Ruimte voor onderwijs: De springplank naar ontplooiing en werk Onderwijsagenda 2015-2018
1
Inhoud
1
Inleiding .................................................................................................................. 3
2
Wat willen we bereiken? ............................................................................................. 4
3
Aansluiting Onderwijs – Arbeidsmarkt. .......................................................................... 5
4
Taalbeleid ................................................................................................................ 7
5
Talentontwikkeling ................................................................................................... 10
6
Financieel kader ...................................................................................................... 11
2
1
Inleiding
Het College van B&W heeft in haar programma 2014 – 2018 de kwaliteit van het onderwijs hoog op de agenda gezet: hoogstaand onderwijs in de stad voor alle leeftijdscategorieën en opleidingsniveaus. Zowel voor leerlingen met een achterstand als voor leerlingen die excelleren. Uitgangspunt is het beste uit ieder kind halen. Amstelveen is een aantrekkelijke gemeente om te wonen. Goede scholen dragen hier in hoge mate aan bij. Dit speelt ook mee als (internationale) bedrijven zich in Amstelveen willen vestigen. Goed (internationaal) onderwijs is hierbij een belangrijk punt. De Onderwijsagenda 2015-2018 borduurt voort op, en verbreedt de kwaliteitsimpuls van het vorige college en betrekt ook nadrukkelijk het voortgezet onderwijs hierbij. Het college investeert in deze collegeperiode in het uitvoeren van deze onderwijsagenda. De aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en het bedrijfsleven is het centrale thema en voorbereidend daarop aandacht voor taalbeleid, ICT, techniek en talentontwikkeling. Kinderen die al hun talenten kunnen ontwikkelen, zijn in staat om daarmee een zo goed mogelijke positie op de arbeidsmarkt te bereiken. Een belangrijk onderdeel is het taalbeleid. In Amstelveen vinden wij het belangrijk dat nieuwkomers snel de Nederlandse taal leren. Door dit goed te organiseren en in te bedden in de scholen, ontlast dit de leerkrachten en verbetert dit het hele taalonderwijs, en daarvan profiteren alle leerlingen. De inzet is erop gericht het taalonderwijs zo vroeg mogelijk te beginnen. De thema’s zijn besproken met alle belanghebbenden in en om het onderwijs: het onderwijs zelf: basisonderwijs, voortgezet onderwijs en MBO, HBO en Universiteit; de kinderopvang; ouders en leerlingen en het bedrijfsleven.
3
2
Wat willen we bereiken?
Visie Elk kind/jongere krijgt kwalitatief goed en uitdagend onderwijs dat aansluit bij hun mogelijkheden en talenten en kiest een opleiding die goed is afgestemd op de arbeidsmarkt. Er wordt maximaal ingezet op de taalvaardigheid van kinderen. Dit draagt bij aan betere kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Kwalitatief goed onderwijs draagt bij aan een grotere zelfredzaamheid van kinderen en jongeren in hun verdere leven en kan zorgvragen in de toekomst voorkomen.
Waarom? Het onderwijs, ouders, gemeente en bedrijfsleven delen het belang van een gezamenlijke agenda en aanpak. Het onderwijs is verantwoordelijk voor goed kwalitatief onderwijs. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. De gemeente is verantwoordelijk voor het bestrijden van achterstanden in de voorschoolse periode. Het bedrijfsleven levert een belangrijke maatschappelijke bijdrage aan het onderwijs ten behoeve van juiste beroepskeuze en de aansluiting van opleidingen op de behoefte van de arbeidsmarkt. Door de gezamenlijke verantwoordelijkheden af te stemmen en te bundelen kan maximaal resultaat worden behaald.
Hoe? -
-
De gemeente ontwikkelt in samenspraak met betrokken partijen een onderwijsagenda. Aan deze onderwijsagenda wordt een subsidieregeling verbonden om initiatieven vanuit het onderwijs en bedrijfsleven te faciliteren. De voorgaande subsidieregelingen zoals brede school en kwaliteitsimpuls worden geïntegreerd in één regeling (deregulering). De samenwerking bevorderen tussen onderwijs en bedrijfsleven voor een betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Gezamenlijke activiteiten stimuleren, ontwikkelen en uitvoeren met aandacht voor talenten van individuele leerlingen. Ook waar het gaat om sport, beweging en cultuureducatie.
