Notitie beleid Voor- en vroegschoolse educatie gemeente Noordwijkerhout 2015 Aanleiding In de commissievergadering Samenlevingszaken van 2 december 2014 heeft mevrouw L. van Zanten (directeur peuterspeelzaal Bambini) , mede namens de ouders van de kinderen die de speelzaal bezoeken, ingesproken. Zij vraagt aandacht voor de groep (voor een deel kwetsbare) peuters waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag. Door de portefeuillehouder is toegezegd dat er in het voorjaar 2015 een notitie is, waarin alle aspecten van voor- en vroegschoolse educatie aan de orde komen. In de commissievergadering Samenlevingszaken van 3 maart 2015 is een initiatief (raads)voorstel/discussienota besproken van de fracties van de VVD en PvdA. In deze nota: ‘Toekomstbestendig en toegankelijk peuterspeelzaalwerk en peuteropvang in de gemeente Noordwijkerhout’ wordt een voorstel gedaan de kinderopvangorganisaties een financiële bijdrage te verstrekken om een zo optimaal mogelijke toegankelijkheid van de peuterspeelzaal te creëren. De commissie heeft het college verzocht een raadsvoorstel uit te werken en voor te leggen aan de commissie Samenlevingszaken van 14 april voor de oordeelsvorming waarna in de raad van 30 april een besluit kan worden genomen. Bovendien heeft de Inspectie van het Onderwijs in 2014 onderzoek gedaan naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de gemeente Noordwijkerhout in 2014. De aanleiding van het onderzoek is het mogelijk bestaan van risico’s ten aanzien van het voldoen aan wettelijke eisen voor voor- en vroegschoolse educatie in deze gemeente. Uit het concept-rapport van bevindingen Kwaliteit van vve in 2014 in Noordwijkerhout (d.d. 31 oktober 2014) blijken tekortkomingen. De gemeente voldoet al enkele jaren niet aan de wettelijke verplichtingen voor gemeenten die onderwijsachterstanden-gelden krijgen. De inspectie gaat ervan uit dat de gemeente binnen afzienbare tijd deze tekortkomingen opheft, zodat de wet wordt nageleefd. Er worden verbeterafspraken en verbeterpunten benoemd. De inspectie verwacht van de gemeente Noordwijkerhout dat zij eind april 2015 aan de wettelijke eisen (de indicatoren zie zijn opgenomen onder de verbeterafspraken) voldoet.
Voorgeschiedenis Wet Ontwikkelkansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE) Per 1 augustus 2010 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in de Wet Kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het voor- en vroegschoolse educatiebeleid (VVE). Deze wetswijzigingen bij elkaar wordt de Wet Ontwikkelkansen door Kwaliteit en Educatie genoemd. Voor- en vroegschoolse educatie is in een groot aantal gemeenten de afgelopen jaren al vormgegeven. Met ingang van de OKE wetgeving wil het kabinet alle kinderen met ontwikkelingsachterstand bereiken. Vandaar dat alle gemeenten verplicht zijn het beleid vorm te geven. In deze notitie komen alle aspecten van voor- en vroegschoolse educatie aan de orde. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de eisen van de OKE wetgeving en worden enkele begrippen toegelicht. Hoofdstuk 2 bevat de huidige stand van zaken en de verbeterafspraken en verbeterpunten uit het Inspectierapport. Hoofdstuk 3 schetst een beeld van de peuterspeelzalen en 1 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
kinderdagverblijven in Noordwijkerhout. Ook van de basisscholen wordt een globaal beeld geschetst, omdat met de scholen volgens de wetgeving afspraken gemaakt dienen te worden over de doorgaande lijn. In hoofdstuk 4 worden de afspraken vermeld die gemaakt worden tussen gemeente, besturen/directies voorschoolse voorzieningen en schoolbesturen voor het realiseren van een kwalitatief goed VVE aanbod in Noordwijkerhout. Hoofdstuk 5 bevat het financiële kader. In het laatste hoofdstuk 6 wordt het initiatiefvoorstel vanuit de commissie Samenlevingszaken nader uitgewerkt.
