NUMMER
september 2006
implantologie
voor orale
vereniging
nederlandse
nvoi
11e jaargang
3
Met abstracts van de presentaties gehouden op de 5e NVOI Landelijke Studiedag 31 maart 2006 !
nvoi bulletin nr. 3 2006
2
e
14
Nederlandse ITI-congres 2 9
e n
3 0
s e p t e m b e r
2 0 0 6
Esthetics: Beautiful but is it functional? It's more than a smile. Internationale- en nationale referenten, o.a. prof. dr. D. Cochran en prof. dr. D. Weingart, laten zien wat er op, met name esthetisch gebied, mogelijk is. Tegelijkertijd komen vragen aan de orde als: • Is de patiënt bereid een dergelijke tijdrovende behandeling te ondergaan?; • Wegen de kosten op tegen de baten?; • Kan ik deze methode probleemloos in mijn praktijk implementeren?;
ITI Section Netherlands
• Hoe ziet de voorziening en de omringende mucosa of gingiva er over vijf jaar uit?
Congresorganisatie Einsteinweg 15 3404 LE IJsselstein Postbus 79 3400 AB IJsselstein Tel. +31 (0)30 604 66 11
[email protected]
Een algemeen congres voor alle specialisten in de orale implantologie, voorafgegaan door een tandprothetische en tandtechnische ochtendsessie. Een "must" voor het hele implantologie-team.
Voor u ligt een exemplaar van het NVOI
voor dat patiënten zelf naar deze mogelijkheid
Bulletin dat viermaal per jaar verschijnt.
vragen nog voordat u als tandarts zelfs maar
Een fraaie maar vooral ook bijzondere uitgave, niet alleen bestemd voor alle ruim 1500
de kans kreeg deze keuze voor te leggen! Weten wat er mogelijk is en goede voor-
leden van de Nederlandse Vereniging voor
lichting wordt dan belangrijk. Daarom krijgt
Orale Implantologie maar speciaal ook voor
iedere tandarts en kaakchirurg in Nederland
alle tandartsen en kaakchirurgen in Nederland
deze bijzondere editie toegestuurd.
die (nog) geen lid zijn van de NVOI.
Va n d e v o o r z i t t e r
Implantologie 2006
In dit themanummer wordt een overzicht Sinds de eerste successen van prof. Per Ingvar
gegeven van de op elkaar aansluitende cursus-
Brånemark uit de jaren ‘60 en ‘70 van de
sen, die onder auspiciën van de NVOI worden
vorige eeuw en de enorme invloed die deze
georganiseerd en die per module kunnen
hebben gehad op de reconstructieve tandheel-
worden gevolgd.
kunde, is er heel veel veranderd in de implantologie.
Daarnaast zijn, rijk geïllustreerd, de meeste presentaties gebundeld, die zijn gegeven
Van een in oorsprong edentaat concept
tijdens de 5e Landelijke Studiedag Implant-
voor de “dental cripple”, heeft de hedendaag-
ologie in het Hilton Hotel in Amsterdam op
se implantologie zich ontwikkeld tot een
30 maart jl.
3
aspecten. In essentie zijn implantaten een protheti-
Met dit tweejaarlijks evenement biedt de NVOI een podium waarop collega’s, die zich actief
sche hulpmiddelen, waarvan de mogelijkheden
met de implantologie bezighouden, een
vooraf moeten worden getoetst aan een aantal
compacte presentatie kunnen geven van
chirurgische randvoorwaarden.
maximaal 10 minuten over een implantologisch
Vrijwel iedere patiënt, die één of meerdere of alle tanden en/of kiezen mist, is potentieel
onderwerp. Basiswetenschappelijk of klinisch onderzoek
kandidaat voor een behandeling waarbij
wordt afgewisseld met bijvoorbeeld de
implantaten het fundament vormen.
beschrijving van een chirurgische techniek en
De succespercentages van de huidige generatie implantaten zijn zo hoog dat een implan-
een casus wordt gevolgd door een praktische prothetische praktijktip.
taat gedragen constructie in verreweg de meeste situaties de eerste keus behoort te zijn! Anno 2006 geen “ultimum remedium” maar eerste keus!
Redactie en bestuur hopen natuurlijk dat (nog) niet leden deze uitgave van het NVOI Bulletin met genoegen zullen lezen en geprikkeld zullen raken de implantologie in zijn of
De komende jaren zullen implantaten een dus
haar praktijk te implementeren.
ook een steeds grotere rol gaan spelen in ieders dagelijkse praktijk. Het komt nu al regelmatig
Ronnie J. Goené, voorzitter
nvoi bulletin nr. 3 2006
prothetisch concept met vele chirurgische
cademy Maxillary Sinus Augmentation Dr. Stephen Wallace is a 1971 graduate of Boston University School of Graduate Dentistry with a certificate in Periodontics. He has been on the faculty of the New York University Department of Implant Dentistry for over 10 years with the academic rank of Associate Professor. He is a Diplomate of the International Congress of Oral Implantology and a Fellow of the Academy of Osseointegration. Dr. Wallace lectures at home and abroad on issues relating to dental implantology and periodontics. He is the author of numerous journal articles and textbook chapters on implantology including an evidence-based review of the sinus augmentation procedure recently published in the Annals of Periodontology. He is co-editor of a just-published sinus elevation textbook released in Italy. In addition to his faculty appointment, Dr. Wallace maintains a private practice for Periodontics in Waterbury, CT.
Dinsdag 20 juni j.l. was het Wassenaars kasteel “de
ten opzichte van de sinus maxillaris als anatomisch gegeven
Wittenburg” gastheer van ruim honderd implantologen.
en het gevolg van pneumatisatie en/of parodontale afbraak
Een werkelijk schitterende locatie: lange oprijlaan, uit-
nvoi bulletin nr. 3 2006
4
spelen daarbij een cruciale rol. De afgelopen 25 jaar zijn
stekende parkeergelegenheid, een bordestrap met een rode
verschillende chirurgische technieken geïntroduceerd om dit
loper en ontvangst met koffie aan de kasteelvijver. Er werd
tekort aan bot te compenseren waarmee een basis kan
om drie uur in de middag aangevangen. Voor de een gele-
worden gecreëerd om implantaten te plaatsen.
genheid om in de ochtend nog te werken en voor de ander
Gebaseerd op recente reviews van de literatuur maakte
tijd voor een ruim bemeten reisschema.
prof Wallace ons op een uiterst boeiende en inzichtelijke wijze deelgenoot van zijn interpretatie van deze stortvloed
Een nieuwe formule, een andere loca-
aan gegevens en trok daaruit kristalheldere conclusies.
tie. Ook voor de NVOI organisatie een spannend moment. Icademy zal eenmaal per jaar, exclusief voor de bij de NVOI
Vulmateriaal
geregistreerde Implantologen, een topdocent uitnodigen uit
Vanaf het moment dat de sinusbodemelevatie als techniek
binnen- of buitenland, die een update zal geven over
werd geïntroduceerd (fig.1), is het gebruik van autoloog bot
actuele klinische en praktische ontwikkelingen van ons
gepropageerd. Als donorplaats werd en wordt daarbij -
vakgebied.
afhankelijk van het benodigde volume - vooral gebruik
De première werd verzorgd prof dr Stephen Wallace van de
gemaakt van bot van de crista iliaca anterior. Uit de presen-
Universiteit van New York (USA)
tatie van prof Wallace werd duidelijk dat het opvullen met kleine stukjes autoloog bot dan de voorkeur verdient boven
Introductie
het plaatsen van één groter stuk bot (tabel 1). In het
Na het welkomstwoord van onze voorzitter Ronnie J.Goené,
algemeen heeft het op deze wijze oogsten van autoloog
werd de spreker geïntroduceerd door Dr Chris M. ten
materiaal een aantal onmiskenbare nadelen: het vereist
Bruggenkate.
hospitalisatie en een tweede operatieplek. Bovendien wordt
Dr Steve S.Wallace begon met het geven van een overzicht
in toenemende mate door clinici gerapporteerd over de
van factoren, die het plaatsen van implantaten in de boven-
soms onvoorspelbare resorptie van dit donormateriaal.
kaak postcanien kunnen belemmeren. Vooral de bothoogte
Om hierboven genoemde redenen is men vanuit praktisch oogpunt botsubstituten gaan gebruiken, hetzij voor 100%
Tabel 1: botblok versus botsnippers crista iliaca interna
of in combinatie met minder grote hoeveelheden eigen bot, dat dan veelal intra-oraal kan worden geoogst onder lokale
Type of graft
std. error
mean
least sq. mean
anesthesie.
iliac block
2.96
80.4
83.3
Tot zover was er weinig nieuws. Het vuurwerk kwam
particulate
1.72
94.8
92.3
daarna…….
Conclusies
membraan
De combinatie van al deze gegevens uit de literatuur en eigen onderzoek leidt volgens prof Wallace tot een aantal interessante conclusies: -
Autologe blockgrafts scoren lager dan kleinere stukjes
-
Het succespercentage van implantaten geplaatst in
Verslag
Fig.1: openen sinus maxillaris & elevatie
autoloog bot botsubstituut verschilt niet van eigen bot, mits langer gewacht met belasten
Fig.2: sinusholte opgevuld met botsubsti-
-
Toepassen van membranen over het venster in de sinuswand resulteert eveneens in een hogere score
tuut (Bio-Oss®)
Geen verschil werd daarbij geconstateerd tussen resorbeerbare en niet resorbeerbare -
“Ruwe” implantaten scoren beter dan gladde in de opgebouwde sinus ongeacht het gebruikte vulmateriaal
Fig.3: resorbeerbaar
Op grond van wat prof Wallace noemt “evidence-based
membraan(Ossix®)
decision making” kan een implantoloog het succespercenta-
over de laterale opening
ge van implantaten, die in een opgebouwde sinusholte zijn geplaatst positief beïnvloeden en een overall score bereiken van 98+%, hetgeen niet of nauwelijks verschilt van de percentages, die gewoonlijk worden gehaald in het interforaminale gebied van de edentate onderkaak! Icademy heeft met deze eerste editie zeker waar gemaakt
Gebaseerd of een groot aantal studies uit de internationale
wat het in de flyer voorspiegelde: efficiënt, compact & state
literatuur is prof Wallace tot de conclusie gekomen dat de
of the art!
succespercentages van implantaten geplaatst in een Xenograft als vulmateriaal (bijv. Bio-Oss® & fig.2 ) van de
R.R. Bergoen
sinusholte, niet verschilt of zelfs beter scoort dan dat van implantaten die zijn geplaatst in autoloog bot (tabel 2). Voorwaarde daarbij is wel dat er langer met belasten moet
Tabel 2: implantaatsucces in relatie tot vulmateriaal
worden gewacht dan bij het plaatsen in autoloog bot. Een tweede grote variabele factor lijkt het wel of niet
Type of graft
# placed
# failed
survival rate%
gebruiken van een membraan ter afdekking (fig.3) van de
100% autogeous
3398
418
87.7%
opening in de laterale sinuswand (tabel 3). Een punt van
composite graft
2011
wetenschappelijke kritiek is dat deze conclusie is gebaseerd
100% bone replacement 1120
103
94.9%
45
96.0%
5 nvoi bulletin nr. 3 2006
Bot niet langer de gouden standaard?
op intra-studie vergelijking en niet op een prospectief, “split-mouth design“ onderzoek. Tabel 3: membraan versus geen membraan (intra-studie vergelijking)
Implantaatoppervlak? Al langer bekend maar daarom niet minder interessant was
Study
with membrane
without membrane
de onderbouwde constatering dat “ruwe“ implantaten het
Tarnow 2000
28 implants - 100%
27 implants - 92.6%
allen ook beter doen in de opgebouwde sinusholte dan de
Tawil 2001
29 implants - 93.1%
32 implants - 78.1%
gladde variant, ongeacht het gebruikte vulmateriaal (tabel 4).
Froum 1998
133 implants - 99.2% 82 implants - 96.3%
Complicaties Na een eenvoudige doch voedzame maaltijd, zoals kasteel-
Tabel 4:”rough” vs. gladde implantaten
heer Ollie B. al zei, werd de laatste sessie besteed aan “tips and tricks” om postoperatieve gevolgen en complicaties tot
Surface
# placed
# failed
survival rate
een minimum te beperken dan wel op te lossen. Een heerlijk
machined
2827
406
85.6
klinisch en praktisch einde aan een uiterst leerzame mid-
rough
2862
115
96.0
dag/avond in een fantastische ambiance
Abstracts
Dynamics of initial subgingival colonization of ‘pristine’ peri-implant pockets M. Quirynen, R. Vogels, W. Peeters, D. van Steenberghe, I. Naert, A. Haffajee Clincial Oral Implants Research 2006; 17: 25-37 Inleiding Peri-implantitis wordt in verband gebracht met
ken van de implantaten en plaatsing van de healing abut-
met zoals die aanwezig bij parodontitis. Verondersteld wordt
ments. De monsters werden geanalyseerd met behulp van
dan ook dat bij partieel edentate patiënten het parodontium
verschillende technieken (DNA-DNA hybridisatie en
van de restdentitie als een reservoir van bacteriën fungeert
‘Polymerase chain reaction (PCR)).
van waaruit peri-implantaire pockets worden gekoloniseerd.
