Notitie onderwerp
Wbb-code kenmerk datum van afdeling
Overzicht historie en huidige situatie bodemonderzoek en bodemsanering Rooswijk te Zaandijk NH.0479.00020 en NH.0479.00021 Z/2010/321255 24 september 2010 Marcel Schaft Milieu Hieronder volgt een beschrijving van de historie van de bodemsituatie ter plaatse van Rooswijk. In de tekst wordt verwezen naar de rapporten waar de informatie uit gehaald is. Deze rapporten zijn opgenomen in bijlage 1. In de bodemsituatie van Rooswijk wordt onderscheid gemaakt in twee fases. Het zuidelijke deel, ook wel bekend onder Rooswijk 1700, later ook wel Rooswijk bebouwd en het noordelijke deel, ook wel bekend onder Rooswijk 1000. De begrenzing van beide delen wordt gevormd door de Sluissloot. Aan de zuidzijde wordt Rooswijk begrensd door de Simon Gammersloot. Noordelijk deel Rooswijk Het noordelijke deel is bouwrijp gemaakt vanaf 1990 en aansluitend gebouwd. Voor de bouw is het aanwezige stortmateriaal onderzocht en verwijderd. Onderzoek heeft plaatsgevonden in de periode 1981-1985. Het verwijderen van het materiaal heeft plaatsgevonden in 1985 en 1986. Het materiaal is afgevoerd naar de stortplaats Nauerna. Het afvalwater is geloosd op het gemeentelijke riool. Hiervan is echter geen saneringsplan of saneringsevaluatie, zoals dat in latere tijden wel werd opgesteld. Omdat er vrijwel geen documentatie van de sanering is en omdat in latere onderzoeken geen stortmateriaal is aangetroffen, wordt verder niet op het noordelijke deel van Rooswijk ingegaan. Zuidelijk deel Rooswijk Het zuidelijke deel is eerder gebouwd, tussen circa 1962 [9] en 1972, na bouwrijp maken op het stortmateriaal. Hetzelfde geldt voor het gemeentehuis dat stamt uit 1974 en voor de scholen Sjalom en De Zoeker en Seanredam College. Hier is onderzoek uitgevoerd in dezelfde periode als ter plaatse van het noordelijk deel van Rooswijk, namelijk 1981 – 1985. Situatie 1985 Naar aanleiding van de diverse bodemonderzoeken is in 1985 in een saneringsonderzoek opgesteld [1]. Onderstaande informatie afkomstig uit deze rapportage en de bijbehorende bijlagen [2]. In bijlage 2 zijn stortgegevens van het zuidelijke deel van Rooswijk en een tekening met de globale locaties opgenomen. Uit historische informatie en de onderzoeksgegevens van saneringsonderzoek blijkt dat door nagenoeg het hele zuidelijk deel van Rooswijk in het verleden afvalmateriaal is gestort, zowel in de voormalige sloten als in de tussengelegen terreingedeelten. Het materiaal bestaat overwegend uit bouwafval, sintels en slakken. In de terreingedeelten direct grenzend aan de Oud Heinstraat wordt ook huishoudelijk afval aangetroffen. De aanwezige ‘schone’ afdeklaag varieert sterk is dikte. Plaatselijk komt afvalmateriaal nagenoeg direct aan het oppervlak voor. Ten behoeve van het gefaseerd bouwrijp maken (vanaf 1962) werden de bestaande sloten opgevuld met diverse soorten afval en daarna afgedekt met een laag zand tot een bouwpeil van gemiddeld NAP. Het voormalige slotenpatroon en de verdeling van het stortmateriaal is opgenomen in bijlage 3. De oorspronkelijke terreinhoogte bedroeg naar schatting NAP -0,8 m. In bijlage 4 is een tekening opgenomen met de geschatte dikte van de opgebrachte zandlaag. Bijlage 3 en 4 zijn afkomstig uit rapport [2]. Bij de bijlagen 3 en 4 moeten een paar kanttekeningen worden gemaakt. De eerste is dat de verspreiding van het stortmateriaal en de diepte van de boven- en onderkant van het materiaal tijdens de aanleg van
1
