tipsenadvies-eenmanszaak.nl
Veertiendaagse belastingadviezen voor eenmanszaak en Vof
■■ 5° jaargang - nummer 6 27 januari 2015
In dit nummer ... VAR • Nog geen nieuwe VAR 2015 nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Personeel • Carpoolen anno 2015 . . . . . . . . 2 Inkomstenbelasting • Voorlopige aanslag beter ineens betalen? . . . . . . . . . . . . . 3 Loonheffingen • Naheffing afdrachtvermindering onderwijs niet accepteren. . . . . 4 Aftrekbare kosten • Privégebruik, hoe gaat u daar fiscaal goed mee om? . . . . . . . 5 Personeel • Sectorpremies WW dalen in 2015 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Toeslagen • Kindregelingen op de schop . . . 7 VAR • Drie opdrachtgevers, toch géén ondernemer . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Auto van de zaak • Bijtellingspercentages 2015 . . . 8
Uw adviesbrief online Snel adviezen zoeken ... printen ... toepassen ...
tipsenadvies-eenmanszaak.nl
VAR
Stand van zaken
Nog geen nieuwe VAR 2015 nodig Jaarlijks zorgt u als zzp’er voor een geldige VAR zodat uw klanten zeker weten dat ze geen loonheffingen hoeven in te houden. Maar wat nu in 2015? Brief Belastingdienst. Dit najaar heeft u van de Belastingdienst een brief ontvangen waarin staat dat u voor 2015 voor lopende opdrachten voorlopig geen nieuwe VAR hoeft aan te vragen. Alleen als u volgens andere afspraken gaat werken of als u nieuwe opdrachten krijgt, is een VAR nodig. Voor het overige is het wachten op de nieuwe wet, Beschikking geen loonheffingen (BGL). BGL uitgesteld. Inmiddels is bekend dat de BGL voor onbepaalde tijd wordt uitgesteld. Met dank aan diverse werkgeversverenigingen is de kans groot dat er van uitstel ook afstel komt. Hoe nu verder? Overgangsregeling geldt nog. Voorlopig geldt de overgangsregeling zoals door de Belastingdienst is aangekondigd nog wel. Dat betekent dat u voor 2015 nog geen nieuwe VAR hoeft aan te vragen. Gaat u aan een nieuwe opdracht beginnen of wijzigen de voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd? Vraag dan wel een nieuwe VAR aan. Van een dergelijke wijziging is sprake wanneer u bijvoorbeeld apparaten ter beschikking krijgt van uw opdrachtgever, de wijze van betaling verandert of u ineens veel meer of minder uren voor de opdrachtgever gaat werken of uw functie verandert. Toekomst. Het wachten is nu eerst op de uitkomst van een breed maatschappelijk onderzoek naar het ondernemersbegrip. Dit onderzoek wordt verwacht in het voorjaar. De verwachting is dat naar aanleiding van dit rapport de regelingen voor zzp’ers behoorlijk zal veranderen, ook op fiscaal gebied. Hoe deze veranderingen eruit gaan zien, is nog niet duidelijk en daar zal ook nog wel veel discussie over komen voordat men eruit is. Iets nieuws komt er dus voorlopig niet. Wij achten de kans dan ook vrij groot dat het ‘oude stelsel’ met de VAR binnenkort weer in werking zal treden en u dus alsnog een VAR 2015 moet opvragen. Een wetswijziging is hier niet voor nodig omdat deze oude regels nog steeds gewoon in de wet staan.
Uw (oude) VAR geldt voorlopig ook in 2015. Wijzigen echter de omstandigheden, vraag dan een nieuwe VAR 2015 aan.
Regels 2015
■■
PERSONEEL
Carpoolen anno 2015 Jarenlang is carpoolen door de overheid gepromoot. Er verschenen spotjes op tv en er kwam zelfs een speciale carpoolstrook. Is carpoolen nog wel interessant voor bestuurder en meerijder? Jazeker! Dus tijd voor een update. Werksfeer. Voor veel werknemers is carpoolen aantrekkelijk. Niet alleen omdat het financiële voordelen heeft, men deelt immers kosten, maar ook omdat het gewoon gezellig is om samen met iemand te reizen. Hoe moet u als werkgever hier fiscaal mee omgaan?
