tipsenadvies-belastingen.nl
Veertiendaagse adviesbrief voor belastingbesparing en actualiteitsanalyse
■■ 19° jaargang - nummer 22 23 januari 2015
In dit nummer ... Personeel • De VAR blijft nog wel even . . . . 1 Directeur-grootaandeelhouder • Rekening-courantverlies aftrekbaar in box 1 . . . . . . . . . . 2 Fiscotip • Opzettelijk fiscale winst creëren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Auto van de zaak • Youngtimer aantrekkelijk . . . . . . 4 Loonheffing • Let op bij de concernbepalingen in de WKR . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Besloten vennootschap • Hoe ver reikt uw aansprakelijkheid als borg? . . . 6 Werkwijze Belastingdienst • Over omkering en verzwaring van de bewijslast . . . . . . . . . . . . 7 Loonheffing • Bonus valt niet onder de crisisheffing . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Auto van de zaak • Bijtellingspercentages 2015 . . . 8
Uw adviesbrief online Snel adviezen zoeken ... printen ... toepassen ...
tipsenadvies-belastingen.nl
PERSONEEL
Actualiteit
De VAR blijft nog wel even De vervanging van de VAR door de Beschikking geen loonheffing (BGL) is op de lange baan geschoven. Wat betekent dat voor u als opdrachtgever? Wetsvoorstel. In het kader van de aanpak van de ‘schijnzelfstandigheid’ is kort na Prinsjesdag het Wetsvoorstel invoering Beschikking geen loonheffingen (BGL) gepubliceerd. Het was de bedoeling dat de BGL in plaats van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) zou komen. De aanvraag van een BGL zou via een webmodule verlopen. Controle door opdrachtgever. Volgens het wetsvoorstel zou na toewijzing van de BGL de zzp’er (of freelancer) met zijn beschikking naar de opdrachtgever moeten. Op de beschikking staan antwoorden afgedrukt (minimaal 1 en maximaal 15) die u als opdrachtgever zou moeten beoordelen. Denk daarbij aan vragen als: ‘Kan de opdrachtnemer zelf zijn werktijden bepalen?’, ‘Krijgt de opdrachtnemer doorbetaald als hij ziek is?’ en ‘Wie is er aansprakelijk voor schade die de opdrachtnemer veroorzaakt bij normale uitoefening van zijn werkzaamheden?’. Vrijwaring. Pas indien u als opdrachtgever vaststelt dat de antwoorden die uw zpp’er heeft gegeven, kloppen met de werkelijkheid, zou u gevrijwaard zijn van de inhouding en afdracht van loonheffingen. Bij de BGL zou u als opdrachtgever dus een ‘controle’ moeten verrichten die u niet hoefde te doen bij de VAR. Met name hierover hebben veel belangengroepen en politieke partijen met succes geprotesteerd. De behandeling van het wetsvoorstel is namelijk op de lange baan geschoven om alternatieven te onderzoeken. Hoe nu verder? Actie? De staatssecretaris heeft aangegeven dat de VAR die in 2014 is gebruikt, ook geldt voor 2015. Hieruit kan worden afgeleid dat het VARregime onverkort van toepassing blijft, tot het moment waarop er nieuwe regels komen. VAR-aanvraag in 2015. Alleen als de door u ingeschakelde zzp’er in 2015 voor het eerst als zzp’er aan het werk gaat, moet hij wel een VAR 2015 kunnen overleggen. Dit geldt ook als uw zzp’er in 2015 andersoortige werkzaamheden gaat verrichten. Let op. Alleen met een VAR-winst of een VAR-dga bent u gevrijwaard van loonheffingen.
De VAR 2014 blijft geldig. Alleen als u een nieuwkomer inschakelt of de samenwerking op een andere manier gaat plaatsvinden, moet de zzp’er een nieuwe VAR aanvragen.
Actuele rechtspraak
■■
DIRECTEUR-GROOTAANDEELHOUDER
Rekening-courantverlies aftrekbaar in box 1 Veel DGA’s financieren hun BV in rekening-courant (RC). Maar als het fout gaat met de BV, wordt die lening in RC niet terugbetaald. Bestaat er dan recht op een fiscale aftrekpost? Volgens het Hof Den Haag kan dat! Hoe zit dat? Lening in RC
Uitspraak Gerechtshof
Rekening-courantovereenkomst. Een DGA was (door middel van een holding-BV) eigenaar van alle aandelen in een BV. Hij had die aandelen begin 2007 gekocht voor € 50.000,-. Tussen de DGA en de BV werd een rekening-courantovereenkomst gesloten.
