Notulen nabespreking blok 2.4 27 juni 2013 Voorzitter: Eddy Wierenga Notulist: Manouk Bos Aanwezigen: Kees de Jong (coördinator), Marja Boermeester (coördinator), Kristien Tytgat (docent), Nick van de Klundert(JVT), Yll Nushi(JVT), Isabelle de Vries(Commissaris onderwijs, MFAS), Marin Leijdekkers(SR) Sterke punten ter handhaving: -
Het aanleren van klinisch redeneren in dit blok
Belangrijkste aanbevelingen ter verbetering: -
-
Meer verdieping in de symposia, bijvoorbeeld m.b.v. meer toegepastecasuïstiek en colleges klinische anatomie. Stelling blijft dat de symposia een state-of-the-art beeld zijn van de themaweek, en de main stream ziekten blijven volgen, niet de witte raven. Minder patiënten, bv twee patiënten per dagdeel met aansluitend colleges over de basis van de studiestof, bij voorkeur nav de patient Voorbereidingsopdrachten voor de werkcolleges De studiestof van het COO histologie ter voorbereiding op de snijzaalpractica meer terug laten komen tijdens de practica zelf 20 bonustoetsvragen per student ipv 15
Algemeen Het blok is weer positief beoordeeld, dit is eigenlijk elk jaar het geval. Op de overall indicators was goed gescoord en de kwaliteit van het blok was prima. Kwaliteit van het vak Er werd minder gescoord op het punt feedback. Dit komt voornamelijk door de bonuspuntentoets. De bonuspuntentoets was een digitale toets en dus krijg je dan geen feedback, studenten vinden dit jammer. De uitslag van de tweede bonuspuntentoets was laat, vlak voor het tentamen. De coördinator vraagt zich af wat het uitmaakt of de uitslag van de toets voor het tentamen bekend is. De studenten geven aan dat je door het maken van de toets inzicht krijgt in je leerproces en voortgang, en dit is fijn wanneer je aan het studeren bent voor het tentamen. Op dit moment is er een poule van 150 vragen voor de bonuspuntentoets en de coördinatoren geven aan dat het lastig is elk jaar nieuwe vragen te bedenken, dan moet je inleveren op de kwaliteit van de vragen. Dit maakt het niet mogelijk de antwoorden achteraf te publiceren. Voor de coördinatoren is de bonuspuntentoets niet het moment van feedback. De studenten geven aan dat het wel prettig is om feedback te ontvangen over hoe je hebt gescoord per vakgebied. Dit is mogelijk bij digitaal toetsen. Er zijn nu 15 vragen per toets. Er is nu van elk vakgebied een gelijke hoeveelheid vragen in de toets, dit komt op ongeveer 2 vragen per vakgebied. De vraag is in hoeverre deze feedback per vakgebied dan representatief is voor je vorderingen. De coördinator vindt het vooral een evaluatie van of de student op tijd is begonnen met leren.
