SEPTEMBER 2012
N° 3
NIEUWSBRIEF
Belgique – België P.P. - P.B. 9000 Gent Masspost BC31597
voor ondernemende melkveehouders Periodiciteit: trimestrieel - September - Oktober - November - Erkenningsnummer: P913614 - Afgiftekantoor: GENT X
Voorwoord In dit nummer kan u een mooi voorbeeld lezen over hoe veehouder en dierenarts als een team kunnen samenwerken om een bedrijf met uiergezondheidsproblemen vooruit te helpen. Ten eerste is het cruciaal dat de veehouder zijn probleem onder ogen ziet. Indien men niets registreert, heeft men immers geen objectieve waarde om te vergelijken in de tijd. Dit is belangrijk om problemen op te merken, maar zeker ook om de motivatie te behouden bij een nieuwe aanpak. Nadat de veehouder het probleem heeft onderkend, kan hij ermee aankloppen bij de dierenarts. Ze moeten dan rond de tafel gaan zitten om de bedrijfscijfers grondig te analyseren. Die tafel is niet zomaar een beeldspraak. Men moet tijd kunnen nemen om de gegevens op te zoeken en in een software te verwerken. Een routinebezoek voor een kalf of een keizersnede, waarbij langs de neus weg wordt gevraagd of de dierenarts “voor teveel cellen” een goede oplossing weet, is niet de juiste manier. Ik hoop dat jullie ook van dit nummer weer kunnen genieten.
Albert Lens Head of Animal Health België
p2 Preventieve totaalaanpak nodig voor uiergezondheidsproblemen. p6 Hoeveel maanden “winst” haalt u uit uw koeien? p8 Gratis speenemmer bij Diakur®plus.
Uiergezondheid
Uiergezondheid Het bedrijf Luc en zijn echtgenote hebben een ligboxenstal met 80 koeien. Ze melken deze samen met hun zoon in een zijaan-zij (2 keer 10). Het rollende jaargemiddelde bedraagt 10.276 liter met een gemiddeld tankcelgetal van 300.000 cellen/ml. Per jaar heeft gemiddeld 50% van zijn koeien een klinische mastitis. In vergelijking met Vlaanderen valt dit best nog mee: het gemiddeld tankcelgetal bedroeg vorig jaar 217.000 cellen/ml en per jaar hadden gemiddeld 48% van de Vlaamse koeien een klinische mastitis. De belangrijkste reden voor opruimen van koeien, was “niet drachtig krijgen”. De tussenkalftijd bedroeg in 2010 413 dagen. Dierziekten en inseminatiegegevens worden bijgehouden in managementsoftware. Aanpak Bij een eerste bedrijfsbezoek verzamelen we alle mogelijke gegevens (MPR, vruchtbaarheidsgegevens, rantsoen…) en gaan we ook in de stal kijken. Om een beter beeld te krijgen van de uiergezondheidsproblemen nemen we stalen voor bacteriologisch onderzoek en observeren we ook het melkproces. Daarnaast wordt een groot aantal dieren via echografie onderzocht.
Preventieve totaalaanpak nodig voor uiergezondheidsproblemen Milk@vice specialiseert zich in het analyseren en opvolgen van problemen op melkveebedrijven. Het bedrijf van Luc Dejonckheere uit Elverdinge (WestVlaanderen) heeft al een tijdje te kampen met een te hoog aantal klinische mastitis gevallen en een te hoog tankcelgetal. De vruchtbaarheidsresultaten zijn goed. Vooral de extra arbeidslast die de klinische mastitisgevallen met zich meebrengen, is een grote ergernis van de veehouder.