Initiatief bij werknemer Eigen auto. We gaan er allereerst van uit dat de werknemer reist met zijn privéauto. In dat geval is doorslaggevend wie het initiatief heeft genomen tot het carpoolen. Wanneer dit bij de werknemers ligt, dan komen zij allemaal in aanmerking voor de onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19/km. Dat slechts één van hen daadwerkelijk rijdt, doet hieraan niets af. Onderling kunnen zij afspraken maken over de verrekening van de brandstofkosten maar dit gaat buiten de werkgever en loonadministratie om. Let op. De kilometervergoeding geldt alleen voor de reguliere afstand tussen de woonplaats van de werknemer en zijn werkplek. Als voor het carpoolen moet worden omgereden, om anderen op te halen, mag er voor deze kilometers geen kilometervergoeding in aanmerking worden genomen.
Alleen chauffeur Initiatief bij werkgever. Het pakt fiscaal anders uit wanneer het initiatief tot carpoolen niet bij de werknemer ligt maar bij de werkgever. In een dergelijke situatie komt alleen de chauffeur nog in aanmerking voor een reiskostenvergoeding. De meerijdende collega’s niet. Omdat het initiatief nu bij de werkgever ligt, mag de chauffeur voor de zogenaamde omrijdkilometers ook een onbelaste reiskostenvergoeding ontvangen.
Werkgever. Wanneer ligt het initiatief nu bij de werkgever? Hiervan is geen sprake wanneer u een belangstellingsregistratie bijhoudt. En ook niet als u uw werknemers vraagt om door te geven hoe zij het carpoolen hebben georganiseerd. Pas wanneer u uitdrukkelijk het vervoer organiseert en regelt, is er sprake van initiatief en zodoende vervoer door de werkgever. Let op. Over het algemeen is het voor uw werknemers niet aantrekkelijk als u het initiatief tot carpoolen neemt. Meerijders kunnen dan immers geen aanspraak meer maken op een onbelaste reiskostenvergoeding.
Met leaseauto van de zaak carpoolen? Voor de chauffeur is geen vergoeding mogelijk. Hij neemt weliswaar een collega mee naar het werk, maar omdat hij reeds een leaseauto heeft, komt hij niet in aanmerking voor een onbelaste reiskostenvergoeding. Dit geldt ook voor omrijdkilometers. Afspraken. Voor de meerijdende werknemer ligt dit anders. Zolang het initiatief tot het carpoolen niet bij de werkgever ligt, kan deze werknemer aanspraak blijven maken op een onbelaste reiskostenvergoeding. Wederom kan de meerijder met de chauffeur buiten de werkgever om afspraken maken over een vergoeding voor het meerijden. De berijder van de leaseauto maakt immers ook kosten (bijtelling plus eventueel een eigen bijdrage). Geen vergoeding. Ligt het initiatief tot carpoolen wel bij de werkgever, dan kan de meerijder geen aanspraak maken op een reiskostenvergoeding. In tegenstelling tot de situatie met een eigen auto kan in een dergelijk geval ook voor de omrijdkilometers geen vergoeding aan de chauffeur worden gegeven.
Belastingtechnisch is het meestal het aantrekkelijkst om de werknemer zelf het carpoolen te laten regelen. De meerijders mag u dan nog steeds een onbelaste reiskostenvergoeding (€ 0,19/km) uitbetalen, die zij eventueel deels doorgeven aan de chauffeur. 27.01.2015 - 2
Nu aan de orde
■■
INKOMSTENBELASTING
Voorlopige aanslag beter ineens betalen? De belasting over uw inkomen wordt na afloop van het kalenderjaar berekend. Dan is nl. pas bekend hoe hoog uw winst was. Veel ondernemers wordt echter een voorlopige aanslag opgelegd. Betaalt u deze ineens of in termijnen? Matching. Het opleggen van voorlopige aanslagen is niet alleen prettig voor de fiscus. Ook voor ondernemers is het vaak raadzaam een passende voorlopige aanslag aan te vragen. Zo worden de inkomsten beter gematcht met de uitgaven en wordt u niet achteraf geconfronteerd met een hoge, enigszins onverwachte, aanslag. Op verzoek. Als de fiscus verwacht dat u als ondernemer belasting moet betalen over 2015, dan zal er een voorlopige aanslag worden opgelegd. Het is ook mogelijk deze zelf aan te vragen. Dit doet u met het programma ‘Verzoek of wijziging voorlopige aanslag 2015’. Dit kunt u downloaden op de site van de Belastingdienst (http://www. belastingdienst.nl).