Onderwijsuitvoering. Leeropbrengsten Hierop wordt elk jaar goed gescoord. Hoorcolleges Tijdens de hoorcolleges was er redelijk veel herhaling, dit was veel terug te vinden in de losse opmerkingen bij het evaluatieformulier. De coördinatoren geven aan dit juist te hebben geprobeerd goed op elkaar af te stemmen. De symposia werden op maandag gegeven en voor de studenten was dit niet echt een symposium maar een herhaling van de stof van die week. De coördinatoren geven aan dat dit bewust zo was opgezet. Toch vonden studenten dit teveel herhaling, bijvoorbeeld bij het vakgebied histologie. Hiervan is al een COO gemaakt. Het niveau van de hoorcolleges kan dus wel omhoog want hierdoor lijkt de uitdaging voor de student een beetje weg te vallen. De coördinatoren geven aan dat de symposia bewust zijn opgezet als herhaling van de stof van die week. Als je goed hebt meegedaan die week dan is dit goed te volgen. Stof zou meer op zijn plek moeten vallen in een andere context. Het gaat de coördinatoren erom dat je als student de basis kent en zij willen in symposia dus niet ingaan op zeldzame ziekten. De studenten vragen of het mogelijk is de symposia meer verdiepend te maken. Dus symposia waarin je de studiestof toepast in een andere context, bijvoorbeeld met behulp van casuïstiek, zoals bij bijvoorbeeld GKLO. De coördinator geeft aan dat studenten bij een patiëntcollege vaak meer stof behandeld willen hebben in plaats van casuïstiek dus zij is bang dat dit ook bij de symposia een bezwaar gaat worden. De coördinatoren hebben de opdracht gekregen het blok klinisch op te zetten waarin aan het begin van de week de student nieuwsgierig moet worden gemaakt m.b.v. klinische colleges, in het midden van de week verdieping in de stof en aan het eind van de themaweek het toepassen van de stof. Zij denken wel dat het mogelijk is tijdens de symposia meer verdieping te bieden. De colleges van anatomie en celbiologie kunnen meer klinisch gemaakt worden, bijvoorbeeld zoals het buikpijn college. Dit college heeft nu ook een interessante draai gekregen. Er mag wel een ingewikkelde casus gepresenteerd worden. Dus het gaat niet om het presenteren van meer wetenschappelijke studies maar om toepassing van de stof. De coördinatoren geven aan dat het de bedoeling is om een veelvoorkomende ziekte vanuit verschillende disciplines te behandelen. Bij anatomie kan bijvoorbeeld de kliniek van een portocavale anastomose besproken worden. Dan kan de presentatie worden afgestemd op een casus. Door de studenten werd vaak gevraagd waarom er eerst een patiëntcollege is en daarna pas de studiestof gepresenteerd wordt. Omdat de uitleg pas later komt kun je geen gerichte vragen stellen aan de patiënt en daardoor valt het soms stil tijdens college. De coördinatoren geven aan dat hier wel een didactische gedachte achter zit. Het zou ook een optie zijn om alles wat op te schuiven. Dus dinsdag, woensdag en donderdag werkcolleges en practicum, vrijdag patiëntcollege en maandag themasymposium. Het probleem is dan wel dat studenten dan tijdens de werkcolleges nog maar weinig voorkennis hebben. Een andere optie is de basis van de stof uitleggen tijdens patiëntcolleges. In plaats van 3 of 4 patiënten zouden er dan 2 patiënten kunnen komen met tussendoor colleges over de basis van de stof. Dit lijkt iedereen de beste optie.
Werkcolleges Soms duurt het tijdens de werkcolleges te lang voordat er respons komt vanuit de studenten. De werkcolleges moeten interactiever worden. Sommige docenten voelen het niet goed aan wanneer studenten niet zijn voorbereid en blijven dan te lang bij één vraag hangen. Het is aan te bevelen te werken met voorbereidingsopdrachten. Op dit moment zijn die er nog niet voor alle werkcolleges. De docent moet hier dan wel actief naar vragen en op controleren. Het moet dan ook duidelijk tijdens het introductiecollege aangegeven worden dat deze opdrachten verplicht zijn en ze moeten terug te vinden zijn op Blackboard. Practica De practica worden goed gewaardeerd. Het werken met een snijzaalassistent werkt goed. Er wordt wel vaak door studenten gevraagd waarom de practica op snijzaal zijn. De