Notulen : Maatschappelijke Zaken Commissie Vergadering d.d. : 30 september 2013 om 20.00 uur : de heer W.J. Tuijnman : de heer M.A. Bourdrez : de dames E.B. Kooijman-Gross (GroenLinks) en P.G. Tanja (PvdA) en de heren H. Berkheij (ChristenUnie), M. Bok (VVD), H. van de Graaf (CDA), A.J. Hoek (VVD), W.N. Moret (CDA) en J.F. Oosterkamp (Strijens Belang) : Afwezig m.k. : Afwezig z.k. : de heer A.O. Mol Notulist Verder aanwezig : de heren G.M.J. Janssen (wethouder), C.W.A.M. Rommens (sectorhoofd Maatschappelijke Zaken) en mevrouw M. Brink (regionaal projectleider Participatiewet Hoeksche Waard, agendapunten 4 en 5). Voorzitter Griffier Aanwezige leden
1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststelling commissieagenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers Niemand heeft zich aangemeld voor het spreekrecht. 4. Presentatie Kadernota Werk en Inkomensondersteuning/Participatiewet Mevrouw Brink geeft aan de hand van een aantal hand-outs een presentatie over de nieuwe Participatiewet en de manier waarop deze wet in de Hoeksche Waard zal worden ingevoerd. Deze hand-outs zijn bij dit verslag gevoegd. De heer Moret vraagt of de € 100.000, die fictief voor de Wajong is opgenomen, afhankelijk is van de herkeuring die gaat plaatsvinden. Mevrouw Brink beaamt dit. De heer Hoek constateert dat er bij de nulmeting al een flink tekort wordt berekend. Mevrouw Brink zegt dat dit tekort is gebaseerd op ongewijzigd beleid. De heer Bok vraagt, naar aanleiding van de uitleg over de doelgroepen, of er ook niet een groep 4 is, voor mensen die helemaal niet kunnen werken. Mevrouw Brink zegt dat er altijd een maatschappelijke verdiencapaciteit is. Vanuit het begrip ‘eigen kracht’ en ‘eigen netwerk’ kan er altijd een bijdrage worden geleverd aan de maatschappij. De heer Hoek vraagt naar de positie van Oud-Beijerland in de uitvoeringsorganisatie. Wethouder Janssen zegt dat vier gemeenten een duidelijk standpunt hebben ingenomen over de uitvoeringsorganisatie op Hoeksche Waards niveau. Oud-Beijerland ziet het groter. Er zijn verschillende mogelijkheden. Spreker wil gaande het proces blijven kijken of het loopt en of het groter moet. Als die noodzaak er niet is, kan er op H.W.-niveau gewerkt worden. De heer Van de Graaf vraagt wie er aan de bel trekt als de 300 euro per persoon te weinig blijkt te zijn. De heer Bok constateert dat in groep 1 bij de RSD eind 2011 41% is. Half 2013 is dat 18%. Hij had een tegenovergestelde beweging verwacht gezien de instroom vanuit de ww. Op basis waarvan zijn deze cijfers berekend?