4
3
Aansluiting Onderwijs – Arbeidsmarkt
Wat is de ambitie? Leerlingen zijn beter geïnformeerd over de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Hierdoor zijn ze goed voorbereid en kiezen ze bewuster voor een vervolgopleiding. Daarnaast dient er voldoende aanbod te zijn van internationaal onderwijs. Waarom? De arbeidsmarkt is gebaat bij goed opgeleide starters die bewust kiezen voor een vakgebied. Allereerst is het belangrijk dat stappen in de onderwijsloopbaan zo goed mogelijk op elkaar aansluiten, zodat ieder kind onderwijs krijgt dat past bij de eigen mogelijkheden en capaciteiten en daarmee het beste uit zichzelf kunnen halen. Dat begint bij een samenhangend aanbod van primair onderwijs, kinderopvang en buitenschoolse activiteiten. In brede scholen en integrale kindcentra wordt de ontwikkeling van kinderen in samenhang gevolgd en gestimuleerd. Ook is het belangrijk leerlingen beter te informeren, motiveren en inspireren over wat verschillende vakgebieden inhouden. Zowel door meer informatie vanuit het bedrijfsleven naar de scholen te brengen alsook door praktijkervaring door middel van stages en bedrijfsbezoeken. Zodoende hebben zij beter zicht op beroepen en welke opleiding/vaardigheden daarvoor nodig zijn en eventuele kansen op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld in de techniek. Amstelveen heeft een internationaal bedrijfsleven. Om het vestigingsklimaat te bevorderen is het belangrijk dat er voldoende kwalitatief internationaal onderwijs beschikbaar is. Wat? a. Bredeschool/Integraal kindcentrum Om goede dag-arrangementen aan kinderen te kunnen bieden wordt geïnvesteerd in het doorontwikkelen van brede school naar een ‘Alles in één school (integraal kindcentrum).
ENKELE CONCRETE VOORBEELDEN De Eerste Montessorischool ontvangt voor schooljaar 2015-2016 subsidie voor Doorontwikkeling naar een Integraal Kind Centrum (IKC), waar op basis van een campus idee directe verbindingen zijn tussen onderwijs, dagopvang en buitenschoolse opvang, een doorgaande lijn voor kinderen en hun ouders. Er is sprake van één dagprogramma en een breed aanbod van activiteiten uitgaande van talenten van kinderen. De nieuwe basisschool School of Understanding die per schooljaar 2015-2016 open gaat, ontvangt subsidie voor een bijdrage van de kosten voor Onderwijs en geïntegreerde opvang onder één dak en levensecht leren gericht op ervaring in werkpraktijk. Er worden workshops en presentaties aangeboden waarbij ouders en bedrijfsleven belangrijke partners zijn.
b. Aansluiting onderwijsketen (KDV/PO/VO/MBO/HBO/WO) Het is van belang dat bij de overgang tussen onderwijssoorten adequate advisering en warme overdracht plaatsvindt. Dit geldt zowel voor de overgang tussen PO/VO als ook van VO naar beroepsonderwijs. Vanuit het VO in samenwerking met het PO is een voorstel ingediend bij de regiogemeenten om de overgang PO-VO te monitoren en daarmee de kwaliteit te verbeteren.
5
c.
Aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt Om de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven invulling te geven hebben deze partijen de gemeente gevraagd om te faciliteren bij het aanstellen van een netwerker. Daarnaast heeft het onderwijs gevraagd om ondersteuning bij het organiseren van een brede onderwijsconferentie over de samenwerking van scholen met instellingen en het bedrijfsleven. De duurzaamheidspartners hebben de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt ook als speerpunt benoemd. Deze partners zijn bedrijven als Hewlett Packard (HP) en Canon die duurzaam en maatschappelijk ondernemen hoog in het vaandel hebben staan en hiertoe samenwerken met de gemeente. Concrete acties zullen worden opgenomen in de duurzaamheidagenda die eind 2015 tot stand komt. Waar mogelijk wordt aangesloten bij de acties die voortvloeien uit deze onderwijsagenda. Projecten als De zomerondernemer en Zaai zijn gericht op het kennis laten maken met en ondersteunen van ondernemerschap. Zomerondernemer voor scholieren en Zaai voor (startende) ondernemers. Op het Amstelveen College loopt een Businessclass. Zowel voor VMBO als HAVO/VWO leerlingen. De RMC aanpak (voortijdig schoolverlaten) draagt bij aan een betere aansluiting van jongeren op de arbeidsmarkt, door een stage- en werkmakelaar, coaches bij MBO-opleidingen en afspraken over een betere aansluiting van het VMBO op het MBO.