Betaling voorlopige aanslag Ineens? Na ontvangst van de voorlopige aanslag komt de vraag naar voren op welke wijze u deze gaat betalen. U heeft de keuze: de verschuldigde belasting in 11 termijnen betalen of ineens. Maar wat is nu financieel het aantrekkelijkst? Liquiditeit. Dat hangt sterk af van uw situatie. Allereerst is het de vraag of u überhaupt in staat bent het bedrag ineens te voldoen. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat uw onderneming hierdoor in liquiditeitsproblemen raakt. Zo hoog is die betalingskorting ook weer niet! Lage spaarrente. Vervolgens zult u een afweging moeten maken tussen de betalingskorting die u krijgt van de fiscus enerzijds en de rente op uw spaartegoed die u ontvangt van de bank anderzijds. Nu de spaarrente historisch laag is, kan dat wel eens in het voordeel van de betalingskorting uitvallen.
Uw volgende stap
Op http://tipsenadvies-eenmanszaak.nl/download vindt u de rekentool: ‘Voorlopige aanslag ineens betalen?’ waarmee u eenvoudig zelf kunt berekenen wat het voordeligst is (TE 05.06.03).
Berekening betalingskorting Op de aanslag. Op uw aanslagbiljet staat exact vermeld hoe hoog de betalingskorting is waarop u aanspraak kunt maken. Deze korting wordt berekend op basis van de dan geldende belastingrente. Op dit moment bedraagt deze 4%. Uw korting is echter kleiner omdat u niet een heel jaar vooruitbetaalt, maar slechts iedere keer enkele maanden. Betaal op tijd! U heeft alleen maar recht op de betalingskorting als u het te betalen bedrag volledig overmaakt op de eerste vervaldag, meestal 28 februari 2015. Let op. Houd er rekening mee dat ook uw bank tijd nodig heeft om de betaling te verwerken.
Aanpassing voorlopige aanslag Te hoog. Stel nu dat u het niet eens bent met uw voorlopige aanslag, omdat deze bijvoorbeeld op een te hoog bedrag is vastgesteld. Dan kunt u de fiscus vragen om een lagere aanslag. Ook dit doet u met het programma ‘Verzoek of wijziging voorlopige aanslag 2015’. De fiscus zal in de regel uw verzoek volgen. Let op. Het is niet toegestaan om omwille van uw liquiditeitspositie een veel lagere voorlopige aanslag aan te vragen dan eigenlijk reëel is. Sinds 2014 kan de fiscus u hiervoor een vergrijpboete opleggen die kan oplopen tot maar liefst 100%!
Het ineens betalen van de voorlopige aanslag kan aantrekkelijk zijn als u weinig spaarrente ontvangt op uw banktegoed. Met onze rekentool kunt u zelf berekenen wat voor u de voordeligste keuze is. Zorg wel voor een tijdige betaling, anders loopt u de betalingskorting alsnog mis! 3 - 27.01.2015
Actuele rechtspraak
■■
LOONHEFFINGEN
Naheffing afdrachtvermindering onderwijs niet accepteren De Belastingdienst heeft talloze naheffingen opgelegd wegens vermeend oneigenlijk gebruik van de afdrachtvermindering voor onderwijs. De rechter heeft hierover onlangs een belangrijke uitspraak gedaan. Wat betekent die voor u? Tot 2014 bestond er een faciliteit voor werkgevers die hun personeel een bepaalde beroepsopleiding lieten volgen. Voor het MKB betrof het met name de beroepspraktijkvorming van de basisberoepsbegeleidende leerweg (BBL). De faciliteit, beter bekend als WVA onderwijs, was een enorm succes. Dat had echter ook zijn keerzijde, lees verder.
