Nota
Ouderbeleid Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente Hilversum
1
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 Doel ..................................................................................................................................................... 3 Leeswijzer ............................................................................................................................................ 3 Visie en uitgangspunten .......................................................................................................................... 4 Visie ..................................................................................................................................................... 4 Uitgangspunten ................................................................................................................................... 4 Indicatoren .............................................................................................................................................. 5 Gemeentelijk niveau ........................................................................................................................... 5 Locatieniveau ...................................................................................................................................... 5 Randvoorwaarden ................................................................................................................................... 8 Educatief partnerschap ....................................................................................................................... 8 Monitoring........................................................................................................................................... 8 Financieel kader .................................................................................................................................. 8 Participatie .......................................................................................................................................... 8
2
Inleiding Ouderbetrokkenheid heeft een positief effect op de ontwikkeling van het kind1. Om er voor te zorgen dat kinderen in de periode van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) optimale ontwikkelingskansen krijgen, is het belangrijk dat de ouders hierbij betrokken zijn. In Hilversum willen we dat de peuterspeelzalen en scholen met VVE (VVE-locaties) met de ouders als partners samenwerken, samen de verantwoordelijkheid nemen voor de ontwikkeling van kinderen en elkaar daarbij ondersteunen en versterken. Ze hebben een gemeenschappelijk doel: de optimale ontwikkeling van kinderen.
Doel Deze nota heeft als doel de ouders meer te betrekken bij VVE om de genoemde optimale ontwikkelingskansen te krijgen. Het betreft het overkoepelend ouderbeleid voor alle VVE-locaties in Hilversum dat leidend en richtinggevend is voor inhoudelijke keuzes. Het betreft het geheel van samenhangende, doelgerichte en op elkaar afgestemde activiteiten voor ouders. Daarnaast stimuleert dit beleid de doorgaande lijn van ouderbetrokkenheid van peuterspeelzaal naar school. De locaties werken het ouderbeleid verder uit op basis waarvan doelgerichte ouderactiviteiten worden uitgevoerd. Met dit gerichte ouderbeleid kunnen de peuterspeelzalen en scholen ouders bijvoorbeeld stimuleren om thuis met hun kinderen ontwikkelingsgerichte activiteiten te doen en mee te doen aan activiteiten in de voor- of vroegschool. Dit beleid sluit aan op het ondersteuningsplan van het SamenWerkingsVerband Unita, waarin de samenwerking met ouders ook een centrale rol heeft. Het kan dan ook desgewenst breder worden ingezet dan alleen op VVE-locaties. Daarnaast houdt het beleid rekening met de wettelijke regelgeving en de kwaliteitsindicatoren van de onderwijsinspectie voor VVE en past het binnen de gemeentelijke visie op de jeugd en de rol van ouders bij de opvoeding en ontwikkeling van kinderen en jongeren.
Leeswijzer Eerste beschrijven we in deze nota de visie en uitgangspunten van het beleid. Er wordt een gezamenlijke gemeentebrede visie op ouderbetrokkenheid binnen de voor- en vroegschoolse educatie gegeven en hoe beroepskrachten en ouders elkaar bejegenen. De visie biedt ouders en beroepskrachten houvast, herkenning en een duidelijk kader. Daarna beschrijven we de indicatoren waaraan het ouderbeleid moet voldoen. De nota sluit af met de beschrijving van de randvoorwaarden.
1
Holter & Bruinsma, 2009; Marzano, 2007; Hattie, 2007
3
Visie en uitgangspunten
Visie De gemeente Hilversum streeft naar optimale ontwikkelingskansen van kinderen in de peuter- en kleuterleeftijd. Naast samenwerking tussen de betrokken instellingen is hiervoor ouderbetrokkenheid een voorwaarde. Ouderbetrokkenheid heeft een positief effect op de ontwikkeling van het kind en vergroot de effectiviteit van VVE, juist ook als ouders thuis met hun kinderen ontwikkelingsgerichte activiteiten doen. In Hilversum willen we dat de VVE-locaties met de ouders als partners samenwerken, samen de verantwoordelijkheid nemen voor de ontwikkeling van kinderen en elkaar daarbij ondersteunen en versterken. Ze kunnen zo zorgen voor een veilige sfeer en een stimulerende leeromgeving voor het kind, zowel thuis als op school. Deze wederzijdse samenwerking heet educatief partnerschap. Ouders hebben rechten, maar ook plichten. Er is sprake van een open en uitnodigende houding van de peuterspeelzaal of school en de ouders, in een sfeer van vertrouwen en samenwerking. Hierbij wordt uitgegaan van de kracht van ouders en wordt aangesloten bij wat ouders zelf weten en kunnen. In de bijlage treft u de kenmerken van educatief partnerschap. In Hilversum vinden we dat de primaire verantwoordelijkheid voor de dagelijkse zorg en de opvoeding bij de ouders ligt. Vanuit deze verantwoordelijkheid zijn ouders betrokken bij de ontwikkeling van hun kinderen op de peuterspeelzaal en school. De peuterspeelzaal en school zijn de eerstverantwoordelijke voor het bieden van onderwijs, de juiste ondersteuning en een veilig pedagogisch klimaat. Het is van belang dat deze twee partners, ouders en instelling, enerzijds deze gescheiden verantwoordelijkheden (h)erkennen en anderzijds continu met elkaar in dialoog blijven en afspraken maken over een zo optimaal mogelijke samenwerking en omstandigheden. Op deze manier kunnen zij profiteren van elkaars kennis bij het zoeken naar de juiste ondersteuning en oplossingen.
