Nota Eenzaamheidsbestrijding bij ouderen 2009
Gemeente Schouwen-Duiveland
Januari 2010 Afdeling Samenleving
Inhoud 1 Inleiding
5
2 Visie op eenzaamheid binnen het ouderenbeleid
7
2.1. Kwetsbare ouderen
7
2.2. De vergrijzing
7
2.3. Eigen verantwoordelijkheid als uitgangspunt: visie op ouderen en de Wmo
8
2.4. Visie op ouderen en de Wet Publieke Gezondheid
8
2.5. Visie op ouderen gemeentelijk beleid
9
3 Eenzaamheid bij ouderen; feiten
11
3.2. Signalering en bestrijding van eenzaamheid
12
3.3. Intensivering
13
4 Regie rondom maaltijdvoorziening
15
4.1. Algemeen
15
4.2. De huidige voorziening
16
4.3. Het huidige marktaanbod
17
4.4. Marktwerking, eenzaamheidsbestrijding, ondersteuning én waakfunctie
18
5 Voorstel
21
6 Financiële paragraaf
23
7 Bronnen
25 3
4
Inleiding
1
Uit de regionale en lokale gezondheidsnota’s is gebleken dat eenzaamheid van ouderen voor elke gemeente ook in de komende beleidsperiode een belangrijk onderwerp vormt. Vooral is aandacht nodig voor betere signalering van eenzaamheid. De meest recente onderzoeksgegevens van de GGD bevestigen dat. Eenzaamheid is dan ook in de recente gezondheidsnotitie tot een van de speerpunten benoemd. De doelgroep eenzame ouderen is vaak moeilijk bereikbaar. De afgelopen jaren zijn daarvoor diverse methoden ingezet. Er is voldoende aanbod van diensten ter vermindering van eenzaamheid in de gemeente. De signalering en verhoging van het bereik van eenzame ouderen is het belangrijkste aandachtspunt. Deze nota wil sturing bieden met een extra impuls voor de bestrijding van eenzaamheid bij ouderen als aanvulling op het beleidsplan ‘Met elkaar en voor elkaar’. De daarbij benodigde gelden willen wij vinden via herschikking van de bestaande budgetten. Dit hebben wij gevonden door een heroriëntatie van de financiering binnen het subsidieprogramma ouderen. Deze nota bevat twee onderdelen, te weten de stimuleringsmaatregelen tegen de vereenzaming bij ouderen en een andere wijze van inrichting van de maaltijdvoorziening.
5
Visie op eenzaamheid binnen het ouderenbeleid
2
Ouderenbeleid is integraal beleid en richt zich daarom op alle ouderen. Door de langere levensverwachting en maatschappelijke veranderingen is er echter een grote differentiatie ontstaan in de doelgroep ouderen. Dé oudere bestaat niet. Leeftijd speelt een rol in de wijze waarop een oudere zijn of haar leven invult, maar ook karakter en leefstijl zijn daarin bepalend. Uit belevingsonderzoek onder de bevolking blijkt dat 5% bij ‘oud’ denkt aan boven de 0. Ook blijkt dat naarmate men ouder is, men de leeftijd waarop men iemand echt oud vindt opschuift. Zo zijn zestigplussers geneigd 0 als grens voor oud te zien. Wij richten ons met dit ouderenbeleid op de totale groep mensen van 55 jaar en ouder, en hebben specifiek aandacht voor kwetsbare ouderen.
2.1. Kwetsbare ouderen Afhankelijk van de mate van kwetsbaarheid van de oudere is meer of minder ondersteuning nodig. Veel ouderen maken een ontwikkeling door van een zelfstandig en vitaal bestaan naar een groeiende zorgvraag. Dit kan resulteren in een zorgbehoefte die het leven van ouderen zo beïnvloedt dat de zelfstandigheid wordt beperkt. Elke fase in dit proces vraagt om een andere benadering van ouderen, variërend van preventief beleid (informatie, advies en bewustwording) tot ondersteuning en intensieve dienstverlening. In elke fase bevinden zich ouderen die kwetsbaar zijn. Beperkingen die ouderen kwetsbaar maken zijn onder andere een klein sociaal netwerk, laag inkomen en fysieke beperkingen. Groepen ouderen die hierin een groter risico lopen, zijn vooral alleenstaande ouderen, hoogbejaarden, dementerende ouderen en hun omgeving (mantelzorg), chronisch zieken en gehandicapten. Er is een grote groep vitale ouderen die pas een beroep zal doen op voorzieningen, wanneer de regie en onafhankelijkheid in het geding komt. Tot die tijd kunnen deze ouderen, die over het algemeen nog vitaal zijn en midden in het leven staan, een beroep doen op de reguliere voorzieningen in de gemeente. In overeenstemming met de visie van de WMO willen wij de regie zoveel mogelijk bij ouderen zelf te laten, en daarmee recht doen aan de autonomie van deze groep ouderen. Juist voor deze groep is een sluitend pakket van welzijnsvoorzieningen nodig waarmee ouderen in staat stellen zo lang mogelijk te blijven participeren in de samenleving. Dit betekent niet dat de groep vitale ouderen geheel niet als doelgroep wordt beschouwd. Voor deze doelgroep zijn vooral de informatie- en preventiefunctie van belang.
