Stagebeleid
Springplank naar een watercarrière
Springplank naar een watercarrière
1
2
Stagebeleid
Voorwoord Stagiairs zijn binnen de waterschappen een bekend fenomeen, maar toch kom je ze nog te weinig tegen. Dat is jammer; niet alleen voor de jongeren die daardoor een interessante stage mislopen, maar ook voor de waterschappen zelf. Voor de waterschappen specifiek is het lastig om jonge mensen aan te trekken. De waterschappen zijn onzichtbaar. Tegelijkertijd weten we dat er veel mensen gaan uitstromen. Een tekort aan gekwalificeerde mensen zal ontstaan. Het beeld is nu niet gunstig. Jongeren hebben nu een stoffig beeld van waterschappen. Inmiddels zijn er veel boeiende functies op het gebied van techniek, beleid en milieu. Van vmbo tot wetenschappelijk nivo. Het middel om bekendheid te genereren en de instroom te bevorderen is stage. Intern mobiliteitsbeleid kan ook profiteren van het instrument stage. Dan laten we zien dat doorgroei mogelijk is. Dit moeten we laten zien, ook aan stagiairs. Dan krijgen we dynamische organisaties. Graag wil ik de waterschappen oproepen tot het organiseren van zinvolle stageplekken. Deze brochure vertelt waarom stages belangrijk zijn, en wat het Nederlandse onderwijs de waterschappen in dit opzicht te bieden heeft. De conclusie is dat waterschappen dit gebied veel beter kunnen ontginnen, door een gedegen stagebeleid te ontwikkelen met heldere afspraken zowel binnen de organisatie als met het onderwijs. Met zo’n beleid zijn alle betrokken partijen gediend: jongere, school en waterschap. Stages zijn te belangrijk om ze aan het toeval over te laten! Namens het bestuur van de Stichting A&O-fonds Waterschappen Bert de Haas Voorzitter
Springplank naar een watercarrière
3
Leeswijzer Deze brochure wil waterschappen op weg helpen naar een stagebeleid dat goed is voor alle betrokkenen. • We beginnen met het waarom: acht redenen om stages aan te bieden. • Vervolgens beschrijven we, hoe een waterschap haar stagebeleid optimaal vorm kan geven. Convenanten met het onderwijs zijn daarbij een belangrijk middel. • Daarna volgen vijf hoofdstukken die het huidige Nederlandse onderwijsstelsel in kaart brengen. Dit stelsel heeft de laatste jaren namelijk enorme veranderingen doorgemaakt, onder meer als gevolg van competentiegericht onderwijs en een sterk toegenomen aandacht voor praktijkleren. We doen de nieuwe structuren van vmbo, mbo, hbo en wo uit de doeken en beschrijven de vele soorten stages, inclusief hun voors en tegens voor het waterschap als leerbedrijf. • Dan volgt een hoofdstuk over praktische punten zoals stagevergoedingen. • Het laatste hoofdstuk behandelt de juridische aspecten van praktijkleren. Een onmisbaar element is de stageovereenkomst. Een model daarvoor is in bijlage 1 opgenomen. • Als laatste presenteren we in bijlage 2. een overzicht van relevante organisaties en andere informatiebronnen. • Tussen de hoofdstukken door treft u korte interviews aan met mensen uit het veld: stagiairs, beleidsmakers en begeleiders. Zij geven een beeld van wat er mogelijk is met een effectief stagebeleid, maar ook van de hobbels op de weg naar dat doel.
4
Stagebeleid
Inhoudsopgave Voorwoord Deel 1 Waarom stages? 7 Interview: Hans Oosters Deel 2 Stagebeleid 8 Interview: Carenia Akkermans en John Zijlmans Deel 3 De structuur van het onderwijs 11 Interview: Sante Dorigo en Wilbert Janssen Deel 4 Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Interview: Luut Rozema en Hella Mulderij
12
Deel 5 Middelbaar beroepsonderwijs 14 Interview: Marian Snoeken en Simon Hulleman
18
Deel 6 Hoger beroepsonderwijs
Deel 7 Universitair onderwijs
Deel 8 Andere vormen van praktijkleren
20 21
Deel 9 Praktische punten 22 Interview: Sim Steur en Gerard Jantjes Deel 10 Juridische aspecten
24
Bijlage 1 Model-stageovereenkomst 25 Bijlage 2 Meer informatie 27
Springplank naar een watercarrière
5
Vice voorzitter A&O-fonds Waterschappen, Dijkgraaf Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard.
Noodzaak voor goede stages De tijd is rijp om stage niet meer als vanzelfsprekend te zien. Stage is het instrument om arbeidsmarktbeleid en hrm-beleid te koppelen. Het mes snijdt aan meerdere kanten. Enerzijds breng je jonge energie in het bedrijf, anderzijds krijg je als waterschap beter zicht op het aanbod van opleidingsinstituten. Bereid je voor op een krappere arbeidsmarkt “Nu merk je het nog niet, maar alle demografische plaatjes wijzen uit dat de waterschappen een probleem krijgen. Veel mensen zien ons namelijk als een onaantrekkelijke werkgever. Het wordt steeds moeilijker om geschikte mensen te vinden. Het contact tussen scholen en waterschappen dat ontstaat door de stages leidt er toe dat deze organisaties dichter naar elkaar toe groeien. Dit is voor de toekomst erg belangrijk. Vooral ook stageplaatsen bieden aan nieuwkomers. Dan blijven we goed aangesloten bij de maatschappij.
Het rendement van een stagiair “Wij hebben bij het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard stagiairs van allerlei opleidingsniveaus, van vmbo tot universiteit. Leidinggevenden realiseren zich steeds meer dat stages kunnen renderen. Hun beeld is bepaald door de tijd dat ze zelf op school zaten of studeerden. Als je dat wilt doorbreken, moet je een beleidskader opstellen. Van
te voren bedenken hoeveel, en waar stagiairs ingezet kunnen worden. Vooral werken aan een warme relatie met opleidingsinstituten. Vooral onze calamiteitenorganisatie werkt intensief samen met de hogeschool. Ons waterschap is middenin Rotterdam gevestigd maar we zijn nog onbekend bij de nieuwe doelgroepen. Hier willen we aan werken en bij de jongeren beginnen. Wanneer je start met stage denk dan niet ‘ik heb 100 procent meer handen’.
6
Stagebeleid
DEEL 1
Waarom stages?
Stages en andere vormen van praktijkleren zijn een uitstekend instrument om een aantal belangrijke doelstellingen van waterschappen binnen bereik te brengen. Hieronder geven we de voornaamste argumenten die worden genoemd door mensen die zich bij de waterschappen met stages bezighouden.
1
4
Door de vergrijzing gaat straks een groot deel van de waterschapambtenaren met pensioen, juist op het moment dat nieuwe arbeidskrachten schaarser worden. Als een waterschap dan goed personeel wil aantrekken, moet ze nu beginnen om als interessante werkgever in beeld te komen bij de professionals van morgen. Dat lukt het best wanneer die mensen als stagiair het waterschap van binnenuit leren kennen.
Het beroepsonderwijs wordt steeds meer competentiegericht. De stage is daarbij de beste leervorm én de ultieme test voor de leerling.
Met stages werft u goede medewerkers voor straks
2
Een goed HRM-beleid kan niet zonder stages
5
Stages bestrijden de jeugdwerkloosheid
Juist in de opleidingen waar de studieuitval het hoogst is, kunnen stages en leer-werktrajecten leerlingen motiveren om toch hun diploma te halen. Waterschappen zouden een voorbeeldfunctie kunnen vervullen door ook als leerbedrijf alle zeilen bij te zetten in de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Elk waterschap heeft immers een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te zorgen dat jongeren niet uit de boot vallen.
Springplank naar een watercarrière
Stages maken het onderwijs beter
Stagiairs leveren rendement op
Stagiairs vragen begeleiding, maar geven daar ook wat voor terug. Ze draaien mee in het werk en kunnen klussen opknappen die anders blijven liggen.
6
Stages zijn een even betrouwbare als voordelige vorm van scouting: je ontdekt precies wat je aan iemand hebt. In feite zou de stage beschouwd kunnen worden als de eerste stap in de carrière van een medewerker en dus ook als een essentieel element van een professioneel HRM-beleid.
3
Stagiairs brengen kennis mee
Vaak brengen stagiairs ook nieuwe kennis in de organisatie. Ze kunnen bijvoorbeeld een presentatie of workshop verzorgen over actuele ontwikkelingen op het vakgebied. Ook laten ze zien aan welke kennis waarde wordt gehecht binnen het onderwijs.
7
Stagiairs vertolken het geluid van de jongeren
Vandaag de dag is het moeilijk om jongeren te betrekken bij het waterschapsbeleid. Met stagiairs heb je steeds een klankbord onder handbereik.