het drainagesysteem en de graafwerkzaamheden voor de sanering gedeeltelijk anders bleek te zijn dan op de tekeningen is aangegeven. Er zijn echter geen actuelere tekeningen. De tweede kanttekening is dat tegenwoordig de verdachtheid van het stortmateriaal (op verontreiniging) anders wordt beoordeeld. In de tekening met de verdeling van het stortmateriaal is aangegeven dat puin, sintels en slakken als onverdacht worden aangemerkt. Deze worden tegenwoordig wel als verdacht aangemerkt. De verontreinigingssituatie is als volgt: Vluchtige aromatische koolwaterstoffen worden in het ondiepe grondwater met name aangetroffen ter plaatse van de stortlocaties. Plaatselijk komen zeer hoge concentraties voor. In het gehele onderzoeksgebied met uitzondering van het ‘middengedeelte' worden concentraties dichloormethaan (methyleenchloride) op het niveau van de B-referentiewaarde aangetroffen. Ter plaatse van peilbuizen 509 en 503 zijn sterk verhoogde methylfenolconcentraties aangetroffen. Niet uitgesloten kan worden dat deze stof op meerdere plaatsen kan voorkomen. In de onderzochte grond- en afvalmonsters worden in de meeste gevallen niet of nauwelijks verhoogde concentraties aangetroffen. In een aantal gevallen worden duidelijk verhoogde concentraties aan minerale olie, zware metalen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen aangetroffen. Sanering In de periode van 15 januari 1987 tot en met 29 januari 1998 is de grondsanering uitgevoerd en is een drainagesysteem (peilbeheersingsysteem) voor het grondwater aangelegd. Als bijlage 5 is plattegrond en een dwarsdoorsnede opgenomen van de afgravingen en voorzieningen in de kruipruimtes. Tevens is hierin een lijst opgenomen met de precelen waar de werkzaamheden hebben plaatsgevonden. Tuintjes De grondsanering heeft onder andere bestaan uit het realiseren van een leeflaag van een meter dik in de tuintjes bij een deel van de woningen in de wijk. Hiervoor is maximaal tot een meter diepte ontgraven. Het vrijkomende stortmateriaal is afgevoerd naar de stortplaats Nauerna. De verontreinigde grond is afgevoerd naar de Afval Verwerking Rijnmond (AVR) [4]. De onderzijde van de ontgraving is aangevuld met een laag van circa 0,4 meter Argex-korrels 1 . De reden hiervoor was dat op deze manier voorkomen wordt dat door capillaire opstijging verontreinigd grondwater vanuit het afvalpakket in de bovenlaag terecht komt. De Argex-korrels vormen een capillair onderbrekende laag. Argex-korrels zijn geëxpandeerde kleikorrels met een relatief lage dichtheid [3]. Kruipruimtes In de kruipruimtes heeft eveneens ontgraving plaatsgevonden en zij Argex-korrels aangebracht. Tevens zijn dampremmende voorzieningen (PUR-schuim en in vier gevallen LDPE-folie) en ventilatieroosters in de kruipruimtes aangebracht [4]. Drainagesysteem De drains zijn aangelegd op een diepte van circa 1,1 meter –NAP wat overeenkomt met circa 1 m –mv [4]. De functie van het drainagesysteem is als volgt [5]: “het vormt een onderdeel van het saneringssysteem dat de directe en indirecte contactmogelijkheden met verontreinigende stoffen dient te voorkomen, waarbij verspreiding van deze stoffen via het grondwater wordt tegengegaan. Met het drainagesysteem dient de grondwaterstand tot minimaal 0,80 m beneden maaiveld ofwel tot circa NAP -0,90 m te worden verlaagd, teneinde een nadelige invloed op de bovenliggende lagen tot een minimum te beperken. Voorafgaand aan de sanering fluctueerden de grondwaterstanden tussen 0,5 meter –NAP in natte perioden en 1,2 meter –NAP in droge perioden [7]. In natte perioden stond het grondwater daarom vlak onder maaiveld en in de kruipruimten van de woningen. Tengevolge van de aanleg van de drainage is de laagste grondwaterstand met circa 0,10 m verlaagd in de wijkgedeelten waar vroeger reeds standen van circa 1 m -mv voorkwamen. In de wijkgedeelten waar het voorafgaande aan de uitvoering van de sanering relatief nat was vanwege de aanwezigheid van 1
In 1990 is er naar aanleiding van onderzoek van de Vrije Universiteit ongerustheid over de Argex-korrels ontstaan [3]. Naar
aanleiding hiervan heeft onder andere de provincie Noord-Holland vervolgonderzoek gedaan. Dit heeft aangetoond dat de in de korrels aanwezige zware metalen (arseen, lood en zink) en zwavel niet uitlogen naar het grondwater. Tevens is in de kruipruimten onderzoek uitgevoerd naar zwavelwaterstof, dat ontstaat als de korrels met zuur behandeld worden. Dit bleek niet aanwezig te zijn. De conclusie werd daarom getrokken dat de Argex-korrels geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid.