2.2. De vergrijzing De term ‘vergrijzing’ is gebruikt om aan te geven dat het aandeel van ouderen in de bevolking stijgt. De belangrijkste oorzaak is gelegen in de geboorte-ontwikkelingen in het verleden: de naoorlogse babyboomgeneratie begint vanaf 2011 de leeftijd van 5 jaar te passeren. Verder blijven de factoren die in het verleden tot een stijging van het aantal ouderen hebben geleid (zoals toename levensverwachting en de algemene bevolkingsgroei) ook in de toekomst van belang, zij het in mindere mate dan in de afgelopen eeuw. De vergrijzing brengt uitdagingen met zich mee. Tijdige maatregelen kunnen maatschappelijke problemen voorkomen en een aantal basiswaarden ten aanzien van ouderen overeind houden en waar nodig versterken. Daar tegenover staat dat door de toegenomen levensverwachting burgers langer in staat zijn om bij te dragen aan de samenleving, in zowel betaalde arbeid, vrijwilligerswerk en mantelzorg. Het aantal 5-plussers in de gemeente Schouwen-Duiveland stijgt volgens prognoses van Scoop van 2.55 in 2005 tot 3.44 in 2015.
2.3. Eigen verantwoordelijkheid als uitgangspunt: visie op ouderen en de Wmo Burgers hebben in de eerste plaats een eigen verantwoordelijkheid om het verlies aan vaardigheden en hulpbronnen in latere levensfasen te compenseren. Voor wie in latere levensfasen geen individuele oplossingen kan treffen, is solidariteit vanuit de samenleving noodzakelijk. Deze visie sluit aan bij de visie die in het Beleidsplan Wmo is geformuleerd: het startpunt is de eigen kracht en medeverantwoordelijkheid van mensen voor zichzelf en de ander. Daarbij wordt een beroep gedaan op de naaste omgeving zoals kinderen, familie, vrienden, buren en kerken. Pas daarna komt de maatschappelijke medeverantwoordelijkheid. De gemeente heeft daarbij de taak om een sluitend aanbod van welzijnsvoorzieningen voor ouderen op niveau te houden en in te spelen op ontwikkelingen. De nieuwste ontwikkelingen daarbij zijn de taken rondom de ondersteunende begeleiding bij: • persoonlijke verzorging en het sociale leven (eten en drinken, wassen en aankleden) • huishoudelijk leven (maaltijden, kleding verzorgen, lichte schoonmaak) • maatschappelijk leven (sociale contacten en activiteiten buitenshuis) • psychisch welbevinden (depressie, angst, eenzaamheid). Deze taken in het kader van de ondersteunende begeleiding zijn met ingang van 1 januari 200 uit het pakket van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten gehaald. Onze gemeente ziet tot taak deze ondersteuning op te vangen binnen onze taakopvatting volgens de Wmo. Mensen die minder of geen gebruik meer kunnen maken van de regeling, kunnen het Centraal Indicatieinstelling Zorg (CIZ) machtigen dat het CIZ hun namen doorgeven aan de gemeente. Hiervan hebben ongeveer 50 mensen gebruik gemaakt. MEE kan hen helpen bij de veranderingen. Een deel van de mensen die geen of minder aanspraak maken op begeleiding uit de AWBZ, kunnen dat zelf of met behulp van hun omgeving oplossen. Voor een ander deel zijn oplossingen uit andere publieke domeinen nodig, zoals welzijn. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om individuele Wmo-voorzieningen, vrijwilligersinzet, maar ook om (nieuwe of bestaande) collectieve (welzijns)arrangementen.
2.4. Visie op ouderen en de Wet Publieke Gezondheid Het ouderenbeleid van de landelijke overheid is erop gericht dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en deelnemen aan de samenleving. In 2005 is de nieuwe nota ouderenbeleid van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verschenen. De nadruk in het onderdeel gezondheid ligt op het belang van preventie. In de nieuwe Wet publieke gezondheid is vastgelegd dat gemeenten zorg dragen voor de uitvoering van de gezondheidszorg voor ouderen (inclusief preventie). Deze taak omvat in ieder geval: • Het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en - bedreigende factoren. • Het ramen van de behoeften aan zorg. • De vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen. • Het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding.
Het ministerie studeert thans hoe deze vier punten omgezet kunnen worden in de praktijk zoals door middel van een ouderenadviescentrum1.
2.5. Visie op ouderen gemeentelijk beleid De gemeente stelde in 2001 een beleidsnotitie ouderenbeleid vast. Hoewel het lijkt dat de nota en de daarin genoemde beleidsaanbevelingen gedateerd zijn, is het tegendeel waar. De gemeente staat nog steeds voor • adequate huisvesting • goed zorgaanbod • het stimuleren van initiatieven van betaalbare, sociale, educatieve en recreatieve activiteiten, • sociale veiligheid • maaltijdvoorziening • aanvullend vervoer van en voor de ouderen. De nota vroeg geen of minder aandacht voor eenzaamheidsbestrijding. Vandaar deze aanvullende beleidsnota.