d. Internationaal onderwijs bevordert de vestiging van internationale bedrijven en daarmee de werkgelegenheid. Er is momenteel vooral behoefte aan particulier onderwijs met een internationaal curriculum. Dergelijke onderwijsvoorzieningen hebben een regionale functie. In samenwerking met de regio Amsterdam worden uitbreidingsmogelijkheden onderzocht.
6
4
Taalbeleid
Wat is de ambitie? Een goed taalbeleid draagt bij aan betere kansen in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Waarom? Nieuwkomers en anderstaligen starten met een taalachterstand in het reguliere onderwijs. Hierdoor wordt de onderwijsontwikkeling en de integratie van deze leerlingen bemoeilijkt. Door op een zo jong mogelijke leeftijd ondersteuning te bieden wordt de achterstand zoveel mogelijk beperkt. Dit heeft het meeste rendement tot ver in de onderwijscarrière. De verantwoordelijkheid voor de aanpak van achterstanden in de voorschoolse periode is een wettelijke taak van de gemeente. De gemeente is verplicht alle kinderen met een taalachterstand plaats te bieden binnen de Voor- en Vroegschoolse Educatie (hierna VVE). Door toename van het aantal vluchtelingen en gezinshereniging zijn er steeds meer anderstalige kinderen in Amstelveen. Voor kinderen die vanuit het buitenland in Nederland komen wonen is het belangrijk om zo snel mogelijk in het onderwijs en de Nederlandse taal te integreren. Door deze nieuwkomers in een aparte groep snel Nederlands te leren worden leerkrachten ontlast. Hierdoor hebben leerkrachten meer tijd en aandacht voor de rest van de leerlingen. Wat? a. De voorschoolse periode De aandacht van de Onderwijsinspectie en van betrokken partijen is verschoven van de harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang naar de samenwerking tussen kinderopvang en basisscholen. In juni 2015 hebben de VVE aanbieders, schoolbesturen basisonderwijs en gemeente een VVE convenant afgesloten ten behoeve van de verbetering van de samenwerking en kwaliteitswaarborging van VVE binnen de voor- en vroegschool. We investeren in de kwaliteitsverbetering van het VVE aanbod door o.a. te investeren in scholing van pedagogisch medewerkers. Een evenwichtiger spreiding van kinderen met een achterstand over verschillende groepen komt hun ontwikkeling ten goede. Er wordt ingezet op preventieve logopedie, waarmee taal- en spraakproblemen zo vroeg mogelijk worden gesignaleerd. Hiervoor worden de bestaande middelen logopedie anders en effectiever ingezet. Zowel uit onderzoek als uit inmiddels opgedane ervaringen in andere gemeenten blijkt een preventieve screening op taal- en spraakachterstanden veel effectiever als dat op jongere leeftijd gebeurt: er is minder hulp nodig, latere, zwaardere zorg wordt verminderd en er is een significante vermindering van (blijvende) taalachterstanden op latere leeftijd, waaronder minder verwijzingen naar het Speciaal Onderwijs. De totaalscreening van alle 5 jarigen en de lichte behandelingen wordt niet meer uitgevoerd. Wel worden leerkrachten geschoold, zodat zij beter signaleren. Bij twijfel is er nog drie jaar de mogelijkheid om de logopediste te vragen een onderzoek te doen. Als er een behandeling nodig is, wordt er doorverwezen naar een lokale vrijgevestigde logopedist. Doordat een onderzoek op taal- en spraakachterstanden eerder plaatsvindt, kunnen op den duur de onderzoeken op school verdwijnen. Met het onderwijs is besproken dat de aanpak van taal- en spraakachterstanden na deze drie jaar een verantwoordelijkheid van de scholen wordt, in het kader van Passend Onderwijs. Daarmee neemt de gemeente de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van achterstanden in de voorschoolse periode en zijn de scholen verantwoordelijk voor de schoolperiode. b. Nieuwkomers Voor nieuwkomers in het primair onderwijs zijn inmiddels twee voltijdsklassen en twee deeltijdklassen gerealiseerd. Op het VO is de Internationale Schakelklas uitgebreid van één naar twee klassen. Voor leerlingen in het basisonderwijs is Taalrijk een project van vrijwilligers dat ondersteunt bij het leren van de Nederlandse taal. 7