2
gestort materiaal en grote afstand tot de ontwateringvijvers is de grondwaterstand met 0,30 tot 0,50 m verlaagd. De provincie Noord-Holland is onderhoudsplichtig voor het drainagesysteem gedurende de periode 1 januari 1990 tot en met 31 december 2019 [6]. Nazorgplan 1999 In de periode 1987 tot 1999 is op onregelmatige basis de kwaliteit van het drainagewater uit de pompputten bepaald en is de grondwaterstand in peilbuizen gemeten. Pas in 1999 is een Nazorgplan [8] opgesteld, waarin is opgenomen dat dit, en zaken als onderhoud van het systeem met vaste regelmaat moet gebeuren, het zogenaamde nazorgprogramma. Vanaf 2000 is jaarlijks een voortgangsrapportage van de nazorgmaatregelen opgesteld. De doelstelling van de nazorg zoals geformuleerd in het nazorgplan [8] zijn: - Het tegengaan van contactmogelijkheden met het verontreinigd grondwater. - Het voorkomen van verspreiding van de verontreiniging. In het nazorgplan zijn de volgende gebruiksbeperkingen opgenomen: - Het onttrekken van grondwater is niet toegestaan. - Het is niet toegestaan dieper te graven van 1,0 m –mv. In het nazorgplan is vermeld dat de kadastrale aantekening bij percelen waarop gebruiksbeperkingen van kracht zijn, uitsluitend van toepassing is op (delen van) percelen waar ernstige verontreinigingen in grond en/of grondwater aanwezig zijn. In de laatste alinea van deze notitie is uitleg opgenomen over (het ontbreken van) de kadastrale aantekening. Historisch onderzoek deelgebied XIV In 2003 is een historisch onderzoek uitgevoerd naar deelgebied XIV. De aanleiding hiervoor was dat de kwaliteit van het opgepompte drainagewater niet voldoet aan de lozingseisen. Dit is in tegenstelling tot de kwaliteit van het drainagewater in de rest van de wijk, dat overwegend licht verontreinigd is met diverse stoffen. Daarnaast had gemeente Zaanstad het voornemen dit deelgebeid te ontwikkelen. Het resultaat van het onderzoek was dat er geen mogelijke verontreinigingsbron is aan te wijzen die de verhoogde concentraties in het drainagewater kan verklaren. Nazorgrapportage 2009 Dit is het meest recente voortgangsrapport van de nazorgmaatregelen (over het jaar 2009). Dit rapport kan tevens als evaluatierapport nazorg Rooswijk-bebouwd worden beschouwd. Daarom is in dit rapport ook informatie opgenomen over de nazorgontwikkelingen sinds 1999. Hieronder volgt de meest relevante informatie. In 2004 is geconcludeerd dat sprake is van een afnemende trend in de verontreinigingsgraad in de tijd. Mobiele verontreinigingen zijn niet tot nauwelijks meer aanwezig en slechts enkele immobiele stoffen (metalen zoals arseen) komen nog verhoogd voor in het grondwater. Daarom is geconcludeerd dat er geen aanleiding is te verwachten dat zonder actieve beheersing de nog aanwezige restverontreinigingen tot blootstelling- en/of verspreidingsrisico's kunnen leiden. De nazorgdoelstelling is hiermee behaald. Kwantiteit drainagewater Vervolgens is in 2005 de actieve beheersing in alle deelgebieden beëindigd. Om wateroverlast in de wijk te voorkomen is per deelgebied ten minste één aflaatpunt opengesteld voor lozing van drainagewater onder vrij verval op het oppervlaktewater. Het systeem leverde op die manier enigszins een bijdrage aan het versneld afvoeren van overtollig in de bodem geïnfiltreerd hemelwater. Het drainagesysteem, dat onder vrij verval loost op het oppervlaktewater, is enkel geschikt voor de afvoer van overtollig water en niet voor het actief beheer van het grondwaterpeil in de woonwijk. Omdat waterkwantiteitsbeheer geen onderdeel uitmaakt van de nazorg, zijn alle aflaten begin 2009 gesloten. Door beëindigen van de actieve beheersing en het sluiten van de aflaten bestaat de kans dat de grondwaterstanden op de locatie stijgen. Kwaliteit drainagewater Plaatselijk voldoet de kwaliteit van het drainagewater niet aan de kwaliteitseisen uit de Wvo-vergunning. Waar zich deze situatie voordoet zijn in de loop der jaren aflaten gesloten en vindt geen lozing plaats van drainagewater op het oppervlaktewater. Door het beëindigen van de actieve beheersing (onttrekking) heeft de nazorg een extensiever karakter gekregen.