Resultaten Binnen twee weken na opzoeken van de
Deze studie volgde de kolonisatie van ‘verse’ peri-implantai-
implantaten en plaatsing van de healing abutments werd in
re pockets na vrijlegging van implantaten. De hypothese
de peri-implantaire pockets een complexe microflora aange-
luidde: de microbiële samenstelling van de subgingivale
troffen met verscheidene pathogene soorten, vergelijkbaar
plaque uit ‘verse’ peri-implantaire pockets zal snel (binnen
met die zoals werd aangetroffen in de controle plaatsen.
twee weken) vergelijkbaar zijn met die uit pockets rond
Hierna (tussen week 2 en 13) nam het aantal bacteriën in
natuurlijke elementen, ook voor wat betreft de aanwezig-
de peri-implantaire pockets slechts licht toe, met kleine
heid van bacteriën geassocieerd met parodontitis.
veranderingen in het relatieve aantal bacteriën geassocieerd
Methode In dit prospectieve onderzoek werden 42 par-
6
met parodontitis. Na drie maanden bleek de microbiële
tieel edentate patiënten geïncludeerd, waarvan de meesten
samenstelling aangetroffen in de pockets rondom de
in het verleden met succes werden behandeld voor gingivitis
implantaten vrijwel identiek aan die rondom de natuurlijke
of een milde tot matige parodonititis. Bij de patiënten wer-
elementen.
den voorafgaand aan het onderzoek minstens twee 2-fase nvoi bulletin nr. 3 2006
plaatsen) respectievelijk 1,2,4,13,26 en 78 weken na opzoe-
de aanwezigheid van een specifieke microflora vergelijkbaar
Conclusie Deze studie laat zien dat de initiële kolonisatie
Bränemark implantaten geplaatst. Er werden per patiënt vier
van peri-implantaire pockets met bacteriën geassocieerd
subgingivale plaque monsters afgenomen uit pockets rond
met parodontitis al binnen twee weken kan optreden.
de implantaten (test plaatsen) en uit pockets rond de natuurlijke elementen uit hetzelfde kwadrant (controle
L. den Hartog
Immediate placement of implants in periapical infected sites: A prospective randomized study in 50 patients J.A. Lindeboom, F.H.M. Kroon Oral Surgury, Oral Medicine, Oral Pathology, Oral Radiology, Oral Endodontology 2006;101:705-10
Inleiding Het direct plaatsen van een implantaat na
Het doel van dit prospectieve gerandomiseerde onder-
extractie is een algemeen geaccepteerd protocol. Deze wijze
zoek was het evalueren van het klinische resultaat van
van behandelen zou bijdragen aan behoud van esthetiek,
implantaten, die werden geplaatst ter vervanging van
reduceren van de chirurgische fase en het totale behandel-
elementen met chronische peri-apicale infecties.
traject, behoud van de alveolewanden, en een betere plaat-
Materiaal en Methoden Vijftig patiënten (25 mannen,
sing van het implantaat. Echter, het concept van het direct
25 vrouwen) werden geïncludeerd in de studie. Na rando-
plaatsen na verwijdering van een element met peri-apicale
misatie werden 25 Frialit-2 Synchro implantaten direct na
pathologie is nog onderwerp van discussie en er zijn slechts
extractie geplaatst (Immediate Placement; IP) en 25 Frialit-2
enkele artikelen hierover gepubliceerd, waaronder geen
Synchro implantaten na drie maanden (Delayed Placement;
enkele prospectieve gerandomiseerde studie.
DP). Tweeëndertig implantaten werden geplaatst in het
front en 18 implantaten werden geplaatst in de premolaar
groepen waren echter niet groot genoeg om een significant
regio van de bovenkaak. De microbiologische karakteristie-
verschil vast te stellen. De gemiddelde ISQ waarden, het
ken van de peri-apicale laesies werden na extractie bepaald,
röntgenologische botverlies en de peri-apicale kweken
implantaat overleving en de gemiddelde Implant Stability
vertoonden geen significante verschillen tussen de beide
Quotient (ISQ) waarden werden 6 maanden na plaatsen
groepen.
geëvalueerd en de esthetiek van de gingiva en het
Conclusie Binnen de grenzen van dit onderzoek bleek
röntgenologische botverlies werden één jaar na plaatsen
het direct plaatsen van een implantaat ter vervanging van
geëvalueerd voor beide groepen.
een element met een chronische peri-apicale ontsteking een
Resultaten Twee implantaten van de IP-groep gingen
voorspelbare behandeling. Echter, in de esthetische zone is
verloren, resulterend in een overlevingspercentage van 92
het wellicht verstandig het plaatsen van een implantaat na
% voor de IP-implantaten versus 100 % voor de DP-
extractie uit te stellen met ongeveer drie maanden om zo
implantaten. Wat betreft de esthetiek van de gingiva, werd
recessie van de mid-buccale gingiva te voorkomen.
bij de IP-groep 61 % van de midbuccale gingiva op ideaal niveau waargenomen versus 84 % van de DP-group. De
N. Tymstra
Implant survival in mandibles of irradiated oral cancer patients 7 K.C. Yerit, M.Posch, M. Seemann, S. Hainich, O. Dörtbudak, D. Turhani, et.al.
Inleiding Kanker in het orale gebied wordt vaak behan-
ten na implanteren was 5.4 jaar (±3.2 jaar (range 0.3-13.6
deld met een combinatie van radiotherapie en chirurgie.
jaar). Tijdens de observatieperiode overleden 38 patiënten.
Implantaten kunnen van betekenis zijn bij de reconstructie
De overlevingspercentages na 2, 3, 5 en 8 jaar van de
van defecten die ontstaan na de chirurgische behandeling.
onderzochte implantaten gezamenlijk waren respectievelijk
Echter, uit diverse onderzoeken blijkt dat een behandeling
95%, 94%, 91% en 75%. Tijdens de observatieperiode
met implantaten bij orale kankerpatiënten niet zo succesvol
gingen 44 implantaten in 21 patiënten verloren. In de bes-
is als bij gezonde populaties. Het doel van deze studie was
traalde onderkaken was het overlevingspercentage signifi-
het analyseren van de lange termijn overleving van implan-
cant lager in vergelijking met de onbestraalde onderkaken.
taten geplaatst in de mandibulae van bestraalde orale
De overlevingspercentages na acht jaar in de onbestraalde
kankerpatiënten.
processus (twee verloren), de bestraalde processus (29
Materiaal en Methoden Tussen 1990 en 2003 werden
verloren), of het getransplanteerde bot (13 verloren) waren
71 patiënten met orale kanker (15 vrouwen, 56 mannen;
95%, 72% en 54% respectievelijk. De overlevingspercenta-
gemiddelde leeftijd 58 jaar, range 16-84 jaar) behandeld
ges van de implantaten werden niet significant beïnvloed
met implantaten na radiotherapie en chirurgie. De radio-
door het moment van implanteren na bestraling. Dit gold
therapie bestond uit toediening van dagelijkse fracties van 2
ook voor het type, de lengte en de diameter van het
Gray gedurende 25 dagen (totale dosis van 50 Gray). Orale
implantaat of het geslacht van de patiënt.
defecten die ontstonden na resectie, werden chirurgisch
Conclusie Implantaten geplaatst bij bestraalde orale
gereconstrueerd met een gerevasculariseerde jejunum, crista
kankerpatiënten, hebben een significant lagere overlevings-
ileaca of radialis transplantaat. Vervolgens werden 316
percentage. De overleving bleek het laagst bij implantaten
implantaten geplaatst in onbestraald mandibulair bot (84;
geplaatst in getransplanteerd bot. Ondanks deze lagere
27 %), bestraald mandibulair bot (154; 49%) of in het
overlevingspercentages, zijn implantaten zeker van grote
getransplanteerde bot (78; 25%), gemiddeld 1.4 jaar na
meerwaarde bij de rehabilitatie van kankerpatiënten.
tumorresectie (range 0.3-6.4 jaar). Resultaten De gemiddelde follow-up tijd van de patiën-
N. Tymstra
nvoi bulletin nr. 3 2006
Clinical Oral Implants Research 2006: 17: 337-344
Nieuwe cursus
Nieuwe NVOI-cursus: De verdieping De Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie is een
van de implantologie, mogelijkheden en noodzaak van
wetenschappelijke vereniging die als één van haar doelstel-
de pre-implantologische chirurgie
lingen heeft het bevorderen en verbreiden van de kennis
-
van de orale implantologie. Daartoe heeft het bestuur van de NVOI de laatste jaren een cursuslijn ontwikkeld en zij
-
plaatsbepaling van de implantaten
heeft ervoor gekozen deze cursussen zelf te organiseren. Op
-
biologische afstand
deze manier hoopt het bestuur aan allen werkzaam in het
-
tandheelkundig vakgebied een cursus op maat aan te kunnen bieden.
-
chirurgische principes van de eerste en de tweede fase van de behandeling
heeft. De cursussen “Implantologie Breed Belicht” en
-
directe en lange-termijn nazorg
“Implantologie Integraal’ zijn telkenmale overboekt, waar-
-
genezing bot en weke delen
door vaak een tweede cursusdatum gepland moet worden
-
chirurgische en prothetische complicaties
om belangstellenden op de wachtlijst niet teleur te stellen.
-
augmentatietechnieken
Implantologie Breed Belicht is een één dag durende
-
kennismakingscursus voor tandarts en ook voor alle andere
prothetische reconstructie en contacten met tandtechnisch laboratorium
leden van het behandelteam. Op compacte wijze kan men
-
mondhygiëne en preventie
kennis nemen van de klinische toepassingsmogelijkheden
-
recall, klinische en röntgenologische controle-intervallen,
van de huidige implantologie. De doelstelling van de cursus
nvoi bulletin nr. 3 2006
röntgenologie met betrekking tot de indicatie en plaatsbepaling
Het kan niet ontkend worden dat deze strategie succes
8
patiëntenvoorlichting (informatie, written informed consent, juridische consequenties)
complicaties in de nazorgfase, röntgendiagnostiek
Implantologie Integraal is om onder deskundige leiding van
-
microbiologie
ervaren behandelaars de implantologie te integreren in een
-
documentatie van de gegevens
totaalbehandelplan. In een workshopachtige opzet wordt in
-
survival en succes
kleine groepjes geoefend met en gediscussieerd over het
De NVOI is verheugd dat de volgende docenten hun
opstellen van behandelplannen die in de algemene praktijk
medewerking aan de cursus hebben toegezegd: prof. dr.
dagelijks voorkomen.
G.M. Raghoebar, prof. dr. D. Wismeijer, prof. dr. H.J.A.
Als vervolg op en in nauwe samenhang met deze twee voorgaande cursussen zal in maart 2007 de nieuwe cursus “De Verdieping” aan de reeks worden toegevoegd. De
Meijer, dr. G.J. Meijer, R.J. Goené, dr. M.S. Cune en dr. C.M. ten Bruggenkate. Gezien het aantal thema’s en de gewenste verdiepings-
doelgroep is alle tandartsen en tandarts-specialisten, die zich
graad is gekozen voor een intensieve tweedaagse cursus
actief met de implantologie willen gaan bezighouden. Heel
(met overnachting) op een unieke lokatie in het midden van
specifiek zal de basisstof, die onontbeerlijk is bij het implan-
het land. Het programma en de docenten zullen borg staan
tologisch handelen, worden gepresenteerd en worden
voor een onderhoudende cursus die niet mag ontbreken in
uitgediept. Er is gekozen om de cursus invulling te laten
uw implantologisch curriculum vitae. Na het volgen van de
geven door een zevental docenten die zich nagenoeg fullti-
cursus is er voldoende theoretische basiskennis, zodat
me met de implantologie bezighouden en die allen tevens
gestart kan worden met klinische cursussen voor chirurgie
een universitaire aanstelling hebben. Op deze wijze is het
en/of prothetiek.
wetenschappelijk niveau en onderwijskundige presentatie gewaarborgd. De basisstof is ingedeeld in thema’s die op elk indicatiegebied van toepassing zijn. De volgende onderwerpen zijn in de thema’s verwerkt: -
Het bestuur van de NVOI
IMPLANTOLOGIE DE VERDIEPING
ontwikkeling van de huidige implantologie (en de historie)
-
implantaatmaterialen, vorm, histologie, osseointegratie
-
implantaattypen, specifieke indicaties, keuze van
donderdag/vrijdag 8 en 9 maart 2007 Hilton Royal Parc Soestduinen
systemen -
botsubstituten
-
indicatie/contra-indicatie
-
anatomie van het bot en de weke delen, beperkingen
8 en 9 m aart 2007
Op de pagina’s hierna:
9 nvoi bulletin nr. 3 2006
Abstracts van de presentaties gehouden op de 5e NVOI Landelijke Studiedag 31 maart 2006
Kinbot versus trigonum retromolare bot als oraal bottransplantaat Dr. C.M. ten Bruggenkate VU medisch centrum / ACTA, afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie, Amsterdam
Indicaties
worden ook in de literatuur frequent gemeld. Over de duur
Bottransplantaties zijn geïndiceerd bij alveolaire botdefecten
van deze stoornissen is echter minder bekend. In sommige
en te geringe bothoogte in de laterale bovenkaak, indien
publicaties wordt non-vitaliteit van de onderfront elementen
gewenste implantaten wegens onvoldoende botvolume niet
vermeld.
geplaatst kunnen worden.