1 In de gemeentelijke Wmo-nota ‘Met elkaar en voor elkaar’ wordt de term ‘ouderenconsultatiebureau’ gebruikt.
10
Eenzaamheid bij ouderen; feiten
3
De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GGD) doet periodiek epidemiologisch onderzoek naar ouderen. Eind oktober 200 verscheen de Ouderenmonitor Zeeland 200. Dit onderzoek is uitgevoerd onder zelfstandig wonende 5-plussers in Zeeland. De resultaten van de monitor zijn beschreven in negen thema’s, waarvan ‘eenzaamheid’ er één is. Eenzaamheid is een belangrijk gezondheidsprobleem. Ouderen zijn kwetsbaar door hun afnemende gezondheid en het wegvallen van sociale relaties. Eenzaamheid is het ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties. Veelal maken we een onderscheid tussen zogenaamde emotionele eenzaamheid (een gebrek aan intieme contacten) en sociale eenzaamheid (een klein sociaal netwerk hebben). Maatschappelijke participatie en mobiliteit hangen samen met het voorkomen van eenzaamheid. Onder maatschappelijke participatie verstaan we: het kunnen vervullen van sociale en maatschappelijke rollen op een voor de persoon zelf zinvolle manier. Deelname aan groepsbijeenkomsten en het uitvoeren van vrijwilligerswerk zijn aspecten die vallen onder maatschappelijke participatie. Eenzaamheid tast het welzijn ofwel het psychisch/sociaal welbevinden van mensen aan en is daarmee op zichzelf een gezondheidsprobleem. Eenzaamheid komt op alle leeftijden voor, maar ouderen vormen een speciale aandachtsgroep. Ouderen zijn namelijk kwetsbaar, onder meer vanwege de afnemende gezondheid en het wegvallen van sociale relaties.
11
Uit de Ouderenmonitor blijkt dat de helft van de ouderen (4%) in Zeeland eenzaam is. Eén op de tien 5-plussers is zelfs (zeer) ernstig eenzaam. Voor Schouwen-Duiveland is dat iets lager, ,% oftewel zo’n 00 inwoners. Het percentage eenzamen is hoger onder 5-plussers, alleenstaanden en ouderen die beperkt zijn door de lichamelijke gezondheid. Verder zien we dat ouderen die doorgaans niet veel contact hebben met mensen in de buurt, vaker eenzaam zijn dan ouderen die wel regelmatig contact hebben met buurtgenoten. Sociale eenzaamheid blijkt onderhevig te zijn aan veranderingen in het sociale netwerk als geheel en dus een indicator voor het bredere sociale netwerk. De emotionele eenzaamheid is vooral gevoelig voor veranderingen in burgerlijke status. Verder blijkt uit Nederlands onderzoek dat minder eenzaamheid en meer emotionele steun samenhangen met een kleinere kans op sterfte onder ouderen. Het ontvangen van sociale steun heeft een positief effect op de lichamelijke gezondheid en het psychisch welbevinden. Sociale eenzaamheid komt vaker voor dan emotionele eenzaamheid. Van alle eenzame ouderen in Zeeland is de helft (50%) zowel sociaal als emotioneel eenzaam. Daarnaast is 3% van de eenzame ouderen alleen op sociaal gebied eenzaam en 13% alleen op emotioneel gebied. Zowel de sociale als emotionele eenzaamheid is hoger onder alleenstaanden en ouderen die beperkt zijn door de lichamelijke gezondheid. Sociale eenzaamheid komt tevens vaker voor bij ouderen die in matig tot sterk verstedelijkte gebieden wonen. Vrouwen en 5-plussers zijn vaker emotioneel eenzaam.
3.2. Signalering en bestrijding van eenzaamheid Bij signalering zijn twee fasen te onderscheiden: het (h)erkennen van de problematiek en het nemen van stappen om adequate hulp te bieden. Ouderen die weinig contacten hebben, hoeven niet eenzaam te zijn. Maar het omgekeerde geldt ook: ook al heeft een oudere veel contacten of een groot sociaal netwerk, dan kan hij/of zij zich toch eenzaam voelen. Bij het herkennen van eenzaamheid is het allereerst van belang te beseffen dat er pas sprake is van een eenzaamheidsprobleem als de oudere in kwestie zich eenzaam voelt. Niet alle ouderen zullen hier voor uitkomen. Uit onderzoek blijkt dat in 20% van de gevallen waarin een hulpverlener eenzaamheid signaleert, de oudere zelf geen eenzaamheid ervaart. En omgekeerd ook dat in 20% van de gevallen ouderen zich eenzaam voelen terwijl de hulpverlener geen eenzaamheid signaleert. Hulpverleners die veel contact hebben met ouderen, vooral in de thuissituatie, zijn in de beste positie om de signalen op te pakken. Dit zijn bijvoorbeeld medewerkers van de thuiszorg en de verzorgings- en verpleeghuizen of huisartsen. Maar ook vrijwilligers die contact hebben met ouderen kunnen signalen oppakken. Het signaleren van eenzaamheid vereist deskundigheid en bijscholing. Bij de aanpak van eenzaamheid is het cruciaal om op een of meerdere oorzaken van eenzaamheid in te spelen. Uitgaande van het onderscheid tussen intra-individuele (bij de persoon zelf liggend), interindividuele (tussen personen) en maatschappelijke oorzaken zijn verschillende vormen van interventies te onderscheiden. Als de oorzaak van eenzaamheid op het microniveau ligt, dan is de interventie gericht op de oudere zelf. De oplossing van het probleem staat in een rechtstreeks verband met de oorzaak van de eenzaamheid. Zoals een gehoorapparaat bij slechthorendheid, psychotherapie bij psychische problemen en vervoer van deur tot deur bij problemen met de mobiliteit. Bij ouderen die moeite hebben om contacten te leggen, zijn interventies in grote groepen vaak geen succes. Een persoonlijke aanpak is in eerste instantie succesvoller. Mantelzorgers, zoals kinderen, familie, vrienden, kerken andere sociale verbanden, kunnen hierbij een rol van betekenis hebben. Maar ook door professioneel aanbod, in de vorm van activerend of vriendschappelijk huisbezoek.
