NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
VRAGEN, DEFINITIEVE ANTWOORDEN NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B EXAMEN
MODULE B1
25 JUNI 2013
Copyright NIMA
1
25 JUNI 2013
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Vragen bij de case ‘Herstructurering bij de Internationale Bank Groep’ (totaal 108 punten) Vraag 1 (35 punten) a.
Acceptatie van verandering kan voor medewerkers lastig zijn. Noem vijf redenen waarom veranderprocessen in organisaties vaak moeizaam verlopen. Licht ieder punt kort toe. Exameneis: 1.6 Boek: Koeleman, bladzijde 146, 147
Antwoordindicaties Vraag 1a Redenen waarom veranderprocessen vaak moeizaam verlopen: Gebrek aan informatie, de beslissers hebben vaak veel meer informatie dan de medewerkers. Managers vergeten vaak dat ze een informatievoorsprong hebben op de medewerkers Ambigue informatie, bij veranderprocessen kan het ook voorkomen dat betrokkenen vanuit verschillende bronnen informatie krijgen over de verandering die deels strijdig is. De informatie is ambigu. Er ontstaan dan verschillende versies van het veranderverhaal, waarbij het voor de medewerker niet duidelijk is welk verhaal ‘waar’ is. Andere inschatting van de gevolgen, medewerkers kunnen tot de conclusie komen dat de gekozen oplossing de organisatie meer zal schaden dan dat het tot verbeteringen zal leiden. Dit ontstaat omdat medewerkers redeneren op grond van andere informatiebronnen, of dat ze andere afwegingen maken. Gewenning, een nieuwe wijze van werken, een andere indeling van de werkplek of nieuwe collega’s, iedereen heeft tijd nodig om te wennen aan een nieuwe situatie. Angst om te verliezen, vaak zijn medewerkers bang voor verandering omdat zij vrezen door de verandering waardevolle zaken te verliezen, zij zijn bang dat het werk minder leuk wordt, of dat zij minder leuke collega’s op de kamer krijgen. Ook statusverlies is een belangrijke voedingsbron voor angst. Misverstanden of gebrek aan vertrouwen, medewerkers verzetten zich ook tegen verandering als zij de gevolgen van de verandering niet kunnen overzien. Zij zijn bang meer te verliezen dan zij ervoor terugkrijgen. In dergelijke gevallen is er gebrek aan vertrouwen in de leiding. Correctoreninstructie Vraag 1a (maximaal 10 punten) Geef 1 punt voor iedere goede reden. Het hoeft niet exact dezelfde omschrijving te zijn, als het maar duidelijk is dat hetzelfde wordt bedoeld. Geef ook 1 punt voor iedere goede omschrijving. Er moesten vijf redenen worden beoordeeld, noemt de kandidaat er meer, dan alleen de eerste vijf beoordelen. b.
Uw leidinggevende is ervan overtuigd dat communicatie een instrument is dat de weerstand kan wegnemen. Beargumenteer in maximaal een half A4 wat u van zijn standpunt vindt. Naast de inzet van communicatie zijn er andere instrumenten die van belang zijn om een veranderingstraject te laten slagen. Noem er vier en neem deze op in je betoog..
2
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Exameneis: 1.6 Boek: Koeleman, bladzijde 147 Antwoordindicaties Vraag 1b Een negatieve houding ten aanzien van de verandering kan ontstaan doordat men de verandering niet ziet zitten, een andere inschatting van de gevolgen maakt, gebrek aan informatie heeft, of vreest voor de eigen baan. Dan is er sprake van gebrek aan veranderbereidheid. Het is ook mogelijk dat er gebrek is aan informatie, het te lang duurt voor er duidelijkheid wordt geboden of dat de informatie ambigu is. Met communicatie alleen is een negatieve houding niet weg te nemen. Communicatie is slechts een van de interventies die beschikbaar is om de gewenste verandering te bereiken. Ook andere managementinspanningen, zoals opleiding en coaching, financiële beloning, het beschikbaar stellen van voorzieningen, betaalde outplacement, het creëren van sociale druk of in noodzakelijke gevallen afdwingen, kunnen tot de gewenste verandering leiden. Communicatie kan een slecht veranderingsproject niet redden. Slechte communicatie kan een goed project wel ernstig schaden. Correctoreninstructie Vraag 1b (maximaal 10 punten) Geef maximaal 6 punten voor een goed betoog en geef 1 punt per instrument dat van belang is om een veranderingstraject te laten slagen. Bij andere instrumenten kunt u denken aan opleiding, coaching, betaalde outplacement, etc.
c.