8
Stagiairs zijn leuk!
Voor de mensen die met stagiairs te maken hebben, is het een verfrissende ervaring. Je leert met andere ogen naar je werk kijken. Tegelijk is er de voldoening dat je jonge mensen in korte tijd veel waardevols kunt bijbrengen.
7
Stagebeleid
DEEL 2
Wat kan een waterschap doen om méér uit stages te halen? Ten eerste: meer stages aanbieden en bij voorkeur het voorbeeld volgen van waterschappen die een centraal, proactief stagebeleid hebben opgezet. Dit heeft veel voordelen:
Convenanten
In een convenant tussen waterschap en onderwijsinstelling kunnen allerlei zaken worden afgesproken: – Aantal stageplaatsen per jaar • Door het grotere aantal betrokken afdelingen kunnen – De duur van de stage meer en gevarieerdere stages worden aangeboden – Keuze voor opleidingen • De stages kunnen beter worden afgestemd op de – Bij welke afdelingen eigen behoeften van afdelingen – Op welke momenten in het jaar • De afdeling P&O kan expertise bundelen, bijvoor– De invulling van de stages (bijvoorbeeld beeld op het gebied van begeleiding, en instrumenonderzoeksvragen en projecten) ten ontwikkelen – Sollicitatieprocedure voor stageplaatsen • Er kunnen convenanten worden afgesloten met on– Informatie van de school over leerdoelen derwijsinstellingen (zie de volgende paragraaf) opleidingen • Het commitment binnen de organisatie groeit – Geregeld overleg met de school • Er ontstaat waterschapsbreed inzicht in kwaliteit en – Opzet en omvang van begeleiding door het kwantiteit van het stagebeleid waterschap en door de school • Het waterschap profileert zich als stagevriendelijke – Inzage in stageverslagen organisatie – Rol van het waterschap bij beoordeling stagiair • Verkokering wordt voorkomen, door het bevorderen (proeve van bekwaamheid) van samenwerking van verschillende afdelingen Vraag en aanbod kunnen op deze manier worden afgestemd in het belang van beide partijen. Kijk op hbo-ers Verder kunnen er afspraken worden gemaakt over zaken Doordat ik zelf docent ben aan de HAS, Den als gastlessen, bedrijfsbezoeken en workshops voor Bosch heb ik al redelijk goed zicht op de docenten. Dit zijn allemaal middelen waarmee het wensen van jongeren. waterschap enerzijds het onderwijs praktijkgerichter Een tip die ik heb voor andere waterschapkan helpen maken, en anderzijds zichzelf positief kan pen: bepaal eerst wat er inhoudelijk moet profileren als werkgever. gebeuren. De stageopdracht moet je goed formuleren. Vooral niet vaag laten. Dat wreekt zich in de loop van de stage. Dan blijft het vaag en wordt de conclusie: dit is niet wat we ons er van hadden voorgesteld. Mijn motivatie om een actieve rol in de stages te vervullen, komt voort uit jaren les geven en misschien heeft het te maken met de leeftijd. Ik wil mensen graag helpen om beter te worden en meer in de maatschappij te staan. De praktijk is zo anders dan theorie. De praktijkervaring die de waterschappen te bieden heeft, is onmisbaar voor goed onderwijs.
Senior beleidsmedewerker, projectleider en stagecoördinator binnen waterschap Aa en Maas. 8
Stagebeleid
P&O adviseur, waterschap Aa en Maas
Stages strak georganiseerd. Sinds mei 2009 is binnen Waterschap Aa en Maas beleid geformuleerd over het inzetten van stages. Eerst zijn de wensen geïnventariseerd bij verschillende afdelingshoofden. Daarna zijn diverse scholen benaderd om contacten mee te leggen. Onze wens is om pro-actief een stagebeleid te maken. Concreet betekent dit dat wij zelf de stageopdrachten formuleren en dat we actief naar de scholen opereren om een goede match te kunnen maken tussen stagiairs en begeleiders.
Vier zaken moet je goed regelen “Waarom ons watersschap zo veel werk van stages maakt? Zoals gezegd: stages zorgen op langere termijn voor nieuwe instroom. Maar er zijn meer voordelen. • Ten eerste voor de stagiairs zelf, die zich goed kunnen oriënteren op de arbeidsmarkt. • Ten tweede om de aansluiting van theorie en praktijk in het onderwijs te verbeteren. Afdelingen zoeken zelf het persoonlijk con• Ten derde kunnen stagiairs nuttige (voor) tact met de stagiair. Een centraal punt is onderzoeken en opdrachten uitvoeren. De echt nodig om overzicht te houden. Binnen stages worden goed geregeld. ons waterschap is de gehele route die een stagiair loopt in kaart gebracht met een hele Vier zaken staan daarbij voorop: de opdracht, de stagebegeleider, de vergoeding, duidelijke omschrijving: wie doet wat. en de werkplek. Elke stagiair en stagebegeleider krijgt na afloop een vragenlijst over het verloop van de stage. De antwoorden gaan ook naar P&O.” Het afdelingshoofd en de stagecoördinator voeren altijd een exitgesprek met de stagiair. Springplank naar een watercarrière
Mensen mensen Stagebegeleiders moeten echte mensenmensen zijn. Geduld en doorvragen zijn twee belangrijke eisen die wij aan ze stellen. Stagebegeleiders geven aan het prettig te vinden om ervaringen uit te wisselen met andere stagebegeleiders. Hoe gaan ze om met knelpunten en met de scholen. Verschillende typen stages vragen verschillende vaardigheden van de stagebegeleiders. Vraagt de stagiair concrete werkinstructies of meer begeleiding. Een effect voor de stagebegeleiders is dat zij naar zichzelf kijken met het gevolg dat ze hun eigen vak weer leuker gaan vinden.
9
1e jaar HAS, Tuin en landschapsmanagement
Ik wil vooral weten hoe het beheer van watergangen verloopt. Ik kom hier vijf weken stage lopen. Het is erg afwisselend en interessant. Ik ga met veel verschillende mensen mee naar verschillende plaatsen. Ik weet nog niet precies waar ik wil gaan werken. Dat heb ik nog niet scherp voor me. Wanneer je iets wil met het onderhoud van water: dan zit je hier op je plek.