Inperking uitgaven Als reactie op de overschrijding van de uitgaven, is de wet aangescherpt en inmiddels vervangen door een minder ruimhartige subsidie. Daarnaast pakt de fiscus misbruik en oneigenlijk gebruik keihard aan. Daarbij werd men onlangs echter gedwarsboomd door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19.12.2014 (GHARL:2014:9822). Wat speelde er? Ook WVA onderwijs voor deelopleiding? De faciliteit is door veel werkgevers ook aangevraagd als werknemers niet een gehele beroepsopleiding volgden, maar slechts een deel ervan. In de wet is niet expliciet bepaald dat dit niet mogelijk is. Toch besloot de fiscus om in situaties waarin niet de hele opleiding werd gevolgd maar slechts een deel, de faciliteit terug te eisen. Die bestond erin dat een werkgever zo’n € 2.700,- per werknemer met de af te dragen loonheffing mocht verrekenen. Dit werd via een naheffingsaanslag weer teruggedraaid.
Tik op de vingers voor fiscus Een werkgever die de naheffing niet pikte, stapte naar de rechter. In hoger beroep kreeg de fiscus een tik op de vingers. De rechter stelt namelijk dat in de wet niet de eis wordt gesteld dat de hele opleiding dient te worden gevolgd om voor de faciliteit in aanmerking te komen. Ook is niet vereist
dat de werknemer deze intentie zou dienen te hebben. Ook de werknemer die er bewust voor kiest slechts een deelopleiding te volgen, komt dus voor de tegemoetkoming in aanmerking.
Gevolg voor de praktijk In de praktijk zijn er talloze werkgevers die om dezelfde reden een naheffing hebben ontvangen. Velen hebben daartegen bezwaar aangetekend. Hierna werd meestal afgesproken dat er nog geen uitspraak zou worden gedaan, zolang de zaak nog onder de rechter was. Ook met bovengenoemde uitspraak is de zaak nog niet ten einde, want de fiscus heeft al aangekondigd de zaak voor te leggen aan de Hoge Raad. Deze mag definitief oordelen of de faciliteit ook voor deelcertificaten bedoeld is. Naheffing gehad? Heeft u in het verleden ook een naheffing gehad en heeft u geen bezwaar gemaakt? De uitspraak staat dan al definitief vast en kan helaas niet meer worden teruggedraaid. Er is echter nog een sprankje hoop. Vier Kamerleden hebben aan de staatssecretaris gevraagd alle lopende correcties te bevriezen en om bedrijven die de naheffing al betaald hebben, tegemoet te komen. Er is nog niet geantwoord. Wel bezwaar gemaakt. Heeft u in het verleden wel bezwaar gemaakt, dan hoeft u niets te doen en is het wachten op de uitspraak van de Hoge Raad. Bent u pas onlangs getrakteerd op een naheffing en kunt u nog bezwaar aantekenen, doe dit dan in ieder geval binnen zes weken na dagtekening van de naheffing. U moet dit beargumenteren, maar dat kan eventueel later ook nog wel. Een verwijzing naar de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is voldoende.
Heeft u een naheffing gehad omdat u de WVA onderwijs had benut voor een deelopleiding? Teken dan binnen zes weken bezwaar aan. Bent u te laat, dan is er nog hoop, want wellicht komt de fiscus u toch nog tegemoet. De Hoge Raad zal echter eerst uitspraak moeten doen. Wij volgen dat voor u. 27.01.2015 - 4
Snel adviezen zoeken ... uitprinten ... toepassen ... tipsenadvies-eenmanszaak.nl
Nu aan de orde
■■
AFTREKBARE KOSTEN
Privégebruik, hoe gaat u daar fiscaal goed mee om? Als u als ondernemer bijvoorbeeld een nieuwe laptop koopt, gebruikt u die ook best wel eens privé. Moet u daar fiscaal ook rekening mee houden? En kan de fiscus moeilijk gaan doen als die bij een controle gewoon thuis op tafel staat? Ondernemers gebruiken soms bepaalde goederen zowel zakelijk als privé. De vraag is hoe u hier fiscaal mee om moet gaan. Hoe doet u het goed?