2
Tijdens het vervolgbezoek geven we een powerpoint-presentatie met de eerste resultaten. We stellen een aantal maatregelen voor en samen met de veehouder wordt gekeken naar de haalbaarheid ervan. Per slot van rekening is een advies pas geslaagd, wanneer dit ook effectief kan uitgevoerd worden. Het bacteriologisch onderzoek toont duidelijk aan waar het grootste pijnpunt ligt op dit bedrijf: Staphylococcus aureus wordt als vaakst voorkomende bacterie geïsoleerd uit de attentiekoeien. Daarom wordt de focus op dit bedrijf gelegd op preventie van koegebonden kiemen. Verbeteren van de registratie van klinische gevallen en bacteriologisch onderzoek van deze gevallen zorgen voor een duidelijker beeld omtrent de oorsprong van de
klinische gevallen. Dit hoeft niet altijd om dezelfde kiemen te gaan zoals die gevonden worden bij het onderzoek van de attentiekoeien. Vergeet de vruchtbaarheid niet De tussenkalftijd is goed, maar toch wordt er vrij lang gewacht om de koeien na afkalven opnieuw te insemineren. Gezien dieren besmet met Staph. aureus een zeer slechte kans op genezing hebben, is men gedwongen om een deel van deze dieren op te ruimen. Aureus-geïnfecteerde dieren zijn namelijk ook een zeer grote bron van besmetting voor andere dieren. Dit is echter pas mogelijk wanneer je als veehouder ‘de luxe’ hebt om zulke dieren op te ruimen. Een zeer goede tussenkalftijd is dus noodzakelijk. En daarom zal vroeger insemineren op dit bedrijf de belangrijkste maatregel op gebied van vruchtbaarheid zijn. Werken aan een korte tussenkalftijd is op ieder bedrijf uiterst belangrijk, maar nog meer op bedrijven die te kampen hebben met veel chronische infecties zoals bijvoorbeeld met Staphylococcus aureus. Behandeling van een chronische mastitis heeft altijd een lage kans op slagen, dus worden deze dieren best opgeruimd. Deze maatregel botst vaak op grote weerstand bij de veehouder. Op dit bedrijf was er wat ruimte om enkele koeien op te ruimen. Natuurlijk moet men er blijven op letten dat er zich zo weinig mogelijk nieuwe infecties voordoen. Registratie Om iets te verbeteren, moet je het eerst in kaart kunnen brengen. Daarom beslissen we om te werken met een stalkaart voor het bijhouden van de klinische gevallen. Eens de kaart vol geschreven is, nemen we die over in Excel, waardoor analyse mogelijk wordt. Het interval voor MPR wordt verkort van 6 naar 4 weken, waardoor we korter op de bal kunnen spelen. Vroege detectie van hoogcelgetalkoeien is erg belangrijk. Hoe sneller men deze koeien kan bemonsteren, hoe sneller sommige dieren kunnen
Om iets te verbeteren, moet je het eerst in kaart kunnen brengen. Daarom beslissen we om te werken met een stalkaart voor het bijhouden van de klinische gevallen.
behandeld worden en hoe hoger de kans op genezing. Deze strategie is nog belangrijker wanneer het gaat om Staph. aureus geïnfecteerde koeien. Behandelplan Het resultaat van het bacteriologisch onderzoek geeft ons belangrijke informatie. Het nemen van melkstalen was voorheen geen routinemaatregel bij Luc. Sommige stammen van Staph. aureus vertonen resistentie tegen ampicilline en oxacilline. Daarom kiezen
3
Uiergezondheid
Uiergezondheid
Dierenarts Pieter Passchyn is werkzaam als zelfstandig consulent voor melkveebedrijven en lid van het M-team van de Universiteit van Gent.
4
we, in samenspraak met de bedrijfsdierenarts, voor een vast behandelplan; dieren worden minstens 5 dagen in de uier én in de nek behandeld. Daarnaast wordt iedere klinische mastitis, ook de milde, behandeld met ontstekingsremmers. Dit is beter voor de koe en voor de veehouder.
hoogcelgetalkoe gemolken wordt, wordt ook het melkstel uitgespoeld met heet water. Dezelfde maatregel geldt ook na het melken van een koe met klinische mastitis. Hierdoor voorkomt men overdracht via het melkstel van besmette koeien naar niet-besmette koeien.
dat je altijd minstens 1 koe in behandeling hebt. Dit vergt extra aandacht en extra tijd. Het risico op residuen in de melk is in zulke omstandigheden altijd zeer hoog. Zesentwintig percent betekent op dit bedrijf 1 mastitis in 14 dagen. “Dit maakt het melken toch veel aangenamer“.