Convenant tussen Waterschap Rivierenland en ROC Rivor Waterschap Rivierenland is met verschilTeamleider Overbetuwe (Elst), Waterschap Rivierenland lende aanbieders samenwerkingsverbanden aangegaan. Zo heeft ons waterschap een convenant gesloten met het ROC Rivor, een Drijfveer van Sante opleidingscentrum in de regio Rivierenland. gemaakt zoals het schrijven van een bestek Vroeger heb ik genoten van mijn stageperiSamenwerkingsafspraken zijn gemaakt over met een kostenraming. Als het om een lanodes. Nu ik zelf stages kan aanbieden, doe het uitwisselen van kennis en het beter op gere stageperiode gaat, moet een knelpunt ik dat graag. Bij het werken binnen een elkaar afstemmen van vraag en aanbod van binnen de waterbeheersing (op papier) onderhoudsdienst ontkom je niet aan een stageplaatsen. Ook verzorgt het waterschap routinematige manier van werken. Het helpt worden opgelost. De begeleiding is hierbij mij als een stagiair de vraag stelt: “Waarom intensiever maar het levert ons meestal een gastlessen op school. Door de nauwe samenwerking kan het opleidingsprogramma beter goed uitvoerbaar eindproduct op. doen jullie dit zo?” Dat geeft mij nieuwe worden afgestemd op de praktijk. Zo zijn we Binnen het rayon hebben we drie hoofdtainzichten, daar leer ik van. Voor veel mensen is het vinden van een baan ken: peilbeheer, keurtoezicht en onderhoud. voorbereid op de toekomstige krapte op de arbeidsmarkt. Dankzij de stages hebben we Voor een stagiair is het leuk om zo veel een zoektocht. Ik vind het leuk om mensen daar in te begeleiden, ze enthousiast te ma- mogelijk te zien van het werk van een water- meer kans om in de nabije toekomst jonge medewerkers aan te nemen, met de juiste schap. Mijn streven is om een dag met de ken. De tijdsinvestering valt best wel mee. muskusrattenbestrijder mee te gaan, daarna kennis en motivatie. Het is uiteraard makkelijker om gelijk een met een handhaver en met een peilbeheeraannemer te bellen want met een stagiair De dagelijkse praktijk der en als het even kan ook nog naar de gaat het de eerste keer vaak niet helemaal Andere collega’s vinden het nu ook erg leuk goed. Hij of zij moet het tenslotte nog leren. afvalwaterzuivering. als er een stagiair komt. Als je veel vrijDe bijdrage die ik lever aan dit leerproces, heid geeft aan een stagiair, kan je eerder Mensen van het mbo zijn meestal echte vind ik uiterst zinvol. verwachten dat een opdracht niet helemaal praktijkmensen. Van het hbo krijgen ze goed wordt afgerond. De meeste stagiairs meestal abstractere opdrachten, meer over Verschillende soorten stages inrichting en het gehele watersysteem. Daar hebben goede begeleiding nodig, maar daar Bij een kennismakingsstage en een werkmoet je als begeleider rekening mee houden. krijg ik ook veel voor terug. voorbereidende stage worden opdrachten 10
Stagebeleid
DEEL 3
De structuur van het onderwijs
Het Nederlandse onderwijsbestel is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Het onderstaande diagram geeft het totaalplaatje, dat in de volgende hoofdstukken wordt toegelicht en uitgewerkt. Doctor’s degree (PhD)
Master’s degree 1 – 3 jaar
Master’s degree 2 jaar
Wetenschappelijk onderwijs (wo) Bachelor’s degree
Hoger beroepsonderwijs (hbo) Bachelor’s degree
Specialistenopleiding (niveau 4)
3 jaar
4 jaar
1 – 2 jaar
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) 6 jaar
mbo Middenkaderopleiding (niveau 4)
Vakopleiding (niveau 3)
3 – 4 jaar
2 – 4 jaar
2 – 3 jaar
Hoger algemeen onderwijs (havo) 5 jaar
Basisberoepsopleiding (niveau 2)
Theoretische leerweg
Gemengde leerweg
Kaderberoepsgerichte leerweg
Basisberoepsgerichte leerweg
4 jaar
4 jaar
4 jaar
4 jaar
Assistentenopleiding (niveau 1) 0,5 – 1 jaar
vmbo
Basisonderwijs 8 jaar
Springplank naar een watercarrière
11
Master’s degree 1 – 3 jaar
Master’s degree 2 jaar
Hoger Wetenberoepsschappelijk DEEL 4 onderwijs onderwijs (hbo) (wo) Bachelor’s Bachelor’s degree degree 3 jaar
4 jaar
Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Specialistenopleiding (niveau 4) 1 – 2 jaar
Middenkaderopleiding (niveau 4)
Vakopleiding (niveau 3)
4 jaar
4 jaar
4 jaar
mbo
AssistentenBasisopleiding beroeps(niveau 1) 3 – 4 jaar 2 – 4gaat jaar na de basisschool opleiding naar het voorbereidend Het grootste deel van de Nederlandse jeugd (niveau 2) Voorbereidend – 3dan jaar voorbereid middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). In vier jaar worden2ze de keuze 0,5 – op 1 jaar wetenHoger schappelijk algemeen onderwijs voor een specifieke beroepsopleiding in het mbo. onderwijs (vwo) (havo) 6 jaar vmbo 5 jaar Theoretische Gemengde KaderBasisleerweg leerweg beroepsberoepsgerichte gerichte leerweg leerweg
Structuur van Basisonderwijs het vmbo 8 jaar De eerste twee jaar van het vmbo zijn voor iedereen gelijk. Daarna moeten de leerlingen een van de volgende sectoren kiezen: Techniek, Zorg en welzijn, Economie of Landbouw. Binnen zo’n sector is er keuze tussen beroepsrichtingen. Bij Economie bijvoorbeeld zijn dat Administratie, Consumptief, Handel & Verkoop, Mode & Commercie, en het intrasectorale programma Handel&Administratie. Tegelijk met de studierichting kiezen de leerlingen ook een leerweg die past bij hun capaciteiten en hun manier van leren.
1. De basisberoepsgerichte leerweg Deze concentreert zich op praktische vakken die gericht zijn op een bepaald beroep. Een deel van de leerlingen volgt de opleiding via een leer-werktraject (zie de paragraaf Leer-werktrajecten verderop in dit hoofdstuk). Vervolgens is doorstroom mogelijk naar niveau 1 of 2 van het mbo.
2. De kaderberoepsgerichte leerweg Deze stelt iets hogere eisen aan de leerlingen, maar ook hier is sprake van een praktische opleiding in een specifieke beroepsrichting. Na afronding kan de leerling doorstromen naar mbo-niveau 3 of 4.
3. De gemengde leerweg Hierin worden algemene theoretische vakken gecombineerd met gemiddeld vier uur per week beroepsgericht programma. Doorstroom is mogelijk naar niveau 3 of 4. 12
4 jaar
4. De theoretische leerweg Deze biedt geen praktisch onderwijs, maar alleen algemene vakken. Hij wordt veelal gezien, ook door de scholen zelf, als een voortzetting van de oude mavo. Inderdaad geeft hij toegang tot de havo, maar in de praktijk stroomt het overgrote deel van de leerlingen door naar een mboopleiding. Een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt is de theoretische leerweg zeker niet.
Stages In het vmbo staat de keuze voor een mbo-beroepsopleiding centraal. Stages zullen dus vooral korte snuffelstages zijn, die een zo breed mogelijk beeld geven van een richting zoals administratieve beroepen, techniek, groen, bouw etc. Vooral in het vierde jaar zijn langere leerstages echter in principe ook mogelijk, en vierdejaars vmbo’ers beschikken al over enige vakkennis. In de meeste leerwegen krijgen ze ook praktische vorming, om ze binnen de school reeds vertrouwd te maken met werksituaties. Daardoor kunnen ze assisterend werk doen, mits de begeleider in de buurt blijft en goede feedback geeft.
Bedrijfsbezoeken Voor de leerling is een stage leerzaam en motiverend, maar voor het waterschap beperkt het rendement zich feitelijk toch tot de profilering als potentiële werkgever. Datzelfde doel kan gemakkelijker en sneller worden bereikt met bedrijfsbezoeken. Dan komt een hele klas Stagebeleid
2e jaars stagiaire mbo Land, Water en Milieu, waterschap Reest en Wieden 1e jaars stagiaire mbo Land Water en Milieu.
Mijn ervaring Ik heb nu drie maanden stage gelopen bij Mijn aanpak peilbeheer en een project gedaan over het aanbrengen van beschoeiingen. Luut Rozema Na overleg met mijn coördinator van school is mijn stagebegeleider. ben ik het register van erkende leerbedrijven van Voordat ik hier stage ging lopen had ik eihet Agrarische Kenniscengenlijk geen idee wat ze hier deden, naast trum Aequor ingedoken. het water op peil houden dan. Nu weet ik In dit register staan alle hoe breed het werk is dat een waterschap uitvoert. Tegen klasgenoten vertel ik dat het bedrijven die goede staleerzaam is en dat je lekker zelfstandig kunt ges kunnen bieden. Vervolgens heb ik contact werken. Een voorwaarde is wel dat je van het buiten- gezocht met het waterschap Reest en Wieden. Ik was ruim een uur te vroeg leven moet houden. voor mijn kennismakingsafspraak. Toen kreeg ik al een goede indruk van het waterschap. Iedereen praatte telangs, om kennis te maken met de organisatie en meer- gen mij en ik kreeg koffie. Nog veel belangrijker: ik kreeg duidelijke instructie over de manier van werken binnen dere beroepen. Op die manier wordt het belang van een goede arbeidsmarktoriëntatie van de vmbo’ers ook het waterschap en een eigen computer op kantoor. gediend. Wat mij vooral opvalt is de grootte van het waterschap. Diverse ‘kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven’ Met iedereen mocht ik direct mee op pad om kennis te (zie het hoofdstuk over middelbaar beroepsonderwijs) maken met de leuke dingen van het vak. regelen deze bezoeken kosteloos voor u: zij benadeWil je binnen het waterschap een mooie stagetijd hebren een vmbo-school en zorgen voor een draaiboek. Omgekeerd zoeken ze ook bedrijven op verzoek van de ben dan moet je houden van de natuur, kunnen doorpakken, uitleg aan collega’s durven vragen en aanwijzinschool. gen op willen volgen. Zo heb ik hier mijn zelfstandigheid Op dezelfde manier bemiddelen ze eveneens bij een behoorlijk ontwikkeld. Opvallend is dat ik binnen het ander middel om waterschappen en onderwijs dichter bij elkaar te brengen, namelijk bedrijfspresentaties en waterschap nooit boze mensen heb gezien. gastlessen op vmbo-scholen.
