f e i r b ieuws
n
en
nem r e d n o oor
v
ers
oud h e e v k l de me
> 01 lente 2010 Uw eerste keuze in uiergezondheid
Uiergezondheid
Editoriaal Editoriaal Geachte lezer, Boehringer Ingelheim bestaat dit jaar 125 jaar. Sinds de oprichting in 1885 is de firma nog steeds in handen van de oprichtende familie. De onderneming is gericht op onderzoek, ontwikkeling, produceren en in de handel brengen van nieuwe geneesmiddelen voor mens en dier. Boehringer Ingelheim spendeert heel wat middelen aan onderzoek naar nieuwe diergeneesmiddelen. Focus daarbij zijn producten die een positieve bijdrage betekenen voor de gezondheid van het dier en het dierenwelzijn. Vooraleer echter een product op de markt komt, gaan er vele jaren voorbij: voor vaccins vaak meer dan 6 jaar en voor geneesmiddelen zoals antibiotica vaak meer dan 10 jaar. Hier zijn uiteraard grote investeringen en veel geduld voor nodig. Van Boehringer Ingelheim mag u verwachten dat de komende jaren regelmatig nieuwigheden beschikbaar zullen zijn. Doel van deze nieuwsbrief, waarvan dit de eerste editie, is u meer vertrouwd te maken met Boehringer Ingelheim Animal Health. We zullen daarbij een aantal algemene onder– werpen bespreken die zowel voor de dierenarts als de veehouder interessant kunnen zijn. Het is niet onze bedoeling om dier– geneesmiddelen te bespreken of voor te stellen.
Het belang van een bedrijfsbehandelplan Dit is ons trouwens verboden door de Belgische wetgever. Onze voedingssupplementen zoals Diakur Plus en Bovikalc willen we wel graag aan jullie voorstellen. Voor alle gebruik en informatie over diergeneesmiddelen verwijzen wij naar de dierenarts. Hij is een belangrijke expert en is diegene die de ziektediagnose zal stellen op een bedrijf en de gepaste behandeling zal bespreken met de bedrijfsleider. Deze nieuwsbrief kan wel een praktisch hulpmiddel zijn in het overleg tussen bedrijfsleider en dierenarts. Zo kunnen we streven naar onze gemeenschappelijke doelstelling: gezonde dieren en een gezonde voeding voor de mens, rekening houdend met het dierenwelzijn. Suggesties en vragen zijn steeds welkom op onze redactie. We wensen u veel leesgenot,
Albert Lens, Head of Animal Health België
Inhoud
inhoud 2
HET BELANG VAN EEN BEDRIJFSBEHANDELPLAN
3
HET BEDRIJFSPLAN MASTITIS
6
KLINISCHE EN SUBKLINISCHE MASTITIS
8
Melk bij kalverdiarree?
9
Een bedrijfsbehandelplan of behandelings protocol wordt opgesteld door de dierenarts op maat van het melkveebedrijf. Het beschrijft hoe de veehouder moet handelen bij elk geval van mastitis.
Succesvol behandelen Bij milde gevallen van uierontsteking (een nietzieke koe met vlokken in de melk), wordt in de praktijk niet altijd een dierenarts geraadpleegd. De meeste melkveebedrijven hebben een contract met hun dierenarts, zodat ze bepaalde medicatie in voorraad mogen hebben. De dierenarts blijft echter de aangewezen persoon om een diagnose te stellen. Op basis van bedrijfsgegevens en onderzoek van de dieren, kan hij een behandelingsschema opstellen. Hierin staat duidelijk welke producten de veehouder dient te gebruiken en hoelang. Het bepalen van het juiste antibioticum voor mastitis is namelijk zeer belangrijk. Aan de hand van bacteriologische uitslagen van voorafgaande gevallen van uierontsteking, weet de dierenarts welke bacteriën op het bedrijf problemen veroorzaken. Door het opstellen van een behandelingsprotocol weet de veehouder zeer duidelijk: o welk lokaal antibioticum (“in de uier”) hij moet gebruiken. o welk inspuitbaar antibioticum (“in de nek”) hij moet gebruiken. o of er eventueel een ontstekingsremmer aan te pas moet komen. o hoelang de behandeling moet duren o wat de wachttijden zijn.