Hoofdstuk 1 Overzicht van de eisen en uitleg van begrippen 1.1. Inleiding De Wet OKE beoogt de eerste stappen te zetten in het harmoniseren van de wet- en regelgeving voor kinderopvang en peuterspeelzalen. De gemeente heeft als taak om de regie op zich te nemen en met lokale maatschappelijke organisaties, basisscholen, kinderopvang en peuterspeelzalen tot een gezamenlijke visie te komen voor de toekomst van de lokale voorschoolse voorzieningen. Gemeenten moeten daarbij tot afspraken komen over de doelgroep voor de voorschoolse educatie en het realiseren van een dekkend en sluitend aanbod van voor- en vroegschoolse educatie. De wet geeft de gemeente de opdracht om, in samenwerking met lokale partners, zorg te dragen voor de volgende zaken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Afdoende kwaliteit van het reguliere peuterspeelzaalwerk Een dekkend en hoogwaardig aanbod van voorschoolse educatie Doelgroepenbepaling VVE Toeleiding naar voorschoolse educatie Tegemoetkoming in de kosten van de ouderbijdrage peuterspeelzaal voor doelgroepkinderen Doorgaande leerlijn Het voeren van jaarlijks overleg binnen de gemeente.
1.2. Toelichting begrippen Definitie van kinderopvang: het bedrijfsmatig en anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Definitie van peuterspeelzaalwerk: de verzorging, opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen uitsluitend bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs. Wat is Voor- en Vroegschoolse educatie? Voor- en vroegschoolse educatie houdt in dat kinderen op jonge leeftijd meedoen aan educatieve programma’s. De programma’s beginnen in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf, dit wordt voorschoolse educatie genoemd. De programma’s lopen door in de eerste twee groepen van de basisschool, dit is de vroegschoolse educatie. De doelstelling van het VVE beleid is om de
2 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
ontwikkeling van kinderen zodanig te stimuleren dat hun kansen op een goede schoolloopbaan en maatschappelijke carrière worden vergroot. Voorschools educatieprogramma De voorschoolse instellingen bepalen zelf welk VVE programma ze gebruiken. Puk & Ko, Piramide en Peuterpraat zijn de methodes waarmee de meeste instellingen in Noordwijkerhout werken.
Op de foto de pop Puk die meedoet met de kinderen tijdens het programma.
Met Puk & Co leren kinderen spelenderwijs en doen zelf ontdekkingen. Puk & Co stimuleert de sociaal-communicatieve en ontluikende rekenontwikkeling. En de taalontwikkeling staat voorop. Achterstandskinderen / gewichtenregeling Bijna 1,5 miljoen kinderen gaan in Nederland naar het reguliere basisonderwijs in het schooljaar 2014-2015. Eén op de tien van deze basisschoolleerlingen behoren tot een categorie met vergrote kans op achterstand. Deze kinderen worden ‘gewogen’. Aan de hand van criteria krijgen zij of het gewicht 0,3 of 1,2 mee. Het gewicht van 0,3 wordt toegekend aan leerlingen van wie beide ouders of de ouder die belast is met de dagelijkse verzorging maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft gehad. Het gewicht 1,2 wordt toegekend aan leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg. De huidige gewichtenregeling is vanaf schooljaar 2009-2010 volledig van toepassing. Landelijk hadden ruim 87 duizend leerlingen in het schooljaar 2013/2014 een 0,30 gewicht. Nog eens 73 duizend leerlingen hadden een 1,20 gewicht. De gewichtenregeling in het basisonderwijs bepaalt hoeveel geld een basisschool krijgt voor het wegwerken van onderwijsachterstanden. De gewichtenregeling bepaalt ook of een school verplicht is om vroegschoolse educatie te bieden. Als het aantal gewichtenleerlingen van een school hoger is dan 6% van het totaal aantal leerlingen ontvangt de school een extra vergoeding en dient een school vroegschoolse educatie te bieden.