12
Als de oorzaak van eenzaamheid op het meso-niveau ligt, zijn de interventies gericht op het vergroten en /of verbeteren van het sociale netwerk dan wel het verbeteren van de omstandigheden waaronder het sociaal netwerk groeit. Bijvoorbeeld bij ouderen die hun partner verloren hebben is een vriendschapscursus of een cursus “Verlies… en dan verder” van Indigo een goede aanpak. Wanneer de oorzaak van eenzaamheid op het macroniveau ligt, zijn de interventies niet gericht op de eenzame oudere zelf maar op zijn omgeving. Zoals de verbetering van het woon- en leefklimaat of bijvoorbeeld een beeldvormingcampagne.
3.3. Intensivering In Schouwen-Duiveland vinden via het Welzijnshuis huisbezoeken plaats bij ouderen. De functie van deze huisbezoeken door seniorenvoorlichters is om ouderen, zoals de naam al zegt, te informeren over de mogelijkheden van wonen en welzijns- en zorgvoorzieningen. Signaleren is eveneens een van hun taken. Een tweede stap is het signaal op de juiste plaats afgeven zodat er op adequate wijze hulp wordt geboden. Als leidinggevenden van thuiszorgmedewerkers of coördinatoren van vrijwilligers een melding krijgen dat een van hun cliënten vereenzaamt dan moeten zij op de hoogte zijn van de mogelijkheden om met dit signaal iets te doen. Daartoe willen wij een intensivering van het centraal meldpunt bij het Welzijnshuis waar deze meldingen geregistreerd worden en een vervolg krijgen. Een vervolg bijvoorbeeld in de vorm van een bezoek aan de oudere waarbij nagegaan wordt wat concreet gedaan zou kunnen worden.
13
Die persoonlijke benadering geniet onze voorkeur. Wij willen via het Welzijnshuis het vrijwilligersbestand verder uitbouwen voor een-op-een contacten. Het doel daarbij is om ouderen op individuele basis hun eenzaamheid te verminderen en ze te helpen zelfstandig te functioneren. Voorbeeld daarvan is huisbezoek om gezelschap te houden, een luisterend oor te bieden, te klankborden en soms te helpen met kleine klussen (lamp vervangen, brief posten of een formulier in te vullen). De coördinatie vergt 4 uur per week en kost € 15.000 per jaar; de activiteiten, deskundigheidsbevordering van de vrijwilligers, onkostenvergoeding vrijwilligers, afschrijvingen, vergaderkosten en public relations € .000. Voor het eerste jaar zijn extra aanloop- en kosten voor public relations te verwachten, zodat de kosten geschat zijn voor 2010 op € 25.000. Op het gebied van groepsgerichte activiteiten willen inzetten ouderen met elkaar in contact brengen. Wij willen een project ondersteunen voor nieuwe open-tafel-activiteiten in dorphuizen en multifunctionele centra. De kosten daarvan zijn voor 2010 geraamd op € 5.000; in 2011 € 15.000 en vanaf 2012 structureel € 20.000.
