Noorderpoortjaarprijs 2011 Noorderpoort versterkt de regio
Jury Noorderpoortjaarprijs 20111 Dhr. H. Eggens Directeur Noorderlink Dhr. A. Slavenburg Directeur Retail Rabobank Groningen Dhr. G.L. Lensink Voorzitter Stichting Marketing Groningen Dhr. R. Schuur Voorzitter College van Bestuur Noorderpoort Dhr. F.J. Alting Regiomanager Noord-Groningen Kamer van Koophandel Noord-Nederland Dhr. M. van den Berg Commissaris van de Koningin Mw. G. Meulema Journalist onderwijs Dagblad v/h Noorden
Noorderpoortjaarprijs 18 april 2011, Martiniplaza Groningen
Voorwoord S C H O O L V O O R V W O / H AV O / V M B O S TA D S K A N A A L / M U S S E L K A N A A L
L U C I A M A RT H A S , D A N S A C A D E M I E N O O R D - N E D E R L A N D
N O O R D E R P O O RT C O N T R A C T
S C H O O L V O O R M A AT W E R K
S C H O O L V O O R E D U C AT I E
S C H O O L V O O R ( V ) M B O G RO N I N G E N - Z U I D
SCHOOL VOOR LOGISTIEK
SCHOOL VOOR ICT
SCHOOL VOOR GEZONDHEIDSZORG ASSEN
S C H O O L V O O R L A B O R ATO R I U M T E C H N I E K
S C H O O L V O O R B E RO E P S O N D E R W I J S VE E N D A M
S C H O O L V O O R WE R K W I J S
C A M P U S W I N S C H OT E N
S C H O O L V O O R B E RO E P S O N D E R W I J S S TA D S K A N A A L
S C H O O L V O O R B E RO E P S O N D E R W I J S A P P I N G E D A M
S C H O O L V O O R Z E E VA A RT, E N E R G I E E N P R O D U C T I E T E C H N O L O G I E
SCHOOL VOOR ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
S C H O O L V O O R TE C H N I E K , VE I L I G H E I D E N VA K M A N S C H A P
S C H O O L V O O R TE C H N O L O G I E
S C H O O L V O O R G E Z O N D H E I D S Z O R G E N WE L Z I J N
S C H O O L V O O R G A S T V R I J H E I D E N TOE RI S M E
SCHOOL VOOR DE KUNSTEN
S C H O O L V O O R C O M M E RC I Ë L E D I E N S T V E R L E N I N G
Op 18 april aanstaande wordt, in het Martiniplazatheater te Groningen, de Noorderpoortjaarprijs uitgereikt. Middels deze prijs (compliment)eert het Noorderpoort jaarlijks één van zijn leerlingen, die zich tijdens zijn/haar opleiding heeft onderscheiden qua, onder meer, creativiteit, inzet en vakmanschap. Elf scholen van het Noorderpoort nomineerden elk één leerling. De twaalfde, de school voor de kunsten, nomineerde er drie, maar tezamen vormen zij één rockband. De 12 nominaties werden beoordeeld door een jury, samengesteld uit prominente vertegenwoordigers van Groninger bedrijven of instellingen en de regionale politiek. Volgens ingewijden zóú het wel eens zo kunnen zijn, dat de jury het dit jaar moeilijker had dan ooit. Je wéét het niet (over het juryberaad wordt door betrokkenen nimmer uit de school geklapt) en natuurlijk verdienden allen die in de loop der jaren voor de Noorderpoortjaarprijs werden genomineerd hun nominatie ten volle, maar toch. Dit boekje bestaat grotendeels uit foto’s en geschreven portretten van de genomineerden. Na lezing zult u onder de indruk zijn van hun ‘verhalen’. ‘Verhalen’ van ambitie, doorzettingsvermogen, moed, lange (figuurlijke) reizen, succes, strijd, talent, tegenslag, vastberadenheid en (zelf)overwinning. Woorden die, eerlijk is eerlijk, ook op eerdere genomineerden van toepassing waren. Wat dít gezelschap echter van alle vorige lijkt te onderscheiden, is dat er niet één of twee genomineerden uitspringen, maar dat het voltallige dozijn er uitspringt.
Voorwoord
Het Noorderpoort
Ja, de jury moet het moeilijk hebben gehad. En ú, die de uitreiking van de Noorderpoortjaarprijs 2011 gaat bijwonen, wacht een feestelijke, indrukwekkende en zeldzaam spannende avond. Behalve de Noorderpoortjaarprijs, wordt op 18 april de (Noorderpoort)aanmoedigingsprijs uitgereikt. Deze wordt jaarlijks toegekend aan een VMBO-leerling(e) die, volgens de Noorderpoortjaarprijscriteria, opmerkelijke school- en andere prestaties leverde. Vanzelfsprekend maakt u in dit boekje ook kennis met de winnares van de Noorderpoortaanmoedigingsprijs 2011, Veronika Lutkova.
Het Noorderpoort, - het grootste Regionaal Opleidingencentrum in Noord-Nederland, ontstond in 1996 uit een fusie van 14 Mbo-scholen en instellingen voor volwasseneneducatie. In latere jaren sloten nog andere onderwijsinstellingen zich aan. Inmiddels telt het Noorderpoort 22 ‘scholen’, wat niet betekent dat circa 23.000 studenten slechts 22 gebouwen ter beschikking staan. Een ‘school’ telt meerdere locaties en het Noorderpoort heeft 32 vestigingen in Assen en alle grotere Groninger plaatsen. Het Noorderpoort verzorgt, - naast VMBO, Havo, Vwo, Educatie en contractonderwijs, een groot en groeiend aantal beroepsopleidingen op het gebied van commercie, gastvrijheid, gezondheidszorg, ICT, kunsten, techniek, toerisme, welzijn en zakelijke dienstverlening. Opleidingen op verschillende niveaus, toegesneden op de actuele eisen van het bedrijfsleven, aangeboden in een veilige ‘leeromgeving’ én op de werkvloer.
