WERK = WERK
naar een werknemersstatuut voor arbeiders en bedienden
Arbeider vs Bediende Zoek de vele oneerlijke verschillen Zoek de vele oneerlijke verschillen De verschillen tussen het statuut van arbeider en dat van bediende zijn groot. Te groot. Dat moet je zeker een arbeider niet vertellen. Hij ziet dat iemand met een bediendestatuut vaak veel beter af is. En waarom? Werk is toch werk? Belgische arbeiders slecht beschermd Het verschil tussen de statuten discrimineert arbeiders. En dat verschil heeft belangrijke maatschappelijke en economische gevolgen. Het verschil is zo groot dat in ons land bedienden tot de best beschermde werknemers van Europa behoren, terwijl de arbeiders tot de minst beschermde van Europa behoren. Dat is een onaanvaardbaar verschil.
+
-
De oplossing: Een eerlijk werknemersstatuut We ijveren ervoor dat iedereen dezelfde rechten en sociale bescherming krijgt. Wij willen één statuut voor alle arbeiders en bedienden. Dat betekent niet dat er geen specifieke regelingen kunnen zijn voor bepaalde categorieën van werknemers. Er bestaan nu ook verschillen tussen werknemers van verschillende sectoren. Maar het betekent wel dat alle werknemers gelijk aan de start kunnen verschijnen. Niet raken aan verworven rechten Een nieuw statuut mag natuurlijk niet raken aan de rechten die werknemers nu hebben. We willen geen afbraakharmonisering. Er moet een globaal onderhandeld werknemersstatuut komen dat in stappen wordt ingevoerd. De werknemers die nu in dienst zijn, behouden te allen tijde hun opgebouwde rechten.
Het werknemers statuut
belangrijke mijlpaal
Het werknemersstatuut volgens ABVV-Metaal Wij maken werk van een werknemersstatuut. Dat zal opnieuw een belangrijke mijlpaal zijn in de bescherming van onze werknemers en in het bijzonder voor onze arbeiders. Werk = Werk! Daar gaan we volledig voor. We willen geen onderscheid meer in de behandeling van onze werknemers. Iedereen gelijk voor de wet. De toekomst is aan een nieuw en eerlijk statuut. Hieronder vindt u de krachtlijnen van dat nieuwe werknemersstatuut zoals wij het zien. 01. Proefperiode van 1 week tot 6 maanden Het verschil tussen arbeiders en bedienden op vlak van proefperiode is groot. Bij arbeiders is dat nu minstens 7 dagen en hoogstens 14 dagen. Een bediende krijgt een proefperiode van 1 tot 12 maanden.
Zo zien wij het: Een proefperiode mag niet te lang zijn omdat het werknemers te weinig zekerheid biedt. In het werknemersstatuut stellen we daarom een proefperiode voor van minstens een week tot maximum 6 maanden. De minimumduur wordt afgesproken in de sectoren, maar die bedraagt minimaal 1 week. De opzegperiode tijdens de proeftijd moet minstens 7 dagen zijn. Bij een tweede contract (van bepaalde duur, na een uitzendcontract …) bij dezelfde werkgever geldt geen proeftijd.
02. Maandloon voor iedereen Een arbeider weet als geen ander hoe lang een uur duurt. Hij wordt per uur betaald en kan twee keer per maand worden uitbetaald. Een bediende krijgt een maandloon dat de werkgever één keer per maand betaalt.
Zo zien wij het: In het werknemersstatuut willen we alleen nog een maandloon voor iedereen.
03. Gelijke berekening vakantie(geld) Voor arbeiders wordt het vakantiegeld betaald door de Rijkskas voor Jaarlijkse Vakantie of de vakantiekas waarbij de werkgever is aangesloten. Hoeveel? Dat wordt berekend op basis van het volledige loon van het voorgaande jaar, inclusief eindejaars- en andere jaarpremies. Het aantal verlofdagen berekenen we voor arbeiders op basis van het aantal gewerkte dagen. Bij bedienden betaalt de werkgever het vakantiegeld. Bedienden krijgen vakantiegeld op basis van het lopende loon (enkel vakantiegeld) of op basis van loon en variabele loonelementen (dubbel vakantiegeld). Het aantal verlofdagen wordt berekend op basis van het aantal gewerkte maanden. De bedrijfsvoorheffing alsook de sociale bijdragen worden anders berekend, maar komen op het einde van de rit op hetzelfde neer.