14
Regie rondom maaltijdvoorziening
4
4.1. Algemeen In de gemeente Schouwen-Duiveland worden maaltijden bezorgd bij inwoners, die niet in staat zijn om een eigen maaltijd te koken. Tafeltje-dek-je is op Schouwen-Duiveland rond de jaren 0 van de vorige eeuw onder andere gestart van uit de diaconieën. De maaltijden werden decennia lang bereid in de keukens van de diverse zorginstellingen op het eiland, waarna de maaltijden door vrijwilligers tot aan de voordeur werden afgeleverd bij de klant. De grootste aanbieder op het eiland (Allévo) heeft per april 200 een efficiencyslag gemaakt door de maaltijden voor hun cliënten in een centrale keuken in Middelburg voor te bereiden, koelvers te verpakken en naar de afnemers te distribueren via de Stichting Tafeltje-dek-je Schouwen-Duiveland (verder te noemen tdj). De klant warmt de maaltijd daarna zelf op. Een andere aanbieder, Zorgcentrum De Wieken, verder te noemen De Wieken, blijft als vanouds vanuit zijn keuken warme maaltijden tot aan de deur aanbieden in de kern Zierikzee. Bij de verandering van warme maaltijdenverstrekking naar koelversverstrekkingen per 1 april 200 heeft de tdj zich met Allévo contractueel verbonden tot juli 200 om minimaal 0.000 maaltijden per kalenderjaar af te nemen. Tot aan de eindtermijn heeft de gemeente een subsidiegarantie afgegeven. Het gemeentebestuur heeft met tdj afgesproken dat zij fundamenteel naar de maaltijdverstrekking gaat kijken voor de periode ná 1 juli 200. Op verzoek van de gemeente heeft de tdj in overleg Allévo het contract verlengd tot 1 januari 2010. Op het punt van subsidieverstrekking stelt het college van burgemeester en wethouders zich de vraag, gelet op de ontwikkelingen in de markt van de kant-en- klaarmaaltijden, of subsidiëring het beste middel is om haar doel te bereiken: mensen met een beperking of een chronisch psychisch dan wel psychosociaal probleem hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer te laten behouden of te herkrijgen. Bij het bepalen van deze voorzieningen houdt de gemeente rekening met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager van de voorzieningen, evenals met de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien. Denk daarbij aan de formulering in de voormalige Wet voorziening gehandicapten over verantwoorde voorzieningen (doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht). De gemeente waarborgt de aanwezigheid van een maaltijdvoorziening. Dit is expliciet neergelegd in de beleidnota Wmo ‘Met elkaar, voor elkaar’. Echter de gemeente wil, ook bij de maaltijdvoorziening, steeds meer de functie van regisseur op zich nemen. In principe heeft het overgrote deel van de burgers de gemeente niet nodig. Immers, het is voor de inwoners mogelijk ook op andere manieren te voorzien in hun maaltijden: in de winkels zijn kant-en-klaarmaaltijden verkrijgbaar; via andere commerciële aanbieders is een keur van maaltijden beschikbaar, zowel in bevroren vorm als koelvers. De levering van de maaltijden tot aan de deur is via de bezorgservices van supermarkt en commerciële op de markt opererende maaltijdaan-huisaanbieders gegarandeerd. De gemeente wil daarop aansluitend nog een stapje verder gaan. Denk daarbij aan het verstrekken van informatie en advies over maaltijden, het ondersteunen door vrijwilligers en eventueel verstrekken van hulp bij het “bereiden” van de maaltijden.
15
4.2. De huidige voorziening Maaltijdvoorziening wordt op Schouwen-Duiveland verzorgd door twee instellingen: De Wieken en de tdj. De Wieken heeft een eigen keuken in Zierikzee waar zij koelversmaaltijden opwarmen en distribueren via Taxi De Vlieger de warme maaltijden in de stad Zierikzee. De warme maaltijden, bestaande uit soep, een hoofdgerecht en een dessert, worden dagelijks bij de afnemers bezorgd met behulp van warmhoudboxen. De prijs per maaltijd is voor de afnemer € ,00. De afname van een maaltijd bestaat altijd uit drie gangen. De bijdrage van de afnemer int De Wieken. De Wieken heeft een klantenbestand van ongeveer 0 afnemers. De Wieken bezorgt per dag 45 tot 0 maaltijden. Per jaar zijn dat omstreeks 21.500 maaltijden. Een indicatie is niet gesteld. Maaltijden worden bezorgd als het “nodig” is. Er vindt geen enkele indicatie plaats volgens een protocol.
De constructie van de Tafeltje Dekje is ingewikkelder. Maatschappelijk Werk Walcheren uit Middelburg (MWW) verkoopt en levert koelversmaaltijden aan Allité (partner van Allévo). Allité verkoopt de maaltijden op haar beurt aan Tafeltje Dekje. Deze verkoopt de maaltijden ten slotte aan de afnemer. De verkoopprijs van MWW tot de eindgebruiker blijft gelijk namelijk € 5,0 per drie-gangen-maaltijd. De maaltijden worden door Allité met eigen personeel en eigen autopark, vanaf de keuken in Middelburg naar twee distributiecentra in Burgh-Haamstede en Zierikzee gebracht. Van daaruit verspreiden vrijwilligers van Tafeltje Dekje de maaltijden naar de afnemers. Zij gebruiken hiervoor het wagenpark (3 bestelauto’s) van Allité. Tafeltje Dekje betaalt een bijdrage in de exploitatie van het wagenpark. Allité int in opdracht van Tafeltje Dekje de bijdrage van de afnemer. In het geval van Tafeltje Dekje vindt er subsidiëring ad € 1.00 plaats.
1
Tafeltje Dekje zet de subsidie op de volgende wijze in: 1. een vaste vergoeding voor de vrijwilliger ad € 4,00 per uur 2. een vaste vergoeding voor de coördinatoren ad € 1.000/€ 1.500 per jaar en declarabele vergoedingen voor auto- en telefoonkosten 3. kosten voor het extra conserveringsprocedé voor de koelversmaaltijden 4. de kosten voor het gebruik van het wagenpark van Allité 5. de kosten voor incasso. De subsidie voor De Wieken bedraagt € .3 per jaar. Dit bedrag wordt gebruikt om de kosten voor de distributie en personeel te drukken. De Wieken bezorgt de maaltijden dagen per week (indien gewenst) via Taxi de Vlieger. De Wieken wil niet werken met vrijwilligers, omwille van de garantie dat de maaltijden moeten worden bezorgd (betrouwbaarheid van de bezorging). In totaal verstrekt de gemeente ongeveer € 100.000 aan subsidie voor de totale (warme) maaltijdvoorziening. De instellingen doen jaarlijks het verzoek om een hogere subsidie voor de distributie, terwijl het aantal te verstrekken maaltijden afneemt. Aantal maaltijden en afnemers In onderstaande tabel zijn over de jaren 200, 200 en 200 het aantal verstrekte maaltijden weergegeven. Over het jaar 200 is er nog geen prognose bekend, maar de verwachting is dat het aantal maaltijden verder zal afnemen. Dit terwijl het aantal ouderen in onze gemeente stijgt. De vraag naar maaltijden via de kanalen van tafeltje-dek-je-organisaties daalt.