Van groot belang hierbij is de pre-operatieve diagnos-
Voor de alveolaire botdefecten worden over het alge-
tiek, waarbij de beide foramina mentalia, de apices van de
meen corticospongieuse bottransplantaten uit de onderkaak
onderfrontelementen en de onderrand van de kin in acht
gebruikt. Voor het intern augmenteren van de maxillaire
moeten worden genomen.
sinus bodem wordt meestal het zelfde bot in de vorm van cilinders toegepast.
Trigonum retromolare bot Bot uit het trigonum retromolare is voor het nemen van
Kinbot Van oudsher is kinbot de meest gekozen plaats voor oraal
Het oogsten van trigonum retromolare bot is echter
donor bot geweest. De toegankelijkheid is goed en de
gecompliceerder dan die van kinbot. De caudale preparatie
oogstbare hoeveelheid matig.
van een botblok is daarbij het lastigst.
Nadelen zijn echter, behalve pijn en zwelling, dat veel patiënten klagen over sensibiliteits-stoornissen van de
10
Kinbot een alternatief.
onderfront elementen. Deze sensibiliteits-stoornissen
Bij de pre-operatieve diagnostiek is uiteraard het verloop van de canalis (nervus) mandibularis van groot belang. Eventuele aanwezige verstandskiezen kunnen over het
nvoi bulletin nr. 3 2006
Fig. 3. Corticospongieuse bot cilinders geoogst met een explantaFig. 1. Preparatie van een kinbot transplantaat.
Fig. 2. Buccale onlay augmentatie van de processus alveolaris tpv de 12.
tie trepaanboor uit de kin regio.
Fig. 4. Sinus bodem elevatie met bot cilinders uit de kin of trigonum retromolare.
Dr CM ten Bruggenkate algemeen gelijktijdig verwijderd worden. Doch ook bot
Complicaties Kin (n=64) Retrom(n=62)
ontname zonder verwijdering van een aanwezige verstandskies behoort tot de mogelijkheden.
Post operatieve zwelling
50 (78%)
44 (71%)
Post-operatieve pijn
54 (84%)
46 (74%)
Materiaal en methode
Bloedingen donor plaats
2 (3%)
4 (6%)
-
Alle patienten warden onder locale anesthesie
Bloedingen augmentatie plaats -
-
behandeld.
Sensibiliteits-stoornissen
4 (6%)
48 (75%)
-
Amoxicilline 4x500mg dd, gedurende 7 dagen
-
Bij alle transplantaties werden resorbeerbare membranen
Geconstateerd werd dat in de kinstreek veel frequenter
geplaatst.
sensibiliteits-stoornissen optraden. Doch dat de mate van
Implantatie 4 maanden na augmentatie
sensibiliteits-stoornis bij bot-ontname uit het trigonum
-
retromolare, als deze voor kwam, veel ernstiger was als die Soort chirurgie
Kinbot
Retromolairbot
Aantal
uit de kin-streek.
Locale augmentatie
57
40
97
Sinus bodem elevatie
7
22
29
Literatuur
Totaal
64
62
126
-
Nkenke E. et al. Morbidity of harvesting of chin grafts: a prospective study Clin. Oral Impl. Res. 12, 2001; 495-502.
Resultaten -
In beide groepen zijn geen implantaten verloren gegaan
-
Cortico-spongieus bot van de kin en het trigonum
Morbidity of the bone harvesting.
retromolare lieten een geringe mate van resorptie zien.
Clin. Oral Impl. Res. 12, 2001; 503-507
In de groep van de locale augmentaties werden twee
-
Raghoebar GM, et al.
Zerbo I, de Lange G, Joldersma M, Bronckers A, Burger E.
dehiscencies met sequestratie van trigonum retromolare
Fate of monocortical bone blocks grafted in the human
bot gezien. Beide gevallen betrof het een “occlusale”
maxilla: a histological and histomorphometric study
(verticale) augmentatie van de processus alveolaris.
Clin Oral Impl Res 2003; 14: 759-766
11 nvoi bulletin nr. 3 2006
-
-
Fig. 5. Cortico-spongieus botstuk vrijgeprepareerd uit het laterale deel van de mandibula / trigonum retromolare.
Implanteren niet altijd eerste keus Alwin van Daelen VU medisch centrum / ACTA, afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie, Amsterdam
Afb. 1
nvoi bulletin nr. 3 2006
12 Inleiding
te kiezen voor een verkorte tandboog, waartoe acht implan-
Bij vervanging van een of meer verloren gegane elementen
taten geplaatst zijn, welke worden voorzien van vier
neemt de implantologie als behandeloptie een steeds
tweedelige bruggen. (afb. 3)
belangrijker plaats in. Indien echter implanteren gecontraïndiceerd is of wellicht niet voorspelbaar het gewenste (esthetische) resultaat zal geven of simpelweg door de patient afgewezen wordt,
Boven- en onderfront worden gebleekt en voor de vervanging van de als verloren beschouwde 21 wordt gekozen voor het CBW-systeem. Gezien het botverlies rondom de buurelementen en de
zal er voor een alternatieve oplossing gekozen moeten
gedeeltelijk verloren gegane bucale botlamel bij de 21 zal
worden.
een implantaatgedragen kroon hier niet zonder meer leiden
Voor de patient die toch een “vaste” voorziening wenst,zal dan gezocht moeten worden naar een duurzame
tot een esthetisch aanvaardbaar resultaat. (afb. 4) Zelfs met een botopbouw gevolgd door een softtissue-
constructie waarbij zo min mogelijk schade aan de omrin-
graft zal na opklappen nog meer recessie optreden en zullen
gende weefsels wordt toegebracht.
er geen papillen gecreëerd kunnen worden, aangezien deze
Aan de hand van de volgende casus wordt een minimaal invasieve brugverankeringsmethode gepresenteerd, welke in voorkomende gevallen als alternatief voor implantologie kan dienen.
afhankelijk zijn van het approximale botniveau van de buurelementen. Een driedelige brug valt als mogelijkheid af, omdat we niet de gave, fragiele pijlerelementen willen omslijpen. De kans op devitalisatie is niet denkbeeldig en ook hier
Casus
staat de parodontale conditie alsmede de anatomie van de
Een 62-jarige vrouw meldt zich op onze afdeling met het
pijlerelementen een esthetisch aanvaardbaar resultaat in de
verzoek haar gemutuleerde dentitie met behulp van implan-
weg.
taten “op te knappen”. Ook vindt zij de aanblik van haar voortanden niet mooi.
Een autologe etsbrug met behulp van glasvezelversterking
Ze heeft op televisie bij makemebeautiful enkele staaltjes
geeft bij parodontaal gecompromitterde elementen vaak
van state of the art cosmetische tandheelkunde gezien, dus
een prachtig resultaat met behoud van softtissuecontour,
de verwachtingen zijn hoog gespannen. (afb.1 en 2)
maar is hier niet mogelijk in verband met de al aanwezige
Na parodontale voorbehandeling en extractie van hopeloze elementen wordt besloten in de zijdelingse delen
gegoten restauratie. De marylandbrug valt ook af als mogelijkheid gezien het
Alwin van Daelen vrijwel zeker doorschemeren van de etsvleugels en geeft indien er sprake is van verschil in resiliëntie van de pijlerelementen een grote kans op debonding van een van de etsvleugels. Afb. 2 en 4
Bij het CBW-brugverankeringssysteem worden met een speciaal ontwikkeld micro-hoekstuk kleine ankerkanaaltjes geprepareerd in de approximale vlakken van de buurelementen, waarin geprefabriceerde ankers adhesief bevestigd worden. In het gietstuk verwerkte precies passende torsie-attachments laten na cementeren over de ankers aan een kant microbewegingen toe en aan de andere zijde wordt dit
Afb. 3
voorkomen door het prepareren van een antirotatie retentiegroef. (AFB. 5 EN 6) Door de exact passende matrices is de fit uitstekend en met ontzag voor de pijlers is toch een duurzame en esthetische restauratie mogelijk. In deze casus is gekozen voor het plaatsen van glasfiber ankers in verband met de hoge translucentie van de pijlers. De cervicale contour van de pijlers is met behulp van com-
Afb. 5
posiet aangepast en vier weken na plaatsen zien we dat de papillen zich goed herstellen, iets wat we eigenlijk altijd rondom dummy’s heel voorspelbaar zien optreden. (afb. 7, 8 en 9)
13 Conclusie prothetisch resultaat zijn, waarbij naast het stellen van de diagnose ook de wensen van de patient alsmede de mogelijk- en onmogelijkheden van de verschillende behandelAfb. 6
indicaties goed tegen elkaar moeten worden afgewogen. De patient komt tenslotte niet voor een brug, een implantaat of een prothese, maar voor een fraai en duurzaam eindresultaat.
Afb. 7
Referenties -
Small P., Tarnow D.: Gingival recession around implants: A one-year longitudinal prospective study, IJOMI 2000.
-
Berglundh T., Lindhe J.: Dimensions of the peri-implant mucosa:biological width revisited, J.Clinical Periodontology 1996.
-
Tarnow D.P., Magner A.W., Fletcher P.: The effect of the distance from the contactpoint to the crest of bone on
Afb. 8
the presence or absence of the interproximal dental papilla, J.Periodontology 1992. -
Kerschbaum T., Haastert B., Marinello C.: Risk of debonding in three-unit resinbonded fixed partial dentures, J.Prosth.Dent.1996.
Afb. 9
Creugers NHJ.: Weefselbesparende tandheelkunde, een revolutionair concept? Ned.tijdschr.v.thk. 2003.
nvoi bulletin nr. 3 2006
Het uitgangspunt van elk behandelplan moet het beoogde
NobelGuide ™
powered by Procera® Plan het. Voorspel het. Prepareer prothetiek van tevoren. Vervolgens voert u uw plan perfect uit met het revolutionaire NobelGuide™-concept. Met dit concept wordt extra-orale planning een concrete mogelijkheid. Makkelijk, nauwkeurig en snel.
© Nobel Biocare AB 2005
Op basis van uw planning wordt een chirurgisch sjabloon exact op maat gemaakt. U weet de uiteindelijke positie van de implantaten al voordat u begint. Hierdoor kan de prothetiek al van tevoren in het laboratorium worden vervaardigd zodat deze tijdens de daadwerkelijke behandeling bij de patiënt kan worden geplaatst.
nvoi bulletin nr. 3 2006
14
Het veelzijdige NobelGuide™-concept kan werkelijk in iedere praktijk worden toegepast. Met dit concept kunt u uw behandeling als vanouds op basis van modellen blijven plannen. U kunt uw planning ook digitaal maken met behulp van de NobelGuide™-software van Procera®. Deze geeft u een perfect beeld van de anatomie van de patiënt. Voor u betekent het revolutionaire NobelGuide™concept ongekende voorspelbaarheid. Voor de patiënt betekent het echt “Beautiful Teeth Now™”: een stralende glimlach.
Neem voor meer informatie contact op met uw lokale Nobel Biocare-kantoor of ga naar www.nobelbiocare.com
TX de Jong
Tandvervanging in 2 afspraken De meeste patiënten hebben tegenwoordig weinig tijd. Het direct implanteren na extractie en vervolgens afdrukken, biedt de mogelijkheid de patiënt bij de volgende afspraak te voorzien van de definitieve kroon of brug. D.m.v. deze uitéénzetting van een casus geef ik een idee weer van wat men met moderne implantaten en instrumenten tegenwoordig kan bewerkstelligen. De casus beschrijft het immediaat implanteren na extractie van de 15 en 35. Kan ik met CEREC werkelijk een tandvervanging in 2 afspraken bewerkstelligen? Het verdient de volgende vier aandachtspunten.
1. Afdrukken nemen na genezing van de gingiva. De afdruk voor het laboratorium is dan van gedetailleerder om een esthetisch fraai eindresultaat te krijgen. 2. Tijdelijke etsbrug plaatsen om migratie of tipping te voorkomen. Bij CEREC kent dit probleem minder, directe aanpassing is mogelijk. 3. Slanker of een zirkonium abutment gebruiken om doorschemeren te voorkomen. 4. Kroon door laboratorium laten maken. CEREC is volgens mij een zeer creatieve duurzame oplossing buiten de esthetische zone. Natuurlijk kan ook CEREC worden ingekleurd en geglansd dit is zeker een gebied die verder te ontwikkelen is.