De kandidaten 1 Mattanja de Vos, school voor beroepsonderwijs Appingedam 2 Wendelique Kerdijk, school voor commerciële dienstverlening 3 Emanuel Koba, school voor techniek, veiligheid en vakmanschap 4 Daniëlle Antonides, school voor maatwerk 5 Özge Yildiz, school voor zakelijke dienstverlening 6 Jeroen Stik, school voor logistiek 7 Rawaa Touye, school voor beroepsonderwijs Stadskanaal 8 Silvia Korn, school voor laboratoriumtechniek 9 Beau Phylipsen, school voor technologie 10 Ilse Swiersema, school voor gastvrijheid en toerisme 11 Ingrid Oosterhuis, school voor gezondheidszorg en welzijn 12 Dudettes (Ingrid Lodewegen, Zjoly Onrust, Cynthia Weiss), school voor de kunsten 13 Aanmoedigingsprijs: Veronika Lutkova, school voor (v)mbo Groningen-Zuid
Mattanja de Vos
1991
1
“ Ik zeg heel vaak ‘komt goed’,
en dat gelóóf ik ook ” Mattanja’s ‘chronische beperking’ heet spastische hemiplegie. Gevolg van een hersenbloeding die, kort na haar geboorte, haar linkerbeen gedeeltelijk verlamde. Jarenlang redde ze zich prima, zonder krukken. Tot ze zich, in de introductieweek van de school voor beroepsonderwijs Appingedam, verstapte. Mattanja moest krukken gaan gebruiken. Revalidatie bracht geen verbetering. Tenslotte verplaatste ze zich per rolstoel, waarmee ze overigens moeiteloos een wheely maakt. Sinds kort verblijft Mattanja door de week in een revalidatiecentrum te Zeist. “Ik vind het,” zegt ze, “moeilijk om erheen te gaan. De begeleiders zijn streng. Overdag mag je je telefoon niet gebruiken, al doe ik dat stiekem wel. En ik mag er niet langer met school bezig zijn. Ik werkte gewoon dóór, omdat ik wilde bijblijven, maar ook als afleiding. Ze vonden echter, dat ik me te druk maakte.”
school voor beroepsonderwijs Appingedam Sociaal Pedagogisch Werk BOL 4, Activiteitenbegeleiding
“ Ik bijt me er maar doorheen. ” Het einde van haar opleiding is ook zó dichtbij. Nog een paar maanden. De theorie heeft ze grotendeels af en haar stage op de mytylschool in Haren verliep voorspoedig. “Op de mytylschool zitten leerlingen met meervoudige lichamelijke beperkingen, de meesten rolstoelgebonden. Daardoor is het lokaal zó vol, dat er voor mijn rolstoel geen plaats is. Ik gebruik een volgkruk.” Docenten en stagebegeleiders prijzen Mattanja’s vermogen om voor elk praktisch probleem een oplossing te vinden. (Citaat: “Ze vecht voor een plek in het werkveld.”) En voor haar leerlingen op de mytylschool is ze een rolmodel. Een mooie, slimme, jonge juf, die bewijst dat je het ook met een chronische beperking ver kunt schoppen. Ze wil naar het Hbo, SPH doen. “Binnen SPH heb je verschillende richtingen. Verslavingszorg lijkt me de meest interessante. Ik wil me sowieso verbreden.” Voorlopig is Mattanja “alleen bezig met school en revalidatie. Da’s eigenlijk altijd zo geweest. Ik bijt me er maar doorheen. Hoop dat het met mijn been beter zal gaan, dat ik leuk werk vind dat ik fysiek aankan, en dat ik een sociaal leven krijg. Door mijn revalidatie heb ik veel vriendinnen verloren. Ja, daar ben ik een beetje bitter over.” Een béétje. Want één van haar sterke eigenschappen is positivisme. “Ik zeg heel vaak ‘komt goed’. En ik gelóóf het ook, alleen wil mijn behandelaar niet dat ik té optimistisch ben. Daarom mag ik het niet meer zeggen.”
Wendelique Kerdijk
1990
“ Eigenwijs is soms een
goede eigenschap ” Ja, ‘powervrouw’ mag je haar best noemen. ‘Carrièrevrouw’ ook. Al duurde het even voor ze wist wát voor carriere ze wilde. Wendelique: “Op het VMBO koos ik een bepaald profiel omdat ik architect wilde worden. Het werd me afgeraden, ik deed het toch. Ik kan heel eigenwijs zijn, maar dat is soms een goede eigenschap.” Makelaar leek haar ook wel wat. Dus koos ze de opleiding die ze januari jongstleden voltooide. Haar stage op een makelaarskantoor bracht haar tot inkeer. “Niet interessant, ’t ging me té gemakkelijk af.” Zoals haar, in het verleden, wel méér gemakkelijk afging. VMBO TL bijvoorbeeld. “Leuke school, maar voor mij was het niveau te laag. Misschien had ik ambitieuzer moeten zijn, maar destijds was ik nog van lang leve de lol.” In september begint Wendelique aan de Hbo-opleiding Communicatie. Tot die tijd school voor commerciële dienstverlening Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen
2
“ Taarten? Taarten.” neemt ze er haar gemak van. Maar niet heus. Ze ‘doet’ de ondernemersacademie, serveert in een pizzeria, werkt twee dagen per week op een verzekeringskantoor en bakt taarten. Taarten? Taarten. “Voor de ondernemersacademie moest ik een ondernemingsplan schrijven. Bij wijze van hobby bakte ik al een paar jaar taarten, héél populair bij vrienden en familieleden. Dus ben ik een taartenbedrijfje begonnen, WenDelicious. Ik wil er mee doorgaan, maar óók een voltijdstudie volgen.” Terzijde: Wendelique’s taarten zijn niet zómaar taarten. Tóptaarten zijn het, qua uiterlijk én smaak. Een WenDelicious-taart verhoudt zich tot een, zeg, HEMAexemplaar als een Van Gogh tot een Bob Ross. Nochtans bakt Wendelique ze “gewoon thuis”, bij moeder “in de keuken”. Haar ‘klantenbestand’ groeit. “Wanneer ik met iemand praat, vertel ik vaak wat ik doe. Dat leidt dikwijls tot een bestelling.” Geen wonder. Wendelique woont nog thuis, maar wil Veendam zo snel mogelijk verlaten. “Ik ben eraan toe op mezelf of samen te wonen. Eerst in Groningen. Na mijn studie wil ik in ieder geval een eigen bedrijf. Ik zou óók graag beurzen en evenementen organiseren. Privé ben ik geen planner. Ik ben niet zo van: op mijn 30ste wil ik beslist kinderen. Dat zie ik vanzelf wel.”