Organisatie De Wieken Tafeltje-dek-je Schouwen-Duiveland Totaal
Maaltijden 1.41 21.535 2.1 5.03 101.522 86.598
1.1 50.5 68.656
Aantal klanten +/-0 +/-250
Financiële ondersteuning afnemers In een aantal gevallen is het gebruikmaken van de maaltijdvoorziening een te grote aanslag op het maandbudget van de afnemer. Daarom verstrekt de gemeente, daar waar nodig nu al, bijzondere bijstand. Over 200 verstrekte de gemeente aan drie personen een uitkering voor de (warme) maaltijdvoorziening. De totale verstrekking voor bijzondere bijstand voor (warme) maaltijdvoorziening bedroeg € 1.0,. De drie personen maken ongeveer 1% van het totaal aantal maaltijdafnemers. In 200 is aan totaal één persoon bijstand verstrekt. Bovenstaande zijn te verwaarlozen aantallen. Dit impliceert dat de draagkracht van de overige afnemers kennelijk voldoende is om gebruik te maken van de maaltijdvoorziening.
4.3. Het huidige marktaanbod In de huidige situatie is de uitvoering van de maaltijdvoorziening een coproductie tussen zorginstellingen en/of een vrijwilligersorganisatie. De gemeente springt tot op heden financieel bij, met een subsidie, ter dekking van de verspreidingskosten van de maaltijd.
1
Afhankelijk van de aard van de maaltijd is de prijs voor warme maaltijden € ,00 en voor koelvers € 5,0 voor een driegangenmenu. Uit onderzoek is vast komen te staan dat er naast de bestaande gesubsidieerde aanbieders vele andere mogelijkheden van maaltijdservice bestaan. Diverse commerciële bedrijven (“Maaltijd at Home”, “Koel Vers” en “Lekker thuis”) bezorgen maaltijden, zowel koelvers als diepvries, aan huis. Daarnaast leveren diverse kruideniers (C1000, Albert Heijn, Jumbo) kant-en-klare maaltijden. De prijzen van deze maaltijden zijn nagenoeg gelijk aan de thans geleverde maaltijdendoor de zorginstellingen en variëren tussen € 5,00 en € ,50 per maaltijd. Een aanbieder voor koelverse maaltijden waarmee gesprekken zijn gevoerd, biedt voor € ,40 een complete maaltijd aan. Zij levert deze maaltijden zonder meerprijs aan de huisdeur als volwaardig alternatief van de huidige aanbieders.
4.4. Marktwerking, eenzaamheidsbestrijding, ondersteuning én waakfunctie In de huidige situatie wordt ongeveer € 100.000 aan subsidie verstrekt aan de twee leveranciers, namelijk De Wieken en Tafeltje Dekje. Deze subsidie wordt, zoals eerder beschreven, voornamelijk gebruikt voor de transportkosten. Uit het gesprek met vertegenwoordigers van De Wieken bleek dat, als de subsidie wordt stopgezet, de kosten voor een maaltijd zullen toenemen met een bedrag van ca. € 0,50 Hierdoor komen de kosten van de maaltijd die De Wieken levert op € ,50. Bij dagelijkse gebruikmaking van de maaltijden is dit per week een verhoging van € 3,50, en op jaarbasis een verhoging is van € 12. Overigens maken de afnemers in vele gevallen niet dagelijks gebruik van de maaltijden. Allité heeft aangegeven dat het aantal door haar te verstrekken maaltijden op jaarbasis tenminste 50.000 stuks moet zijn omdat het anders niet meer interessant is. Tijdens dit gesprek is niet gesproken over een verhoging van de prijs indien de subsidie wegvalt. Echter rekening houdend met ongeveer 50.000 maaltijden per jaar en een subsidie van ca. € 0.000 zou hier een verhoging van ongeveer € 1,0 moeten plaatsvinden. Ook hier komen de maaltijden dan op € ,0 per maaltijd. Ingeval de afnemer deze kosten, gezien het inkomen, niet zou kunnen betalen, bestaat er de mogelijkheid om gebruik te maken van financiële ondersteuning door middel van een door de gemeente te verstrekken bijzondere bijstandsbijdrage. Maaltijdprijs Marktpartijen zien mogelijkheden voor € 5,0 tot € ,40 (prijspeil 1-1-2010 en 50.000 maaltijden per jaar) een complete koelversmaaltijd (soep, warme maaltijd en dessert) franco aan huis te bieden. Tafeltje Dekje doet dat voor € ,20 (€ 5,0 prijspeil 1-1-200 verhoogd met 5%). Het prijsverschil is dan nog slechts maximaal € 0,20 extra voor een maaltijd. Voor de klant betekent € 0,20 meer betalen per maaltijd een stijging van nog eens 3%. In absolute bedragen maximaal 35 dagen x € 0,20 = € 3 per jaar. Een bedrag dat redelijkerwijze uit eigen middelen betaald kan worden. Achtervangfunctie Met marktpartijen is gesproken over achtervang van de uitlevering bij ziekte en calamiteiten. Partijen garanderen dat de levering te allen tijden doorgang vindt. De kantoren zijn tijdens kantooruren bereikbaar. Ook heeft men recallprotocollen indien er aanwijzingen zijn dat het eten van de maaltijd een gezondheidsrisico met zich brengt.