15 nvoi bulletin nr. 3 2006
T.X. de Jong
Optimale esthetiek door behoud van bot: een nieuw concept Ronnie J. Goené VU medisch centrum / ACTA, afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie, Amsterdam
Resorptie van bot is lange tijd beschouwd als een normaal verschijnsel dat optreedt rondom een implantaat gedurende het eerste jaar na plaatsen ervan. Onderzoek van o.a.
Hermann1
abutment verbinding (IAJ) de botresorptie veroorzaakt. Volgens Ericsson3 is er sprake van een ontstekinginfiltraat rondom de IAJ als gevolg van de afscheiding van
heeft aangetoond dat
toxines uit het inwendige van het implantaat. Berglundh en
het bot approximaal altijd ongeveer tot 2 mm apicaal van
Lindhe4 concluderen dat er een minimale weefseldikte nodig
de implantaat/abutment verbinding (IAJ) verloren gaat,
om het bot te beschermen tegen orale milieu.
ongeacht de positie van de IAJ t.o.v. het oorspronkelijke botniveau. Grunder2 heeft laten zien dat dit resorptie patroon niet
In beide verklaringen moet er driedimensionaal ruimte (“Biological Witdh” worden gecreëerd ten koste van het omringende bot. Het klinisch gevolg is recessie van de
alleen een verticale component kent maar ook een horizon-
mucosa rondom de restauratie waardoor het resultaat in
tale. Er is sprake van “kratervorming” rondom. Dit “remo-
esthetisch opzicht negatief kan worden beïnvloed5. Bij
deleren” begint zodra een permucosale verbinding tot stand
solitaire implantaten komt dit vooral tot uitdrukking buccaal
wordt gebracht, bijv. wanneer een implantaat voortijdig
aangezien het papilniveau approximaal in de eerste plaats
exponeert in de mondholte na de eerste ingreep of na abut-
wordt bepaald door het botniveau van de buurelementen6
ment connectie tijdens een tweede chirurgische fase. Ook
(fig.1).
wanneer het abutment direct aansluitend aan het plaatsen
nvoi bulletin nr. 3 2006
16
van het implantaat wordt geconnecteerd of abutment en
Platform Switching
implantaat een onlosmakelijk geheel vormen treedt dit
Om dit biologische proces van voorspelbaar botverlies
verschijnsel op. Onderzoekers leveren verschillende
positief te kunnen beïnvloeden of zelfs geheel te kunnen
verklaringen waarom de aanwezigheid van een Implantaat/
elimineren, en als gevolg daarvan het uiteindelijk esthetisch
Fig 1: Frequent voorkomend klinisch beeld: recessie buccaal, 1 jaar na plaatsen.
Fig. 2: Certain® PrevailTM Implantaat. Geïntegreerde Platform Switching: op het 4.8 mm platform wordt een 4.1 mm abutment geplaatst. Let ook op het coronaal uitgebreide Osseotite® opppervlak.
Links, fig. 3: Histologie uit dierenexperimentele studie, 3 maanden na 1-fase chirurgie. Links standaard situatie, rechts platform switching. Het verschil in botverlies is duidelijk waarneembaar.
Ronnie J Goené resultaat van een restauratie te kunnen verbeteren, is onlangs een nieuw implantaat ontwikkeld (fig.2) (Certain® PrevailTM Implant, 3i Implant Innovations Inc., Palm Beach Gardens, USA). “Platform Switching” impliceert het met opzet plaatsen van kleiner abutment op een groter implantaatplatform, waardoor de IAJ naar mediaan wordt verplaatst. Lazarra & Porter7 menen dat hierdoor de benodigde ruimte wordt gecreëerd voor het ontstekingsinfiltraat, weg van het
Fig 4: Pre-operatief beeld, klinisch en røntgenologisch.
omringende bot waardoor de noodzaak om te resorberen afneemt of geheel wordt geëlimineerd (fig. 3). Voorwaarde is wel dat de “switch” er is vanaf het moment dat de permucosale doorgang er is. Alsnog kleinere componenten gebruiken nadat de biologische breedte tot stand is gekomen heeft geen effect. Resultaten uit klinisch onderzoek hebben daarnaast aangetoond dat ”Platform Switching” alleen het beoogde effect heeft indien je het bot dat je wilt behouden een oppervlak aanbiedt waarmee het graag een verbinding aangaat. In het nieuwe ontwerp is derhalve het beproefde Osseotite® oppervlak uitgebreid tot aan het vergrote
Fig 5: Certain® PrevailTM Implantaten insitu Immediaat geplaatst na extracties.
platform (fig. 2).
Conclusie
17
Hoewel prospectieve studies nog onderweg zijn, is op basis de vele casuïstiek (fig 4-7) van een groot aantal clinici de concept het als normaal beschouwde botverlies niet meer of veel minder op zal treden.
Noten 1
Hermann JS et al.: Crestal Bone Changes around
Fig 6: Idem na plaatsen healing abutments..
Titanium Implants. A methodologic Study comparing
nvoi bulletin nr. 3 2006
voorlopige conclusie gerechtvaardigd dat met dit nieuwe
linear radiographic with histometric measurements, IJOMI 2001 2
Grunder U: Influence of the 3-D Bone-to-Implant Relationship on Esthetics, IJPRD, 2005
3
Ericsson I et al.: Different Types of Inflammatory Reactions in Peri-implant Soft Tissues, J Clin Periodontol 1995
4
Berglundh T, Lindhe J: Dimensions of the peri-implant mucosa: Biologial width revisited, J Clin Periodontol 1996
5
Small P & Tarnow D: Gingival Recession Around Implants: A 1-Year Longitudinal Prospective Study, IJOMI2000
6
Grunder U: Stability of the Mucosal Topography Around Single-Tooth Implants & Adjacent Teeth: 1- year results, IJPRD, 2000
7
Lazzara RJ Porter SS: Platform Switching: A New Concept in Implant Dentistry for Controlling Postop. Crestal Bone Levels, IJPRD, 2006
Fig 7: Definitieve restauraties, 6 maanden na plaatsen. Door behoud van bot worden de papillen beter onderstuend en is geen recessie buccaal opgetreden.
Felix Guljé
Drukknoppen uitgekauwd? Felix Guljé
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Er wordt verschillend gedacht over het gebruik van steg-
het onderfront, b.v. bij een prothetische correctie van een
verbindingen of drukknoppen als mesostructuur bij de
klasse II-beet, gewenst is. In dat geval is een extra implantaat
overkappingsprothese in de onderkaak op 2 implantaten.
geïndiceerd voor stabiliteit. (afb. 3).
In vergelijking met de stegverbinding, is de drukknop
18
makkelijker te reinigen en kent een aanzienlijk eenvoudiger
Het concept van een tweetal ventraal geplaatste implantaten
rebasingtechniek. Toch bestaat vaak een voorkeur voor een
is toegepast bij 306 patiënten vanaf eind 2003. Als meso-
stegverbinding. Een reden hiervoor blijkt de grotere voor-
structuur is het dalbo plus systeem gebruikt om reden van
spelbaarheid van de stabiliteit en te zijn van de uiteindelijke
makkelijke individuele afstelbaarheid van de retentie.
nvoi bulletin nr. 3 2006
prothese. Hoe ontstaat dit stabiliteitsprobleem bij drukknoppen? Is er verschil in de kwaliteit van de diverse drukknop
Onlangs is een schriftelijke enquête voorgelegd aan deze
mesostructuren? Ongetwijfeld zal daar kwaliteitsverschil
groep patiënten. Tot nu toe hebben 189 patiënten (binnen 14
tussen zitten. Maar er is een interessantere oorzaak voor dit
dagen) hierop gereageerd. Bij deze vragenlijst moest de
vermeende stabiliteitsprobleem.
patiënt een waardering in cijfers geven.
Bij nadere beschouwing blijkt de plaatsing van de implanta-
schaal 1 (zeer slecht) tot 5 (zeer goed)
ten cruciaal voor de stabiliteit van de onderprothese. Over
< 1jaar
1-2jr
>2jr
het algemeen worden de implantaten breed geplaatst, regio
(81)
(84)
(24)
ondercuspidaten. In een groot aantal gevallen zal dat niet
-
Functioneren onderprothese
4,64
4,66
5,0
de meest ventrale positie zijn van de onderkaak, met als
-
Houvast van de onderprothese 4,69
4,77
4,91
gevolg een kantellijn die dorsaal van het onderfront komt te
-
Functioneren bovenprothese
4,47
4,38
4,7
liggen bij drukknoppen. Het gevolg is instabiliteit bij front-
-
Houvast van de bovenprothese 4,02
4,42
4,78
krachten en een kantelbeweging van de prothese die door
-
Esthetisch functioneren
4,77
4,67
4,91
de patiënt als irritant wordt ervaren. Tevens is de belasting
-
Is het functioneren vd
4,59
4,65
4,83
groter, waardoor inactivering en slijtage een grote rol gaat
prothese achteruit gegaan
spelen. Bij een stegverbinding wordt automatisch de steg
(1=veel/5=weinig)
óp de processus geplaatst, waardoor de kantellijn gunstig komt te liggen (afb. 1).
Er is dus een zeer hoge waardering voor de onderprothese op de ventraal geplaatste implantaten. Mijn conclusie is dan ook:
Als men echter bij een keuze voor drukknoppen een meer
dat de ventraal geplaatste drukknop zeer doelmatig lijkt. Deze
ventrale plaatsing aanhoudt, blijkt dit wel een goed en
combineert stabiliteit met eenvoudige nazorg in prothetische
stabiel resultaat te geven. (afb. 2).De implantaten komen
en hygiënische zin.
daardoor mogelijk wel dichter bij elkaar te staan, wat dus een bewuste keus van mesostructuur vóór plaatsing van de
Tevens zou het bij de evaluatie van vergelijkende systemen het
implantaten bij veel kaakvormen noodzakelijk maakt.
zinvol zijn de plaats van de drukknoppen op de processus te
Ook is het van belang te realiseren of een uitbouw van
registreren.
(Persbericht)
20 juli 2006
19 Wij zijn verheugd u te kunnen mededelen dat Dyna Dental Engineering b.v. met ingang van 1 juli 2006 een samenwerkingsovereenkomst heeft met Van Straten Medical te Nieuwegein. Deze overeenkomst betreft de distributie door Van Straten Medical van o.a. de Helix tandheelkundige implantaat producten in Nederland. In een aantal andere landen zal Van Straten Medical, gezien de ruime export ervaring, exclusief de distributie op zich nemen. In alle overige landen en in Nederland zal Dyna Dental Engineering b.v. haar klanten direct blijven beleveren. Door deze overeenkomst worden de krachten gebundeld van twee dynamische familiebedrijven met bijna 25 jaar ervaring. Dyna Dental Engineering b.v. is gespecialiseerd in de ontwikkeling en fabricage van tandheelkundige implantaten en verankeringsystemen. Vernieuwende en unieke producten, waarvan verschillende gepatenteerd, zijn de basis van het succes in zowel binnen als buitenland. Van Straten Medical heeft een zeer ruime ervaring in het distribueren van tandheelkundige implantaatsystemen. Vooral de wijze van marketing, het organiseren van cursussen en congressen heeft er voor gezorgd dat zij een grote speler zijn in de orale implantologie. De samenwerking is strategisch tot stand gekomen. Dyna Dental Engineering b.v. moest door de introductie van verschillende nieuwe producten haar verkoopactiviteiten uitbreiden. Beide bedrijven wensen zich vernieuwend en dynamisch in de markt op te stellen waarbij kwaliteit, klantgerichtheid, service en streven naar beter, de kern zal zijn van onze activiteiten.
nvoi bulletin nr. 3 2006
Geachte heer/mevrouw,
Afb. 3
Afb. 4
Een frontaal absence avontuur C.J. Hendriks
nvoi bulletin nr. 3 2006
20
Het avontuur begint op 13 april 2003, waar onze patiënt,
ren en een gefractureerd element. Op 14 april, een dag
een man van 35 jaar, na een geringe alcohol inname, onwel
later dus, werd onder algehele anesthesie de 13 t/m 23
is geworden. Zijn geplande tocht langs de kroegen kwam zo
verwijderd. Tevens moesten de restanten van de buccale
aan een acuut einde. Zijn absence zorgde ervoor dat hij op
botlamel 13 t/m 23 verwijderd worden. Met 2 osteosynthe-
zijn linker gezichtshelft viel, waardoor een ongepland
seplaatjes en spalken voor de intermaxillaire fixatie kon de
bezoek aan de eerste hulp onafwendbaar was. Via de
patiënt uiteindelijk ontslagen worden (afb. 1 en 2). Op de
afdeling chirurgie kwam er behalve een neuroloog, oa.
