door een nieuwe ‘Verklaring medicijnverstrekking’ in te vullen en op school in te leveren. - De ‘Verklaring medicijnverstrekking’ is op de administratie van de school verkrijgbaar. - Als er medicijnen of zelfzorgmiddelen door uw zoon/dochter moeten worden ingenomen voor schooltijd willen wij dat ook graag weten. Sommige medicijnen of zelfzorgmiddelen hebben namelijk invloed op het gedrag van het kind. - Het is de leerkrachten zonder toestemming niet toegestaan om leerlingen medicijnen toe te dienen, ook niet als het gaat om een ‘aspirientje’ (paracetamol). De verantwoordelijkheid voor het medicijngebruik blijft te allen tijde bij de ouders/verzorgers liggen.’
4.9 Schoolmaatschappelijk werk (SMW) Wij hebben een eigen schoolmaatschappelijk werkster. Zij is een dagdeel per week op school. Ze is er voor de kinderen van de Bijloo, hun ouders en de leerkrachten. Als er problemen met uw kind zijn, kunt u altijd bij haar terecht. Deze hulp is gratis en er is geen verwijzing nodig. Het schoolmaatschappelijk werk heeft als uitgangspunt in samenwerking met de school en de ouders te bereiken dat een kind zich zo prettig mogelijk voelt, zich goed kan ontwikkelen en mee kan komen op school. Het SMW heeft een drieledige functie: - schoolondersteuning - kortdurende hulp - verwijzing naar gespecialiseerde hulpverlening Een bijlage met advies van het schoolmaatschappelijk werk bij een onderwijskundig rapport is noodzakelijk bij eventuele verwijzing naar onderwijsvoorzieningen. Ook is het nodig voor de aanvraag van deskundigheid en budgetten van de jeugdzorg. Als ouder/verzorger kunt u met o.a. de volgende vragen terecht bij de schoolmaatschappelijk werkster: - u zit met een opvoedkundig probleem, want uw kind vertoont dwars gedrag - uw kind wordt bijv. gepest of geeft aan angst te hebben naar school te gaan - u bent gescheiden en u vraagt zich af hoe u uw kind het beste kan helpen met dit verlies om te gaan
43
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
44
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Voor informatie of aanmelding kunt u zich wenden tot directie of IB-ster. Als er sprake is van andere problemen of vragen kunt u terecht bij het Algemeen Maatschappelijk Werk Alexander. Na toestemming van de ouders kunnen kinderen bijvoorbeeld om de volgende redenen met de schoolmaatschappelijk werkster praten: - er is iemand overleden, een opa of oma, die het kind erg mist; - het kind heeft ruzie met een vriendje en het vraagt zich af hoe die ruzie opgelost kan worden; - het kind voelt zich niet prettig om één of andere reden, omdat er nare dingen gebeuren in zijn/haar omgeving. Alle maatschappelijk werkers hebben een beroepsgeheim. Ze mogen dus niet zonder uw toestemming met buitenstaanders over uw situatie praten. Maatschappelijke Dienstverlening Alexander Marten Meesweg 141 (gebouw Alexanderhof) 3068 AV Rotterdam 0900-286 81 00 (0,05 euro p/m) Openingstijden 9.00 - 17.00 uur
4.10 SISA De afkorting SISA staat voor Stedelijk Instrument Sluitende Aanpak. Als BOOR school is de Bijloo ook hierbij aangesloten. Het SISA-signaleringssysteem zorgt er voor dat jongeren in Rotterdam die hulp nodig hebben, worden geregistreerd in een computersysteem. Als er meerdere hulpverleners van verschillende instanties met één kind werken, worden de hulpverleners daarvan op de hoogte gesteld. De hulpverlening aan het kind kan dan goed op elkaar afgestemd worden. De deelnemende organisaties bepalen zelf wanneer ze een jongere aanmelden bij SISA. Wanneer het bij één melding blijft, blijft de hulpverlenende instantie gewoon zijn werk doen. Wanneer er twee meldingen van verschillende instanties binnenkomen, ontstaat er een ‘match’. De hulpverlenende instanties krijgen een signaal dat ook een andere organisatie hulp biedt. De hulpverleners worden met elkaar in contact gebracht en het kind wordt via zijn ouders (per brief) hierover geïnformeerd. De beheerders van het systeem weten niet wat er met het kind aan de hand is, alleen dát er iets aan de hand is. De beheerders weten wel wie de hulpverleners zijn. Het signaleringssysteem heeft een privacyreglement, zoals door de Wet Bescherming Persoonsgegevens wordt voorgeschreven. Deelnemers aan dit systeem zijn partners op het gebied van Werk en Inkomen, Welzijn, Zorg, Politie/Justitie en Onderwijs. internet: www.sisa.rotterdam.nl
45
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
46
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
4.11 Meldcode De Rotterdamse Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is een stappenplan voor professionals en instellingen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. De school is verplicht volgens deze code te handelen. Het stappenplan biedt ondersteuning aan professionals door duidelijk te maken wat er van hen wordt verwacht. Dat is niet alleen belangrijk voor de professional zelf, maar draagt ook bij aan effectieve hulp aan slachtoffer en pleger. Voor wie is de meldcode bedoeld? De meldcode richt zich op alle professionals en instellingen die in de regio Rotterdam onderwijs, opvang, hulp, zorg of ondersteuning bieden. Dat kunnen leerkrachten en maatschappelijk werkers zijn, maar ook artsen, (psychiatrisch) verpleegkundigen en medewerkers in de (kinder)opvang. internet: www.huiselijkgeweld.rotterdam.nl
4.12 Persoonsgebonden nummer ( PGN ) Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werkt samen met de organisaties voor bestuur en management in het onderwijs aan de invoering van het persoonsgebonden nummer (PGN) in het onderwijs. Dit wordt ook wel het onderwijsnummer genoemd. Met dit nummer kunnen de overheid en de scholen gegevens uitwisselen die nodig zijn voor het uitkeren van overheidsgeld aan de scholen. Wettelijk is vastgelegd voor welke doelen en onder welke voorwaarden dit persoonsgebonden nummer gebruikt wordt. Het nummer is hetzelfde als het sofinummer. De nieuwe naam van het sofinummer is burgerservicenummer(BSN). In 2006 zijn de scholen begonnen met het opnemen van dit nummer in hun leerlingadministratie. Als u uw kind inschrijft op een school, vraagt de school om het burgerservicenummer (sofinummer) van uw kind. Elk kind in Nederland krijgt bij de inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) een burgerservice - nummer (BSN). Dit gebeurt meteen na de geboorte, of als iemand als immigrant naar Nederland komt en in de GBA wordt ingeschreven. Het sofinummer van iedereen die al staat ingeschreven in de GBA is automatisch omgezet in een BSN. Het burgerservicenummer staat ook op de zorgpas en zorgpolis van uw zorgverzekering. Ook als uw kind al ingeschreven staat bij de school, kan de school u vragen naar het BSN (sofinummer) van uw kind. Heeft uw kind geen burgerservicenummer (sofinummer)? Dan wordt een persoonsgebonden nummer (onderwijsnummer) aangemaakt door de Informatie Beheer Groep (IB-Groep). De IB-Groep gaat eerst na of uw kind is opgenomen in de GBA. Pas als blijkt dat uw kind echt geen sofinummer (BSN) heeft, krijgt uw kind een onderwijs nummer van de IB-Groep. Dit nummer is niet te onderscheiden van een gewoon BSN (sofinummer). Met andere woorden: kinderen zonder BSN (sofinummer) zijn niet anders dan kinderen die wel een burgerservicenummer hebben. De Wet bescherming persoonsgegevens geldt ook voor de informatie die de school over uw kind verzamelt. De informatie over leerlingen is dus niet zomaar toegankelijk. Voor meer informatie kunt u terecht bij de school. U kunt ook kijken op de website http://www.bron.nl/.
47
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
4.13 Ziek zijn en onderwijs Voor ernstig langdurig en chronisch zieke leerlingen is het belangrijk dat het onderwijs doorgaat. Ook zieke leerlingen hebben recht op structureel en goed onderwijs. De belangrijke band met de school , leerkrachten en medeleerlingen moet behouden blijven om te voorkomen dat zij in een ongewenst isolement terecht komen. Door structureel en goed onderwijs worden tevens leerachterstanden voorkomen. Voor alle informatie over ziek zijn & onderwijs, het inzetten van ICT-middelen voor leerlingen die ziek thuis of in het ziekenhuis verblijven, bereikbaarheidsgegevens van consulenten bij u in de buurt die kosteloos informeren, adviseren en ondersteunen, etc. kunt u terecht op de site van Ziezon. www.ziezon.nl
Protocol - Onderwijsondersteuning zieke leerlingen Primair Onderwijs Inleiding Iedere school krijgt te maken met leerlingen die tijdelijk niet naar school kunnen komen omdat ze ziek zijn. De aard van de ziekte kan heel verschillend zijn: een griepje, een levensbedreigende ziekte, een ongeval, een chronische ziekte of psychosomatische klachten. Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor het onderwijs aan een leerling, ziek of niet, ligt altijd bij de school waar de leerling staat ingeschreven. Voor leerlingen die langdurig en/of chronisch ziek zijn, kan de school ondersteuning aanvragen van een consulent ondersteuning onderwijs zieke leerlingen werkzaam bij een onderwijsbegeleidingsdienst of bij een educatieve voorziening van een academisch ziekenhuis. Een consulent ondersteuning onderwijs zieke leerlingen kan de school helpen bij het opstellen en uitvoeren van een handelingsplan voor de zieke leerling, ook als een leerling met een chronische ziekte wel in staat is naar school te gaan. Er kan informatie gegeven worden over de mogelijke gevolgen van de ziekte, medicatie en/of de behandeling op leren en/of gedrag en de consulent kan in beperkte mate het onderwijs aan de zieke leerling verzorgen. Bij zieke leerlingen is de onderstaande wijze van werken een manier om de leerling betrokken te laten blijven bij de school en het onderwijsproces. De leerling houdt hierdoor toekomstperspectief en een sociaal-emotioneel isolement wordt zoveel mogelijk voorkomen. Het vraagt vooral van de groepsleerkracht veel tijd en inzet. Ook van de overige leerkrachten, die met de leerling te maken hebben, wordt betrokkenheid en extra inzet gevraagd. Korte ziekte van een leerling: Bij een korte ziekte van de leerling ( verkoudheid, griepje ) is het meestal voldoende om een paar dagen bed te houden. Indien ouders dat wensen en de leerling in staat is, kan er wat werk voor thuis worden opgehaald door een broer of zus op school, een van de ouders, of door een klasgenoot in de buurt worden afgegeven.