3
De monitoring van het grondwater is beëindigd ter plaatse van de deelgebieden waar de verontreinigingsgraad met de tijd is afgenomen. De verontreinigingssituatie van het grondwater ter plaatse van de deelgebieden VI en XIV wijkt af van de algemeen vastgestelde (verbeterde) verontreinigingssituatie. Doel van de monitoring is het tijdig waarnemen van verspreiding. Deelgebied VI Sinds 2001 zijn ter plaatse van de Jan Steijnstraat 35 (deelgebied VI) overschrijdingen van de interventiewaarden voor diverse stoffen in het freatisch grondwater waargenomen. De verontreiniging ter plaatse bestaat uit lichte PAK (naftaleen en fenanthreen), minerale olie en cyanide-totaal. Deelgebied XIV Uit kwaliteitsmetingen van het water uit het drainagesysteem is gebleken dat het freatisch grondwater ter plaatse van deelgebied XIV ernstig verontreinigd is met PAK (vooral naftaleen). Als gevolg van voortdurende overschrijdingen van de lozingsnorm is in 2001 de beheersing van deelgebied XIV gestaakt (aflaten gesloten). Uit de kwaliteitsmetingen van de aanwezige peilbuizen in het deelgebied blijkt dat het grondwater plaatselijk sterk verontreinigd is met arseen. Eenmalig is een matig verhoogd gehalte aan naftaleen gemeten. Het huidig gebruik (braakliggend) van deellocatie XIV wijkt af van de overige deelgebieden. De monitoring op deze deellocatie is bij het huidige gebruik niet langer noodzakelijk. Eindmeting saneringsresultaat grondwater Het voornemen bestaat in 2010 de nazorg ter plaatse van de hele locatie te beëindigen, met uitzondering van deelgebied VI. Daarom is er een eindmeting uitgevoerd van alle bestaande peilbuizen en is deze eindmeting tevens vergeleken met de voorgaande monitoringsresultaten. Hieruit volgt dat in 7 van de 16 deelgebieden geen tot lichte verontreinigingen zijn aangetoond. Bij 8 van de 16 deelgebieden zijn matige tot sterke verontreinigingen aanwezig. Gesteld wordt dat de verontreinigingen in de peilbuizen van de betreffende deelgebieden geen aaneengesloten gevallen van verontreiniging betreft. De reden hiervoor is dat de overschrijdingen veelal eenmalig, in een enkele peilbuis per deelgebied zijn aangetoond. Tevens vormen de verontreinigingen geen risico bij het huidige gebruik. In deelgebied VI zijn echter nog wel verontreinigingen aanwezig. De concentraties fluctueren in de tijd, maar er is geen sprake van verspreiding naar de omgeving. Verwacht wordt dat sprake is van een stabiele eindsituatie. Om aan te tonen dat dit zo is, moet de nazorg vooralsnog gecontinueerd worden. De aanwezige verontreinigingen vromen geen risico bij het huidige gebruik. Kadastrale aantekening Tegenwoordig worden door de gemeente Zaanstad beschikkingen genomen op de ernst van een verontreiniging, de spoedeisendheid van een sanering en op een evaluatierapport en nazorgplan. Deze besluiten worden ingeschreven in het (publiekrechtelijke) beperkingenregister van de gemeente. De beperkingen zijn vervolgens weer opvraagbaar en komen onder meer terecht als aantekening op een kadastraal uittreksel van een perceel. De sanering van Rooswijk stamt echter uit een periode dat er nog geen beschikkingen werden genomen op de ernst van een verontreiniging en de spoedeisendheid van een sanering. Derhalve is deze beperking nooit ergens opgenomen en komt daarom niet terug in een kadastraal uittreksel. Ook op het nazorgplan (dat van later datum is) is geen beschikking genomen, omdat destijds geen beschikkingen op nazorgplannen werden genomen. Ondanks dat er voor Rooswijk geen publiekrechtelijke beperkingen in het kader van de Wet bodembescherming zijn opgenomen in het beperkingenregister, is op het zuidelijke deel van Rooswijk in de ondergrond (vanaf 1 m –mv) wel sprake van sterk verontreinigde grond, stort- en dempingsmateriaal. Voor het graven hierin is een saneringsplan of BUS-melding noodzakelijk, dat goedgekeurd moet worden door de gemeente Zaanstad. De bovengrond (tot 1 m –mv) is wel van goede kwaliteit en geschikt voor de functie wonen met tuin. Hierin mag wel zonder beperkingen gegraven worden.