Bewijslast ligt bij fiscus! In hoger beroep dacht het Gerechtshof Den Haag, 14.07.2014 (GHDHA: 2014:1716), er anders over. Het Hof legde de bewijslast bij de fiscus en oordeelde vervolgens dat de inspecteur niet had bewezen dat er sprake was van een verstrekking van kapitaal. Dat de BV ten tijde van de eerste geldverstrekking over een zichtbaar negatief eigen vermogen beschikte, vond het Hof hierbij niet van belang.
BV failliet verklaard. De koop was geen succes, want halverwege 2008 werd de BV failliet verklaard. De DGA had op dat moment een rekeningcourantvordering van bijna vier ton op zijn BV. Dat verlies merkte de DGA in zijn belastingaangifte over 2008 aan als negatief resultaat uit ter beschikking gestelde (tbs) vermogensbestanddelen. Maar de inspecteur zette een dikke streep door zijn aftrekpost. Men belandde in eerste instantie bij de Rechtbank ’s-Gravenhage. Let op. Bij verlies uit onderneming en bij verlies uit tbs wordt u ‘gesneden’. Door de MKB-winstvrijstelling en door de terbeschikkingsvrijstelling (art. 3:99b) krijgt u een korting op uw winst (maar ook op uw verlies!) van 14% resp. 12%. De laatste vrijstelling bestaat sinds 2010 en speelde in deze op 2008 betrekking hebbende zaak dus nog niet. Wat vond de Rechtbank? De Rechtbank ‘s-Gravenhage, 24.12.2012 (RBSGR:2012:BY7110), oordeelde dat het aangaan van een rekening-courantovereenkomst niet kan worden gezien als het verstrekken van een lening. Dit zou slechts leiden tot een (weinig aantrekkelijk) verlies in box 2. Slechts twee kleine betalingen door de DGA voor de BV (€ 377,17 en € 4.628,24) leverden een verlies op, waardoor de rechtbank het belastbaar inkomen nog wel een beetje verminderde. Een teleurstellende uitspraak voor de DGA.
Niet duidelijk voor DGA. Verder oordeelde het Hof dat het voor de DGA niet van het begin af aan duidelijk was dat zijn leningen weinig of geen waarde meer hadden. Dat was onder meer duidelijk doordat de DGA kort daarvoor nog een halve ton voor de aandelen op tafel had gelegd. Verder had de DGA geprobeerd om de BV weer op de rails te krijgen. Zo had hij via een reorganisatie en het bewerken van de markt een substantiële omzetstijging bewerkstelligd. Het Hof accepteerde de aftrekpost op de tbs-lening dus wel. Wat kunt u hier nu mee? Door deze uitspraken is goed duidelijk geworden waar het om gaat. Is uw geldlening aan de BV wel een echte lening of betreft het feitelijk het verstrekken van kapitaal aan uw BV? Leningen zijn (tegen het progressieve belastingtarief) aftrekbaar in box 1. Kapitaalverliezen zijn aftrekbaar in box 2 en dat is veel minder aantrekkelijk. De fiscus heeft de bewijslast. Uw eerste taak in dit soort gevallen is het zorgen voor een goede en zakelijke geldleningsovereenkomst. Op http://tipsenadvies-belastingen.nl/download • Rechtspraak: Gerechtshof Den Haag, GHDHA:2014:1716 (BT 19.22.02)
Zorg voor een goede zakelijke geldleningsovereenkomst. Voer het verlies op de lening op als aftrekbaar verlies op uw box 1-inkomen. De Belastingdienst heeft de bewijsbal dat er sprake is van een verstrekking van kapitaal in plaats van een lening en dat daardoor een afwaardering niet aftrekbaar is voor u in box 1. 23.01.2015 - 2
Fiscotip
■■
FISCOTIP
Opzettelijk fiscale winst creëren? Belasting betalen is meestal niet de meest favoriete bezigheid van een ondernemer. Maar het kwijtraken van fiscaal compensabele verliezen evenmin. Dan komt een ‘gecreëerde’ fiscale winst vaak goed van pas. Herwaarderen bedrijfspand Boekwaarde < werkelijke waarde. Stel dat de BV waarin u uw onderneming drijft, een (bedrijfs)pand bezit waarvan als gevolg van afschrijving in het verleden, de boekwaarde aanmerkelijk lager ligt dan de werkelijke waarde. Let op. ‘Eenvoudig’ uw (fiscale) balans oppoetsen door de waarde van dat bedrijfspand op te hogen naar de waarde in het economisch verkeer, is echter niet toegestaan.
