Notitie Innovatiefonds Sociaal domein Regio Arnhem en gemeenten Rheden en Rozendaal 2015-2016 Versie: 18-03-2015
1. Aanleiding Bij de voorbereiding op het regionaal contracteren van partijen in het kader van de Wmo2015 en de nieuwe Jeugdwet, is besloten 3% van het inkoopbudget af te romen, om dit via een innovatiefonds terug te sluizen naar jeugd- en wmo-aanbieders (regionale paragraaf verwerving en monitoring). Ook is er ruimte voor andere partijen. Voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op een deel van de innovatiemiddelen is dat met deze innovatie een substantiële bijdrage aan de transformatieopgave wordt geleverd en een herkenbare vernieuwing van de dienstverlening in het sociale domein. De innovaties hoeven overigens niet persé in het sociaal domein plaats te vinden, maar kunnen vanuit andere domeinen wel hun uitstraling of preventieve werking in het sociaal domein hebben. Het voorstel is nu om de helft van het innovatiebudget (1,5%) te bestemmen voor uitsluitend lokale innovatievoorstellen en de andere helft van het budget (1,5%) regionaal te bestemmen voor innovatievoorstellen die op regionale schaal worden uitgevoerd binnen meerdere gemeenten. Deze notitie heeft een tweeledig karakter. a) Vaststellen van de procedures en criteria voor de regionale projecten; b) Vaststellen van de procedures en criteria voor de lokale projecten. a) Ten behoeve van het regionale deel van het innovatiebudget is een regionaal kader innovatiebudget ontwikkeld via de regionale werkgroep Transformatieagenda en later door het regionale bestuurlijke overleg (Bresdo) geaccordeerd. Die zijn in deze notitie opgenomen en voorgesteld wordt om dit lokaal vast te stellen. De aanbieders jeugd en wmo en cliëntenvertegenwoordigers (via Zorgbelang) zijn hierover geconsulteerd en hebben positief geadviseerd. In de paragraven 5a, 6a en 7a wordt hier verder op in gegaan. b) Daarnaast is in deze notitie aangegeven wat de kaders en procedures zijn voor de lokale voorstellen die ingediend kunnen worden. Het werkingsgebied betreft inwoners uit de gemeenten Rheden en Rozendaal. Deze zijn nader uitgewerkt in de paragraven 5b, 6b en 7b.
2. Doelstelling Met dit innovatiegeld willen de gemeenten de maatschappelijke partners prikkelen tot vernieuwende, verrassende, inspirerende plannen en arrangementen die bijdragen aan de beoogde en benodigde transformatie in het sociale domein. In de regio is in totaliteit voor dit doel € 6,8 miljoen beschikbaar. De uitdaging is om de innovatie zodanig in te richten dat deze bijdraagt aan de transformatiedoelen van de 12 gemeenten. Deze doelen zijn onder andere geformuleerd in het RTA Jeugd en regionale – en gemeentelijke Sociale visie en zijn daardoor al enige tijd leidend bij de lokale en regionale aanpak. Samengevat gaat het om de volgende doelen, die daarmee leidend zijn voor de in te dienen initiatieven binnen de kaders van deze notitie, te weten:
Versterken en herstel van eigen kracht bij de gezinnen/zelfredzame inwoners; Versterken van de preventie /boven curatie; Samen met partijen en inwoners vorm geven; 1
Integrale hulpverlening /1 huishouden, 1 plan, 1 regisseur; Zo min mogelijk zware zorg, zoveel mogelijk van 2e naar 1e (en 0e )lijn; Gespecialiseerde zorg zo kort mogelijk en alleen als het nodig is; Kostenbesparing.