Bij verandering wordt wel gesproken van ‘tastbaarheid van de gewenste situatie’. Wat wordt daarmee bedoeld? Onderbouw uw antwoord met een voorbeeld. Exameneis: 1.6 Boek: Koeleman, bladzijde 148
Antwoordindicaties Vraag 1c Hoe beter mensen zich voor kunnen stellen wat de verandering inhoudt, hoe sneller men de verandering zal accepteren. In veel gevallen helpt het om de gewenste situatie zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld: als onderdeel van de verandering een verhuizing is, helpt een excursie naar de nieuwe werkplek om het beeld te verscherpen. Correctoreninstructie Vraag 1c (maximaal 5 punten) Geef 3 punten voor een goede omschrijving en 2 punten voor een goed voorbeeld. d.
Koeleman haalt in zijn boek ‘Interne communicatie als managementinstrument’ De Caluwé en Vermaak aan. Zij noemen vijf dominante betekenissen van het begrip veranderen. Deze hebben zij vervat in vijf kleuren als veranderstrategieën. Noem deze vijf en geef per kleurstrategie kort aan wat die strategie betekent voor communicatie. Exameneis: 1.6 Boek: Koeleman, bladzijde 152, 153, 154, 155
Antwoordindicaties Vraag 1d
3
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Ze spreken in kleuren als veranderstrategieën: Blauw, veel parallelle media (eenrichting), nieuwsbrief, brochure, dvd, grafieken, voortgangmeters, maquettes, plenaire bijeenkomsten zoals toespraken vanaf de zeepkist. Geel, enquête, formeel en informeel overleg, werksessies, onderhandelingssessies, inspraakbijeenkomsten, expertsessies, opiniebeïnvloedende media, informele communicatie, lobby, lekkage Rood, persoonlijke communicatie, personeelsgesprekken, zeepkist, personeelsinstrumenten (competentieprofiel) goodies, geplande beeldvorming via interne media. Groen, discussies, feedback, trainingen, heisessies, spelsimulaties, feedback op functioneren, intervisie, communicatie via de getrainde groep, aangevuld met bypasses. Wit, open processen, groepsdiscussies, brainstormsessies, klantenpanels, interne markt. Correctoreninstructie Vraag 1d (maximaal 10 punten) Geef 1 punt voor iedere goede kleur(strategie), en 1 punt voor iedere goede beschrijving wat het betekent voor communicatie. In totaal 10 punten. Vraag 2 (10 punten) Tijdens een brainstormsessie met collega’s wordt gesproken over de intern te volgen communicatiestrategie. Een van de collega’s zegt: ‘In dit geval kan je alleen maar informeren, iets anders is zinloos’. Hij doelt op de strategieën van Van Ruler. Wat is uw mening over de inzet van alleen informatie als strategie? Beargumenteer uw antwoord aan de hand van de strategieën van Van Ruler. Exameneis: 1.4 Boek: Van Ruler, blz. 9, 76, 77 Antwoordindicaties Vraag 2 Alleen informeren is in dit geval volstrekt onvoldoende. Informeren is een term uit het communicatiekruispunt van Van Ruler. Andere mogelijkheden die hier kunnen worden toegepast zijn overtuigen en dialogiseren. Mensen zullen overtuigd moeten worden dat het in hun eigen belang is dat er bezuinigd en gereorganiseerd moet worden. Natuurlijk is dat lastig bij de groep die ontslagen gaat worden, maar voor de andere medewerkers kan het bijdragen aan de acceptatie van het proces. Nu niet ingrijpen, kan op langere termijn veel desastreuzere gevolgen hebben. Dialogiseren komt misschien wat vreemd over. De beslissing is al gevallen, wat valt er dan nog te dialogiseren? Het kan gaan om een verdere invulling van een aantal zaken. Door daar de medewerkers bij te betrekken, kan het draagvlak verhogend werken.