1
Signalering en ondersteuning In de huidige situatie stelt Tafeltje Dekje dat de sociale contacten tussen de vrijwilligers en de afnemers van groot belang zijn. De vrijwilligers van Tafeltje Dekje helpen daar waar nodig met het plaatsen van maaltijden in de koelkast, het invullen van het bestelformulier en maken een praatje. Daarnaast hebben de vrijwilligers een signaleringsfunctie o.a. op het gebruik van de maaltijden. In gesprekken met de commerciële leveranciers werd ons verzekerd dat ook zij deze service verlenen en dat ook zij een duidelijke signaleringsfunctie hebben. In de transitie van maaltijden via de Tafeltje Dekje en/of De Wieken naar een andere aanbieder achten wij het van belang dat dit proces goed wordt begeleid. Gewoonten van de afnemers dienen te worden overdragen aan de leveranciers. De maaltijden worden slechts enkele keren per week worden bezorgd. Ondanks het goede werk van de vrijwilligers van Tafeltje Dekje is dit niet de pijler om eenzaamheid bij ouderen tegen te gaan. Hier moeten we steviger op inzetten. De Wmo en de door de gemeenteraad vastgestelde gezondheidsnota geeft ons richting juist hierop te richten. Tafeltje Dekje telt op dit moment ongeveer 40 tot 50 vrijwilligers (chauffeurs en bijrijders) en 4 coördinatoren. Als Allité/Tafeltje Dekje hun klanten niet behouden en/of stoppen met hun activiteiten zijn er minder vrijwilligers voor de distributie nodig of bij beëindiging overbodig geraakt. Wij hopen dat deze enthousiaste vrijwilligers zich willen inzetten voor projecten ter bestrijding van de eenzaamheid bij ouderen. De vraag kan terecht worden gesteld of de huidige vrijwilligers bereid zijn een andere inhoud aan hun vrijwilligerswerk te willen geven; het doen van vrijwilligerswerk is immers een vrije keuze. Indien de maaltijdvoorziening op de nieuwe wijze wordt georganiseerd zijn de huidige vrijwilligers niet meer als chauffeur, bijrijder of coördinator in te zetten. Het zou mooi zijn als hun expertise en enthousiasme voor andere vrijwilligerstaken beschikbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan individueel huisbezoek, waaronder hulpvragende ouderen te ondersteunen bij het kiezen van de maaltijdleverancier, bij het invullen van de wekelijkse bestelformulieren en (eventueel) bij het aanvragen van bijzondere bijstand. Ook zijn er vrijwilligers nodig voor een open-tafel-project. Aan dit project wil het Welzijnshuis ondersteuning bieden door het opleiden van vrijwilligers. Steviger inzetten op eenzaamheidsbestrijding betekent dat wij activiteiten ondersteunen als open-tafelprojecten en eenzaamheidssignalerings- en oplossingsprojecten, waaronder een centraal meldpunt eenzaamheid bij het Welzijnshuis, huisbezoeken en opzetten en verbeteren van de een sociale kaart. Verder willen wij via het Welzijnshuis een vrijwilligersbestand opbouwen voor een-op-een contacten. Het doel daarbij is om ouderen op individuele basis hun eenzaamheid te verminderen en ze te helpen zelfstandige te functioneren. Voorbeeld daarvan is huisbezoek om gezelschap te houden, een luisterend oor, klankborden en soms te helpen met kleine klussen. Het zorgloket van de gemeente functioneert als informatiepunt voor de maaltijdvoorziening. Het loket beschikt over foldermateriaal van de verschillende maaltijdaanbieders. Alle inwoners van SchouwenDuiveland kunnen met hun informatievraag terecht bij het zorgloket. De klant is vrij de maaltijdvoorziening naar eigen wens in te vullen: een warme maaltijd, een koelvers maaltijd of een vriesvers maaltijd. Ook is er informatie bij welke winkelbedrijven maaltijden te verkrijgen zijn. Als de klant zelf niet in staat is die handelingen te doen, kan via de vrijwilligers van het Welzijnshuis, contact gelegd worden tussen de leverancier en de potentiële afnemer, zodat kritisch wordt gekeken naar
1