coördinator kan hier heel kort over zijn, omdat er met preparaten gewerkt wordt, dit is tijdens blok 2.2 en 2.3 niet anders. Het COO wordt verplicht gesteld ter voorbereiding voor het practicum. Er wordt dan steekproefsgewijs gecontroleerd of de student dit heeft voorbereid. Studenten vinden dit verwarrend. Studenten hebben meer motivatie om iets goed voor te bereiden als zij weten dat zij hier ook daadwerkelijk op worden getest. Op dit moment wordt gecontroleerd of je het COO überhaupt hebt doorlopen. Ook vinden de studenten het jammer dat de stof uit de COO’s niet terugkomt in de snijzaalpractica. Hierdoor voelt deze voorbereiding een beetje nutteloos. De docenten en coördinator vinden het noodzakelijk dat de student eerst kennis vergaart over de histologie en celbiologie van normale weefsels voordat men de pathologie ervan kan begrijpen. Het COO is dus geen ingangstoets maar bevat noodzakelijke studiestof om de klinische pathologie beter te kunnen begrijpen. Voor de studenten werkt dit een beetje demotiverend omdat het voelt of je het COO voor niets hebt gemaakt. Er wordt gevraagd of dit niet meer in elkaar verweven kan worden. Het nadeel hiervan is wel dat er dan minder verdieping komt in de casuïstiek van de snijzaalpractica, anders kom je in tijdnood. Minder casus is wegens de groepsgrootte ook geen mogelijkheid. Er wordt gevraagd of het mogelijk is dit dan tijdens één casus te verwerken. Het probleem is, geeft de coördinator aan, dat alle vakgebieden (radiologie, pathologie, chirurgie en mdl) allemaal meer stof willen behandelen maar dat dit eigenlijk niet kan wegens gebrek aan tijd. De input van de studenten wordt in ieder geval meegenomen. Bonuspuntentoets Is eerder besproken, zie ‘kwaliteit van het vak.’ Tentamen Bij één vraag van de rode draad farmacologie stond het antwoord per ongeluk onder de vraag. Veel mensen hebben het tentamen gecontroleerd maar helaas was dit niet opgemerkt. Er stonden bij enkele vragen ook wat woorden vetgedrukt wat tot verwarring leidde. Soms worden vetgedrukte woorden vanaf een computerscherm niet duidelijk weergegeven en daarom wordt het niet opgemerkt. De coördinator vond het jammer dat er veel bezwaren over zijn gekomen achteraf en dat dit niet door de studenten bij de surveillanten is aangekaart tijdens het tentamen. Om deze reden werd er niet in gegaan op deze bezwaren. Logistiek Wederom waren de surveillanten tijdens het tentamen van zeer matige kwaliteit. Er werd
tussendoor gepraat en daarnaast was er geen microfoon of versterker waardoor veel studenten de surveillant niet konden verstaan. Het tentamen vond plaats in het World Fashion Centre. Dit wordt door iedereen ervaren als een slechte tentamenlocatie. Het probleem is dat het AMC de tentamenlocaties bij een centraal bureau moet aanvragen en dit dus ook niet kan weigeren. Door dit centrale bureau wordt het World Fashion Centre als prima tentamenlocatie gewaardeerd. Echter, de studenten, coördinatoren en docenten vinden dit een tentamenlocatie van onvoldoende kwaliteit. De coördinator was de eerste 45 minuten van het tentamen aanwezig en kan dit alleen maar bevestigen. Het slagingspercentage dit jaar was 83%. De bonuspuntentoets niet meegerekend was dit 75%. Het was prettig dat de bezwaren via facebook konden worden gebundeld en dat hier later ook de antwoorden konden worden teruggekoppeld. De coördinator heeft dit ook als prettig ervaren, de bezwaren waren al gefilterd. De coördinator kan niet zeggen of dit ook daadwerkelijk heeft geleid tot minder losse bezwaren, deze variëren altijd sterk per jaar. In de losse opmerkingen is veel waardering uitgesproken over de disciplines, onderwerpen en docenten. De studenten vinden dat tijdens het blok het klinisch redeneren wordt aangeleerd en dit vinden zij prettig. De coördinator geeft aan dat wanneer je tijdens dit blok goed meedoet, je het tentamen ook goed kan halen. Er wordt nooit gevraagd naar onbekende, weinig voorkomende ziekten of rariteiten. Punten ter verbetering studiejaar 2011-2012