Inbreng in samenwerkingsverband Herwaarderen. U was volgens een oud arrest van de Hoge Raad, 16.12.1959 (BNB 1960/34), tot zo’n fiscale herwaardering echter verplicht als de onderneming werd ingebracht in een samenwerkingsverband, bijvoorbeeld een vennootschap onder firma (Vof) of commanditaire vennootschap (CV). Niet langer verplicht. Onlangs heeft de Hoge Raad, 11.07.2014 (HR:2014:1622), aangegeven dat van een verplichte herwaardering niet langer sprake is. Maar uitdrukkelijk verboden heeft de Hoge Raad dat echter niet. Dat biedt dus nog steeds perspectief!
Voorbeeld Uw BV bezit een pand met een fiscale boekwaarde van € 100.000,-; de werkelijke waarde is momenteel € 225.000,-. Uw BV heeft fiscaal compensabele verliezen van € 125.000,-. Inbreng onderneming. Uw BV gaat nu een Vof of CV aan met een derde (maar waarom niet met uzelf in privé?), waarbij de BV voor 99% wordt gerechtigd en u zelf (of de derde) voor 1%.
U mag uiteraard ook een ‘veiliger’ percentage van 5% of 10% aanhouden. Fiscale afrekening. De BV brengt haar onderneming (inclusief bedrijfspand) in. Ten gevolge van die inbreng moet de BV over de ingebrachte 1% fiscaal afrekenen. Daarmee compenseert u uiteraard nog niet alle fiscale verliezen. Bedrijfspand herwaarderen. Maar door in de boeken van de Vof wel uit te gaan van een herwaardering en het pand daar voor de werkelijke waarde op te nemen, bestaat ook, ondanks de recente uitspraak van de Hoge Raad, nog steeds de mogelijkheid om ook in de boeken van de BV het pand te herwaarderen! En dit betekent dat het pand daar voor 99% van de werkelijke waarde, ofwel € 222.750,-, op de balans komt te staan. De BV maakt zodoende ten gevolge van die herwaardering een boekwinst van € 122.750,-. En gelet op de compensabele verliezen in de BV leidt dat niet tot heffing van vennootschapsbelasting. Afschrijven. Bijkomend voordeel is dat de BV weer over de hogere waarde kan afschrijven. Overdrachtsbelasting. De BV moet wel overdrachtsbelasting (6%) betalen over de ‘vervreemding’ van dat ene procentje van het pand. Maar die uiteindelijke heffing van ‘slechts’ € 135,- neemt u wel op de koop toe, zeker als de compensabele verliezen in de BV dreigen te verdampen en niet valt te voorzien dat deze binnen de termijn nog door andere ondernemingsactiviteiten kunnen worden goedgemaakt. Op http://tipsenadvies-belastingen.nl/download • Rechtspraak: Hoge Raad, HR:2014:1622 (BT 19.22.03)
Stelt u bij het doen van de belastingaangifte over 2014 vast dat er nog verliezen uit 2006 zijn die na 2015 niet meer verrekenbaar zijn? Overweeg dan een inbreng van de onderneming in een samenwerkingsverband (bijvoorbeeld met uzelf) en kies voor herwaardering van het bedrijfspand. 3 - 23.01.2015
Snel adviezen zoeken ... uitprinten ... toepassen ... tipsenadvies-belastingen.nl
■■
AUTO VAN DE ZAAK
Youngtimer aantrekkelijk De bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak kan met name voor auto’s met een hoge cataloguswaarde flink oplopen. Het is echter mogelijk uw bijtelling te verlagen tot minder dan 10%. Hoe zit dat en hoe pakt u dat aan? Lagere bijtelling voor youngtimer. De kwaliteit en levensduur van auto’s neemt steeds verder toe. Als ondernemer kunt u hier gebruik van maken. Door een ‘youngtimer’ als auto van de zaak te gaan rijden, bespaart u namelijk niet alleen op de afschrijving maar ook uw bijtelling voor privégebruik wordt aanzienlijk verlaagd.