de wens van de afnemer. De afnemer bepaalt zelf, eventueel ondersteund door een mantelzorger, van welke maaltijdvoorziening hij/zij gebruik wil maken. Voor communicatie en andere transitiekosten verwachten wij € 15.000 in 2010 en daarna € 5.000 nodig te hebben voor communicatiemateriaal. Voor wie zijn de maaltijden bestemd? In de huidige situatie is de (warme) maaltijdvoorziening primair bedoeld voor de groep inwoners van Schouwen-Duiveland die (tijdelijk) niet (meer) in staat is om zelfstandig een warme maaltijd te bereiden. In de nieuwe situatie van de maaltijdvoorziening mag iedereen van de service gebruik maken. Er is geen bepaalde doelgroep meer. Door het zorgloket kunnen echter aanvragers van huishoudelijke hulp of andere voorzieningen in het kader van de Wmo, gewezen worden op de mogelijkheden van de maaltijdvoorziening. Als een inwoner gebruik maakt van de maaltijdvoorziening, maar de meerkosten zijn, gezien zijn inkomen (bijstandsniveau of lager) te hoog, verstrekt de gemeente bijzondere bijstand naar draagkracht van betrokkene. In dergelijke gevallen zal op basis van de Wet Werk en Bijstand een onderzoek starten of betrokkene in aanmerking komt voor een vergoeding van de meerkosten. De geschatte kosten zijn per jaar € 10.000. De beleidsregels voor de bijzondere bijstand passen we daarvoor aan. Consequenties stoppen subsidie Wij hebben de twee gesubsidieerde instellingen in 200 in kennis gesteld dat wij de maaltijdvoorziening gaan herijken en dat de subsidie daardoor kan stoppen of veranderen. De Wieken heeft aangegeven dat zij voor de keuze staat de bijdrage per maaltijd te verhogen of de activiteit te staken. Staken houdt in de dat de bijdrage in de bezorging door een taxibedrijf wordt gestopt. Tafeltje Dekje heeft een overeenkomst met Allévo. Die overeenkomst kan zonder financiële consequenties worden beëindigd per 1 juli van elk jaar (met een opzegtermijn van een half jaar). Tafeltje Dekje heeft verder geen langlopende verplichtingen. De subsidie kan zonder afbouw worden gestaakt.
20
Voorstel 1.
2. 3. 4. 5. . . .
5
Zet een meldpunt op waar leidinggevenden van thuiszorgmedewerkers, coördinatoren van vrijwilligers en andere personen een melding kunnen doen dat een van hun cliënten of naasten vereenzaamt. Coördineer een groep vrijwilligers voor de inzet voor de persoonlijke benadering: het sociaal huisbezoek. Coördineer met vrijwilligers en (plaatselijke) ouderenverenigingen en -sozen nieuwe open-tafelactiviteiten in dorphuizen en multifunctionele centra. Faciliteer de afnemers van de maaltijden (door informatie en advisering over maaltijden, helpen bij de keuze) vanuit het zorgloket. Financier deze projecten en activiteiten door stopzetting van de subsidie van de huidige tafeltje-dek-je-organisaties. Beëindig de subsidie van de twee huidige aanbieders per 1 juli 2010. Ondersteun de transitie van de overgang naar een nieuwe aanbieder indien de huidige aanbieders besluiten hun diensten te staken. Het resterende budget dat vrijkomt door beëindiging van de subsidiëring van de maaltijdbezorging ten gunst te brengen van de vrije middelen 2010-2013.
21
22
6
Financiële paragraaf Financiën Jaar Project eenzaamheidsbestrijding Open-tafel Kosten eenzaamheidsbestrijding A
in € 25.000,00 5.000,00 30.000,00
in € 25.000,00 15.000,00 40.000,00
in € 25.000,00 20.000,00 45.000,00
Subsidie maaltijdvoorziening Bijzondere bijstand Transitie en communicatie Kosten maaltijdvoorziening
50.000,00 5.000,00 15.000,00 70.000,00
10.000,00 5.000,00 15.000,00
10.000,00 5.000,00 15.000,00
1.00,00 .3,00 101.773,00 100.000,00 1.773,00
1.00,00 .3,00 101.773,00 55.000,00 46.773,00
1.00,00 .3,00 101.773,00 60.000,00 41.773,00
Subsidie St. Tafeltje Dek Je Subsidie De Wieken Budget beschikbaar Totaal benodigd Vrijgekomen middelen
B
A+B
23
24
Bronnen •
• • • •
7
Vergrijzing in Nederland; onderzoek uitgevoerd in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst/ Publiek en Communicatie ten behoeve van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Dick Verzijden, Jolanda Fransen ; juni 2004; “Met elkaar en voor elkaar” Beleidsplan Wmo gemeente Schouwen-Duiveland 200-2012; gemeente Schouwen-Duiveland; 200; Infokaarten Ouderenmonitor Zeeland 200; GGD Zeeland; oktober 200; Gezondheidbeleid boven water op Schouwen-Duiveland; GGD Zeeland; 200 Gezond en wel in de Oosterschelderegio; Ontwerp-Regionale nota gezondheidsbeleid Oosterschelderegio 200-2012; SWVO mei 200
25
Laan van St. Hilaire 2 4301 SH Zierikzee Postadres: Postbus 5555 4300 JA Zierikzee T F
(0111) 452 000 (0111) 452 452
[email protected] www.schouwen-duiveland.nl