Op basis van bacteriologisch onderzoek Wanneer een koe vlokken in de melk heeft, kan men niet wachten op de uitslag van het bacteriologisch onderzoek met antibiogram alvorens een behandeling te starten. Dit zou onaanvaardbaar lijden van de koe betekenen en onherstelbare schade aan de uier kunnen veroorzaken. Toch is het nemen van een melkstaal voor bacteriologisch onderzoek zinvol. Indien de uierontsteking moeilijk geneest of de koe blijkt achteraf chronisch besmet, kan men het staal alsnog naar het labo sturen. De stalen van de afgelopen 6 weken worden meegegeven aan de dierenarts die de bedrijfsbegeleiding doet. Hij zal na analyse indien nodig het behandelingsprotocol aanpassen. Melkstalen voor bacteriologisch onderzoek: o nemen vóór het toedienen van antibiotica (zowel in de uier als in de nek). o steriel afnemen (vraag aan uw dierenarts om u dit te leren). o nummer van de koe en datum opschrijven. o gekoeld transport naar het labo (onderzoek binnen de 48u) ofwel bewaren in de diepvriezer.
Het protocol herinnert de veehouder bij elk geval van mastitis aan de duur van de behandeling. Voldoende lang behandelen is namelijk zeer belangrijk om te vermijden dat de koe zou hervallen of chronisch geïnfecteerd zou geraken.
3
Uiergezondheid Het belang van een bedrijfsbehandelplan Behandeling evalueren
Wat is MRSA?
Een vast bedrijfsprotocol zorgt ervoor dat men de behandelingsresultaten na een bepaalde periode kan evalueren. Indien men voortdurend zou veranderen van antibioticum, heeft men geen idee welke behandeling goed aanslaat en welke niet. Het steeds toedienen van dezelfde producten is bovendien een goede basis om de verandering van andere elementen in de omgeving of het management te evalueren.
Staphylococcus aureus is een bacterie die vaak wordt aangetroffen op de huid en in de neus van gezonde mensen en dieren. In sommige gevallen kan ze echter gaan woekeren en dan wordt ze een gevaarlijk beestje, bijvoorbeeld in de uier. Bij de mens is deze bacterie voornamelijk berucht onder de naam MRSA, wat eigenlijk de naam is voor een specifieke (resistente) subgroep.
In ieder geval dient het bedrijfsprotocol jaarlijks met de dierenarts bekeken en geëvalueerd te worden.
Verantwoord antibioticagebruik Zowel in de humane geneeskunde als in de diergeneeskunde zijn er verschillende onderzoeken die aantonen dat de ontwikkeling van resistentie door bacteriën in grote mate in de hand gewerkt wordt door het (ondeskundig) gebruik van antibiotica. In de humane geneeskunde bestaat de angst dat door het overmatig gebruik van antibiotica, bacteriën zullen ontstaan die ongevoelig zijn en dus niet behandelbaar. Hierdoor zullen sommige infecties nog moeilijk genezen en kunnen levensgevaarlijke complicaties ontstaan na bijvoorbeeld chirurgie. Vooral in ziekenhuizen, waar per definitie veel bacteriën circuleren en veel antibiotica gebruikt worden, is men hier alert voor.
4
In de humane geneeskunde heeft men de laatste jaren dan ook veel inspanningen geleverd om het gebruik van antibiotica aan banden te leggen. U kent ongetwijfeld de informatiespots op televisie waarin het gebruik van antibiotica bij griep in vraag wordt gesteld. Meer dan 80% van alle antibiotica wordt echter niet gebruikt bij de mens, maar wel in de veeteelt. Onze sector wordt dus met argusogen bekeken. (cijfers 1993)
MRSA staat voor Methicilline Resistente Staphylococcus aureus. De bacterie kreeg deze naam in 1959, toen bleek dat ze al immuun was aan het antibioticum Methicilline, terwijl dat nog maar enkele maanden op de markt was. Ze komt vaak in ziekenhuizen voor, waar ze een gevreesde complicatie is na bijvoorbeeld chirurgie.