Hoe werkt dit precies? Ouder dan 15 jaar. Voor auto’s die ouder zijn dan 15 jaar geldt een bijzondere waarderingsregeling ten aanzien van de bijtelling. Er hoeft namelijk niet 25% van de cataloguswaarde bij het inkomen te worden geteld, maar 35% van de werkelijke waarde van de auto. En aangezien deze laatste waarde veel lager ligt dan de cataloguswaarde, daalt de bijtelling veelal tot onder de 10%.
Voorbeeld Dure Mercedes. Stel, u bent een liefhebber van Mercedes. Uw voorkeur gaat uit naar een auto met een cataloguswaarde van maar liefst € 75.000,-. Uitgaande van een bijtellingspercentage van 25% en een maximaal belastingtarief van 52%, kost de bijtelling u jaarlijks € 9.750,-. Ook als u kiest voor een tweedehands auto van bijvoorbeeld vier of zes jaar oud. Lagere waarde. Als u echter kiest voor een youngtimer (meer dan 15 jaar oud), dan mag u uitgaan van de waarde in het economisch verkeer. Stel dat u voor een vergelijkbare maar oudere Mercedes € 12.500,- betaalt. Dan bedraagt de bijtelling hierover slechts € 4.375,- (35% x € 12.500,-) wat u € 2.275,- aan inkomstenbelasting kost. Uw bijtelling is hiermee gedaald tot slechts 5,8%!
Hoe zit het dan met de btw? Aftrek voorbelasting. Voor de btw gelden er geen bijzondere regels voor een youngtimer. Dit betekent dat u de btw op het onderhoud, de brandstof en eventueel de aanschaf dus kunt terugvragen bij de Belastingdienst. Correctie privégebruik. Voor het privégebruik moet u vervolgens wel een correctie maken. U kunt hierbij uitgaan van de forfaitaire regeling (2,7%; 1,5%) dan wel het werkelijke gebruik. Marge-auto. Als er wordt gekozen voor de forfaitaire benadering, dan moet voor een auto die met btw is aangekocht 2,7% van de cataloguswaarde gecorrigeerd worden. Na vier jaar (na het jaar van aanschaf) mag worden uitgegaan van 1,5%. Tip. Dit lagere percentage mag direct worden toegepast als u een ‘marge-auto’ koopt. Dit is een tweedehands auto die zonder btw aan u wordt geleverd.
Andere aspecten Jaarlijkse kosten. Ook de afschrijving en de verwachte onderhoudskosten hebben invloed op het uiteindelijke financiële resultaat. Met name de lagere afschrijving op een youngtimer heeft een positief effect. Immers, hoe ouder de auto des te lager de jaarlijkse afschrijving. Uiterlijk. Daarnaast is het goed stil te staan bij de uitstraling van uw zakelijke auto. Moet u hiermee vaak naar klanten? Welke indruk wilt u hiermee maken? Er zijn zeker youngtimers te vinden met lage kilometerstanden die er nog goed uitzien. Vaak zijn dergelijke auto’s geïmporteerd waardoor ze een nieuw kenteken hebben gekregen.