3 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
Hoofdstuk 2 Huidige stand van zaken en de verbeterafspraken / verbeterpunten In december 2010 is door het college van B&W een beleidsnotitie “Handhavingsbeleid Kinderopvang & Peuterspeelzaalwerk “ vastgesteld . Deze is ter informatie in januari 2011 aan de Raad gezonden. Daarin is ook aangegeven dat er in de loop van 2011 beleid op het gebied van VVE voor Noordwijkerhout zal worden opgesteld. Werkgroep VVE In april 2011 is overleg geweest van de wethouder jeugd met de instellingen voor kinderopvang, peuterspeelzalen, basisonderwijs, jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) en MEE. De deelnemers van dit overleg zien duidelijk mogelijkheden voor VVE, met inzet van het gemeentelijk budget. Op basis van een plan van aanpak is vervolgens een werkgroep VVE opgericht, waarin de kinderopvanginstellingen en peuterspeelzalen deelnamen. Doel van de werkgroep was het komen tot voorstellen voor VVE beleid en voorstellen voor de inzet van de VVE middelen. De werkgroep heeft de inzet van de VVE middelen 2012 en 2013 besproken en er zijn op basis daarvan in de afgelopen jaren trainingen gegeven aan de leidsters van de instellingen: een basistraining VVE en een tutor-opleiding. Er is een visie op de VVE gegeven: Voorschoolse voorzieningen zijn bestemd voor alle kinderen; veilig, stabiel en continue; gericht op een duidelijke pedagogische identiteit en gericht op een doorgaande lijn naar de vroegschoolse periode. Lokaal Educatieve Agenda (LEA) De LEA is geïntroduceerd als instrument om het lokaal onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven na de wetswijziging in het onderwijsachterstandenbeleid in 2006. Het is een overlegvorm tussen gemeenten en het onderwijs om binnen gelijkwaardige verhoudingen tot gezamenlijke afspraken te komen over het onderwijs- en jeugdbeleid. In het kader van de wet OKE wordt het college opgedragen ten minste jaarlijks overleg te voeren met schoolbesturen, kinderdagverblijven en peuterspeelzalen en verplicht afspraken te maken over: a. Een zo groot mogelijke deelname van kinderen aan voorschoolse educatie, met als aandachtspunten het vaststellen welke kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal in aanmerking komen voor voorschoolse educatie, de wijze waarop kinderen worden toe geleidt naar VVE en de organisatie van een doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie; b. De resultaten van vroegschoolse educatie. REA In mei 2011 is een startnotitie voor een Regionale Educatieve Agenda Duin- en Bollenstreek opgesteld. Schoolbesturen en gemeentebesturen in de Duin- en Bollenstreek hebben aangegeven dat zij het belang zien van regionale samenwerking in de vorm van een regionale educatieve agenda. Vervolgens hebben genoemde partijen de krachten gebundeld en werken samen in de REA. De partners en deelnemers zijn de gemeenten Lisse, Hillegom, Noordwijk, Noordwijkerhout, Teylingen en Katwijk én de schoolbesturen van Primair en Voortgezet onderwijs in de Duin- en Bollenstreek. In november 2012 is door het College van B&W van Noordwijkerhout besloten de specifieke uitkering op grond van het onderwijsachterstandenbeleid in te zetten voor de uitvoering van het plan van 4 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
aanpak REA. Dit heeft in 2014 geresulteerd in de inzet van deze middelen voor de taalklas Duin- en Bollenstreek die in september 2014 van start is gegaan. Passend Onderwijs In het kader van Passend Onderwijs hebben de Samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs in 2014 een ondersteuningsplan opgesteld. Een ontwikkeldocument dat in het overleg tussen samenwerkingsverbanden en gemeenten verder wordt ontwikkeld. Een van de onderwerpen in het document is de overgang van voorschoolse voorzieningen naar het primair onderwijs. Deze doorgaande lijn blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig te realiseren. Alle betrokkenen zijn verantwoordelijk om te komen tot goede afspraken met name waar het gaat om het afstemmen van de overdracht (voorschoolse periode en basisschoolperiode) van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Bij het inrichten van een doorgaande lijn gaat het vooral om het op gang brengen van een discussie over dit onderwerp in de regio. Vanuit de werkgroep Passend Onderwijs is de wens