20122013 S C H O O L G I D S
N u t s s c h o o l L a a n v a n Po o t
V
oorwoord
Voor u ligt de schoolgids 2012-2013 van Nutsschool Laan van Poot. Deze schoolgids heeft tot doel u duidelijkheid te verschaffen over de algemene gang van zaken binnen onze school. In deze gids kunt u lezen wat onze visie is op onderwijs; wat ons als school zo bijzonder maakt. U kunt er in lezen wat wij voor u en uw kind kunnen betekenen. Wij hebben geprobeerd zo volledig mogelijk te zijn en ook de Medezeggenschapsraad heeft haar instemming gegeven aan deze schoolgids. De inhoud van deze gids wordt tevens getoetst aan de wettelijke eisen die door de inspectie van het basisonderwijs worden gesteld. Mocht u nog wensen en/of suggesties hebben ter verbetering van dit document dan vragen wij u contact op te nemen met de directie van de school. Wij wensen alle ouders, maar in de eerste plaats natuurlijk, alle kinderen een heel fijn en leerzaam nieuw schooljaar toe! Namens het team van Nutsschool Laan van Poot
Karin Zwaveling directeur
Nutsschool Laan van Poot 1
2 Nutsschool Laan van Poot
I
nhoudsopgave
1 Algemeen 1.1 Bestuur 1.2 Inspraak door ouders 1.3 Missie en visie van de scholen 1.4 Kwaliteitszorg 1.5 De veilige school 1.6 Ouderbijdrage 1.7 Schoolse bijdrage 1.8 Schoolverzekering voor leerlingen 1.9 Leerplicht 1.9.1 Leerlingen tot 5 jaar 1.9.2 Leerlingen van 5 jaar 1.9.3 Leerlingen vanaf 6 jaar 1.9.4 Verplichte onderwijstijd 1.10 Verlofregeling 1.11 Sponsoring 1.11.1 Gedragsregels
6 6 6 6 7 7 8 9 9 10 10 10 10 10 10 11 11
2 De school 2.1 Situering van de school 2.2 Schoolgrootte 2.3 Speciale voorzieningen in en rond om het gebouw 2.3.1 Peuterspeelzaal 2.3.2 Voor-, tussen- en naschoolse kinderopvang 2.4 De opvang en plaatsing van nieuwe leerlingen op de school 2.4.1 Aanmeldingsprocedure 2.5 Regels voor schorsing en verwijdering 2.6 Regels en afspraken in de school 2.7 Schooltijden 2.7.1 Groepen 1 t/m 3 2.7.2 Groepen 4 tot en met 8 2.8 Vakanties en vrije dagen 2.9 Absentie
12 12 12 12 12 12 1 12 13 14 14 14 14 14 14
3 3.1 3.2
Waar de school voor staat Uitgangspunten en prioriteiten 3.1.1 Uitgangspunten 3.1.2 Prioriteiten Het pedagogische klimaat van de school 3.2.1 Pesten 3.2.2 Burgerschapsvorming
16 16 16 16 16 16 17
4 4.1 4.2
De organisatie van het onderwijs De organisatie van de school 4.1.1 De schoolorganisatie 4.1.2 Groepering Taak- en functieverdeling personeel 4.2.1 Directie 4.2.2 Leerkracht 4.2.3 Vakleerkracht
19 19 19 19 19 19 19 20
Nutsschool Laan van Poot 3
4.2.4 Leerkrachten met specifieke taken 4.2.5 Onderwijs ondersteunend personeel 4.2.6 Externe deskundigen 4.2.7 Stagiaires 4.3 Nascholing 4.4 De activiteiten voor de kinderen 4.4.1 Activiteiten in de groepen 1A, 1B en 2 4.4.2 Basisvaardigheden in de groepen 3 tot en met 8 4.4.3 Wereldoriënterende vakken 4.4.4 Expressievakken 4.4.5 Bewegingsonderwijs 4.4.6 Omgaan met computers 4.4.7 Nakijken 4.4.8 Eindresultaten van het onderwijs 4.5 Specifieke groepsinformatie 4.5.1 Kleutergroepen 4.5.2 Groep 5 4.5.3 Groep 6, 7 en 8
20 20 20 20 20 20 20 20 21 21 21 21 22 23 23 23 24
5 Kwaliteitszorg 25 5.1 Inzicht in de kwaliteit van ons onderwijs 25 5.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op school 25 5.2.1 Toetsen 26 5.3 Protocol overgang 26 5.4 Rapportage 28 5.5 De speciale zorg voor kinderen 28 5.5.1 Zorgverbreding en Weer Samen Naar School (WSNS+)28 5.5.2 Zorgstappen en verwijzingsprocedures 28 5.5.3 Onderwijskundige rapporten 29 5.5.4 Begeleiding bij de overgang van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs (VO) 29 5.5.5 Wijze van tot stand komen van het schooladvies 30 5.5.6 Uitstroom van leerlingen 30 6 De ouders 6.1 Betrokkenheid van ouders bij de school 6.2 De Medezeggenschapsraad (MR) en de Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) 6.3 De Oudercommissie (OC) 6.4 Groepsouders 6.5 Overblijven 6.5.1 Regels 6.5.2 Toezicht 6.5.3 Kosten 6.6 Communicatie tussen school en ouders 6.6.1 Persoonlijke gesprekken 6.6.2 Informatieavond 6.6.3 Mappen mee naar huis 6.6.4 Informatiebulletin “Nutsflits” 6.6.5 Internet 6.6.6 E-mail 6.7 Klachtenprocedure 6.7.1 Informele klachtenprocedure 6.7.2 Formele klachtenprocedure
4 Nutsschool Laan van Poot
31 31 31 31 32 32 32 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 33 33
7 7.1 7.2
De ontwikkeling van het onderwijs in de school Activiteiten van het afgelopen schooljaar 2011-2012 Activiteiten voor het komend schooljaar 2012-2013
35 35 35
8 Diverse zaken 8.1 Voor-, tussen- en naschoolse opvang 8.2 Centrum voor Jeugd en Gezin 8.3 Adreswijzigingen 8.4 Fotogebruik voor website 8.5 Gevonden voorwerpen 8.6 Gymnastiek 8.7 Honden verboden in de school 8.8 Hoofdluis 8.9 Kinderwagens 8.10 Lessen buiten de school 8.11 Schoolmelk 8.12 Mobiele telefoons 8.13 Ontruimingsplan 8.14 Schoolfotograaf 8.15 Schoolreizen 8.16 Sponsoring 8.17 Traktaties 8.18 Vervoer van en naar school 8.18.1 Fiets 8.18.2 Auto 8.19 Vulpen
36 36 36 36 36 37 37 37 37 37 37 37 37 38 38 38 38 38 38 38 38 38
9
39
Activiteitenoverzicht
Nutsschool Laan van Poot 5
1
Algemeen
1.1 Bestuur Onze school valt onder de stichting De Haagse Nutsscholen. Deze stichting wordt bestuurd door het bevoegd gezag van de Lucasstichting. De Nutsscholen hebben een “neutraal bijzondere” signatuur. “Bijzonder” betekent dat de scholen niet bestuurd worden door de overheid. Het aspect van “neutraliteit” benadrukt de huidige vereniging in haar statuten: het doel van de activiteiten is het bevorderen van maatschappelijk en cultureel welzijn van individu en gemeenschap, onafhankelijk van enige levensbeschouwelijke, politieke of economische groepering.
1.2 Inspraak door ouders Ouders hebben op onze school inspraak via: • de oudergeleding van de Medezeggenschaps- raad (MR) van de school; • de oudergeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van de gezamenlijke Lucas Scholen; • het deelnemen aan tevredenheidonderzoeken en dialoog met de school.
1.3 Missie en visie van de scholen De missie en visie van de Haagse Nutsscholen staat hieronder beschreven. Nutsschool Laan van Poot heeft in het schooljaar 2011-2012 gewerkt aan een nieuwe visie. Deze visie wordt nog verder uitgewerkt en zal waarschijnlijk in september 2012 klaar zijn. De schoolgids wordt dan aangepast met de nieuwe visie en op de website gepubliceerd Missie Vanuit de Nutsgrondgedachte staat het kind centraal, met aandacht voor de relatie, competentie en autonomie. Het kind wordt in zijn ontwikkeling voorbereid op een maatschappij waarin het zich kan ontplooien tot een sociaal maatschappelijke zelfbewuste wereldburger. Visie Hieronder vindt u de kernwoorden die in onze missie worden genoemd en een beschrijving van de manier waarop wij in onze scholen deze begrippen inhoud geven.
6 Nutsschool Laan van Poot
1.3.1 De kernbegrippen Nutsgrondgedachte (Neutraal) • Elk kind is welkom op de Haagse Nutsscholen, ongeacht religie, cultuur en sociale achtergrond. • De neutrale grondslag van de school komt tot uiting in het respectvol en begripvol omgaan met de verschillende religies en de sociale en culturele achtergronden van onze schoolpopulatie. Adaptief onderwijs (relatie, competentie, autonomie) • Onder de basisbehoefte ‘relatie’ wordt verstaan dat leerlingen zich geaccepteerd voelen, ze erbij horen en het gevoel hebben welkom te zijn. Ze voelen zich veilig en zitten lekker in hun vel. • Onder de basisbehoefte ‘competentie’ wordt verstaan dat leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen aankunnen. Hierbij gaat het met name om het werken vanuit de talenten en mogelijkheden van leerlingen. Onder het motto; Ik mag doen waar ik goed in ben en ik kan wat ik mag en bij uitdagingen mag ik fouten maken. • Onder de basisbehoefte ‘autonomie’ wordt verstaan dat ze zich bewust worden van hun eigen leergedrag en dit zelf leren sturen. Door zelf ontdekkend en probleemoplossend te leren wordt de zelfstandigheid bevorderd. • Kennis wordt bij ons verworven door een onderwijskundige structuur met gedifferentieerde instructies en gedifferentieerde werkvormen. • Opvallende kinderen (lees zwakke en bijzonder goede leerlingen) die worden gesignaleerd door ons leerlingvolgsysteem, krijgen zorg op maat. • Een goed opgezette zorgstructuur waarbij regelmatig (gezamenlijk) vergaderd wordt over vorderingen en ontwikkelingen van elke leerling. Hierbij maken de Haagse Nutsscholen regelmatig gebruik van externe expertise zoals: zorgcommissie, ambulante begeleiding, schoolmaatschappelijk werk, de schoolarts, culturele en sportieve instanties. • De kwalititeitszorg wordt gecoördineerd en geïnitieerd door een intern begeleider (IB) en uitgevoerd door een remedial teacher (RT) en de leerkrachten.
• Het ontwikkelen van de taal-,reken-,lees-, en schrijfvaardigheden vinden wij belangrijk, evenals kennisverwerking, waarbij o.a. gebruik wordt gemaakt van de moderne ICT-middelen. Ook verschillende thema’s zoals internationalisering (Europa, vreemde talen), cultuur en maatschappij (vreedzame school, actiefburgerschap) krijgen op onze scholen extra aandacht binnen de reguliere onderwijstijd. • Wij maken alleen gebruik van deskundige en bevoegde leerkrachten die zich blijven scholen en ontwikkelen en waarbij de leerkracht zijn gedrag afstemt op de basisbehoeften, zowel didactisch als organisatorisch. • De Haagse Nutsscholen maken gebruik van vakleerkrachten voor o.a. bewegingsonderwijs en handvaardigheid. Prestatiegericht • Wij streven naar een zo hoog mogelijk resultaat in al zijn facetten voor ieder individueel kind, waarbij de leerstofkeuze aansluit bij de door het ministerie verlangde kerndoelen en de CITO-domeinen. • Wij leggen de lat hoog en wij verwachten zowel van kinderen als van ouders, als leerkrachten maximale inzet en samenwerking. U kunt hierbij denken aan: huiswerk, Cito-toetsen in alle groepen, proefwerken, spreekbeurten, mapwerk en specifieke begeleiding of verdieping waar nodig. • Het accent van ons onderwijs ligt op de basisvaardigheden rekenen, taal en lezen in een positief pedagogisch klimaat, aangevuld met verschillende thema’s, die extra aandacht genieten binnen de reguliere onderwijstijd. • Wij hebben hoge verwachtingen van kinderen en streven naar doorstroming naar de hoogst beschikbare vorm van het voortgezet onderwijs. • De Haagse Nutsscholen maken gebruik van het CITO leerlingvolgsysteem om in groep 8 het eindniveau van de leerling vast te stellen. Het Nut leidt op tot een sociaal maatschappelijke wereldburger (sociaal emotionele ontwikkeling) • Wij streven ernaar dat de leerlingen “lekker in hun vel” zitten en dat zij de sociale vaardigheden ontwikkelen om zich in onze maatschappij te kunnen handhaven en ontplooien. Wij maken gebruik van hiervoor
speciaal ontwikkelde methodes. • Respect hebben voor elkaar en het overbrengen van normen en waarden zijn belangrijk in onze dagelijkse lespraktijk (bijv. niet vloeken, luisteren naar elkaar, ruzies uitspreken, niet pesten). • Normen en waarden geven wij mede vorm door het aanreiken van voorbeelden van goed gedrag en een correcte houding door ons personeel. Ook van onze leerlingen zullen wij zulk gedrag verlangen. • Kinderen gedragen zich op een rustige manier in het schoolgebouw, zittend eten, geen hoofddeksels binnen, gewoon lopen in de gangen, zorgvuldig omgaan met schoolmateriaal, e.d.) • Kinderen wordt gevraagd zich te houden aan huishoudelijke regels (goede morgen, een hand geven aan de leerkracht en het groeten van volwassenen, geen sieraden bij de gymles, handen wassen na toiletbezoek en voor het eten, niet eten tijdens de les, e.d.) • Brede vorming, ook op cultureel en sportief gebied. Cultureel door aandacht te besteden aan literatuur en het houden van museum-,theater- en filmbezoek. Sportief en motorisch door gebruik te maken van vakleerkrachten bewegingsonderwijs en het deelnemen aan verschillende sportevenementen. • Stimulerende leeromgeving waarin ruimte is voor de vorming van elke leerling.
1.4 Kwaliteitszorg Nutsschool Laan van Poot werkt met het kwaliteitszorginstrument WMK-po (Werken Met Kwaliteit- primair onderwijs). De kwaliteit van de school wordt gemeten volgens het cyclisch model van plan, do, check, act.
1.5 De veilige school Wij sluiten ons de komende jaren aan op het veiligheidsbeleid zoals dat is geformuleerd binnen de Lucasstichting. 1.5.1 Personeel Alle personeelsleden moeten erop kunnen vertrouwen dat ze nooit alleen hoeven te zijn in een gesprek met agressieve of gewelddadige mensen. Dit is één van de voorwaarden voor een werkelijk veilig schoolklimaat! 1.5.2 Kinderen en ouders Agressie, geweld en seksuele intimidatie ten
Nutsschool Laan van Poot 7
aanzien van kinderen zijn beschreven in ‘Het Pestprotocol’. Aan de omgangsregels voor ouders (die ongewenst gedrag vertonen) is ook aandacht besteed in het plan. In het gedragsprotocol staat eveneens beschreven hoe er op onze school wordt omgegaan met E-mail verkeer tussen ouders onderling en ouders en leerlingen en leerlingen onderling. Het protocol is op school in te zien.
recte collega en/of een directielid. Sociale steun is uiterst belangrijk om stress te voorkomen. Desgewenst kan professionele hulp ingeschakeld worden (bijv. Bureau Slachtofferhulp). 1.5.6 De registratieprocedure Het succes van het registreren van agressie en onveiligheid valt of staat met een goede procedure. Daarom hebben we de volgende afspraken gemaakt: • Het slachtoffer meldt het incident bij de directeur van de school. • Om te voorkomen dat dit door alle consternatie vergeten wordt, is het aan te bevelen dat de directeur van de school hierop toeziet. • Het slachtoffer vult het registratieformulier in. • Het formulier wordt ingeleverd bij de directeur van de school. Deze zorgt voor een afschrift aan het secretariaat van Lucas Onderwijs. Het secretariaat houdt een overzicht bij van alle incidenten. • De directies van de scholen zorgen zelf voor het analyseren en formuleren van preventieve maatregelen.