4
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Correctoreninstructie Vraag 2 (maximaal 10 punten) De kandidaat kan de maximale punten scoren als hij in een helder betoog uiteenzet dat informeren veel te beperkt is. Als hij alleen overtuigen noemt als extra strategie maximaal 6 punten. De kandidaat die ook dialogiseren noemt, kan 3 punten extra verdienen. Voor formeren kan 1 punt worden gegeven, als de kandidaat aangeeft dat dit vooral gericht is op de belangrijkste stakeholders. Kandidaten die alleen de namen noemen, zonder verder de waarde van gebruik te noemen, scoren maximaal 5 punten. Kandidaten die zeggen dat informeren voldoende is, kunnen maximaal 3 punten scoren, afhankelijk van de motivering. Indien een kandidaat andere strategieën gebruikt, kan dat ook goed zijn.
Vraag 3 (25 punten) Samen komt u in het team tot de conclusie dat er een communicatieplan moet komen om de interne doelgroepen goed op de hoogte te stellen van de ontwikkelingen. Maak een intern communicatieplan om de bezuinigingen en nieuwe initiatieven te communiceren. Werk de communicatiedoelstelling voor twee doelgroepen uit. Exameneis: 2.4 Antwoordindicaties Vraag 3 Communicatieplan Onderdelen van het communicatieplan zijn: - Analyse in- en externe omgeving Bank verkeert economisch zwaar weer Concurrentie is moordend Ingrijpen is absolute noodzaak - Communicatiedoelgroepen Medewerkers bankwinkels die worden gesloten Mensen die hun baan verliezen Medewerkers regiokantoren Medewerkers catering en schoonmaak Ondernemingsraad Overige medewerkers - Communicatiedoelstelling De doelstellingen moeten SMART worden geformuleerd op kennis-, houding- en gedragsniveau voor de gekozen doelgroepen. - Boodschap Bezuinigen is nodig om te overleven - Strategie Informeren, overtuigen, dialogiseren, zie verder antwoord vraag 2 Of transformationele communicatie -
Communicatiemiddelen, daarbij kan worden gedacht aan: Intranet Social media Communities Afdelingsoverleggen
5
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Zeepkistbijeenkomsten Nieuwsbrieven Persoonlijke gesprekken Nieuwe media Discussieplatforms Panels -
Tijdlijn Periode waarin het plan wordt uitgevoerd
-
-
Budget De kandidaat moet een indicatie geven van de verwachte kosten. Beoordelen aan de hand van de middelen die hij heeft gekozen. Kandidaten mogen ook uren noemen. Evaluatie Zowel het proces als het resultaat moet worden geëvalueerd
Correctoreninstructie Vraag 3 ( maximaal 25 punten) Alleen het noemen van de onderdelen van een communicatieplan scoort niet. Noemt de kandidaat alleen de onderdelen, zonder deze verder in te vullen, maximaal 4 punten. De vraag is intern, dus kandidaten die ook externe doelgroepen opvoeren scoren maximaal 15 punten. Puntenverdeling: Goede analyse Doelgroepen Communicatiedoelstelling
Goede boodschap Communicatiestrategie
Communicatiemiddelen
Tijdsplanning Budget Evaluatie
2 punten (beschrijving van de situatie, o.a. IBG verkeert in zwaar weer, hevige concurrentie, economische crisis) 2 punten, alleen als de kandidaat ook echt twee verschillende doelgroepen noemt. Maximaal 3 punten (1 punt per niveau: kennis, houding, gedrag), moeten smart worden geformuleerd. Als de doelstelling niet meetbaar is 0 punten. 2 punten 5 punten: 1 punt voor informeren, 1 punt voor dialogiseren en 1 punt voor overtuigen, 2 punten als ze het verband leggen. Een andere communicatiestrategie kan ook goed zijn. Beoordelen op juistheid. 1- 3 punten, letten op spreiding. Interne social media telt als een. Let op spreiding in de middelen, in ieder geval interne social media noemen. 1 punt, moet aangegeven worden binnen welke tijd het gerealiseerd gaat worden, start- en einddatum. 5 punten: 3 punten voor noemen van bedrag, 2 punten voor noemen van uren. 2 punten bij noemen van tussentijds en inhoud/proces.