neergelegd om naast dit actiepunt vanuit het ondersteuningsplan het VVE beleid in zijn algemeenheid ook regionaal te bespreken. De commissie Samenlevingszaken heeft deze wens ook uitgesproken in haar vergadering van 3 maart. Met de Duin- en Bollenstreekgemeenten wordt dit opgepakt. Een datum voor een overleg wordt momenteel geïnventariseerd. Landelijke ontwikkelingen op het gebied van kinderopvang In december 2013 heeft het kabinet een visie: “Een betere basis voor peuters” naar de Tweede Kamer gestuurd. Het kabinet wil alle ouders van peuters recht geven op een kinderopvangtoeslag voor twee dagdelen per week, maar de verantwoordelijkheid voor het vve-beleid bij de gemeente laten. Hiervoor wil de minister de middelen uit het gemeentefonds halen. De VNG heeft een alternatief scenario ontwikkeld: -een integrale basisvoorziening voor 0 t/m 12 jarigen, waarin onderwijs en opvang geïntegreerd wordt aangeboden; -vanaf 2016 voor alle kleuters tussen de 2,5 en 4 jaar een ontwikkelrecht van twee dagdelen per week aangevuld met twee extra dagdelen voor doelgroeppeuters. Het bestuurlijk overleg hierover is nog steeds gaande. Beide partijen willen dat peuters van werkende ouders straks onder de kinderopvangtoeslagenwet vallen. De VNG blijft vasthouden aan de noodzaak van ontwikkelrecht voor alle peuters en wil geen onderscheid maken tussen werkende en niet-werkende ouders. De bewindslieden vinden dat het rijk alleen geld beschikbaar moet stellen voor ouders die werken en voor de groep kinderen met een taalachterstand (VVE). Voor de resterende groep peuters moeten ouders zelf wat regelen of moet de gemeente geld beschikbaar stellen. Het belangrijkste verschil van inzicht is dat gemeenten inzetten op de ontwikkeling van alle kleuters als voorbereiding op de basisschool, terwijl het kabinet de kinderopvang als arbeidsparticipatie-instrument blijft zien en daarbij onderscheid maakt tussen peuters van werkende ouders en peuters van niet-werkende ouders. De huidige stand van zaken is dat de discussie over het voorgaande nog niet is afgerond. Basisvoorwaarden VVE voor peuterspeelzalen en kinderopvang Eén van de wettelijke basisvoorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie is dat deze bestaat uit ten minste vier dagdelen van minimaal 2,5 uur of ten minste 10 uur per week aan ontwikkelingsgerichte activiteiten. Er dient minimaal één beroepskracht te zijn voor een groep van acht kinderen aan wie VVE wordt aangeboden. In groepen van 9 tot maximaal 16 kinderen staan twee beroepskrachten. Een voorschoolgroep mag uit maximaal 16 feitelijk aanwezige kinderen bestaan. Ook gelden er wettelijke professionaliteitseisen voor beroepskrachten in de VVE. Daarnaast is in de wet vastgelegd dat voorscholen gebruik moeten maken van programma’s die jonge kinderen op 5 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
gestructureerde en samenhangende wijze stimuleren op de gebieden van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. De GGD beoordeelt de basiskwaliteit van alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, en dus ook van die welke de voorschoolse educatie verzorgen. De inspectie van het Onderwijs beoordeelt daar bovenop specifiek de kwaliteit van vve op zowel de voor-als vroegscholen. Verbeterafspraken en verbeterpunten uit inspectierapport Conclusie in het rapport van de Inspectie van het Onderwijs is dat de gemeente al enkele jaren niet voldoet aan de wettelijke verplichtingen voor gemeenten die onderwijsachterstanden-gelden krijgen. De inspectie gaat ervan uit dat de gemeente binnen afzienbare tijd deze tekortkomingen opheft, zodat de wet wordt nageleefd. De inspectie verwacht van de gemeente dat zij eind april 2015 aan de wettelijke eisen voldoet. Het gaat om de volgende verbeterafspraken: 1. Definitie doelgroepkind Bij de bekostiging van VVE gaat het rijk uit van de gewichtenregeling. Op basis van het aantal kleuters van 4 en 5 jaar met laag opgeleide ouders in een gemeente op 1 oktober 2009 wordt een verdeelsleutel (schoolgewicht) gehanteerd voor het toekennen van een specifieke uitkering aan gemeenten voor het realiseren van onderwijsachterstanden-beleid (waar voorschoolse educatie aan peuters onder valt). De gemeente is echter vrij in het bepalen van elke definitie zij hanteert voor een doelgroeppeuter. De gemeente dient helder te verantwoorden welke definitie ze hanteert. Dit kan op basis van een duidelijke analyse van de peuterpopulatie en/of afgeleid van het VVE-beleid en de doelstellingen voor VVE. 2. Het bereik Het bereik wordt beoordeeld op basis van aanbod (zijn er voldoende kindplaatsen?) en op basis van het gerealiseerd bereik: hoeveel VVE kindplaatsen worden daadwerkelijk door een doelgroeppeuter bezet. Noordwijkerhout telt 149 kinderen in de leeftijd van 2 jaar en 161 kinderen in de leeftijd van 3 jaar (peildatum 31 december 2014). 