Winst - ondernemingsvermogen? Om te beginnen is het van belang of u het (bedrijfs)middel, bijvoorbeeld uw pc, als ondernemingsvermogen aanmerkt. Bij goederen die u zowel privé als zakelijk gebruikt, heeft u daarin een vergaande vrijheid. Tip. Het is vrijwel altijd aan te raden een bedrijfsmiddel als zakelijk aan te merken. U kunt dan het zakelijk deel van de kosten ten laste van de winst brengen. Privévermogen? Merkt u het bedrijfsmiddel als privé aan, dan kunt u alleen een gebruiksvergoeding ten laste van de winst brengen als het goed normaal gesproken in box 3 valt, zoals een tweede huis. Ook de gebruiksvergoeding is dan gekoppeld aan box 3 en bedraagt maximaal het bedrag dat in box 3 is belast. Maar als u uw tweede woning maar af en toe zakelijk gebruikt, bijvoorbeeld voor het tijdelijk onderbrengen van zakelijke relaties, kunt u ook maar een evenredig deel van de gebruiksvergoeding van de winst aftrekken. Nauwelijks de moeite waard dus. Gebruik schatten? Bij het zowel zakelijk als privé gebruiken van een bedrijfsmiddel, zult u het privégebruik zo goed mogelijk moeten schatten. Bij een pc bijvoorbeeld op basis van het aantal uren dat u deze privé en zakelijk gebruikt. Houd er rekening mee dat u zo nodig aannemelijk zult moeten maken wat het zakelijk en privégebruik geweest is. Hoe u dat doet, mag u zelf weten. Een tijdje het werkelijke verbruik bijhouden is altijd een goede optie. Bewaar die gegevens.
Omzetbelasting - niet afschrijven Btw corrigeren. Op goederen en diensten die u zowel zakelijk als privé gebruikt, zit ook omzetbelasting, oftewel btw. Deze btw is alleen aftrekbaar voor het zakelijk gebruik. Voor goederen waarop u niet afschrijft, dient u bij aankoop te schatten wat het privégebruik zal zijn. Dit deel van de btw mag u niet aftrekken. Eventueel kunt u op het einde van het jaar een correctie toepassen als uw schatting niet helemaal klopt. Omzetbelasting - wel afschrijven? Op goederen van € 450,- en meer dient u af te schrijven. Alleen het werkelijke, zakelijke gebruik komt ten laste van de winst, met een maximum van 20%. Van deze goederen mag u de btw in eerste instantie geheel aftrekken. Vervolgens moet u vijf jaar lang op het eind van het jaar een correctie aanbrengen voor het privégebruik. Gebruikt u bijvoorbeeld een computer voor de helft privé, dan moet u vijf jaar lang de helft van de btw terugbetalen over de kosten die aan dat jaar kunnen worden toegerekend. Verandert het privégebruik in de loop der jaren, dan verandert dus ook de btw die u moet terugbetalen.
En de controle dan? De fiscus begrijpt privé- én zakelijk gebruik. U gaat nu eenmaal niet alles dubbel aanschaffen omdat u een onderneming heeft. Het privégebruik moet u zo goed mogelijk schatten. Is uw schatting reëel, dan doet de fiscus echt niet moeilijk. Bedenk dat u niet de eerste bent waar de fiscus op bezoek komt en deze echt wel weet hoeveel er gemiddeld genomen privégebruik wordt gemaakt van bepaalde goederen. Overdrijf dus niet.