48
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Lange ziekte/ongeval van een leerling: - De groepsleerkracht is de eerst verantwoordelijke voor het contact met de leerling en ouders/verzorgers. - De groepsleerkracht informeert de directeur en de ib-ster. Met de ib-ster is voortdurend overleg over het handelingsplan. - Bij een te verwachten langere ziekteperiode en het niet of niet volledig naar school kunnen gaan kan de consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst of van een educatieve voorziening van een academisch ziekenhuis ingeschakeld worden. - De groepsleerkracht bewaakt de voortgang en meldt eventuele beëindiging van de ondersteuning door de consulent aan de overige leerkrachten, de directeur en de ib-ster.
Langdurige ziekte, chronische ziekte of langdurige opname in het ziekenhuis: - De groepsleerkracht onderneemt actie naar de ouders en heeft tijdens de ziekteperiode regelmatig contact met ouders en leerling. - De groepsleerkracht informeert de directie, de ib-ster en de overige leerkrachten. - De groepsleerkracht of de ib-ster neemt in overleg contact op met de consulenten onderwijsondersteuning zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst of van een educatieve voorziening met de vraag om begeleiding van leerkracht en leerling. - De groepsleerkracht bepaalt in samenspraak met de ib-ster welk schoolwerk van belang is voor de leerling. - De groepsleerkracht bespreekt na overleg met de leerling en de ouders één en ander met de klas en stimuleert klasgenoten contact te onderhouden. - De groepsleerkracht informeert de directeur en de ib-ster met enige regelmaat over de situatie en voortgang. - De groepsleerkracht bewaakt de voortgang en meldt eventuele beëindiging ondersteuning door de consulent aan de overige leerkrachten, de directeur en ib-ster.
5. De leerkrachten 5.1 Fulltimers en parttimers Ons team bestaat uit fulltimers en parttimers. Dit betekent dat een aantal groepen les krijgt van twee leerkrachten. Uitgangspunt is dat er in principe nooit meer dan twee (vaste) leerkrachten per week voor de groep staan.
5.2 Vervanging van leerkrachten Wanneer leerkrachten afwezig zijn i.v.m. ziekte, compensatie of studie, dan worden zij zoveel mogelijk door dezelfde persoon vervangen. Op deze manier voorkomen we dat een groep te veel verschillende leerkrachten krijgt.
49
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
50
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
5.3 Scholing van leerkrachten Onze leerkrachten streven ernaar op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. Hiervoor wordt na schooltijd een aantal cursussen gevolgd. Ook organiseren we een aantal malen per jaar een studiedag. De kinderen hebben op die dagen geen school. U wordt hier voor de aanvang van het schooljaar van op de hoogte gesteld.
5.4 Stagiaires Elk jaar begeleidt het team van de Bijloo een groot aantal stagiaires: - studenten van de Hoge School Rotterdam: * leerkrachten voor het basisonderwijs * Leraar In Opleiding - studenten van het ROC Albeda en Zadkine: * onderwijsassistenten De stagiair werkt altijd onder de verantwoordelijkheid van de leerkracht. De school ervaart het opleiden en begeleiden van deze toekomstige collega’s als een groot voordeel. De talentvolle mensen bieden namelijk ook de nodige ‘extra handen‘ in de klassen. De studenten geven niet de gehele dag allerlei lessen om het vak te leren. Zij ondersteunen de groepsleerkrachten in de groepen met het geven van extra aandacht aan individuele kinderen en regelmatig wordt er ook gewerkt met groepjes. Tevens verricht dit aanstormend talent ook in de school diverse klusjes, die het onderwijs voor de kinderen prettig maken. Een select aantal scholen in Rotterdam ( 7 stuks ) werkt nauwgezet samen met de Pabo aan talentontwikkeling. De derde jaars Pabo studenten komen niet zoals gebruikelijk twee dagen per week, maar drie dagen per week naar onze school. Twee dagdelen zetten deze studenten in op individuele aandacht voor kinderen die ondersteuning kunnen gebruiken op het gebied van woordenschat en begrijpend lezen. Zij doen hierbij dus specifieke ervaring op in de praktijk en zij doen dus een deel van hun opleiding bij ons op school i.p.v. op de HRO.
6. De ouders 6.1 Zo denken de ouders over de school Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) J.A. Bijloo Enige tijd geleden heeft onze school J.A. Bijloo deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 127742 ouders en verzorgers bij circa 1321 metingen onder vergelijkbare scholen in dezelfde referentiecategorie (Referentie) aan deze peiling meegewerkt. Deze ouders dienen als referentiegroep. De enquête geeft een duidelijk beeld van de tevredenheid van de ouders met de school van hun kinderen. Het gemiddelde rapportcijfer dat ouders in de referentiegroep aan de school van hun kind geven is 7.5. Onze school scoort (nagenoeg) gelijk met een gemiddelde van 7.6. De waardering van de ouders voor onze school is daarmee 'goed'.
51
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Tenslotte volgt in de vorm van een tabel een overzicht van de belangrijkste plus- en minpunten van onze school. In de onderstaande tabel wordt onder 'pluspunten' een overzicht gegeven van de onderwerpen waarop de school door zeer veel ouders positief gewaardeerd wordt. Tussen haakjes staat het percentage ouders vermeld dat 'tevreden' over het desbetreffende onderwerp is. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de punten waarop veel ouders ontevreden waren, met daar achter het percentage ontevredenen.
Pluspunten van onze school:
Kritiekpunten op onze school:
1. aandacht voor gymnastiek (96%) 2. aandacht voor taal (95%) 3. huidige schooltijden (93%) 4. omgang leerkracht met de leerlingen (92%) 5. aandacht voor rekenen (90%) 6. aandacht voor uitstapjes/excursies (89%) 7. mate waarin leraar naar ouders luistert (89%) 8. informatievoorziening over de school (86%) 9. inzet en motivatie leerkracht (85%)
speelmogelijkheden op het plein (58%) veiligheid op weg naar school (50%) hygiëne en netheid binnen de school (49%) veiligheid op het plein (41%) uiterlijk van het gebouw (28%) aandacht voor pestgedrag (21%) omgang van de kinderen onderling (21%) aandacht godsdienst/ levensbesch. (15%)
De pluspunten moeten we natuurlijk koesteren en intact houden en indien mogelijk nog beter maken. De kritiekpunten nemen we mee in de diverse besprekingen en daar worden plannen voor gemaakt. De kritiek op het gebouw stond in direct verband met het feit dat er vanaf 1992 sprake was van de bouw van een MFA ( multi functionele accommodatie ) in de wijk, waarin drie scholen, waaronder de Bijloo, de kinderopvang en meerdere partners hun plek zouden krijgen. Vanaf die periode werd het gebouw maar beperkt onderhouden, omdat men er vanuit ging, dat het eerdaags zou verdwijnen. In 2011 werd dit plan geschrapt en hebben we ons weer kunnen storten op het aanpakken van het gebouw. Dankzij onze partner de HRO, is er de afgelopen periode al veel gebeurd. Met het bestuur hopen we snel tot overeenstemming te komen over de volgende stappen. Ook het huidige pestprotocol is bijv. n.a.v. bovenstaande enquête opgesteld.