3. De toeleiding Er moeten door de gemeente afspraken gemaakt worden over wie en wanneer verantwoordelijk is voor de toeleiding van doelgroepkinderen naar voorschoolse educatie. 4. Doorgaande lijn. In een goede organisatie van doorlopende lijn is er sprake van één doorlopend programma van voorschool naar vroegschool en/of duidelijke afspraken over de aanpak van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. De gemeente moet met de VVE instellingen en schoolbesturen afspraken maken over het overdragen van kindgegevens, waaronder gegevens over de ontwikkeling van voor- naar vroegschool. Ook moet de gemeente afspraken maken met de VVE-instellingen en schoolbesturen over een warme overdracht van zorgkinderen (mondelinge overdracht om de ontwikkeling van het kind en de zorg en begeleiding te bespreken). 5. De resultaten van VVE Op gemeentelijk niveau moet bepaald worden wat de gewenste inhoudelijke resultaten zijn van vroegschoolse educatie. Deze resultaten dienen concreet en meetbaar te zijn. Daarnaast moeten er afspraken met de schoolbesturen (en de scholen) gemaakt worden over het aanleveren van gegevens aan de gemeente.
6 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
Daarnaast zijn er in het inspectierapport verbeterpunten benoemd op het terrein van ouderparticipatie, het gebruik van een VVE-programma, de zorgstructuur, de VVE coördinatie op gemeentelijk niveau en de interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen. Over deze verbeterpunten zijn geen afspraken gemaakt in het inspectierapport.
Hoofdstuk 3 Peuterspeelzalen, kindercentra en basisscholen in Noordwijkerhout 3.1. Peuterspeelzalen Eén stichting verzorgt het peuterspeelzaalwerk in Noordwijkerhout: de stichting peuterspeelzalen Bambini. Deze stichting biedt peuterspeelzaalwerk met 2 deskundige pedagogisch medewerkers die werken met een VVE programma. Met deze werkwijze kunnen de medewerkers niet alleen achterstanden signaleren, maar zijn zij ook gespecialiseerd in het aanbieden van activiteiten om aan deze achterstanden te werken zodat elk kind een gelijke start kan maken in het onderwijs. De samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin zorgt er voor dat ook de specifiekere problematiek die gesignaleerd wordt, bijtijds aangepakt kan worden. Daarnaast kennen de diverse kinderopvanginstellingen in Noordwijkerhout ook peutergroepen, zoals: De Kindervilla Wereld heeft de Klimtoren; SKOL kinderopvang heeft speelschool De Victor bij basisschool St. Victor en speelschool De Paleistuin in basisschool De Prinsenhof ; Kinderopvang De Palmboom heeft Zwartsnoetje bij basisschool De Egelantier in De Zilk. 3.2. Kinderdagverblijven Opvang in een kinderdagverblijf is bedoeld voor kinderen van 6 à 8 weken tot 4 jaar. Meestal zijn het kinderen van ouders die werken of studeren. In kinderdagverblijven worden de kinderen in groepen opgevangen en staat zowel de verzorging als de ontwikkeling van het kind centraal. Noordwijkerhout heeft 8 kinderdagverblijven. Kinderdagverblijf De Kindervilla Wereld, Ambachtsweg 1, Noordwijkerhout
12 kindplaatsen
Kinderdagverblijf Duinrakkers, Duin en Dal 1a, Noordwijkerhout
42 kindplaatsen
Kinderdagverblijf De Boomgaard, Kerkstraat 29, Noordwijkerhout
60 kindplaatsen
SKOL Speelschool De Victor, Pilarenlaan 33, Noordwijkerhout
16 kindplaatsen
SKOL Speelschool De Paleistuin, Langevelderweg 2, Noordwijkerhout
16 kindplaatsen
Kinderdagverblijf De Palmboom, Hafkenscheidtlaan 2a, De Zilk
26 kindplaatsen
Waar lopen we tegenaan? De peutergroepen binnen de kinderdagverblijven vallen onder de Wet Kinderopvang. Voor peuterspeelzaal Bambini geldt dit niet. Per 1 januari 2016 is het verschil tussen peuterspeelzalen en kinderdagverblijven verdwenen. Alle voorschoolse voorzieningen zijn dan voor de wet gelijk getrokken. Werkende ouders krijgen dan niet alleen kinderopvangtoeslag als zij hun kind naar de 7 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