Onderwerpen noemen als studiestof in plaats van exacte pagina nummers. Prima, daar kwamen dit jaar geen opmerkingen over. Docenten van de werkcolleges op de hoogte stellen van de tijdsduur en pauze’s van een werkcollege Dit punt is wel weer langsgekomen. De studenten vinden het prima dat een college langer duurt, als dit maar wel van tevoren wordt gemeld. De coördinator geeft aan dit duidelijk te hebben gezegd tijdens het introductiecollege. Het is twee keer voorgekomen dat docenten niet wisten dat er een pauze moest zijn. Dit waren invallers. Het is fijn als studenten dit van tevoren weten. Een college van de radiologie, dat gegeven werd door twee promovendi met onderwijservaring, was niet goed voorbereid. Dit college werd dan ook niet erg gewaardeerd omdat het op de studenten overkwam alsof het college niet was voorbereid. Als de JVT nog even goed uitzoekt om welk college het precies ging, kunnen de coördinatoren de docenten hierop aanspreken. Het werkcollege van IBD was een goed werkcollege, gegeven door Gijs van den Brink. Hier was nog een probleempje: Gijs vd Brink nam dit WC over van een andere docent, maar had niet in de gaten dat hij slechts een uur had en het tweede uur voor Esther de Jong van C&H was. Toen dit duidelijk werd had Esther de Jong nog 20 minuten voor haar deel van het WC. Dit was een communicatie foutje. Hoorcolleges eerder op blackboard plaatsen Ook dit jaar waren sommige colleges volgens de studenten laat. De coördinator kan zich hier niet in vinden, er is hier juist actief op gecontroleerd. Er werd vaak door studenten
aan de JVT gevraagd of zij konden regelen dat er colleges online kwamen. Volgens de coördinator stonden 95% van alle colleges binnen een uur online. Voor de bonuspuntentoets ontbraken twee colleges, dit kwam doordat de docenten geen toegang hadden tot Blackboard. Hier wordt bewust veel aandacht aan besteed en de coördinatoren vonden dat het dit jaar goed geslaagd is. Dit blok zijn er wel altijd veel patiëntencolleges dus werden veel colleges niet opgenomen. TOA’s doen hier soms redelijk moeilijk over, zij nemen ook geen colleges op wanneer er patiëntgegevens in de slides voorkomen. Het is aan de docent om patiëntgevoelige informatie uit de PowerPoint te halen en deze in PDF op Blackboard te plaatsen. De webcolleges zijn geen oplossing voor de ontbrekende of laat beschikbare PowerPointpresentaties. De webcolleges worden wel goed bekeken, vooral tijdens de tentamenweek. Het is bij geneeskunde niet zo dat colleges minder bezocht worden door de webcolleges. 20 bonuspunttoetsvragen in plaats van 15 vragen om de eerlijkheid van de toets te vergroten. Eerder besproken, zie ‘kwaliteit van het vak’ Minder overlap tussen de hoorcolleges in de week over IBD Eerder besproken, zie ‘hoorcolleges’ Afstemming van het radiologie onderwijs, zodat docenten elkaar niet meer tegen spreken. Dit jaar was er onduidelijkheid over het bepalen van amylase/lipase bij pancreatitis. Door docenten werden verschillende opties genoemd. Het AMC-protocol is het bepalen van amylase, maar hierover is discussie. De coördinator geeft aan dat discussie over bepaalde dingen (denk aan het wel/niet prikken van CRP) in de kliniek ook voorkomt en dat dit dus prima past in een medisch curriculum zolang het niet gaat over de basics. Het moet niet om belangrijke tentamenonderwerpen gaan. De geneeskunde is nou eenmaal niet zwart-wit. De coördinator vraagt aan de JVT of op zij op facebook zouden kunnen posten of studenten vragen over het plaatsen van PowerPointpresentaties op facebook kunnen mailen naar de desbetreffende docent en niet naar de coördinator zelf. De JVT noemt dat het misschien beter is dit tijdens het introductiecollege te noemen aangezien de tweedejaars geen blok 2.4 meer hebben. Dit op facebook zetten is daarbij verwarrend aangezien dit sterk wisselt per blok. De JVT geeft aan acht colleges op één dag wel wat veel te vinden. De coördinator geeft aan dit volgend jaar weer te doen, aangezien er namelijk nog eens twee extra vrije dagen in het blok vallen (goede vrijdag en tweede paasdag), naast alle andere vrijde dagen zoals koningsdag, 1 mei, hemelvaartsdag etc. Op dit moment is het conceptrooster beschikbaar en dit is nog niet in orde. De coördinatoren gaan hiermee aan de slag.