Gebruikt u goederen zowel zakelijk als privé, dan is alleen het zakelijk deel van de winst aftrekbaar en krijgt u alleen hierover de btw terug. Schat uw privégebruik zo reëel mogelijk (bijvoorbeeld verhouding gebruiksuren privé/zakelijk), dan heeft u zo min mogelijk last van de fiscus. 5 - 27.01.2015
Sociale verzekeringen
■■
PERSONEEL
Sectorpremies WW dalen in 2015 Zoals bekend, betaalt u als werkgever werkgeverslasten voor de werknemers die bij u in dienst zijn. Eén onderdeel hiervan is de zogenaamde ‘sectorpremie WW’. In 2015 daalt deze premie voor veel werkgevers. Hoe zit dat nu precies? Lagere vaste premie. Sinds enkele jaren is de werknemerspremie WW 0%. Dit betekent dat de financiering van deze sociale voorziening geheel voor rekening komt van de werkgevers. Zij betalen dit via de premie voor het Algemene Werkloosheidsfonds (Awf) en een sectorpremie. De vaste premie voor het Awf daalt in 2015 naar 2,07% (2014: 2,15%). Dit is voor alle werkgevers hetzelfde.
Premie per branche Ook sectorpremie daalt. Waar wel verschil in zit, is de sectorpremie. Deze premie wordt namelijk per sector vastgesteld, afhankelijk van de ontwikkelingen binnen de sector. Gemiddeld gezien vindt ook hierin een daling plaats. De gemiddelde sectorpremie daalt in 2015 naar 2,16%. Dit betekent een daling van 0,52% ten opzichte van 2014. Tip. Wilt u weten wat de sectorpremie binnen uw branche in 2015 is? Dit is vastgelegd in het Besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 oktober 2014. Uw volgende stap
Het ‘Besluit tot Goedkeuring premiepercentages sectorfondsen 2015’ vindt u op: http://tipsenadvieseenmanszaak.nl/download (TE 05.06.06).
Waarvoor wordt deze premie gebruikt? De sectorpremie spekt de sectorfondsen. Uit deze fondsen wordt het eerste halfjaar van WW-uitkeringen betaald, maar ook een deel van de uitkeringen aan zieke en arbeidsongeschikte flexwerkers. Waar komt deze daling vandaan? Dit komt door het economisch herstel. Hierdoor is er een lichte daling van het aantal WW-uitkeringen. Daardoor verminderen de WW-lasten in 2015. Let op. De premie daalt in 47 sectoren, met name in de industrie en de zakelijke dienstverlening. In 14
sectoren is er echter sprake van een stijging. Grote premiestijgingen vinden onder meer plaats in de volgende sectoren: tabaksverwerkende industrie, havenbedrijven, schildersbedrijven en stukadoorsbedrijven.
Lage of hoge premie Sectoren met hoger werkloosheidsrisico. In bepaalde sectoren bestaat een hoger werkloosheidsrisico. Dit speelt bij agrarische bedrijven, bouwbedrijven, culturele instellingen, schildersbedrijven en de horeca. Om hiermee rekening te houden, kennen deze sectoren een gedifferentieerde premie. Er bestaat hiervoor een hoge en een lage sectorpremie. In beginsel moet u voor uw werknemer de hoge premie betalen, tenzij: • u een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor ten minste een jaar of voor onbepaalde tijd met uw werknemer heeft afgesloten; • u een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor maximaal acht aaneengesloten weken in een kalenderjaar met een scholier of student heeft afgesloten; • u tijdelijk een buitenlandse student of scholier uit een ander land van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, Zwitserland of Liechtenstein heeft aangenomen; • u een leerwerkovereenkomst met een mboleerling die de beroepspraktijkvorming van de beroepsbegeleidende leerweg volgt, heeft afgesloten. Tip. Let dus goed op of u werknemers heeft waarvoor u aanspraak kunt maken op de lage premie. U kunt de lage sectorpremie zelf toepassen, een beschikking is niet nodig.