Door een youngtimer als auto van de zaak te rijden, kunt u uw bijtelling voor het privégebruik aanzienlijk beperken. De te verwachten hogere onderhoudskosten worden deels gecompenseerd door een lagere afschrijving. 23.01.2015 - 4
Nieuwe wetgeving
■■
LOONHEFFING
Let op bij de concernbepalingen in de WKR Zoals bekend, is sinds 1 januari 2015 de werkkostenregeling (WKR) verplicht voor iedere onderneming met werknemers. Een veel gestelde vraag is hoe dit dan werkt als er sprake is van een holdingstructuur? Vrije ruimte 1,2% van totale fiscale loonsom. Op grond van de werkkostenregeling kunt u als werkgever (naast eventuele gerichte vrijstellingen en zogenaamde ‘nihilwaarderingen’) kort gezegd onbelast vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemer(s) besteden, mits het totaal van die kostenvergoedingen voor alle werknemers gezamenlijk niet uitkomt boven 1,2% van de totale fiscale loonsom. Over het bedrag dat binnen die 1,2%-norm valt, betaalt u geen loonheffing. Eindheffing. Wordt die norm echter overschreden, dan moet u als werkgever 80% loonheffing als eindheffing betalen over het bedrag waarmee de 1,2% van de fiscale loonsom wordt overschreden.
Berekening fiscale loonsom Concernbepaling. In het Belastingplan 2015 is bepaald dat voor de berekening van die fiscale loonsom niet alleen hoeft te worden uitgegaan van de onderneming waar de betreffende werknemer(s) op de loonlijst staan, maar van de fiscale loonsom van het hele concern. Vrije ruimte ‘verdelen’. Dat is wel zo ‘handig’ als bijvoorbeeld het management (of u alleen als directeur-grootaandeelhouder) op de loonlijst staat van één BV en de overige medewerkers in dienst zijn van de werk-BV waarin de feitelijke onderneming wordt uitgeoefend. U mag namelijk, mits niet ongebruikelijk, kort gezegd die 1,2% onbelaste vergoeding naar eigen inzicht verdelen over uw gehele personeelsbestand. Tip. Zo kunt u de ene werknemer een hogere kostenvergoeding verstrekken dan zou overeenkomen met 1,2% van zijn eigen fiscale loon. Denk daarbij bijvoorbeeld
aan een winkelbedrijf (of beveiligingsbedrijf) met veel vaste en oproepkrachten en een hoge fiscale loonsom. Deze werknemers krijgen meestal (buiten eventueel vrijgestelde bestanddelen) geen separate kostenvergoeding. ‘Hun’ fiscale loonsom kunt u dan mooi ‘gebruiken’ voor een hogere kostenvergoeding voor het kaderpersoneel. De vrije ruimte kan ook door de directeur-grootaandeelhouder worden gebruikt mits dit niet ongebruikelijk is.
Wanneer is er sprake van een concern? Belang van ten minste 95%. Van een ‘concern’ is bij de WKR sprake bij een belang van ten minste 95%. Doorslaggevend is daarbij de juridische en economische eigendom. De BV met de hoogste fiscale loonsom binnen het concern neemt daarbij de eventuele eindheffing voor haar rekening. Gedurende het gehele kalenderjaar. Die concernregeling geldt alleen als alle BV’s in dat concern gedurende het gehele kalenderjaar deel uitmaken van dat concern. Let op. Bij aan- of verkoop van een BV gedurende het kalenderjaar is voor die betreffende deelneming de concernregeling dus niet van toepassing. Bij aankoop BV. Dat kan tot ongewenste gevolgen leiden bij tussentijdse aankoop van bijvoorbeeld een nieuwe deelneming. De koper, bijvoorbeeld uw holding-BV, kan dan aan het eind van het kalenderjaar na aankoop binnen die nieuw aangekochte BV geconfronteerd worden met een eventuele eindheffing. Bij verkoop BV. Anderzijds kunt u die fiscale claim op basis van bijvoorbeeld een garantiebepaling in het overnamecontract ook voor de kiezen krijgen bij verkoop van een dochter-BV.