Emanuel Koba
3
1976
“ In Nederland is alles zo
gemakkelijk ” Geboren in Wau, dorp in Zuid-Soedan. Op zijn 12de stuurden zijn ouders hem naar Noord-Soedan. Emanuel: “In Zuid-Soedan heerste oorlog. Mijn ouders wilden dat ik naar school ging. In het noorden kon dat toen nog.” 12 jaar, alleen in den vreemde. “Ik had steun aan mijn geloof en vond schoolgaan heerlijk. Het eerste jaar sliep ik in de school en kreeg ik er te eten, daarna moesten we onszelf zien te redden. Dus sliep ik vijf jaar in treinwagons. Geld voor eten verdiende ik met schoenenpoetsen of afwassen in restaurants.” Tenslotte werd het voor christenen ook in Noord-Soedan te gevaarlijk. “Ik vluchtte naar Nederland. Belandde in Amsterdam, maar voelde mij daar niet thuis. Te veel criminaliteit, daar houd ik niet van.” school voor techniek, veiligheid en vakmanschap Technicus Elektrische Bedrijfsinstallatie
“ Ik sliep vijf jaar in treinwagons.” Een Amsterdamse dominee stelde Emanuel zijn recreatiewoning in Musselkanaal ter beschikking. Emanuel woonde er een tijdje, verhuisde naar Groningen. In de kerk ontmoette hij Therèse. Blond, Gronings. Liefde op het eerste gezicht. Een jaar later waren ze getrouwd. In 2002 begon Emanuel aan het Drenthecollege de praktijkopleiding Assistentmonteur, die hij twee jaar later voltooide. Vervolgens aan het Noorderpoort de avondopleiding Monteur Sterkstroominstallaties. “Toen had ik de smaak te pakken en ben ik blíjven studeren. Eerste monteur sterkstroom, Technicus sterkstroominstallaties. Vanwege de taalbarrière niet altijd gemakkelijk, maar als je écht iets wilt, moet het kunnen. Het verbaasde me dat in Nederland zoveel opleidingskansen voor het grijpen liggen. Omdat in Soedan het tegendeel ’t geval is. In Nederland is alles zo gemakkelijk. Je wordt wakker en hebt eten voor je neus. Daar heb ik aan moeten wennen.” Anno 2011 hebben Emanuel en Therese vier kinderen. Bewonen ze een koophuis. Heeft Emanuel een vaste baan bij een techniekconcern. Oriënteert hij zich op een Hbo-studie. Sinds 2005 heeft hij Wau twee keer bezocht. Tijdens die bezoeken leidde hij de renovatie van het plaatselijke ziekenhuis. “Men luistert naar mij omdat men in mij gelooft.” In Zuid-Soedan kocht Emanuel ‘traditionele’ jassen, die hij zijn avondschooldocenten cadeau gaf. “Zij hebben mij veel gegeven, dus gaf ik iets terug.” Iedere maand maakt hij geld over naar zijn familie. En ja, hij zou wel terug willen, maar Therèse deelt dat verlangen niet. Emanuel: “Zuid-Soedan blijft echt mijn land, maar met zo’n mooi gezin kies ik uiteraard voor Nederland.”