1.5.3 Melding Bij strafbare feiten dient door directie/bestuur aangifte gedaan te worden bij de politie. Ook in ‘minder ernstige’ gevallen is het verstandig een registratie bij te houden en een en ander te melden aan de directeur. Als het gaat om feiten waarop sancties staan (schorsing, ontzegging van de toegang e.d.) is het noodzakelijk om direct de clusterdirecteur van Lucas Onderwijs in kennis te stellen. De directeur zorgt ervoor dat bij fysiek geweld contact wordt opgenomen met het slachtoffer, i.v.m. een mogelijke behoefte aan ondersteuning.
1.6 Op grond van meldingen kan per school een risico-inventarisatie worden gemaakt, waarna verdere actie mogelijk wordt. We denken hierbij aan overleg met de wijkagent, buurthuis, gemeente e.d., waarbij het uitgangspunt is om de situatie zoveel mogelijk te normaliseren en de veiligheid te bevorderen. Van elke vorm van fysieke agressie of geweld wordt door de directeur melding gemaakt aan de cluster directeur. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het incidentenregistratieformulier. Bovendien wordt een aantekening bewaard in het leerlingendossier. 1.5.4 Aangifte In het geval van agressie of geweld van leerlingen, ouders of personeelsleden gelden de volgende regels: • Er wordt in principe aangifte gedaan bij de politie. • Er wordt onderzocht of de leerling van school verwijderd moet worden en/of de ouder de toegang tot de school ontzegd moet worden. • Materiële schade zal worden verhaald. 1.5.5 Nazorg Voor iedereen die te maken heeft met agressie of geweld is het van belang om, zo snel dit mogelijk is, hierover te kunnen praten met een di-
8 Nutsschool Laan van Poot
Ouderbijdrage Nutsschool Laan van Poot vraagt ieder schooljaar een vrijwillige ouderbijdrage. Deze bijdrage, de Laan-van-Poot-bijdrage, zal geheel ten goede komen aan onze eigen school en onze eigen leerlingen. Jaarlijks worden de doelen vastgesteld voor de besteding van de ouderbijdragen en verantwoording afgelegd. In zijn algemeenheid komt de ouderbijdrage ten goede aan zaken die niet volledig in de rijksvergoeding zitten. Deze activiteiten en investeringen zullen op onze school plaatsvinden. Natuurlijk beseffen wij als school heel goed dat de vrijwillige ouderbijdrage een behoorlijk bedrag voor u kan zijn, echter zoals hiervoor reeds aangegeven, wordt deze ouderbijdrage gebruikt om extra’s voor uw kind te realiseren. We gaan ervan uit dat u deze bijdrage voldoet. Als het betalen van de ouderbijdrage een financieel probleem oplevert, kan via een vertrouwelijk gesprek met de directeur van de school een aangepaste regeling getroffen worden. De ouderbijdrage is inkomensafhankelijk en is gebaseerd op het bruto gezinsinkomen.
De ouderbijdrage voor het schooljaar 20122013 bedraagt: Bruto gezinsinkomen tot € 28.176 van € 28.176 tot € 71.315 boven € 71.315
Ouderbijdrage € 230,00 € 305,00 € 380,00
De ouderbijdrage wordt dit jaar door de school van uw kind bij voorkeur per automatische incasso geïnd, zo nodig in twee termijnen. Voor alle bijdragen geldt dat voor tweede en volgende kinderen automatisch een korting van € 90,00 (per kind) wordt gegeven. Indien uw kind een deel van het schooljaar een Nutsschool bezoekt, dan betaalt u slechts voor dat deel. Er wordt uitgegaan van 10 schoolmaanden, juli en augustus worden niet meegeteld. Voorbeeld: Uw kind bezoekt de school vanaf: augustus/september: oktober: november: december:
volledige betaling 9/10 deel 8/10 deel 7/10 deel etc.
Ieder schooljaar ontvangt u een brief van onze school over de geïndexeerde ouderbijdrage met een in te vullen verklaring dat u instemt met de ouderbijdrage. De ouders worden jaarlijks geïnformeerd over de besteding van de ouderbijdrage.
• Bijdrage schoolevenementen: Sinterklaasfeest, de kerstviering, Sportdag, enz. (€ 10,00 per leerling per jaar) • Overblijven (zie paragraaf 6.5.3). • Schoolgruit: twee keer per week groente/ fruit (€ 20,-) • Schoolzwemmen groep 5: dit is voor het vervoer (€ 22,-)
1.8 Schoolverzekering voor leerlingen 1.8.1 Aansprakelijkheidsverzekering Voor de afdekking van de aansprakelijkheid hebben de Nutsscholen een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Het maximaal verzekerde bedrag bedraagt € 1.135.000,00. Deze verzekering geeft uitsluitend dekking voor schadegevallen, waarbij de school daadwerkelijk aansprakelijk is. Schade aan kleding, schoeisel, brillen, tassen e.d. valt niet onder deze verzekering. De school (openbare ruimte) draagt niet de verantwoording voor het zoekraken (of stelen) van eigendommen. In uw eigen belang, verzoeken wij u te controleren of u in het bezit bent van een particuliere WA-verzekering voor het gehele gezin. Het mag niet zo zijn, dat een kind, dat schade veroorzaakt, aan wie of waar dan ook, niet terug kan vallen op een verzekering.
De ouders betalen de schoolse bijdrage voor diensten die geleverd worden. In het begin van het schooljaar vullen de ouders een formulier in waarop ze aankruisen aan welke activiteiten het kind mee zal doen.
1.8.2 Ongevallenverzekering Voor alle leerlingen is collectief een ongevallenverzekering afgesloten. Hieronder volgt een overzicht van de verzekerde bedragen en dekkingen: • Bij overlijden € 5.000,00 • Bij blijvende invaliditeit € 50.000,00 • Dokterskosten tot maximaal € 2.500,00 • Tandartskosten maximaal € 2.500,00
Voor de volgende activiteiten wordt een financiële bijdrage gevraagd: • Schoolreis groep 1 tot en met 7; afhankelijk van de bestemming bedraagt dit tussen de 25 en 30 euro. • Werkweek groep 8. Hiervoor betalen de ouders een kostendekkende bijdrage. Naast een betaling in één keer kan ook in twee termijnen worden betaald. Ook kan door middel van een door school bijgehouden spaarsysteem het bedrag worden voldaan.
Genoemde verzekering is door de stichting Haagse Nutsscholen afgesloten. Deze verzekering dekt het ongevallenrisico: • Tijdens de heen- en terugweg en gedurende het verblijf in de schoolgebouwen, respectievelijk op de daarbij behorende terreinen en wel vanaf 1 uur voor de aanvang van de schooltijd tot 1 uur na het verlaten van de school. • Tijdens klassikaal zwemonderricht en voorts bij museumbezoek en tijdens muziek- en
1.7 Schoolse bijdrage
Nutsschool Laan van Poot 9
toneelvoorstellingen onder toezicht van schoolbegeleiders. • Gedurende excursies en schoolreizen binnen en buiten Nederland onder toezicht van schoolbegeleiders. Met betrekking tot de dokters- en tandartskosten is de ongevallenverzekering een polis met secundaire dekking. Dat wil zeggen dat de polis pas uitkeert indien de kosten op de polis van de ouders zelf niet zijn gedekt, dan wel dat deze polis een eigen risico kent. De kosten op de collectieve ongevallenverzekering worden vergoed tot maximaal de vermelde verzekerde bedragen. Voor eventuele verschillen tussen de uitgekeerde bedragen en werkelijke kosten kan de school uitsluitend aansprakelijk gesteld worden, indien de school daadwerkelijk met betrekking tot het schadegeval aansprakelijk is. Verdere informatie omtrent de verzekeringen kunt u verkrijgen bij de firma Goemans, makelaars in Assurantiën B.V., Laan van Meerdervoort 783, tel. (070) 325 04 00.
1.9
Leerplicht Kinderen worden leerplichtig op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin zij vijf jaar zijn geworden. De regels voor extra verlof zijn door de wetswijzigingen aangepast. De leerlingen worden in drie groepen ingedeeld, waarbij voor elke groep een aparte regeling geldt. 1.9.1 Leerlingen tot 5 jaar Deze kinderen zijn niet verplicht de school te bezoeken. Ouders dienen hun kind wel af te melden als zij niet op school komen. 1.9.2 Leerlingen van 5 jaar Deze leerlingen mogen op initiatief van de ouders gedurende maximaal vijf uren per week de school verzuimen. De directie dient hiervan in kennis te worden gesteld. Daarnaast mag de directie indien de ouders daarom verzoeken nogmaals vijf uren per week verlof geven. 1.9.3 Leerlingen vanaf 6 jaar Deze leerlingen zijn volledig leerplichtig.
10 Nutsschool Laan van Poot
1.9.4 Verplichte onderwijstijd Nutsschool Laan van Poot voldoet aan de in de wet gestelde eisen ten aanzien van de verplichte onderwijstijd en biedt leerlingen over 8 jaar meer dan een minimum aantal lesuren aan van 7520 uur. Dit is meer dan het minimum gemiddelde van 940 uur per schooljaar.
1.10 Verlofregeling Verlof mag uitsluitend worden gegeven, indien er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. Op grond van deze regels, waarvan de handhaving door de leerplichtambtenaar kan worden gecontroleerd, moet ongeoorloofd verzuim door de school worden gemeld. Denkt u in aanmerking te komen voor verlof wegens uitzonderlijke omstandigheden, dan moet u het formulier “verzoek om vrijstelling schoolbezoek” invullen (bij voorkeur vier weken voor het gevraagde verlof). De omstandigheden waaronder verlof mag worden gegeven, zijn de volgende: • Wanneer het vanwege de “specifieke aard van het beroep” van een ouder niet mogelijk is om tijdens de schoolvakanties met vakantie te gaan, is het mogelijk voor ten hoogste 10 schooldagen verlof aan te vragen. Dit kan alleen als u kunt aantonen dat u in geen enkele schoolvakantie weg kunt gaan. • Er moet een verklaring van de werkgever worden ingeleverd. De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen! • Wanneer er sprake is van “gewichtige omstandigheden”. Hierbij moet gedacht worden aan: verhuizing, huwelijken in de naaste familie, overlijden van familie, huwelijksjubilea. Geen redenen voor verlof zijn onder andere: familiebezoek in het buitenland; • vakantie in goedkope periode; • ontbreken van andere boekingsmogelijkheden; • uitnodigingen van familie of vrienden; • eerder vertrek of latere terugkeer in verband met verkeersdrukte; • deelname aan culturele of sportieve evenementen buiten het Nuts schoolverband,uitzondering hierop zijn de leerlingen die op topsportniveau hun sport beoefenen.
1.11 Sponsoring Het Ministerie van Onderwijs heeft samen met zestien organisaties een convenant gesloten, waarin afspraken voor sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant is niet bedoeld om sponsoring te bevorderen of te bestrijden. Het bevat gedragsregels die scholen als richtlijnen kunnen gebruiken bij hun sponsorbeleid. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten verstrekt aan school in ruil voor een tegenprestatie. Zonder tegenprestatie is er geen sprake van sponsoring, maar van een schenking. Onze school heeft zelf ook een beleidsplan sponsoring opgesteld met onderstaande gedragsregels.
1.11.1 Gedragsregels • Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. • Sponsoring mag niet in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die een school aan het onderwijs stelt. • Sponsoring mag de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs niet beïnvloeden. • Sponsoring mag geen aantasting betekenen van de objectiviteit en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen. • Sponsoring mag geen schade berokkenen aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen.
Nutsschool Laan van Poot 11
2
De school
2.1 Situering van de school Onze school is gelegen in de Vogelwijk, dat valt onder het stadsdeel Segbroek. De school staat aan de Laan van Poot, een veel bereden straat. Op loopafstand bevinden zich de sportvelden, duinen en strand. Veel kinderen van onze school komen uit de Vogelwijk en omliggende wijken.
2.2 Schoolgrootte De schoolgrootte varieert van ongeveer 240 leerlingen in het begin van het schooljaar tot circa 265 leerlingen aan het eind van het schooljaar. Deze groei wordt mede veroorzaakt doordat kinderen, zodra zij vier jaar zijn geworden, naar school mogen. De leerlingen zijn verdeeld over 10 groepen. Er zijn drie kleutergroepen met daarna de groepen 3 t/m 8. De school heeft geen combinatiegroepen. Bij de start van het schooljaar beginnen de groepen 1A en 1B elk met 15 kinderen. Door instroom van nieuwe leerlingen zal het aantal aan het eind van het schooljaar ca. 25 leerlingen zijn. In de groepen 2 t/m 8 wordt gestreefd naar een groepsgrootte van ca. 30. Omstandigheden kunnen er toe aanleiding geven om hiervan af te wijken.
2.3 Speciale voorzieningen in en rond om het gebouw De school heeft 10 lokalen in gebruik als leslokaal. Tevens beschikken we over een lokaal voor handenarbeid en tekenen. Voor de extra hulp aan leerlingen beschikt de remedial teacher over een eigen ruimte met specifiek lesmateriaal. Alle groepen hebben ICT werkplekken voor 4 leerlingen. De kleutergroepen beschikken over een apart speellokaal, dat de functie heeft van gymzaal met aangepast materiaal. De oudste kleuters en de leerlingen van de groepen 3 tot en met 8 maken gebruik van de gymzaal. Aan de gymzaal zijn twee kleedkamers en twee doucheruimtes verbonden. De school beschikt over een ruime kelder. De kelderruimte wordt onder andere gebruikt als fietsenstalling (zie paragraaf 8.19.1).