Vanaf 2014-2015 zijn de besturen voor primair onderwijs Amstelwijs en Onderwijsgroep Amstelland eerste opvang onderwijs voor nieuwkomers gestart. Nieuwkomers zijn leerlingen met tijdelijke specifieke onderwijsbehoeften. Het specifieke onderwijsaanbod is erop gericht dat nieuwkomers zo snel mogelijk aan kunnen sluiten op het reguliere onderwijsprogramma van leeftijdgenoten. Amstelveense basisscholen hebben de laatste jaren te maken met een veranderende leerlingenpopulatie. Er is een toename van leerlingen die het Nederlands niet als moedertaal hebben en een grote variatie laten zien van twee- of meertaligheid. De Nederlandse taal is vaker de tweede (of soms derde of vierde) taal. Tweede taalleerders (NT2) in het onderwijs vormen een doelgroep die gekenmerkt wordt door een grote variatie met betrekking tot het tempo waarin ze het gewenste taalniveau in het Nederlands bereiken om met succes te kunnen deelnemen aan het Nederlandstalige onderwijs. Het onderwijs inrichten en afstemmen op de specifieke taalonderwijsbehoeften van deze groep vraagt om helderheid wat die onderwijsbehoeften zijn en hoe hier het beste aan tegemoet gekomen kan worden. De grote variatie aan onderwijsbehoeften bij de verschillende categorieën anderstaligen worden onder meer bepaald door: · · · · · ·
Aanvangsmoment van het leren van de Nederlandse taal. In het kind gelegen factoren (zoals intelligentie, taalvermogen, motivatie, executieve functies);. Opleidingsniveau van de ouders en mate van steun die ouders kunnen bieden bij het leren van de tweede taal door hun kind. Hoeveelheid en kwaliteit van het taalcontact in de Nederlandse taal buiten school. In geval van zij-instromers: behaald niveau en kwaliteit van het genoten onderwijs in land van herkomst. Of een kind na of naast de moedertaal nog andere talen heeft geleerd.
De ‘status’ van nieuwkomer houdt in theorie op als de leerling didactisch en sociaalemotioneel is opgenomen in de reguliere groep van leeftijdgenoten of geplaatst is op een school voor S(B)O en de Nederlandse taal geen duidelijke belemmering meer vormt voor participatie in de groep. Het moment waarop een leerling didactisch en sociaal-emotioneel is opgenomen in de reguliere groep is wisselend en hangt onder meer af van hierboven genoemde factoren. In de praktijk betekent dit dat leerlingen na uitstroom uit de eerste opvangvoorziening vaak nog een aangepast taalaanbod nodig hebben. Ook is de intensiteit van het NT2onderwijs dat geboden wordt van invloed. In de praktijk betekent dit dat leerlingen na uitstroom uit de eerste opvangvoorziening vaak nog een aangepast taalaanbod nodig hebben (NT2-onderwijs voor gevorderde leerlingen). Amstelwijs en Onderwijsgroep Amstelland onderzoeken in de tweede helft 2015 hierin de mogelijkheden voor de leerlingen die uit hun nieuwkomersklassen stromen naar het reguliere basisonderwijs.
CONCREET VOORBEELD De basisscholen De Schakel (SBO), Tweede Montessorischool, Kindercampus King, De Westwijzer en De Pionier hebben voor 2015-2016 subsidie ontvangen ten behoeve van woordenschatonderwijs. Deze materialen maken het mogelijk om in te spelen op de specifieke onderwijsbehoeften van het toenemende aantal NT2 leerlingen. Een goede woordenschat is cruciaal voor een goede (school)loopbaancarrière. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van ICT (zoals digiborden) bij de implementatie van de lesmethodes en materialen.
8
c.