6.2 Contacten met ouders Een goed contact tussen school en ouders is van groot belang voor uw kind. Ouders van kinderen uit de onderbouw lopen vaak wat makkelijker de school binnen om even een praatje te maken met de leerkracht. Ook ouders van oudere kinderen zijn van harte welkom. Tien minuten voor aanvang van de lessen gaat de deur open. U kunt dan kort een boodschap aan de leerkracht doorgeven. Mocht u meer tijd nodig hebben, maak dan een afspraak. Verder hebben wij contact op de volgende manieren: a. In het begin van het nieuwe schooljaar is een informatiemoment voor de kinderen in groep 1 -2 en groep 3; b. Zo’n 16 keer per jaar geven we onze nieuwsbrief , de Bijloo Babbel, uit; c. Minimaal tweemaal per jaar is een rapportbespreking; d. Op de site zijn diverse mededelingen te lezen; e. In november is er een algemene info avond voor ouders en kinderen in groep 8 en 7 over het voortgezet onderwijs; f. In januari zijn de gesprekken met de ouders van de kinderen van groep 8 in verband met de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs; g. In de loop van het schooljaar is er een bijeenkomst voor ouders en kinderen van de plusklas. h. Er zijn activiteiten, waarvoor u uitgenodigd wordt om die bij te wonen of er aan deel te nemen; i. Het staat u altijd vrij om zelf contact met school op te nemen;
52
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
6.3 Ouderhulp De hulp van ouders wordt op onze school zeer gewaardeerd. Als ouder kunt u een bijdrage leveren bij ‘t groepslezen, verschillende feesten als Sint en Kerst, sportdag, excursies, schoolreizen, de medezeggenschapsraad, de ouderraad, creatieve middagen, luizen controle, etc. . We realiseren ons dat het voor ouders steeds lastiger is geworden om zich voor langere tijd vast te leggen. Daarom zullen we regelmatig een oproep doen om uw hulp in te roepen en kunt u zelf beslissen of u een steentje bij kunt dragen aan de gevraagde activiteit. De ouderraad zal een belangrijke rol blijven spelen in de coördinatie van de activiteiten en de inzet van de hulpouders.
6.4 Ouderbijdragen Onderwijs in Nederland is gratis. Toch vragen we een kleine financiële bijdrage aan ouders. Deelname aan dit schoolfonds is vrijwillig. Het geld is bestemd voor zaken die de overheid niet direct betaalt. Het team en veel andere ouders vinden die activiteiten belangrijk voor de kinderen. Hierbij denken we bijv. aan het eindejaarsfeest, Sint, excursies, schoolreis, het vervoer naar de werkweek , paasontbijt, sporttoernooien, afscheids bbq voor groep 8, etc. Het bedrag ( € 50,- per jaar per kind ) kan in tweeën worden voldaan en u ontvangt u hiervoor een acceptgirokaart. Met ouders, die niet kunnen of willen betalen, wordt contact opgenomen om te kijken welke regeling we kunnen treffen. We sluiten kinderen niet uit van de deelname aan bovengenoemde activiteiten, met uitzondering van de schoolreis en de werkweek. Deze uitstapjes zijn zo kostbaar, dat we daar een financiële bijdrage van de ouders voor moeten vragen.
6.5.1 De medezeggenschapsraad (MR) de ouderraad (OR) De medezeggenschapsraad bestaat uit drie ouders en drie leerkrachten. De MR bespreekt een aantal keren per jaar allerlei zaken t.a.v. het schoolbeleid (o.a. doelstelling van de school, jaarplan/jaarverslag, de ouderbijdragen, de formatie, vacatures, uitslag enquêtes etc. ). De OR bestaat uit een leerkracht en diverse ouders. Zij ondersteunen ons bij de organisatie van diverse activiteiten. Denk hierbij aan het versieren van de school in Kerstsfeer, eindejaarsfeest van de 8e jaars, ondersteuning van Sint, hand- en spandiensten in de groepen etc. De MR kan de directeur uitnodigen op de bijeenkomsten en de adjunct directeur is meestal aanwezig bij de OR bijeenkomsten. De MR en de OR zijn te bereiken op het volgende mailadres:
[email protected]. De namen van de leden van beide raden zijn te vinden in onze bijlage.
6.5.2 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Binnen het bestuur (Stichting BOOR) van onze school is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor primair onderwijs actief. Deze GMR-po bespreekt boven schoolse onderwerpen die alle openbare basisscholen of een deel ervan aangaan. Ook ondersteunt de GMR bij het functioneren van de achterban, de medezeggenschapsraden (MR-en) van de
53
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
54
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes scholen. De MR-en worden via o.a. nieuwsbrieven op de hoogte gebracht van activiteiten van de GMR. Alle informatie over de GMR-po, zoals o.a. samenstelling, notulen, vergaderingen, vindt u via de website. De leden van de GMR-po worden gekozen door de ouder- en personeelsgeleding van de MR-en van de BOOR basisscholen. internet: www.boorbestuur.nl (kies medezeggenschap/GMR- po)
6.6 Sponsoring De school gaat voorzichtig met sponsorgelden om. Het kan gebruikt worden voor b.v. aanschaf schoolshirts voor sportactiviteiten, een extra consumptie tijdens een schoolreis, opknappen van het gebouw etc.. De sponsoring heeft absoluut geen invloed op het onderwijs. Het wordt alleen gebruikt voor extraatjes.
6.7 Wat te doen als u ontevreden bent Bij vragen over het onderwijs aan uw kind of over de gang van zaken in de groep neemt u eerst contact op met de leerkracht. U kunt ook contact opnemen met de intern begeleidster of de adjunct directeur. Komt u er niet uit, dan kunt u zich wenden tot de directeur.
6.7.1 Klachtenregeling Net als overal kunnen zich ook op de school zaken voordoen waarover iemand een klacht wil indienen. Een goede afhandeling van klachten is in het belang van de klager, maar ook in het belang van de school. Klachten hebben immers ook een signaalfunctie en kunnen er toe leiden dat de kwaliteit van het onderwijs en de gang van zaken op school verbeteren. Hieronder staat weergegeven welke mogelijkheden er zijn om klachten in te dienen. Dit varieert van het bespreken van de klacht met degene op wie de klacht betrekking heeft tot het indienen van een formele klacht bij de landelijke klachtencommissie. De precieze regelgeving is opgenomen in de Klachtenregeling openbaar onderwijs Rotterdam 2008 die op elke school aanwezig is. Een klacht wordt in eerste instantie op het niveau van de school ingediend. Hierbij zijn er afhankelijk van de situatie in het algemeen de volgende mogelijkheden: - Voorleggen aan degene op wie de klacht betrekking heeft of aan diens direct leidinggevende (directeur)
M. Vet 010-4200811
[email protected] - Vertrouwelijk bespreken met de schoolcontactpersoon (ook voor advies over de vraag wel of geen klacht in te dienen). Vertrouwenspersonen school: C .Paans en Y. Heinebal ( 010-4200811 )
[email protected] en
[email protected]
55
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
56
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Als dit alles niet tot een oplossing leidt kan men de klacht schriftelijk aan het bevoegd gezag voorleggen. Het aanspreekpunt namens het bevoegd gezag bij klachten is de bestuurssecretaris. Het bevoegd gezag zal proberen te bemiddelen. adres:
Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam
t.a.v. Gerard Drukker Postbus 23058 3001 KB ROTTERDAM T: 010 – 2821725 F: 010 – 2821800 E:
[email protected] Hiernaast bestaan nog de volgende mogelijkheden: - Vertrouwelijk bespreken met een externe vertrouwenspersoon (ook voor advies over de vraag wel of geen klacht in te dienen). Contactgegevens externe vertrouwenspersonen zijn te krijgen bij de schoolleiding of bij de schoolcontactpersonen - Klacht melden bij het landelijk meldpunt vertrouwensinspecteurs. Voor klachten op het gebied van (seksueel) geweld, intimidatie, discriminatie, onverdraagzaamheid, radicalisering en dergelijke. T: 0900 1113111 (lokaal tarief) - Indien u niet tevreden bent met de afhandeling van uw klacht door de schoolleiding, het bestuur of de externe vertrouwenspersoon kunt u uw klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie. adres:
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht T: 030 – 2809590 F: 030 – 2809591 E:
[email protected]
6.8 Wet bescherming persoonsgegevens De school is verplicht om een leerling administratie te voeren. Hiervoor worden de gegevens gebruikt, die door ouders/verzorgers aan de school worden verstrekt. Voor een adequate leerlingbegeleiding gebruikt de school de door de leerling behaalde resultaten van toetsen en testen. Ook deze verzameling van gegevens valt, net zoals de leerling administratie onder het vrijstellingsbesluit van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Zowel de gegevens van de leerling administratie als voor de leerlingbegeleiding worden ten behoeve van de Rotterdamse onderwijsmonitor PO/VO verzameld in een datawarehouse.
57
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
58
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Daarnaast worden deze gegevens opgenomen in een gegevensverzameling die de gegevens verwerkt tot statistische informatie ten behoeve van de evaluatie van het onderwijskundig beleid van de school en het gemeentelijk onderwijsbeleid. Dit vindt plaats in de Onderwijsmonitor PO/VO gemeente Rotterdam. De onderwijsmonitor levert uitsluitend geanonimiseerde statistische informatie en de daaraan ten grondslag liggende gegevensverzameling is aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens.
6.9 School en echtscheiding De school is in veel gevallen verplicht informatie te verschaffen aan beide ouders, ook als deze gescheiden zijn. Voorwaarde is wel dat de niet-verzorgende ouder erom vraagt en dat het belang van het kind niet geschaad wordt. Dit kan b.v. blijken uit een uitspraak van de rechter. Het niet hebben van een omgangsregeling is daarvoor onvoldoende. Een enkel advies van een therapeut of andere hulpverlener of het verzoek van de verzorgende ouder geen informatie te verstrekken is eveneens onvoldoende. Daar kan het overwegende belang van de verzorgende ouder te veel aan de orde zijn en dat mag niet overheersen. Door het Ministerie van Justitie is een brochure uitgegeven met als titel “Gezag, omgang en informatie” waarin nadere informatie verschaft wordt.