Daniëlle Antonides
4
1991
“ Nooit lezen of
schrijven,
nooit niveau 2 ” Volgens haar onderwijzers zou ze nooit kunnen lezen of schrijven. Ze maakte geen vorderingen. Leed aan dyslexie en PDD-NOS, waardoor ze een apathische indruk wekte en moeilijk contact met zich liet maken. Haar ouders legden zich niet bij het onderwijzersoordeel neer, haalden de toen achtjarige Daniëlle van school, zochten voor haar een plek in het speciaal onderwijs. Enkele jaren later werd haar op de praktijkschool verteld dat ze nooit niveau 2 zou kunnen doen. Daniëlle: “Ik dacht: bekijk het maar, ik wil verder leren.” En dat deed ze. Eerst een opleiding tot winkelassistente. Toen de tweejarige Noorderpoortopleiding tot Facilitair Medewerker, die ze eind dit schooljaar voltooit. “Dankzij deze opleiding,” zegt Daniëlle, “weet ik eindelijk wat ik wil. Ik zou graag activiteitenbegeleidster worden en daarna met zieke kinderen werken.” Het meisje dat nooit zou kunnen lezen of schrijven, nooit niveau 2 zou kunnen doen, school voor maatwerk Facilitair Medewerker BOL 2
“ Bekijk het maar. Ik wil verder leren.” ontwikkelde zich tot een jonge vrouw, die zich niets van het brood laat eten. Een eigenschap die haar ook thuis van pas komt. Behalve aan eigen zoons en dochters, bieden Daniëlles moeder en stiefvader onderdak aan zes pleegkinderen. Daniëlle loopt stage in een verzorgingstehuis voor bejaarden en dementerenden. Ze maakt er schoon, werkt soms in de linnenkamer of keuken, helpt bij activiteiten met de cliënten. Tijdens vakanties werkt ze door. Ze mag graag poolen, tekenen en fotograferen. Én ze heeft, op de school voor maatwerk, - die niet voor niets zo heet, - haar grote liefde ontmoet. Kevin. Die desgevraagd vertelt: “Daniëlle is spontaan, heeft humor, is open en zorgzaam. Ze geeft goed aan wat ze wel en niet wil. Ik heb er alleen wél veel voor moeten doen om haar te krijgen!” Nooit lezen of schrijven, nooit niveau 2. Daniëlle heeft alle doemvoorspellingen gelogenstraft. Haar nominatie voor de Noorderpoortjaarprijs is een zéér verdiende erkenning van haar kwaliteiten, waaronder – volgens haar docenten – inzet en positivisme. Een nominatie die ze aangrijpt om een daad te stellen. “Ik wil van achternaam veranderen. Daar zijn we al geruime tijd mee bezig. Mijn vader heet Jager, maar van hem heb ik al ruim 10 jaar niet gehoord. Voor mij is mijn stiefvader mijn vader en hij heet Antonides. Daarom wil ik straks graag als Daniëlle Antonides in Martiniplaza staan. Mag dat?” Ja, Daniëlle Antonides, dat mag.
Özge Yildiz
5
1990
“ De man is de baas, maar ík
ook een beetje ” Özge is laatstejaars. Alle theorievakken heeft ze gehaald. Rest nog één stageperiode, bij Topsport Noord-Nederland, - het bedrijf dat onder meer De Vier Mijl organiseert. “Ik houd me er bijvoorbeeld bezig met Streetball, het grootste pleintjesbasketbalevenement in Nederland. Dat wordt dit voorjaar in Groningen gehouden. Zelf doe ik niet aan sport.” Eerdere stages bij een voedingsgroothandel en een bedrijf dat zich met rioolbeheer bezighoudt. Op dat laatste stageadres voelde Özge zich, als enige vrouw tussen véél mannen, niet écht plezierig. Maar ze zette door, - is sowieso een doorzetter. Hoewel geboren Groningse, beheerste ze het Nederlands, tijdens haar niveau 2opleiding Secretarieel Medewerker, nog onvoldoende. Thuis wordt uitsluitend Turks gesproken. Inmiddels is Özges Nederlands goed. “Dat ging gewoon vanzelf.”
school voor zakelijke dienstverlening Administrateur niveau 4
“ Voorheen was ik geen huiswerktype.” Gedurende haar basisschooltijd had ze het er soms moeilijk mee dat haar ouders geen Nederlands spraken. “Sommige klasgenootjes vertelden dat hun ouders hen met hun huiswerk hielpen. Mijn ouders konden dat niet. Ik heb een gelukkige jeugd gehad, maar dát deed me wel eens verdriet.” Zou Özge Yildiz een ‘slow starter’ zijn? In het eerste jaar van haar huidige opleiding presteerde ze benedengemiddeld. Om zich de laatste twee jaar tot één der betere leerlingen te ontwikkelen. “Ik begon meer dingen te begrijpen én ging er meer voor doen. Voorheen was ik geen huiswerktype. Bovendien kwam ik erachter dat ik boekhouden écht leuk vind.” In september begint ze aan de Hbo-opleiding Bedrijfseconomie. Özge woont nog thuis, in het Oosterpark. Kijkt er met vriendinnen Dvd’s. Of Turkse tv. (“Mijn vader zet ‘m alleen voor actiefilms op ‘Nederland’.”) Uitgaan doet ze zelden. “Áls ik uitga, moet er een oudere bij zijn. “We gaan elke zomer naar Turkije. Ik vind het leuk mijn grootouders dan te zien, maar zou er niet kunnen leven. De cultuur en het schoolsysteem zijn zó anders.” Een Turkse echtgenoot wil ze – op termijn – wél. “Dat voelt het beste. In onze familie trouw je van oudsher gewoon een Turkse man. Maar ik wil geen traditioneel huwelijk, wíl blijven werken. De man is de baas, maar ík ook een beetje. Als hij wil dat ik thuisblijf, heeft hij pech.” Kinderen wil ze zéker. Hartgrondig: “Ik ga ervan genieten hen te helpen met hun huiswerk.”