Zo zien wij het: In het werknemersstatuut willen we dat het aantal verlofdagen berekend wordt zoals nu voor arbeiders het geval is, dus op basis van het aantal gewerkte dagen. We willen dat het enkel en het dubbel vakantiegeld uitbetaald wordt door een vakantiefonds, dit garandeert de uitbetaling van het vakantiegeld ook in het geval van wanbeheer of faillissement van de werkgever. Het vakantiegeld moet berekend worden op basis van een volledig jaarloon.
04. Tijdelijke Werkloosheid voor alle werknemers mits bedrijfs-CAO Tot voor de crisis kon enkel de arbeidsovereenkomst van arbeiders geschorst worden wegens gebrek aan werk, technische stoornis of slecht weer. Wel mogelijk – voor arbeiders en bedienden - was tijdelijke werkloosheid wegens overmacht. De arbeiders ontvangen voor de periode van tijdelijke werkloosheid een werkloosheidsuitkering. Voor de arbeiders betekent dit een aanzienlijk inkomensverlies dat in sommige sectoren (gedeeltelijk) wordt gecompenseerd door aanvullende vergoedingen vanuit de sectorale Fondsen van Bestaanszekerheid en/of via ondernemingsakkoorden. In het kader van de anticrisismaatregelen heeft de regering beslist dat bedrijven ook voor bedienden onder welbepaalde voorwaarden het contract volledig of gedeeltelijk kunnen schorten.
Zo zien wij het: Alle werknemers komen in aanmerking voor een systeem van tijdelijke werkloosheid. Er moet op interprofessioneel niveau een kaderakkoord opgesteld worden met de algemene minimumvoorwaarden. Zoals bij de tijdelijke anti-crisismaatregel voor de bedienden moet er vervolgens een CAO of een ondernemingsakkoord zijn vooraleer het systeem kan ingevoerd worden in de onderneming. Het loonverlies van de werknemers wordt gedekt door een bijkomende gesolidariseerde vergoeding, bovenop de RVA-uitkering. De Fondsen voor Bestaanszekerheid moeten hierin een rol spelen. Alle periodes van tijdelijke werkloosheid moeten worden gelijkgesteld voor de berekening van het vakantiegeld.
05. Gewaarborgd Loon voor iedereen Zowel arbeiders als bedienden hebben recht op een gewaarborgd loon gedurende de eerste 30 dagen van arbeidsongeschiktheid tengevolge van ziekte, een arbeidsongeval of een beroepsziekte. In geval van ziekte moeten arbeiders minstens één maand anciënniteit hebben. Dat geldt ook voor bedienden met een contract van bepaalde duur van minder dan drie maanden of tijdens de proeftijd. Al de andere bedienden kennen geen anciënniteitvoorwaarde.
Vergoeding bij ziekte
Arbeider
Bediende
Eerste 7 dagen: gewaarborgd weekloon aan 100% door de werkgever
Gewaarborgd maandloon aan 100% door de werkgever
Volgende 7 dagen: gewaarborgd weekloon aan 85,88% door de werkgever 15e tot en met 30e dag: 25,88% van het loon door de werkgever en een aanvullende vergoeding van 60% van het loon door de mutualiteit Vergoeding bij arbeidsongeval of beroepsziekte
Eerste 7 dagen: gewaarborgd weekloon aan 100% door de werkgever
Gewaarborgd maandloon aan 100% door de werkgever
8e tot en met 30e dag: vergoedingen arbeidsongevalverzekering of Fonds voor Beroepsziekten en aanvulling tot aan het normaal nettoloon door de werkgever Beëindiging contract
Mogelijk na 6 maanden
Mogelijk na 6 maanden
Opzegtermijn die aanvangt bij werkhervatting of overeenstemmende verbrekingsvergoeding
Opzegtermijn die aanvangt bij werkhervatting of overeenstemmende verbrekingsvergoeding (eventueel min de al uitbetaalde som aan gewaarborgd maandloon)
Voor arbeiders die ziek zijn, hangt de aanvang van deze periode van zeven kalenderdagen af van het bestaan van de carenzdag. Arbeiders (of bedienden in proef of met een contract van bepaalde duur van minder dan drie maanden) krijgen de eerste of tweede dag van afwezigheid wegens ziekte niet betaald door werkgever of mutualiteit indien de arbeidsongeschiktheid geen volle veertien dagen duurt. De carenzdag werd ingevoerd met als doel korte afwezigheden te ontmoedigen. In de meeste metaalsectoren zijn de carenzdagen afgeschaft, behalve in de sector van de metaalrecuperatie. In de sector van non-ferrometalen moet een werknemer minstens drie maanden in dienst zijn en in de sector elektriciens is enkel de eerste carenzdag afgeschaft.