Leer-werktrajecten Er komt steeds meer aandacht voor leer-werktrajecten in het vmbo. Daarbij halen derde- en vierdejaars leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg hun diploma met een combinatie van leren op school en werken in een bedrijf. De school zorgt voor praktijkwerkboeken, zodat de vmbo’ers ook op de werkplek de juiste kennis en vaardigheden kunnen opdoen. De leerling ontvangt doorgaans geen loon; wel is er belastingvoordeel voor de werkgever via de Wet vermindering afdracht. Als uw waterschap leer-werktrajecten wil aanbieden, moet ze formeel erkend worden als leerbedrijf voor deze trajecten door een kenniscentrum. Nadere informatie over erkenningen vindt u in het volgende hoofdstuk over het mbo. In sommige gevallen zal de leerlingbegeleider binnen uw organisatie hiervoor een speciale training moeten volgen. Leer-werktrajecten kunnen een waardevol instrument Springplank naar een watercarrière
zijn om studie-uitval en dus sociale problemen te voorkomen. Ook als het waterschap zelf weinig of geen geschikte plaatsen heeft voor dit soort stages, kan ze toch helpen, bijvoorbeeld door het aanbieden van leerwerkplaatsen te stimuleren bij bedrijven die voor het waterschap uitvoerende taken verrichten. Dat proces begon al met de WEB (Wet Educatie Beroepsonderwijs) van 1996, en wordt nu versterkt voortgezet met de invoering van competentiegericht beroepsonderwijs. Leerlingen zitten niet meer zo vaak in de klas naar een docent te luisteren. In plaats daarvan krijgen ze praktisch onderwijs. Dat kan de vorm hebben van gesimuleerde werksituaties in de klas of in een nagebouwd bedrijf binnen de schoolmuren. Leerlingen moeten daar niet alleen kennis en vaardigheden opdoen, maar ook de juiste werkhouding, zowel sociaal als organisatorisch. Daarmee wordt de basis gelegd voor het belangrijkste element in de opleiding: de stage buiten de school. 13
Middelbaar beroepsonderwijs DEEL 5
Bij waterschappen werken over het algemeen veel mensen met een diploma van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo): ongeveer een derde van het totaal aantal medewerkers. De mbo’ers van nu krijgen echter ander onderwijs dan hun voorgangers. De beroepspraktijk wordt steeds meer centraal gesteld.
Specialistenopleiding (niveau 4) 1 – 2 jaar
mbo Middenkaderopleiding (niveau 4)
Vakopleiding (niveau 3)
3 – 4 jaar
2 – 4 jaar
Basisberoepsopleiding (niveau 2) 2 – 3 jaar
Opleidingencentra De opleidingen in het mbo worden doorgaans verzorgd door twee soorten scholen. De agrarische opleidingscentra (AOC’s) verzorgen onderwijs op het gebied van voeding, natuur en milieu; de regionale opleidingencentra (ROC’s) de rest. Daarnaast zijn er nog een aantal particuliere opleidingsinstituten en vakscholen. De scholen hebben een grote vrijheid in de opzet van hun onderwijs, ook waar het gaat om stages. Officieel spreekt men in het mbo van ‘beroepspraktijkvorming’ (BPV): daarmee worden alle vormen van buitenschools leren aangeduid. De BPV komt steeds terug in de vele vormen van het middelbaar beroepsonderwijs. Sinds de WEB kent het mbo namelijk vier niveaus en twee soorten leerwegen. Hieronder worden ze uit de doeken gedaan.
Mbo op vier niveaus
Assistentenopleiding (niveau 1) 0,5 – 1 jaar
Niveau 1: assistent (opleidingsduur 0,5-1 jaar) Iemand die eenvoudig, routinematig werk verricht
Niveau 2: basisberoepsbeoefenaar (opleidingsduur 2-3 jaar) Deze mensen verrichten uitvoerende werkzaamheden. Daarbij kunnen ze wat meer samenwerken met collega’s en ook enige verantwoordelijkheid dragen.
Niveau 3: vakfunctionaris (opleidingsduur 2-4 jaar) Deze persoon kan zelfstandig een takenpakket voor zijn rekening nemen en uitvoeren. Daarnaast kan hij collega’s begeleiden bij hun werk.
Niveau 4: middenkaderfunctionaris/ specialist (opleidingsduur 3-4 jaar)
Dit niveau kent twee soorten functies. De middenkaderfunctionaris draagt verantwoordelijkheid voor planning en/of beheer van een volledige productiecyclus. Na afronding van de vierjarige vmbo-opleiding kan De specialist kan deze taken ook vervullen,maar bedoorstroom plaatsvinden naar een mbo-opleiding. schikt daarnaast over specialistische capaciteiten. Hij Elke opleiding in het mbo is gericht op een bepaald beroepsniveau. Hoe hoger het niveau, des te langer de moet dan ook een diploma van niveau 3 op zak hebopleiding. Het is ook mogelijk om door te stromen naar ben, voor hij op niveau 4 zijn opleiding kan aanvullen. Wie niveau 4 met succes heeft afgesloten, mag desgeeen hoger niveau. 14
Stagebeleid
P&O-adviseur, waterschap Reest en Wieden
De reden dat wij werk maken van de stages is dat we ons imago willen verbeteren. Jongeren kennen de waterschappen onvoldoende. Een andere reden is het beter aangesloten willen zijn bij de scholen. We willen weten wat er op school geleerd wordt en welke competenties nodig zijn. HBO-leerwerkplek Binnen ons waterschap hadden we een vacature voor een civiel technisch medewerker. Toen hebben we contact gezocht met waterschap Hunze en Aa omdat zij daar al ervaring mee hebben. De nieuwe medewerker krijgt nu een baan voor vier jaar aangeboden, inclusief een hbo-opleiding. We willen echt meer jongeren in ons team en zagen dit als een goede mogelijkheid. Het moet wel iemand zijn waar je echt in wil investeren. Voor zittende medewerkers bieden we ook studiefaciliteiten om scholing te bevorderen.
Stagevergoeding Binnen ons waterschap hebben we heldere afspraken over stage-overeenkomsten en –vergoedingen. Een stagiair ontvangt bij ons
wenst doorstuderen op het hbo. Zes op de tien leerlingen doen dat. Zij blijken op de hogeschool gemiddeld beter te presteren dan medestudenten met een havodiploma.
375 euro per maand (exclusief reiskosten) voor een fulltime-stageplaats, onder voorwaarde dat hij/zij tenminste 30 dagen stage loopt.
ROC’s kunnen zelf bepalen of ze hun leerlingen bijvoorbeeld meerdere korte stages laten volgen in de loop van de studie, of één langere in het laatste jaar.
Snuffelstage Dat verschil heeft uiteraard implicaties voor de rol die zo’n stagiair kan spelen in uw organisatie. Een eerstejaars moet doorgaans nog een specialisatierichting kiezen. De aangewezen keus is dan een snuffelstage: Bij mbo-opleidingen zijn twee leerwegen mogelijk: de leerling draait op verschillende afdelingen een paar 1 de beroepsopleidende (BOL) dagen mee, om te ontdekken wat de diverse werkzaam2 de beroepsbegeleidende leerweg (BBL. heden inhouden. De leerweg bepaalt het aandeel van de beroepsprakZo’n snuffelstage heeft voor uw organisatie geen direct tijkvorming in de opleiding. – Ruim tweederde van de mbo’ers volgt een BOL-oplei- rendement, afgezien van het belang van maatschappelijk ondernemen. ding. Daarin mag het buitenschools leren 20 tot 60 De leerling heeft begeleiding nodig maar kan (nog) procent van de opleidingsduur beslaan. – De rest volgt de BBL. Daarbij werken ze meestal vier weinig produceren. Er ligt echter winst op de langere termijn, doordat het waterschap bij de stagiair en zijn dagen per week in loondienst bij een bedrijf, en omgeving in beeld komt als potentiële werkgever. gaan ze de vijfde dag naar school. In principe wordt elke opleiding in beide leerwegen aangeboden, maar de BBL is vooral populair bij de Meewerkstage kortere opleidingen, op lagere niveaus. Meewerkstages, waarin de leerling vertrouwd moet raken met een bepaald beroep, passen in een latere fase van de opleiding. Hoe verder de leerling gevorderd Stages in de BOL is, des te meer neemt het directe rendement van de In de beroepsopleidende leerweg mag het buitenstage voor het waterschap toe. Aan het eind van de schools leren zoals gezegd maximaal drievijfde van de opleidingsduur beslaan, al zal dat vaak minder zijn. De opleiding moet een mbo’er immers klaar zijn om de
Twee leerwegen
Springplank naar een watercarrière
15
arbeidsmarkt op te gaan. En hoe langer de stage, hoe beter de stagiair raakt ingewerkt. Na enkele weken kan een gevorderde mbo’er al productief worden.