De WKR kent een concernregeling. Maar die geldt alleen voor BV’s die het hele jaar onderdeel uitmaken van het concern. Bij een aan- en verkoop van een BV moeten nu ook de nieuwe gevolgen voor de loonheffing worden beoordeeld. Denk aan de ‘vrije ruimte’ en mogelijke ‘eindheffing’. 5 - 23.01.2015
Actuele rechtspraak
■■
BESLOTEN VENNOOTSCHAP
Hoe ver reikt uw aansprakelijkheid als borg? Als twee DGA’s zich borg hebben gesteld en een van hen krijgt van de bank ontslag uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid, draait de andere ‘borg’ dan in zijn eentje op voor de gehele schuld van de BV? Wat heeft de rechter beslist? Financiering met borgstelling. Jan en Piet zijn via hun holding-BV’s ieder voor de helft aandeelhouder en directeur van JaPie Vastgoed BV. Voor een bouwproject heeft JaPie BV voor een bedrag van € 2.408.000,- een kredietovereenkomst gesloten met de bank. Daarvoor hebben de beide holding-BV’s van Jan en Piet zich ieder hoofdelijk voor de gehele schuld borg gesteld. BV-aandelen overgedragen. Door de crisis komt het bouwproject niet van de grond. Piet stapt eruit en draagt met toestemming van Jan zijn 50% aandelen van JaPie BV over aan Bako BV. Wat Jan niet weet, is dat Piet bij de bank heeft geregeld dat hij als borg voor de schuld van JaPie BV is ontslagen. Ook is de borgstelling niet door Bako BV overgenomen.
Gedeelde smart is halve smart? Bank klopt voor het gehele bedrag aan. Als het project wordt stopgezet en JaPie BV geen verhaal biedt, klopt de bank voor de terugbetaling van het gehele bedrag van de schuld aan bij Jan Holding BV. Deze heeft zich immers hoofdelijk voor de gehele schuld borg gesteld. Jan is het daar niet mee eens. Benadeeld. Op het moment dat Jan tekende voor de borgstelling, ging hij ervan uit dat ook Piet Holding BV voor de schuld kon worden aangesproken. Met andere woorden: ‘gedeelde smart is halve smart’. Nu dat niet meer het geval blijkt te zijn, voelt Jan zich ernstig benadeeld. Als hij het gehele bedrag aan de bank betaalt, hoeft hij voor terugbetaling van de helft niet meer aan te kloppen bij Piet Holding BV. Want door de actie van de bank is die geen borg meer.
Wat zegt de rechter? Hof. Het Hof Arnhem-Leeuwarden, 02.12.2014 (GHARL:2014:8413), geeft Jan gelijk. Als schuldeiser van JaPie BV dient de bank zich te onthouden van elke gedraging die afbreuk doet aan de rechten van Jan Holding BV vanaf het moment dat Jan voor de borgstelling heeft getekend. Jan mag door een gedraging van de bank niet in zijn positie worden benadeeld. Van een zodanige benadeling is sprake als meerdere partijen zich hoofdelijk als borg hebben verbonden en de schuldeiser vervolgens een van hen uit zijn gebondenheid ontslaat. Niet op de hoogte gesteld. Dat zou anders zijn geweest als Jan door de bank op de hoogte was gesteld van de gang van zaken en daarmee uitdrukkelijk of stilzwijgend had ingestemd. Dat speelt hier niet. Ook is de rechter het niet eens met de stelling van de bank dat zij erop mocht vertrouwen dat Jan geen bezwaar zou maken, nu de verandering met zich meebracht dat alleen Jan Holding BV nog aansprakelijk kon worden gesteld. Onbegrijpelijk. Ten slotte vindt de rechter het onbegrijpelijk dat Piet Holding BV zomaar uit haar hoofdelijke aansprakelijk is ontslagen. Het had voor de hand gelegen om van Piet of zijn holding-BV een andere zekerheid te bedingen (bijvoorbeeld een hypotheekrecht) of als voorwaarde te stellen dat de borgstelling door Bako BV zou worden overgenomen. Door dit niet te doen, blijkt dat de bank zich op geen enkele wijze iets van de belangen van Jan Holding BV heeft aangetrokken. Dus oordeelt het Hof dat Jan Holding BV slechts voor terugbetaling van de helft van de schuld aansprakelijk is. Voor de andere helft kan de bank alleen maar bij JaPie BV aankloppen. Maar van een kale kip is het moeilijk veren plukken!