12 Nutsschool Laan van Poot
2.3.1 Peuterspeelzaal In ons gebouw bevindt zich ook peuterspeelzaal “De 2kaketoes”. Hoewel veel peuters doorstromen naar onze school, maakt “De 2kaketoes” organisatorisch geen onderdeel uit van onze school. Voor vragen over plaatsing en dergelijke dient contact te worden opgenomen met één van de leidsters . De peuterspeelzaal valt onder de organisatie voor buitenschoolse opvang “2Samen”. 2.3.2 Voor-, tussen- en naschoolse kinderopvang Voor buitenschoolse opvang (bso) kunt u terecht bij: De 2Kaketoes van kinderopvang 2Samen Zij zijn gehuisvest in ons schoolgebouw en de kinderen worden van school opgehaald door medewerkers van 2Samen. Voor meer informatie kunt u terecht bij: www.2samen.nl,
[email protected], 070 – 3385500 (hoofdkantoor van 2Samen) De blauwe boxer van kinderopvang Skon Zij zijn gehuisvest in het clubgebouw van HAAG Atletiek. Voor meer informatie kunt u terecht bij: www.skon.nl, 070 – 3279607 (Bianca van der Meer, manager van de blauwe boxer) Reuzenperzik van kinderopvang Triodus Zij zijn gehuisvest aan de Laan van Poot 353 en 353A (sportkantine van handbalvereniging Hellas). Voor meer informatie kunt u terecht bij: www.triodus.nl,
[email protected], 070 - 3120010 (hoofdkantoor van Triodus)
2.4 De opvang en plaatsing van nieuwe leerlingen op de school 2.4.1 Aanmeldingsprocedure Indien ouders overwegen hun kind op onze school te plaatsen, dan kunnen zij zich aanmelden voor één van de informatiebijeenkomsten met daaraan gekoppeld een rondleiding. Tijdens deze bijeenkomsten wordt uitleg gegeven over onze identiteit en onze werkwijze. Ouders krijgen tevens de gelegenheid vragen te stellen. Na het informatieve gedeelte is het mogelijk de school te bekijken en de sfeer te proeven. Ouders vullen een aanmeldingsformulier in op het
moment dat zij graag hun kind bij ons op school willen plaatsen. Indien de ouders definitief besluiten hun kind op onze school te plaatsen, nadat gebleken is dat er plaats is, dienen zij een inschrijfformulier in te vullen en te ondertekenen. Indien de antwoorden op het inschrijfformulier daartoe aanleiding geven, kunnen de ouders worden uitgenodigd voor een gesprek. Wanneer een groep vol zit, kunnen we helaas niet direct tot plaatsing overgaan. Wel bestaat dan de mogelijkheid om op een reservelijst geplaatst te worden. Kinderen die op de reservelijst staan en een broertje of zusje hebben die de school reeds bezoekt, hebben voorrang mits tijdig ingeschreven. Ouders van kinderen die op de reservelijst staan worden aan het begin van een nieuw kalenderjaar aangeschreven omtrent het aanhouden van een plaats op de reservelijst. Indien ouders niet binnen twee weken na ontvangst op de brief reageren wordt het kind van de reservelijst verwijderd. Tot het derde levensjaar worden er geen toezeggingen gedaan over definitieve plaatsing van nieuwe leerlingen die nog geen broertje of zusje op onze school hebben. Kinderen die in één van de twee instroom -kleutergroepen worden geplaatst, ontvangen ongeveer een maand voor de definitieve plaatsing een welkomstkaartje, waarop vermeld staat op welke dag het kind op school verwacht wordt, in welke groep en bij welke leerkracht het kind is geplaatst. Het is de bedoeling dat nieuwe leerlingen voldoende aandacht krijgen van de groepsleerkracht. Mocht het gebeuren dat meerdere leerlingen tegelijkertijd in de groep komen, dan besluiten we in het belang van de kinderen de instroom over meerdere dagen te spreiden. Voor leerlingen die van een andere basisschool komen, geldt dat een toelatingsonderzoek wordt gedaan en dat een proefplaatsing van twee dagen wordt geregeld, alvorens te besluiten tot definitieve plaatsing. Bij verandering van basisschool ontvangen wij tevens een onderwijskundig rapport (zie ook paragraaf 5.6.3) van de school van herkomst.
Een aanvulling op de procedure kan zijn dat contact wordt gezocht met de betreffende school. 2.4.2 Procedure in- en uitschrijving Inschrijving Wij adviseren niet te lang te wachten met het aanmelden van uw kind, aangezien het aantal leerlingen per groep aan een maximum is gebonden. Net zo belangrijk als de inschrijving is de uitschrijving van een leerling. Indien ouders gaan verhuizen of hun kind om een andere reden van school nemen, wil de directie daarvan graag zo vroeg mogelijk in kennis worden gesteld. Neem bij het informeren van de directie in elk geval de volgende gegevens mee: • het nieuwe adres en telefoonnummer; • het nieuwe schooladres. Wij zorgen ervoor dat de nieuwe school alle gegevens ontvangt, die nodig zijn om uw kind goed te ontvangen. Wij zijn verplicht een onderwijskundig rapport over uw kind aan de nieuwe school te doen toekomen. De ouders ontvangen een afschrift van dit rapport. Bovendien informeren wij de gemeente dat uw kind van school is veranderd.
2.5 Regels voor schorsing en verwijdering Er zijn regels omtrent schorsing en verwijdering, zodat we op deze regels kunnen terugvallen als zich onverhoopt een ernstig probleem voordoet. Deze regels zijn: • Indien een leerling een ernstige verstoring vormt voor de rust en veiligheid van andere leerlingen en/of personeel kan tot schorsing worden overgegaan. • Het bevoegd gezag (bestuur) kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. • Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders of verzorgers van de betrokkene bekend gemaakt. • De beslissing bij verwijdering ligt bij het bevoegd gezag. Definitieve verwijdering vindt niet eerder plaats dan nadat de verwijderende school een andere school heeft gevonden, die bereid is de leerling toe te laten. Indien aantoonbaar gedurende
Nutsschool Laan van Poot 13
8 weken zonder succes is gezocht naar een zodanige school waarnaar kan worden verwezen, kan in afwijking van het voorgaande tot definitieve verwijdering worden overgegaan.
2.6 Regels en afspraken in de school • Leerlingen gaan op een prettige wijze met elkaar om. Zij vermijden alle handelingen die voor andere leerlingen als onplezierig of bedreigend ervaren kunnen worden. • Leerlingen respecteren elkaars eigendommen. • Iedere leerling doet mee aan alle vakken die op het lesrooster staan. Indien u van mening bent, dat er redenen zijn om hiervan af te wijken (bijvoorbeeld medisch), dan dient u hierover contact op te nemen met de directie of groepsleerkracht. • Leerlingen mogen nooit worden weggehouden van de lessen van vakleerkrachten. • Indien leerlingen niet meegaan naar zwemlessen, zorgt de leerkracht van groep 5 ervoor dat deze leerlingen in een andere groep worden ondergebracht. • Leerlingen mogen alleen nablijven voor extra hulp of om klassendienst te verrichten (tot uiterlijk 15:15 uur) nadat de ouders hierover zijn ingelicht . • Leerlingen laten hun tassen op de gang aan hun kapstok, hun eten en drinken plaatsen zij in de daarvoor bestemde voorziening. • Het meenemen of meegeven van geld, kostbaar speelgoed, mobiele telefoontjes, etc. wordt sterk afgeraden. De school draagt geen verantwoordelijkheid voor beschadiging of kwijtraken van deze spullen. • Jarige leerlingen gaan zoveel mogelijk omstreeks 10:00 uur de klassen rond. Zij mogen 2 vriend(innet)jes meenemen. Leerlingen in andere groepen trakteren is niet toegestaan. • Kleuters hebben op de trap altijd voorrang. Naar boven gaan gaat op de trappen altijd voor! • Leerlingen zijn onder schooltijd op de gangen zo stil mogelijk. • Leerlingen lopen rustig op de gangen en zij blijven van het tentoongestelde materiaal af. • Fietsen op het schoolplein is niet toegestaan; zij wandelen met de fiets op het schoolplein en maken gebruik van de fietsen in- en uitgang.
14 Nutsschool Laan van Poot
2.7 Schooltijden In verband met het ordelijk verlopen van de aanvang en het einde van de schooldag, zijn de start- en eindtijden voor alle groepen gelijk. 2.7.1 Groepen 1 t/m 3 De kleuters kunnen vanaf 8:20 uur door hun ouders in het lokaal gebracht worden. Het is de bedoeling dat het afscheid kort wordt gehouden en dat ouders het lokaal daarna verlaten. De kleuters worden ook weer bij hun lokaal opgehaald. Ouders en kleuters verlaten dan de school zo snel en rustig mogelijk in verband met de veiligheid (ontruiming) en de lessen in de andere groepen. Het wachten op broertjes en/of zusjes uit hogere groepen gebeurt buiten de school om bovengenoemde redenen. De ouders van groep 3 mogen tot de herfstvakantie mee naar boven om hun kind naar het lokaal te brengen. Zij gaan niet mee het lokaal in, maar nemen op de gang afscheid. De ouders wachten na school buiten op hun kind. 2.7.2 Groepen 4 tot en met 8 De leerlingen van de groepen 4 tot en met 8 gaan zelf naar hun lokaal. De ouders nemen buiten afscheid. Na schooltijd wachten de ouders buiten op hun kind. Om veiligheidsredenen (ontruiming van de school) is het ouders niet toegestaan in de hal van de school te wachten op kinderen uit de bovenbouw na het ophalen van hun kinderen uit de onder- of middenbouw. Deze ouders dienen buiten te wachten.
2.8 Vakanties en vrije dagen Zie informatieboekje op de website www.nutsschool.nl.
2.9 Absentie Indien een leerling ziek is of om een andere reden niet op school kan zijn (bezoek aan tandarts, dokter etc.), moet dit op de eerste dag van de absentie telefonisch aan de school worden gemeld. In elk geval vóór aanvang van de school (08:30 uur of 13:00 uur). Indien er sprake is van een besmettelijke ziekte moet de directie of groepsleerkracht hiervan in kennis gesteld worden. Indien leerlingen na een absentie weer naar school gaan, moet dit om veiligheidsredenen altijd aan de school worden gemeld. Ook dit dient voor schooltijd telefo-
nisch te gebeuren. Dit geldt niet als ouders de leerling zelf naar school brengen. Ouders wordt dringend verzocht bezoeken aan artsen, tandartsen, orthodontisten, etc. buiten schooltijd te laten plaatsvinden, tenzij het absoluut niet Groepen 1 t/m 8
Begin schooldag Lunchpauze Begin middaglessen Einde schooldag
Maandag
12:00 uur 13:00 uur 15:00 uur
anders kan. Wij willen hiermee voorkomen dat uw kind leerstof en/of toetsen mist. Het inhalen hiervan vergt veel tijd en energie van zowel uw kind als van de leerkracht.
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
08:30uur 12:00 uur 13:00 uur 15:00 uur
08:30 uur
08:30 12:00 13:00 15:00
n.v.t. 12.15 uur
uur uur uur uur
Vrijdag
08:30 12:00 13:00 15:00
uur uur uur uur
Nutsschool Nutsschool Laan Zorgvliet van Poot 15
3
Waar de school voor staat
3.1 Uitgangspunten en prioriteiten 3.1.1 Uitgangspunten De school is in de eerste plaats een instituut om kennis over te dragen en om te “leren leren”. Onze school wil een leefgemeenschap zijn waar kinderen niet alleen kennis vergaren, maar waar ze ook een houding van zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag kunnen ontwikkelen. We willen de kinderen leren samen te werken en een eigen verantwoordelijkheid te ontwikkelen, zodat zij zich kunnen ontplooien samen met de andere kinderen, begeleid door vertrouwde leerkrachten in een gestructureerde, veilige en kwalitatief goede leeromgeving. Onze school wil tevens een leefgemeenschap zijn, waar ook kinderen met specifieke zorg omtrent leren en gedrag worden opgevangen, voor zover de mogelijkheden dat toelaten. 3.1.2 Prioriteiten De opvoeding van het kind is de verantwoordelijkheid van de ouders van het kind. Hoewel ook aan onderwijs onlosmakelijk enkele opvoedkundige aspecten zijn verbonden, mag dit ons inziens niet ten koste gaan van de kerntaak: kennisoverdracht en leren leren (basisvaardigheden: lezen, rekenen en taal ontwikkelen). De leerprestaties worden in onze school regelmatig en systematisch geëvalueerd door middel van ons leerlingvolgsysteem, waarvan de coördinatie in handen is van de interne begeleider (IB). Waar nodig wordt extra hulp ingezet van de remedial teacher (RT). Deze hulp verloopt volgens een door de remedial teacher/intern begeleider opgesteld plan en wordt regelmatig geëvalueerd.