6.10 Gedragsprotocol Op de Bijloo is ons uitgangspunt dat kinderen en volwassenen op respectvolle manier met elkaar omgaan. Een kind dat zich gerespecteerd weet, ontwikkelt zelfvertrouwen en een goed gevoel van eigenwaarde. Wanneer er echter gepest wordt, verdwijnt dat gevoel van eigenwaarde. Om dat te voorkomen hebben wij als team een pestprotocol opgesteld: Tijdens besprekingen staat het onderwerp “pesten” regelmatig op de agenda. Tijdens de lessen sociaal emotionele vorming in de groepen 1 t/m 8 gebruiken we de methode “Leefstijl”. Tijdens deze lessen behandelen we allerlei onderwerpen die te maken hebben met sociaal gedrag. Op deze manier willen we pesten voor zijn. Aan het begin van het schooljaar worden er in iedere groep klassenregels gemaakt. Deze regels worden door de kinderen en de leerkracht(-en) ondertekend en opgehangen. Zodra er sprake is van gedrag dat niet in overeenstemming is met de gemaakte regels, zullen kinderen hierop gewezen worden.
Als ouders merken dat hun kind gepest wordt, kunnen zij contact opnemen met de leerkracht van hun kind, de IB-er, de vertrouwenspersoon of de directie. Dit PESTPROTOCOL heeft als doel: Dat alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig moeten voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! Alle medewerkers, leerlingen en ouders onderschrijven gezamenlijk dit PESTPROTOCOL.
59
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
60
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Voorwaarden: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers. De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. HET PROBLEEM DAT PESTEN HEET: De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt er gepest. Een pestproject alleen is niet voldoende om een eind te maken aan het pest- probleem. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken. PESTEN, WAT IS DAT? We doen allemaal wel eens iets (al dan niet bewust) wat een ander niet bevalt. Echter, wanneer de ander aangeeft dat dit moet stoppen en je gaat toch door, dan spreken we van pesten. HOE WILLEN WIJ DAAR MEE OMGAAN? Op school stellen we regelmatig een onderwerp in de groep aan de orde. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. kunnen aan de orde komen. Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals; spreekbeurten, rollenspelen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten en ouders horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels voor de leerlingen. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:
altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven briefjes doorgeven beledigen opmerkingen maken over kleding
61
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
isoleren buiten school opwachten, slaan of schoppen op weg naar huis achterna rijden naar het huis van het slachtoffer gaan bezittingen afpakken schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer
Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen en dus ook leerlingen hebben het bedacht. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen, wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden. Steeds weer geldt hier: “Wat jij niet fijn vindt, doe dat ook niet bij een ander!” Regel 1: Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij: Je mag niet klikken, maar…als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt je er zelf niet uit, dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken. Regel 2: Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. Regel 3: Samenwerken zonder bemoeienissen: School en ouders halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid (moeten) nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders blijft beperkt tot het signaleren en aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties aan de leerkracht en tot het ondersteunen van de aanpak van de school.
62
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
63
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes REGELS DIE GELDEN IN DE GEHELE SCHOOL: Onze gouden regels natuurlijk!
Wij zorgen ervoor dat iedereen rustig en goed zijn werk kan doen ! Wij zijn aardig voor elkaar ! Wij zorgen goed voor alle spullen !
Elke groep maakt samen met de kinderen een aantal groepseigen regels. Bijv.: 1. Benader de ander zoals je zelf benaderd wil worden. 2. Vertel het aan de juf of meester wanneer er iets gebeurt wat jij niet fijn of juist gevaarlijk vindt. 3. We noemen elkaar bij de voornaam en gebruiken geen scheldwoorden; 4. Ben je boos? Probeer er over te praten of ga anders naar de meester of de juf. 5. Spullen van een ander kind behandel je met respect. 6. Kinderen die pesten zitten zelf in de nesten! 7. Word je gepest of heb je ruzie? Praat er thuis ook over, je moet het niet geheim houden. Is het opgelost? Dan kunnen we vergeven en vergeten. 8. We luisteren naar elkaar en nemen de ander serieus. 9. Jij mag er zijn! 10. Behalve je eigen juf of meester mag je ook naar andere meesters of juffen gaan om je verhaal te vertellen. 11. Op de obs Jan Antonie Bijloo is iedereen welkom! Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen. We bieden alle regels tegelijk aan en kiezen bijv. een regel van de maand. Deze regel hangen we goed zichtbaar voor in het lokaal. Ook kunnen we een regel, goed zichtbaar, in gangen van de school ophangen. AANPAK VAN DE RUZIES EN PESTGEDRAG IN VIER STAPPEN: Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten proberen zij en wij: STAP 1: Er eerst zelf ( en samen) uit te komen. STAP 2: Op het moment dat één van de leerlingen er niet uitkomt ( in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen. STAP 3: De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderend gesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen / ruzies tussen dezelfde leerlingen volgen eventuele sancties
64
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
STAP 4: Bij herhaaldelijke ruzie/ pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een uitgebreid gesprek met de leerling die pest / ruzie maakt. De fases van stevig aanpakken treden in werking (zie verderop). Ook wordt de naam van de ruziemaker / pester genoteerd. Bij iedere melding omschrijft de leerkracht ‘de toedracht’. Bij de derde melding in de map worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruzie/pestgedrag. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Steviger aanpak. a. De leerkracht heeft het idee dat er sprake is van onderhuids (niet zichtbaar bijv. via MSN, mail etc.) pesten. In zo’n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de klas te komen. b. De leerkracht ziet dat een leerling wordt gepest (of de gepeste of medeleerlingen komen het bij hem melden) en vervolgens leveren stap 1 t/m 4 geen positief resultaat op voor de gepeste. De leerkracht neemt duidelijk een stelling in en gaat over naar de onderstaande fases. De volgende stap is opgebouwd in 5 fases; afhankelijk van hoelang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag: FASE 1: Melden bij ib’ster en vertrouwenspersoon; Een of meerdere pauzes binnen blijven; Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn; Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem; Door gesprek: bewustwording voor wat hij met het gepeste kind uithaalt; Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komt aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde. Deze gesprekken worden altijd vastgelegd door de leerkracht. FASE 2: Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem. FASE 3: Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals schoolmaatschappelijk werk.
65
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
66
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes FASE 4: Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. FASE 5: Het (tijdelijk) plaatsen op een andere school behoort tot de mogelijkheden. In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
BEGELEIDING VAN DE GEPESTE LEERLING: Medeleven tonen, luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest?; Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten; Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken; De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren; Zoeken en oefenen van een andere reactie, bijvoorbeeld: je niet afzonderen; Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest; Nagaan welke oplossing het kind zelf wil; Sterke kanten van de leerling benadrukken; Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt; Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s); Het gepeste kind niet ‘over’ beschermen bijvoorbeeld naar school brengen of ‘ik zal het de pesters wel eens gaan vertellen’. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie, waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen;
BEGELEIDING VAN DE PESTER: Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/ pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen); Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste; Excuses aan laten bieden; In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft; Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; Straffen als het kind wel pest – belonen (schouderklopje) als kind zich aan de regels houdt; Kind leren om niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stop eerst-nadenkenhouding’ of een andere manier van gedrag aanleren; Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen; Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten?; Inschakelen hulp; sociale vaardigheidstrainingen ; SMW. Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn: Een problematische thuissituatie Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen) Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt Voortdurend met elkaar de competitie aan gaan Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt
67
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
68
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
69
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Adviezen aan de ouders van onze school: Ouders van gepeste kinderen: Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind; Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken; Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken; Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen; Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport; Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. Ouders van pesters: Neem het probleem van uw kind serieus; Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden; Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen; Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet; Besteed extra aandacht aan uw kind; Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport; Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind; Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Alle andere ouders: Neem de ouders van het gepeste kind serieus; Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan; Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag; Geef zelf het goede voorbeeld; Leer uw kind voor anderen op te komen; Leer uw kind voor zichzelf op te komen; Wanneer er op school iets is gebeurd en het is opgelost, kom er dan thuis niet op terug. Opgelost is opgelost!; Denk er eens over na, wat u zoal bespreekt aan tafel, bedenkt u zich dan dat kinderen heel veel horen en opslaan!
6. 11 Protocol computergebruik De computers van school staan ten dienste van het “onderwijs”. De leerling gebruikt de computer: -
voor inoefenen van lesmateriaal; voor verwerking van lesmateriaal; ter voorbereiding, o.a. op lessen, toetsen; als informatie voorziening; ter verwerking van informatie, lessen, taken, opdrachten enz.;
70
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes -
als ondersteuning voor taken, opdrachten ed.; als remediërend middel om hiaten, problemen, moeilijkheden ed. te verminderen en/of op te lossen; voor tekstverwerking; als communicatiemiddel door mailing; als middel om power point presentaties te maken; als middel om de eigen groeps-sites van de school bij te houden en/of te vullen; om ev. toegestane andere sites te bekijken; en na toestemming ter vermaak (toegestane spelen).
De leerling weet dat zij/hij de computer alleen voor bovenstaande doeleinden kan en mag gebruiken. Tevens wordt de leerling geleerd, dat zij/hij de leerkracht en/of de directeur moet waarschuwen als zij/hij ziet dat een medeleerling of een leerkracht zich niet aan het ICT protocol houdt. Alle leerlingen van de school mogen en kunnen gebruik maken van de computers op school. Per groep staan een aantal computers in de klas of op de gang/hal.