RSP is goed te zien welke hoeveelheid bot in sagitale zin in
bloed uit linker oor en bewustzijn verlies voor korte tijd, ook
het bovenfront verloren is. Uiteindelijk bleek alles weer aan
een kaakchirurg aan te pas. Er bleek behalve sprake van een
elkaar gegroeid en goed genezen te zijn. Helaas was zijn
le Fort 1 fractuur, en een fractuur van het os nasale, ook
bovenfront, elementen en bot, verdwenen. Wat nu!? Een
sprake te zijn van een paramediane mandibulafractuur links
vaste of een uitneembare oplossing? Verzekeringskwestie of
en een dubbelzijdig collum mandibulafractuur. Tevens bleek
niet? Eerst maar eens alles in de articulator en verschillende
in het bovenfront een gecompliceerde processus alveolaris
behandelplannen opstellen. De uiteindelijke oplossing is op
fractuur aanwezig regio 13 t/m 23 met multipele botfractu-
papier in dit geval, maar vaak ook in andere gevallen, een Afb. 1
Afb. 2
CJ Hendriks
Afb. 5
stuk gemakkelijker als de uitvoering ervan. Wat een “ont-
Afb. 6
(persbericht)
zettend groot” botdefect. Na de toestemming van zijn verzekering voor 4 implantaten en 2 drie-delige bruggen moest het behandelplan ten uitvoer gebracht worden. Het herstel van het bot van een bovenfront, zowel van de hard tissue, het bot, als de soft tissue, de aangehechte gingiva en de papillen mn. de centrale papil, heeft zo zijn specifieke problemen. Wij, kaakchirurg Dun en ikzelf, wilden het liefst
21
geen concessies doen met het uiteindelijke eindresultaat. We hebben uiteindelijk besloten om het anders te doen en
nvoi bulletin nr. 3 2006
per implantaat een stuk bekkenbot te plaatsen. Uiteindelijk hebben we met een surgical guide het benodigde bot en de implantaten geplaatst (afb. 3 en 4). Op foto 3 kunt U goed de blokjes heupbot en het foramen incisivum zien. In verticale en met name in horizontale zin werd er behoorlijk veel bot bijgebracht. Om de natuurlijke situatie zoveel mogelijk na te bootsen werd er onder de blokjes heup nog extra spongieus bot aangebracht. Alles werd met osteosynthese schroeven gefixeerd en tussen de heupblokjes werd alles opgevuld met spongieus bot. Bewust werd er mn. in verticale zin teveel bot aangebracht, om dan tijdens het plaatsen van de implantaten, na 6 maanden, liever bot te moeten weghalen, dan tot de conclusie te moeten komen dat we in verticale zin te weinig bot hadden. Dit veroorzaakte overigens wel een probleem met de noodvoorziening, hier was in verticale zin te weinig ruimte voor. Ik heb dit opgelost door een opbeetframe met een beetverhoging te plaatsen. Dit verliep qua inheling en qua
CARES Ceramic Taking CAD/CAM solutions to a higher level. Straumann ® CARES Reliable. Simple. Versatile.
dragen wonderbaarlijk mooi en goed. Tijdens het plaatsen van de implantaten zag het er fantastisch uit (afb. 5 en 6) en hebben we 2-3 mm bot in verticale zin moeten weghalen. Door het opbeetframe hadden we verder ook geen belasting cq. overbelasting op het operatiegebied. Uiteindelijk hebben we alles precies volgens onze planning kunnen plaatsen en werd een mooi en voorspelbaar eindresultaat bereikt. De absence heeft hem inmiddels frontbewust gemaakt.
www.straumann.com
Significance of primary stability for osseointegration of dental implants Natasha Lioubavina-Hack, Niklaus P. Lang and Thorkild Karring Kliniek De Meern: Periodontology and Implantology, the Netherlands, University of Berne School of Dental Medicine, Switzerland, Department of Periodontology and Oral Gerontology, Royal Dental College, University of Aarhus, Denmark
Aim: to investigate the significance of initial stability of dental implants for the establishment of osseointegration in an experimental capsule model for bone augmentation. Materials and methods: 16 male rats were used in the study. In each rat, muscle-periosteal flaps were elevated on the lateral aspect of the mandibular ramus on both sides resulting in exposure of the bone surface. Small perforations were then produced in the ramus. A rigid, hemispherical Teflon® capsule with a diameter of 6 mm and a height of 4 mm and with a hole in its middle-portion, prepared to fit the circumference of a ITI‚ HC Titanium implant of 2.8 mm
22
Fig. 1. Schematic drawing illustrating the site with a primary
in diameter, was fixed to the ramus using 4 mini-screws. On
stable (control) implant (left) and the site with a (test) implant
one side of the jaw, the implant was placed through the
without primary stability (right).
hole in such a way that its apex did not reach contact with did not ensure primary stability. On the other side of the
and 9 months, respectively. Of the bone adjacent to the
jaw, a similar implant was placed through the hole of the
implant surface, 28.1%, 28.9%, 52.6% and 69.6%,
capsule in such a way that contact was obtained between
respectively, consisted of mineralized bone. At the test
the implant and the surface of the ramus (Control). This
implants, no bone-to-implant contact was observed at any
provided primary stability of the implant. After placement of
observation time or in any of these non-stabilized speci-
the implants, the soft tissues were repositioned over the
mens.
capsules and sutured. After 1, 3, 6 and 9 months, 4 animals were sacrificed and subjected to histometric analysis. Results: The mean height of direct bone-to implant
Conclusion: the findings of the present study indicate that primary implant stability is a prerequisite for successful osseointegration, and that implant instability results in
contact at of implants with primary stability was 38.8%,
fibrous encapsulation, thus confirming previously made
52.9%, 64.6% and 81.3% of the implant length at 1, 3, 6
clinical observations.
Fig. 2. Diagram showing the height of peri-implant bone (PIB), the height of bone in contact (OB), and the amount of mineralized bone in contact (MOB) with the primary stable implant after 1, 3, 6 and 9 months, and expressed in percentage of the total implant length.
% of implant hight
nvoi bulletin nr. 3 2006
the mandibular ramus (Test). This placement of the implant
MOB OB PIB
Natasha Lioubavina-Hack
Fig. 3. Microphotograph of a 6-month primary stable implant. New bone (NB) almost filling the capsule (C) and in direct contact with the implant surface (arrows). The marrow spaces (MS) adjacent to the implant are smaller than those in the periphery of the capsule. r : mandibular ramus. Toluidine Blue, original magnification x 12.5.
Fig. 5. Microphotograph of a 6-month specimen of a primary
23
instable implant. Although a substantial amount of newly formed not occurred. A layer of loose and fibrous connective tissue (CT, arrows) is interposed between the new bone and the implant surface. r : mandibular ramus, C : capsule. Toluidine Blue, original magnification x 12.5.
Fig. 4. Microphotograph of a 9-month primary stable implant. Capsule completely filled with new bone. Implant almost entirely osseointegrated (arrows). r : mandibular ramus. Toluidine Blue, original magnification x 8. Fig. 6. Microphotograph of a 9-month primary instable implant (I). New bone with large marrow spaces (MS) with fat cells occupying most of the capsule area. No osseointegration has occurred. A dense connective tissue (CT) is interposed between the new bone and the implant surface. It appears that some connective tissue has invaded the capsule through the hole in the top. Toluidine Blue, original magnification x 6.5.
nvoi bulletin nr. 3 2006
bone (NB) is seen adjacent to the implant (I), osseointegration has
Functionaliteit van verschillende mesostructuren Een prospectief multicenter tevredenheidsonderzoek van de overkappingsprothese in de edentate onderkaak. H.M. Mensink, G.L. de Lange, P. Randelzhofer, S. Lingbeek en J. Gielen. Centrum voor implantologie en parodontologie Amstelveen.
Inleiding
Materiaal en methode
De keuze van de mesostructuur voor een overkappings-
Voor dit onderzoek werden in drie centra 20 patiënten
prothese is al jaren een discussiepunt. De meest gangbare
geselecteerd op grond van criteria waarbij de prothetist voor
mesostructuren zijn staaf-hulsconstructies en drukknoppen.
4 implantaten zou hebben gekozen.
Mesostructuren kunnen op basis van verschillende aspecten
Alle 60 patiënten hadden klachten over de retentie van de overkappingsprothese.
worden vergeleken, o.a. nazorg, retentie, bijtkracht etc.
Er werden bij alle patiënten drie, Camlog® implantaten
Uit onderzoek blijkt niet duidelijk welke mesostructuur de meeste nazorg vereist. Nazorg problemen en retentie-
in de symphysis regio geplaatst. Twee implantaten ter plaat-
klachten blijken soms sterk gerelateerd aan het implantaat-
se van de cuspidaten en één in de mediaanlijn. Er werden
systeem (Neart et al, 2004).
drie verschillende mesostructuren toegepast. Als eerste werd er een u-vormige steg op 3 implantaten geplaatst, vervol-
De retentie van drukknoppen op twee implantaten of
nvoi bulletin nr. 3 2006
24
steg op twee impantaten, bij dezelfde patiënt is niet
gens drukknoppen op 3 implantaten en als laatste werd de
significant verschillend (Van Kampen et al, 2003).
middelste drukknop verwijderd met houvast op 2 knoppen.
Zijn onderzoek toont tevens geringe verschillen aan in
Dezelfde overkappingsprothese werd steeds aangepast
maximale bijtkracht tussen staaf-hulsconstructies en druk-
aan de verschillende mesostructuren waarbij de occlusie en
knoppen. Andere studies laten zien dat er geen significante
pasvorm van de prothese ongewijzigd blijft. De patiënten
verschillen zijn tussen patiënt tevredenheid tussen druk-
vulden vragenlijsten in bestaande uit vijftig vragen over o.a.
knoppen op twee implantaten, steg op twee implantaten en
retentie, stabiliteit, pijn, eten, tevredenheid, functie etc. Er
steg op vier implantaten (Wismeijer et al, 2004). Hoewel
werd gebruik gemaakt van een visueel analoge schaal van
alle patiënten tevreden zijn, kan men nog steeds geen uit-
0-10. De eerste enquête (meting 0) was vooraf aan het
spraak doen omdat het verschillende patiënten betreft.
onderzoek, de volgende (meting 1,2 ,3) steeds na 3 maanden evaring van de drie verschillende mesostructuren.
In ons onderzoek kan de patiënt zelf beslissen. Het doel is de tevredenheid en functionaliteit van verschillende
Uiteindelijk werd de patiënten gevraagd welke structuur zij
mesostructuren bij dezelfde patiënt te evalueren
prefereerden. Deze werd vervolgens geplaatst.
Intake
Operation
Bar
3 ball attachments
3 months
Measurement 0
Measurement 1
2 ball attachments
3 months
Attachment choice
3months
Measurement 2
Measurement 3
HM Mensink
3 ball attachments
Combined matrix systems
2 ball attachments
Pre-operative
nvoi bulletin nr. 3 2006
25
Implant placement
Bar clip retention
Voorlopige resultaten
niet. Om prothetische problemen te voorkomen is andere
Alle patiënten zijn tot nu toe tevreden over hun nieuwe
volgorde niet mogelijk.
overkappingsprothese. Twaalf patiënten kiezen voor een staaf-hulsconstructie op 3 implantaten. Elf patiënten kiezen
Of de hoogte van de kaak van invloed zou kunnen zijn op gekozen mesostructuur wordt nog onderzocht.
voor drie drukknoppen. Op de visueel analoge schaal worden vaak uitersten aangegeven. Patiënten geven aan
Referenten
dat knoppen makkelijker zijn schoon te houden en dat een
1. Cune MS, van Kampen F, van der Bilt 2. Bosman F,
staaf constructie een volle mond geeft.
Int J Prosthodont 2005 3. Wismeijer D, J Dent Res 2004
Discussie Onderzoek is op dit moment nog niet geheel afgerond. Duidelijk is wel dat patiënten blijkbaar voorkeuren hebben. De gekozen volgorde van de verschillende mesostructuren zou eventueel op de gedachtengang van de patient van invloed zijn, maar uit een ander onderzoek (3) blijkt dit van
4. Van Kampen F , Cune MS, van der Bilt 5. Bosman F, Clin Oral Implan 2003 6. Van Kampen F, J Dent Res 2002 7. Naert et al, Int J Prosthodont 2004
PPBM van der Kroft
Resultaat: 01 20 2003
Casus Implantologie bij een Anorexia Nervosa patiënte
beginsituatie 25 11 2004 situatie na extracties
P.P.B.M. van der Kroft
Inleiding
16 06 2005
In oktober 2003 vervoegde zich mw. M.M. Im. geboren
situatie na implantatie
25-05-1983 bij mij met de wens tot rehabilitatie. Er was sprake van een fors gemutileerde dentitie door Anorexia en Bulemia Nervosa. Deze ziektebeelden kunnen onderverdeeld worden in:
01 07 2005
a. Restrictieve type: extreme energiebeperking en overma-
abutments,
tige lichamelijke inspanning
37 perimolyse
b. Purgerende type: eetbuien en purgerende maatregelen
Perimolyse is kenmerkend
(zelfopgewekt braken, diuretica en laxantia)
voor het purgerende type
Orale complicaties: erosies, perimolyse (karakteristiek
(erosie rondom restauraties).
glazuurverlies occlusaal), cariës profunda, functieverlies en een esthetisch probleem.