kinderopvang brengen, maar ook als zij gebruik maken van een peuterspeelzaal. Bambini is bereid om zich, vooruitlopend op de wetswijziging, te laten inschrijven onder de Wet Kinderopvang. Voor ouders die geen beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslag (de 1-verdieners), zijn de kosten voor een voorschoolse voorziening van hun kind hoog. De regeling voor een tegemoetkoming aan de ouders via de ISD voorziet hier slechts ten delen in, omdat die er maar is tot 110% van de bijstandsnorm en alleen op sociaal medische gronden wordt verstrekt. 3.3. Scholen Noordwijkerhout heeft 5 basisscholen. School
Schoolbestuur
De Prinsenhof
Sophia Stichting
St. Victorschool
Sophia Stichting
De Regenboog
Stichting Openbaar Basisonderwijs D en B
De Egelantier
Sophia Stichting
CBS de Optimist
Stichting voor PCPO Duin- en Bollenstreek
Bij de nieuwbouw van de Prinsenhof, St. Victor en Egelantierschool is rekening gehouden met de huisvesting van kinderopvang. Scholen zijn verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie. Of een school een vroegschools educatieaanbod dient te hebben, hangt af van het aantal gewichtenleerlingen. In Noordwijkerhout heeft CBS De Optimist officieel deze verantwoordelijkheid. Op basis van de CFI telgegevens per 1 oktober 2009 (peildatum Ministerie van Onderwijs rijksvergoeding) zijn er 12 gewichtenkinderen in de leeftijd van 4 en 5 jaar in de gemeente Noordwijkerhout. Per 1 oktober 2014 is het aantal gewichtenkinderen in diezelfde leeftijd 21. Afgezet tegen het aantal kinderen in de leeftijd van 4 en 5 jaar (336 leerlingen) is dat 6%.
Hoofdstuk 4 Overzicht te maken afspraken Tussen de gemeente, besturen/directies peuterspeelzalen en kinderorganisaties, jeugdgezondheidszorg en schoolbesturen worden inspannings- en resultaatafspraken gemaakt: 1. Definitie doelgroepkind Art. 167 eerste lid, sub a, onder 1 van de WPO In overleg met de bevoegde gezagsorganen van scholen en de houders van kindercentra of peuterspeelzalen zullen afspraken worden gemaakt welke kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal in aanmerking komen voor voorschoolse educatie. Voor 1 augustus 2015 heeft de gemeente in overleg met alle betrokkenen een convenant VVE afgesloten waarin de definitie van een doelgroepkind is omschreven.
8 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
2. Het bereik Art. 166 van de WPO Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat er in een gemeente voldoende voorzieningen in aantal en spreiding zijn waar kinderen met een risico op achterstand in de Nederlandse taal deel kunnen nemen aan voorschoolse educatie. Aan de raad van 30 april 2015 wordt voorgesteld een inkomensafhankelijke subsidie te verstrekken aan ouders uit de 1-verdiengezinnen van 2,5 en 3 jarige kinderen voor de opvang van maximaal 280 uur per jaar. Voor de doelgroepkinderen wordt bovenop de 280 uur per week een derde dagdeel van 3 uur (tot max. 120 uur per jaar) gratis aangeboden. als doelgroepkind wordt vooralsnog uitgegaan van het aantal ‘gewichtenkinderen’.Dit geldt voor zowel de 1-verdiengezinnen als de ouders die in aanmerking komen voor een kinderopvangtoeslag. Per 1 september 2015 wordt daardoor het bereik vergroot. 3. De toeleiding Art. 167 eerste lid, sub a, onder 2 van de WPO Burgemeester en wethouders voeren ten minste jaarlijks overleg en dragen zorg voor het maken van afspraken over: de wijze waarop die kinderen worden toegeleid naar voorschoolse en vroegschoolse educatie. Eind 2015 hebben burgemeester en wethouders in overleg met alle betrokkenen in het convenant VVE afspraken gemaakt over wie en wanneer verantwoordelijk is voor de toeleiding van doelgroepkinderen naar de voorschoolse educatie. 4. Doorgaande lijn met overdracht kindgegevens/warme overdracht zorgkinderen Art. 167, eerste lid, sub a, onder 3 van de WPO Burgemeester en wethouders voeren ten minste jaarlijks overleg en dragen zorg voor het maken van afspraken over: de organisatie van een doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie. Eind 2015 hebben burgemeester en wethouders in overleg met alle betrokkenen in het convenant VVE afspraken gemaakt over de organisatie van een doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie.