6.12 Ontruimingsplan en veiligheid. De laatste jaren is het onderwerp veiligheid bij ons op school een vast onderwerp geworden op de agenda’s van de verschillende vergaderingen. Het belang van uw kind en ons personeel staat bij ons hoog in het vaandel. We werken volgens de ARBO voorgeschreven normen en we voldoen aan de richtlijnen zoals aangegeven door o.a. de brandweer die ons regelmatig bezoekt en controleert. We hanteren een strak geformuleerd ontruimingsplan. Een aantal leerkrachten hebben de cursus “levensreddend handelen bij kinderen” gevolgd en een aantal personeelsleden heeft de BHV-cursus met goed gevolg afgerond. Onze school beschikt over een preventiemedewerker. Deze functionaris bewaakt onder andere de fysieke veiligheid, de naleving van de ARBO en het op tijd aanleveren van verschillende cursussen. Het moge duidelijk zijn dat de veiligheid een ieders inzet verlangt en nooit een onderwerp kan zijn dat ‘af’ is. In de komende jaren zal er dan ook steeds meer vorm worden gegeven aan allerlei aspecten die met dit onderwerp te maken hebben. Bij ons op school heeft de wettelijk verplichte risico-inventarisatie en evaluatie plaatsgevonden. Hieruit bleek dat de school voldoet aan de eisen en dat slechts enkele zaken verbetering behoeven. Als de school in geval van een calamiteit ontruimd moet worden en in het geval terugkeer niet mogelijk is, zullen de ouders telefonisch op de hoogte gebracht worden. U wordt dan verzocht uw kind op te halen bij de leerkracht.
6.13 Foto’s en video’s Regelmatig maken we foto’s van activiteiten. Die plaatsen we op de website, komen in de nieuwsbrief en soms in plaatselijke kranten. Bij inschrijving geven ouders aan als er bezwaar is tegen plaatsing van foto’s waar hun kind op staat. Wij houden hiermee dan rekening tijdens het fotograferen en uiteraard later met het plaatsen van de foto’s.
71
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
72
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
6.14 Kledingvoorschriften Kledingvoorschriften en omgangsnormen Stichting BOOR onderschrijft naast de geldende wet- en regelgeving de richtlijnen die de Commissie Gelijke Behandeling in 2003 heeft opgesteld waar het gaat om een kader te geven aan kledingvoorschriften. Dat houdt in dat kleding niet discriminerend mag zijn en/of de vrijheid van godsdienst en/of meningsuiting niet mag aantasten. Daarnaast is bij gym- en zwemactiviteiten het bevoegd gezag en dus de school gebonden aan veiligheidsaspecten die de Arbowet stelt. Het dragen van hoofddoeken een dergelijke mag dus tijdens deze lessen geen gevaar opleveren voor het kind. Scholen zijn binnen dit kader vrij om aanvullende afspraken te maken. Als dat het geval is, worden die afspraken vermeld in de schoolgids (primair onderwijs) of het leerlingenstatuut (voortgezet onderwijs). Daarnaast erkent het bestuur dat samenwerken en samen optrekken van leerlingen tijdens schooluren en schoolactiviteiten evenals het handen schudden als vorm van begroeting tussen medewerkers van de school onderling, medewerkers en ouders, medewerkers en kind(eren) en van genoemde groepen met elkaar norm is binnen het Rotterdamse openbare onderwijs. Er mag daarbij geen onderscheid gemaakt worden tussen leerlingen en medewerkers van een verschillend geslacht.
6.15 Website Website
Algemeen Met onze website willen we informatie verstrekken over onze school aan iedereen die daarnaar op internet op zoek is. Deze informatie bestaat uit beschrijving van de identiteit van de school, de wijze van omgang met en zienswijze op kinderen, de beschrijving van leergebieden en lesstof, de activiteiten die de school ontplooit, enz. We richten ons hierbij zowel op degenen die de school al bezoeken, als op anderen die belangstelling hebben voor onze school. Op onze website is recente informatie te vinden over actuele gebeurtenissen in en rond de school. Daartoe zijn o.a. leerlingenpagina’s op de site aanwezig. (NB. Met onze website bieden we de leerlingen de mogelijkheid om werkstukjes, tekeningen, boekverslagen e.d. te laten zien aan klasgenoten, familieleden en vrienden, dichtbij en ver weg. Verantwoording De website is grotendeels opgebouwd uit informatie uit de schoolgids van de obs Jan Antonie Bijloo. Hierdoor is een bepaalde zekerheid verkregen dat de meest relevante informatie is goedgekeurd. Aanvullende informatie, foto’s worden geplaatst n.a.v. activiteiten in en buiten de school. Werkwijze Op de website is ook ruimte voor producten van leerlingen. Plaatsing van de recente informatie vindt plaats in overleg met de webmaster. In bepaalde gevallen kan eerst overlegd worden met diverse geledingen, voordat tot publicatie wordt overgegaan. Leerkrachten, leerlingen of ouders die materiaal op de site willen plaatsen, kunnen dit op school inleveren. Informatie aangeleverd door Ouderraad en Medezeggenschapsraad valt onder de verantwoordelijkheid van die organen. Privacy Op onze website worden o.a. werkstukjes en foto’s geplaatst. De ouders worden in de gelegenheid gesteld tegen publicatie van werk, gemaakt door hun kinderen, en/of foto’s met daarop hun kinderen, bezwaar te maken (o.a. via het inschrijfformulier/ oudercontract ).
73
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Bij de publicatie worden geen achternamen vermeld. Bij publicatie van informatie zal (strikt) persoonlijke informatie worden weggelaten. Bij vermelding van persoonlijke gegevens van hen die bij de school zijn betrokken, zal nooit meer worden gepubliceerd dan vrij verkrijgbare informatie. Bij publicatie van informatie, waar een betrokkene bezwaar tegen maakt, zal de webmaster deze informatie op verzoek verwijderen. Gebruikte bronnen: internetprotocol op school van de AVS (www.avs.nl)
7. De kinderen 7.1 Zo denken de kinderen er over. Eerder heeft onze school J.A. Bijloo deelgenomen aan de leerling tevredenheidspeiling. De verkregen gegevens kunnen worden vergeleken met die van 56943 leerlingen van circa zeshonderdachtendertig metingen onder vergelijkbare scholen in Nederland die eerder aan deze peiling hebben meegewerkt. Leerlingen zijn over het algemeen zeer tevreden over de school. De enquête geeft een duidelijk beeld van de tevredenheid van de leerlingen met hun school. Het gemiddelde rapportcijfer dat leerlingen in de referentiegroep aan hun school geven is 8.0. Onze school scoort gelijk met een gemiddelde van 8.o. De waardering van de leerlingen voor onze school is daarmee 'goed'.
Pluspunten van onze school: 1. moeilijkheidsgraad computerwerk (92%) 2. gymnastiekles (91%) 3. uitstapjes met de klas (90%) 4. werken met de computer (86%) 5. duidelijkheid van regels (82%)
Kritiekpunten op onze school: zitplaats in de klas (36%) rust in de klas (36%) aantrekkelijkheid van het schoolplein (30%) de vakken natuur en biologie (29%) beperking van ruzie in de groep (27%) het vak geschiedenis (26%) vermoeidheid op school (26%)
De pluspunten moeten we vasthouden natuurlijk en zelfs trachten te verbeteren. De kritiekpunten hebben we meegenomen in ons overleg en aangepakt. Aantrekkelijkheid van het plein is al genoemd als onderdeel van het gebouw bij de ouder enquête en we hebben het daar al uitgelegd. Het heeft te maken met achterstallig onderhoud, dat direct in verband stond met de plannen om de school te verhuizen. Nu het plan van een MFA van de baan is, zijn we met het bestuur in overleg om dit te verbeteren. In samenwerking met de HRO zijn we al gestart in het gebouw. Beperking van ruzie: Dit punt heeft geleid tot de intrede van ons nieuwe pestprotocol. Voor de vakken biologie, geschiedenis en natuur hebben we een eigen enquête gehouden onder de leerlingen uit de bovenbouw om uit te vinden, wat daar het probleem was.
74
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Vervolgens hebben we onze werkwijze aangepast. De komst van de digitale schoolborden in alle groepen hebben deze vakken ook positief beïnvloed. De groepen bestaan nu gemiddeld uit zo’n 22 kinderen, wat de rust zeker ten goede komt. Aan de andere kant werden we door bezoekende volwassenen en bijv. studenten juist altijd al geprezen om de rust in onze school. De zitplaats in de klas heeft veelal te maken met de wens naast een vriendje of vriendinnetje te zitten. Indien mogelijk doen we dat ook, maar voor sommige kinderen is het verstandiger om daar gedurende de instructie en het werken juist niet te zitten. De vermoeidheid op school heeft vaak zijn oorzaak in de thuissituatie. Op je kamer in het bezit zijn van een smart phone, een computer of een laptop en een tv zorgt er voor dat kinderen hun bedtijd, soms ongemerkt, aardig kunnen verschuiven.