De belangrijkste voorwaarden voor erkenning zijn de volgende. – Er is een ‘praktijkopleider’ aangewezen. Deze medewerker is vertrouwd met het beroep in kwestie en geeft ook adequate begeleiding en feedback Lerend werken in de BBL – Er is een geschikte werkplek voor de stagiair Het lerend werken van de ‘beroepsbegeleidende leerbeschikbaar weg’ is vooral voor de meer praktisch ingestelde jongeren beter geschikt dan een langdurig verblijf binnen de – De stagiair kan meedraaien in de normale werkprocessen schoolmuren. – Voor elke stage wordt een overeenkomst afgesloten De leerling sluit een arbeidsovereenkomst met een met leerling en school werkgever en gaat nog een dag naar school. Het rendement van deze opleiding is voor de waterschappen als De trend in het mbo naar meer praktijkgericht onwerkgever groter dan bij kortlopende stages. derwijs betekent ook dat er meer wordt verwacht van Nadeel is dat er sprake is van een aanstelling, met de het leerbedrijf. Het bedrijf zal meer maatwerk moeten bijbehorende verplichte WW- en WAO-verzekering, en leveren om te zorgen dat elke leerling alles leert wat mogelijke WW-aanspraak. Hierover leest u meer in het de opleiding vereist. Daarnaast zullen leerbedrijven hoofdstuk Juridische aspecten. een zwaardere stem krijgen in de beoordeling van Deze vorm van onderwijs kan echter een belangrijke leerlingen. bijdrage leveren aan bestrijding van schooluitval en dus van de sociale problematiek die hieruit voortvloeit. Kenniscentra en erkenning als Daarnaast zijn er veel zittende werknemers die via de leerbedrijf BBL een (nieuw) diploma halen. Op die manier worden tijdverlies en kosten voor werkgever en werknemer Veruit de meeste waterschappen beschikken al over geminimaliseerd, en kan de opleiding goed worden erkenningen, vaak van het kenniscentrum ECABO, toegesneden op de behoeften van de organisatie. dat zich richt op de (meeste) kantoor-, ICT- en De fiscus stimuleert de BBL via een verlaging van de orde- en veiligheidsberoepen. Andere kenniscentra loonbelasting. zijn bijvoorbeeld Kenteq (techniek), Aequor (‘groene’ beroepen), Fundeon (bouw en infra) en PMLF (procestechniek).
Erkenning als leerbedrijf door kenniscentrum
Een volledig overzicht vindt u op de website van de vereniging van kenniscentra, Colo (www.colo.nl, klik Als uw waterschap stages voor het middelbaar beroeps- op ‘Adressen Kenniscentra’). Op de websites van de afzonderlijke kenniscentra kunt onderwijs wil aanbieden, is erkenning als leerbedrijf u zien of uw waterschap al erkend is, en hoe u anders verplicht. Die erkenning moet voor elke mbo-beroepsopleiding afzonderlijk worden verstrekt door een ‘ken- een erkenning kunt aanvragen. Bellen kan natuurlijk ook. niscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven’. 16
Stagebeleid
Het eerste contact loopt via P&O. Ik let vooral op hoe ze binnen komen, wat ze over zichzelf vertellen, hun motivatie, hun interesses en waarom ze voor een waterschap kiezen. Slechts een keer heb ik iemand geweigerd. Hij wilde niet naar me luisteren en had een te grote mond. Het verloop van de stage De eerste dag bekijken we de verschillende werkplekken en rijden rond door het gebied. Meestal neem ik mijn stagiair dan ook mee naar een vergadering. De eerste dag vraag ik ze een planning te maken voor de gehele 12 weken. Dat doe ik zodat ze alvast zelf gaan nadenken over een zinvolle bijdrage binnen het waterschap. Ik zie de stagiairs als echt personeel. Ze moeten zoveel mogelijk met de groep mee doen. Daarna gaan ze aan de slag met hun eigen project. Dat is altijd een project dat ook zinvol is voor het waterschap.
Technisch medewerker civiele techniek, waterschap Reest en Wieden Aan het einde of tussentijds voer ik nog een gesprek met de leraar van de school. Dan bespreek ik de voortgang en evalueer de stage. Aan het einde neem ik samen met de leraar van school de proeve van bekwaamheid af. Dat is dit jaar voor het eerst. In september krijg ik een stagiair van het hbo. Dat is nieuw voor mij. Ik ben benieuwd of ik daar iets van kan leren. Kwaliteiten van een stagebegeleider “Het is niet zo moeilijk”. Je moet gezamenlijk mensen naar een hoger plan willen brengen. Deze wens gecombineerd met mensenkennis, vakkennis, tijd en goed om
Als er nog geen erkenning is, zal een medewerker van het kenniscentrum langskomen om te zien of aan de voorwaarden wordt voldaan. Is dat het geval, dan volgt erkenning. Deze procedure is kosteloos. Het kenniscentrum zal ook na de erkenning op gezette tijden contact met u opnemen. Vaak verzorgt het ook trainingen voor praktijkopleiders, en andere diensten die bijdragen aan het rendement van de stages voor beide partijen.
Competentiegericht onderwijs Het middelbaar beroepsonderwijs telt honderden opleidingen. Een aanzienlijk deel daarvan is relevant voor waterschappen. De benamingen – en de inhoud – van deze studies kan echter afwijken van de functiebeschrijvingen die binnen uw organisatie worden gehanteerd. ‘Secretaresse’ is duidelijk, maar wat leert een ‘medewerker ICT’ nu precies tijdens zijn opleiding? Het antwoord kunt u lezen in de ‘kwalificatieprofielen’ waar de ROC’s hun opleidingen op baseren. Deze profielen zijn ontwikkeld door de kenniscentra, in samenwerking met bedrijfsleven, overheid en scholen. Een kwalificatieprofiel bevat onder meer de kerntaken van een beroep. Bij de bovengenoemde medewerker ICT zijn dat: ‘hardware assembleren’, ‘hard- en software Springplank naar een watercarrière
willen gaan met jongeren zijn de kwaliteiten die nodig zijn om een goede stagebegeleider te zijn. Mijn belangrijkste advies andere stagebegeleiders is: luisteren! Verbeteren Wanneer ik het stagebeleid van scholen zou kunnen beïnvloeden, zou ik langere stageperiodes opzetten. Wanneer stagiairs een jaar rond kunnen meelopen binnen het waterschap zouden ze veel meer inzicht in het werk krijgen. De seizoenen spelen een belangrijke rol wanneer je werkt met en in de natuur.
installeren en onderhouden’, en ‘systeemgebruikers helpen’. Een profiel geeft echter ook een beschrijving van kernopgaven (in dit geval ‘ordelijk werken’ en ‘volgens regels werken’). Bovendien worden de kerntaken competentiegericht uitgewerkt. Daardoor zijn de kwalificatieprofielen interessant materiaal voor iedereen die zich bij waterschappen bezighoudt met competentiemanagement. De profielen (inclusief de benamingen) worden geregeld aangepast, niet alleen omdat de inhoud van beroepen zich blijft ontwikkelen, maar ook aan de hand van ervaringen die worden opgedaan door de ROC’s. Die zijn nu volop bezig om hun onderwijs op competentiegerichte grondslag te herinrichten.
Kwalificatieprofielen inzien Op het gezamenlijke Coördinatiepunt (www.coordinatiepunt.nl) van de kenniscentra kunt u een overzicht van de actuele ‘kwalificatiedossiers’ oproepen. In die dossiers vindt u de bovengenoemde profielen. Desgewenst kunt u voor nadere informatie rechtstreeks contact opnemen met het kenniscentrum of met een ROC. Om te weten waar in uw regio een bepaalde opleiding wordt gegeven, kunt u de website www.roc.nl raadplegen. Voor de watergerelateerde opleidingen, kunt u onze website www.aenofondswaterschappen.nl raadplegen. Hier vindt u een geactualiseerd overzicht van alle opleidingen die relevant zijn voor de waterschappen. 17
Hoger beroepsonderwijs
DEEL 6
In de nabije toekomst zal op de meeste hogeschooldiploma’s, naast de behaalde graad en de opleiding, ook aangegeven worden wat voor ervaring de houder heeft opgedaan via de stages, die vaak een kwart van de opleidingstijd uitmaken. Dit kan worden vastgelegd in zogenaamde portfolio’s.
Master’s degree 1 – 3 jaar
Master’s degree 2 jaar
Praktijkonderwijs krijgt steeds meer gewicht in het hoger beroepsonderwijs (hbo). Deze ontwikkeling hangt samen met de verschuiving naar competenties als basis voor het leerproces. Net als het mbo en veel bedrijven wil het hbo verder kijken dan kennis en vaardigheden: het gaat erom hoe een student in realistische situaties functioneert.
Hoger beroepsonderwijs (hbo) Bachelor’s degree 4 jaar
Structuur van het onderwijs De structuur van het hbo is eveneens ingrijpend veranderd. Op de hogeschool kunnen studenten net als bij de universiteiten de nieuwe titels bachelor en master behalen. Dit Angelsaksische systeem is in heel Europa doorgevoerd. Voor de eerstgenoemde titel duren de hogeschoolopleidingen vier jaar. Ze vervangen de oude hbo-studies. De masteropleidingen zijn nieuw. Ze duren één of twee jaar en zijn meestal bedoeld voor mensen die al ruime werkervaring hebben. Een nog nieuwere ontwikkeling is het associate degree. Dat is een gedeeltelijke bachelor-opleiding, vaak aangeboden in samenwerking met ROC’s, als een soort tussenvorm van mbo en hbo.