Uitgangspunten Voor het ouderbeleid gelden de volgende uitgangspunten: Alle betrokken partijen onderschrijven de algemene visie over en de doelstelling van ouderbetrokkenheid. De gemeentelijke visie geeft een richting aan. De VVE-locaties kiezen uiteindelijk zelf (binnen de visie en gezamenlijk afgesproken doelen) welke concrete doelen zij jaarlijkse nastreven en hoe zij dat willen gaan doen. Het gaat in feite niet om ouders of instellingen, maar om de ontwikkeling van kinderen. Samen bieden zij optimale kansen voor de ontwikkeling van kinderen. Bij ieder plan of activiteit op het vlak van ouderbetrokkenheid moet van tevoren worden bedacht hoe deze bijdraagt aan de sociale en/of cognitieve ontwikkeling van kinderen.
4
Indicatoren Hieronder wordt beschreven aan welke indicatoren het beleid moet voldoen. Vanuit de Inspectie van Onderwijs is een aantal kwaliteitsindicatoren voor VVE-ouderbetrokkenheid gesteld. De indicatoren worden benoemd op twee niveaus: het gemeentelijk niveau en het locatieniveau. Dit beleid volgt de kwaliteitsindicatoren van de inspectie en stelt geen aanvullende eisen.
Gemeentelijk niveau De gemeente voert beleidsregie op ouderbetrokkenheid. Deze nota ouderbeleid geeft daarbij het beleidskader aan. Daarnaast zijn de regiegroep VVE en de nog te benoemen VVE-coördinatoren (iemand in de instelling die VVE in zijn takenpakket heeft, zie ook Ontwikkeling stimulerende activiteiten thuis door ouders) verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering van het beleidsplan. De taken die door de gemeente worden uitgevoerd zijn: Het informeren van de VVE-locaties over de kaders, verantwoordelijkheden en mogelijkheden bij het opstellen, implementeren en uitvoeren van het ouderbeleid VVE;
Het adviseren van instellingen over het ouderbeleid VVE; overleg voeren met de kernpartners in het werkveld voor het verkrijgen van nadere informatie dan wel het inventariseren en afstemmen van standpunten voor implementatie en uitvoering in het werkveld; Het deelnemen aan (lokale) bijeenkomsten en congressen over ouderbetrokkenheid VVE; Het overdragen van kennis- en informatie op dit gebied; Het zorgdragen voor de in- en externe communicatie over de uitvoering van het beleidsplan.
Locatieniveau De VVE-locaties zijn wettelijk verplicht te voldoen aan de volgende indicatoren: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Er is gericht ouderbeleid; Ouders zijn vooraf geïnformeerd; De intake voldoet aan de op gemeentelijk niveau gemaakte afspraken; De ouders worden gestimuleerd om thuis ontwikkeling stimulerende activiteiten te doen; De ouders participeren in VVE-activiteiten op zowel de peuterspeelzaal als de (vroeg)school; De ouders worden regelmatig over de ontwikkeling van hun kinderen geïnformeerd; Er wordt rekening gehouden met de thuistaal.