7.2 Opvang: vóór, tussen en na school (o.a. het overblijven) en toegestane etenswaren. Voor schooltijd kunt u, voor uw kind, gebruik maken van de Voorschoolse Opvang. Na schooltijd is de Buiten Schoolse Opvang (BSO) mogelijk. Wij werken hiervoor samen met: Stichting BijdeHand De voorschoolse opvang is vanaf 07.30 uur en u kunt uw kind zonder afspraak daar gebruik van laten maken. De kosten bedragen €1,25 per keer en dit bedrag kan met een strippenkaart betaald worden of gewoon per keer worden voldaan. De kinderen krijgen wat te drinken en kunnen een eventueel meegebrachte boterham nuttigen. Ze verblijven in de zaal en kunnen daar tv kijken, computerspelletjes spelen, tekenen, wat lezen, wat knutselen, een spelletje spelen etc. . Op de Bijloo is de Tussen Schoolse Opvang voor alle kinderen hetzelfde. Aangezien we een continurooster draaien, eten alle kinderen in de groep bij de leerkracht. Hierdoor vermijden we dat sommige kinderen naar huis gaan, buiten rond hangen, naar het winkelcentrum gaan en andere kinderen op school moeten blijven. Voor de ouders is dit ook kostenbesparend, aangezien we onze leerkrachten bereid hebben gevonden samen met de kinderen te eten en we u geen kosten hoeven te berekenen. Na het eten gaan de kinderen buiten spelen en is de pleinwacht onder het personeel per toerbeurt geregeld. BSO. ( www.kov-bijdehand.nl ) Op 40 locaties in de deelgemeente Prins Alexander en Hillegersberg/Schiebroek biedt BijDeHand kinderopvang voor kinderen vanaf 6 weken tot het moment waarop het kind de basisschool verlaat. De opvangvormen die zij bieden zijn: •Kinderdagverblijf: hele dagopvang en verlengde dagopvang van 7.00 tot 19.00 uur; •Buitenschoolse opvang: voorschoolse opvang van 7.30 uur tot start school; naschoolse opvang tot 18.00 uur of 18.30 uur; vakantieopvang van 7.30 uur tot 18.30 uur. •Peuterspeelzaal: in alle wijken van de deelgemeente Prins Alexander.
75
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
76
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Buitenschoolse opvang BijDeHand heeft 24 locaties voor buitenschoolse opvang. Deze locaties bieden opvang aan kinderen van 4 jaar tot het einde van de basisschool. Alle locaties bieden hoogwaardige opvang met ieder zijn eigen specifieke kenmerken. Zo werkt één locatie antroposofisch en maakt een andere locatie onderdeel uit van een Brede School; een samenwerkingsverband tussen scholen voor primair onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaal en sociaal-cultureel werk. Er zijn locaties waar gewerkt wordt met een open deuren beleid. Tevens is er een locatie waar kinderen worden opgevangen met ontwikkelings- en/of gedragsproblemen, kinderen die niet goed in een reguliere buitenschoolse opvang opgevangen kunnen worden. Vrije tijd, plezier en huiselijkheid Buitenschoolse opvang betekent vooral vrije tijd, plezier, creativiteit en huiselijkheid. Daarom mogen de kinderen grotendeels zelf kiezen wat ze willen doen. Pedagogisch medewerkers zorgen voor een gevarieerd aanbod van activiteiten, aangepast aan de leeftijd van het kind. Vanzelfsprekend worden de kinderen begeleid bij de activiteiten. In de vakanties bieden we de kinderen een uitgebreid activiteitenprogramma met activiteiten die ook buiten de locatie plaatsvinden. Daarbij worden regelmatig professionals ingezet zoals gymdocenten, schilders, dramadocenten etc. Ook wordt er tijdens de zomervakantie extra aandacht besteed aan de activiteiten o.a. door het regelmatig aanbieden van vakantiekampen in een vakantielocatie van kinderopvang BijDeHand. Kinderen hebben inspraak De inbreng van de kinderen op hun vrije tijd vinden wij erg belangrijk. Daarom werken we op verschillende locaties met kinderparticipatie. Kinderen kunnen bijvoorbeeld invloed uitoefenen op de keuze van de vakantieactiviteiten, aanschaf van materialen, speelgoed en de inrichting van de ruimtes. Contact tussen ouders en pedagogisch medewerkers We vinden het belangrijk dat er goed contact is tussen ouders en pedagogisch medewerkers. Tijdens de breng- en haalmomenten is er gelegenheid om informatie over uw kind uit te wisselen. Bij het ophalen vertelt de groepsleiding over de activiteiten van die dag en eventuele bijzonderheden. Gedurende het jaar wordt de ontwikkeling van uw kind gevolgd en vastgelegd door middel van een kindvolgsysteem. Deze observaties worden besproken tijdens de oudergesprekken, die één keer per jaar plaatsvinden. Openingstijden De buitenschoolse opvang is open in aansluiting op schooltijden en hele dagen in de schoolvakanties. Alle locaties bieden in ieder geval opvang van 15.00 tot 18.00 uur, op woensdag van 11.30 - 18.00 uur en in schoolvakanties van 08.00 uur. Er wordt op een groot aantal locaties ook voorschoolse opvang aangeboden maar niet altijd tijdens de vakantieperiodes. Een aantal locaties biedt ook opvang tussen de middag. Bij sluiting van scholen, bijvoorbeeld in verband met studiedagen, biedt de buitenschoolse opvang veelal ook opvang. Meer informatie over openingstijden kunt u vinden onder het menu locaties, overzicht alle locaties, locatiepagina's. ( www.kov-bijdehand.nl ) Of vraag ernaar bij Informatie & Plaatsing Kinderopvang telefoon: (010) 251 80 76 op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur.
77
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes De kinderen van de Bijloo maken gebruik van: Het Speelhonk Locatiemanager: Saffira Moree
[email protected] 010 220 20 27 Berlagepad 10 3067 BA Rotterdam Opvangvormen: Buitenschoolse opvang Openingstijden ma, di, wo, do en vrij na school tot 18:00 uur In vakanties en op vrije dagen van 08.00 uur - 18.00 uur Scholen: Onze Wereld C. Danckertstraat Onze Wereld Berlagepad De Kring De Kleine Prins (dep.) J.A. Bijlooschool Toegestane dranken op de Bijlooschool: Vruchtensappen, zoals bijv.: appelsap, jus d’orange, wicky, roosvicee, ed. Melkproducten, zoals melk, karnemelk, vruchtenmelk, chocomelk, yoghurtdrank ed. en water. Lunch- en pauzehapjes: Boterham, krentenbol, belegd broodje of iets vergelijkbaars. Yoghurt, Danoontje, stuk kaas. Fruit, zoals appel, banaan, mandarijn, druiven, peer ed. Groenten, zoals worteltjes, komkommer ed. Ontbijtkoek, Evergreen, Sultana of iets dergelijks. Het liefst zien we dat de kinderen hun eten in een brooddoos meenemen. Zorg ervoor dat de naam van uw kind op de doos staat. Drankjes kunt u meegeven in een beker, pakje of flesje. Ook hier graag de naam van uw kind op de verpakking. Aan het eind van de dag moeten de dozen en bekers weer mee naar huis genomen worden. Uiteraard kunt u gebruik maken van onze melkvoorziening. Die wordt vanuit de koelkast door ons in de ochtend verspreid. Mocht u uw kind een Danoontje of iets dergelijks meegeven, zorg dan ook voor een lepeltje. Als u uw kind fruit mee heeft, zorg er voor dat uw kind de schil zelf kan verwijderen of dat de schil al verwijderd is. In geen geval mesjes mee naar school om het fruit te schillen. Wat uw kind niet op kan of niet meer lust, krijgt hij of zij mee naar huis. Te veel eten maakt slaperig en het kind verliest zijn concentratie. Te weinig eten maakt hongerig en ook dat is niet goed voor de werkprestaties van de kinderen. Dus beter een half boterhammetje retour, dan eten tekort. Andere etenswaren kunnen we alleen toestaan na overleg en goedkeuring van de leerkracht. Probeer ook bij traktaties zo gezond mogelijk te trakteren. Vermijd grote hoeveelheden en bedenk dat het een feestelijk gebeuren moet zijn, waarbij het gebaar het belangrijkste onderdeel is.
78
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
79
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
7.3 Schoolverzekering De kinderen van onze school zijn collectief verzekerd tegen ongevallen. Deze verzekering geldt tijdens de schooluren, onderweg naar en van school en tijdens activiteiten die door de school worden georganiseerd buiten het schoolgebouw. De verzekering geeft recht op een ( beperkte ) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van de betrokkenen geen dekking biedt. Materiele schade ( kapotte bril, fiets ed. ) valt hier niet onder. De aansprakelijkheidsverzekering biedt de school en de mensen die actief zijn voor de school ( personeel, studenten, vrijwilligers ) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. We willen u attenderen op twee aspecten, die vaak leiden tot misverstand. De school of schoolbestuur is niet zonder meer aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en de buitenschoolse activiteiten gebeurt. Deze opvatting leeft nogal eens bij mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. Indien een kind bij het buitenspelen valt en zijn of haar bril is stuk, valt die schade niet onder de aansprakelijkheid van school. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor ( schade door ) onregelmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen ( of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders ) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens schooluren dus schade veroorzaakt door onrechtmatig handelen is daar ( of de ouders ) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders / verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
7.4 Bijzondere activiteiten De Bijloo besteedt naast taal en rekenen ook veel aandacht aan andere zaken, waar kinderen van kunnen leren. In en buiten het schoolgebouw kunnen kinderen allerlei soorten kennis opdoen en vaardigheden oefenen. Wij gaan er dan ook van uit, dat uw kind aan alle buitenschoolse activiteiten meedoet.