Jeroen Stik
6
1992
“ Moet je zien wat je
onderweg ziet.” Na de Havo ging hij niet, zoals veel Havisten, naar het Hbo. Jeroen koos een Mbo-opleiding. “Ik wil in mijn leven iets bereiken. Dat moet via een opleiding, dus denk ik daar goed over na. Een Hbo-opleiding met alle aspecten van logistiek erin kon ik niet vinden, maar op de onderwijsbeurs zag ik een Noorderpoortstand. De docent vertelde dat Opslag & Vervoer een heel brede opleiding is. Wat de doorslag gaf: veel docenten komen uit de praktijk.” Jeroen, derdejaars, wil een eigen transportbedrijf beginnen. “Maar dan moet, tegen die tijd, alles economisch wél meezitten. Momenteel is dat niet zo. Door onder de prijs te werken, hebben veel transportbedrijven elkaar kapot geconcurreerd. Jammer, maar ze hebben het zelf gedaan. “Het liefst begin ik een bedrijf in opslag én transport. Dan heb je risicospreiding.” school voor logistiek Management Opslag & Vervoer niveau 4
“ Die koplampen had ik anders gedaan.” Jeroens vader is chauffeur. Als kind reed Jeroen met hem mee. “Later, toen ik wat ouder was, mocht ik met andere chauffeurs op pad, verder weg. Prachtig vond ik dat. Veel vrienden vroegen: wat vind je daar nou aan? Dan zei ik: moet je zien wat je onderweg ziet.” Het groot rijbewijs moet nog behaald, maar alvorens een bedrijf te beginnen, wil Jeroen een tijdlang zelf een vrachtwagen besturen. “Planners die net van school komen, denken dat ze alles weten, maar hebben geen greintje praktijkervaring, weten niet wat het is op een vrachtwagen te zitten. Daarom wil ik eerst alles zelf meemaken. Dat lijkt me voor een bedrijf een goede fundering.” Jeroen loopt stage in Emmen, bij Hospital Logistics. Het bedrijf vormt de schakel tussen leveranciers van medische producten en ziekenhuizen/zorginstellingen. Op donderdagavonden, zaterdagen en tijdens vakanties werkt Jeroen voor een Stadskanaalster groothandel in automaterialen. “Daar heb ik mijn eerste stage gelopen en ik mocht er blijven. Ik leer er veel. Magazijn- en winkelwerk, bestellingen bezorgen, klanten te woord staan.” Het voetbal heeft hij eraan gegeven. Kapotte meniscus. “Mijn enige hobby is eigenlijk vrachtauto-spotten. Ik kijk naar de opbouw van de auto, merk, kleuren, het geheel. Als ik met klasgenoten een vrachtauto zie, zeg ik: die koplampen had ik anders gedaan. Op de Havo deelde niemand die belangstelling, maar op deze school heeft iedereen dezelfde tic. Ik ben hier op mijn plek. Dankzij deze opleiding weet ik waar mijn hart ligt.”
Rawaa Touye
7
1990
“ Het zou goed zijn als
Nederlandse scholen meer regels hadden ” “Ik wilde arts worden. Dat was me in Irak vast gelukt. Vanwege de taal vind ik een medicijnenstudie hier te moeilijk.” ‘Hier’: Nederland. Waar het gezin Touye vijf jaar geleden arriveerde. Rawaa: “Mijn vader wil ons een goed leven geven. In Irak waren we niet langer veilig.” Dus vluchtten ze, naar Veendam, want daar woont oma. Al zo’n 20 jaar. “Zij heeft alles voor ons geregeld, zelfs een huis. Natúúrlijk was het moeilijk, maar veel problemen die anderen wél hebben, hadden wij, dankzij oma, niet.” Waar ze ‘t meest aan moest wennen: het rijtjeshuis. In Irak woonde het gezin rianter. Na aankomst in Nederland, volgde Rawaa (16, destijds) een taalcursus. Daarna ging ze naar school. Niveau 2, 3, 4. Komende zomer voltooit ze haar opleiding. Wat ze daarna school voor beroepsonderwijs Stadskanaal Ondernemer/Manager detailhandel niveau 4
“ Genomineerd? Daar heb ik geen tijd voor! ” gaat doen, weet ze nog niet. Misschien een opleiding Tandartsassistente of Mondhygiëniste, maar het ondernemerschap lokt óók. “In weekends en vakanties werk ik bij Trekpleister in Winschoten. Drogisterij is een interessante branche. Vooral huidverzorging en zelfmedicatie vind ik leuk. Misschien ga ik het drogistendiploma halen. En dan een eigen zaak: geweldig.” Nóg een optie: samen met haar vader een bedrijf beginnen. “In Irak bezat hij een groothandel en twee winkels. Hier is hij werkloos. Dat vindt hij moeilijk.” Een béétje ondernemerservaring verwierf Rawaa in het tweede jaar van haar opleiding, als inkoopmanager bij minionderneming Wrakholt, producent van bordjes met Groninger teksten. “Hard werken,” aldus Rawaa, maar haar inspanningen werden beloond. Ze ontving het managementcertificaat van de Stichting Jong Ondernemen. “Een hoogtepunt.” Hobby’s: zwemmen en winkelen (kleren!). Niet in Veendam, maar in bijvoorbeeld Groningen of Enschede. “Het enige wat ik in Nederland mis, is de Irakese gezelligheid. De winkels zijn daar tot 01:00 uur open, dá’s pas fijn shoppen! En school. Hier heb je op school veel vrijheid in je planning, terwijl ik in Irak hard moest werken om op school te mogen blíjven. Het zou goed zijn als Nederlandse scholen wat meer regels hadden.” Naast school, stage (óók bij Trekpleister) en werk, heeft ze rijles. En álles wat Rawaa doet, wil ze goed doen. Lovenswaardig, maar er zíjn grenzen. “Toen ik hoorde dat ik was genomineerd, dacht ik: daar heb ik geen tijd voor! Ik moet nog een verslag maken.”
Silvia Korn
8
1986
“ Ik analyseer dode mijten.