3. Juridische kaders a. Herkomstkader Op het terrein van Jeugd is er 3% voor innovatie afgesproken in het Regionaal Transitie Arrangement Jeugd (RTA-Jeugd), nader ingevuld in de Transformatieagenda Jeugd. Daarin is afgesproken dat een Regionale werkgroep Transformatieagenda de kar verder trekt. Hierin zijn – via het zgn. directieoverleg – ook aanbieders vertegenwoordigd. Binnen het domein van de Wmo is de 3% voor innovatie in het totale pakket van de regionale verwerving/inkoop opgenomen als kader. Met de aanbieders is een intentie van 3% uitgesproken, maar niet als harde verplichting. Via het regionale bestuurlijke overleg (Bresdo) van 19 december 2014 is afgesproken de 3% te verdelen over regionale- en lokale voorstellen, elk voor 1,5%. Gemeenten dienen deze afspraak nu te bekrachtigen. Met die splitsing van het budget in regionale- en lokale initiatieven wordt op regionaal niveau bereikt dat de aanbieders met een regiofunctie met voorstellen kunnen komen die meerdere gemeenten bestrijken, spreiding van innovatie over het gebied mogelijk maakt en het beter mogelijk is om meerdere partijen te prikkelen samen te werken, tot ontschotting te komen en van daaruit met vernieuwende ideeën te komen. Door het andere deel lokaal in te vullen ontstaat er ruimte voor voorstellen die optimaal aansluiten op de behoefte vanuit de lokale samenleving, kleine aanbieders en initiatieven van burgers. Zeker als je als gemeente langs die weg de verandering in de samenleving voor een belangrijk deel denkt vorm te kunnen geven. In Rheden is dat het geval. Langs deze weg kan in Rheden dan ook goede invulling worden gegeven aan de raadsmotie “Right to challenge”. In de regio is afgesproken dat we van zowel de regionale- als de lokale innovaties van elkaar willen leren, via adequate evaluaties. b. Besluitvormingskader Om zowel regionaal als lokaal een rechtsgeldig besluit te kunnen nemen en beschikkingen af te kunnen geven dient het kader bepaald te worden van waaruit we de financiering van de Innovatievoorstellen gaan regelen. Uitgezocht wordt nog (regionaal) of de uitwerking plaats kan vinden via: 1. een – op grond van de ASV te ontwerpen – specifieke subsidieregeling of uitvoerings/beleidsregel via het college op grond waarvan zowel de regionaal als lokaal bestemde middelen op een rechtmatige wijze kunnen worden toegekend of 2. de toekenning van subsidie op basis van AWB artikel 4:23 lid 3. Zodra dit – over enkele weken – uitgezocht is, zullen wij daarover een separaat voorstel richting de colleges van Rheden en Rozendaal verzorgen.
2
4. Financiële kaders Tot nu toe wordt in alle documenten alleen maar gesproken over het budget van 2015. In Rheden hebben we de komende jaren elk jaar 3% van de budgetten voor Jeugd en Wmo als innovatiebudget in de begroting 3D opgenomen. Rozendaal heeft zich over 2016 nog niet uitgesproken. Deze budgetten hebben het karakter van een geïntegreerd budget. Dit betekent, dat het totale budget voor meerdere doelgroepen gebruikt kan worden. Het gaat vervolgens om onderstaande budgetten: Jaar Budgetten Gemeenten: Rheden Rozendaal Samen
Wmo
219.705 5.354
2015 Jeugd Samen
293.529 6.464
513.234 11.818
50% lokaal
Wmo
256.617 5.909 262.526
218.199
2016 Jeugd Samen
286.105
504.304 PM
50% lokaal 252.152 PM
Het voorstel is om de innovatiebudgetten over 2015 en 2016 meteen in dit voorstel mee te nemen. Het voordeel om 2016 er nu meteen bij te betrekken is, dat indien er nu lokaal voorstellen worden ingediend die het budget voor 2015 overstijgen, we een deel van het budget van 2016, tot een maximum van € 100.000, kunnen gebruiken. Het is dus niet de bedoeling om dat budget meteen helemaal te bestemmen, zodat er daarna voldoende ruimte over blijft voor: 1. partijen of burgers de tijd om op een later moment met voorstellen te komen. 2. eventueel aanvullende eigen criteria voor nieuwe initiatieven in 2016 als de evaluaties daartoe aanleiding mochten geven; 3. eventueel andere regionale afspraken; 4. budgetveranderingen. Om dat vorm te geven wordt voorgesteld om met twee tranches te werken. Een eerste tranche die we nu in maart 2015 starten en een twee tranche die we in januari 2016 zouden kunnen laten starten. Van de voorstellen die nu in de eerste tranche(van het budget 2015) ingediend worden, mogen de activiteiten wel in 2016 doorlopen als ze maar in 2015 van start gaan.