6
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Vraag 4 (15 punten ) a. U wordt gebeld door een journalist van een grote landelijke krant. Hij heeft gehoord dat er mogelijk ‘duizenden ontslagen’ gaan vallen. De Raad van Bestuur vraagt uw advies hoe hier mee om te gaan. Beargumenteer uw keuze. Exameneis: 2.3 Boek: Floor & Van Raaij, bladzijde 42/43. Antwoordindicaties Vraag 4a Het is verstandig om de journalist eerlijk te antwoorden, netjes te woord staan en proberen het verhaal een ‘positieve’ wending te geven. Het blijft een vervelende boodschap. Er gaan inderdaad ontslagen vallen, geen duizenden maar 1.500. De organisatie heeft nu de gelegenheid om nog wat extra informatie te geven. In de eerste plaats het waarom van de ingrepen in het personeelsbestand, maar ook de zorg die zal worden besteed aan de mensen die worden ontslagen. Eerst zal worden gekeken naar natuurlijk verloop en indien dat niet voldoende is, is er een goed sociaal plan, zodat iedereen fair wordt behandeld. Correctoreninstructie Vraag 4a (maximaal 10 punten) De kandidaat kan maximaal scoren als hij aangeeft de journalist wel te woord te staan. Door wel te woord te staan bestaat de kans om de ‘positieve’ effecten te noemen. Kandidaten die geen commentaar geven, kunnen maximaal 2 punten scoren, afhankelijk van de motivering. b. Er gaat natuurlijk ook heel veel in de online media verschijnen. Uw leidinggevende vraagt hoe u dat bij gaat houden. Wat geeft u als antwoord? Exameneis: 1.2 Boek: Floor & Van Raaij, bladzijde 250 Antwoordindicaties Vraag 4b De kandidaat moet aangeven hoe hij vorm en inhoud gaat geven aan monitoring, op mediawaarde en sentiment. Alle berichten die in de media verschijnen moeten op het bureau komen om te kijken of ze kloppen en/of er op moet worden gereageerd. Dat geldt ook voor berichten die verschijnen op internet. Digitaal wordt er tegenwoordig heel veel gereageerd. Ook een medium als Twitter moet goed in de gaten worden gehouden. Kortom alles in de gaten houden wat waar dan ook over de organisatie verschijnt. Correctoreninstructie Vraag 4b (maximaal 5 punten) De kandidaat scoort 1 punt voor de term monitoring. 4 punten voor een goede toelichting (zie normantwoord). Vraag 5 (23 punten) a. Naast de bezuinigingen en het ontwikkelen van nieuwe producten, wordt besloten dat ook de bedrijfscultuur moet veranderen. Geef een omschrijving van cultuur. Exameneis: 1.2 Boek: Koeleman, bladzijde 77
7
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Antwoordindicaties Vraag 5a Onder cultuur wordt verstaan de gemeenschappelijke waarden en normen van een groep mensen en hun daaruit voortvloeiende manieren van doen. Correctoreninstructie Vraag 5a (maximaal 3 punten) In het antwoord moet de kandidaat in ieder geval noemen, gemeenschappelijke waarden en normen (1 punt), groep mensen (1 punt) en hun manier van doen/handelen (1 punt). b. Deal en Kennedy onderscheiden vier typen cultuuruitingen. Noem deze vier uitingen en geef van iedere uiting een korte omschrijving. Exameneis: 1.2 Boek: Koeleman, bladzijde 77, 78. Antwoordindicatie 5b De cultuuruitingen van Deal en Kennedy zijn: - Symbolen: woorden, tekens of dingen met een speciale betekenis, ook gehanteerde statussymbolen worden er onder verstaan. - Helden: legendarische personen uit de geschiedenis van de organisatie, het zijn rolmodellen, zowel in positieve als negatieve zin. - Rituelen: handelingen die technisch overbodig zijn, maar sociaal noodzakelijk. - Waarden: niet ter discussie staande voorkeuren en afkeuren. Correctoreninstructie Vraag 5b (maximaal 8 punten) Geef 1 punt voor iedere goede cultuuruiting en 1 punt voor een goede omschrijving van de desbetreffende cultuuruiting.
c. In de vorige vraag hebt u vier cultuuruitingen genoemd. Geef voor iedere cultuuruiting een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk. Exameneis: 1.2 Boek: Koeleman, bladzijde 77, 78. Antwoordindicaties Vraag 5c Symbolen: in de ene organisatie staat de directie op grote afstand van de werkvloer, in de andere organisatie staat de directie juist heel dichtbij de werkvloer. Helden: de oprichter kan de held zijn of juist de huidige directeur, maar bijvoorbeeld ook een medewerker die een geweldige innovatie heeft gedaan. Rituelen: alle medewerkers krijgen een verjaardagskaart van de directie, bij een jubileum wordt een receptie gegeven. Waarden: een duidelijke manier van denken over integriteit, afspraak is afspraak, we spreken elkaar aan op gedrag/prestaties.