Hartstikke leuk.” “Ik kom,” vertelt Silvia, “uit de buurt van Keulen. Woon sinds vijf jaar in Nederland. Ik had net zo goed naar een ander land kunnen gaan, maar de RUG leek me leuk.” Silvia wilde er farmacie studeren, maar had daartoe veel vakken moeten inhalen. “Ik dacht: dat lukt me niet. Via mijn toenmalige vriend kreeg ik een schoonmaakbaan. Aan de Hanzehogeschool ben ik laboratoriumtechniek gaan doen, maar toen het met die vriend uitging, moest ik op zoek naar een baan waarmee ik meer verdiende. Tenslotte werkte ik noodgedwongen zó veel, dat ik het niet met mijn studie kon combineren. Toen ben ik naar het Noorderpoort gegaan.” Haar eerste stage liep Silvia bij Citeq Biologics, een Groninger bedrijf, gespecialiseerd in de productie van grondstoffen voor anti-allergievaccins. “Ze wilden me er graag houden. Inmiddels werk ik er 32 uur per week. Een fijne
school voor laboratoriumtechniek Laboratoriumtechniek
“ Het liefst doe ik alles zelf.” werkgever. Leuke collega’s en ik mag zelf mijn tijd indelen. Als ik voor een toets naar school moet, mag dat. Als ik die 32 uur maar haal.” Nou, dat lukt wel. “Het liefst doe ik namelijk alles zelf. Als ik iets niet kan doen omdat ik het te druk heb met andere dingen, voel ik me soms zelfs schuldig.” Bij Citeq Biologisch kweken ze verschillen soorten mijten. Huisstofmijt, bijvoorbeeld. In grote hoeveelheden. Die worden verkocht aan farmaceutische bedrijven. Silvia: “Ik analyseer dode mijten. Hartstikke leuk werk.” Na haar Mbo-opleiding wil ze eerst een jaar alleen maar werken. “Daarna ga ik uitzoeken waar ik in Nederland een deeltijdstudie Hbo-Laboratoriumtechniek kan doen. In Groningen is dat jammer genoeg niet mogelijk.” Dat Silvia, die ooit farmacie wilde studeren en haar Hbo-studie voortijdig moest beëindigen, na een Mbo-opleiding naar het Hbo gaat terugkeren, zit haar niet dwars. “Dat heb ik een plek gegeven. En farmacie is, bij nader inzien, niks voor mij. Laboratoriumtechniek wél. Ik kan me voorstellen dat ik dat mijn levenlang blijf doen.” Silvia en haar vriend, die ze drie jaar geleden in De Drie Gezusters ontmoette, kochten onlangs een huis. Twee onder één kap, riante tuin, onder de rook van Groningen. De verbouwing is in volle gang. In de deels onttakelde keuken staat al een aanrecht. Mooi, maar wél opvallend hoog. “Dat moet. Mijn vriend is twee meter acht. Die was toen in ‘De Drie’ niet te missen.”
Beau Phylipsen
9
1991
“ Wie zeker wil zijn van een
baan, moet techniek gaan doen ” Beau’s opleiding zit er bijna op. Naar school hoeft hij niet meer. De gehele week loopt hij stage bij BAM Techniek in Groningen. “Ik doe er praktijkervaring op, maar kijk ook goed naar de organisatie. Voor als ik later zelf ga leidinggeven. Ik heb aangegeven zoveel mogelijk te willen zien. “Wat ik na deze opleiding ga doen, weet ik nog niet. Ik laat me adviseren door mensen bij BAM. Wil precies weten wat ik moet doen om mijn doel te bereiken. De opleidingen díé er zijn, zijn heel breed, terwijl ik me wil specialiseren. Tot vorig jaar zat in Utrecht de opleiding die ik wil, maar die is dit schooljaar opgeheven. Geen animo. Terwijl er zó veel mensen nodig zijn. Wie zeker wil zijn van een baan, moet techniek gaan doen. school voor technologie Elektrotechnische Installaties
“ Naar de liefde moet je niet zoeken.” Daarom ben ík eraan begonnen. Je kunt wel gymleraar worden, maar dan ben je één van de velen.” Zeker, maar voor wie de techniek in wil, is énige aanleg vereist. Beau is met dergelijke aanleg méér dan ruimschoots bedeeld. “Tot op heden heeft elk bedrijf waar ik stage liep me een baan aangeboden. Toen mijn ouders met hun installatiebedrijf stopten, werd ik gebeld door werkgevers die me vroegen of ik bij hen wilde komen werken.” Maar Beau wíl niet fulltime werken. Nóg niet. “Ik ben naar BAM gegaan om ervaring op te doen, maar ook vanwege hun contacten. Ze hebben een internationale poot, daar wil ik in. Mijn droom: leidinggeven aan grote internationale projecten, zoals in Dubai. Een eigen bedrijf kan ik altijd nog beginnen. Eerst wil ik de wereld zien en proberen te realiseren wat mijn hart me ingeeft.” Mooi gezegd. En een perfectionist is-ie ook nog. “Als iets onduidelijk is, verdiep ik me erin. Ik móét weten hoe het zit, móét een project tot een goed einde brengen. Ik wil mezelf blíjven verbeteren, ben nooit tevreden. Medeleerlingen maken van probleempjes vaak problémen. Als leidinggevende moet je niet stressen, maar oplossingen aandragen.” Gelukkig is er ook een relaxte Beau. “Ik ga graag op stap, ’s zomers naar muziekfestivals. En ik doe aan wakeboarden, een sport voor doorzetters. Een vriendin heb ik nog niet, ik wil eerst genieten. En naar de liefde moet je, vind ik, ook niet zoeken.”