Waleplein 2 - 3291 CZ Strijen Postbus 5881 - 3290 EA Strijen Tel. 078 674 82 00 Fax. 078 674 82 95 Email:
[email protected] Web: www.strijen.nl
-2Mevrouw Brink zegt dat de ww-mensen al dusdanig lang van de arbeidsmarkt af zijn, dat zij niet zelfstandig meer aan het werk komen. Dat verklaart waarom de groep van 39% van de tweede doelgroep zo is gegroeid. De heer Bok merkt op dat dit in 2011 ook zo was. Mevrouw Brink zegt dat het aantal mensen dat het eind van de ww bereikte drastisch lager was. De verwachting is – bij de uitvoering van het Sociaal Akkoord – dat deze mensen nog eerder komen. De heer Tuijnman vraagt naar een vergelijk in de aanpak tussen de Hoeksche Waard en andere regio’s. Mevrouw Brink zegt dat er regionale kleuring is. De Hoeksche Waard is omgeven door verschillende arbeidsmarktregio’s. 5. Kadernota Werk en Inkomensondersteuning / Participatiewet De heer Hoek heeft moeite met de nota. Er zijn veel onzekerheden ten aanzien van invoeringsdatum, het wetsvoorstel, de financiën. Hoe kun je hier wat zinnigs over zeggen? De VVD wil voorkomen dat de burgers van Strijen via een omweg opgezadeld worden met hogere lasten. Het stuk geeft een richting aan, maar dat is alles wat er over te zeggen is. Hij verwacht een extra tekort van € 500.000 in de Hoeksche Waard. De heer Moret zegt dat de nota richtinggevend is. In de toekomst kijken is moeilijk. Het zal geduld vergen voor de regering spijkers met koppen slaat. We moeten echter wel zorgen dat de boel tijdig op de rails staat. Wij vertrouwen erop dat er hard aan gewerkt wordt in de regio. Mevrouw Tanja: De context waarin deze wet tot stand komt is duidelijk: één uitvoeringsorganisatie voor de gehele doelgroep klinkt logisch en moet efficiencyvoordeel opleveren en de kwaliteit van de professionals verhogen. In de inleiding staat tevens dat reïntegratiemiddelen voor doelgroep 2 ingezet worden. Wat gebeurt er dan met doelgroep 3? Laten we die aan hun lot over? Wel is deze groep verplicht verantwoordelijkheid te nemen om te participeren in de samenleving en de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Hoe verplichten we hen en hoe spreken wij hen aan als het niet gebeurt? De Partij van de Arbeid is het eens met het uitgangspunt dat een ieder die kan werken ook werkt en dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid dragen. Daar waar het niet mogelijk is, is de Participatiewet het vangnet. Waar komt de financiering van voorzieningen voor doelgroep 3 vandaan? Bij een burger, of een gezin met meervoudige problemen moet één regisseur zijn die de gemeentelijke regie voert. Er kunnen problemen zijn over meerdere wetten en regelgeving heen. Hoe ziet de wethouder dat voor zich? De Partij van de Arbeid is van mening dat de Hoeksche Waardse gemeenten het goede voorbeeld moeten geven door mensen die werkloos zijn en jongeren die moeilijk werk kunnen vinden, stages aan te bieden en bij aanbestedingen een SROIconstructie af te dwingen. Een burger die inkomensondersteuning krijgt is verplicht tot inzet en daar zal sterk op gehandhaafd worden. Aan wat voor inzet wordt dan gedacht en op welke manier wordt er dan gehandhaafd? Ten aanzien van het inkomensondersteuningsbeleid vind ik de opmerking over de aangekondigde maatregelen vanuit het rijk onduidelijk. Er wordt over risicofactor gesproken, zonder concretisering. De financiële vertaling die in de punten 1 tot en met 7 op pagina 17 en 18 wordt gegeven vindt de Partij van de Arbeid vragen oproepen. Bijvoorbeeld: hoeveel en welke gelden moeten uit het domein Wmo en Welzijn komen en moest daar ook al niet bezuinigd worden? En kan dit zonder andere ingrijpende consequenties en is er überhaupt kans op alternatieve financieringsstromen zoals genoemd. Welke heroverwegingen moeten op het inkomensondersteuningsbeleid komen binnen welke financiële kaders? De Partij van de Arbeid vindt het bijzonder lastig om uitgangspunten vast te stellen terwijl er zoveel onduidelijk is. Mevrouw Kooijman sluit zich in grote lijnen aan bij de vorige spreker. Groen Links heeft er bezwaar tegen dat er zoveel op de gemeenten wordt afgeschoven. Er komen protesten uit het hele land. Wanneer gaan de 17 gemeenten uit Zuid-Holland Zuid aan de bel trekken? Op papier ziet het er allemaal redelijk uit. Wij zijn er ook voor dat er bespaard moet worden, dat het anders moet. Twee vragen: Het aantal Wajong’ers is in de Hoeksche Waard is in verhouding met de andere werklozen WWB en WSW schrikbarend hoog. Is daar een vergelijking met de rest van het land? Hoe liggen daar de verhoudingen? In 2015 vindt er een herkeuring plaats van de Wajong-gerechtigden. Een deel zal onder de Participatiewet gaan vallen. Wij betwijfelen of de € 100.000 die daarvoor geraamd is voldoende is.