5. Inhoudelijke kaders Passend in de lijn van de proeftuinen en de intentieverklaring die in september 2013 tijdens de tweede 24-uurs conferentie is opgesteld en ondertekend, hebben de beoogde innovatieve ontwikkelingen, zowel regionaal als lokaal, de volgende kenmerken: Leiden ertoe dat een groter beroep kan worden gedaan op eigen oplossingen van cliënten en hun netwerk; Leiden ertoe dat de ondersteuningsinzet verschuift van maatwerkvoorzieningen naar algemene voorzieningen; Leiden ertoe dat door grotere differentiatie binnen maatwerkvoorzieningen deze beter aansluiten op de verschillende mate van zelfoplossend vermogen van bewoners; 3
Leiden ertoe dat bijdragen vanuit informele ondersteuning belangrijker worden; Leiden ertoe dat schotten tussen de traditionele domeinen worden afgebroken en dat er, vanuit het perspectief van de burger, meer integraal wordt gewerkt, daar waar dat zinvol en mogelijk is; Leiden ertoe dat bij de ondersteuning de leefwereld van de burger meer centraal komt te staan en de zorgsystemen daar op aanvullen en faciliteren.
De beoogde vernieuwing van de dienstverlening krijgt gestalte op verschillende niveaus van de benodigde maatschappelijke ondersteuning. Om uiteindelijk een integrale innovatie te bewerkstelligen hopen de gemeenten dat met de verschillende projecten die met het budget worden gefinancierd, alle niveaus aandacht krijgen. De voorgestelde aanpak zorgt daarbij zowel voor een spreiding van de projecten over de verschillende niveaus van maatschappelijke ondersteuning, als voor aansluiting op de specifieke lokale context. Het uitgangspunt voor alle projecten is de burger en diens behoefte aan maatschappelijke ondersteuning. Ook is het doel dat de interventies zich uitstrekken over de volle breedte van het sociale domein. a. Regionale criteria Alle regionale aanvragen voor innovatieve voorstellen worden gewogen tegen de onderstaande criteria. Alleen initiatieven die aan al deze criteria voldoen, komen voor honorering in aanmerken. Voor de regionale projecten gelden de volgende criteria:
Uit het projectvoorstel blijkt welke doelgroep wordt bereikt. Uit het projectvoorstel wordt duidelijk op welke wijze wordt gewerkt aan het versterken van de Eigen Kracht van de betreffende burgers waar dat mogelijk is en hoe dit kan worden geoptimaliseerd. De in het voorstel beschreven ondersteuning kan niet worden gefinancierd door middel van de reguliere bekostiging vanuit de opgestelde contracten. Uit het projectvoorstel blijkt op welke wijze een evaluatie mogelijk wordt van de kosten en de baten. Uit het projectvoorstel blijkt op welke wijze (vertegenwoordigers van) burgers en cliënten worden betrokken bij de keuzes die in het kader van het project moeten worden gemaakt. In het projectvoorstel is beschreven op welke wijze de in het project opgedane nieuwe kennis en expertise met de regio wordt gedeeld. De ingediende projecten worden uiterlijk halverwege 2016 geëvalueerd, opdat de uitkomsten eventueel kunnen worden gebruikt bij de (voorbereiding op) in contractering vanaf 2017. Het projectvoorstel is bij voorkeur ingediend door tenminste twee organisaties waarbij duidelijk wordt op welke wijze deze in het project samenwerken; als een voorstel door één organisatie wordt ingediend, wordt in het voorstel duidelijk hoe de ontschotting tussen de traditionele domeinen gestalte krijgt. Zowel gecontracteerde als niet- gecontracteerde aanbieders kunnen een aanvraag doen. Burgers en cliënten kunnen niet zelfstandig een voorstel indienen; zij kunnen dat wel doen via een aanbieder. Uit het projectvoorstel blijkt op welke gemeenten het voorstel betrekking heeft (daarbij kan het gaan om de bewoners van de gemeente, dan wel de geografische locatie voor de interventies).