Focus op koegebonden bacteriën in het management Uit het bacteriologisch onderzoek van zowel klinische als subklinische infecties werd hier hoofdzakelijk Staphylococcus aureus geïsoleerd. Deze kiem staat gekend om van koe tot koe over te dragen. Het is dus belangrijk om deze manier van overdracht zo veel mogelijk te onderbreken. Omdat ook de speenconditie gemiddeld niet zo goed is, wordt besloten om een dynamische melkmeting te laten uitvoeren door MCC (Melk Controle Centrum Vlaanderen). Het afnamemoment wordt verlaat en het melkvacuum lager gezet. Het vervangen van de rubberen tepelvoeringen gebeurde altijd al op tijd (zelf omrekenen kan op www.m-team.ugent. be). Verder adviseren we om goed te dippen met een contactdipmiddel en om handschoenen te dragen tijdens het melken. De hoogcelgetalkoeien worden duidelijk gemerkt via een bandje rond de poot en onmiddellijk nadat een
Eerste resultaten Het eerste bezoek vond plaats in oktober 2011. We vergelijken telkens de cijfers tussen de periodes van januari 2011 tem september 2011 ten opzichte van oktober 2011 tot maart 2012. • Het gemiddeld celgetal daalde van 304.000 cellen/ml naar 227.000 cellen/ml. • De belangrijkste daling was te zien bij de klinische mastitisgevallen: deze daalden van 50% per jaar naar 26%, wat bijna een halvering betekent. Minder mastitis betekent niet alleen minder kosten (residumelk, geneesmiddelen,…), maar hoofdzakelijk minder arbeid. Dit is op het bedrijf van Luc de meest aangename verwezenlijking geweest. Reken zelf maar eens uit wat 50% mastitis betekent qua arbeid. Op een bedrijf van 100 koeien, wil dit zeggen dat er iedere week een koe een mastitis heeft, en als je normaal gedurende 5 dagen behandelt, wil dit zeggen
Daarnaast worden dieren nu gemiddeld op 61 dagen lactatie voor de eerste keer geïnsemineerd, wat een vermindering van 20 dagen betekent. Tot nu toe waren er daarvoor niet meer inseminaties nodig om de dieren drachtig te krijgen. Pieter Passchyn – www.milkadvice.be
Conclusie Het uiergezondheidsprobleem op dit bedrijf vergt een totaalaanpak. Het moeten opruimen van een aantal dieren, maakt dat de focus op een korte tussenkalftijd uiterst belangrijk blijft. Concrete preventieve en haalbare maatregelen in combinatie met behandelplannen gebaseerd op bacteriologisch onderzoek en ontstekingsremmers voor alle klinische gevallen, zijn een belangrijk onderdeel van die totaalaanpak.
?
Wat is de genezingskans van mijn met Staphylococcus aureus geïnfecteerde koe?
Bereken nu!
BEHANDEL SUBKLINISCHE MASTITIS VEROORZAAKT DOOR STAPHYLOCOCCUS AUREUS ENKEL INDIEN DE GENEZINGSKANS GROOT IS
Koeien met subklinische mastitis veroorzaakt door Staphylococcus aureus verhogen het tankmelkcelgetal, zijn een belangrijke bron van infectie voor andere koeien, produceren suboptimaal en kunnen een klinische opflakkering (= klinische mastitis) doormaken. Redenen genoeg om ze aan te pakken. Verstandig omgaan met antibiotica begint met enkel koeien te behandelen met een grote kans op genezing. Koeien met een lage kans op genezing worden het best niet behandeld maar zo snel mogelijk opgeruimd. Bereken nu de theoretische genezingskans van een koe met subklinische mastitis veroorzaakt door Staphylococcus aureus met de behandelmodule van het M-team en beslis verstandig en onderbouwd om al dan niet te behandelen. www.m-team.UGent.be 5
economie
economie
Hoeveel maanden “winst” haalt u uit uw koeien?
Lager is niet altijd beter Is een bedrijf met een vervangingspercentage van 20% per definitie beter dan een bedrijf met een percentage van 30%? Het kan zijn dat op het eerste bedrijf de koeien veel te lang aangehouden worden, waardoor ze onvoldoende produceren of een te hoog celgetal hebben. Te lang aanhouden van koeien is bovendien een potentieel gevaar voor het dierenwelzijn, bijvoorbeeld als er teveel pootproblemen zijn. Aan de andere kant is het vervangen van dieren uiteraard een dure zaak en kan een te hoog vervangingspercentage duiden op vroegtijdig uitvallen van koeien door onefficiënt management. Het zorgt er bovendien voor dat men alle opgefokte vaarzen moet aanhouden en dus geen verdere genetische selectie kan doen op het bedrijf of extra inkomsten kan halen uit de verkoop van vaarzen. Vrijwillige vervanging versus gedwongen Het vervangen van een koe zou een weloverwogen beslissing moeten zijn, waarbij (re)productie, genetisch potentieel, gezondheid, dierenwelzijn én leeftijd een rol spelen. Nochtans blijkt uit een onderzoek van de Britse melk6
Dierenwelzijn Leeftijd
WINST
Melkkwaliteit
Fertiliteit
Genetica
Productie
Gezondheid
VERLIES
Vaars = een verborgen kost Een veehouder betaalt geen factuur voor de aankoop van zijn eigen vaarzen. De vervangingskost op een bedrijf is dan ook een verborgen kost, waardoor deze door veel boeren én dierenartsen onderschat wordt. Nochtans is de vervangingskost een zeer belangrijke variabele kost voor een bedrijf, de belangrijkste na de voederkost.