5. De resultaatafspraken VVE: afspraken over aanleveren gegevens aan gemeente Art. 167, eerste lid, sub b, van de WPO Burgemeester en wethouders voeren ten minste jaarlijks overleg en dragen zorg voor het maken van afspraken over de resultaten van vroegschoolse educatie. Eind 2015 hebben burgemeester en wethouders in overleg met alle betrokkenen in het convenant VVE afspraken gemaakt over de resultaten van vroegschoolse educatie.
9 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
Hoofdstuk 5 Financiën Middelen voor onderwijsachterstand In het kader van de wetgeving rondom het onderwijsachterstandbeleid ontvangt de gemeente voor de periode 2011 – 2014 (die inmiddels is verlengd tot eind 2015) een jaarlijkse specifieke uitkering van € 9.550,00. In de REA is afgesproken dat de gemeenten uit de Duin- en Bollenstreek jaarlijks bijdragen aan de taalklas. Met ingang van het jaar 2014 wordt deze uitkering bestemd voor de taalklas die in september 2014 is gestart in de St. Victorschool in Noordwijkerhout. Omdat over de jaren 2011 tot en met de eerste helft van 2014 geen uitgaven zijn gedaan is er een bedrag gereserveerd van € 32.684,00. Activiteiten voor het jaar 2015 voor de doelgroepkinderen kunnen tot uiterlijk eind 2015 ten laste van dit budget worden gebracht. Overheveling van het restant naar volgende jaren is wettelijk niet toegestaan. Versterking peuterspeelzaalwerk Voor versterking van het peuterspeelzaalwerk is jaarlijks € 19.071,00 beschikbaar. Door reservering in voorgaande jaren is € 28.251,00 overgeheveld naar 2015. In verband met de nog gaande landelijke discussie over de “inbedding” van de VVE is er nog geen duidelijkheid of deze gelden ook na 2015 nog beschikbaar zijn. Lumpsumuitkering basisscholen Basisscholen krijgen op grond van de gewichtenregeling in hun lumpsumuitkering van het rijk ook een uitkering voor versterking van de vroegschool. In de praktijk komt alleen de CBS De Optimist voor deze extra uitkering in aanmerking.
Hoofdstuk 6 Uitwerking initiatiefvoorstel vanuit de commissie Samenleving Om het bereik en de toeleiding van kinderen naar voorschoolse voorzieningen te vergroten, zullen financiële drempels voor ouders zo laag mogelijk moeten zijn. De kosten kunnen voor ouders van doelgroepkinderen een probleem zijn. Alhoewel de kosten inkomensafhankelijk zijn, zijn de kosten voor een peuterspeelzaal voor de laagste inkomenscategorie nog te hoog. Dit kan zeker een belemmering vormen, vooral als opvang niet noodzakelijk is. De gemeente is volgens de OKE wetgeving verplicht de ouderbijdrage voor doelgroepkinderen bij de peuterspeelzaal te verlagen. Het doel hiervan is financiële toegankelijkheid van de peuterspeelzaal en gelijktrekking met de tegemoetkoming van de kosten in de kinderopvang. De gemeente Noordwijkerhout ontvangt te kort Rijksmiddelen om aan de tegemoetkoming in de ouderbijdrage te voldoen. Dit zal door de gemeente uit eigen middelen bekostigd moeten worden. De fracties van de VVD en de PvdA hebben aandacht gevraagd voor deze kwestie en hebben een discussienota ontwikkeld: “Toekomstbestendig en toegankelijk peuterspeelzaalwerk en peuteropvang in de gemeente Noordwijkerhout”. De leden van de commissie Samenleving hebben burgemeester en wethouders verzocht het initiatiefvoorstel nader uit te werken. In een apart 10 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