De bovengenoemde cursieve criteria zijn ook overgenomen bij de lokale criteria. Die lokale staan in de volgende paragraaf vermeld. Lokaal hebben we criteria en aandachtspunten die in het plan naar 4
voren dienen te komen in twee aparte groepen verdeeld. Aan de uitgangspunten hoef je niet allemaal te voldoen, maar wel aandacht aan te schenken in het voorstel. Aan de formele lokale criteria dient wel allemaal voldaan te worden. We wijken lokaal enigszins van de regionale criteria af, omdat we: -
de lokale criteria met het eisen van een begroting en beoogde resultaten hebben willen aanscherpen; meer ruimte voor kleinschaliger initiatieven willen bieden en inwoners meer aan zet willen laten komen door hen nadrukkelijk de kans te geven met ideeën te komen en niet alleen de aanbieders in de gelegenheid te stellen, aan te laten geven wat het initiatief voor hen betekent en hen een plek in de adviescommissie (paragraaf 6b) te geven;
en om de volgende redenen in de voorstellen aandacht vragen voor enkele extra onderwerpen, omdat we: -
-
belang hechten aan inzicht in waar de baten vallen (maatschappelijke baten, verbetering algemene voorzieningen en financiële baten); dit met het oogmerk om de kwaliteit van een initiatief goed te kunnen beoordelen en om eventueel met een andere partij in gesprek te gaan over een bijdrage als daar – misschien mede of alleen – de voordelen zouden vallen; het is dus zeker niet de bedoeling om een project niet te belonen indien de voordelen niet alleen bij de gemeente zouden vallen; nadrukkelijk verbinding wensen te leggen met preventie als een belangrijk en actueel gemeentelijk item; geen initiatieven willen belonen die al plaatsvinden.
b. Lokale criteria Voor het lokale innovatiebudget zijn de gemeenten zelf aan zet voor de wijze waarop zij dit inhoudelijk en organisatorisch regelen. Hieronder zijn dan ook de lokale criteria genoemd, welke wij willen laten gelden voor de voorstellen die Rhedense- en Rozendaalse inwoners betreffen. Zowel gecontracteerde als niet- gecontracteerde aanbieders (en dus ook burgers) kunnen een aanvraag doen. Formele criteria waaraan in alle gevallen voldaan dient te worden:
Uit het projectvoorstel wordt duidelijk op welke wijze wordt gewerkt aan het versterken van de Eigen Kracht van de betreffende burgers waar dat mogelijk is en hoe dit kan worden geoptimaliseerd of anderszins bijdraagt aan innovatie. De in het voorstel beschreven ondersteuning kan niet worden gefinancierd uit de reguliere bekostiging vanuit de opgestelde contracten. De aanvraag heeft betrekking op inwoners uit de gemeenten Rheden en/of Rozendaal. De initiatieven zijn van een begroting voorzien. Beoogde resultaten zijn benoemd.
Inhoudelijke aandachtspunten, waarop in elke aanvraag minimaal ingegaan dient te worden:
op welke wijze wordt gewerkt aan het versterken van de eigen kracht van de betreffende burgers waar dat mogelijk is en hoe dit kan worden geoptimaliseerd; welke doelgroep/ inwoners worden bereikt; 5
uit het projectvoorstel blijkt op welke wijze een evaluatie mogelijk wordt van de kosten en de baten. Uit het projectvoorstel blijkt op welke wijze (vertegenwoordigers van) burgers en cliënten worden betrokken bij de keuzes die in het kader van het project moeten worden gemaakt. op welke wijze de opgedane nieuwe kennis en expertise met anderen kan worden gedeeld; in hoeverre het aansluit bij vragen uit de samenleving; of er sprake is van bevordering van samenwerking tussen meerdere partijen; in hoeverre het gericht is op de verbetering van algemene voorzieningen; wat het voor de deelnemers betekent; in hoeverre het is gericht op maatschappelijke baten; tot welke (kosten)besparing het voorstel leidt en bij welke partij; in hoeverre het is gericht op preventie, waardoor andere te benoemen voorzieningen niet of minder nodig zijn; wat er al binnen de gemeenten gebeurt op het terrein van de ingediende voorstellen.