In de sectoren agrarisch, bouw, culturele instellingen, horeca en schildersbedrijven geldt zowel een hoge als lage premie. Ga dus na of u werknemers in dienst heeft waarvoor u aanspraak kunt maken op de lagere premie. Denk hierbij aan studenten of werknemers met een langdurige arbeidsovereenkomst. 27.01.2015 - 6
Nieuwe regels 2015
■■
TOESLAGEN - PRIVÉ
Kindregelingen op de schop Met ingang van 2015 is een aantal fiscale faciliteiten voor de kosten van uw kinderen verdwenen. Wanneer heeft u hiermee te maken, wat scheelt dat in de portemonnee en kunt u er wat aan doen zo vroeg in het jaar? Welke kortingen zijn verdwenen?
Wijziging kindgebonden budget
Alleenstaande ouderkorting. De hoogte van deze korting bedroeg in 2014 € 947,- (voor AOW’ers € 481,-). In sommige gevallen had men recht op een verhoging, maar ook deze verdwijnt.
Los van genoemde compensatie wordt het kindgebonden budget ook nog anders berekend in 2015. Zo ontving men in 2014 tot een inkomen van € 26.147,- het volledige bedrag aan kindgebonden budget. Hoeveel dit maximumbedrag is, verschilt, afhankelijk van het aantal kinderen en hun leeftijd. Boven dat inkomen wordt het bedrag dat u ontvangt, steeds kleiner. Het neemt af met de stijging van het inkomen. Vanaf 2015 wordt het maximale bedrag al vanaf een inkomen van € 19.676,afgebouwd.
Aftrek levensonderhoud kinderen. Deze aftrek is met name van belang voor gescheiden ouders die de kinderen slechts gedeeltelijk opvoeden en daarom geen kinderbijslag krijgen. De aftrek is in 2014 al met zo’n 30% verlaagd en is dus per 2015 verdwenen. Ouderschapsverlofkorting. Als u ouderschapsverlof opneemt, had u in 2014 soms recht op de ouderschapsverlofkorting. Deze is ook weg in 2015.
Soms compensatie Het verdwijnen van de genoemde kortingen wordt voor bepaalde groepen belastingplichtigen gecompenseerd via het kindgebonden budget. De hoogte van het kindgebonden budget verandert op verschillende manieren. Wat dit voor uw situatie betekent, hangt af van uw inkomen, een eventuele partner, het aantal kinderen en hun leeftijd. Compensatie alleenstaande ouders. Voor alleenstaande ouders wordt het bedrag aan kindgebonden budget verhoogd met maximaal € 3.050,per jaar. Dit is een compensatie voor het feit dat de alleenstaande ouderkorting en de eventuele verhoging ervan verdwijnen. Er zijn alleenstaande ouders die een zogenaamde toeslagpartner hebben, omdat ze bijvoorbeeld met een volwassen vader, moeder, broer of zus in huis leven. Zij ontvangen dan niet het extra bedrag aan kindgebonden budget voor alleenstaande ouders.
Gelukkig wordt wel het maximale bedrag aan kindgebonden budget voor het eerste kind verhoogd met € 15,- per jaar en voor het tweede kind met € 255,- per jaar. Hoe pakt dit voor mij uit? Hoe de wijzigingen uitpakken en of u voldoende gecompenseerd wordt, kunt u nagaan op http://ww.toeslagen.nl Hier kunt u uw kindgebonden budget voor 2015 berekenen. Om de tafel met uw ex? Betaalt of ontvangt u kinderalimentatie, dan is hierbij veelal rekening gehouden met de aftrek voor het levensonderhoud van uw kinderen. Nu deze verdwijnt, ligt het voor de hand dat de kinderalimentatie hieraan wordt aangepast. U zult dan hierover met uw ex in discussie moeten.
Hogere voorlopige aanslag? Het verdwijnen van bovengenoemde kortingen kan betekenen dat u in 2015 een hogere voorlopige aanslag ontvangt. Bij eenzelfde inkomen gaat u meer belasting betalen. Houd hier rekening mee, zeker als u meer kindgebonden budget krijgt.