Ad 1. Gericht ouderbeleid Het ouderbeleid op de locaties is doelgericht en resultaatgericht. Het is concreet en schriftelijk vastgelegd. Het wordt jaarlijks aan de lokale situatie aangepast. De resultaten worden geëvalueerd. Vanuit een analyse van de lokale situatie worden maatregelen getroffen die de ouderbetrokkenheid vergroten. De VVE-locatie maakt een analyse van de ouderpopulatie door gericht te kijken naar opleidingsniveau, gesproken thuistaal, werk en gezinssamenstelling. Op basis hiervan wordt specifiek en gedifferentieerd ouderbeleid met doelen en gewenste resultaten geformuleerd en uitgevoerd. Het past bij de behoefte en mogelijkheden van de ouders op betreffende locatie. Elke VVE-locatie 5
kent de wensen en mogelijkheden van de ouders om van daaruit ouders te motiveren om deel te nemen aan de voor hen meest geschikte activiteiten. Als ouders niet deelnemen aan de activiteiten/bijeenkomsten dan weet de (voor)school wat daarvan de reden is. Waar nodig zoeken de ouders en (voor)school naar een passende oplossing. Er is sprake van educatief partnerschap tussen VVE-locatie en ouders. Ouders volgen de brede ontwikkeling van hun kind, voeren thuis activiteiten uit ter bevordering van de (taal)ontwikkeling van hun kind en hebben daarover regelmatig contact met de peuterspeelzaal of school. Elke VVE-locatie heeft een goed lopend aanbod aan ouderactiviteiten, gericht op de brede ontwikkeling van kinderen en met focus op het thuis stimuleren van de (taal)ontwikkeling en het vergroten van de interactievaardigheden van de ouders. Er vindt coördinatie plaats op het geheel aan activiteiten.
Ad 2. Ouders vooraf informeren De VVE-locaties informeren de ouders aantoonbaar en adequaat over het VVE-beleid, de kwaliteitseisen en het pedagogisch beleid. De gang van zaken op de locatie (regels over tenminste de veiligheid en gezondheid, het VVE-programma, de frequentie van informatie-uitwisseling en de doelstellingen) en de wederzijdse betrokkenheid voor het gezamenlijk belang van ouders en locatie voor de ontwikkeling van het kind worden besproken. De verwachtingen over de ouders wordt met hen besproken, evenals wat de ouders van de peuterspeelzaal of school kunnen verwachten. De locatie zorgt dat de ouders de informatie ook daadwerkelijk begrijpen. De informatievoorziening (vooraf) van de betrokken instellingen komt overeen of is op elkaar afgestemd. De ouders worden geïnformeerd over dat als hun kind overgaat van een VVE-locatie naar een ander, er een warme overdracht van het kind plaatsvindt tussen de locaties.
Ad 3. Intake Het intakegesprek met de ouders over het kind vindt face-to-face plaats en wordt aan de hand van een intakeformulier geregistreerd. In dit gesprek wordt informatie over het gezin en het kind besproken, over de eigen manier van opvoeden en de thuistaal. De ouders worden voorafgaand aan de plaatsing van hun peuter/kleuter adequaat en aantoonbaar geïnformeerd over het beleid en ambitieniveau van de VVE-locatie. Ook wordt met hen besproken dat van ouders een actieve rol wordt verwacht tijdens de VVE-periode. De intakeprocedure is per VVE-locatie vastgelegd.
Ad 4. Ontwikkeling stimulerende activiteiten thuis door ouders De VVE-locatie biedt concrete activiteiten aan om ouders te stimuleren in het thuis uitvoeren van activiteiten met hun kind. Het doel hiervan is om in de thuissituatie de ontwikkeling van het kind te stimuleren, waarbij direct wordt aangesloten op het aanbod van de VVE-locatie. Van ouders wordt ondersteunend gedrag verwacht. Voor elke locatie is een VVE-coördinator beschikbaar die ook optreedt als oudercoördinator voor ouderbetrokkenheid. De coördinator schrijft per locatie eigen ouderbeleid. Het moet passen bij de eigen leerlingen, ouders en wensen van de peuterspeelzaal of school. De coördinator draagt zorg 6
voor de uitvoering van de activiteiten van het ouderbeleidsplan. De coördinator is aanspreekpunt voor ouders, directie en collega’s. Alle VVE-locaties stimuleren op structurele en effectieve wijze ouders om thuis ontwikkeling stimulerende activiteiten met hun kind te doen en geven daartoe materialen en informatie mee. Ze informeren ouders hoe ze met hun kinderen VVE-activiteiten kunnen uitvoeren. Tenminste 60% van de ouders voert daadwerkelijk thuis VVE-activiteiten uit. Hiertoe wordt de ouders gevraagd of en hoe zij VVE-activiteiten thuis hebben uitgevoerd. Zo nodig wordt naar een passende oplossing gezocht. Ad 5. Ouderparticipatie in VVE-activiteiten op peuterspeelzaal en (vroeg)school De VVE-locaties hebben geformuleerd op welke manier zij met ouders samenwerken, welke activiteiten dat betreft, waarbij zowel de rol van de ouders als die van de pedagogisch medewerker of leerkracht helder is. Ouders worden door de locatie actief betrokken bij VVE-activiteiten, door verschillende activiteiten te organiseren waarbij actieve deelname van ouders wordt gevraagd. De locatie geeft concreet aan hoe ze de pedagogische en didactische doelstellingen samen met de ouders in de praktijk wil realiseren. De ouders krijgen instructie over hoe zij thuis de ontwikkeling van hun kind kunnen stimuleren, daarbij is ruimte voor opvoedvragen. Alle VVE-locaties stimuleren op structurele en effectieve wijze ouders om te participeren in ouderactiviteiten op de VVE-locaties. De locaties organiseren regelmatig ouderactiviteiten zoals themabijeenkomsten, inloopuren of koffieochtenden en stimuleren ouders hieraan deel te nemen. Tenminste 60% van de ouders participeert in de ouderactiviteiten. Waar nodig wordt naar een passende oplossing gezocht.