Alle lokale aanvragen worden getoetst op bovenstaande criteria en uitgangspunten, waarna aan de hand daarvan prioritering wordt aangebracht en binnen de budgettaire kaders vervolgens een besluit tot toekenning wordt genomen. Verwacht wordt niet dat aan alle criteria voldaan behoeft te worden, maar wel dat er wat over opgenomen dient te worden in het plan, ook als iets niet het geval is.
6. Procedures inhoudelijke beoordeling a. Regionaal Hieronder beschrijven we een systematiek voor de beoordeling van de regionale aanvragen en de besluitvorming over toekenning of afwijzing van aanvragen voor de regionale innovatiemiddelen. Hierbij onderscheiden we de volgende stappen: a) Aanvraag. b) Advies/ beoordeling. c) Uitvoering. De evaluatiefase wordt in de volgende paragraaf beschreven voor zowel de regionale als de lokale projecten. a) Aanvraag Alle aanbieders die actief zijn in één van de 12 gemeenten in de regio kunnen een aanvraag doen voor de bekostiging van een innovatievoorstel. De aanvraag dient te voldoen aan de geschetste criteria. Projecten kunnen slechts eenmaal ingediend worden: lokaal1 of regionaal. De regeling op grond waarvan de toekenning van bijdragen uit het regionale innovatiebudget plaats vindt, wordt regionaal nog nader uitgewerkt en met alle 12 gemeenten afzonderlijk vastgesteld. Regionale aanvragen worden centraal op één punt in de regio ingediend.
1
Besluitvorming over toekenning van projecten op lokaal niveau vindt plaats binnen de betreffende gemeente. De beoordeling van de toekenning op lokaal niveau vindt plaats aan de hand van lokaal opgestelde eisen en criteria. Het verdient, omwille van het leereffect, de aanbeveling om hierbij zoveel mogelijk aan te sluiten bij de regionale eisen en criteria.
6
b) Advies/beoordeling (alleen voor regionale projecten) Alle ontvangen aanvragen voor regionale projecten worden inhoudelijk beoordeeld door een onafhankelijke commissie. De commissie bestaat uit drie tot vijf onafhankelijke deskundigen met inhoudelijke expertise op verschillende relevante terreinen (zorg, welzijn, doelgroepen, inkoop, etc.). Eén van de leden van de commissie brengt het cliëntenperspectief in. De voorzitter van de commissie heeft ruime bestuurlijke ervaring en wordt als zodanig door de regio (h)erkend. Voor de deelnemers in de commissie worden profielschetsen opgesteld. De commissie beoordeelt de ingediende voorstellen aan de hand van de gestelde doelen en criteria. Eventueel kan de commissie de indieners vragen het voorstel aan te passen/te verbeteren. Op basis daarvan geeft de commissie een advies over toekenning/afwijzing per project. Bij het opstellen van het advies over toekenning/afwijzing, houdt de commissie tevens rekening met de regionale spreiding, de verdeling van de middelen over de verschillende doelgroepen en de uitputting van het regionale budget. De commissie vat haar bevindingen samen in één samenhangend advies voor de besteding van alle projecten voor het regionale innovatiebudget. Dit advies wordt voorgelegd aan de 12 afzonderlijke colleges, die daarover formeel besluiten. Dat formele besluit is en blijft de bevoegdheid van de lokale colleges. Deze besluitvorming over de regionale innovatieve projecten is gebaseerd op een procesmatige toets op de toepassing van de geformuleerde aanpak en criteria. De besluitvorming is niet op gericht op de inhoudelijke discussie over de besteding van de innovatiemiddelen; die beoordeling heeft dan al in de commissie plaatsgevonden. c) Uitvoering Nadat positief is beschikt op de aanvraag voor het innovatieproject, zijn de aanbieders verantwoordelijk voor de uitvoering van de voorstellen. Daarbij behoort het nakomen van de afgesproken voortgangsrapportages en het uitwisseling van informatie over voortgang en uitkomsten. Daarmee wordt bijgedragen aan het regionaal ‘leren van elkaar’ is namelijk ook een belangrijke doelstelling van de aanpak met het innovatiebudget. Op basis van het regionale kader zal via de regionale werkgroep Transformatieagenda, die onder aansturing van ASDO, ook het voorliggend kader, met ondersteuning van HHM/BMC heeft ontwikkeld, nog het volgende worden uitgewerkt:
de uitwerking van de subsidieregeling op grond waarvan de regionaal bestemde middelen op een rechtmatige wijze kunnen worden toegekend (in sommige gemeenten kan dat bijvoorbeeld middels een bepaling binnen de ASV terwijl andere gemeenten de toekenning in eerste instantie op basis van AWB artikel 4:23 lid 3 laten plaatsvinden) het uitwerken van een regionaal communicatieplan richting aanbieders; het selecteren en benoemen van de onafhankelijke adviescommissie; het beschrijven van de beoordelings- en besluitvormingsprocedure. Zodra dit bekend is zal dat naar de Rhedense- en Rozendaalse situatie worden vertaald via een collegevoorstel. b. Lokaal Hieronder beschrijven we een systematiek voor de beoordeling van aanvragen en de besluitvorming over toekenning of afwijzing van aanvragen voor de lokale innovatiemiddelen. Hierbij onderscheiden we de volgende stappen: 7
a) b) c) d)
Aanvraag Pitches/korte presentaties Advies/ beoordeling Uitvoering
a) Aanvraag Iedereen kan een aanvraag doen voor de bekostiging van een innovatievoorstel. De aanvraag dient te voldoen aan de geschetste criteria. Initiatieven kunnen slechts eenmaal ingediend worden: lokaal of regionaal. Aanvragen betreffende inwoners uit de gemeenten Rheden en Rozendaal (lokaal) worden bij de gemeente Rheden ingediend. b) Pitches/korte presentaties Binnen 5 dagen na sluitingsdatum voor de indiening van de lokale plannen, worden die aanbieders uitgenodigd om hun plannen “in pitch vorm” te presenteren voor: de andere indieners, aanwezige raadsleden, aanwezige overige inwoners (via advertentie en website uitgenodigd) , de werkgroep en pers. Elk voorstel wordt in bijvoorbeeld 2 minuten gepresenteerd en vervolgens kunnen 8 minuten vragen worden gesteld. Als er slechts enkele indieners zijn, zou die tijd wat kunnen worden opgerekt. Daarna worden alle aanwezigen in staat gesteld om via een formulier hun bevindingen per voorstel weer te geven en bij de Adviescommissie (zie hieronder bij c) in te leveren. Na die avond krijgen de indieners van de voorstellen nog een week de tijd om – met de op die avond opgedane kennis – hun eigen voorstellen aan te vullen. c) Advies/beoordeling Alle ontvangen aanvragen worden, samen met de binnengekomen formulieren van de aanwezigen en eventuele aanvullingen op de plannen, inhoudelijk beoordeeld door de adviescommissie met zo mogelijk inhoudelijke expertise op verschillende relevante terreinen van zorg, welzijn, jeugd of participatie. Deze Adviescommissie Innovatiefonds bestaat uit maximaal 8 leden, te weten: -
één persoon uit of aangewezen door de Adviesraad Sociaal Domein; één of twee(andere) inwoners met affiniteit rond dit thema; één of twee personen vanuit een externe partij belast met de ondersteuning van maatschappelijke initiatieven of preventie (mits die partij niet zelf een voorstel indient); één ambtenaar vanuit de gemeente Rozendaal en één ambtenaar vanuit de gemeente Rheden, met kennis van de inhoud van de voor 2015 afgesloten inkoopcontracten met aanbieders en
De leden kiezen uit hun midden of extern een voorzitter, welke de nodige bestuurlijke ervaring heeft. De adviescommissie wordt secretarieel ondersteund door een ambtelijke medewerker vanuit de gemeente Rheden. Indien gewenst kan deze adviescommissie deskundige(n) als adviseur inschakelen. De commissie beoordeelt de ingediende voorstellen aan de hand van de gestelde doelen en criteria. Eventueel kan de commissie de indieners vragen het voorstel aan te passen/te verbeteren. Op basis daarvan geeft de commissie een advies over toekenning/afwijzing per aanvraag. Bij het opstellen van het advies over toekenning/afwijzing, houdt de commissie tevens rekening met spreiding over de gemeenten, de verdeling van de middelen over verschillende doelgroepen en de uitputting van het lokale budget. De commissie kan ook adviseren delen van een voorstel toe te kennen of af te wijzen. 8
De commissie vat haar bevindingen samen in één samenhangend advies voor de besteding van alle aanvragen voor het lokale innovatiebudget. Dit advies wordt voorgelegd aan de colleges van burgemeester en wethouders van beide gemeenten, die daarover formeel besluiten. d) Uitvoering Nadat positief is beschikt op de aanvraag voor het innovatieproject, zijn de indieners verantwoordelijk voor de uitvoering van de voorstellen. Daarbij behoort het nakomen van de afgesproken voortgangsrapportages en het uitwisseling van informatie over voortgang en uitkomsten.