4
Bijlage 1 – Literatuurlijst [1].
Saneringsonderzoek Rooswijk-bebouwd Gemeente Zaanstad, Grontmij n.v., kenmerk 0971F, september 1985 (Z/2009/31089).
[2].
Figuren en tabellen behorende bij rapport Saneringsonderzoek Rooswijk-bebouwd, Grontmij n.v., september 1985 (Z/2009/31095).
[3].
Basisplan inzake het uitvoeringsgereedmaken van de bodem- en grondwatersanering “Rooswijkbebouwd”, gemeente Zaanstad, kenmerk 0001b, april 1986 (Z/2009/31235).
[4].
Verslag sanering Rooswijk-bebouwd te Zaandijk, gemeente Zaanstad (deelrapport 1) Milieukundige begeleiding, kenmerk 0320.BWT/LV, september 1990 (Z/2009/31631).
[5].
Verslag sanering Rooswijk-bebouwd te Zaandijk, gemeente Zaanstad (deelrapport 2) Invloed drainagesysteem op grondwaterstanden, kenmerk 0334.BWT/LV, september 1990 (Z/2009/31450).
[6].
Verslag sanering Rooswijk-bebouwd te Zaandijk, gemeente Zaanstad (deelrapport 3) beheer, onderhoud en exploitatie van het drainagesysteem, kenmerk 0103, 30 januari 1991 (Z/2009/31628).
[7].
Evaluatie grondwatersanering 1990 Rooswijk te Zaandijk, projectcode NH/390/021/41, Provincie Noord-Holland, dienst Milieu en Water (Z/2009/31695).
[8].
Nazorgplan Beheersmaatregel (IBC) Rooswijk-bebouwd te Zaandijk, projectcode NH/0479/0021, Wareco, kenmerk N2301/050sb, 2 juli 1999 (Z/2010/308899).
[9].
Historisch bodemonderzoek Deelgebied XIV saneringslocatie Rooswijk bebouwd te Zaanstad, Bodemzorg, kenmerk AdW/NvW/2002.02349/BOD, 15 april 2003 (Z/2003/22406).
[10]. Nazorgrapportage 2009 Rooswijk-bebouwd te Zaandijk, Locatiecode: NH.0479.00021, Bodemzorg, kenmerk MR/JS/01297/BOD, versie 2, 15 juli 2010 (Z/2010/150408).