7.5 Schoolreis Eenmaal per jaar is er voor de kinderen van groep 1 t/m 6 een schoolreis. Deze reis wordt bekostigd uit het schoolfonds. Omdat dat een vrijwillige bijdrage is, moeten we de ouders, die het schoolfonds niet betalen of nog niet betaald hebben, vragen om contact met ons op te nemen of wij nemen met u contact op m.b.t. deze voor de kinderen speciale dag. De kinderen die niet deelnemen aan deze reis, krijgen een alternatief programma op school en zijn op die dag dus niet vrij.
7.6 Onderwijs buiten de school Elke groep gaat één of meerdere keren op excursie. Dat kan bijvoorbeeld zijn naar het museum, de kinderboerderij, theater ed..
80
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
Schooltuinen & schoolzwemmen Vanaf de herfstvakantie heeft groep 6 les in het onderhouden van een schooltuintje. Vanaf het voorjaar zullen deze lessen buiten plaatsvinden op het terrein van de Dienst Natuur- en Milieu Educatie Rotterdam. Samen met de groepsleerkracht wordt de groep opgehaald met een bus. De groep 5 en 6 hebben één bewegingsles per week buiten school. Dat is de wekelijkse zwemles. Deze les vindt plaats in het zwembad aan het Bramanteplein en is binnen een paar minuten lopend vanaf school te bereiken. Als de zwemles de eerste les van de dag is, kunnen de kinderen rechtstreeks naar het zwembad gaan of vanuit school met de leerkracht meelopen. Indien het de laatste les is, kunnen de kinderen vanuit het zwembad naar huis toe of met de leerkracht mee naar school lopen. Bibliotheek Lezen is erg belangrijk. In samenwerking met de bibliotheek worden voor alle groepen leesactiviteiten georganiseerd. Alle groepen van de Bijloo brengen groepsgewijs regelmatig een bezoek aan de bibliotheek. Daar mag ieder kind een leesboek uitzoeken en een periode voor op school lenen. Na die periode brengt de groep weer een nieuw bezoek en worden de boeken geruild. De Bijloo school heeft tevens een eigen bibliotheek op school waar de kinderen gebruik van maken.
7.7 Naschoolse activiteiten Gedurende het schooljaar zijn er sporttoernooien, o.a. voetbal, basketbal. De kinderen kunnen zich hiervoor van te voren opgeven en bij voldoende deelnemers organiseren de leerkrachten het verdere verloop. Wel wordt er soms een beroep gedaan op ouders van deelnemende kinderen om de sporters te vervoeren. De toernooien vinden ook weleens in de vakantie plaats. Het is belangrijk dat de kinderen ,die zich hebben opgegeven, ook daadwerkelijk aanwezig zijn. Het is uiterst vervelend voor de andere deelnemers en hun begeleiders als er op zo’n moment te weinig kinderen zijn.
7.8 Gevonden voorwerpen De gevonden kleding wordt bewaard in de blauwe kist onder de kapstok aan het begin van de zaal. Na verloop van tijd worden deze kledingstukken in de zaal uitgestald en krijgen de ouders bericht. We lopen dan met alle kinderen langs deze voorwerpen en kunnen ze eruit halen wat van hen is. De ouders kunnen die periode voor, na en tijdens schooltijd een kijkje nemen. De spullen die dan nog overblijven gaan naar een goed doel. Sleutels, horloges, sieraden en andere waardevolle spullen liggen minimaal een jaar bij de conciërge. We willen benadrukken dat het meegeven van waardevolle spullen zoveel mogelijk beperkt moet zijn. Als er geen andere mogelijkheid is, kunnen de kinderen hun waardevolle spullen bij de leerkracht afgeven, die het dan in een kluisje zal bewaren.
81
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
82
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
8. De relatie school en omgeving 8.1 De relatie school en omgeving Een goede samenwerking met andere scholen en instanties komt de school en dus ook de kinderen ten goede. Binnen onze wijk is er regelmatig overleg met de directies van de andere scholen. Dit heeft o.a. geleid tot de afspraak dat we niet zonder meer kinderen van elkaar inschrijven. Binnen het jeugdnetwerk Het Lage Land waarbij ook de andere scholen participeren, evenals verenigingen, politie, buurtwerk, deelgemeente, schoolmaatschappelijk werk ed. houden we ons bezig met allerlei zaken, die betrekking hebben op alle kinderen in deze wijk.
8.2 De 10 vanzelfsprekendheden Op initiatief van wethouder Geluk is in 2007 het opvoeddebat gestart. Hieruit zijn 10 vanzelfsprekendheden over opvoeden ontstaan. Als Rotterdamse basisschool willen wij u deze niet onthouden. Wij nemen deze 10 vanzelfsprekendheden serieus. Van u verwachten wij hetzelfde. In het belang van uw kind: ouder en school: SAMEN! Rotterdam: 10 vanzelfsprekendheden van opvoeden
De zorg voor kinderen 1. Ik bied mijn kind een warm en veilig thuis, waar het altijd welkom is. 2. Ik verzorg mijn kind goed: zo kleed ik hem naar de weersomstandigheden en geef hem thuis een gezond ontbijt. 3. Ik bereid mijn kind goed voor op de risico's die er in de omgeving zijn: op straat, in de buurt, op televisie en internet. De ontwikkeling van kinderen 4. Ik zorg ervoor dat mijn kind goed voorbereid naar school gaat. Dat betekent bijvoorbeeld dat het voldoende Nederlands spreekt voor het naar de basisschool gaat. 5. Ik bespreek regelmatig met de school hoe het met mijn kind gaat. Respect voor anderen 6. Ik geef mijn kind het goede voorbeeld door zelf respectvol om te gaan met anderen. 7. Ik zorg ervoor dat mijn kind voor zijn 12e seksueel is voorgelicht. Ik leer hem om te gaan met zijn eigen grenzen en met de grenzen van anderen. Opvoeden doen we samen 8. Ik kan uitleggen welke keuzes ik maak in de opvoeding. Ik ben aanspreekbaar op hoe ik met mijn kind omga. 9. Ik bespreek wat ik van anderen verwacht bij de opvoeding van mijn kind. 10. Ik vraag hulp als ik moeite heb met de opvoeding van mijn kind. internet: www.rotterdam.nl/opvoeddebat
83
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
84
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
9. De resultaten van het onderwijs 9.1 Na groep 8 Uitstroom leerlingen groep 8 Jaar 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Aantal ll 23 23 28 30 28 24
vwo 3 2 7 4 4 5
havo 4 3 4 3 7 1
havo/mavo 1 6 1 6 2 5
vmbo/lwoo 15 12 16 17 15 13
Eindtoets Basisonderwijs: jaar 2009 2010 2011
ondergrens 533,7 534,9 532,1
Score Bijloo 535,1 537,4 533,5
bovengrens 536,4 539,7 535
9.2 Het onderwijskundig rapport (OKR) De school is wettelijk verplicht een onderwijskundig rapport (OKR) van de leerlingen op te stellen als een kind naar een andere school gaat. In dit rapport staan de volgende gegevens: - algemene gegevens van het kind - leervorderingen van het kind - gegevens over het gedrag van de leerling. Als u wilt, kunt u uw zienswijze op het OKR invullen. Is uw kind definitief ingeschreven bij een volgende basisschool of de school voor voortgezet onderwijs dan vraagt die school het OKR bij de Bijloo op en wordt het toegestuurd.
9.3 De leeropbrengsten Hieronder geven wij een weergave van de leerresultaten van onze school voor de vakgebieden Begrijpend Lezen, technisch Lezen en rekenen & Wiskunde. Het gaat hier om de resultaten in verschillende leerjaren. Om de resultaten te kunnen begrijpen geldt de volgende legenda, die de verschillende kleuren verklaart:
De inspectienorm is het getal dat de Onderwijsinspectie hanteert om te kijken of de opbrengsten van een school voldoende zijn.
85
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Achter de tabel ziet u een tabel met een stijgings percentage. Hier geven wij aan wat we dit schooljaar proberen de verbeteren aan de scores. Ook aan scores die al boven de inspectie norm zitten. We blijven ambitieus en gaan er vanuit dat wat goed is, nog beter kan worden.
86
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes Uit de resultaten voor Technisch en Begrijpend lezen hierboven blijkt dat alle groepen boven de norm van inspectie scoren. Het is met het Technisch en Begrijpend lezen dus al goed gesteld op de Bijloo. Uit de resultaten voor Rekenen & Wiskunde blijkt dat daar nog wat wisselend gescoord wordt in de lagere groepen net als bij leestechniek en leestempo. Sommige groepen scoren nl. nog net onder de norm. We hebben gemerkt, dat er bij het rekenonderwijs in de toetsen van de methode ( Wereld in Getallen ) wel veel hoger door de kinderen wordt gescoord. De manier van vragen en de taligheid van de opdrachten zal zeker bij de CITO toetsen een belangrijke rol spelen voor onze kinderen. We zijn dan ook gestart met o.a. Rekennieuws, waarin juist deze onderdelen extra worden getraind. Ook krijgen de kinderen extra ondersteuning onder en buiten schooltijd om hier vaardiger in te worden. Vanaf groep 5 zitten de kinderen voor deze vakken trouwens al weer boven de inspectienorm.