Bij hoofdelijke aansprakelijkheid is iedere borg voor het volle pond aansprakelijk. Die borg heeft wel een verhaalsrecht op de anderen. De bank kan niet zomaar de gebondenheid van andere borgen opheffen waardoor ook dat verhaalsrecht zou verdwijnen. Anders is de overblijvende borg slechts deels aansprakelijk. 23.01.2015 - 6
Actuele rechtspraak
■■
WERKWIJZE BELASTINGDIENST
Over omkering en verzwaring van de bewijslast Als de aangifte van een ondernemer niet klopt, kan hij geconfronteerd worden met omkering en verzwaring van de bewijslast. Hierover wordt heel wat geprocedeerd. In dit artikel laten wij twee recente uitspraken de revue passeren. Als u zich niet aan de regels houdt … Natuurlijk voert u een deugdelijke administratie en doet u altijd een juiste belastingaangifte. En natuurlijk voldoet u, in redelijkheid, ook aan informatiebeschikkingen van de inspecteur over uw belastingzaken. Als u dat namelijk niet doet en de inspecteur legt u een te hoge aanslag op, dan kunt u te maken krijgen met omkering en verzwaring van de bewijslast. Dit betekent dat niet de inspecteur aannemelijk moet maken dat de hogere aanslag juist is, maar dat u overtuigend moet aantonen dat de aanslag onjuist is. En ‘aantonen’ is moeilijker dan ‘aannemelijk maken’.
Hennep tussen het fruit Inkomsten niet aangegeven. Een fruitteler kweekte behalve fruit ook hennep en gaf de inkomsten daaruit (uiteraard) niet aan. Hij liep tegen de lamp en werd door de strafrechter veroordeeld. Die strafrechter maakte een schatting van het genoten voordeel dat hem werd ontnomen. De inspecteur legde op basis van de schatting van de strafrechter een aanslag op. Volgens de fruitteler was dit te hoog en hij ging in beroep. In geschil was of de bewijslast moest worden omgekeerd en verzwaard. Dit zou voor de fruitteler zeer ongunstig zijn, want hij had (natuurlijk) geen deugdelijke administratie van de hennepverkoop. Aanzienlijk lager? De Rechtbank Gelderland, 27.11.2014 (RBGEL:2014:7323), oordeelde dat bij inhoudelijke gebreken in de aangifte pas dan sprake is van omkering en verzwaring van de bewijslast, als dit ertoe leidt dat de op aangifte verschuldigde belasting relatief en absoluut gezien aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting. Bovendien moest de ondernemer
zich hiervan bewust zijn geweest. Dit moest de inspecteur bewijzen, die daarin slaagde. Redelijke schatting. De belastingrechter oordeelde dat de inspecteur de belastingaanslag niet naar willekeur mocht inschatten, maar een redelijke schatting van het voordeel moest maken. Door aan te sluiten bij het strafrechtelijke onderzoek, had hij hieraan voldaan.
Winstuitdeling niet aangegeven Verkoop aandelen voor te lage prijs. In een andere zaak bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27.11.2014 (RBZWB:2014:7550), had een directeur-grootaandeelhouder (DGA) geen belastbaar voordeel uit zijn aandelen in een BV aangegeven, maar wel een te hoog belastbaar inkomen uit ter beschikking gesteld vermogen. De DGA verzocht de inspecteur daarna om het te hoog aangegeven inkomen uit vermogen te verlagen. De inspecteur deed dit, maar verhoogde ook zijn inkomen uit aandelen in de BV. Hij stelde dat de bewijslast moest worden omgekeerd. Plus en min. De rechter was het hiermee niet eens, omdat de oorspronkelijk aangegeven belasting niet lager was dan het werkelijk verschuldigde bedrag. De DGA kwam daardoor in een gemakkelijkere bewijspositie voor de hoogte van het niet aangegeven voordeel. De inspecteur kon alleen een winstuitdeling aannemelijk maken die enkele miljoenen lager was dan die op basis waarvan hij de aanslag had opgelegd. Op http://tipsenadvies-belastingen.nl/download • Rechtspraak: Rechtbank Gelderland, RBGEL:2014: 7323 en Rechtbank Zeeland-West-Brabant, RBZWB: 2014:7550 (BT 19.22.07)