-3Wethouder Janssen: Iedereen in de Hoeksche Waard heeft gezegd: het moet met de middelen die we van het rijk krijgen. Dat is het uitgangspunt. Daar wordt alles op ingezet. Van de andere kant moet er een wet worden uitgevoerd. En als daar niet voldoende geld tegenover staat, kunnen we hoog of laag springen, maar de wet moet worden uitgevoerd. Bij ongewijzigd beleid zal er zeker geld tekort zijn. Dus we gaan strenger aan de poort staan, we gaan veel meer tegenprestaties vragen. Het geld dat kan worden terugverdiend door een lagere uitkering zal opnieuw worden ingezet om de mensen die het nodig hebben te leveren wat we kunnen leveren. De wet moet nog door de Tweede Kamer. De verwachting is dat dit in 2013 gebeurt. Als het vorige kabinet was blijven zitten, zou de wet waarschijnlijk al in 2014 zijn ingevoerd. We kunnen niet wachten tot we alles precies achter de komma weten. Je kunt nu beter dingen doen die je later misschien moet bijstellen, dan dat je er straks niet klaar voor bent. We laten groep 3 niet aan hun lot over. We proberen bij de groepen waar je echt wat sneller resultaat kunt krijgen dat ze naar de arbeidsmarkt gaan dat we daar op inzetten, omdat zij eigenlijk een stukje geld zouden moeten kunnen verdienen voor de groep 3. We moeten wel ergens dat geld vandaan halen. Die mensen kunnen dan misschien wel niet echt geld verdienen, maar ze hebben wel een maatschappelijke verdiencapaciteit, op allerlei vlakken. Ik denk dat we daar heel creatief moeten zijn met elkaar. Mevrouw Tanja: Uitgangspunt in de kadernota is dat de gelden niet beschikbaar zijn voor groep 3. De gelden die voor die groep 3 beschikbaar moeten komen, die moeten uit bijvoorbeeld Wmo-geld komen. Bij de Wmo moet het echter ook met veel minder. Ergens zal de wal het schip keren. Vandaar mijn bezorgdheid over de groep 3. Wethouder Janssen zegt nogmaals niemand aan het lot over te laten. We weten echter nog niet precies hoe het gaat lopen. De heer Van de Graaf citeert: ‘Het grootste deel van de reïntegratiegelden wordt ingezet voor de groep met arbeidspotentie.’ Dus ook een deel voor de groep zonder arbeidspotentie. Hoe kan je iemand zonder arbeidspotentie reïntegreren? Wat daar staat is niet wat mevrouw Tanja zegt. Neemt niet weg dat er ook zorg is voor de groep 3. Wethouder Janssen: Eén van de middelen die je kunt hebben voor groep 3 zijn de gelden die groep 1 en 2 voor jou terugverdienen. Die mag je wel inzetten. Het Participatiebudget als zodanig mag er niet voor ingezet worden. Spreker geeft een voorbeeld van inkomensondersteuning, bijvoorbeeld een fiets om mee naar het werk te gaan. Het gaat om maatwerk. De vraag over het aantal Wajong’ers kan spreker niet beantwoorden. Mevrouw Brink zegt hierop dat de vertaalslag van de Wajong naar de Participatiewet nog niet gemaakt is. Het is niet gezegd dat de groep die onder deze wet gaat vallen ook zo groot is. In tweede termijn vraagt mevrouw Kooijman naar de mogelijkheden voor de gemeente Strijen voor reïntegratie van de doelgroepen Participatiewet. Zijn er al potentiële werkgevers en hoeveel werken er van die groep al bij de gemeente Strijen? Mevrouw Tanja herhaalt een aantal eerder gestelde vragen waarop zij nog geen antwoord heeft gekregen. De heer Hoek vindt dat de VNG had moeten protesteren bij het rijk. Het rijk moet concreet beleid aanbieden en niet de gemeenten opzadelen met allerlei onzekerheden. De heer Moret vraagt zich af of de nieuwe welzijnsorganisatie in de Hoeksche Waard een rol kan spelen bij de activiteiten van doelgroep 3. Wethouder Janssen: Regisseur. Als het meervoudig is, dan is het nog steeds zo, dat er ten aanzien van dat ene gezin één regisseur, één aanspreekpunt is voor de zaken die in dat gezin spelen. Die regisseur houdt bij, regelt en spreekt aan. Dit is allemaal nog niet tot in detail uitgewerkt. Er zijn momenteel stages bij de gemeente Strijen. Er ligt een nota van P. en O. om te kijken of er bredere inzet mogelijk is. De wederkerigheid moet ook nog worden uitgewerkt. Eerst met de kaders aan de slag en vandaar uit aan het werk. Het transformatieteam onder leiding van de Integraal Projectleider gaat aan de slag met de gelden voor Wmo en Welzijn. Bij de RSDHW en WHW-bedrijven is op dit moment een werkgeversbenadering aan de slag. En zo gauw wij ergens een seintje krijgen of zelf op bezoek gaan of van anderen horen dat er mogelijkheden zijn of wij vinden zelf dat er