Speelt dit jaar voor u het verdwijnen van een aantal fiscale kindfaciliteiten, dan betaalt u meer belasting dit jaar. Houd dit in uw achterhoofd als u uw voor lopige aanslag ontvangt. Ga in onderhandeling met uw ex als uw aftrek voor levensonderhoud van uw kinderen vervalt. 7 - 27.01.2015
Colofon Hoofdredacteur: Laurence J.W.M. Winter Eindredacteur: mr. Chantal M.R. Hemelsoet Aan deze uitgave werkten mee: mr. Wim P.C. van Amelsfoort belastingadviseur drs. Bert W.A. Bongers zelfstandig belastingadviseur mr. Léone Bource adviseur loonheffing mr. Marcel A.G.M. van Hattum belastingadviseur mr. Diana B.A. van Hout universitair docent mr. Marisa Hut btw-specialist drs. Willem H. van Kasteren belastingadviseur mr. Koen Meusen RB belastingadviseur mr. Sylvester F.J.J. Schenk RB belastingadviseur
Uw volgende stap Checklists, modellen, rekentools, ... tipsenadvies-eenmanszaak.nl/download Dit is een uitgave van:
Schootense Dreef 31 Postbus 794 5700 AT HELMOND Abonnementen: Tel.: 0492 - 59 31 31 Fax: 0492 - 59 31 00 E-mail:
[email protected] www.indicator.nl Uw adviesbrief online: tipsenadvies-eenmanszaak.nl
■■
Actuele rechtspraak
VAR
Drie opdrachtgevers, toch géén ondernemer Manusje-van-alles. De belanghebbende (Joop) werkte voor drie bedrijven. Bij bedrijf A hielp hij met het repareren van riolen. Bij bedrijf B hielp hij met laden en lossen van goederen, reed hij op een shovel en voerde hij reparaties uit aan vrachtwagens. Bij bedrijf C werkte hij als monteur aan vrachtwagens en bracht hij deze naar keuringsstations. Er werd gewerkt op projectbasis voor de duur van twee tot vijf dagen. Loondienst! De belastinginspecteur en ook de belastingrechter vinden dat er géén sprake is van ondernemerschap. Dit ondanks het feit dat Joop zelf kon beslissen of hij een opdracht accepteerde of niet. In de procedure stelt de belastingrechter vast dat er toch sprake is van een ‘dienstbetrekking’, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12.12.2014 (RBZWB:2014:7844). Dit baseert de rechter vooral op de volgende omstandigheden: • als Joop een opdracht aanvaard heeft, kan hij zich niet door een ander laten vervangen; • Joop moet de aanwijzingen van de bedrijven (A, B en C) opvolgen; • Joop moet werken op de tijdstippen die de opdrachtgever vaststelt en op dezelfde wijze als de andere werknemers.
■■ Er moet wel verschil zijn tussen de manier van werken van iemand met een VAR-wuo en die van het eigen personeel van een opdrachtgever.
■■
AUTO VAN DE ZAAK
Actueel
Bijtellingspercentages 2015
Uitstooteisen 2015. Per 1 januari 2015 zijn de uitstooteisen voor de bijtellingspercentages voor het privégebruik van een auto van de zaak aangescherpt. De CO2-schijfgrenzen zijn voor 2015 als volgt: Uitstoot (alle
brandstoffen, in gr/km)
0 1-50 51-82 83-110 > 110
Bijtelling 4% 7% 14% 20% 25%
Rittenstaat. Alleen als u kunt aantonen dat u minder dan 500 kilometer privé heeft gereden, kunt u de bijtelling ontlopen. Het is raadzaam hiervoor een sluitende kilometeradministratie bij te houden. Uw volgende stap
Op http://tipsenadvies-eenmanszaak.nl/download vindt u de rekentool: ‘Digitale rittenadministratie 2015’ (TE 05.06.08).
■■ Voor een nieuwe elektrische auto geldt voor 2015 een bijtelling van 4%. ® is een wettelijk geregistreerd merk.
Voor een nieuwe hybride auto bedraagt de bijtelling in 2015 7%. De CO2uitstoot van de hybride auto moet dan minder zijn dan 50 gr/km.
Niets uit deze uitgave mag in enige vorm of op enige wijze worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze adviesbrief is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. De auteurs, de redactie en de uitgever aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor onjuiste of onvolledige informatie.