8
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Correctoreninstructie Vraag 5c (maximaal 4 punten) Geef 1 punt voor ieder voorbeeld. Heeft de kandidaat bij vraag 5b andere uitingen genoemd, dan de voorbeelden van die uitingen beoordelen. De kandidaat mag niet twee keer ‘ afgerekend’ worden op een fout antwoord. d. Binnen organisaties worden veel verschillende stijlen van leidinggeven toegepast. Hersey en Blanchard onderscheiden vier stijlen van leidinggeven. Geef een korte omschrijving van de communicatiestijl die bij iedere leiderschapsstijl hoort. Exameneis: 1.2 Boek: Koeleman, bladzijde 82, 83, 84 Antwoordindicaties Vraag 5d
-
Stijlen van leidinggeven: Bevelende stijl: communicatie is eenrichtingsverkeer, in een zakelijke, formele sfeer. Er is vooral sprake van instructie. Onderhandelende stijl: er is duidelijk sprake van tweerichtingsverkeer, naast de wat, hoe, wanneer en waar informatie wordt ook veel aandacht besteed aan waarom. Participatieve stijl: er wordt veel informeel gecommuniceerd. De manager zal veel gesprekken voeren om de genegenheid van de medewerker te winnen. Delegerende stijl: de manager fungeert als doorgeefluik van mededelingen van zijn superieur naar zijn medewerkers.
Correctoreninstructie Vraag 5d (maximaal 8 punten) Geef 1 punt per goede stijl en 1 punt voor iedere goede communicatiestijl. Communicatiestijl moet wel de kernwoorden bevatten: eenrichtingsverkeer, tweerichtingsverkeer, informeel en doorgeven van informatie.
EINDE ONDERDEEL 1
9
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Vragen bij artikel: Interne communicatie online. Wie volgt? (totaal 43 punten)
Vraag 6 (26 punten) a. Noem vijf voordelen van sociale media voor interne communicatie. Beschrijf ieder voordeel kort. Exameneis(en): 1.6 Boek: Floor & Van Raaij, 341, Koeleman, 63 e.v. Antwoordindicatie Vraag 6a Voordelen sociale media voor interne communicatie: - Snelheid van reageren. - Hogere frequentie. - Veel meer aantallen mensen betrokken. - Discussies op gelijk niveau. - Vergroten betrokkenheid. Medewerkers krijgen de kans mee te praten, ze voelen zich daardoor meer betrokken bij wat er speelt. - Verbetering van samenwerking. Het is gemakkelijk samenwerken via bijvoorbeeld een teamsite of digital forum. - Betere kennisdeling. Twee weten meer dan een,vijfduizend al helemaal. - Breder beeld van wat er leeft in de organisatie. Een bredere blik, omdat je reacties hoort uit de hele organisatie en niet alleen van je directe collega’s. Ook het management krijgt een beter beeld wat er gebeurt op de werkvloer. - Versterkt de bedrijfscultuur. Meer contact met collega’s door sociale media heeft een positief effect op het vertrouwen in en de waardering voor elkaar. - Verbetert internal branding. Medewerkers gaan zich meer identificeren met de organisatie, zijn trotser en meer tevreden met hun organisatie. Correctoreninstructie Vraag 6a (maximaal 10 punten) Geef 1 punt voor ieder goed voordeel en 1 punt voor een goede toelichting op dat voordeel. Kandidaten mogen andere termen gebruiken, als de strekking maar overeen komt met het normantwoord. Minimaal twee voordelen die echt met de digitale media te maken hebben. Anders maximaal 3 punten. Maximaal vijf voordelen beoordelen, kandidaten die er meer noemen de beoordeling beperken tot de eerste vijf. b. Je ziet bij reacties op social media dat vaak gebruik wordt gemaakt van ‘fake’ (verzonnen) namen. Vindt u dat dit intern moet worden toegestaan of verboden? Beargumenteer uw antwoord. Exameneis(en): 1.2 Boek: Koeleman, 212,213,214, Algemene kennis
10
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Vraag 6b Antwoordindicatie Het is niet verstandig om het toe te staan. De cultuur binnen een organisatie moet zo zijn dat er open en transparant met elkaar kan worden gecommuniceerd. Anonieme reacties kunnen tot vervelende situaties leiden. Het bevordert wantrouwen en heeft negatieve invloed op de cultuur. Correctoreninstructie Vraag 6b (maximaal 5 punten) Kandidaten die het wel willen toestaan kunnen maximaal 2 punten scoren, beoordelen op de argumenten. Bij een goede onderbouwing kan de kandidaat maximaal 5 punten scoren. Kandidaten die zaken noemen als medewerkerstevredenheidsonderzoek, beoordeling van het management als zaken die wel anoniem mogen, kunnen ook scoren, mits ze het goed motiveren.