-4mogelijkheden zijn, dan spreken we bij werkbezoeken de ondernemer erop aan en laten contact leggen. Daar zijn resultaten van. Als er gelegenheid wordt gecreëerd, zit daar geld aan vast. Het moet passen binnen de eigen financiële mogelijkheden. Het moet ook een zinvolle invulling zijn, geen bezigheidstherapie. Het kan ook geen verdringing zijn van een reguliere arbeidsplaats. De VNG heeft gedaan wat zij kon, en ook de regio ZHZ heeft naar het rijk toe gereageerd. Welzijn Hoeksche Waard gaat niet op de stoel van de Wmo zitten, maar gaan ons helpen om die mensen die daarin iets moeten doen aan een goede tijdsbesteding te helpen. De voorzitter stelt voor hiervan een bespreekstuk te maken. Technische vragen kunnen via de griffier worden gesteld, zodat de discussie in de raad niet verzandt in technische vragen. De voorzitter concludeert dat de commissie unaniem is in zijn scepsis over de nota en heeft vastgesteld dat er hard gewerkt wordt om tijdig gereed te zijn voor de invoering van de wet. Mevrouw Tanja zegt dat je eigenlijk niet tegen kunt zijn. Vóór zijn is ook lastig omdat je zoveel niet weet. 6. Vaststellen notulen van de vergaderingen van 27 mei 2013 en 2 september 2013 De notulen van 27 mei 2013 zijn aangepast en worden als zodanig nu vastgesteld. Met betrekking tot de notulen van 2 september zegt wethouder Janssen, naar aanleiding van de gestelde vraag over het resultaat van de preventie, dat deze resultaten in 2014 duidelijk zullen worden wanneer opnieuw een regionale gezondheid toekomstverkenning zal worden uitgevoerd. Dan kan er worden vergeleken met de resultaten uit 2010. De heer Berkheij mist ChistenUnie achter zijn naam bij de aanwezige leden. Dit wordt aangevuld. Punt 5 onder mededelingen: Mevrouw Kooijman: waar staat: Het café wordt gerund voor vrijwilligers moet zijn: door vrijwilligers. Blz. 4: Mevrouw Tanja vraagt naar de oplevering van de stukken ten aanzien van de transitie en transformatie van de Jeugdzorg. Wethouder Janssen zal dit nagaan en via de griffier doorspelen. Blz. 5: Waar mevrouw Tanja letterlijk heeft gezegd dat zij bang was dat er gespaard gaat worden, heeft zij bedoeld dat je het moet hebben over de opbouw van het eigen vermogen. Met inachtneming van deze wijzigingen wordt het verslag vastgesteld. 7. Ingekomen stukken en mededelingen Mededelingen Er zijn geen mededelingen. Ingekomen stukken a. Bestuursrapportage 2e kwartaal 2013 RSD HW De heer Hoek heeft het stuk met voldoening gelezen. Het ziet ernaar uit dat 2013 goed kan worden afgesloten. De heer Moret is ook tevreden, hoewel er in het tweede halfjaar wel meer instroom wordt verwacht. Wethouder Janssen zegt dat het aantal uitkeringsgerechtigden in de Hoeksche Waard naar verhouding lager ligt dan het landelijk gemiddelde. De bestuursrapportage wordt voor kennisgeving aangenomen. De commissie stelt de gemeenteraad voor het stuk via de lijst van ingekomen stukken af te handelen. b. Herstellen en terugplaatsen van bronzen beeld (schaapjes) op ‘de Kaai’ Mevrouw Kooijman vraagt naar het verschil in de offertes (€ 6.000 tegen € 3.000). Wethouder Janssen zegt in eerste instantie geschrokken te zijn van de herstelkosten. Er is toen nog eens bij een plaatselijke ondernemer geïnformeerd en die kon het voor de helft van de kosten doen.