3.2 Het pedagogische klimaat van de school De sfeer op school vinden we erg belangrijk. Daarom streven wij naar een kindvriendelijk en veilig klimaat met orde, structuur en regelmaat. Veiligheid is van belang, omdat een kind zich pas kan ontwikkelen als het zich veilig voelt. De orde, structuur en regelmaat geven het kind vervolgens de kans zich te ontplooien. Op basis van wederzijds respect streven wij naar een goede relatie tussen leerkrachten en kinderen én tussen de kinderen onderling. In dit kader
16 Nutsschool Laan van Poot
is de rol van de ouders van groot belang. Een goed contact tussen school en ouders draagt bij tot de sfeer, die wij zo belangrijk vinden. De waarden en normen waarvan wij uitgaan zijn: • Acceptatie van verschillen tussen mensen. Er is respect voor de ander als medemens en voor diens mening. • Met elkaar omgaan betekent verantwoordelijkheid nemen voor elkaar. De leerkrachten nemen verantwoordelijkheid voor een goede omgang met de collega’s, ouders en met de aan hun zorg toevertrouwde leerlingen. De leerlingen worden gestuurd in het nemen van verantwoordelijkheid voor een goede omgang met elkaar, met de ouders en met de leerkrachten. • Een goed sociaal gedrag bevorderen wij door respect uit te stralen ten aanzien van elkaar, het gezamenlijk zoeken naar oplossingen bij eventuele problemen en het gezamenlijk opstellen van richtlijnen voor gewenst gedrag. De alle groepen van de school worden zeer regelmatig lessen gegeven uit het programma ‘De Vreedzame School’. • Er wordt veel aandacht geschonken aan het opbouwen van een saamhorigheidsgevoel in de groepen en in de school. De leerkrachten stellen zich in beginsel vriendelijk, positief en met humor op richting leerlingen. 3.2.1 Pesten Kinderen die gepest worden hebben het moeilijk. Ze moeten constant op hun hoede zijn. Vaak schamen ze zich ervoor en vertellen er thuis niets over. De pester heeft minder last. Dat komt later, als hij of zij is opgegroeid en tot de ontdekking komt dat niemand hem of haar echt aardig vindt. Pesten is gedrag dat uiteindelijk alleen maar verliezers oplevert. Om pestgedrag te voorkomen werken we met de methode ‘De Vreedzame School’. Daarnaast proberen we ‘pestgedrag’ snel te signaleren en aan te pakken. Regels en afspraken worden met de leerlingen doorgesproken. Dit zijn onze afspraken: • geef elkaar de ruimte • spreek netjes en aardig over elkaar • zorg dat iedereen van de groep erbij hoort • het is leuk dat we allemaal een beetje anders zijn
• noem elkaar bij de naam • doe niets bij een ander kind wat je zelf ook niet leuk vindt • blijf van de spullen van anderen af • ga aardig met elkaar om • hulp vragen bij problemen is SLIM • zie je pesterijen of ander gevaar? Vertel het de juf of de meester • luisteren, praten en proberen een ander te begrijpen, dat is héél belangrijk! Van de ouders verwachten wij dat ze het ons laten weten als hun kind of een ander kind gepest wordt. Is de pester bekend, dan wordt zijn of haar gedrag besproken met de pester zelf, met de groep waarin de pester zit en zonodig met de ouders. Ook met kinderen die gepest worden moeten gesprekken worden gehouden. Soms lokken kinderen onbewust pestgedrag uit en zo blijven ze altijd de zondebok. Ons streven is voor ieder kind een fijne schooltijd op een school zonder pestkoppen en zondebokken. Wij verwachten van ouders dat zij ons informeren zodra er zaken zich afspelen op msn die consequenties kunnen hebben voor de situatie en het functioneren van een kind op school. 3.2.2 Burgerschapsvorming Sinds 1 januari 2006 is burgerschapsvorming officieel opgenomen in de wet: “Het onderwijs is mede gericht op de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie”. Er zijn vele documenten waarin het begrip burgerschapsvorming gehanteerd wordt, zonder dat er eenduidigheid ontstaat. De overheid schrijft bewust voor: “Het is aan de school om te bepalen hoe zij hier mee om gaat”. Heel nadrukkelijk vermeldt de Memorie van Toelichting dat “de brede maatschappelijke opdracht aan de school niet door de rijksoverheid kan worden ingevuld. Elke school is weer anders en dat heeft te maken met regionale verschillen en verschillen tussen leerlingen en ouders in een bepaalde buurt”. Er is een model leerplankader ontworpen vanuit drie domeinen: democratie, participatie en identiteit. Nadrukkelijk wordt gesteld dat het beslist niet de bedoeling is een nieuw vak(gebied) te introduceren. Het gaat er juist om de school zelf een actieve omgeving te laten zijn waarin actief
burgerschap en sociale integratie daadwerkelijk vorm gegeven worden door middel van actieve participatie van kinderen in een democratische organisatie. Begrippen die hierbij worden gebruikt zijn sociale competentie, waarden, normen en burgerschap. Sociale competentie is het vermogen om adequaat te handelen in sociale situaties. Met adequaat handelen bedoelen we dat iemand zowel rekening houdt met zijn eigen belangen als met die van een ander, gelet op de waarden en normen die in een samenleving of sociale groep gelden. Om sociaal te kunnen functioneren, heeft iemand kennis, vaardigheden en een bepaalde houding nodig. Iemand moet weten wat sociaal competent gedrag is in een bepaalde situatie; hij moet over vaardigheden beschikken om die kennis toe te kunnen passen en hij moet dat ook daadwerkelijk willen doen. Door te reflecteren op zijn eigen handelen en op het handelen van een ander, krijgt iemand inzicht in zichzelf en in sociale situaties. Een waarde is iets dat we belangrijk vinden om na te streven en dat daardoor richting geeft aan ons handelen. Waarden geven richting aan het handelen, omdat zij ons ondersteunen als we beslissingen nemen of als we keuzes maken. We doen iets omdat we het belangrijk vinden dat we het doen. Iedereen heeft zijn eigen waarden. Daarnaast kent een samenleving of een sociale groep een aantal gemeenschappelijke waarden die bijna iedereen belangrijk vindt. Deze gemeenschappelijke waarden zijn een voorwaarde voor de saamhorigheid in een samenleving. Normen zijn afspraken en regels voor gedrag die grenzen aangeven. Normen komen voort uit waarden, uit dingen die we belangrijk vinden. Normen vertellen wat mag en niet mag en geven daarmee grenzen aan. Dat heeft tot gevolg dat we verwachtingen hebben over het gedrag van andere mensen. We verwachten dat mensen zich aan afspraken en regels houden. Burgerschap is het vermogen adequaat te handelen in een samenleving. Bij burgerschap heeft iemand het vermogen om bij te dragen aan de samenleving of aan sociale groepen. Dit doet hij door in verschillende situaties niet alleen zijn eigen belang en waarden, maar ook
Nutsschool Laan van Poot 17
een algemener belang en algemene waarden na te streven. Burgerschap is dus eigenlijk sociaal competent gedrag in de samenleving. Het gaat om verantwoordelijkheid willen nemen. Er wordt gewerkt met de methode ‘De Vreedzame School’.
18 Nutsschool Laan van Poot
4
De organisatie van het onderwijs
4.1 De organisatie van de school 4.1.1 De schoolorganisatie Met de invoering van de Basisschool in 1985 verdwenen de afzonderlijke kleuterscholen en de lagere school met 6 klassen. Beide scholen werden samengevoegd tot de basisschool met acht leerjaren voor kinderen vanaf vier jaar. Onze school hanteert vanaf groep 2 een leerstofjaargroepensysteem. Hiermee bedoelen we dat de leerstof verdeeld is over de leerjaren. Jaarlijks gaan de kinderen naar een volgende groep om een nieuw deel van de stof te doorlopen. Wij kennen geen combinatiegroepen. Om organisatorische redenen maken we onderscheid in onder-, midden- en bovenbouw. 4.1.2 Groepering Onderbouw De onderbouw bestaat uit de kleutergroepen 1A, 1B en 2. Om een evenwichtig aantal kinderen in elke kleutergroep te hebben, werken wij met instroomgroepen. Groep 2 vormt de voorbereidingsgroep naar groep 3. Het onderwijs in de kleutergroepen richt zich op een harmonieuze ontwikkeling. De totale ontwikkeling van het kind (cognitief, sociaal, emotioneel en zintuiglijk) staat voorop. Middenbouw De kinderen in groep 3 beginnen met aanvankelijk lezen, schrijven (taalvorming) en rekenen. In groep 3 en 4 is de onderwijsvorm meer klassikaal en minder speels. Deze lijn zet zich voort in de hogere groepen. Binnen de klassikale onderwijssetting is er aandacht voor de individuele leerling en wordt de aanpak daarop afgestemd. Dat heet gedifferentieerd onderwijs. Daaraan wordt ook aandacht besteed tijdens de momenten van zelfstandig werken. Voor de meer begaafde leerlingen wordt extra lesmateriaal en een aanvullende aanpak ingezet. Bovenbouw De bovenbouw bestaat uit de groepen 5, 6, 7 en 8. In deze groepen worden de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en kennis der natuur
(de wereldoriënterende vakken) systematisch aangeboden. Het begrip huiswerk wordt in groep 6 geïntroduceerd. In groep 8 worden de leerlingen voorbereid op het voortgezet onderwijs. Tevens wordt in groep 7 en 8 de mogelijkheid geboden om facultatief Franse les te volgen. Deze lessen worden na schooltijd gegeven.
4.2 Taak- en functieverdeling personeel Momenteel zijn er 18 mensen werkzaam op de Nutsschool Laan van Poot. De meeste personeelsleden hebben een zeer ruime ervaring in het onderwijs. Naast de wettelijk verplichte bevoegdheden hebben de bij het onderwijs betrokken personeelsleden een brede kennis op het gebied van de ontwikkeling en begeleiding van kinderen met specifieke behoeften. Door deze brede kennis hebben een aantal personeelsleden naast hun kerntaak, als bijvoorbeeld groepsleerkracht, ook een taak in de onderwijs ondersteunende sfeer (interne begeleider, remedial teacher, etc.). Naast de lesgebonden taken hebben de leerkrachten ook niet lesgebonden taken zoals bouwcoördinator, (G) MR-lid, bedrijfshulpverlener etc. Globaal worden de personeelsleden in vijf functiegroepen ingedeeld. Hieronder zijn de vijf functiegroepen beschreven en wie deze functie(s) bezet. 4.2.1 Directie De directeur is eindverantwoordelijke van de school en rapporteert aan de clusterdirecteur van de Lucasstichting (dhr. Peter van der Niet). 4.2.2 Leerkracht De meeste personeelsleden zijn (groeps) leerkracht. De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor het primaire proces: lesgeven. Naast de lesgevende taak zijn zij voor de ouders het eerste aanspreekpunt. De (groeps)leerkrachten rapporteren aan de ouders de voortgang van het leer- en ontwikkelingsproces van het kind. Zij signaleren ook afwijkingen in het leerproces en rapporteren dit aan de ouders en de interne begeleider. De groepsbezetting staat vermeld in het informatieboekje.
Nutsschool Laan van Poot 19
4.2.3 Vakleerkracht Een vakleerkracht is verantwoordelijk voor het verzorgen van de lessen voor een specifiek vak. Op Nutsschool Laan van Poot zijn er vakleerkrachten voor gymnastiek en handvaardigheid. 4.2.4 Leerkrachten met specifieke taken In het kader van de zorg zijn een aantal leerkrachten vrijgemaakt voor onze interne zorgstructuur. Het gaat hierbij om de taken van intern begeleider, remedial teacher, coach en plusklascoördinator 4.2.5 Onderwijs ondersteunend personeel Ter ondersteuning van de directie en het team is op onze school een administratieve kracht aangesteld. 4.2.6 Externe deskundigen Onze school maakt gebruik van externe deskundigen, waaronder: medewerkers van het HCO (Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding), Samenwerkingsverband, Centrum voor Jeugd en Gezin, Schoolmaatschappelijk werk, externe remedial teachers, enz. Iedere donderdagochtend is er een schoolmaatschappelijk werker in de school aanwezig. 4.2.7 Stagiaires Wij hebben een samenwerkingsovereenkomst met de Pabo van de Haagse Hogeschool. Daardoor hebben wij regelmatig studenten en een “leraar in opleiding”. Dit is een bijna afgestudeerde leerkracht die in een groep meedraait en ook regelmatig de groep zal overnemen onder begeleiding van de leerkracht en onze interne coach.
4.3 Nascholing In het kader van professionalisering van de aan onze school verbonden leerkrachten en onderwijs ondersteunend personeel bestaan er diverse na- en bijscholingsmogelijkheden. Zo kan een leerkracht zich specialiseren in één of meerdere aspecten van het onderwijs. In dat geval kan een leerkracht een keuze maken uit het na- en bijscholingsaanbod van verschillende instellingen die hierin zijn gespecialiseerd. Op deze wijze streeft de school professionalisering van de teamleden na, dit met het oog op de kwaliteit van de organisatie en het optimaliseren van hun functioneren.
20 Nutsschool Laan van Poot
4.4
De activiteiten voor de kinderen 4.4.1 Activiteiten in de groepen 1A, 1B en 2 ‘Spel is de meest wezenlijke vorm van bezig zijn van het zich veilig voelende kind in een wereld die nog van alles kan blijken te zijn’. Deze uitspraak van de pedagoog Langeveld geldt in onze ogen nog steeds. De kleuters krijgen veel gelegenheid om te spelen, zowel buiten op het schoolplein als binnen in het lokaal. Bij de vier- en vijfjarigen ligt de nadruk op het spelen en het wennen aan het naar school gaan. De vijf- en zesjarigen spelen ook nog dagelijks, maar worden daarnaast voorbereid op de leer- en vormingsgebieden van groep 3. De kleutergroepen werken en spelen aan de hand van thema’s of onderwerpen die aansluiten bij hun belevingswereld. In deze groepen wordt spelenderwijs gewerkt aan: • Lichamelijke ontwikkeling; • Zintuiglijke ontwikkeling; • Taalontwikkeling; • Muzikale ontwikkeling; • Expressieve ontwikkeling; • Sociaal-emotionele ontwikkeling; • Cognitieve ontwikkeling. 4.4.2 Basisvaardigheden in de groepen 3 tot en met 8 Lezen In de groepen 3 en 4 ligt het accent op de basisvaardigheden lezen, reke¬nen, taal en schrijven. In groep 3 werken we met de vernieuwde methode ‘Veilig Leren Lezen’. Dit is een moderne methode voor aanvankelijk lezen, die gebruikmaakt van moderne inzichten en leermiddelen voor het leesonderwijs. Vanaf groep 4 is het belangrijk dat er voldoende aandacht besteed wordt aan het technisch lezen en aan begrijpend lezen. In de groepen 4 en 5 lezen de kinderen op hun eigen niveau om de vaardigheid van het technisch lezen te verbeteren. In de groepen 5 tot en met 8 wordt veel aandacht besteed aan het studerend lezen: het omgaan met naslagwerken en het leren verkrijgen van kennis en vaardigheden (studievaardigheden). De school besteedt veel aandacht aan het vak lezen, onder andere door middel van het door kinderen houden van boekbesprekingen en het promoten van de Kinderboekenweek.
Rekenen Het rekenonderwijs is nogal veranderd. Vroeger bestond het rekenen vooral uit sommen maken: optel- en aftreksommen, vermenigvuldigingen, staartdelingen en breuken. Al die sommen werden op een bepaalde manier gemaakt. Dit is vervangen door het leren op basis van inzicht. Kinderen verkrijgen dit inzicht onder andere door het oplossen van praktische problemen die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Zo leren ze ook werken met tabellen en grafieken. Wij werken met de realistische rekenmethode ‘Wereld in Getallen’.
een vulpen draagt ertoe bij een goed handschrift te ontwikkelen. In groep 5 krijgen alle kinderen van school een goede vulpen, die bij normaal gebruik jaren mee kan.
Taal Het taalonderwijs was vroeger vooral gericht op het foutloos schrijven. Nog steeds leren we kinderen foutloos schrijven, maar we besteden veel meer dan vroeger aandacht aan het leren spreken en het luisteren naar wat anderen zeggen. We leren leerlingen ook hun eigen mening onder woorden te brengen. Tegenwoordig is het taalonderwijs dus ook op spreken en luisteren gericht. Er worden onder andere presentaties gehouden en kringgesprekken gevoerd. De methode ‘Taal op maat’ is gesplitst in een deel taalvorming en een deel spelling.
Aardrijkskunde Vanaf groep 5 bieden we de kinderen leerstof aan over de eigen omgeving, Nederland, Europa en de werelddelen. De topografie is hierin opgenomen
Engelse Taal Het vak Engels is een verplicht vak op de basisschool voor de groepen 7 en 8. Op onze school wordt Engels gegeven in alle groepen (1 t/m 8). De groepen 1 t/m 8 werken met de methode “Take it easy”. Dit is een methode die via het digitale schoolbord wordt gegeven. De kinderen zien native speakers via het digibord en op deze manier horen ze een perfecte Engelse uitspraak. In iedere les zit een popsong verwerkt. Schrijven Het daadwerkelijke schrijfonderwijs start in groep 3 met aanvankelijke schrijfoefeningen. Als voorbereiding hierop hanteren wij in de ritmieklessen activiteiten waarbij de kinderen aan de hand van muziek spelenderwijs een vlot, vloeiend en veerkrachtig handschrift leren. Het is bewegen op muziek; in de lucht, in de speelzaal; op grote en kleinere schrijfoppervlakken, op bord en papier. De kinderen ontwikkelen vervolgens een methodisch schrift, waarbij de pen- en schrijfhouding van belang zijn. Dit schrift dient als basis voor het latere eigen handschrift. We hanteren in de groepen 3 tot en met 8 de methode ‘Schrijftaal’. Het gebruik van
4.4.3 Wereldoriënterende vakken De vakken aardrijkskunde, geschiedenis en kennis der natuur (waaronder biologie) bieden wij afzonderlijk aan. Daar waar dwarsverbanden gelegd kunnen worden tussen deze vakgebieden onderling, maar ook naar de samenleving, milieu, gezond en zelfredzaam gedrag, zal dit worden gedaan.