Soorten stages Stagiairs uit het hbo zijn al snel volwaardige medewerkers. Het nieuwe, meer praktijkgerichte onderwijs dat ze krijgen, draagt daar ook aan bij. Daarnaast kunnen ze onderzoeken uitvoeren die ook voor het waterschap relevant kunnen zijn. Het onderwijs benadrukt beide aspecten. Veelal kennen hbo-opleidingen twee vaste stages: een leerstage halverwege de studie en een afstudeerstage.
18
Hoger algemeen onderwijs (havo) 5 jaar
Leerstage De leerstage van ongeveer drie maanden is deels oriënterend, deels uitvoerend. De student leert professioneel te functioneren in de organisatie, maar moet ook de gelegenheid krijgen voor kleine onderzoeksprojecten, zoals het in kaart brengen en beoordelen van procedures.
Afstudeerstage of onderzoeksstage Bij de afstudeerstage, die een half jaar kan duren, werkt de student niet alleen mee, maar moet hij ook een bestaand probleem van het waterschap aanpakken. Dat laatste zal minstens een kwart van de werktijd vergen. Stagebeleid
Het is niet altijd makkelijk voor een waterschap om snel met een ‘geschikt’ probleem te komen als een stagiair zich aandient. Het verdient dan ook aanbeveling om in dit opzicht pro-actief te werken en zelf de hogescholen te benaderen over opdoemende kwesties die door stagiairs uitgezocht zouden kunnen worden. Vanzelfsprekend kan zo’n stage aan het eind van de opleiding ook een uitstekende proefperiode zijn wanneer er een vacature vervuld moet worden.
Snuffelstage Er zijn ook andere stages mogelijk, bijvoorbeeld snuffelstages in het eerste jaar. Aangezien deze zowel van de hogeschool als van het bedrijf veel inspanning vergen in verhouding tot het resultaat, komen ze weinig voor. Hoogstens wordt er een bezoek gebracht aan het bedrijf, met rondleiding en presentaties. Ook worden organisaties uitgenodigd om een presentatie te geven bij de hogeschool zelf.
Duaal leren Duale trajecten krijgen in het hbo steeds meer aandacht. Daarbij wordt bijvoorbeeld drie dagen per week gewerkt en twee dagen gestudeerd. De student begint binnen de organisatie als een werknemer op mboniveau en ontwikkelt zich in vier jaar tot hbo’er.
Specifieke opdrachten Als laatste noemen we een stage die geen stage is, Springplank naar een watercarrière
namelijk opdrachten voor externe organisaties, die binnen de hogeschool worden uitgevoerd. Daarbij kan bijvoorbeeld een groep tweedejaars ICT-studenten een locatiebeheerssysteem ontwikkelen voor een waterschap. Vaak worden deze opdrachten gecoördineerd door een lector van de hbo.
Stagemeldpunt Iedere hogeschool heeft een stagecoördinatiepunt, waar studenten en leerbedrijven terecht kunnen met (aan)vragen. Soms is zo’n meldpunt er ook voor een afzonderlijke faculteit of afstudeerrichting. De stagemeldpunten plaatsen de aangeboden praktijkopdrachten/aanvragen op het intranet van de hogeschool. Studenten hebben de verantwoordelijkheid om zelf een stageplek te zoeken en te reageren op deze praktijkopdrachten/aanvragen. Kijk voor meer informatie op de website van de hogeschool of neem contact op per telefoon of e-mail. De HBO-raad heeft op haar website een overzicht van hogescholen met (web)adressen en telefoonnummers. Ga naar www.hbo.nl of naar www.aenowaterschappen.nl. U kunt daar ook gericht zoeken naar afzonderlijke opleidingen. Let op: ook in het hbo worden stageovereenkomsten gesloten en soms eisen gesteld aan het leerbedrijf. Elke hogeschool heeft hiervoor zijn eigen richtlijnen opgesteld. 19
DEEL 7
Universitair onderwijs Grote variatie in stages Of er stage wordt gelopen, varieert per opleiding en vaak zelfs per student. Ook de invulling van de stage vertoont veel variatie. Soms gaat het om het toepassen van talen- of andere kennis, soms om een oriëntatie op de arbeidsmarkt, soms om het ontwikkelen van communicatieve of onderzoeksvaardigheden. De duur varieert doorgaans van anderhalf tot drie maanden. Meestal valt de stageperiode aan het eind van de bacheloropleiding. Daardoor kan de stage goed werken als proefperiode voor potentiële nieuwe medewerkers. Doorgaans zullen universitaire stagiairs ook vrij snel voldoende ingewerkt zijn om productief te worden, zonder al te veel begeleiding. Vrijwel altijd moet er echter een onderzoekselement in de stage zitten. Tenslotte is dat inherent aan het wetenschappelijk onderwijs. Het onderzoekselement kan zeer beperkt van omvang zijn, maar ook centraal staan. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer een waterschap een onderzoek laat uitvoeren door stagiairs. Dat kan eventueel een groepsopdracht zijn, soms aangeduid als atelieronderzoek. Zeker bij een goede begeleiding van uit de universiteit kan zo’n project nuttige inzichten opleveren, tegen lage kosten voor het waterschap. Ten slotte kent het universitair onderwijs in de masterfase ook duale opleidingen, een combinatie van leren en werken. Deze zijn echter zeldzaam.
Doctor’s degree (PhD)
Master’s degree 1 – 3 jaar
Master’s degree 2 jaar
Wetenschappelijk onderwijs (wo) Bachelor’s degree 3 jaar
Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) 6 jaar
Stages regelen Er is veel variatie in de organisatie rond stages bij universiteiten. Soms worden ze behandeld door de studieadviseur van een opleiding, maar er kan ook een stagebureau zijn voor een faculteit of voor de hele instelling, of een of meer stagecoördinatoren. Als uw waterschap universitaire stages wil aanbieden maar nog geen contacten heeft, loopt de makkelijkste weg via het centrale telefoonnummer of de website van de universiteit (zie onze website www.aenowaterschappen.nl). Bij het bureau van een faculteit kan men u vervolgens nadere informatie geven. Als u, andersom, benaderd wordt door een aspirant-stagiair, is het belangrijk om veel aandacht te besteden aan zijn of haar stageplan. Doorgaans is dat plan verplicht voor erkenning van de stage door de universiteit. Leg de afspraken vast in een stageovereenkomst. Zeker bij een onderzoeksstage is actieve betrokkenheid 20
van een deskundige docent gewenst. Let er echter op dat de wetenschappelijke eisen die de universiteit stelt niet ten koste gaan van de praktische waarde voor het waterschap. Het is niet ongebruikelijk dat er enkele maanden voorbijgaan voor een stageopdracht is geformuleerd die beide partijen bevalt. Verder hebben universiteiten of opleidingen vaak een stagereglement. Vraag hiernaar. Ten slotte is het gebruikelijk dat de student tijdens of na afloop van de stage een verslag schrijft. Dat stuk kan ook dienen als basis voor een eindgesprek met de begeleider van het waterschap. Stagebeleid
DEEL 8
Andere vormen van praktijkleren
De voorgaande hoofdstukken gaven een overzicht van de stages en leerbanen die onderdeel uitmaken van het ‘gewone’ onderwijs. Er zijn echter meer onderwijssituaties waarin praktijkleren bij een waterschap een belangrijke rol speelt.
Traineeships Trainees zijn in de regel (jonge) veelbelovende medewerkers met een aanstelling voor bepaalde tijd bij het waterschap, waarbij er een speciaal ontwikkeltraject afgesproken is. Groepsgewijs volgen ze een programma waarbij ze diverse onderdelen van de organisatie als trainee leren kennen. Er kan ook een aanvullend onderwijsprogramma (bijvoorbeeld één dag per week) voor hen worden opgezet, al dan niet in samenwerking met een universiteit of hogeschool. In de loop van twee jaar bouwen ze hiermee niet alleen kennis en ervaring op, maar ook een eigen netwerk binnen het waterschap. Op die manier worden talentvolle medewerkers geworven of behouden, en tegelijk de flexibiliteit en hechtheid van het waterschap vergroot.
Erkenning van verworven competenties Voor mensen die al langer werkzaam zijn bij het waterschap, kan erkenning van de opgedane ervaring resulteren in een diploma. In veel gevallen is het namelijk mogelijk om vrijstellingen te krijgen op basis van een procedure voor erkenning van verworven competenties (EVC). Daarbij worden eerdere diploma’s en bewijsstukken van praktijkervaring binnen en buiten het werk vergeleken met de inhoud van bijvoorbeeld een specifieke mbo- of hbo-opleiding. Ook kan het voor de bepaling van na- of omscholingstrajecten nuttig zijn om eerst de reeds opgedane competenties te herkennen en vervolgens te laten erkennen. Zeker nu de employability, doorstroom en mobiliteit van medewerkers centraal staan. Inzicht in de competenties van de zittende medewerkers is hiervoor cruciaal.