Ilse Swiersema
10
1986
“ Al regel ik iets niet, dan
regel ik het toch ” Op haar achtste kookte ze al (“nou ja, tomatensoep uit blik”) en weigerde ze bij haar ouders aan te schuiven. Vader en moeder waren gasten, die door Ilse werden bediend. Zelf at ze aan een apart tafeltje. Wat goed is, komt snel. Ze wilde de horeca in. Ging op haar vijftiende in een plaatselijk restaurant werken. Afwassen. Het jaar erop begon ze aan de opleiding Gastvrouw, die ze voltooide. “Daarna wilde ik de koksopleiding doen, maar ik vond geen leerbedrijf, dus bleef ik in dat restaurant in de bediening werken. Op mijn eenentwintigste ben ik alsnog naar de koksopleiding gegaan. Koken is het leukste wat er is.” Nu werkt Ilse in het gerenommeerde restaurant ‘De Jufferen Lunsingh’, Westervelde. Vier dagen per week, ’s middags en ’s avonds.
school voor gastvrijheid en toerisme Zelfstandig werkend kok
“ Koken is het leukste wat er is.” “De stress in de keuken vind ik geweldig. Vorig jaar werkte ik in een instellingskeuken. Daar miste ik de spanning en het avondwerk.” Ilse gaat één dag per week naar school en volgt om de twee weken een cursus aan de Noorderpoortondernemersacademie. Op vrije avonden werkt ze aan haar ondernemingsplan. “Ik ben lid van een voetbalclub, maar heb geen tijd om te voetballen. Als ons elftal eens een weekendje weggaat, help ik wél met de organisatie. Ik ben een regelaar. Al regel ik iets niet dan regel ik het toch.” 2011 is voor Ilse nú al een bijzonder jaar. Horeca Vakpunt Nederland nomineerde haar voor de titel Leerling van het Jaar. “HVN is een soort intermediair tussen school en bedrijven. Ze nomineren leerlingen uit het hele land. Begin januari was de prijsuitreiking. Ik werd tweede.” Vervolgens een nominatie voor de Noorderpoortjaarprijs. Óók niet gek. En tenslotte voltooit ze in juni haar opleiding. “Ik zou wel niveau 4 willen doen, maar denk dat de opleiding, hoe leuk ook, voor mij geen meerwaarde heeft. Volgens mijn leermeester in De Jufferen bereik je met een paar jaar in een goed bedrijf werken hetzelfde resultaat.” Op termijn wil Ilse een eigen restaurant. “Kleinschalig, ongedwongen, mix tussen eetcafé en het luxere segment. Ambachtelijk. Waar de gasten goed advies over wijnen krijgen, want dat krijg ik in restaurants zelf ook graag. Ik wil ooit nog een cursus vinologie volgen.”
Ingrid Oosterhuis
11
1958
“ Sommigen blijven hangen
in ellende. Ik niet ” “Ik voel me,” zegt ze, “Amsterdamse.” Toch kwam Ingrid Oosterhuis al in 1979 naar het noorden. Vanwege, natuurlijk, De Liefde. In Groningen werkte ze, evenals in de Randstad, als ziekenverzorgster. Nachtdiensten. Na haar scheiding nam Ingrid ontslag. Nachtwerk verdroeg zich slecht met haar behoefte “er voor de kinderen te zijn”. Ze had er twee, inmiddels. “Blij dat ik ze in Groningen heb kunnen opvoeden.” Een jaar later kreeg ze een Melkertbaan. Conciërge op een basisschool. “Na drie maanden vroeg de directeur of ik met kinderen wilde werken. Na acht jaar verkaste ze naar de Groninger basisschool waar ze nog steeds werkt. Dáár werd haar gevraagd waarom ze geen opleiding ging volgen.
school voor gezondheidszorg en welzijn Onderwijsassistent.
“ Soms gedraag ik mij óók puberaal.” “Ik dacht: op míjn leeftijd? Maar begon het behalen van dat papiertje al gauw als een uitdaging te zien.” In 2009 begon Ingrid aan de opleiding Onderwijsassistent. Zat ze, net 50, in een lokaal vol pubermeiden. “In het begin vond ik ‘t moeilijk. Al die afkortingen! POP, PAP, SMART… We kregen ze in één les állemaal voor de kiezen. Het duizelde me. Ik zei tegen de docent: jouw lessen snap ik niet, ik kom niet meer. Zij antwoordde dat we even moesten praten. Nu kunnen we het prima vinden. “Inmiddels ben ik één van de meiden. Soms gedraag ik mij óók puberaal. Zit ik net als zij onder de tafel te sms’en, al heb ik een héél ouderwetse telefoon.” Ingrid werkt vier dagen per week. Één dag gaat ze zélf naar school. ’s Avonds schrijft ze aan verslagen of onderhoudt ze sociale contacten. Ze heeft vier kleinkinderen. Is lid van een klaverjasvereniging. Haar opleiding heeft ze verkort gedaan, binnen twee jaar. Eind dit schooljaar ontvangt ze “papiertje” voornoemd. Maar… “In 2012 worden maatschappelijke banen niet langer gesubsidieerd. De regering wil dat we ons werk blijven doen, maar dan in ruil voor een uitkering. Nóg minder geld en het ís al geen vetpot.” Maar Ingrid Oosterhuis krijgen ze er niet onder. “Als hier een deur dichtgaat, gaat er elders één open. En wat je wilt, kún je. Dat ik eruit moet, probeer ik positief te bekijken. Sommigen blijven hangen in ellende. Ik niet. Ik houd van werken, ga écht niet thuiszitten.”