Geschiedenis De methode voorziet in een doorgaande lijn voor groep 5 tot en met 8. De methode bevordert de ontwikkeling van het historisch tijdsbesef. Kennis der Natuur Vanaf groep 3 wordt methodisch aandacht besteed aan planten, dieren en de mens. Natuurlijk hebben we het ook over het milieu en de daarmee samenhangende problemen en oplossingen. 4.4.4 Expressievakken Voor het vak handvaardigheid beschikken wij over een vakleerkracht. Vanaf groep 3 krijgen de leerlingen wekelijks handvaardigheidles. 4.4.5 Bewegingsonderwijs Lichamelijke opvoeding Alle kinderen krijgen gymnastiek van een vakleerkracht. De lessen zijn gericht op de totale lichamelijke ontwikkeling. Dit houdt in dat zowel vaardigheid, als sport en spel een belangrijke plaats innemen. Zwemmen De leerlingen van groep 5 hebben elke week zwemles (zie ook paragraaf 4.5.2) in zwembad “de Blinkerd”, dat met de bus wordt bezocht. De begeleiding geschiedt door de groepsleerkracht en een ouder. 4.4.6 Omgaan met computers In of bij iedere klas staan computers. Alle com-
Nutsschool Laan van Poot 21
puters zijn aangesloten op een netwerk en werken onder Windows 7. De school beschikt over een draadloos netwerk. Al vanaf de kleutergroepen leren de kinderen spelenderwijs om te gaan met de computers. In alle groepen wordt de computer o.a. gebruikt ter ondersteuning van de lessen. In het schooljaar 2012-2013 wordt er een nieuw ICT-beleidsplan geschreven. Gestreefd wordt naar een voortdurende vernieuwing van ICT-toepassingen. Overzicht gehanteerde methodes In de wet staat welke vakken de kinderen moeten krijgen en van elk vak zijn kerndoelen aangegeven. We hebben bij de kerndoelen zorgvuldig onze methoden gekozen. In deze methoden staat in ieder geval de verplichte leerstof. De nieuwe methoden bieden ook verdieping en herhaling. Aan het eind van de basisschool hebben in principe alle kinderen de verplichte leerstof gehad. Sommige kinderen hebben moeite met het zich eigen maken van deze verplichte leerstof. U leest in hoofdstuk 4 meer over hoe wij daarmee omgaan. 4.4.7 Nakijken We krijgen soms vragen van ouders over het nakijken van het werk van hun kinderen. Ouders verwachten soms dat alles wat een kind op
papier zet door de leerkracht wordt nagekeken. Dat is echter niet de praktijk. Kinderen kunnen –zeker naarmate ze ouder worden- een flinke hoeveelheid werk per dag produceren. Een deel hiervan gaat over nieuwe stof en een deel is oefening, herhaling en toetsing. Nieuwe stof Zeker als er nieuwe stof wordt aangeboden is het belangrijk dat de leerkracht het werk nakijkt, corrigeert en opnieuw uitlegt. De kinderen worden dan ook specifiek gewezen op de correcties en leren daarvan. Inoefenstof Inoefenstof is stof die eerder is uitgelegd en verder moet worden ingeoefend. Hierbij zal een leerkracht (vanaf groep 4) het nakijken vaker aan de kinderen zelf kunnen overlaten (met bijvoorbeeld nakijkboekjes) en dit steekproefsgewijs controleren. Herhalingsstof Dan is er nog een deel stof die als bekend wordt verondersteld maar nog herhaald wordt met het doel de vaardigheid op peil te houden en het tempo te verhogen. Het is minder belangrijk om dit werk door de leerkracht te laten nakijken. Het kan door kinderen zelf worden gedaan of
De volgende methoden worden op onze school gebruikt: Aanvankelijk lezen Voorbereidend lezen, taal en rekenen gr. 1/2 Voortgezet technisch en begrijpend lezen
Veilig leren lezen Schatkist Bliksem Muiswerk Studievaardigheden Blits Taal Taal op maat Schrijven (groepen 2 t/m 8) Schrijven in de basisschool Rekenen Wereld in Getallen Aardrijkskunde Een wereld van verschil Geschiedenis Bij de tijd Biologie/natuurkunde/techniek Koekeloere Huisje, boompje, beestje Nieuws uit de natuur Schooltuinen Techniektorens Verkeer Klaar over! Examenwijzer/Proefexamens Engels (groepen 1 t/m 8) Take it easy Frans (facultatief) Eventail-junior Sociaal-emotionele ontwikkeling (groepen 1 t/m 8) Vreedzame school
22 Nutsschool Laan van Poot
helemaal worden nagelaten. Gemaakte fouten duiden hierbij niet op slecht begrip. Het is minder interessant om kinderen erop te wijzen dat de 3e som in het vierde rijtje fout is. In verhouding tot de tijd die het nakijken kost leren de kinderen er heel weinig van. Een uur nakijktijd van een leerkracht betekent bij een groep van 30 kinderen een besteding van 2 minuten per kind. Een leerkracht bereikt in dit geval meer leeropbrengst bij de kinderen door dit uur aan iets anders te besteden zoals bijvoorbeeld het voorbereiden van een nieuwe les of het analyseren van fouten in oefenstof. Op deze manier proberen we een zo hoog mogelijk leerrendement te behalen. Regelmatig maken de kinderen toetsen en dictees uit de methode of van het CITO. Deze worden altijd door de leerkracht nagekeken. 4.4.8 Eindresultaten van het onderwijs Belangrijk is het, passend bij de vermogens van de individuele leerling, te zorgen voor een goede aansluiting op het voortgezet onderwijs. Ook daaraan toetsen wij de waarde van ons onderwijs. We hebben gekozen voor de CITO Eindtoets in groep 8. De uitslagen geven een indicatie in hoeverre de leerstof tot en met groep 8 op het gebied van rekenen, taal, wereldoriëntatie en informatie wordt beheerst. Eind groep 7 wordt de CITO Entreetoets afgenomen om te kijken op welk niveau de leerlingen zitten en om de leerlingen kennis te laten maken met de toetsmethode. De toets wordt op een zodanig tijdstip afgenomen, dat bijsturing op individueel en/of groepsniveau in groep 8 mogelijk is. De resultaten van leerlingen zijn individueel verschillend, afhankelijk van hun leerpotenties en de kwaliteit van het geboden onderwijs. Het moment van afname van de toetsen wordt voorgeschreven door de CITO toetskalender. De school zorgt voor een rustige omgeving, waarin de leerlingen hun toets kunnen maken. Voor dyslectische leerlingen met een dyslexieverklaring wordt een aangepaste versie van de eindtoets besteld.
te zijn van een goede gestandaardiseerde eindtoets. Naast de CITO-eindtoets wordt ook de NIO toets afgenomen . Deze toets richt zich meer op het onderzoeken van de capaciteiten van leerlingen en minder op het meten van kennis en vaardigheden. Deze toets wordt afgenomen om naast de cito een evenwichtig beeld van het kind te krijgen. De eindtoets toetst de onderdelen taal, rekenen en informatieverwerking. Nutsschool Laan van Poot doet aan alle onderdelen met alle leerlingen mee. De toets is één van de hulpmiddelen om te komen tot een keuze voor het vervolgonderwijs. In het informatieboekje (op de website www.nutsschool.nl) vindt u onze uitstroomgegevens.
4.5 Specifieke groepsinformatie 4.5.1 Kleutergroepen Speelgoed Om een aantal redenen hebben wij het meebrengen van speelgoed beperkt tot één dag, de zogenaamde “speelgoeddag”. Hiervoor is de vrijdag uitgekozen. ‘s Morgens mogen de kinderen buitenspeelgoed meenemen. ‘s Middags mogen de kinderen in de klas met binnenspeelgoed spelen. Het meegeven van speelgoed naar school geschiedt geheel op eigen risico. Gymschoenen (indien noodzakelijk) Voor de gymlessen graag gymschoenen met elastiek of klittenband, dus bij voorkeur geen veters. Melk drinken en fruit eten Elke ochtend is er gelegenheid om met elkaar melk te drinken en eventueel een kleinigheidje, een liga, een appel of iets dergelijks te eten. Graag meegeven in een bakje of zakje voorzien van naam. Er staan bakken bij het klaslokaal waarin dit “tienuurtje” klaargezet kan worden. De kinderen krijgen twee keer per week groenten of fruit (gruiten).
De school heeft o.a. gekozen voor het gebruik van de CITO-eindtoets voor groep 8 om zeker
Nutsschool Laan van Poot 23
4.5.2 Groep 5 Schoolzwemmen In het kader van de lessen lichamelijke oefening wordt aan groep 5 zwemles gegeven. De zwemtijden worden jaarlijks gepubliceerd in het informatieboekje. Het is niet toegestaan op eigen gelegenheid of met ouders naar het zwembad te gaan. Deelnemen aan het schoolzwemmen is verplicht. Mag uw kind niet deelnemen aan het schoolzwemmen, dan dient de directie hiervan, schriftelijk en met opgave van redenen, in kennis te worden gesteld. 4.5.3 Groep 6, 7 en 8
van huiswerk kunnen zij de leerkracht hierbij om advies vragen. In de groepen 6, 7 en 8 moeten de leerlingen over een agenda beschikken. Boeken en werkmateriaal van onze school mogen in een goede tas mee naar huis. Wij zien er op toe dat er met onze boeken en materialen netjes wordt omgesprongen. Ook kan worden besloten een kind in het kader van extra hulp of (motorisch) remedial teaching extra werk mee naar huis te geven, uitsluitend om extra te oefenen. In dit geval neemt de groepsleerkracht vooraf contact op met de ouders. Het huiswerk wordt d.m.v. e-mailworks met de ouders gecommuniceerd.
Huiswerk In de groepen 6, 7 en 8 wordt huiswerk gegeven. Dit huiswerk bestaat uit maak- en/of leerwerk.
Franse les Voor de leerlingen van groep 7 en 8 bestaat de mogelijkheid facultatief en tegen vergoeding Franse les te volgen op woensdag. Groep 8 krijgt les van 07.45 tot 08.30 uur. Groep 7 krijgt les van 12.30 tot 13.15 uur.
In groep 6 wordt de leerling geleerd hoe met huiswerk moet worden omgegaan, hoe een agenda moet worden bijgehouden en op welke wijze huiswerk gemaakt of geleerd moet worden. Wanneer ouders zich afvragen hoe zij hun kind het beste kunnen begeleiden bij het maken
Werkweek Elk jaar gaan de leerlingen van groep 8 op werkweek. Deze werkweek is een vast onderdeel van het schoolprogramma. Dit betekent, dat de leerlingen dan ook verplicht zijn aan de werkweek deel te nemen.
24 Nutsschool Laan van Poot
5
Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg is niet hetzelfde als kwaliteit. Kwaliteitszorg is er op gericht kwaliteit zeker te stellen, te waarborgen en waar nodig te verhogen. Uit onderzoek is bekend dat kwaliteit ertoe doet als het gaat om de ontwikkeling en het leren van kinderen. Kwaliteit mag je daarom niet aan het toeval overlaten, noch te veel afhankelijk maken van personen. Vandaar dat ‘zeker stellen’ en ‘waarborgen’. Onder kwaliteitszorg verstaan we de wijze waarop een school werk maakt van haar streven kwaliteit te leveren en kwaliteit te waarborgen. Een en ander natuurlijk in overeenstemming met haar eigen visie op het primair proces, de school als organisatie en het leren binnen die organisatie. Kwaliteitszorg heeft betrekking op alle aspecten van de organisatie. Kwaliteitszorg wordt steeds aangestuurd door het beleid van de organisatie: het strategisch beleid van de organisatie spreekt zich uit over het kwaliteitsbeleid, dat op zich ook onderdeel is van de beleidscyclus. Kwaliteitszorg is systematisch en ze verloopt in een zich voortdurend herhalend cyclisch proces.
5.1 Inzicht in de kwaliteit van ons onderwijs De combinatie methodegebonden- en methodeonafhankelijke toetsen biedt de school de mogelijkheid regelmatig stil te staan bij de eigen positie in vergelijking met andere scholen. De methodegebonden toetsen geven de leerkracht informatie over de wijze, waarop de leerlingen zich de leerstof van de afgelopen periode hebben eigen gemaakt. Het geeft de leerkracht informatie over de manier waarop hij/zij de groep of een individuele leerling in de komende tijd verder kan helpen. Wij streven ernaar om goede prestaties te behalen, zowel wat elke leerling afzonderlijk als de gehele groep betreft. Kortom: voortdurende kwaliteitsbewaking van het onderwijs. De instrumenten, die wij momenteel gebruiken bij de bepaling van de kwaliteit van ons onderwijs zijn: • WMK-po (Werken met kwaliteit-primair onderwijs) • Schooltoezicht onderwijsinspectie
• Het leerlingvolgsysteem • Schoolzelfevaluatie op basis van de CITO toetsresultaten • Gesprekken met leerkrachten tijdens het zorgoverleg met de intern begeleider • Klassenbezoeken • Resultaten voortgezet onderwijs • Oudercontacten (waaronder enquêtes)
5.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen op school De leerkrachten evalueren de prestaties van de leerlingen regelmatig door middel van gemaakt werk, opdrachten, observaties en anderszins uitgevoerde taken. Deze prestaties en observaties noteren zij in klassenmappen, waarin elke leerling vermeld staat. Ook worden observatielijsten, controle-en screeningslijsten gebruikt. Op deze wijze ontstaat er een groeiende verzameling observatie-, toets- en beoordelingsgegevens. Een aantal gestandaardiseerde toetsen en observatielijsten is opgenomen in ons leerlingvolgsysteem. Deze toetsen zijn ontwikkeld door het Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling (CITO) en het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding (HCO). Van elke leerling beschikken we zo in de loop der jaren over een reeks gegevens, die vergelijkbaar is met landelijke normen. De verzameling toetsen noemt men het leerlingvolgsysteem. Ons leerlingvolgsysteem is erop gericht om in iedere groep, door middel van observaties en toetsen, vroegtijdig eventuele opvallende leerlingen te signaleren. Na iedere toetsperiode bespreekt de groepsleerkracht de groepsresultaten met de interne begeleider. Er wordt dan vooral aandacht besteed aan kinderen met zwakke of juist goede resultaten. We gebruiken SCOL (Sociale Competentie Observatielijst) om de sociale competenties van leerlingen in beeld te brengen. De leerkrachten van de groepen 1 t/m 8 vullen twee keer per jaar voor ieder kind een observatielijst in. De leerlingen van de groepen 6, 7 en 8 vullen zelf ook een lijst in. Deze observatielijsten worden verwerkt in het leerlingvolgsysteem en
Nutsschool Laan van Poot 25
er komt een score per leerling en per groep. De resultaten worden in de leerlingbespreking meegenomen. A.d.h.v. de resultaten wordt actie ondernomen (bijv. de inzet van onze schoolmaatschappelijk werker). Behalve het leerlingvolgsysteem, gebruiken wij de Handelingsplanner voor het opslaan van alle relevante gegevens van een kind. Op deze wijze proberen wij de doorgaande lijn in de leerlingzorg te waarborgen. 5.2.1 Toetsen Het verzamelen van informatie ten aanzien van de ontwikkeling van een leerling gebeurt op verschillende manieren en momenten. Naast de methodegebonden toetsen vinden op verschillende momenten in het jaar in alle groepen CITO toetsen plaats. Al deze gegevens worden in ons leerlingvolgsysteem verwerkt. Hieronder zijn de toetsen schematisch weergegeven.