7. Evaluaties Tijdens de looptijd van elk regionaal en lokaal project wordt elk initiatief volgens afspraak geëvalueerd. Dit is mede relevant met het oog op eventuele doorvertaling van de uitkomsten naar de contractering voor 2017 en verder. Zowel de regionale- als de lokale evaluaties hebben drie dimensies: a) Regionaal en lokaal De eerste dimensie is het evalueren van de beoogde resultaten. De evaluatie van elk innovatief project is onderdeel van dat project. Dat betekent dat de gemeenten er vanuit gaan dat de aanbieders steeds hun eigen doelstellingen en behaalde resultaten evalueren, als onderdeel van het project. Deze evaluatie is gekoppeld aan de inhoudelijke criteria uit deze notitie. Van de aanbieders wordt dan ook verwacht dat zij vanuit het gehonoreerde voorstel volgens afspraak informatie aanleveren over die elementen van de beoogde innovatie.
De tweede dimensie is het evalueren van de bouwstenen voor de transformatie. Dit is van betekenis voor de verdere inrichting van het sociale domein. De uitwerking van dit aspect van de evaluatie vraagt waar nodig om regionale samenwerking en afstemming; het is immers de optelsom van alle verschillende innovatieve projecten op basis waarvan de bouwstenen voor de transformatie zichtbaar worden. Deze tweede dimensie van de evaluatie vraagt dan ook om een ‘meta-analyse’. Deze wordt enerzijds opgebouwd door de ervaringen en uitkomsten van de verschillende projecten in regionaal en lokaal verband te delen. Hiertoe worden regionale kennissessies georganiseerd. Anderzijds is een overall analyse nodig om de uitkomsten te vertalen naar uitgangspunten en elementen voor de hercontractering (voor de maatwerkvoorzieningen vanaf 2017). Bij het opstellen van deze analyse wordt de commissie betrokken die de regionale projectvoorstellen beoordeelt. De uitkomsten van de evaluatie in deze tweede dimensie leidt tot een advies voor de aanpassing van de contractering, zowel inhoudelijk als procedureel.
De derde dimensie betreft de evaluatie van deze wijze van innoveren. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie in de eerste twee dimensie, wordt in de loop van 2016 beoordeeld of het innovatiebudget tot tevredenheid heeft bijgedragen aan de beoogde transformatie. De uitkomst van deze dimensie van de evaluatie wordt betrokken bij de besluitvorming over continuïteit van het innovatiebudget in de volgende contractperiode. 9
a) Lokaal De lokaal ingediende aanvragen worden, naast de onder 7a genoemde dimensies, op de per aanvraag nader te maken afspraken en momenten, geëvalueerd. In de evaluaties wordt minimaal aandacht besteed aan: o Maatschappelijke baten; o Betekenis voor de deelnemers; o Mate van leereffect op andere voorzieningen; o Financiële baten (en bij welke partij).
8. Reeds bekende projecten Bij de gemeente Rheden is reeds bekend dat een aantal organisaties met een plan willen komen of al zijn gekomen (bijv. uit de politieke avond met de “pitches”). Met deze organisaties of inwoners zal contact worden opgenomen en besproken worden in hoeverre die plannen in deze aanpak van innovatie kunnen worden meegenomen.