Springplank naar een watercarrière
Meer informatie hierover is te vinden bij het Kenniscentrum EVC en bij de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven en op de website van het A&O-fonds Waterschappen www.aenowaterschappen.nl Daar treft u de informatiebladen over EVC aan en de doorlinks naar relevante websites.
Taalstages Gemotiveerde deelnemers aan inburgeringstrajecten kunnen naast het gewone programma een taalstage volgen. Doel hiervan is niet alleen het vergroten van de taalvaardigheid, maar ook van het zelfvertrouwen in het gebruik van het Nederlands. De stage duurt twintig weken en beslaat twee dagdelen per week. De stagiair loopt mee met een medewerker, die hem begeleidt en stimuleert. Taalstages hebben als extra voordeel dat ook de medewerkers beter leren communiceren over cultuurgrenzen heen.
Stage als mobiliteitsinstrument In het kader van employability en mobiliteit kan ook zittende medewerkers een stage worden aangeboden. Die stage kan zijn bij een ander waterschap, gemeente of provincie of in een andere organisatie.
21
DEEL 9
Praktische punten
Voor de organisatie van afzonderlijke stages moet een aantal zaken worden geregeld. Hieronder geven we een overzicht.
Stageopdracht Als het waterschap het initiatief bij stages in eigen hand wil nemen, dan is de eerste stap het vaststellen wat stagiairs bij uw waterschap kunnen gaan doen. Uiteraard hangt dat ook samen met het onderwijsniveau. Is er een taak/ opdracht waar de afdeling niet aan toe komt? Kan er een onderzoek gedaan worden? Of is er een plek waar de stagiair ervaring op kan doen van het werk dat bij het waterschap gedaan wordt?
stagebank. Stagebanken voor de verschillende sectoren zijn te vinden via www.stageinfopunt.nl. – Vraag een ‘kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven’ om bemiddeling bij (V)MBO-stages. Wanneer zich eenmaal leerlingen melden voor een stage(opdracht), kan het best een zo normaal mogelijke sollicitatieprocedure worden gevolgd, dus met brief en gesprek(ken). Tenslotte is de stage bedoeld om ervaring op te doen met de wereld van het werk.
Begeleiding
Stageovereenkomst
Een deskundige stagebegeleider (mentor of praktijkopleider, zoals hij in het mbo heet) is essentieel voor het succes van stages. Hij moet niet alleen inhoudelijk de noodzakelijke input geven en het stageplan in de gaten houden, maar de leerling ook motiveren en sturen. Hoe jonger de leerling en korter de stage, des te intensiever deze taak doorgaans zal zijn. Elke medewerker kan als begeleider optreden, inclusief een afdelingshoofd. Voor oudere medewerkers die uit hun jarenlange ervaring kunnen putten, kan de begeleiding een interessante en stimulerende opdracht zijn.
De inhoud van de stageopdracht(en) is een belangrijk aandachtspunt bij de sollicitatiegesprekken. De uitkomst moet worden vastgelegd in een stage-overeenkomst (zie het hoofdstuk over juridische aspecten). Daarin komen ook zaken zoals verzekeringen, werktijden, geheimhouding en begeleiding aan de orde, evenals de eventuele stagevergoeding. Voor die vergoeding bestaan geen vaste regels. Belangrijke aandachtspunten zijn de productiviteit van de stage en de leeftijd van de leerling. Een hbo’er die een half jaar meedraait, zal uiteraard meer ‘opleveren’ dan een vmbo’er die een week komt kijken.
De begeleiding vanuit de school is in de praktijk niet altijd even intensief. Het verdient aanbeveling hierover In het vmbo worden zelden echte vergoedingen toegegoede afspraken te maken. Voor meer informatie zie kend aan de leerling, ook niet bij leer-werktrajecten. bijlage 2. Hoogstens wordt er reisgeld gegeven, of een bijdrage aan een potje van de school. In het mbo en hoger onderwijs zijn vergoedingen wel gebruikelijk, maar de hoogte varieert sterk van waterschap tot waterschap. Hoe komt u aan een stagiair? In het hoofdstuk over stagebeleid werd de mogelijkheid van vaste afspraken met een school genoemd. Mochten zulke afspraken er (nog) niet zijn, dan heeft u verschillende mogelijkheden: De beoordeling van leerlingen is in principe een zaak – Benader een stagecoördinator of docent van een van de school, maar uiteraard is de stagebegeleider bij opleiding/school uitstek in de positie om een evaluatie over de stage te – Plaats een vacature (stageopdracht) op de stagebank geven. De mate waarin deze positie is verankerd in het van de scholen in de omgeving of op een algemene onderwijs, varieert van school tot school. De verwach-
Stagiairs vinden
Evaluatie
22
Stagebeleid
Clusterhoofd afdeling Onderhoud, Objecten en Materieel, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Leermeesters kijken met één oog Tijdens het eerste gesprek letten wij er vooral op hoe iemand overkomt en wat zijn motivatie is. Na jarenlange ervaring kan ik vrij snel inschatten wat voor iemand het is. Vervolgens maken we een afspraak voor de start van de stage. Dan krijgt een stagiair zijn werkkleding en maken we afspraken over het maken van het werkboek. Een eerste keer ga ik er bij staan en daarna kijk ik vooral met één oog. Dat werkt vaak het beste. Veel stagiairs vinden het maken van het werkboek en de theorie het minst interessante van het vak. Daar moet ik vaak achteraan. Aan het einde van de stage moet het werkboek nog snel worden ingevuld. Daarnaast ontvang ik de consulent van de school en praten we de vorderingen door. Af en toe heb ik het gevoel dat ik een tweede vader ben. Wat ik vooral leuk vind, is om iemand een mooi vak te leren. Daar word ik trots van. Ik heb het liefst dat mensen ook een tijdje in het vrije bedrijfsleven gaan werken. Dan doen ze een brede ervaring op. Je moet het vooral leuk vinden om met jongeren te werken.
Teamleider afdeling Onderhoud, Objecten en Materieel, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Stagiairs opleiden moet je niet laten omdat je denkt dat het tijd kost. Het is investeren in de toekomst en het houdt je jong. Aanspreekpunt Ik ben het eerste aanspreekpunt voor scholen en de leerlingen zelf. Wanneer ik een verzoek krijg van een school zet ik deze vraag uit bij andere cluster hoofden. Zij gaan weer in overleg met hun teamleiders over de vraag of de stagiair geplaatst kan worden. Wanneer iemand wordt aangenomen, wordt een stagiair geplaatst bij een ervaren Leermeester. Per discipline hebben wij een leermeester binnen het schap. De functie van de leermeester is op te treden als dagelijkse begeleider van de stagiair.
Ik zorg voor goede leermeesters en voldoende tijd en geld. Met P&O overleg ik regelmatig over het hoe en wat van de stages. Ik heb zelf ook overleg met opleidingsinstituten en zorg dat er voorlichtingsmaterialen zijn op de scholen. De waterschappen zijn echt niet bekend bij de jongeren. Ons imago is ‘oubollig’. Over enige tijd krijgen we een nieuw hoofdkantoor met een serieuze en moderne uitstraling. Dat zal ons imago doen veranderen. Over imago gesproken: ik zou het best leuk Ons hoogheemraadschap wil graag jonge mensen binnen halen. Daar doen we erg ons vinden wanneer een vrouw stage zou komen lopen. Dan krijgen we ook een andere best voor. Wij zijn ook ‘erkend leerbedrijf voor Fundeon’. Via onze site kunnen stagiairs cultuur.
ting is echter dat leerbedrijven – zeker in het mbo – een steeds zwaardere stem zullen krijgen bij de vraag of een leerling een diploma verdient. Waar het gaat om het functioneren als ‘tijdelijk medewerker’ zijn de normen van het waterschap de leidraad. In hoeverre heeft de leerling zich deze eigen gemaakt? Is er een duidelijke groei te zien in zijn competenties? Dit zal ook in tussentijdse gesprekken aan de orde Springplank naar een watercarrière
zich direct aanmelden. Zo proberen we drempels te verlagen. Op locatie begeleiden wij vooral leerlingen van het vmbo, mbo en het praktijkonderwijs. In de nabije toekomst verwachten we dat we mensen nodig hebben met een technische achtergrond. Daar spelen we met het bieden van stages op in.
moeten komen. Bij langere stages is het wenselijk dat er een of meer tussentijdse gesprekken met de school worden gevoerd. Bij het eindgesprek kan het stageverslag van de leerling eventueel als uitgangspunt worden gebruikt. Zijn oordeel over de organisatie kan ook een waardevol leerpunt zijn.