Aanpak Laaggeletterdheid Indien ouders taalvaardiger zijn profiteren hun kinderen daarvan in hun taal ontwikkeling. Inmiddels is het Taalhuis ingericht, waar mensen advies, begeleiding en scholing kunnen krijgen bij het leren lezen en schrijven. Door een goede verbinding van het professionele onderwijs (ROC) en het onderwijs door vrijwilligers, kan met de bestaande middelen een grotere groep worden bereikt. Er zijn contacten met Taalrijk, om met de kinderen ook de ouders te kunnen bereiken.
9
5
Talentontwikkeling
Wat is de ambitie? Leerlingen ontwikkelen zich naast het cognitieve ook op het creatieve vlak en zijn vaardig in het eigentijdse ICT gebruik. Waarom? Het ontwikkelen van de ‘21st century skill’ is nodig om succesvol deel te nemen aan de huidige (kennis)samenleving. Leerlingen leren meer dan alleen een vak. Het ontwikkelen van creatieve talenten draagt bij aan de brede ontwikkeling van kinderen. Wat? In het primair onderwijs wordt, met behulp van gemeentelijke subsidie, een ontwikkelingstraject ingezet om leerkrachten te scholen in eigentijdse ICT- en (social)mediavaardigheden die zij kunnen toepassen in de les. Amstelveen heeft daarnaast veel te bieden op het gebied van cultuureducatie. Onderzocht wordt of en hoe het aanbod op het gebied van cultuureducatie in het VO verder ontwikkeld en uitgebreid kan worden.
CONCREET VOORBEELD Zowel de scholen van Amstelwijs als van Onderwijsgroep Amstelland starten met behulp van subsidie investeringstrajecten op het gebied van ICT in het schooljaar 2015-2016. Leerkrachten leren ICT inzetten als middel voor het leren en er is meer aandacht voor verschillende leerbehoeftes van leerlingen. Basisschool De Zwaluw ontvangt hiernaast subsidie voor aanschaf en training chromebooks om deze in te zetten in de les. Onderwijsgroep Amstelland zet het traject in op drie scholen, Amstelwijs start een omvangrijk traject voor alle scholen met diverse workshops, training, coaching, inbedding in reguliere functioneringsgesprekken.
10
6
Financieel kader
Om deze onderwijsagenda integraal en effectief uit te kunnen voeren is ontschotting van budgetten noodzakelijk. De middelen voor VVE worden met ingang van 2016 verschoven van programma 1 (maatschappelijke participatie) naar programma 2 (onderwijs en ontplooiing). De kwaliteitsimpuls middelen en de middelen uit het collegeprogramma vormen samen een budget van waaruit de speerpunten uit de onderwijsagenda kunnen worden uitgevoerd. Dit budget neemt gefaseerd toe richting 2018. 2015 middelen collegeprogramma en kwaliteitsimpuls
2016
€ 400.000
€ 500.000
2017 € 650.000
2018 € 650.000
Het onderstaand overzicht is indicatief voor de inzet van de onderwijsmiddelen in het jaar 2015.
BUDGET
UITGAVEN
Extra middelen Zwaluw
€ 75.000
€ 75.000
Brede School
€ 68.000
€ 78.056
€ 400.000
€ 288.116
Collegeprogramma en Kwaliteitsimpuls
SALDO 0 -
10.056
111.884 € 35.699 woordenschatonderwijs € 103.380 aansluiting VVE-basisonderwijs € 40.000 aanpak laaggeletterdheid € 86.537 ICT projecten € 14.750 onderwijs-arbeidsmarkt € 291.317 (Incl. overig ad € 7.750)
Logopedie
€ 100.000
€ 100.000
0
Taalklassen/ISK
€ 75.000
€ 190.393
-115.3931
OpStap
€ 95.000
€ 95.000
0
€ 315.700
€ 390.700
-75.0001
€ € 1.130.700 1.220.072
-€ 88.565
VVE Totaal
1
VVE en taalbeleid zijn integraal onderdeel van deze onderwijsagenda. Het structurele tekort van € 75.000 op het product VVE en € 115.000 op Taalbeleid worden gedekt binnen de middelen voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Dit is inhoudelijk de meest logische wijze van financiering van deze (wettelijke) taken. In 2015 leidt dit tot een éénmalig tekort. Vanaf 2016 is er volledige dekking. 11