10. Schooltijden, vakanties en praktische mededelingen 10.1 Schooltijden Alle groepen hebben dezelfde schooltijden. Op ma, di, do en vrij: Op woensdag:
8.30 uur - 15.00 uur 8.30 uur - 12.15 uur
Soms is mogelijk dat op sommige dagen de schooltijden iets afwijken i.v.m. het gymnastiek- of zwemrooster. Tien minuten voor het begin van de lessen gaat de school open. Vanaf 7.30 uur kunt u ziekmeldingen telefonisch ( 010-4200811) doorgeven. De kinderen ontvangen van groep 1 t/m 8 zo’n 952 uur les per jaar. In een volle week is dat 25,75 uur. De verdeling van de vakken per week is ongeveer als volgt: Taal en lezen: Rekenen en wiskunde: Expressie vakken: Kennisgebieden ( Natuur, Aardrijkskunde etc. ) Ochtend pauze Lichamelijke oefening
9 uur 5 uur 3 uur 5 uur 1 ¼ uur 2 ½ uur
10.2 Vakanties, vrije en speciale dagen Deze specifieke data kunt u vinden in de bijlage.
87
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
88
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
10.3 Verlofregeling voor kinderen De leerplichtige leeftijd voor kinderen is vanaf vijf jaar. Dit betekent dat u uw kind vanaf deze leeftijd niet zomaar thuis mag houden. In voorkomende gevallen zult u dus verlof moeten aanvragen. Een verlofformulier is verkrijgbaar bij op school of te downloaden op onze site. Bij het beoordelen van de verlofaanvragen dienen wij ons aan vastgestelde richtlijnen te houden. De toestemming of de afwijzing wordt door de directie gegeven. Verlof voor bezoek aan huisarts, ziekenhuis, therapie of tandarts. Een kort bezoek hoeft u slechts mede te delen aan de leerkracht of de conciërge. Is uw kind een ochtend of middag afwezig, vul dan een verlofformulier in. Probeer dergelijke afspraken zoveel mogelijk buiten schooltijd te maken. Verlof voor huwelijken, jubilea, begrafenissen e.d.. Dit verlof meldt u schriftelijk bij de directeur. Verlof voor vakantie. Voor vakantieverlof buiten de reguliere schoolvakanties kan slechts in uitzonderingsgevallen toestemming gegeven worden. Een verzoek hiervoor dient schriftelijk, liefst met een mondelinge toelichting, minstens acht weken voor aanvang van het gevraagde verlof, ingediend te worden bij de schoolleiding. De directie is op dit punt gebonden aan afspraken met de leerplichtambtenaar van de gemeente Rotterdam. Indien u bezwaar maakt tegen het besluit van de schooldirectie of van de leerplichtambtenaar kunt u binnen 30 dagen in beroep gaan bij de Raad van State. LET OP: Verlof gekoppeld aan een schoolvakantie is in het algemeen niet toegestaan.
10.4 Schoolmelk Uw kind kan schoolmelk drinken. Als uw kind meedoet, vult u een bestelformulier in (verkrijgbaar en inleveren bij de conciërge). U betaalt aan Campina via een toegezonden acceptgirokaart. Er is een keus uit volle melk, halfvolle melk, chocolademelk en drinkyoghurt. Natuurlijk kunt u uw kind ook zelf iets te drinken meegeven. Wanneer uw kind géén gebruik meer maakt van de schoolmelk, dient u dat zelf aan Campina schriftelijk door te geven. Later verstuurde rekeningen zijn de verantwoordelijkheid van de ouder. internet: www.schoolmelk.nl. 0900-2356355 (Voor ouders: maandag t/m donderdag van 9.00 tot 15.00; vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur )
10.5 Schoolfotograaf Elk jaar hebben we bezoek van de schoolfotograaf. U krijgt daar van te voren bericht over en u kunt aangeven of u aparte of gezamenlijke foto’s van uw kinderen wilt hebben. Ook kinderen die niet of nog niet bij ons school zitten, kunnen hier gebruik van maken. Tevens worden er groepsfoto’s gemaakt. Deze foto’s hoeft u natuurlijk niet te kopen en dan vragen we u de foto’s weer retour te sturen.
89
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
90
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
10.6 Hoofdluis Ieder kind kan hoofdluis oplopen. Daar hoeft niemand zich voor te schamen, maar vervelend is het natuurlijk wel. Elk kind ontvangt bij ons op school een luizentas, waarin hij of zij hun jas, shawl en/of pet kunnen stoppen. Na een vakantie periode worden de kinderen nagekeken op hoofdluis en we vragen de ouders ook thuis regelmatig te controleren. Wilt u, als uw kind luizen heeft, dit wel doorgeven aan de leerkracht. Hoe kan men luis ontdekken? Luizenkam en wit papier Ga met een luizenkam door het haar boven een wit stuk papier. De luizen vallen op het papier Bestrijden. De combinatie kammen en bestrijdingsmiddel is uiterst effectief. Men moet meteen aan de slag met de luizenkam. Twee weken lang iedere dag het haar heel zorgvuldig kammen. Plukje voor plukje vanaf de haarwortel. Daarbij kan ook een een antihoofdluismiddel gebruikt worden, dat in iedere drogisterij te koop is. De combinatie kammen en bestrijdingsmiddel is uiterst effectief, als men het consequent toepast. Een keer het middel gebruiken is onvoldoende. Altijd na een week moet men het haar met hetzelfde bestrijdingsmiddel nogmaals behandelen. Hoe gaat het kammen? 1.Was het haar eerst goed met shampoo en spoel het daarna uit. 2.Daarna een ruime hoeveelheid crèmespoeling aanbrengen, maar niet uitspoelen. 3.Met een gewone kam de klitten uitkammen. 4.Nu het hoofd voorover boven de wastafel houden. Met de luizenkam het haar van achteren naar voren kammen. 5.De luizenkam afvegen aan bijvoorbeeld een stuk keukenrol en kijk of er luizen te zien zijn. 6.De crèmespoeling uitspoelen. Welke bestrijdingsmiddelen zijn er verkrijgbaar? Prioderm, shampoo en lotion. Noury,heeft de zelfde bestanddelen als Prioderm, maar ruikt niet aangenaam. Laxalol. Crème en lotion. Para, niet gebruiken bij astma en hooikoorts. Voorkomen dat de hoofdluis terug komt. Zorg dat de voorgeschreven behandeling en het kammen goed wordt toegepast. Was alles waarin of waarop luizen zich kunnen nestelen. Lakens, dekens, kussens, knuffels, kleren en jassen. Dingen, die te groot zijn of waarvan men niet zeker weet of ze gewassen kunnen worden, kan men ook een aantal dagen in de vrieskist doen. Voor wie dat niet de ideale manier lijkt, is er nog een andere mogelijkheid: Stop die spullen een week lang in een luchtdicht afgesloten vuilniszak. Nieuw in de handel is de zogenaamde "luizenvanger". Die moet op de stofzuiger worden gemonteerd. Er komt geen chemisch middel aan te pas.
91
obs Jan Antonie Bijloo … een springplank tot succes
10.7 Schooltandarts DE TANDARTS MAAR DAN ANDERS. Wanneer kinderen op de basisschool komen, hebben zij nog hun melkgebit. Een gezond melkgebit is heel belangrijk voor de ontwikkeling van uw kind. Immers met kapotte kiezen kun je niet goed eten en dus niet goed groeien. Door kiespijn kun je je minder goed concentreren en slaap je slechter. Als ouder heeft u een belangrijke rol ook bij de verzorging van het gebit van uw kind. De Jeugdtandverzorging kan u daarbij helpen. In hun aanpak staat het voorkómen van tandbederf voorop. Dit gebeurt o.a. door uitgebreide poetsinstructies, voorlichting over voeding, preventieve behandelingen zoals beschermende laklaagjes op de kiezen (sealants) en toepassing van fluoride. Uiteraard kunt u ook bij hen terecht voor het behandelen van gaatjes. Indien nodig verwijzen zij door naar een orthodontist (beugeltandarts) en bieden zij hulp bij alle tussentijdse (pijn)klachten. Twee maal per jaar worden de kinderen vanuit school naar de Boezemsingel gebracht voor controle en behandeling. Regels: 1. Vanaf 2 jaar 2x per jaar naar de tandarts 2. 2x per dag poetsen met fluoridetandpasta 3. Tot en met 8 jaar ’s avonds napoetsen door ouders 4. Niet meer dan 7 eetmomenten op 1 dag Stichting Jeugdtandverzorging Rotterdam Maasstraat 12a Boezemsingel 11 3016 DC Rotterdam 3034 EA Rotterdam tel: 010 – 411 69 60 tel: 010 – 214 07 33 Uw kind is vanaf 2 jaar welkom om samen met u te komen. Wanneer uw kind naar de basisschool gaat, kan uw kind ook via school naar ons toekomen. Tweemaal per jaar worden kinderen in groepjes met een busje van school naar de praktijk gebracht. WANNEER HET KIND DE BASISSCHOOL VERLAAT. Als uw kind de basisschool verlaat wordt er tweemaal per jaar een oproep naar huis gestuurd. Uw kind is welkom tot 18 jaar. WAT ZIJN DE KOSTEN? Kinderen vallen onder de basisverzekering. De kosten van de tandarts (behalve orthodontiebeugels) worden volledig vergoed. Let daarbij wel op dat uw kind maar bij één tandarts ingeschreven mag staan. HOE KAN EEN KIND AANGEMELD WORDEN? Een informatiebrochure en aanmeldings-formulier van de Jeugdtandverzorging zijn op school aanwezig of op te vragen bij Stichting Jeugdtandverzorging tel: 010 – 411 69 60. Ook kunt u het aanmeldingsformulier downloaden via www.jeugdtandverzorging.net.
92