12
Dudettes Ingrid Lodewegen 1 9 8 7 , Zjoly Onrust 1 9 8 8 , Cynthia Weiss 1 9 9 1
“ Dudettes is een 24/7-baan” Tijdens hun eerste jaar aan de school voor de kunsten begonnen Ingrid (drums), Zjoly (zang), Cynthia (gitaar) en Michel Feeburg (bas) een band. Bij wijze van stageopdracht schreven ze liedjes, maakten ze demo’s en verzorgden ze enkele optredens. Ergens in deze beginperiode ontmoette Zjoly iemand van het management van Krezip, Marcel Duzink. Hij beluisterde een paar demo’s en werd, naar zijn zeggen, “verliefd”. Met Marcel als manager belandden Dudettes in een opwaartse lawine. Zjoly: “In 2009 hadden we heel veel optredens.” Waaronder opmerkelijke. Bevrijdingsfestival, Uitmarkt, 3FM en een bezoek aan het Glazen Huis. Zjoly: “Dat jaar traden we zó veel op, dat onze techniek wat bleef hangen. Het jaar erop deden we nog wel optredens, maar minder.”
school voor de kunsten Artiest/Muziek
“ De Dudettes zijn goed voor Groningen” Ingrid: “We wilden tijd om onze techniek te verbeteren en een eigen stijl te ontwikkelen.” ‘Dudettes’ was niet langer een stageopdracht, maar een mérk. Cynthia, Ingrid en Zjoly richtten een VOF op. Michel was inmiddels zijn eigen weg gegaan. De bekendheid van Dudettes bleef toenemen. Het trio werd geprogrammeerd tussen bands als Miss Montreal, Moke en Kane. En toen kwam Erwin Musper, een Amerikaanse producer, die werkte met grootheden als Metallica en David Bowie. De Dudettes ontmoetten hem toen hij vanwege een opnamesessie met Mooi Waark in Nederland verbleef. Cynthia: “Er was een enorme klik, persoonlijk én muzikaal. Hij vroeg ons in zijn studio opnames voor een EP te komen maken. Een buitenkans, ook omdat we perse een producer wilden die de energie van onze liveoptredens naar een Cd kon vertalen.” Ingrid: “Na driekwart jaar lukte het subsidie van de gemeente Groningen te krijgen. Wij zijn er trots op een Groninger band te zijn en de gemeente ziet hier graag weer een muziekscene ontstaan.” Na drie maanden préproductie reisden de Dudettes eind januari jongstleden naar Cincinnati, waar ze twee weken met Musper werkten. En de EP? Zjoly: “We hebben nog geen label en de centjes zijn op, maar er zijn vele deuren geopend. Nu moet er vraag worden gecreëerd. Radio wordt daarbij van cruciaal belang.” Het team rond Dudettes dijt uit. De dames benadrukken, dat de school ook hierin een belangrijke, faciliterende rol speelt. Cynthia: “Omdat we alles zelf doen, is Dudettes een 24/7-baan, maar momenteel werken we, net als andere laatstejaars, braaf aan ons eindportfolio.”
Aanmoedigingsprijs Veronika Lutkova
13
1993
“ Mijn leven is hier
begonnen.” Acht was ze, toen haar moeder in Nederland werk ging zoeken. Veronika bleef bij opa en oma. “Ik miste mijn moeder verschrikkelijk. Op school deed ik het goed, maar zodra mijn moeder weg was, gingen mijn cijfers omlaag.” Na vier jaar, waarin ze elkaar niet één keer zagen, liet moeder dochter naar Nederland komen. Veronika: “Mijn leven is hier begonnen.” Moeder woonde in Friesland. Veronika ging in Drachten naar het VMBO. “Goede school. Streng. Ik heb er veel geleerd.” Al snel verhuisde het gezin naar Groningen. “Het leven is hier harder dan in Drachten. Ik kwam op een ‘Junior College’, werd er in mijn gezicht gespuugd. Vreselijk. We hadden er ook vaak vrij. Aan de Van Schendel-
school voor (v)mbo Groningen-Zuid VMBO Handel en Verkoop
“ niemand houdt écht van school ” straat, waar ik nu zit, is het leuker. Kijk, niemand houdt écht van school, maar ik vind het fijn om dingen te leren. Dat vind ik zelfs geweldig.” Inmiddels is ze laatstejaars. “Hierna ga ik Mbo doen. Detailhandel. Ik wil een discotheek beginnen. Een beetje een chique club.” Veronika zou graag in een discotheek werken, maar dat mag niet, ze is nog geen 18. En dat terwijl ze haast heeft en zich de weg niet door pietluttigheden wil laten versperren. “Sommigen zijn op hun 16de klaar met school, ik ben al bijna 18! Daar baal ik van. Dus werd ik boos toen ik hoorde dat je, om in de horeca te werken, 18 moet zijn. Ik héb al zoveel tijd verspeeld.” Ja, ze heeft haast. “Op internet vond ik de opleiding die ik nodig heb om een discotheek te beginnen. Ik moest ervoor naar Nijmegen, maar dat had ik wel op de fiets willen doen. Ik had al een afspraak gemaakt, maar die heb ik op aanraden van mijn docenten afgezegd. Het is een dure opleiding, die ik zelf had moeten betalen. Ik kan mijn doel op een andere, goedkopere manier bereiken.” Discotheek = dansen, en dansen noemt Veronika “mijn ding”. Ze zit op dansles, gaf op school zélf dansworkshops. “Daar kwamen veel leerlingen op af.” Maar geen uitgaanstype. “Ik ga liever werken dan uit.” Dat haar de Noorderpoortaanmoedigingsprijs 2011 is toegekend, kan Veronika nóg niet geloven. “Toen ik hoorde dat ik de prijs kreeg, moest ik zó huilen. Ik voel me een prinsesje. Ben iedereen dankbaar.”
Colofon Tekst: SpieringTeksten, Noordbroek Fotografie: Judith van der Meulen, Groningen Ontwerp: Klaas de Vries, Grafisch ontwerper BNO, Groningen Organisatie: Organisatiebureau ZieOmmeZijde bv, Bestuursdienst Noorderpoort en M&C Druk: VanLiereMedia, Emmen © Noorderpoort 2011 De Noorderpoortjaarprijs 2011 wordt mede mogelijk gemaakt door het Dagblad van het Noorden, Rabo Stad en Midden Groningen