01 07 2005 suprastructuur
Anamnese: Anorexia en Bulemia Nervosa in het verle-
geplaatst
den, dit was nu gestopt volgens mevrouw. Een kenmerk van het ziektebeeld is ontkenning van de ziekte.
26 Materiaal: Straumann implantaten. nvoi bulletin nr. 3 2006
Methode: guided bone regeneration, hybride brug. 13 02 2006 grote terugval
Samenvatting -
37,45 cariës profunda.
03 2006 blijkt: 2-3 maal daags vomeren sinds 2003, dit werd pas in oktober 2005 bekend. Er heeft slechts behandeling in een psychiatrische kliniek plaatsgevonden sinds oktober 2005.
-
Een kliniekopname geschiedt alleen bij 35-40%
15 03 2006 37 geëxtra-
gewichtsverlies of ernstige ontregeling.
heerd, 45 kroon
Implantaten zijn zuurresistenter dan natuurlijke elementen. Een hybride brug van implantaat naar natuurlijk element is niet de eerste keus maar in principe geen probleem.
-
Er ontstaat ook cariës in de radices van gekroonde
47, 45 en 33 zijn natuur-
elementen, zie 33.
lijke radices.
Soms is het beter te extraheren en te implanteren, de prognose van implantaten lijkt hoger dan die van
onder:
natuurlijke elementen in dit geval.
15 03 2006
Er zijn meer problemen met de peri-implantaire weefsels
sec. cariës 33
bij patiënten met eetstoornissen. Ambard A. Mueninghoff L. Rehabilitation of a bulimic patient using endosteal implants. J.Prosthodont.2002 Sep;11(3):176-180. Zeer matige mondhygiëne (mede door depressie)
RMS Polsbroek
Rehabilitatie na Oro-, Maxillofaciaal trauma Auteurs: R.M.S. Polsbroek1, R.B.G. Horsthuis1, A. Ridwan-Pramana2,Y. Tjiook2, I. Abbink3 en J.A.H. Lindeboom1 1
afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Academisch Medisch Centrum
2
Stichting Bijzondere Tandheelkunde te Amsterdam
3
Tandtechnisch Laboratorium I. Abbink te Haarlem
Abstract
eure maxilla. Initieel werd tijdelijk een maxillaire partiële
Reconstructieve implantologische technieken zijn bij uitstek
plaatprothese vervaardigd, waarna in overleg met de bijzon-
geschikt bij patiënten na een maxillofaciaal trauma. De
dere tandheelkunde een behandelplan werd opgesteld.
onderstaande casus presenteert een patiënte die vanwege
De pre-ïmplantologische behandeling bestond uit een
een uitslaande brand in haar appartementen complex nood-
botopbouw van het bovenfront met autoloog bot uit de
gedwongen uit het raam vanaf de 2e etage sprong. Het
kinregio en de trigonum molare regio. Na een helingsfase
gevolg van deze sprong was een oro-maxillofaciaal trauma,
van 4 maanden werden onder lokale verdoving 3 implanta-
bestaande uit diverse laceraties in het aangezicht, een com-
ten geplaatst. Na 6 maanden werden de implantaten
munitieve fractuur van de anterieure maxilla en een meer-
vrijgelegd en werden er healings-abutments geplaatst waar-
voudige mandibulafractuur. De overige letsels waren een
na de bijzondere tandheelkunde een brug vervaardigde.
bekkenfractuur en calcaneusfractuur links. De initiële behandeling van het aangezichtsletsel
Deze casus presentatie laat zien dat een functioneel en esthetisch herstel bereikt kan worden door goede samen-
bestond uit repositie en fixatie van de mandibulafractuur en
werking tussen tandarts, tandprotheticus en kaak- en aan-
een wondtoilet van de communitief gefractureerde anteri-
gezichtschirurg na een uitgebreid oro-maxillofaciaal trauma.
Nu er steeds meer aanwijzingen komen dat er een verband bestaat tussen mondgezondheid en algehele gezondheid, kunt u patiënten helpen in te zien dat, net als voeding en lichaamsbeweging, goede gewoonten op het gebied van mondhygiëne belangrijk voor hen zijn. Door Sonicare aan te bevelen verzekert u uw patiënten van een superieure poetservaring die leidt tot verbeterde mondgezondheid en kan bijdragen tot een betere algehele gezondheid. Sonicare's unieke gepatenteerde technologie zorgt voor een grondig reinigend effect zelfs op moeilijk te bereiken plaatsen; met als resultaat • Klinisch bewezen verwijdering van significant meer plaque dan met een handtandenborstel1 • Klinisch bewezen vermindering van gingivitis en bijdrage aan de reductie van parodontale pockets2
Een belangrijk onderdeel van de dagelijkse gezondheidsgewoonten van uw patiënten 1. Clausnitzer CE et al.J Dent Res 2005; 84 (Spec Issue A): abstract O100 2. Donly K, University of Texas, 2002.Gegevens beschikbaar
nvoi bulletin nr. 3 2006
27
Dentale rehabilitatie met implantaten na oncologische chirurgie en reconstructie: Bespreking van een casus Dr. E.A.J.M. Schulten, kaakchirurg VU medisch centrum /ACTA, afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie, Amsterdam
Introductie
worden geïllustreerd. Hierbij zullen de diverse stappen in het
Het indicatiegebied voor implantaten in de Tandheelkunde
chirurgisch-prothetische behandeltraject worden belicht.
en de Kaakchirurgie wordt steeds breder. Ook binnen de
nvoi bulletin nr. 3 2006
28
maxillofaciale prothetiek hebben intra- en extraorale
Casusbespreking
implantaten inmiddels hun waarde bewezen. Vroeger kon
Het betreft een 31-jarige vrouw met een blanco medische
met conventionele prothetiek slechts op beperkte schaal de
voorgeschiedenis, die werd verwezen vanwege een sinds
functie en cosmetiek van een patiënt die behandeld was
een half jaar toenemende, pijnlijke zwelling in de mediaan-
voor een tumor in het hoofd-halsgebied, worden hersteld.
lijn van de onderkaak. Histopathologisch onderzoek toonde
Nu kan met de toepassing van implantaten – ondanks een
een ossificerend fibroom, een goedaardige tumor die zich
soms sterk veranderde lokale anatomie ten gevolge van de
soms lokaal “agressief” kan gedragen (Afb. 1 en 2).
chirurgische behandeling – vaker een adequate prothetische
De behandeling bestond uit een segmentale mandibula-
rehabilitatie worden bereikt, waarmee de kwaliteit van leven
resectie en primaire reconstructie met een osteo-myocutane
aanzienlijk wordt verbeterd.
fibulalap (Afb. 3 en 4). Na zes maanden werden – na ver-
Ook heeft de ontwikkeling binnen de reconstructieve
wijdering van de reconstructieplaat – in de neomandibula
chirurgie in het hoofd-halsgebied niet stilgestaan. Met name
(fibula) zes Straumann-implantaten (tweefasig) geplaatst
de introductie van de zogenaamde gevasculariseerde vrije
(Afb.5). In verband met een non-union van de fibula links
lappen heeft de mogelijkheden voor primaire en secundaire
werd aldaar een refixatie aangebracht. Na consolidatie van
reconstructie van onder- of bovenkaak na oncologische
de non-union en osseo-integratie van de implantaten
resecties aanzienlijk verbeterd. De toepassing van vrije
werden de implantaten vrijgelegd in combinatie met een
lappen biedt een aantal voordelen ten opzichte van andere
mondbodem-vestibulumplastiek met aanbrengen van een
reconstructieve technieken. Tegenwoordig kan op een min
vrij palatummucosatransplantaat, 12 maanden na de
of meer voorspelbare wijze een segmentale kaakresectie –
primaire onderkaakreconstructie.
uitgevoerd vanwege een benigne of maligne tumor –
De suprastructuur, bestaande uit twee stegconstructies
zódanig worden gereconstrueerd, dat hiermee letterlijk een
met een uitneembare partiële plaatprothese, werd twee
goede basis wordt gelegd voor een prothetische rehabilitatie
maanden later geplaatst (Afb. 6 en7). Zowel in functioneel
met implantaten. Een voorbeeld van een veel toegepaste
als cosmetisch opzicht werd een fraaie prothetische (denta-
gevasculariseerde vrije lap is de fibulalap. Deze lap is veelal
le) rehabilitatie bereikt (afb. 8A en B). Tijdens de follow-up
eerste keuze bij reconstructies van de onderkaak. Het heeft
(één jaar) werden ter plaatse van de zes implantaten geen
een goede kwaliteit bot en huideiland, en geeft in vergelij-
bijzonderheden geconstateerd.
king met andere lappen een relatief geringe morbiditeit ter plaatse van de donorplaats. Centraal in de behandeling van de patiënt met een
Conclusies De beschreven casus illustreert, dat de toepassing van
tumor in het hoofd-halsgebied staat de interdisciplinaire
implantaten een zeer waardevolle aanvulling is bij de
aanpak c.q. planning van het behandeltraject. In het VUmc
prothetische (dentale) rehabilitatie van patiënten, die een
spelen in dit behandeltraject de KNO-arts, kaakchirurg,
oncologische behandeling met kaakreconstructie hebben
plastisch chirurg en de MFP-tandarts een belangrijke rol.
ondergaan.
Om na de oncologische behandeling tot een adequate
De reconstructieve (pre-prothetische) chirurgie en
dentale rehabilitatie te kunnen komen, dient idealiter de
maxillofaciale prothetiek (MFP) na oncologische behande-
keuze voor een bepaalde vorm van reconstructie mede te
ling in het hoofd-halsgebied vereisen een interdisciplinaire
worden bepaald en gestuurd door het prothetische behan-
benadering en planning, waarbij de reconstructief chirurg en
delplan.
de MFP-tandarts een belangrijke rol spelen.
Aan de hand van een casus zal bovenstaande nader
Dr EAJM Schulten
Afb. 1. Klinisch beeld ossificerend fibroom in de onderkaak.
Afb. 2. OPT: begrensde, radiolucente afwijking regio 35 tot 45 met verdringing van gebitselementen.
29 Afb. 4. Post-operatief OPT: reconstructieplaat met fibula.
Afb. 5. Plaatsing van zes Straumann-implantaten in de
Afb. 6. Suprastructuur: twee stegconstructies.
nvoi bulletin nr. 3 2006
Afb. 3. Mandibulareconstructie met reconstructieplaat en fibula.
neomandibula (fibula).
Afb. 8. Klinisch beeld voor (A) en na (B) mandibulareconstructie en Afb. 7. Partiële plaatprothese op stegconstructies.
prothetische behandeling.
Bio-Gide Bio-Oss
®
®
NATURALLY HIGH-TECH
Santiago Calatrava: Milwaukee Art Museum, Wisconsin, USA
Bone regeneration is not a gamble nvoi bulletin nr. 3 2006
30
LEADING REGENERATION Voor Nederland Dent-Med Materials b.v. Postbus 381 1700 AJ Heerhugowaard NL Tel. 072-57 25 836 Fax 072-57 25 837
[email protected] www.dent-medmaterials.nl
Geert Stoker
“All on 2”: In één dag een overkappingsprothese op Straumann SLActive implantaten. Geert Stoker
Inleiding
ISQ gemiddeld 6.1%. Pas na 6 weken wordt het begin
Op dit moment is de implantaat gedragen overkappings-
niveau van ISQ-waarde weer gehaald.
prothese in de onderkaak dé standaard behandeling voor
Gedurende de controle-periode waren de patiënten zeer
patiënten met een ernstige hypotrofie van de processus
tevreden over de behandeling en het behaalde resultaat.
alveolaris inferior. De conventionele manier van behandelen
Het aantal drukplaatsen van de prothese lijkt voor deze
bestaat, na machtiging door de verzekeraar, uit het plaatsen
groep patiënten minder dan patiënten behandeld volgens
van 2 of 4 implantaten in de intra-foraminale regio van de
de traditionele procedure. Alle patiënten konden prima eten
onderkaak en, na de osseointegratie periode, het vervaardi-
met de prothese en ervaren de retentie van de onderprothe-
gen van de overkappingsprothese en de mesostructuur bij
se als voldoende. De MH was goed, de steg en goudkappen
voorkeur een steg.
waren plakvrij.