-5Mevrouw Kooijman vraagt of de daders van de vernieling zijn opgespoord. De wethouder zegt dat dit niet het geval is. De voorzitter stelt voor om een publicatie te maken waarin duidelijk wordt gemaakt wat deze vorm van agressie de gemeente gekost heeft. De commissie neemt het besluit voor kennisgeving aan. 8. Visie Sociale Domein Hoeksche Waard De heer Moret zegt dat de veranderingen die op de gemeenten afkomen groot zijn. Met deze visie kennen we de richting die we op willen. Het CDA hoopt dat dit document mag bijdragen aan het op de juiste wijze vormgeven aan de complexe veranderingen die op de gemeente afkomen, maar ook op de inwoners en op de maatschappelijke organisatie, en met name in de rode draad gemeenschappelijke consultatie vindt ook het CDA dat het korter en bondiger zou moeten worden opgeschreven. De heer Hoek vindt het een complex geheel en vraagt zich af of de brede uitgangspunten wel uitvoerbaar zijn, ook financieel gezien. Mevrouw Tanja: In mei hebben we ook al gesproken over de visie en afzonderlijke stukken van de verschillende transities. Die hebben we ook bediscussieerd. In deze nieuwe versie zijn zes kernwaarden benoemd en tegen die kernwaarden kun je op zich niets hebben. De uitgangspunten lijken hier en daar wel wat theoretisch, met name in onze individualistische maatschappij. Wij verwachten van de burgers die gebruik maken van regelingen en voorzieningen een bepaald gedrag, maar wat hebben we in handen hen daartoe te brengen, als ze het niet spontaan doen. Sancties door bijvoorbeeld te korten kan, maar dat geldt niet voor alle situaties. De Partij van de Arbeid wil te allen tijde dat burgers met minder financiële middelen ondersteund kunnen worden. Zorg en ondersteuning moet toegankelijk zijn. De Partij van de Arbeid is blij dat in deze versie klip en klaar staat dat mantelzorgers gefaciliteerd en ondersteund worden. De Partij van de Arbeid blijft het lastig vinden om bij de dilemma’s keuzes te maken, vooral omdat niet duidelijk is wat het financiële kader exact is. Stel dat de middelen van het rijk minder tegenvallen dan we vermoeden, dan kan een dilemma ineens geen dilemma meer zijn. De Partij van de Arbeid gaat dan ook geen antwoord op de verschillende vragen geven. Deze vragen komen bij de uitvoeringsstukken aan de orde, of niet. Een deel van de vragen zijn al beantwoord bij de behandeling van de deelonderwerpen, bijvoorbeeld de kanteling van de Wmo. De Partij van de Arbeid heeft er geen bezwaar tegen dat andere organisaties de uitvoering doen, mits we de rol van opdrachtgever goed invullen. De Partij van de Arbeid vindt de leefbaarheid in de kernen belangrijk. We willen dan ook niet dat maatregelen bv. vereenzaming in de hand gaan werken. De Partij van de Arbeid vindt het belangrijk dat alle jeugdigen in beeld zijn en dat het kind dat zorg nodig heeft dit ook krijgt. Bij multi-problemen heeft één de regie en wordt samengewerkt. De Partij van de Arbeid is er wel voor dat datgene wat de burger zelf kan, of kan organiseren, ook doet, zodat de middelen daar terecht komen waar het het meest nodig is. Preventie vindt de Partij van de Arbeid belangrijk. Kan de wethouder uitleggen wat bedoeld wordt met de territoriale aanpak in plaats van de inhoudelijke aanpak? Wethouder Janssen zegt dat er eerst een uitvoerige nota was. Na bespreking in het maatschappelijk middenveld is er een korte en bondige nota gekomen. Er volgt inderdaad een nadere uitwerking. Uitvoering moet met de beschikbare middelen. Het verschil tussen territoriale en inhoudelijke aanpak zal schriftelijk worden uitgelegd. De commissie adviseert de gemeenteraad in te stemmen met het raadsvoorstel. Het stuk zal als bespreekstuk worden geagendeerd. 