c. Vos zegt in het artikel dat het verstandig is om met een pilot te beginnen. Noem drie nadelen die kunnen voorkomen bij de inzet van een pilot? Beargumenteer uw antwoord. Exameneis(en): 1.6 Boek: Koeleman, blz.: 264, Algemene kennis Antwoordindicatie Vraag 6c Over het algemeen is het verstandig om met een pilot te beginnen. Mogelijke nadelen kunnen zijn: - medewerkers die niet in de pilot zitten kunnen dit ervaren als: wij horen er zeker niet bij; - vaak wordt vergeten een pilot goed te evalueren. De medewerkers zijn enthousiast, dus het zal wel goed zijn. Een goede evaluatie kan echter veel goede informatie opleveren om de uitrol goed te doen; - dat er als er wel wordt geëvalueerd en de uitkomsten vallen tegen, het project gewoon doorgaat en niet wordt gestopt (transparantie).
Correctoreninstructie Vraag 6c (maximaal 6 punten) Geef 2 punten voor ieder goed nadeel en de korte toelichting. De nadelen hoeven niet 1 op 1 overeen te komen met het normantwoord. d. Social media betekent voor organisaties vaak en worsteling met verantwoordelijkheden. Kunnen we iedereen zo maar laten twitteren? Moet er een reglement komen? Geef in maximaal een half A4 uw advies hoe hiermee om te gaan. Exameneis(en): 1.6 Boek: Koeleman, 63, e.v., Algemene kennis
11
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Antwoordindicatie Vraag 6d Dit is een moeilijk dilemma. In de eerste plaats moeten we niet de illusie hebben dat we de activiteiten van medewerkers op de social media kunnen sturen. Bijvoorbeeld bij Twitter lopen werk en privé al heel snel door elkaar. Dat is op zich ook helemaal niet erg. Het is vooral van belang dat de professionele medewerker inziet wat hij wel en wat hij niet via de social media kan openbaren. Dat heeft alles te maken met de professionaliteit van de medewerker. Het opstellen van uitgebreide reglementen heeft geen enkele zin, behalve dat het weerstand kan oproepen, is het ook praktisch niet te handhaven. Het is beter om de medewerkers een training aan te bieden, hoe ga je om met social media? Niet om ze te drillen, maar om in dialoog te gaan en ze zelf te laten zeggen wat wel en wat niet kan. Goed uitgangspunt daarbij is: zou je je leidinggevende of je klant die tweet laten lezen? Dus geen reglementen, maar hulp. Correctoreninstructie Vraag 6d (maximaal 5 punten) De kandidaat moet laten zien dat hij er over nagedacht heeft. De kandidaat kan de maximale 5 punten scoren als hij een goed betoog opbouwt en in ieder geval professioneel gebruikt in zijn argumentatie (mag ook een ander woord zijn, dat op hetzelfde neerkomt). Gebruikt hij professioneel niet, dan kan hij maximaal 3 punten scoren, de kandidaat die wel alles wil dichttimmeren kan maximaal 2 punten scoren, afhankelijk van zijn motivering.