In een ideale wereld zou een vaars voor de eerste keer kalven als ze goed volgroeid is op 22 à 24 maanden. Ze heeft elk jaar een kalf en dit gedurende 6 lactaties, zonder mastitis of kreupelheid en ze produceert veel melk van goede kwaliteit. De boer zou een aantal koeien moeten afvoeren, aangezien er wat koeien op leeftijd komen en sommige daarom wat gevoeliger worden voor ziektes. Het afvoeren gebeurt dus louter bij de oudere koeien en op basis van leeftijdsgebonden aandoeningen. Af en toe valt er een jongere koe uit omdat haar melkpotentieel teleurstellend is of ze gewoon een te lastige koe is in de melkput.
Geboorte
Break-even punt De vaars kost de boer geld
De vaars brengt geld op
De vaars betaalt de boer terug in melk
1e DRACHT
1e LACTATIE
2e LACTATIE
Fig. Een vaars brengt pas geld op halfweg de 2e lactatie. Bron. Lancaster DairyCo, UK. Proceedings 5th Farm Animal Well-being Forum.
veeorganisatie (DairyCo) dat slechts 7% van de koeien afvloeien als gevolg van een bewuste, vrijwillige beslissing van de boer. Dit betekent dat 93% van de koeien “gedwongen” moeten vertrekken op het bedrijf. Hiermee bedoelen we dat ze vroegtijdig vervangen moeten worden omdat ze ziek of mank zijn, niet drachtig geraken of uiergezondheidsproblemen hebben, terwijl hun productiepotentieel in principe nog wel hoog is. Investering van 3 jaar Het opfokken van vaarzen zodat ze goed volgroeid afkalven op 22 à 24 maanden is cruciaal op een bedrijf. Het is een dure aangelegenheid en vergt een investering van 3 jaar. De vaars zal de boer pas immers halfweg de 2e lactatie helemaal in melk terugbetaald hebben. Bovendien moet zij ook de
opfokkost betalen van de vaarzen die de leeftijd van 3 jaar niet gehaald hebben. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de gemiddelde afvoerleeftijd in België 2,8 lactaties is. De gemiddelde veehouder haalt dus slechts 5 maanden winst uit zijn koeien! Maak zelf de analyse: hoeveel maanden brengen mijn koeien winst op? 1. Hoeveel kost mijn eigen opfok van vaarzen per kop? 2. Op welke leeftijd kalven mijn vaarzen voor de eerste keer? 3. Wanneer is mijn break-even punt: wanneer begint een vaars zichzelf terug te betalen op mijn bedrijf? 4. Wat is de gemiddelde leeftijd waarop mijn koeien afgevoerd worden? Door op deze vragen een antwoord te geven, kan men inschatten hoeveel maanden men effectief winstgevend
melkt per koe. Als men daarnaast gaat bekijken hoeveel “gedwongen” en hoeveel “vrijwillige” afvoer van koeien er is op het bedrijf, kan men inschatten waar verbetering mogelijk is.
COLOFON Verantwoordelijke uitgever: Mark Connolly 2012/062 Hoofdredactie: Elke Abbeloos Met dank aan Boehringer Ingelheim, M-Team en www.uiergezondheid.eu Realisatie: Haisja BVBA, Vereeckenstraat 73, 9308 Gijzegem, T. 053-41 39 69 - F. 053-41 89 66 www.haisja.be -
[email protected]
7
Gratis speenemmer!
Vanaf oktober geniet u van een uitzonderlijk aanbod op Diakur®Plus. Tot eind februari 2013 (of zolang de voorraad strekt) worden de 24 zakjes rechtstreeks in een speenemmer geplaatst. Ook bij de 3kg verpakking krijgt u een gratis speenemmer. Zuigen is immers een basisbehoefte voor kalveren. Het verbetert de melkopname, de gezondheid en ook het welzijn van de dieren!
www.uiergezondheid.eu
Winteractie Diakur® Plus Actie geld
Gratis
ig van 1 okto b e r 2012 tot 28 febr uari 2013* *zolang de voor
speenemmer bij
• 24 x 100 g zakjes of • emmer van 3 kg
V.U. Mark Connolly 2012/063
raad strekt
1573 Diakur Adv 03.indd 1
29/06/12 10:16
Diepliggende ogen en koude oren zijn tekenen van kalfziekte.
KALFZIEKTE KAN VOORKOMEN WORDEN
BOVIKALC® is de enige bolus die 42g calcium bevat.
Een unieke combinatie Calciumchloride: snel beschikbaar Calciumsulfaat: langdurige werking
Spreek erover met uw dierenarts 1515 annonce Bovikalc 02 nl.indd 1
DAAROM IS BOVIKALC® UNIEK Getuig op www.bovikalc.be en win een mooi cadeau! 29/03/12 11:41