5.3 Protocol overgang Overgang groep 1 naar groep 2 De kalenderleeftijd van 1 oktober wordt gehanteerd, tenzij het in het belang van het kind beter is om eerder of later naar groep 2 door te stromen. De keuze voor verkorting of verlenging heeft vooral te maken met het wel of niet bevorderlijk zijn voor de doorgaande ontwikkeling. Kinderen die in oktober, november, december geboren zijn (herfstkinderen) worden nauw-
gezet geobserveerd door de leerkracht. Zij kunnen mogelijk vervroegd doorstromen. Na overleg tussen de leerkracht en intern begeleider kunnen deze kinderen na de zomervakantie geplaatst worden in groep 2. Het plaatsen in groep 2 wil niet zeggen , dat het kind automatisch doorstroomt naar groep 3. In groep 2 wordt bepaald of doorstroming naar groep 3 kan plaatsvinden. Deze beslissing wordt gebaseerd op onderwijsinhoudelijke gronden met betrekking tot de totale ontwikkeling van het kind. Zo wordt gekeken naar: • Rijping • Sociaal-emotionele vaardigheden • Cognitieve vaardigheden • Motorische vaardigheden • Zintuigelijke ontwikkeling De herfstkinderen die niet in aanmerking komen voor versnelling, krijgen extra aanbod op het gebied van bovengenoemde vaardigheden. Voor deze kinderen wordt een handelingsplan gemaakt. Er is regelmatig overleg tussen ouders, leerkracht, intern begeleider en onder bouwcoördinator. Bij de oudergesprekken in februari geven wij een advies aan de ouders. De uiteindelijke beslissing wordt in juni genomen. Deze beslissing wordt in overleg genomen door de groepsleerkracht, intern begeleider en directie.
Toets
Groep
Maand
Taal voor kleuters Rekenen voor kleuters DMT/AVI DMT/AVI Leestechniek Leestempo Spelling Spelling Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde Begrijpend lezen Begrijpend lezen Begrijpend lezen Begrijpend lezen CITO Entreetoets CITO Eindtoets
2 2 3 Vanaf 3 4 t/m 3 t/m 8 3 t/m 8 3 4 5 t/m 8 7 8
januari januari januari oktober januari januari januari november januari november juni januari januari november juni februari
26 Nutsschool Laan van Poot
4 7 7 7
7
Juni Juni Mei januari mei juni juni juni
juni
mei
We streven naar een besluit dat door alle betrokkenen gedragen wordt. De praktijk leert dat we op grond van onze ervaring een goede inschatting kunnen maken. Onjuist genomen beslissingen kunnen gevolgen hebben voor de schoolloopbaan van het kind en daarom is ons advies bindend. Bij de uiteindelijke beslissing tekenen de ouders het bijbehorende formulier. Deze formulieren zijn op te vragen bij de school. Soms is er een tussenoplossing mogelijk, bijvoorbeeld een leerling laten overgaan onder voorbehoud en dan tot de herfstvakantie aankijken hoe het gaat. Indien het niet gaat, dan wordt de leerling alsnog teruggeplaatst naar de vorige groep. Het kind terugplaatsen is ingrijpend en zal sporadisch plaatsvinden. Overgang van groep 2 naar groep 3 Ieder kind is anders en het is daarom lastig een algemene regel voor overgang te formuleren. De overgang van groep 2 naar groep 3 wordt gebaseerd op onderwijsinhoudelijke gronden met betrekking tot de totale ontwikkeling van het kind (m.b.v. observatie- en controlelijsten). Zo wordt gekeken naar: • Rijping • Sociaal-emotionele vaardigheden • Cognitieve vaardigheden • Motorische vaardigheden • Zintuigelijke ontwikkeling • Citotoetsen: Taal voor kleuters, Rekenen voor kleuters De citotoetsen in januari geven een voorlopig beeld van de leerling. Indien er sprake is van stagnatie of onvoldoende ontwikkeling , kan in overleg met ouders een extern leervoorwaarden onderzoek worden gedaan of een handelingsplan worden opgeteld waarin noodzakelijke hulp geboden wordt. Bij de overgang naar groep 3 wordt uitdrukkelijk ook naar de sociaal-emotionele ontwikkeling gekeken. Er moet voldoende zelfvertrouwen en zelfbeeld zijn opgebouwd. Het egocentrisch denken moet plaats gemaakt hebben voor ‘meer op anderen gericht zijn”. Er is regelmatig overleg tussen ouders, leerkracht, intern begeleider en onder bouwcoördinator.
Bij de oudergesprekken in februari geven wij een advies aan de ouders. De uiteindelijke beslissing wordt in juni genomen. Deze beslissing wordt in overleg genomen door de groepsleerkracht, intern begeleider en directie. We streven naar een besluit dat door alle betrokkenen gedragen wordt. De praktijk leert dat we op grond van onze ervaring een goede inschatting kunnen maken. Onjuist genomen beslissingen kunnen gevolgen hebben voor de schoolloopbaan van het kind en daarom is ons advies bindend. Bij de uiteindelijke beslissing tekenen de ouders het bijbehorende formulier. Deze formulieren zijn op te vragen bij de school. Overgang van groep 3 t/m groep 8 Ieder kind is anders en het is daarom lastig een algemene regel voor overgang te formuleren. Wij houden rekening met de volgende uitgangspunten: 1) Het welzijn van de leerling is in elke situatie het belangrijkste. 2) De voorkeur van doubleren is in groep 3, 4 en 5. 3) Elk kind heeft recht om 1 keer te doubleren. 4) Een doublure moet een positief effect hebben voor de langere termijn. 5) Bij een doublure moet er uitval op meer dan 1 vakgebied zijn. 6) Er is regelmatig overleg tussen ouders, leer- kracht, intern begeleider en onder bouwcoör- dinator. Er is regelmatig overleg tussen ouders, leerkracht, intern begeleider en onder bouwcoördinator. In mei geeft de school een advies aan de ouders. De uiteindelijke beslissing wordt in juni genomen. We streven naar een besluit dat door alle betrokkenen gedragen wordt. De praktijk leert dat we op grond van onze ervaring een goede inschatting kunnen maken. Onjuist genomen beslissingen kunnen gevolgen hebben voor de schoolloopbaan van het kind en daarom is ons advies bindend.
Nutsschool Laan van Poot 27
5.4 Rapportage De verslaglegging van de gegevens van de leerlingen vindt plaats in de klassenmappen en in het leerlingvolgsysteem. De kinderen van groep 3 tot en met 8 krijgen twee maal per jaar een geschreven rapport dat een overzicht vormt van de stand van zaken over die periode. De leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 krijgen een aantal keer per jaar een multomap met gemaakte toetsen mee naar huis. Het is de bedoeling dat de ouders kennis nemen van de inhoud van de map en op deze wijze op de hoogte blijven van de resultaten en vorderingen van hun kind.
5.5 De speciale zorg voor kinderen Iedere basisschool heeft te maken met leerlingen die zich de leerstof onvoldoende eigen kunnen maken of die de leerstof onvoldoende kunnen volgen. Voor die leerlingen verwijzen wij naar het zorgplan en het zorgprotocol van onze school. Daarnaast zijn er kinderen die meerbegaafd zijn. Voor deze kinderen zijn wij een speciale leerlijn aan het ontwikkelen zodat zij optimaal van hun mogelijkheden gebruik kunnen maken. 5.5.1 Zorgverbreding en Weer Samen Naar School (WSNS+) In het kader van het project “Weer Samen Naar School” (WSNS) wordt gestreefd de overmatige groei van het speciaal onderwijs terug te dringen. Een betere zorgverbreding is mogelijk door bundeling van deskundigheid van het reguliere basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Met de overige scholen van het algemeen bijzonder onderwijs hebben wij een samenwerkingsverband en met de volgende twee scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO): 1. Instituut voor Individueel Onderwijs aan de Laan van Poot; 2. De Haagse Beek aan het Paddepad. Door middel van collegiale consultatie wordt de mogelijkheid geboden de leerlingen, bij wie het leerproces niet altijd even soepel verloopt, te begeleiden. Tevens kunnen we het HCO raadplegen indien we bij een leerling vragen over te weinig progressie hebben. Er kan dan een Individueel Psychologisch Onderzoek (IPO) worden afgenomen. Dit gebeurt echter uitsluitend nadat de ouders toestemming verleend hebben.
28 Nutsschool Laan van Poot
5.5.2 Zorgstappen en verwijzingsprocedures Interne zorgcommissie De school beschikt over een interne zorgcommissie. Deze commissie bestaat uit de ambulant begeleider, een medewerker van SMW, remedial teacher, een psycholoog van het HCO, de interne begeleider en de schoolarts. De interne zorgcommissie streeft ernaar de zorg, vanuit verschillende disciplines, op maat te bieden. De interne zorgcommissie overlegt minimaal drie maal per schooljaar. Het doel van de besprekingen is de te geven zorg aan leerlingen die reeds in het zorgtraject zijn opgenomen nader te bespreken en afspraken te maken over het eventueel inschakelen van de expertise van de leden van de interne zorgcommissie of externe instanties. Vijf maal per schooljaar worden er leerlingenbesprekingen in het zorgoverleg gehouden. Tijdens deze gesprekken zijn de groepsleerkracht, de intern begeleider en de ambulant begeleider aanwezig. Er wordt gekeken naar de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Basis voor deze gesprekken zijn de gegevens uit het leerlingvolgsysteem en observaties van de leerkrachten. Indien een leerling gebaat is bij extra hulp, wordt er een plan van aanpak gemaakt dat aan de ouders wordt voorgelegd. Individuele begeleiding Kinderen met eventuele problemen worden in eerste instantie door ons zelf begeleid. Dit vindt plaats door middel van individuele begeleiding door de groepsleerkracht, de interne begeleider of door de remedial teacher. Dit geschiedt in samenspraak met de groepsleerkracht. Indien een kind begeleid gaat worden door de interne begeleider of door de remedial teacher, krijgen de ouders daar altijd bericht van via de groepsleerkracht. Onze “zorgleerlingen” krijgen meestal begeleiding in een speciaal ingerichte ruimte. Naast de interne begeleider en de remedial teacher kunnen ook de groepsleerkrachten gebruik maken van deze ruimte. Wanneer de hulp op school niet toereikend blijkt te zijn, bestaat de mogelijkheid externe hulp in te roepen. Wij proberen heel goede leerlingen meer uitdaging te geven door hun in een klein groepje extra uitdagende opdrachten te geven. Tevens krijgen deze kinderen extra begeleiding buiten de klas, waarbij ze oefenstof krijgen aange-
boden die ze in de klas kunnen maken op een moment dat de reguliere lesstof klaar is of voor hen niet voldoet. Indien na overleg tussen ouders, groepsleerkracht en de interne begeleider blijkt dat het kind gebaat is bij een ander tempo voor het verwerken van de leerstof, bestaat de mogelijkheid van doubleren of een aangepast programma; een individuele leerlijn gericht op reëel ontwikkelingsperspectief. Indien dit niet het gewenste resultaat oplevert, kunnen betrokkenen overwegen het kind te verwijzen naar een andere basisschool of naar een school voor speciaal basisonderwijs. De school werkt met een zorgprotocol. De eventuele aanmelding van een kind op een andere school gebeurt uiteindelijk door de ouders. Zorgcommissie en Permanente Commissie Leerlingenzorg Indien alle extra zorg niet tot het gewenste resultaat leidt of indien wij een advies van derden behoeven, dan zal een leerling voorgedragen worden aan de externe zorgcommissie van het samenwerkingsverband. Ouders moeten daarvoor toestemming geven. Deze commissie bestaat uit deskundigen, die de ouders en de school adviseren over verder te nemen stappen. Mocht men van mening zijn dat een leerling naar een speciale school voor basisonderwijs moet worden verwezen, dient de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) een eindoordeel te geven. Deze commissie beoordeelt de schriftelijke aanvraag en het dossier en bepaalt of de leerling verwezen mag worden naar een speciale school voor basisonderwijs of dat de leerling op een andere wijze geholpen kan worden. Leerling-gebonden financiering Vanaf 1 augustus 2003 is de wettelijke regeling Leerling gebonden Financiering in werking getreden. Deze regeling houdt in: Integratie c.q. plaatsing van een leerling met een handicap op de reguliere basisschool, voorzien van een “rugzak” (financiële middelen om integratie en beperkte begeleiding) mogelijk te maken. Bij aanmelding van kinderen met een “rugzak” zal van geval tot geval bekeken worden of plaatsing praktisch mogelijk is. In principe worden kinderen met een lichamelijke handicap toegelaten mits de complexiteit van de han-
dicap hanteerbaar is voor de school. Voorts is de grens van toelating daar waar leer- en/of gedragsproblemen van leerlingen leiden tot een zodanige verstoring van de voortgang van de onderwijsprocessen, dat handhaving redelijkerwijs niet van het schoolteam verwacht mag worden. 5.5.3 Onderwijskundige rapporten Voor leerlingen die de school verlaten (naar een andere basisschool, speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs) stelt de school een onderwijskundig rapport op voor de nieuwe school. Hiervoor wordt het door de gemeente verstrekte model (volgens de BOVO-richtlijnen) gebruikt. • van basisschool naar andere basisschool (bijvoorbeeld verhuizing); • van basisschool naar speciale basisschool. Dit rapport wordt door een speciale commissie, de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), beoordeeld op toelating; • van basisschool naar scholen die vallen onder cluster 3 (lichamelijke en verstandelijke handicaps, bijvoorbeeld spierziekten) en cluster 4 (gedrag en psychiatrie, bijvoorbeeld ADHD). De commissie van indicatiestelling beoordeelt de toelating op een van deze scholen. Er kan vanuit het Rijk ook financiële ondersteuning komen voor deze kinderen en ambulante hulp op de basisschool (rugzakleerlingen); • van basisschool naar voortgezet onderwijs. Hiervoor wordt een digitaal formulier gebruikt voor alle scholen. Voor leerlingen die extra zorg behoeven wordt een aanvullend digitaal rapport opgemaakt. 5.5.4 Begeleiding bij de overgang van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs (VO) Na acht jaar basisonderwijs gaan de leerlingen in principe naar het voortgezet onderwijs. Vanaf groep 7 bereiden wij de leerlingen en ouders voor op deze overgang. Met name in groep 8 wordt in de klas veel aandacht besteed aan de verschillende vormen van het voortgezet onderwijs. Wij brengen met de leerlingen een bezoek aan één of meerdere scholen van het voortgezet onderwijs. Voor de ouders houden we informatieavonden ten aanzien van het schooladvies. De data voor de avonden zijn opgenomen in de Jaarkalender.
Nutsschool Laan van Poot 29
5.5.5 Wijze van tot stand komen van het schooladvies In november ontvangen de ouders het schooladvies met betrekking tot de keuze van het voortgezet onderwijs. Dit advies is gebaseerd op de verwachting die de groepsleerkracht(en), de interne begeleider en de directie hebben ten aanzien van de haalbaarheid van een vorm van het vervolgonderwijs. In dit advies zijn opgenomen: • de in het leerlingvolgsysteem verzamelde gegevens van de leerling; • de verwachte score van de CITO Eindtoets op basis van de Entreetoets uit groep 7; • eventueel aangevuld met de score van de NIO toets In februari volgt de Eindtoets Basisonderwijs van het CITO. De uitslag van deze toets vormt naast het schooladvies de basis voor het al dan niet toelaten van de leerlingen op de gekozen school voor voortgezet onderwijs. Nadat uw kind is ingeschreven op een school voor het voortgezet onderwijs, wat een taak van de ouders is, krijgt onze school daarvan bericht. Wij zijn wettelijk verplicht om een onderwijskundig rapport over uw kind op te stellen. Dat gebeurt digitaal, volgens de richtlijnen van de Bovo-Haaglanden-procedure. De school waarop uw kind is aangemeld, krijgt de code om het onderwijskundig rapport te openen. De ouders krijgen van ons een geprinte versie van het rapport.