Omkering en verzwaring van de bewijslast speelt alleen bij een bewust onjuist ingediende aangifte. Volgens de rechter is daarom van belang dat de op aangifte verschuldigde belasting aanmerkelijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting. Het is de inspecteur die dit moet bewijzen. 7 - 23.01.2015
Colofon Hoofdredacteur: mr. Chantal M.R. Hemelsoet Eindredacteuren: mr. Paul J.H. Jehae drs. Gied J.J.M. Jaspars Aan deze uitgave werken mee: drs. Mark J.W. Bastiaans belastingadviseur drs. Bert W.A. Bongers zelfstandig belastingadviseur mr. Marcel A.G.M. van Hattum HLB Van Daal & Partners drs. Willem H. van Kasteren WVK Belastingadvies John A. van de Merbel RB Fixus Accountants en Belastingadviseurs mr. Bernadette M.J. Roos-van Diemen RB RVD Fiscaal Advies Rosmalen mr. Sylvester F.J.J. Schenk RB directeur adviesgroep belastingen mr. drs. Wil J. Schuurmans Muijsson Notariskantoor
■■
Bonus valt niet onder de crisisheffing Procedures zonder succes. Over 2012 en 2013 gold de fel bekritiseerde crisisheffing. Als een werknemer meer dan € 150.000,- loon had, dan werd zijn werkgever geconfronteerd met een extra heffing van 16%. Alhoewel de crisisheffing inmiddels weer is afgeschaft, houdt het de gemoederen nog steeds bezig. Veel ondernemingen hebben rechtszaken aangespannen tegen de fiscus. Helaas tot op heden zonder veel succes. Of toch wel? Een klein succes kan de recente uitspraak van Rechtbank Noord Holland, 04.12.2014 (RBNHO:2014:11461), toch wel worden genoemd. De rechter bevestigt weliswaar weer dat de crisisheffing rechtsgeldig is. Incidenteel loon. Wat echter volgens de rechter niet door de beugel kan, is dat een grote bonus die vóór de invoering van de crisisheffing is uitgekeerd, wordt meegenomen in de berekening. Over deze incidentele looncomponent (bonus over 2011 uitgekeerd in februari 2012) hoeft niet de extra heffing van 16% te worden betaald omdat op het moment van uitkeren hiervan de invoering van de crisisheffing nog niet was te voorzien. De eerste aanwijzingen voor de crisisheffing staan in het Begrotingsakkoord 2013 dat op 26 april 2012 is gesloten.
■■ Volgens de rechter hoeft een bonus die is uitgekeerd voordat er aanwijzingen waren dat de crisisheffing zou worden ingevoerd (26 april 2012), niet te worden meegenomen bij de berekening van de crisisheffing.
■■ Op tipsenadvies-belastingen.nl/download
Rechtspraak, wetteksten, besluiten, modellen, rekentools, ... Dit is een uitgave van:
LOONHEFFING
AUTO VAN DE ZAAK
Bijtellingspercentages 2015 Uitstooteisen 2015. Per 1 januari 2015 zijn de uitstooteisen voor de bijtellingspercentages voor het privégebruik van een auto van de zaak aangescherpt. De CO2-schijfgrenzen zijn voor 2015 als volgt: Uitstoot (alle
Schootense Dreef 31 Postbus 794 5700 AT HELMOND Abonnementen: Tel.: 0492 - 59 31 31 Fax: 0492 - 59 31 00 E-mail:
[email protected] www.indicator.nl Uw adviesbrief online: tipsenadvies-belastingen.nl
brandstoffen, in gr/km)
Bijtelling
0 1-50 51-82 83-110 > 110
4% 7% 14% 20% 25%
Rittenstaat. Alleen als u kunt aantonen dat u minder dan 500 kilometer privé heeft gereden, kunt u de bijtelling ontlopen. Het is raadzaam hiervoor een sluitende kilometeradministratie bij te houden. Op http://tipsenadvies-belastingen.nl/download • Rekentool: Digitale rittenadministratie 2015 (BT 19.22.08)
■■ Voor een nieuwe elektrische auto geldt voor 2015 een bijtelling van 4%. ® is een wettelijk geregistreerd merk.
Voor een nieuwe hybride auto bedraagt de bijtelling in 2015 7%. De CO2uitstoot van de hybride auto moet dan minder zijn dan 50 gr/km.
Niets uit deze uitgave mag in enige vorm of op enige wijze worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Deze adviesbrief is zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. De auteurs, de redactie en de uitgever aanvaarden echter geen aansprakelijkheid voor onjuiste of onvolledige informatie.