Belang van MRSA in de landbouw?
Er bestaan internationaal een aantal richtlijnen die verantwoord gebruik van antibiotica beschrijven: o H et gebruik van antibiotica dient indien mogelijk aangepast te worden aan de onderliggende bacterie. Bij voorkeur gebruikt men smalspectrum middelen die enkel tegen deze bacterie actief zijn. o D e middelen die in ziekenhuizen als laatste redmiddel tegen multiresistente kiemen worden ingezet, dienen bij groepsbehandelingen van dieren met terughoudendheid gebruikt te worden. o M en dient steeds voldoende lang te behandelen. Zoniet doet men aan selectie van resistente bacteriën: gevoelige bacteriën zullen immers al snel na start van de behandeling sterven. Sommige bacteriën zijn echter genetisch iets beter gewapend om te ontsnappen aan het antibioticum. Als men te vroeg stopt met het antibioticum,
zullen deze “minder gevoelige” kiemen blijven leven, terwijl alle andere bacteriën weggevaagd zijn. De “minder gevoelige” kiemen krijgen dus vrij spel om te ontwikkelen en te overleven in het dier. Bacteriën worden grosso modo in 2 grote groepen verdeeld: Grampositieve bacteriën en Gramnegatieve. Deze naam is gebaseerd op een test, uitgevonden door een Deense microbioloog H.C. Gram. Door bacteriën te kleuren en onder de microscoop te bekijken, heeft hij 2 grote groepen kunnen onderscheiden. Het verschil in kleuring is namelijk te verklaren door een fundamenteel verschil in opbouw van de celwand. Antibiotica die enkel werkzaam zijn tegen een bepaalde groep bacteriën, bijvoorbeeld enkel tegen Grampositieve kiemen, noemt men smalspectrum-antibiotica. Antibiotica die werkzaam zijn tegen zowel Grampositieve als Gramnegatieve kiemen noemt men breedspectrum-antibiotica.
Omwille van het grote antibiotica-verbruik wordt de landbouwsector al een tijdje geviseerd. Nederlandse en Belgische onderzoekers brachten immers aan het licht dat ook varkens drager zijn van MRSA. Het gaat echter om andere stammen dan diegene die in ziekenhuizen gevonden worden. De stammen werden ook in de vleeskalversector teruggevonden en in mindere mate in melkstalen van runderen. Mensen die in contact kwamen met deze dieren, bleken ook drager te kunnen zijn van deze dierMRSA-stam. Onderzoekers zijn ongerust dat de bacterie zich verder verspreidt over de bevolking. (bron: Folia Veterinaria 2008 nr1)
5
Nieuws
Nieuws
Het bedrijfsplan mastitis Om de melkveehouder te helpen bij een goede registratie, heeft Boehringer Ingelheim samen met het van de Universiteit Gent een handig instrument ontwikkeld om de uiergezondheid op te volgen.
Bedrijfsplan Mastitis
Het Bedrijfsplan Mastitis is een watervaste kaart op A3- formaat. De kaart kan opgehangen worden in de melkstal en is beschrijfbaar met uitwisbare stift. De kaart is gratis verkrijgbaar via de dierenarts.
ok
De kapst
fecties aande in an Best uwe infecties v n ze e Gen n Nie men va k toe. Voorko melktechnie
B
itis he mast
Klinisc
................ ......................... ......................... ......................... ....................... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ............... ......................... ............. ......................... a voor ......................... ......................... og ramm ......................... ......................... elingspr ......................... ......................... Behand ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ......................... ld door d melk ......................... Opgeste Wachttij ......................... ng handeli ......................... Duur be Datum
A B
A protocol e Mastitis melk, niet-zieke ko e Afwijkend uier: de in Antibiotica in de nek: Antibiotica in de nek: sremmer Ontsteking ke koe otocol B ier, licht zie pr is tit nd kwart Mas lk, afwijke me e nd Afwijke r: uie de in Antibiotica in de nek: Antibiotica in de nek: sremmer Ontsteking
C
N
ERAPIE
ZETTH
eparaat: Droogzetpr
6
...... /...... /......