5
Bijlage 2 - Stortgegevens Ten aanzien van de vroegere stortingen in het gebied is door de Dienst Milieuhygiëne van de gemeente Zaanstad d.d. 1 juni 1981 het hiernavolgende verslag opgesteld (de vermelde lettercode verwijst naar de in figuur 3.1 aangegeven stortlocaties c.q. vakken). De gegevens zijn afkomstig uit de rapporten [1] en [2]. A. Tussen de Tuinsloot en de Simon Gammersloot heeft grenzend aan waar nu de Oud Heinstraat ligt 20 à 25 jaar geleden de oude belt van Zaandijk gelegen. Hier is naar verwachting alleen huisvuil te verwachten. B. Het cunet van de Oud Heinstraat en beperkte gedeeltes van de zijsloten zijn gevuld met huisvuil. Hieroverheen is een zeer dik zandpakket gekomen. Tussen de Oud Heinstraat en de spoorlijn moet het zandpakket veel dunner zijn. C. De sloten onder de Triangelhof z i j n met huisvuil en bedrijfsafval gedempt. Daarbij zijn geen vaten gezien, wel lege blikken. Dit vuil zal naar de oostelijk van de later aangelegde Fortuinweg gelegen sloten zijn uitgewaaierd. D. Juist ten oosten van de Fortuinweg is op beperkte gedeeltes glaswolachtig materiaal van de Hoogovens gestort. Hierover is een zeer dik zandpakket gekomen. E. Ter plaatse van waar nu de Trompethof en de Bazuinhof zijn, lagen vroeger schoonwatervijvers van waaruit een oude papiermolen nabij de spoorlijn het water betrok. Hier is niet gestort. Door aannemer J. van Vliet is dit opgehoogd met IJsselmeerzand. F. Aan het begin van de Jan Steynstraat is een geul volgestort met Hoogovenslakken. G. Het gedeelte ten noorden van de Sluissloot (de Zoeker, Sjalom en het winkelcentrum) is opgehoogd met zand en puin van bunkers uit de duinen. H. Het terrein tussen de Tuinsloot, Jan Steynstraat, Oud Heinstraat en het meest westelijk gelegen gedeelte van de Antonie de Vriesstraat is zeker 20 jaar geleden gebouwd door bouwbedrijf Vet. Waarmee is opgehoogd, is onbekend. I. De overige gedeeltes van Rooswijk zijn opgehoogd met schoon zand. De begrenzingen in figuur 3.1. zijn zeer globaal. Volgens een tekening, behorende bij een, vergunningaanvraag, d.d. 05-03-1955, zou een uitbreiding van de voormalige vuilstort (locatie A) ter plaatse van locatie E en gedeeltelijk op de naastliggende locaties worden gesitueerd. Uit saneringsonderzoek [1] kan worden opgemaakt dat nagenoeg in het gehele onderzoeksgebied stortactiviteiten hebben plaatsgevonden. De dikte van de afdeklaag varieert sterk. Op plaatsen waar gestort is, wordt het materiaal meestal aangetroffen binnen 1,5 m beneden maaiveld. In een aantal kruipruimten van woningen zijn boringen verricht. In deze kruipruimten is afvalmateriaal direct aan de oppervlakte aangetroffen. Het storten van afval heeft niet uitsluitend plaatsgevonden in de voormalige sloten. Ook op de tussengelegen terreingedeelten is materiaal gestort. Er is hoofdzakelijk bouwafval, sintels en slakken gestort. Westelijk van de Oud Heinstraat en tussen de tuinsloot en Simon Gammersloot is ook huishoudelijk afval aangetroffen. Door het gehele gebied worden plaatselijke drijflaagjes waargenomen. In belangrijke mate worden deze echter aangetroffen in het gebied direct ten westen van de Oud Heinstraat. Tevens is tijdens de boorwerkzaamheden olielucht, gaslucht en stank waargenomen. Het door het onderzoek verkregen beeld van de stortactiviteiten sluit aan bij de historische gegevens. Welblijken de begrenzingen van de stortlocaties anders te liggen. In de op voorhand als ‘schoon’ aangemerkte deelgebieden I1 t/m I5 blijken eveneens stortactiviteiten te hebben plaatsgevonden.