9. Kosten Aan dit voorstel zijn beperkt kosten verbonden. T.a.v. het regionale deel is regionaal afgesproken, dat de kosten van de externe adviescommissie uit het innovatiebudget bekostigd worden en getracht wordt deze zo laag mogelijk te houden. T.a.v. het lokale deel: Het gaat om presentiegeld voor 2 á 3 vergaderingen en er worden mogelijk enige kosten gemaakt als er een extern partij om advies gevraagd gaat worden. Daar is nu nog geen zicht op of dat nodig is. De hieraan verbonden – wellicht beperkte - kosten kunnen uit het organisatiebudget Sociale decentralisaties van de gemeente Rheden gedekt worden.
10. Risico’s Hieronder zijn de risico’s en de daarbij behorende beheersmaatregelen opgenomen:
a.
Risico’s Onvoldoende ingediende projecten, waardoor 2 x 1,5% niet besteed kan worden
b.
Onvoldoende innoverend vermogen in de voorstellen
c.
Dat door indiener van een innovatieproject - onder noemer van innovatie – regulier werk wordt gedaan
d.
Onvoldoende en juiste juridische basis voor regionale invulling van die regionale 1,5% (inclusief de mogelijkheid van bezwaar en beroep)
Beheersmaatregel Actief communiceren met potentiële indieners, waaronder zeker de bestaande gecontracteerde aanbieders en vrijwilligersorganisaties Hangt vooral van de indieners af. Die doelgroep van indieners hebben we bij de lokale aanpak flink opgerekt. In communicatie zo goed mogelijk benadrukken. Voldoende deskundigheid in adviescommissies zien te organiseren. Anders deskundige hulp inschakelen. Wordt vanuit regio opgepakt. Daarna zelf beoordelen.
10
e.
Onvoldoende en onjuiste juridische basis voor 1,5% lokale invulling
Voorstel vanuit regio wordt afgewacht om daarop zoveel mogelijk aan te sluiten. Mocht dat te laat binnenkomen, dan zelf voor adequate oplossing zorgen.
11. Advies/beslispunten 1. In te stemmen met een splitsing van het 3% innovatiebudget in een regionaal innovatiebudget (1,5%) en een lokaal budget (1,5%). 2. Het regionaal kader innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem vast te stellen als kader voor het regionale innovatiebudget. 3. Op basis van het inhoudelijk kader de werkgroep Transformatieagenda de opdracht te gevende regionale uitwerking verder vorm te geven zodat partners per 1 april 2015 voorstellen kunnen indienen. 4. Het lokaal kader Innovatiebudget Sociaal Domein gemeenten Rheden en Rozendaal op inhoud en procedure vorm geven zoals in deze notitie vastgelegd.
12.
Planning lokale initiatieven
Hieronder is de lokale planning voor de eerste tranche opgenomen: Tijd 24/03 09/04 20/04 23/04 30/04 20/05 26/05 26/05 28/05 16/06 19/06 22-29/06 Juli/aug div.data
Wat Openen van aanmeldformulier op de website Vragenuur voor (potentiële) indieners plannen (van 17.00 – 18.00 uur in raadzaal gemeentehuis Rheden) Sluitingsdatum indiening lokale plannen Pitchavond met indieners voorstellen (presentatie voor werkgroep, indieners, raad en evt. inwoners) (vanaf 19.30 uur in raadzaal gemeente Rheden); Uiterlijke indiening aanvulling op eigen reeds ingediende plannen door de aanvragers 1e vergadering Adviescie Evt. ruimte voor aanvullende vragen/gesprekken Evt. 2e vergadering Adviescie. Eindadvies klaar Advies Adviescie. van collegevoorstel voorzien Collegebesluit / ter kennisname naar de raad Beschikkingen naar indieners Terugkoppeling inhoud en procedure aan raadswerkgroep Evaluatie procedure en adviseren t.a.v. indiening plannen 2016 en punten t.b.v. contractering 2017 Periodieke evaluaties van de initiatieven op basis van afgesproken voortgangsrapportages + evt. uitwisseling daarvan in de regio
11