Ad 6. Ouders informeren over ontwikkeling kind De VVE-locaties en de ouders informeren elkaar regelmatig over de ontwikkeling van het kind. Bij zorgpunten worden de ouders of wordt de locatie direct geïnformeerd en worden regelmatig voortgangsgesprekken gehouden. Ouders worden op de VVE-locatie in gesprekken geïnformeerd aan de hand van observatie- en toetsgegevens. De locatie kan aantonen dat een bepaalde procedure wordt gevolgd als het gaat om informeren van de ouders. Elke VVE-locatie organiseert ten minste twee keer in de peuter- of kleuterperiode een oudergesprek.
Ad 7. Rekening houden met thuistaal De VVE-locaties weten in ieder geval welke thuistaal wordt gesproken. Op de VVE-locaties wordt door de pedagogisch medewerkers en leerkrachten Nederlands gesproken (tenminste op 3F niveau). Iedere VVE-locatie vindt het belangrijk dat de informatie over de ontwikkeling van een kind wordt begrepen door de ouders. Bij het verstrekken van informatie wordt rekening gehouden met de thuistaal van de ouders. De ouders of de VVE-locatie kunnen iemand - met dezelfde thuistaal als de ouders en die de Nederlandse taal wel beheerst - vragen als tolk.
7
Randvoorwaarden Educatief partnerschap Educatief partnerschap kenmerkt zich door: Ouders voelen zich welkom op de PSZ/school; Ouders voelen zichzelf en hun kind gezien en gekend; Ouders kennen en vertrouwen de PMers/leerkrachten van hun kind; Ouders ervaren de relatie met PSZ/school als wederkerig en gelijkwaardig; Ouders weten wat de PSZ/school van hen verwacht en hebben het gevoel dit te kunnen; Ouders weten dat hun kind betrokkenheid op prijs stelt; Ouders en PSZ/school zijn samen verantwoordelijk, delen een gemeenschappelijk belang; De PSZ/school heeft hoge verwachtingen van de mogelijkheden van ouders; Ouders worden gezien als deskundige van hun eigen kind; Ouders voelen zich uitgenodigd met de PSZ/school en aanbieders van opvoedondersteuning in gesprek te gaan over pedagogische thema’s en opvoedvragen. Er is minder toespraak naar ouders en meer inspraak van ouders.
Monitoring De resultaten van het ouderbeleid worden gevolgd in een cyclus van formulering, uitvoering, evaluatie en bijstelling (monitoring). Monitoring vindt in ieder geval plaats op: Deelname van ouders aan activiteiten; De gemaakte resultaatafspraken; Klanttevredenheid (ouders en professionals).
Financieel kader Conform de wettelijke regelgeving bekostigen de scholen het vroegschoolse deel van VVE en de gemeente Hilversum het voorschoolse deel. De gemeente Hilversum ontvangt een rijksbijdrage voor het onderwijsachterstandenbeleid, waarvan VVE onderdeel uitmaakt. Daarnaast subsidieert de gemeente Hilversum met eigen middelen de VVE-peuterspeelzalen. De taken van de gemeente Hilversum bij het ouderbeleid worden binnen het beschikbare budget uitgevoerd. De scholen bepalen welk budget beschikbaar is voor hun verder uitgewerkte ouderbeleid en het uitvoeren van de doelgerichte activiteiten.
Participatie De Regiegroep VVE voert al jaren overleg over VVE in Hilversum. In deze regiegroep zijn naast de gemeente en de GGD, de vier schoolbesturen met VVE en de instanties met VVE-peuterspeelzalen vertegenwoordigd. De regiegroep wordt ondersteund door de CED-groep. Deze nota is door de Regiegroep VVE in overleg met de betrokkenen opgesteld. De betrokkenen zijn: besturen, directies, leidinggevenden, leerkrachten, interne begeleiders en pedagogisch medewerkers en niet te vergeten de ouders. Bij het implementeren van het ouderbeleid worden de ouders eveneens betrokken. 8