voorstel aan de raad wordt voor de schooljaren 2015/2016 en 2016/2017 een aanvullende krediet beschikbaar te stellen. Hierdoor kan de ouderbijdrage voor doelgroepkinderen worden verlaagd, waardoor het voor bereik voor kinderen voor voorschoolse voorzieningen wordt vergroot. In aanvulling hierop is de opmerking van de Inspectie van het Onderwijs meegenomen over het bepaalde in artikel 166 van de WPO. Daarin is opgenomen dat burgemeester en wethouders er zorg voor dragen dat er in een gemeente voldoende voorzieningen zijn waar kinderen met een risico op achterstand in de Nederlandse taal deel kunnen nemen aan voorschoolse educatie. Bij het berekenen van het benodigde aanvullende krediet is daarom rekening met een gratis 3e dagdeel (max. 3 uur bovenop de 7 uur per week) voor de zgn. doelgroepkinderen. Om de subsidieregeling te kunnen uitvoeren is rekening gehouden met een jaarlijks budget van € 1.000,00 (voor het inwinnen van deskundigenadvies). Als uit evaluatie blijkt dat voortzetting gewenst wordt, is jaarlijks structureel een bedrag nodig van € 39.250,00 (afgerond). Uitgangspunten bij de uitwerking van het voorstel Bij de uitwerking van het initiatiefvoorstel zijn de volgende uitgangspunten meegenomen: -de subsidieregeling is van toepassing voor de schooljaren 2015/2016 en 2016/2017; -na afloop van het schooljaar 2015/2016 zal een tussentijdse evaluatie en in het voorjaar van 2017 een definitieve evaluatie plaatsvinden. Na eindevaluatie zal opnieuw een besluit worden genomen over de subsidieregeling; -dat het huidige budget voor voorschoolse educatie (ad € 19.071,00) ook voor de jaren 2016 en verder beschikbaar is; -subsidie wordt uitsluitend verleend voor feitelijk afgenomen peuteropvang; -40% van de kinderen die kinderopvang/peuteropvang bezoeken komen uit 1-verdiengezinnen; -7% wordt aangemerkt als een doelgroepkind; -de peuterspeelzalen/kinderdagverblijven die vve aanbieden gebruiken voor de berekening van de ouderbijdrage de tabel zoals die aangegeven in bijlage 1 bij deze notitie; -tot een maximum van 280 uur per peuter per jaar ( 7 uur per week gedurende 40 schoolweken) wordt een jaarlijkse inkomensafhankelijke bijdrage verstrekt van gemiddeld € 535,20 aan 1verdiengezinnen (€ 1,92 per uur); -tot een maximum van 120 uur per peuter per jaar (3 uur per week gedurende 40 schoolweken) wordt gratis opvang beschikbaar gesteld voor doelgroeppeuters. Vooralsnog is een doelgroeppeuter een gewichtenpeuter vastgesteld op de basis van de gewichtenregeling in het primair onderwijs. Voor de doelgroeppeuters uit 2-verdiengezinnen wordt rekening gehouden met de kinderopvangtoeslag;
11 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015
-toekenning van de subsidie is voorbehouden aan peuters die in Noordwijkerhout woonachtig zijn deelnemen aan peutergroepen van 2,5 – 4 jaar; -de exploitanten namens de gemeente de gemeentelijke reductie op de opvangkosten toepassen terwijl na afloop van het schooljaar een subsidierekening plaatsvindt op basis van een rapportage en verantwoording; -de organisaties ontvangen in september 2015 bij wijze van voorschot de tegemoetkoming volgens de hiervoor gestelde indicatoren. Over de verdeling van de tegemoetkoming over de organisaties zullen nog nadere afspraken worden gemaakt; -aan het einde van het jaar dienen de organisaties een verantwoording in van het ontvangen voorschot. In de verantwoording moet worden aangetoond: het aantal kinderen dat gebruik maakt van de opvang, dat het kind uit een 1-verdiengezin komt, het aantal uren dat het kind de vve volgt, dat het kind een doelgroepkind is -de tegemoetkoming komt per 1 augustus 2015 beschikbaar; -het berekende budget van € 116.500 (afgerond) voor de schooljaren 2015-2016 en 2016/2017 wordt beschouwd als een maximum subsidieplafond zodat overschrijding op het budget niet zal plaatsvinden. -voor het zonodig noodzakelijk inwinnen van een deskundigenadvies is jaarlijks een budget van maximaal € 1.000,00 beschikbaar.
12 Notitie VVE beleid Noordwijkerhout 2015