6
7
Bijlage 3 – Voormalige slotenpatroon en onder- en bovenzijde stortmateriaal
8
Bijlage 3 - Verspreiding stortmateriaal
9
Bijlage 4 – Geschatte dikte opgebrachte zandlaag
10
Bijlage 5 – Gegevens ontgravingen en kruipruimtevoorzieningen [4]
11
12
Perceel
Achtertuin
Voortuin
Afgraven
Vloerisolatie
kruipruimte
en ventilatie
Bazuinhof 1
X
Bazuinhof 2
X
Bazuinhof 3
X
Bazuinhof 4
X
X
Bazuinhof 5
X
X
Bazuinhof 6
X
X
Bazuinhof 7
X
X
Bazuinhof 8
X
X
Bazuinhof 9
X
X
Bazuinhof 10
X
X
Bazuinhof 11
X
X
Bazuinhof 30
X
X
Bazuinhof 31
X
X
Bazuinhof 32
X
X
Bazuinhof 33
X
X
Bazuinhof 34
X
X
Bazuinhof 35
X
X
Bazuinhof 36
X
X
Jan Steijnstraat 2
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 4
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 6
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 8
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 22
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 24
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 26
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 28
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 30
X
X
X
X
Jan Steijnstraat 32
X
X
X
Jan Steijnstraat 1
X
X
X
Jan Steijnstraat 3
X
X
X
Jan Steijnstraat 5
X
X
X
Jan Steijnstraat 7
X
X
X
Jan Steijnstraat 9
X
X
X
Jan Steijnstraat 11
X
X
X
Jan Steijnstraat 13
X
X
X
Jan Steijnstraat 15
X
X
X
Jan Steijnstraat 17
X
X
X
Jan Steijnstraat 19
X
X
X
Jan Steijnstraat 21
X
X
X
Jan Steijnstraat 23
X
X
X
Jan Steijnstraat 25
X
Jan Steijnstraat 27
X
Jan Steijnstraat 29
X
X
Oud Heijnstraat 29
X
X
X
Oud Heijnstraat 31
X
X
X
Oud Heijnstraat 33
X
X
X
Oud Heijnstraat 35
X
X
X
Oud Heijnstraat 37
X
X
X
Oud Heijnstraat 39
X
X
X
Oud Heijnstraat 41
X
X
X
Oud Heijnstraat 43
X
X
X
Oud Heijnstraat 45
X
X
X
Oud Heijnstraat 47
X
X
X
Oud Heijnstraat 49
X
X
X
X
Oud Heijnstraat 51
X
X
X
X
Oud Heijnstraat 53
X
X
X
X
13
Perceel
Achtertuin
Voortuin
Afgraven
Vloerisolatie
kruipruimte
en ventilatie
Oud Heijnstraat 55
X
X
X
X
Oud Heijnstraat 57
X
X
X
X
Oud Heijnstraat 59
X
X
X
X
Oud Heijnstraat 61
X
X
X
X
Oud Heijnstraat 63
X
X
X
X
Oud Heijnstraat 65
X
X
Oud Heijnstraat 67
X
X
Oud Heijnstraat 69
X
X
Hendrik Schaarstraat 1
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 3
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 5
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 7
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 9
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 11
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 13
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 15
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 17
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 19
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 2
X
X
X
Hendrik Schaarstraat 32
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 1
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 3
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 5
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 7
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 9
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 11
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 13
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 15
X
X
Antonie de Vriesstraat 17
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 19
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 21
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 23
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 25
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 27
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 29
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 31
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 33
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 35
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 37
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 39
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 41
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 43
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 45
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 47
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 49
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 51
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 53
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 55
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 2
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 4
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 6
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 8
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 10
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 12
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 14
X
X
X
Antonie de Vriesstraat 16
X
X
X
X
14
Antonie de Vriesstraat 18 Perceel
X
X
X
Achtertuin
Voortuin
Afgraven
Vloerisolatie
kruipruimte
en ventilatie
Tweebeen 2
X
X
X
X
Tweebeen 4
X
X
X
X
Tweebeen 1
X
X
Tweebeen 3
X
X
Barre Ven 1
X
X
X
Barre Ven 3
X
X
X
Barre Ven 2
X
X
X
Barre Ven 4
X
X
X
Klampstuk 1
X
X
X
Klampstuk 3
X
X
X
Klampstuk 2
X
X
X
Klampstuk 4
X
X
X
Klampstuk 6
X
X
X
Klampstuk 8
X
Klampstuk 10
X
Simon Gammerkade 2
X
X
Simon Gammerkade 4
X
X
Simon Gammerkade 6
X
Simon Gammerkade 8
X
Simon Gammerkade 10
X
Simon Gammerkade 12
X
Van der Horststraat 14
X
Harpstraat 1
X
Harpstraat 2
X
Harpstraat 3
X
Harpstraat 4
X
In de kruipruimtes van Van den Horststraat 16, 18 en 42 zijn op verzoek van de eigenaren geen kruipruimtevoorzieningen aangebracht.
15