Met de introductie van de nieuwe SLActive implantaten
De mucosa rond de kappen en de steg vertoonde in het
van Straumann kan de procedure flink in tijd bekort
begin enige hypertrofie, maar na 8 weken had de mucosa
worden, doordat deze implantaten al vanaf het plaatsen van
over het algemeen een normaal aspect.
de implantaten een dermate goede primaire stabiliteit heb-
Slechts bij 1 patiënt werd na 3 weken een spinner
ben én houden dat direkte belasting van de implantaten
waargenomen. Het implantaat vertoonde in week 5 een
mogelijk wordt zonder dat de overlevingkans van de
mobiliteit 2 en zal waarschijnlijk als verloren moeten worden
implantaten kleiner wordt. Om direkte belasting van deze
beschouwd. Hiermee komt voor de huidige evaluatie
implantaten met een overkappingsprothese te benutten,
periode het overlevingspercentage van de implantaten op
moet echter de huidige procedure grondig herzien worden.
95%.
31
wordt geïmplanteerd. De prothese wordt als boormal
Conclusie
gebruikt worden, waarmee zelfs aan een “restauratie-
Uit deze studie blijkt dat het mogelijk is SLActive implanta-
gestuurde” procedure voldaan wordt. Ook is de prothese de
ten direkt te belasten met een overkappingsprothese. De
afdruklepel om na de chirurgie de afdruk te nemen voor de
procedure kan met maanden worden bekort en daarmee
steg en nog dezelfde dag wordt de prothese met de steg in
kunnen de voordelen van dit nieuwe implantaat ten volle
de mond van de patiënt geplaatst.
worden benut voor de edentate patiënt. Verbonden middels een enkelvoudige steg lijkt de overlevingskans van de
Methode en Materialen
SLActive implantaten gelijk aan die van de traditionele
In een verwijspraktijk voor implantologie zijn 10 patiënten
procedure.
volgens de nieuwe methode behandeld met 2 implantaten, een steg en een overkappingsprothese. Direkt na plaatsing van de implantaten en tot 6 weken daarna zijn op implantaat- en abutmentniveau de ISQ (Implant Stability Quotient) bepaald met een Osstell Mentor om de stabiliteit van de implantaten vast te stellen.
Resultaten De 10 patiënten, 6 vrouwen en 4 mannen, zijn behandeld in de periode van 13-10-2005 tot 01-12-2005. De gemiddelde leeftijd is 62,8 ± 9.2 jaar. Bij 2 patiënten werden 6-8 weken voorafgaand aan de chirurgie de oude overkapte radices 33 en 43 verwijderd. De andere patiënten waren al lange tijd volledig edentaat. De ISQ waarden blijken tot 2 weken na implanteren constant te blijven ten opzichte van het moment van implanteren (primaire stabiliteit) (ISQ:66,9), daarna zakt de
nvoi bulletin nr. 3 2006
Allereerst wordt de prothese vervaardigd en pas daarna
Tijdelijke Verankering in de Orthodontie Sandy van Teeseling, orthodontist VU medisch centrum / ACTA, afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie, Amsterdam
Het verplaatsen van gebitselementen tijdens een orthodon-
van de schroeven in het bot en niet door de osseoïntegratie
tische behandeling is mogelijk door een samenspel van
van de implantaten (fig.3).
krachten. De beginselen van de (bio) mechanica en dynamica gelden ook in de orthodontie . Met name de Derde Wet
Verwijderen van de schroeven en platen na afloop van
van Newton: Actie = Reactie speelt een uitermate belang-
de behandeling is wel nodig, maar niet zo ingrijpend als
rijke rol. Terugbrengen van een geprotrudeerd bovenfront
explantatie van een implantaat. Niet alleen bij de orthodon-
bijvoorbeeld (= actie) zal het mesialiseren van molaren en
tische behandeling van volwassenen wordt deze vorm van
premolaren tot gevolg kunnen hebben (=reactie): door nu
verankering toegepast, ook bij jeugdige orthodontische
gebruik te maken van een headgear (=actie) kan deze
patiënten worden in toenemende mate tijdelijke implantaten
reactie weer teniet gedaan worden door de steun van de
gebruikt, bijv. ter vervanging van een headgear (fig.4).
nek of achterhoofd (=reactie). Met dank aan collega Dr. A.G. Becking, kaakchirurg, voor Verankering (opvangen van de reactiekrachten) is te
het ter beschikking stellen van fig.3
bewerkstelligen door bijv. een headgear, palatal bar en/of
-
plaatapparatuur; door het ‘verblokken’ van een groep elementen tijdens een behandeling met vaste apparatuur is
Orthod; 2005; 39 (9): 539-547 -
dit effect ook te bereiken.
32
Anchorage. Cheng S-J, Tseng I-Y, et al: Int J Oral
ïntegreerd zijn, is een vorm van absolute verankering te nvoi bulletin nr. 3 2006
A Prospective Study of the Risk Factors Associated With Failure of Mini-Implants Used for Orthodontic
Door gebruik te maken van implantaten, die ge(osseo)creëren: een implantaat kan immers niet verplaatst worden.
Mini-Implants: Where Are We? Melsen B: J Clin
Maxillofac Implant; 2004; 19 (January): 100-106 -
A Clinical Evaluation of Titanium Miniplates as Anchors
Aangezien deze implantaten vooral voor restauratieve doel-
for Orthodontic Treatment. Choi B-H, Zhu S-J, Kim Y-H
einden gebruikt worden, spreken we hier van “dubbel
et al: Am J Orthod Dentofacial Orthop; 2005; 128
gebruik” van implantaten. Nauwkeurige plaatsbepaling van deze implantaten is vereist, aangezien ze reeds vóór het
(September): 382- 384 -
Orthodontic Anchorage: Drill-free vs Pre-Drilled Screws
begin van de orthodontische behandeling aangebracht
Histomorphometric and Mechanical Analyses of the
worden. De planning hiervoor geschiedt aan de hand van
Drill-Free Screw as Orthodontic Anchorage. Kim J-W,
een set-up en wordt samen met de implantoloog, de
Ahn S-J, Chang Y-I: Am J Orthod Dentofacial Orthop;
tandtechnicus, de orthodontist en de restauratieve tandarts
2005; 128 (2): 190-194
uitgevoerd (fig.1). Een voordeel van deze methode is het “dubbel gebruik” van de implantaten, een nadeel is de tijdrovende en arbeidsintensieve voorbereiding. In het palatum geplaatste implantaten vereisen een minder nauwkeurige plaatsbepaling; daartegenover staat een uitgebreide “techniekfase”, i.e. de ‘overbrenging’ tussen het implantaat en de orthodontische apparatuur. Een bijkomend nadeel is het feit dat deze geïntegreerde implantaten na bewezen diensten weer verwijderd moeten worden, wat een tweede chirurgische ingreep inhoudt, nl een explantatie (fig.2). Bovengenoemd gebruik van implantaten tbv orthodontische verankering raakt de laatste jaren steeds meer op de achtergrond. In plaats daarvan wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van ‘microscrews’ en ‘miniplates’. De verankering wordt bepaald door de mechanische retentie
Sandy van Teeseling
Fig.1 Na osseoïntegratie en plaatsen tijdelijke kronen, start orthodontische behandeling
fig.2 Het palatum, nét naast de sutuur, vormt een goede basis voor een implantaat.
33
fig.3 Door de geringe lengte en breedte hebben de schroeven weinig ruimte nodig.
fig.4 Opklappen van de gingiva is nodig voor het aanbrengen van de platen In overleg met de behandelend orthodontist wordt de plaats van de benodigde, tijdelijke, verankering bepaald en worden solitaire schroeven dan wel platen met schroeven gebruikt. De schroeven worden over het algemeen ‘drill-free’ aaangebracht. Geadviseerd wordt om de schroeven en platen zo spoedig mogelijk (binnen één week) te belasten: er hoeft immers niet gewacht te worden op osseoïntegratie.
Lange termijn evaluatie van het holle schroef en holle cilinder implantaat; klinische en röntgenologische resultaten na 10 jaar. Gerdien Telleman (onderzoeker, afdeling kaakchirurgie, UMCG)
Inleiding In 1988 kwam ITI met een nieuw implantaat op de markt, het Bonefit concept, met een brede keus aan implantaten (holle cilinder, holle schroef en massieve schroef). Bij de presentatie leek het karakteristieke holle implantaat vele voordelen te bieden. Maar hoewel er geen wetenschappelijk bewijs voor was ontstond in de loop van de jaren een voorkeur voor het massieve schroef implantaat.
Doel Het doel van dit retrospectieve onderzoek was het functioneren van het holle schroef (HS) (afb 1) en het holle cilinder (HC) (afb2) Bonefit implantaat van ITI te evalueren. Hiervoor werden klinische en röntgenologische parameters
34
Afb. 1 (links) Afb. 2 (midden) en Holle Cilincer IO (rechts)
gebruikt. Tevens werd de chirurgische en prothetische nazorg geanalyseerd.
nvoi bulletin nr. 3 2006
Conclusie Materiaal & Methode
Uit deze studie kan geconcludeerd worden dat het holle
Een totaal van 38 patiënten (30 vrouwen en 8 mannen) met
schroef en het holle cilinder implantaat een stabiele basis
een gemiddelde leeftijd van 64 jaar participeerde in deze
vormen voor een overkappingsprothese. Hierbij is van
studie, waarbij 89 HS en 26 HC implantaten werden geëva-
belang het peri-implantaire botniveau te blijven monitoren
lueerd. Deze implantaten waren in de edentate onderkaak
door het jaarlijks nemen van röntgenfoto’s en het meten
geplaatst, ten behoeve van een overkappingsprothese. De
van de sulcusdiepte rondom implantaten zeker als het holle
evaluatie periode besloeg 10 tot 13 jaar.
implantaat al lang in functie is.
Resultaten
Het artikel wat naar aanleiding van dit onderzoek geschre-
De resultaten van de klinische evaluatie laten een gemiddel-
ven is in februari 2006 geplaatst in het Journal of
de sulcusdiepte zien van 3.3 mm (standaarddeviatie 1,3,
Periodontology, waarbij prof. dr. H.J.A. Meijer en prof. dr.
bereik 2-10 mm). Het gemiddelde radiografische botverlies
G.M. Raghoebar mede-auteurs zijn.
was 2,2 mm (standaarddeviatie 2,1, bereik 0,1-12,2 mm). De klinisch parameter sulcusdiepte bleek een significant verband te hebben met het röntgenologische peri-implantaire botverlies. De klinische parameters plaque-, bloedings- en gingiva-index en de aanwezigheid van tandsteen bleken geen relatie te hebben met het botverlies. Eén implantaat (HS) ging gedurende de osseo-integratie verloren. Drie ander implantaten (2 HS, 1 HC) moesten na 10-13 jaar verwijderd worden. (casus 1a tm 1 g) Het slagingspercentage van het HS implantaat (96,6%) was vergelijkbaar met dat van het HC implantaat (96,1%). Zowel het HS als het HC implantaat voldoen aan de succescriteria van Albrektsson van een minimaal succespercentage van 80% na 10 jaar.
Gerdien Telleman
Casus 1a
Casus 1b
Casus 1c
Casus 1d
nvoi bulletin nr. 3 2006
35
Casus 1e
Casus 1f
Casus 1g
Het botniveau rond implantaten in de edentate onderkaak; een prospectieve studie N.Tymstra (onderzoeker, afdeling kaakchirurgie, UMCG)
Inleiding
Figuur 1:
De laatste jaren is het zwaartepunt binnen de implantologie
schematische weergave
steeds meer verschoven van edentaat naar partiëel dentaat.
van de positie van de
Door het toenemende gebruik van implantaatgedragen
implantaten op moment
kronen is de nadruk komen te liggen op voorspelbare
van plaatsen.
esthetische resultaten. Voor implantaten in de esthetische zone, zijn de criteria tot succes onder andere de vorming van een periimplantaire mucosa met intacte approximale papillen en een gingiva-outline die harmonieus is met de restdentitie. Uit meerdere studies komt naar voren dat de biologische afstand hierbij van groot belang is. In de literatuur is terug te vinden dat de biologische afstand rond implantaten bestaat uit 1-1,5 mm bindweefsel en 2 mm epitheel. Wanneer de biologische afstand een vaste waarde is, dan
nvoi bulletin nr. 3 2006
36
Figuur 2: Voorbeeld
zou het botniveau bepalend zijn voor het verloop van de
van een gestandaardi-
gingiva. Er zijn meerdere studies te vinden die gericht
seerde röntgenfoto van
gekeken hebben naar het botniveau, echter het grootste
boven een IMZ implan-
gedeelte van deze studies bestaat uit dieronderzoeken.
taat en onder een ITI
Doel van dit onderzoek was het botniveau rond implan-
implantaat.
taten ten opzichte van de overgang naar een ruw oppervlak en het botniveau ten opzichte van de randspleet te evalueren.