23
DEEL 10
Juridische aspecten
In de CAO Waterschappen wordt geen melding gemaakt over de rechtspositie van stagiairs. Toch heeft een stage juridische implicaties voor het waterschap. Er kan sprake zijn van een arbeidsrechtelijke verhouding en het stagebedrijf draagt een zekere verantwoordelijkheid voor de stagiair. Het is dan ook zaak om afspraken goed vast te leggen.
Rechtspositie
Belastingen
Een stagiair is in principe geen werknemer en valt dus niet onder de arbeidsvoorwaardenregeling van de waterschappen. Uitzonderingen zijn de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) van het mbo en duale opleidingen van het hbo of wo. Hier is de leerling in principe even productief als een gewone werknemer en ontvangt hij ook salaris. Daardoor is er sprake van een arbeidsrechtelijke verhouding. De minst vergaande arbeidsverhouding is de ‘aanstelling voor wetenschappelijke opleiding of praktische vorming’.
In belastingtechnische zin hebben gewone stagiairs wel een ‘fictieve dienstbetrekking’ bij het waterschap, tenminste als ze van het waterschap een persoonlijke stagevergoeding ontvangen die hoger ligt dan een onkostenvergoeding. Bij die laatste gaat het om reiskosten en onbelast te vergoeden onkosten. Als de vergoeding hoger is, moet zij bruto worden uitbetaald, waarbij de werkgever loonheffing en premies inhoudt. Scholing is door de overheid fiscaal aantrekkelijk gemaakt door de Wet Vermindering Afdrachten Loon belasting (VA). Voor de regelingen kunt u contact opnemen met uw lokale belasstingdienst of informatie opzoeken op www.belastingdienst.nl
Doorgaans zal het gaan om een tijdelijke aanstelling voor de duur van de praktijkleerovereenkomst; de WWaanspraken zijn bij jongeren beperkt. Let op: bij leer-werktrajecten in het vmbo is een arbeidsrechtelijke verhouding doorgaans niet van toepassing, vanwege de leeftijd van de leerling. Elke stagiair is verzekerd voor de Wet Wajong; bij een fictieve dienstbetrekking ook voor de Ziektewet en de Zorgverzekeringswet.
Verzekeringen
24
Stagebeleid
Bijlage 1
Voorbeeld stageovereenkomst
De aparte positie van stagiairs betekent dat hun rechten en plichten geregeld moeten worden in een speciale overeenkomst. Veelal zal de onderwijsinstelling hiervoor een standaardcontract hebben. In het vmbo en mbo is dat wettelijk verplicht.
Stage-overeenkomst (bron: CNV-Jongeren 2010) Stage-overeenkomst tussen … (naam stageplek)... en … (naam stagiair)… Ondergetekenden: … (naam stagiair)…, woonachtig te …(adres stagiair)…, hierna aangeduid als: ‘Stagiair’; en … (naam stageplek)…, gevestigd te …(plaats hoofdkantoor)… en kantoorhoudende aan de … (adres waar stage wordt gelopen)…, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door …(naam van contactpersoon stageplek)…; Komen overeen dat: ‘Stagiair’ in de gelegenheid wordt gesteld om in samenhang met zijn/haar opleiding, in de vorm van een stage, praktische ervaring op doet bij … hierna te noemen organisatie…… Stageplan De precieze inhoud van de stage staat omschreven in het stageplan, dat als bijlage is bijgevoegd, maar enkele belangrijke punten staan ook nogmaals in deze stage-overeenkomst vermeld. Duur De stage loopt van …(dd/mm/jj)… tot en met …(dd/mm/jj)… op …(locatie stage)… te… (plaats). De werktijden zijn van …(dag)… tot en met …(dag)… van …(tijd) uur tot …(tijd) uur met een lunchpauze van …(tijd)… uur. Functie De stagiair heeft als functie …(te noemen functie)… en vervult de volgende taken (te noemen taken)… Stagebegeleiding …(Naam)… fungeert namens de …(naam stageplek)… gedurende de hierboven genoemde periode als stagebegeleider. De stagebegeleider draagt zorg voor een goede begeleiding van de stagiair. De stagebegeleider en de stagiair hebben wekelijks contact over het functioneren. Bij problemen kan de stagiair altijd terecht bij de stagebegeleider. Contactpersoon opleiding en beoordeling Namens de opleiding van de stagiair fungeert …(naam)… als contactpersoon. Aan hem/haar zal na afloop van de stage gerapporteerd worden over de verrichte werkzaamheden.
Springplank naar een watercarrière
25
Vergoeding ‘Stagiair’ ontvangt een stagevergoeding van …(bedrag)…bruto per maand. De uitbetaling geschiedt tegen het einde van de maand. Dit bedrag wordt overgemaakt op rekening …(rekeningnummer etc.)… Ziekte Mocht ‘Stagiair’ gedurende de stageperiode ziek worden, dan moet hij/zij dit voor …(tijd)… uur melden aan uw stagebegeleider. Bij ziekte vindt gedurende …(lengte in dagen)… doorbetaling van de stagevergoeding plaats tot uiterlijk de dag waarop de stage eindigt. Identificatieplicht ‘Stagiair’ verplicht zich een kopie van een geldig legitimatiebewijs (geen rijbewijs) in te dienen bij aanvang van de stageperiode. Reiskostenvergoeding Indien ‘Stagiair’ in het bezit is van een studenten OV-Jaarkaart ontvangt hij/zij daarnaast geen reiskostenvergoeding. Vakantie ‘Stagiair’ heeft recht op …(aantal uren/dagen)… vakantie tijdens de stageperiode. Indien zich omstandigheden voordoen die dit wettigen, kan kort verlof worden toegekend. Over deze dagen kan een vergoeding van …(bedrag)… worden doorbetaald. Geheimhoudingsplicht Uit hoofde van het feit, dat ‘Stagiair’ stage loopt bij …(naam stageplek)…, heeft ‘Stagiair’ de verplichting tot geheimhouding – zowel gedurende de stageperiode als daarna – van al hetgeen direct of indirect verband houdt met de belangen van …(naam organisatie) en met name alles wat behoort tot het bedrijf, de bedrijfsvoering en de relaties; alles genomen in de ruimste zin. Aldus opgemaakt en ondertekend in tweevoud ondertekend op …(dd/mm/jj)… te …(plaats)… Naam ...(‘Stagiair’)…, Namens …(naam stageplek)…, CC. Stagebegeleider van de opleiding van ‘Stagiair’ Bijlagen: – Stageplan als overeengekomen te ……(dd/mm/jj)… – Loonbelastingverklaring – Ingevulde persoonlijke vragenlijst van bedrijf – Curriculum Vitae
26
Stagebeleid
Meer informatie
Bijlage 2
Voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs • Het Platform Beroepsonderwijs www.hetplatformberoepsonderwijs.nl • ROC.nl: www.roc.nl • Kennisnet – vmbo: www.vmbo.kennisnet.nl • Colo, vereniging van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven: www.colo.nl
Hogescholen • HBO-raad: www.hbo.nl
Universiteiten • VSNU: www.vsnu.nl
Algemene informatie • Informatie over mogelijke beroepen in de watersector, speciaal ontwikkeld voor jongeren: www.levenmetwater.nl/projecten/waterwerken-voorscholieren • Inventarisatie (water)opleidingen Informatie over aanbod van opleidingen op mbo, hbo en wo niveau met doorlink naar websites van onderwijsinstellingen: www.aenowaterschappen.nl
Overige websites • Kenniscentrum EVC: www.kenniscentrumevc.nl • Coördinatiepunt mbo: www.coordinatiepunt.nl • StageInfoPunt: www.stageinfopunt.nl • Stagevinden.nl: www.stagevinden.nl • Netherlands Water Partnership: www.nwp.nl
Colofon Opdrachtgever Stichting A&O-fonds Waterschappen Redactie E. van Vliet
Uitgave
Secretaris/projectmanager E. van Vliet Met dank aan – De werkgroep Stagebeleid – De geïnterviewden
Tekst en foto’s Els Vernooij, Stichting Wateropleidingen, Nieuwegein Vormgeving Ruurd Heijting, Rotterdam Oplage 150 en webpublicatie
© Stichting Arbeidsmarkt- en Ontwikkelingsfonds Waterschappen, Den Haag. September 2010 Stichting A&O-fonds Waterschappen bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied vanarbeidsmarkt en HRM-beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op www.aenowaterschappen.nl Rechten Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerwijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting A&O-fonds Waterschappen. Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
Springplank naar een watercarrière
27
A&O-fonds Waterschappen Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 373 82 99
[email protected] www.aenowaterschappen.nl