Vraag 7 (17 punten) a. Binnen organisaties gaat steeds meer digitaal. In het artikel van Alaude Jaasma ontstaan communities. De meeste interne communicatie verloopt via die communities. Wat is een nadeel van deze vorm van communicatie? Exameneis(en): 1.6 Boek: Floor & Van Raaij, 316, e.v., Algemene kennis Antwoordindicatie Vraag 7a Alleen nog maar digitaal communiceren, heeft als grootste nadeel dat het fysieke contact tussen mensen steeds meer naar de achtergrond verdwijnt. Dat betekent een verarming. In een fysiek/face to face gesprek zie je de gezichtsuitdrukking, voel je de emotie. Digitaal is dat allemaal veel minder. De contacten worden hierdoor onpersoonlijker en oppervlakkiger. Correctoreninstructie Vraag 7a (maximaal 3 punten) De kandidaat kan de maximale 3 punten scoren als hij noemt dat de contacten onpersoonlijker worden. Verder beoordelen op argumentatie en logische opbouw. De kandidaat kan ook beargumenteren dat door de communities de rol van de mail wordt teruggedrongen. Beide antwoorden zijn goed. b. Een community is een netwerk. Welke rollen zijn in een netwerk te onderscheiden en beschrijf iedere rol kort. Exameneis(en): 1.2 Boek: Koeleman: 161
12
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Antwoordindicatie Vraag 7b Rollen in het netwerk: groepsleden, hebben alleen contact met leden van hun groep of onderdeel; bruggen, zijn personen die als lid van een groep ook contact hebben met een of meer leden van een andere groep; geïsoleerden, zijn personen die weinig of geen contact hebben met andere leden binnen de organisatie; liaisons, vervullen een verbindingsfunctie tussen twee groepen zonder dat ze deel uitmaken van een van die groepen. Correctoreninstructie Vraag 7b (maximaal 4 punten) Geef 1 punt voor iedere goede rol, en iedere goede omschrijving. Termen hoeven niet geheel identiek te zijn, als ze maar wel af te leiden zijn van het normantwoord. c. Hoe intern wordt gecommuniceerd en afgestemd binnen een organisatie, heeft veel te maken met cultuur. Mintzberg noemt vijf typen cultuur. Welke zijn dat? Exameneis(en): 1.2 Boek: Koeleman: blz. 78, 79 Antwoordindicatie Vraag 7c Mintzberg noemt als typen cultuur: - ondernemend - machine - professioneel - divisie - adhocratie Mintzberg heeft zijn oude typologie inmiddels aangepast, de nieuwe indeling is: -
ondernemende organisatie machine organisatie professionele organisatie divisie organisatie innovatieve organisatie missionaris organisatie politieke organisatie
Correctoreninstructie Vraag 7c (maximaal 5 punten) Geef 1 punt voor een juiste typologie van Mintzberg. Beide typologieën zijn goed. d. Noem bij iedere typologie van Mintzberg de gevolgen voor de interne communicatie. Exameneis(en): 1.2 Boek: Koeleman: blz. 79
13
NIMA INTERNE EN CONCERNCOMMUNICATIE-B1 EXAMEN
25 JUNI 2013
Antwoordindicatie Vraag 7d - ondernemend: vrij informeel, veel top-down, weinig ruimte voor feedback. - machine: veel gestandaardiseerd, top-down veelal schriftelijk, bottom-up geformaliseerd. - Professioneel: nauwelijks top-down, horizontale communicatie beperkt tot coördinatie directe werkzaamheden, feedback wordt veelal gebruikt om de positie van de specialist verder te profileren. - Divisie: zowel top-down als bottom-up gaat voornamelijk over financiële zaken, rapporten en beleidsplannen. - Adhocratie: top-down komt nauwelijks voor, horizontale communicatie blijft beperkt tot het maken van afspraken over taken. Of: -
ondernemende organisatie, vooral veel informele communicatie machine organisatie, zie hierboven professionele organisatie, zie hierboven divisie organisatie, zie hierboven innovatieve organisatie, nieuwe media, WhatsApp, communities, etc. missionaris organisatie, veel digitale middelen, informeel politieke organisatie, vooral veel formele, top-down communicatie
Correctoreninstructie Vraag 7d (maximaal 5 punten) Geef 1 punt voor een juist gevolg voor de communicatie. Mintzberg heeft in de loop der tijd zijn typologieën wat aangepast. Daarom zijn beide benaderingen goed. Mocht de kandidaat vraag 7b ander typologieën hebben genoemd, dan beoordelen op realistisch gevolgen voor de communicatie.
EINDE ONDERDEEL 2
14