9. Beleidsbrief sturing zorg voor jeugdigen Zuid-Holland Zuid De heer Moret zegt in te kunnen stemmen met de brief. De verdere uitwerking met het stoplichtenmodel verdient een compliment. Het is duidelijk en overzichtelijk. De heer Hoek kan ook instemmen met het stuk. Hij wil dat de kosten beheerst worden. Hij mist de interventiemomenten. Wanneer grijp je in als het financieel uit de hand loopt. Wat zijn dan de eventuele sancties?
-6Mevrouw Tanja is het eens met de acht punten en de uitwerkingsvraagstukken die benoemd zijn. Bij de verdere uitwerking van het beleid en de verordening praten we verder. Wethouder Janssen zegt dat het kind centraal staat. Als je een kind in je gemeente hebt dat naar een inrichting moet, dan kom je met een grote kostenpost te zitten. Dan gaat het belang van het kind voor. Dat is de mening van het college. De voorzitter concludeert dat de uitgangspunten uit de brief breed gedragen worden door de commissie. Het wordt geagendeerd als bespreekstuk. 10. Ontwerp programmabegroting 2014 en Meerjarenbegroting 2015-2017 blz. 3 tot en met 6 De heer Hoek geeft zijn complimenten voor de duidelijke begroting. Alles staat erin. Ook de terugblik op de laatste vier jaren is erg duidelijk. Een essentiële post die is opgenomen is de stelpost van € 400.000 in verband met de decentralisaties. Zeer recent is van deze post al een bedrag van € 275.000 door het rijk geclaimd. Het is diep triest dat Den Haag de gemeenten zo in onzekerheid laat over allerlei belangrijke zaken. De heer Moret spreekt ook zijn complimenten uit. blz. 18 Mevrouw Tanja vraagt of haar conclusie klopt dat de ICT-kosten van de RSD in 2014 weer aanzienlijk hoger uitkomen dan aanvankelijk berekend is? Wethouder Janssen zegt dat dit klopt. blz. 18 De heer Van de Graaf vraagt naar de kosten voor een projectleider. Is dit bedrag (€ 6.610) voor Strijen alleen of voor de hele Hoeksche Waard. Wethouder Janssen zegt dat dit ons portie is. blz. 49 Mevrouw Kooijman zegt het jammer te vinden dat er zoveel op kunst en cultuur wordt bezuinigd. Wethouder Janssen zegt dat de bezuiniging op de subsidie van de bibliotheek te maken heeft met het feit dat de bibliotheek in de Mfa minder huur gaat betalen dan zij thans doet. Met ToBe zal het gesprek worden aangegaan en in overleg met andere partijen zal geprobeerd worden de verschraling niet te laten gebeuren. blz. 55 De heer Van de Graaf vraagt of de genoemde notitie uit 1997 niet eens ververst moet worden? Wethouder Janssen zegt dat deze opsomming weleens opgeschoond zou kunnen worden. 11.Actie- en aandachtslijst t.b.v. de commissie Maatschappelijke Zaken 10. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. 11. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 21.55 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Maatschappelijke Zaken, gehouden op 25 november 2013. De griffier,
De voorzitter,
M.A. Bourdrez
W.J. Tuijnman