30 Nutsschool Laan van Poot
Op het BOVO-overleg (Basis Onderwijs/Voortgezet Onderwijs), dat aan het einde van het schooljaar plaatsvindt, maken wij gebruik van de mogelijkheid om mondelinge toelichting te geven over de leerlingen aan de scholen voor het voortgezet onderwijs, opdat zij zo goed mogelijk geïnformeerd zijn over hun toekomstige leerlingen. Wanneer de leerlingen enkele maanden op het voortgezet onderwijs zitten, volgt een tweede BOVO-overleg, waarbij wij worden geïnformeerd over de prestaties van onze oud-leerlingen. 5.5.6 Uitstroom van leerlingen De huidige scholengemeenschappen bieden veelal brede instroommogelijkheden. Om kinderen de kans te geven het hoogst haalbare te verwezenlijken, wordt vaak een dubbeladvies gegeven. Bijvoorbeeld: Wanneer er bij de advisering nog twijfel bestaat over de juiste vorm van voortgezet onderwijs voor een leerling wordt een HAVO-VWO of HAVO-VMBO-advies gegeven. De leerling heeft dan in de brugklas de mogelijkheid om daar aan te tonen wat zijn mogelijkheden zijn. In het informatieboekje (op de website www. nutsschool.nl) vindt u de uitstroomgegevens van de laatste jaren.
6
De ouders
6.1 Betrokkenheid van ouders bij de school Wij willen ouders stimuleren zich betrokken te voelen bij de school. Dit gebeurt op verschillende manieren. We geven mondeling en schriftelijk informatie. Er is een speciale kennismakings- c.q. informatieavond aan het begin van het schooljaar. Er zijn twee rapportavonden per schooljaar en daarnaast zijn er contacten over individuele leerlingen. Er zijn ook ouders die op school helpen bij het onderwijs. Ook bij festiviteiten en bij de sportactiviteiten wordt hulp van ouders altijd bijzonder op prijs gesteld. Hulp van ouders, op welke wijze en bij welke activiteit dan ook, gebeurt altijd onder verantwoording van leerkrachten. De school en de ouders hebben een gedeelde verantwoordelijkheid ten aanzien van de kinderen. De school is verantwoordelijk voor het onderwijskundige aspect en we trachten dit te verwezenlijken in een goed pedagogisch klimaat. Ook hechten we veel waarde aan regels en afspraken binnen de school om het onderwijs in een goede en rustige omgeving te laten plaatsvinden. Wij verwachten van een ieder, zowel leerlingen als ouders, dat zij zich aan deze regels en afspraken houden. Ook verwachten wij van ouders dat zij contact met ons zoeken wanneer er zaken zijn die de voortgang van het onderwijsleerproces kunnen beïnvloeden. Zo kunnen huiselijke omstandigheden of door ouders geconstateerde onderlinge (verstoorde) verhoudingen tussen uw kind en medeleerlingen of tussen uw kind en de leerkracht(en) een mogelijke aanleiding vormen om contact op te nemen met de leerkracht of de directie. Wat verwacht de school van ouders: • De lessen starten 08.30 uur ; op tijd zijn en voor 08.30 uur de school verlaten is dus van groot belang. • Bij eventuele vragen of opmerkingen verwachten wij dat dit rechtstreeks wordt gecommuniceerd met de betrokkenen. • Wij verwachten van ouders dat zij de school steunen bij het handhaven van de regels en afspraken. • Wij verwachten van ouders dat zij evenals de
leerkrachten een voorbeeld voor de kinderen zijn. • Wij verwachten van ouders dat zij de veiligheid rondom de school bevorderen door het correct parkeren, het niet versperren van in – en uitgangen en het niet versperren van de hal en gangen.
6.2 De Medezeggenschapsraad (MR) en de Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Op iedere school is een Medezeggenschapsraad (MR). Door maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen moeten scholen steeds meer een eigen beleid uitstippelen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om zorgverbreding, vorm van onderwijs, personeelsbeleid, financiën, etc. De Medezeggenschapsraad heeft in deze ontwikkelingen een belangrijke taak. Zij bestudeert de voorgenomen besluiten en geeft daarop haar advies of instemming. Ook brengt de Medezeggenschapsraad onderwerpen ter sprake of neemt initiatieven die de school aangaan en/of het onderwijs ten goede komen. De Medezeggenschapsraad heeft regelmatig contact met de directie die als adviseur de vergaderingen van de Medezeggenschapsraad bijwoont. De Medezeggenschapsraad bestaat uit een personeelsgeleding en een oudergeleding. Iedere geleding levert in beginsel drie leden, die door middel van een verkiezing worden gekozen uit hun eigen achterban. Deze leden worden steeds voor een periode van drie jaar gekozen en kunnen maximaal zes jaar zitting hebben in de MR. De MR vergadert minimaal vier maal per schooljaar. De vergaderingen zijn openbaar. De agenda en de notulen staan op de site. Twee leden, één uit iedere geleding, van de MR van onze school zijn ook lid van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR).
6.3 De Oudercommissie (OC) De Oudercommissie (OC) organiseert diverse activiteiten en evenementen of helpt bij de organisatie hiervan. Het betreft hier onder andere het Sinterklaasfeest, de Kerstviering, het Paas-/
Nutsschool Laan van Poot 31
lente-ontbijt, sportdag, eindfeest, etc. In tegenstelling tot de Medezeggenschapsraad is er (in principe) geen maximale zittingsperiode in de Oudercommissie. Het team is vertegenwoordigd door twee leerkrachten.
6.4 Groepsouders Iedere groep heeft een groepsouder die alle activiteiten rondom de groep ondersteunt en het directe contact met de andere ouders onderhoudt t.a.v. alle bijzondere groepsactiviteiten
6.5 Overblijven Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag kunnen de kinderen overblijven op de Nutsschool. Een deel van de overblijftijd is gereserveerd voor de lunch, in de resterende tijd kunnen de kinderen ontspannen. Afhankelijk van de weersomstandigheden gebeurt dat buiten op het plein of in en om de klas. De groepen 3 t/m 8 spelen een ½ uur buiten en eten en spelen het andere ½ uur binnen. De kleuters eten eerst gezamenlijk en gaan dan naar buiten. 6.5.1 Regels Onze school kent een overblijfregeling, waarvan elke leerling op vrijwillige basis gebruik van kan maken. Hierbij gelden enkele regels: • eten en drinken worden zelf meegenomen; • wanneer een kind structureel overblijft en een keer met een vriendje of vriendinnetje mee naar huis gaat om daar te eten, dan dienen de ouders de groepsleerkracht daarvan schriftelijk in kennis te stellen; • bij structureel wangedrag kan een kind van overblijven worden uitgesloten. De ouders worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. 6.5.2 Toezicht Het toezicht wordt gedaan door het onderwijzend personeel. 6.5.3 Kosten Mede door de manier waarop we het overblijven op onze school hebben georganiseerd, zijn de kosten van het overblijven relatief laag. De kosten zijn 120 euro per jaar voor alle groepen. Voor incidentele overblijfmomenten vragen wij 2 euro.
32 Nutsschool Laan van Poot
6.6 Communicatie tussen school en ouders Wij zien de ouder niet alleen als “klant”, die voor zijn kind een kwalitatief goed onderwijsproduct verwacht, maar ook als partner. School en ouders hebben een gezamenlijk belang: de optimale ontwikkeling van het kind. Ouders zijn de deskundigen bij uitstek als het gaat om de opvoeding van hun eigen kind. In een samenwerkende relatie kunnen leerkracht en ouder elkaar versterken. De school zorgt voor heldere en adequate informatie met betrekking tot de leervorderingen, zowel in kennis en vaardigheden als in sociale competenties. Ouders communiceren met de school vanuit hun eigen bevindingen en verwachtingen. Op basis hiervan vindt, binnen de mogelijkheden van beide partijen, afstemming plaats met betrekking tot de pedagogische en/of didactische aanpak. Ouders hebben ook een zeer waardevolle inbreng in de school waar zij op basis van vrijwilligheid ondersteuning verlenen bij allerlei schoolactiviteiten en participeren in de diverse oudergeledingen. Deze samenwerking wordt door leerkrachten en directies geapprecieerd en komt de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie zeer ten goede. 6.6.1 Persoonlijke gesprekken Vanzelfsprekend kunt u met de teamleden de gang van zaken op onze school of in de groep bespreken. Het komt helaas maar zelden voor dat wij u direct te woord kunnen staan; de kinderen wachten, er is een vergadering of er is reeds een afspraak met iemand. Daarom is ons advies: als u een gesprek wilt met de directeur of één van de overige teamleden, maak dan even een afspraak. De afspraken kunnen voor of na schooltijd worden gemaakt, maar niet in de avonduren. 6.6.2 Informatieavond Aan het begin van het schooljaar zal er een voorlichtingsavond zijn met een algemeen gedeelte en een gedeelte in de groep van uw kind(eren), waar u wordt geïnformeerd over het reilen en zeilen van de groep, zoals het jaarprogramma, informatie over methodes, het huiswerk, etc.
6.6.3 Mappen mee naar huis De leerlingen van groep 5 t/m 8 krijgen regelmatig een overzicht van de gemaakte toetsen in een multomap mee naar huis. In principe gaat deze multomap op vrijdag mee naar huis. De map dient de daarop volgende maandag weer naar school te worden meegenomen. 6.6.4 Informatiebulletin “Nutsflits” Om ouders niet te overladen met allerlei brieven, zullen wij ongeveer eenmaal per maand een informatiebulletin doen uitgaan met actuele informatie over de school, en de groepen. Dit gebeurt middels e-mailworks. Tevens bestaat de mogelijkheid om tegen een vergoeding advertenties te plaatsen. Voor verdere informatie kunt u terecht bij Ilona Mos. 6.6.5 Internet De internetsite van de school geeft een goed beeld van de activiteiten van de leerlingen. De groepsleerkrachten houden een eigen pagina van de klas bij. De internetsite van de school is te bezoeken op www.nutsschool.nl. Ook is er een internetsite van Lucas Onderwijs www. lucasonderwijs.nl. 6.6.6 E-mail We streven ernaar zoveel mogelijk via email te communiceren. We hebben daarbij gekozen voor E-mailworks. E-mailworks voor scholen is een webapplicatie die ons in staat stelt op een zeer eenvoudige manier nieuwsbrieven en berichten te sturen (mailen) naar de ouders. Doordat de ouders kunnen inloggen op dit systeem, kunnen zij zelf hun bereikbaarheidsgegevens onderhouden. Hierdoor beschikken scholen altijd over de meest recente adressen, (mobiele) telefoonnummers en e-mailadressen. Nieuwe ouders krijgen hierover aan het begin van het schooljaar bericht.
6.7 Klachtenprocedure Per 1 augustus 1998 is de Kwaliteitswet van toepassing. Onderdeel daarvan is het algemeen klachtrecht. Het gaat om klachten op het gebied van onderwijs en klachten op het gebied van machtsmisbruik: lichamelijk, geestelijk of seksueel.
Ieder bevoegd gezag van een school of schoolinstelling is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met de vertrouweninspecteur van het onderwijs. Op onze school wordt een laagdrempelig klachtenbeleid gevoerd. Dat betekent dat een klacht gemakkelijk moet kunnen worden ingediend. In eerste instantie wordt daarom ook de mogelijkheid geboden om een klacht mondeling af te handelen. 6.7.1 Informele klachtenprocedure Klachten kunnen door ouders achtereenvolgens mondeling of schriftelijk worden ingediend bij de leerkracht (uitsluitend mondeling), dan de directeur en tot slot de clusterdirecteur van Lucas Onderwijs (Peter van der Niet). De formele klachtenregeling treedt pas in werking indien de klacht niet naar bevrediging is afgehandeld. Schriftelijke klachten worden altijd afgehandeld door de persoon of instantie, waar de klacht binnenkomt. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen. 6.7.2 Formele klachtenprocedure Er kan echter ook gekozen worden voor de mogelijkheid de klacht neer te leggen bij de contactpersoon van de school. Deze persoon, dhr. R. Schoot Intern begeleider van de school, fungeert als tussenpersoon en zal de klager verwijzen naar de vertrouwenspersoon. Deze vertrouwenspersoon is aangesteld door het bevoegd gezag en gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat tevens na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij/zij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. De klacht kan na indiening bij de klachtencommissie door deze onafhankelijke klachtencommissie in behandeling worden genomen. Overigens geldt deze klachtenregeling niet alleen voor ouders, maar ook voor personeelsleden en leerlingen. U kunt een uitgebreide klachtenregeling opvragen bij de contactpersoon van de school of downloaden op www.lgc-lkc.nl.
Nutsschool Laan van Poot 33
Onze school is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs: De LKC is gevestigd te Utrecht, postadres Postbus 85191, 3508 AD Utrecht, telefoon 03028095590, fax 030-2809591 . U kunt ook de website raadplegen www.onderwijsgeschillen. nl of een e-mail sturen naar
[email protected]. De vertrouwenspersoon van de Haagse Nutsscholen is mw. M. Ruigrok van de Arbo-Unie. Haar telefoonnummer is: 06 52501070 Ieder bevoegd gezag van een school is wettelijk verplicht bij een vermoeden van seksueel misbruik contact op te nemen met het meldpunt vertrouwensinspecteurs van het onderwijs: tel. 0900 – 111 3 111 (lokaal tarief, op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur).
34 Nutsschool Laan van Poot
Betrokkenen bij het onderwijs kunnen bij dit meldpunt terecht met klachtmeldingen over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld, evenals discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme, enz. De vertrouwensinspecteur kan met u zoeken naar de meest wenselijke aanpak. Onze school is ook aangesloten bij de Stichting Landelijke Commissie Geschillen WMS. Het gaat dan om geschillen met betrekking tot de Wet Medezeggenschap Onderwijs. De werkwijze van de commissie is gepubliceerd op de website: www.infowms.nl/geschillen-wms. Op deze website vindt u tevens uitspraken en achtergrondinformatie. Het indienen van geschillen kan rechtstreeks naar de Commissie: Landelijke Commissie Geschillen WMS Postbus 2127 3500GC Utrecht Of per mail:
[email protected]
7
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
7.1
Activiteiten van het afgelopen schooljaar 2011-2012 Het afgelopen jaar hebben wij hard gewerkt aan ons jaarplan.