De kapstok van het M-team van de Universiteit Gent herinnert u eraan welke elementen belangrijk zijn in het bewaren van een goede uiergezondheid op uw bedrijf. De ervaring leert immers dat door de puntjes op de “i” te zetten in het management, het tij dikwijls kan keren op bedrijven die te kampen hebben met uiergezondheidsproblemen.
...... /...... /......
U kan eenvoudig aankruisen welk(e) kwartier(en) betrokken is (zijn)
...... /...... /......
...... /...... /......
...... /...... /......
...... /...... /......
...... /...... /......
...... /...... /......
De dierenarts kan op de kaart een behandelingsprotocol schrijven dat aangepast is aan de specifieke situatie op het bedrijf.
In België ligt het gemiddelde op meer dan 30 mastitisgevallen per 100 koeien per jaar. 20 gevallen per 100 koeien is voor veel bedrijven een mooi streefdoel.
Duid aan om welk soort uierontsteking het gaat: geval A, geval B of geval C (zie pagina 8)
Datum waarop de wachttijd van de gebruikte geneesmiddelen verlopen is. U kan op deze datum de melk testen op antibiotica- residuen. Indien de test ok is, kruist u het vakje aan.
BEHANDELING KLINISCHE MASTITIS Begindatum
Nummer of naam van de koe
...... /...... /......
...... /...... /......
...... /...... /......
...... /...... /......
Indien er nadien nieuwe gegevens beschikbaar zijn, kan het protocol uitgewist en aangepast worden. Zo heeft de veehouder steeds een overzicht binnen handbereik, wat fouten in de behandeling voorkomt.
e C r zieke ko protocol artier, zee Mastitis melk, afwijkend kw een melkstaal e Afwijkend dierenarts en neem tie lta Consu
DROOG
Registratie van elke uierontsteking en een goede opvolging ervan is een belangrijk punt in het 10-puntenprogramma. Dankzij een goede opvolging van elk mastitisgeval zorgt men ervoor dat: o men niet vergeet de koe verder te behandelen wanneer de ergste symptomen voorbij zijn. o men niet vergeet de melk te testen op residuen alvorens ze mee te geven. o men niet vergeet achteraf het celgetal van de koe op te volgen. o men een kengetal heeft voor de bedrijfsopvolging.
Deze preventiekaa rt is een hulpmidd el voor de aanpak van mastitis op uw bedrijf.
ede N Pas een go gelmatig ntroleer re e. houd en co achin 2 Onderrking van de melkm de n N de we hygiëne va mfort en aliseer co 3 Optim ting. es isv B+N he hu bklinisc che en su ig. ndel klinis B+N 4 Beha stekingen zorgvuld t. en uieront managem B+N t droogzet he er . se ali koeien op 5 Optim ïnfecteerde ge g, tin ch es nis huisv chro N 6 Ruim acht aan de nde aand nk voldoe ing van de vaarzen. 7 Sche ed n vo va en id he ne nd B+N hygië e gezo e algemen een goed n. N ge 8 Streef n na. or m n de koeie ondheid va de uiergez ndaag voor B+N bedrijf 9 Fok va eid op uw dh on ez rg G 10 Volg deeliuie IN op. L jks E D nd maa EHAN 1
Registratie van uierontstekingen
...... /...... /......
...... /...... /......
...... /...... /......
Koe
Staal bacteriologisch onderzoek
Kwartier LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
LV
RV
LA
RA
Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee
Behandelingsprotocol
Behandelen tot datum
Melkstaal antibiotica-residuen
Controle kwartier CMT* na 14 dagen
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /.....
Ok
Ok /
+/
+++
Nr: ....................
A A
B B
C C
...... /...... /......
...... /...... /......