Materiaal en Methoden 90 edentate patiënten, die werden voorzien van een overkappingsprothese, participeerden in deze studie. 50 patiënten werden behandeld met twee ITI implantaten (diameter: 4.1 mm, lengte gladde hals: 3.8 mm, oppervlaktebewerTabel 1: het percentage ITI- implantaatzijdes met bot op glad oppervlak 6, 12, 18, 30, 42, 54 en 66 maanden na plaatsen van de implantaten ITI Periode (maanden) Implantaatzijdes met bot op het gladde oppervlak (%)
6
12
18
30
42
54
66
33
28
25
18
20
4
8
Tabel 2: percentages IMZ-implantaatzijdes met bot op glad oppervlak en met bot binnen 1.5 mm vanaf de randspleet 6, 12, 18, 30, 42, 54 en 66 maanden na plaatsen van de implantaten IMZ Periode (maanden)
6
12
18
30
42
54
66
80
77
74
64
58
55
55
73
65
65
55
51
47
49
Implantaatzijdes met botniveau op het gladde oppervlak; 0-2 mm t.o.v. randspleet (%) Implantaatzijdes met botniveau 0-1,5 mm t.o.v. de randspleet (%)
N Tymstra king: TPS) en 40 patiënten werden behandeld met twee
bot tegen het gladde oppervlak en met het bot binnen
IMZ implantaten (diameter: 4.0, gladde hals: 2.0 mm,
1.5 mm vanaf de randspleet (zie tabel 2). Na de initiële
oppervlaktebewerking: TPS). De ITI implantaten werden zo
resorptie periode van 12 maanden ligt bij 77 % van de
geplaatst, dat de overgang van glad naar ruw op botniveau
IMZ-implantaatzijdes, het bot op het niveau van het gladde
lag. De IMZ implantaten werden met de top van het
oppervlak. Bovendien ligt bij 73% van de IMZ-implantaat-
implantaat, en dus met de randspleet, op botniveau
zijdes, het bot binnen 1.5 mm vanaf de randspleet.
geplaatst (zie figuur 1). 6, 12, 18, 30, 42, 54 en 66 Maanden na het plaatsen
Discussie en conclusie
van de implantaten werden gestandaardiseerde röntgen-
Uit deze studie kan worden geconcludeerd dat bij éénfase
foto’s vervaardigd waarop het marginale botniveau aan
implantaten (ITI) na de periode van initiële resorptie zich bot
mesiale en distale zijdes van de implantaten werd bepaald
kan bevinden op de gladde hals. Verder kan worden
(zie figuur 2).
geconcludeerd dat bij tweefase implantaten (IMZ) zich op de gladde hals bot kan bevinden op het niveau van de 2
Resultaten
mm lange gladde hals en dat zich bovendien bot kan
De resultaten van ITI zijn weergegeven als het percentage
bevinden binnen 1.5 mm vanaf de randspleet. Deze conclu-
implantaatzijdes met het bot tegen het gladde oppervlak
sies zijn enigszins in strijd met de aanwezige literatuur. Het
(zie tabel 1). Na de initiële resorptie periode van 12 maan-
lijkt noodzakelijk dat in de toekomst meer klinisch onder-
den ligt bij 28% van de ITI-implantaatzijdes het bot op het
zoek wordt gedaan naar de gedragingen van bot rond
niveau van het gladde oppervlak. De resultaten van IMZ zijn
implantaten.
weergegeven als het percentage implantaatzijdes met het
nvoi bulletin nr. 3 2006
37
Afb. 1a
Een brug te ver...? Het belang van een informed consent en de behandelovereenkomst. A.J.J. Zonneberg
nvoi bulletin nr. 3 2006
38
Informatie, uitleg en controleren of de boodschap is
eigen omgeving met partner de consequenties van de
overgekomen is van het grootste belang voor de patiënten
behandelkeuze tot zich kan laten doordringen, voordat hij
behandeling in het algemeen en de implantologie patiënt in
een exemplaar van de behandelovereenkomst ondertekent
het bijzonder. De patiënt moet uitvoerig geïnformeerd
en terugstuurt naar de tandarts. Vervolgens kunnen de
worden over de verschillende behandel-opties en wanneer
afspraken voor de daadwerkelijke behandeling worden
de keus eenmaal is gemaakt, wordt de begroting van de
gemaakt.
voorgenomen behandeling opgesteld. In een brief wordt de preciese uitleg van de behandeling op schrift gesteld (de
De tandarts begint nu aan de behandelplanning. Daartoe
informed consent brief) en separaat een behandelovereen-
heeft hij diverse diagnostische mogelijkheden tot zijn
komst gemaakt. In de behandelovereenkomst staat een
beschikking. Allereerst wordt met beeldvormende technie-
kleine samenvatting van de informed consent brief en de
ken de te implanteren plaats in de kaak onderzocht op de
kengetallen van de begroting. De begroting, informed
kwaliteit, geschiktheid en aanwezigheid van voldoende
consent brief en de behandelovereen-komst worden de
kaakbot. De minimale standaard lijkt een OPT met dwars-
patiënt meegegeven dan wel opgestuurd, zodat hij in zijn
doorsneden van het te implanteren gebied. Deze röntgen-
Afb. 2a
Afb. 2b
AJJ Zonneberg
Afb. 1b
geschil over de betaling van de behandeling. Een voorbeeld
ACTA (Afb. 1 a en b). Voor een solitaire tandvervanging
maakt de consequenties daarvan duidelijk. Van een drie-
volstaat soms het maken van studiemodellen, maar bij
delige brug op drie geplaatste implantaten. bedraagt het
uitgebreider werk, zijn in de centrale relatie gemonteerde
honorarium € 750 en de externe kosten € 2850. De ver-
modellen de beste optie om implantaten te plannen (Afb. 2
houding honorarium-externe kosten is hier ongeveer 20 om
a en b). Een van tevoren gemaakte boormal is een onmis-
80 procent, een heel groot debiteuren risico voor de tand-
baar hulpmiddel om de implantaten juist te positioneren,
arts. Indien zo’n rekening niet betaald wordt, spreken we
wanneer de flap open ligt en de oriëntatie van het implan-
van een cashflow probleem van € 3600 (de niet-betaalde
taatgebied met de antagonisten verloren is gegaan. Als alle
rekening) plus € 2850 (af te rekenen aan externe partijen)
voorbereidingen zijn getroffen in de onderhavige casus wor-
dat zo’n € 6500 bedraagt. Dit risico bestaat niet alleen bij
den beide implantaten geplaatst en na inheling voorzien van
letsel, maar bijvoorbeeld ook als de patiënt niet tevreden is
een kroon (Afb. 3 a en b).
met het behaalde eindresultaat.
Wanneer er, ondanks een goede voorbereiding, toch een
Voor de goede orde moet worden opgemerkt dat bij
complcatie bij de behandeling optreedt, wordt het belang
(blijvend) letsel dat verwijtbaar is aan de behandelaar, de
van de voornoemde triade begroting, informed consent en
verzekeraar over het algemeen een schadevergoeding
behandelovereenkomst pas goed duidelijk. Een open opstel-
uitkeert aan de patiënt, vaak na tussenkomst van de rechter.
ling naar de patiënt en het helpen organiseren van een
Implantologie in de tandartspraktijk blijft een moeilijke,
second opinion bij één of meer terzake deskundige colle-
maar toch ook vaak een bevredigende uitdaging, die hoge
ga(’s) zijn dan een absolute must. Vaak ontstaat er dan een
eisen stelt aan de behandelaar.
Afb. 3a
Afb. 3b
39 nvoi bulletin nr. 3 2006
foto’s kan men laten maken op de Afdeling Radiologie van
agenda
Datum: vrijdag 13 oktober Duur: 1 dag Locatie: Straumann B.V., IJsselstein Referenten: hr. M. Bub, hr. C. Thissen, hr. A. van Waas Aantal deelnemers: min 8, max. 20 Doelgroep: tandtechnici Deelnamekosten: € 275,- incl. BTW inclusief: - cursusdocumentatie; - koffie, thee, lunch en borrel.
Reinigen en onderhouden van implantaatconstructies
nvoi bulletin nr. 3 2006 nvoi bulletin nr. 3 2006
(Cumulative Interceptive Supportive Therapy) Datum: 27 oktober Duur: 1 avond Locatie: Straumann B.V., IJsselstein Referenten: drs. L. Verhagen, drs. R. Waanders Aantal deelnemers: minimaal 30, maximaal 60 Doelgroep: tandartsen, mondhygiënisten, tandprothetici, klinische prothese technici, tandartsassistenten Deelnamekosten: € 150,- incl. BTW inclusief: cursusdocumantatie, koffie en thee.
Chirurgische en prothetische uitdagingen Datum: dinsdag 31 oktober Duur: 1 avond Locatie: Straumann B.V., IJsselstein Referenten: dr. C. ten Bruggenkate, drs. R. Eysink Smeets, dhr. C. Thissen Aantal deelnemers: min. 30, max. 60 Doelgroep: implantologen, parodontologen, tandartsen, kaakchirurgen, tandprothetici, tandtechnici Deelnamekosten: € 150,- incl. BTW inclusief: cursusmateriaal, koffie en thee.
Lokale botaugmentaties in de esthetische zone cursus *** Data: donderdag 23 en vrijdag 24 november Duur: 1 avond (donderdag) en 1 dag (vrijdag) Locatie: Nij Smellinghe Ziekenhuis, Drachten (praktijkgedeelte) Landgoed Lauswolt, Beetsterzwaag (theoretisch deel) Referenten: drs. L. Meijndert, drs. J.P. Wymenga Aantal deelnemers: minimaal 4, maximaal 8 Doelgroep: implanterende tandartsen Deelnamekosten: € 800,-
13 oktober 2006 Workshop: Micro chirurgie: Wat kunnen wij van het weefsel en bot van een varken nog leren Plaats: voordrachtruimte Implacom – Garderen Inlichtingen: Implacom - ( 0577461927 – email
[email protected]
11 november 2006 Cursus: Praktijk en Hygiëne Organisatie: DentalCourses Plaats: voordrachtruimte Implacom – Garderen Inlichtingen: DentalCourses. (023-5269270 email
[email protected]
Datum: 13 oktober 2006 Docenten: Ronnie Goené, Toon François, Henny Meijer, Gerry Raghoebar, Wiboud van Limburgh Locatie: Hotel Karel V te Utrecht Inlichtingen: NVOI congresbureau, tel. 0229-540329 email:
[email protected] of www.nvoi.nl NVOI Najaarscongres 2006 Datum: 10 november 2006 Spreker: Ueli Grunder Locatie: Hilton Hotel, Amsterdam Inlichtingen: NVOI congresbureau, tel. 0229-540329 e-mail:
[email protected] of www.nvoi.nl
Implantologie Integraal datum: 1 december 2006 locatie: Hotel Karel V te Utrecht docenten: Ronnie Goené, Toon François, Henny Meijer, Rutger Batenburg Inlichtingen: NVOI congresbureau, tel: 0229-540329 email:
[email protected] of www.nvoi.nl
Internationale Congres en Workshops 'Maxillofacial Rehabilitation: Do New Technologies improve Quality of Life?' 8-10 februari 2007, Universitair Medisch Centrum Groningen
De Verdieping Datum 8-9 maart 2007 Inlichtingen: NVOI congresbureau, tel: 0229-540329 email:
[email protected] of www.nvoi.nl
Tapered Screw-Vent® Implants Rock-solid fit A connection you can depend on.
Implant design Het Nederlandse, complete implantaatsysteem
Het overnemen van welk deel ook van de inhoud, zonder bronvermelding, is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het bestuur van de NVOI.
cursus *** Data: vrijdag 17 en zaterdag 18 november (Het maximale aantal deelnemers is bereikt, u wordt op een wachtlijst geplaatst voor een extra sessie) Duur: 2 dagen Locatie: Twenteborg Ziekenhuis, Almelo Referent: drs. F. Hinderks Aantal deelnemers: minimaal 4, maximaal 4 Doelgroep: implanterende tandartsen Deelnamekosten: € 2.000,- incl. BTW
Samenstelling bestuur van de NVOI: R.J. Goené, voorzitter, (0226) 35 21 57, H.J.M. Rademacher, vice-voorzitter, (045) 575 25 66, dr. R.H.K. Batenburg, penningmeester, (0118) 638506 dr. J.E. Bergsma, secretaris, (076) 595 30 00, A.J.G. François, lid (0411) 604 164. prof.dr. H.J.A. Meijer, lid, (050) 403 19 27
Datum: 29 september 2006-08-28 Locatie:Oosterhout Info: 073-6847202 of
[email protected]
Implantologie Breed Belicht
Redactie: dr. J.E. Bergsma, prof.dr. H.J.A. Meijer. Redactieadres: Postbus 34 1633 ZG Avenhorn Tel: (0229) 540 329 Fax: (0229) 543 467 E-mail:
[email protected]
Opbouw processus alveolaris en sinusbodemelevaties
Het NVOI bulletin verschijnt vier keer per jaar en is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie. ISSN: 1569-7118. Druk en lay-out: Drukkerij Libertas, Bunnik
Implantologie Fase III, Biocompsysteem
Tandtechniek met het Straumann® Dental Implant System: complexe casus; cursus
40 40
w w w. n v o i . n l