• •
Hieronder staat een opsomming van de activiteiten. In het jaarverslag staat alles uitgebreid beschreven. • Het team heeft 6 basiswoorden gekozen voor de nieuwe visie. • De bekwaamheidsdossiers van de leerkrachten zijn aangevuld. • De functiemix (gedifferentieerde beloning voor leerkrachten) is ingevoerd. • Er zijn functioneringsgesprekken met alle teamleden gevoerd. • Het kwaliteitszorginstrument (WMK-po) is geïmplementeerd. • Er is een kwaliteitsprotocol opgesteld. • De ouders zijn geïnformeerd via een extra nieuwsbrief over de kwaliteit op Laan van Poot. • Er is feedback gevraagd aan 9 Voortgezet Onderwijs scholen. • Het team heeft een cursus differentiatie gevolgd. • De leerkrachten hebben een groepsplan gemaakt voor het vak rekenen. • SCOL is geïmplementeerd (leerlingvolgsysteem op gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling) • Er is geregeld dat er een schoolmaatschappelijk werker op een vast moment per week in de school aanwezig is (iedere donderdagochtend). • Er is een nieuwe rekenmethode aangeschaft voor de groepen 3 t/m 8 • (Wereld in Getallen). • Er is een doorgaande lijn voor begrijpend lezen bepaald: Bliksem voor de groepen 5 en 6 en Muiswerk voor de groepen 7 en 8. • Er is een nieuwe methode voor studievaardigheden aangeschaft voor de groepen 5 t/m 8 (Blits). • De school heeft een start gemaakt met opbrengstgericht werken. Er zijn ambitienormen voor alle vakgebieden opgesteld. • Er zijn meer naschoolse activiteiten aangeboden. • De werkgroep “Groene Schoolplein” heeft de
• •
7.2
eerste subsidie gekregen voor het opknappen van het schoolplein. Er is een speel- en leerruimte voor groep 3 ingericht. Er is een MOP (Meerjarenonderhoudsplan) gemaakt en aan de actiepunten is gewerkt. Er is een positieve begroting. Er zijn veel investeringen gedaan (ICT, materialen gymzaal, speellokaal, materialen voor in de groepen).
Activiteiten voor het komend schooljaar 2012-2013 Hieronder staat een opsomming van de activiteiten waar we in het schooljaar 2012-2013 aan gaan werken. In het jaarplan staat alles uitgebreid beschreven. • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • • • •
Missie en visie voor de school afmaken Inwerken en begeleiden nieuwe collega’s Implementatie nieuwe rekenmethode Implementatie methode studievaardigheden Methode Engels invoeren in groep 1 t/m 4 (Take it easy) Groepsplan rekenen verfijnen Groepsplan spelling maken Zorgprofiel maken (Passend Onderwijs) Per vakgebied uitdagende lesstof voor meer begaafde leerlingen + leerlijn meer begaafden opstellen Digitale schoolrapporten maken ICT-beleidsplan maken Tevredenheidspeiling onder leerlingen en leerkrachten Inspectierapport en tevredenheidspeilingen terugkoppelen naar de ouders Het schoolplein opknappen (Groene Schoolplein) Meer naschoolse activiteiten Website vernieuwen Digitale schoolborden voor de groepen 1 en 2 ICT-vernieuwingen Cursus ESIS B (nieuw administratiesysteem voor invoering toetsgegevens) Digitale afsprakenmap maken Communicatie naar ouders; meer themanieuwsbrieven schrijven Netheid in de school verbeteren
Nutsschool Laan van Poot 35
8
Diverse zaken
8.1 Voor-, tussen- en naschoolse opvang We werken samen met 2samen voor voor- en naschoolse opvang. Aan het einde van een schooljaar ontvangt u ons aanbod (waarvan u geen gebruik hoeft te maken) met alle bijbehorende informatie. Nieuwe ouders ontvangen deze informatie tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar. De tussenschoolse opvang (overblijven) regelen we zelf.
twee inentingen, die landelijk voorgeschreven zijn: • inenting tegen difterie, tetanus en polio (DTP) • inenting tegen bof, mazelen en rode hond (BMR) • Een kind dat een bepaalde inenting nog niet heeft gehad, krijgt een zgn. inhaalprik. Voor alle hierboven genoemde inentingen is uw toestemming en medewerking nodig. U krijgt dan ook tijdig bericht waar en wanneer de inentingen plaatsvinden.
8.2 Centrum voor Jeugd en Gezin Jaarlijks worden de gegevens gepubliceerd in het informatieboekje. Het onderzoeksprogramma van de Jeugdgezondheidszorg: 5-jarigen Vijf en een half jarigen worden opgeroepen door de schoolarts. Hij controleert de ogen, de oren, de groei, de psycho-sociale ontwikkeling en de motoriek. Ook op de spraak wordt gelet, vooral op slissen. Dit gaat niet vanzelf over, een logopedische screening is dan nodig. De ouders vullen voorafgaand aan het bezoek een psychosociale vragenlijst in, de lsbpk. 10-jarigen De verpleegkundige ziet de kinderen op tienjarige leeftijd. Dit is een landelijk besluit. Ook dan vullen de ouders een uitgebreide vragenlijst in. Het onderzoek is meer gericht op opvoeding en psychosociaal welbevinden. Gewicht, lengte en leefstijl worden gecontroleerd. Als de meeste kinderen gezien zijn, wordt contact met de school opgenomen om, bij wie dat nodig is, met elkaar te overleggen. Bij urgente gevallen wordt direct na het onderzoek contact met de school opgenomen. De ouders geven in alle gevallen toestemming voor het doorspreken van hun kind. Informatie over infectieziekten en het protocol kindermishandeling kunt u vinden op www. denhaag.nl/ggd Het vaccinatieprogramma In het jaar dat uw kind negen wordt, krijgt het
36 Nutsschool Laan van Poot
Voorlichting en advies Niet alleen tijdens de onderzoeken, maar ook daarbuiten, geeft het jeugdgezondheidsteam voorlichting en advies. Met vragen over gezondheid , (on)gezond gedrag en (on)gezonde leefomgeving kunt u bij JGZ terecht. Afhankelijk van de vraag kan men u informeren en eventueel adviseren. Ook scholen krijgen (soms ongevraagd) advies over zaken als hygiëne en veiligheid, voeding, roken, alcohol, drugsgebruik, enz.. Verder wordt met de scholen samengewerkt om meer inzicht te krijgen in de gezondheid van de jeugd. Hierbij kijkt men onder andere naar de samenhang tussen de gezondheid van kinderen en hun leefgewoonten en leefomgeving. Op basis van de gegevens die men op deze manier verzamelt, kan de Jeugdgezondheidszorg gericht voorlichting geven en adviseren. GGD/Jeugdgezondheidszorg Postbus 12 652 2500 DP Den Haag Tel. 353 71 78 / 353 71 81
8.3 Adreswijzigingen Het komt voor dat wij ouders niet kunnen bereiken, omdat telefoonnummers zijn gewijzigd. Indien het (mobiele) telefoonnummer thuis of op het werk verandert, geef dat dan tijdig door aan de groepsleerkracht en de schooladministratie. Wijzig zelf uw gegevens met behulp van uw inlogcodes in e-mailworks. Zorg ervoor dat u bereikbaar bent!
8.4 Fotogebruik voor website Er worden op school veel foto’s gemaakt ten behoeve van de website. Hierop staan veel kinderen afgebeeld. Mocht u bezwaar hebben tegen plaatsing van foto’s van uw kinderen, kunt u dit schriftelijk aan de directie doorgeven.
8.5 Gevonden voorwerpen Alle gevonden voorwerpen worden gedurende circa vier week bij de keuken in de kratten bewaard. Na deze periode worden de gevonden voorwerpen tot de eerst volgende vakantie in zakken in de kelder bewaard, waarna ze aan een goed doel worden gegeven.
8.6
Gymnastiek Voor deze lessen moeten de leerlingen beschikken over een zwart sportbroekje en een wit shirtje. Voor de lessen in de zaal zijn gymschoenen (geen zwarte zolen) verplicht, tenzij om medische of hygiënische redenen. Het is voor de leerlingen van de groepen 5 tot en met 8 verplicht na de gymles te douchen. De kinderen moeten daarvoor een handdoek bij zich hebben op de gymdagen. Deze handdoek, in een plastic tasje, moet na gebruik mee naar huis worden genomen. In verband met het feit dat er steeds sportkleding en handdoeken blijven liggen, verzoeken wij u dringend deze spullen van een naam of merkteken te voorzien. De gymkleding laten de leerlingen op school in een stoffen tasje aan de kapstok. Elke vrijdag moet de gymkleding mee naar huis worden genomen, zodat deze gewassen kan worden.
8.7
Honden verboden in de school Wanneer een hond wordt meegenomen bij het halen of brengen van kinderen, mag deze niet in school komen en niet bij de ingang van de school vastgezet worden. Bovendien wordt u verzocht uw huisdier in de buurt van de school aan te lijnen. Dit alles omdat kinderen en vooral jongste kleuters erg bang kunnen zijn voor honden. In de tweede plaats nemen we deze maatregel vanwege hygiënische aspecten (allergie).
8.8
Hoofdluis Helaas is de laatste jaren gebleken dat er steeds weer periodes zijn waarin hoofdluis geconstateerd wordt. Ouders dienen de groepsleerkracht op de hoogte te stellen en meteen
maatregelen te nemen ter bestrijding van de hoofdluis. Wanneer er bij een leerling hoofdluis is geconstateerd, worden de ouders van de medeleerlingen op de hoogte gebracht en verzocht hun kind dagelijks te controleren. Als preventiemiddel hebben de Nutsscholen gekozen voor de BugBag, welke u bij toelating van de school ontvangt. De BugBag bestaat uit een sterke nylontent (wasbaar op 30°C) met een S-haak, waarop een nylonkraaltje is bevestigd. Dit waarborgt zo de noodzakelijke hermetische afdichting. Vrijwillige ouders controleren de kinderen regelmatig op hoofdluis. Op school kunt u bij de groepsleerkracht een informatiefolder van de GGD verkrijgen ter behandeling. Wij verzoeken u uw kind pas weer naar school te laten gaan na behandeling van de hoofdluis om verdere verspreiding zoveel mogelijk te voorkomen. Ook vragen wij u uw kind na de vakantieperioden zelf regelmatig op hoofdluis te controleren. Onze school heeft een luizenprotocol en de coördinatie is in handen van twee ouders (de hoofdluiscoördinatoren).
8.9 Kinderwagens Wij vragen het gebruik van kinderwagens in de school zo veel mogelijk te beperken in verband met opstoppingen.
8.10 Lessen buiten de school Regelmatig worden lessen buiten de school aangevraagd. Dit betreft bezoeken aan musea, lessen van de Dienst Groenvoorziening, Milieueducatie en theatervoorstellingen.
8.11 Schoolmelk Elke dag kunnen de kinderen schoolmelk drinken. Ouders kunnen hun kind hiervoor aanmelden via www.campinaopschool.nl. De aanmelding gebeurt in principe maar één maal en de levering gaat automatisch elk jaar door, tenzij het kind door de ouders wordt afgemeld.
8.12 Mobiele telefoons Mobiele telefoontjes zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Ook veel van de kinderen die onze school bezoeken hebben er een. De regel is dat binnen de school en op het schoolplein gedurende schooltijden (inclusief de pauzes) geen mobiele telefoons gebruikt mogen worden. De telefoons dienen voor het betreden
Nutsschool Laan van Poot 37
van de school uitgezet en veilig opgeborgen te worden. De school neemt geen verantwoordelijkheid voor schade of diefstal aan mobiele telefoontjes of andere gadgets zoals mp3-spelers, I-pods, spelcomputers en dergelijke.
8.13 Ontruimingsplan In geval van calamiteiten beschikt de school over een ontruimingsplan. De ontruiming wordt met de leerlingen en leerkrachten geoefend. In geval van een natuurramp, gifwolk of ander dreigend onheil zullen wij handelen conform de richtlijnen van de Gemeente Den Haag (onmiddellijk naar binnen, deuren en ramen sluiten en de radio aanzetten).
8.14 Schoolfotograaf Met de schoolfotograaf bestaat de afspraak, dat hij de leerlingen elk jaar komt fotograferen. Uiteraard is dit geheel vrijblijvend. U kunt de foto’s kopen, maar het is geen verplichting.
8.15 Schoolreizen De kleutergroepen en de leerlingen van de groepen 3 tot en met 6 maken in principe elk jaar een schoolreisje van één dag. De kosten van het schoolreisje variëren per jaar. Ouders ontvangen bericht wanneer de kosten dienen te worden voldaan. De schoolreizen vormen een vast onderdeel van het schoolprogramma. Dit betekent dat alle leerlingen hieraan deel moeten nemen.
8.16 Sponsoring Op onze school vindt nauwelijks sponsoring plaats. Extra financiële middelen, welke worden verkregen middels advertenties in de schoolkrant, acties als Jantje Beton, verhuur van lokalen, een incidentele sponsoractie of anderszins komen ten goede aan de school (zie ook paragraaf Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.).
8.17 Traktaties Natuurlijk zijn traktaties met verjaardagen en andere feestelijke gelegenheden toegestaan. We verzoeken u wel zoveel mogelijk rekening te houden met het gebit en gezondheid van de leerlingen en de leerkrachten.
38 Nutsschool Laan van Poot
8.18 Vervoer van en naar school 8.18.1 Fiets Leerlingen kunnen op de fiets naar school komen. De fiets moet in de fietsenstalling in de kelder worden geplaatst en op slot worden gezet. Liefst met een kabelslot aan het rek. Op de stoep, de speelplaats en de afrit naar de stalling mag niet gefietst worden. De fiets wordt aan de hand meegenomen. Het is niet toegestaan fietsen buiten de schooltijden in de kelder te stallen, tenzij hiervoor door de directie toestemming is gegeven. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade aan of diefstal van fietsen en andere vervoermiddelen. 8.18.2 Auto Ouders die hun kind met de auto naar school brengen, dienen zich aan de geldende verkeersregels te houden en extra voorzichtigheid in acht te nemen in verband met de onervarenheid van kinderen die oversteken en fietsen in de straat. Dit houdt in dat er niet dubbel geparkeerd wordt, dat de auto niet midden op straat wordt stilgezet om kinderen in of uit te laten stappen, dat portieren voorzichtig worden geopend en dat fietsers een onbelemmerde doorgang wordt verleend. De politie is gevraagd hierop toe te zien.
8.19 Vulpen Onze leerlingen krijgen eenmaal in hun schoolloopbaan van school een vulpen. Mocht de vulpen zoekraken of kapot gaan, dan is op school een nieuwe vulpen tegen catalogusprijs te koop. Het gebruik van andere pennen is niet toegestaan, behalve na overleg met de groepsleerkracht. Activiteitenoverzicht De activiteitenkalender is op de website te vinden: www.nutsschool.nl, in het informatieboekje.
9
Activiteitenoverzicht
Per 1 januari 2013 wordt de stichting Haagse Nutsscholen opgeheven. Onze school hoort dan officieel bij stichting Lucas Onderwijs. Door deze overgang worden regelingen genoemd in deze schoolgids aangepast aan de regelingen van Lucas Onderwijs. Wilt u meer informatie over onze school? Bel dan: (070) 3257547 Of bezoek onze website: http://www.nutsschool.nl U bent van harte welkom!
Nutsschool Laan van Poot 39
Nutsschool Laan van Poot Laan van Poot 355 2566 DA DEN HAAG T: ( 0 7 0 ) 3 2 5 7 5 4 7 F: (070) 3236250 I : w w w. n u t s s c h o o l . n l E:
[email protected]
N u t s s c h o o l L a a n v a n Po o t