Zo zien wij het: De carenzdag wordt volledig afgeschaft. Alle werknemers met een anciënniteit van één maand hebben recht op een gewaarborgd loon gedurende de eerste dertig dagen van arbeidsongeschiktheid. De eerste twee weken zijn ten laste van de werkgever. De twee volgende weken zijn deels voor de werkgever deels een aanvullende vergoeding via de mutualiteit. De arbeidsovereenkomst van een werknemer die langer dan zes maanden ononderbroken arbeidsongeschikt is, kan om die reden worden beëindigd. De opzegtermijn begint te lopen op het ogenblik dat de werknemer het werk hervat.
06. Opzegtermijn van 3 maanden per 5 dienstjaren Een heel belangrijk verschil in de sociale bescherming tussen arbeiders en bedienden is het verschil in opzegtermijn. Wanneer een arbeider wordt ontslagen, heeft hij doorgaans slechts 28 tot 112 dagen opzeg. Een bediende heeft een opzeg volgens het loonniveau, maar die termijn bedraagt minstens 3 maanden per begonnen schijf van vijf dienstjaren. Als een arbeider zelf ontslag neemt, dan moet hij nog 14 tot 28 dagen blijven werken. Bij een bediende is dat minstens anderhalve maand en vanaf 5 jaar anciënniteit wordt dat 3 maanden. Maar dat kan meer zijn als hij of zij een hoger loonniveau heeft, tot maximum 6 maanden.
Zo zien wij het: Bij ontslag door de werkgever willen wij dat iedereen in het werknemersstatuut een opzegperiode krijgt van 3 maanden per begonnen schijf van 5 dienstjaren. Als de werkgever beslist dat de werknemer die periode niet moet uitdoen, ontvangt de werknemer een verbrekingsvergoeding die even hoog is als het volledige loon dat hij of zij zou krijgen tijdens de opzegtermijn. Als de werknemer zelf ontslag neemt, willen we dat die opzegperiode de helft is van de opzegperiode als de werkgever hem of haar ontslaat, met een maximum van 3 maanden. We willen ook dat iedereen gebruik kan maken van een tegenopzegging. Nu kunnen enkel bedienden dit. Tegenopzegging wil zeggen dat als de werkgever iemand ontslaat, de werknemer vroeger weg kan als hij ander werk heeft gevonden. Wij stellen voor dat in het werknemersstatuut elke werknemer weg kan na 1 maand per 5 jaren dienst, met een maximum van 4 maanden. Die periode gaat in op de eerste kalenderdag nadat de werkgever op de hoogte is gebracht van de nieuwe job. Bij deze nieuwe regels zijn er wel extra kosten voor de werkgever. Die vangen we op door bijvoorbeeld minder belastingen te heffen op de ontslagvergoedingen.
07. Vergoeding bij willekeurig ontslag en 1 werkdag per week sollicitatieverlof Wij willen dat in het nieuwe statuut iedereen een vergoeding van 6 maanden nettoloon krijgt bij willekeurig ontslag. Dat is een ontslag om redenen die geen verband houden met de geschiktheid of gedrag van de werknemer of met de behoeften van de onderneming voor haar werking (bewijslast bij werkgever). Iedereen moet recht hebben op hoogstens 1 werkdag per week sollicitatieverlof met loonbehoud.
08. Collectief arbeidsrecht ook voor iedereen gelijk Voor het collectief arbeidsrecht willen we dat sociaal overleg wordt verbeterd, niet ondermijnd. Daarvoor willen we onder meer de afschaffing van de afzonderlijke kamers in de arbeidsrechtbanken. We willen … • Gemeenschappelijk kiescollege • Gemeenschappelijke vakbondsafvaardiging • Gemengde paritaire comités Als er een nieuw statuut is moet er ook een aangepaste rol komen voor de Fondsen van Bestaanszekerheid. De invoering van het werknemersstatuut zal vanzelfsprekend ook leiden tot grondige veranderingen in de vakbondsstructuur. Daar mogen we ons niet door laten afschrikken. We willen één centrale per sector. Een uitgebreid argumentarium met al onze ideeën en voorstellen vind je op onze website www.abvvmetaal.org.
Gelijke rechten
voor arbeiders en bedienden
e!
de websit
ernieuw ek onze v
Bezo
al.be
meta v v b a . w ww
ABVV-Metaal V.U. Herwig Jorissen, Jacob Jordaensstraat 17, 1000 Brussel V.U. Herwig Jorissen, ABVV-Metaal, Jacob Jordaensstraat 17, 1000 Brussel