Ok
Ok /
+/
+++
* California Mastitis Test of verslijmingstest
Datum waarop u de uierontsteking ontdekt hebt = eerste dag van de behandeling
Indien u een staal nam voor bacteriologisch onderzoek, kan u dat hier aankruisen + noteren welk nummer u op het buisje van de staalname noteerde.
Datum van de laatste behandeling (zie behandelings– protocol)
Het komt vaak voor dat een koe na een uierontsteking chronisch en onzichtbaar besmet blijft (“subklinische mastitis”). Daarom is het belangrijk elk geval van uierontsteking verder op te volgen op de MPR- uitslag. Doet u geen MPR, test de koe dan met de verslijmingstest (CMT-test). ok = geen verhoogd celgetal + = licht verhoogd celgetal ++ = sterk verhoogd celgetal (“miljoenkoe”)
7
Diergeneeskunde– Vraag en antwoord woordenschat Melk bij kalverdiarree?
Klinische en subklinische mastitis Wat is klinische mastitis ?
Wat is subklinische mastitis ? Koe niet ziek
Zichtbare afwijkingen
Melk en uier : geen zichtbare afwijkingen Verhoging celgetal : > 150 000 cellen/ml voor een vaars > 250 000 cellen/ml voor een koe Vlokken in de melk Eventueel afwijkend kwartier Verhoogd celgetal Koorts > 39°C ? Verminderde eetlust ?
Bacteriologisch onderzoek
ja nee
A
Koorts > 40°C, koe sloom ? Koe eet niet meer ?
pos
neg
Welke kiem ? Jonge koe ? Recente infectie ?
Dierenarts
nee B
C
ja
Consultatie dierenarts
Behandelen tijdens lactatie
Herbemonsteren Of Afwachten en opvolgen
Of Behandelen bij droogzetten Of Afwachten en opvolgen Of
Opgelet ! Deze koe vormt een mogelijk besmettingsrisico voor haar koppelgenoten. Bespreek de nodige voorzorgsmaatregelen met uw dierenarts !
Opruimen
Boehringer Ingelheim is uw partner in de samenwerking tussen dierenarts en melkveehouder.
Klinische mastitis
SCS Boehringer Ingelheim Comm.V. Vesalius Science Park - Arianelaan 16 - B-1200 Brussel Telefoon 02 773 34 56 - Fax 02 773 33 99 -
[email protected] V.U.: M. Connolly – 2010/015
V.U.: M. Connolly – 2009/013
“Klinische mastitis” is de klassieke uierontsteking die u herkent in de melkstal. Bij het voorstralen ziet u enkele vlokken of de koe heeft duidelijk pijn bij het aansluiten van het melkstel. Indien er niet meer aan de hand is dan deze vlokken en de koe eet verder normaal, staat te herkauwen en is normaal actief, dan spreken we van een milde uierontsteking. Op de beslissingsboom hierboven, hebt u dan te maken met geval A. Indien de koe toch wat trager is dan normaal, lichte koorts heeft en niet haar hele rantsoen opeet, betekent dit dat de uierontsteking iets heviger is dan in geval A. Op de beslissings boom hierboven, komt u dan bij geval B terecht. Indien u van ver ziet dat de koe duidelijk ziek is, de uier duidelijk ontstoken is en/of de koe heeft meer dan 40 graden koorts, spreken we op onze tabel van geval C. In dit geval is het noodzakelijk om uw dierenarts te raadplegen, zodat hij de koe kan onderzoeken en een juiste behandeling kan starten.
8
In de mildere en intermediaire gevallen A en B, kan u terugkeren naar het behandelings protocol dat uw dierenarts heeft opgesteld. Vervolgens maakt u gebruik van de registratietabel (zie pagina 7).
Subklinische mastitis Bij “subklinische mastitis” of onzichtbare uierontsteking kan u niets afwijkends aan de melk of de uier zien. Ergens in de uier zitten echter wel bacterieën die ervoor zorgen dat de koe extra ontstekingscellen naar haar uier stuurt in een poging de infectie op te ruimen. In principe zijn die ontstekingscellen dus goed voor de koe. Voor ons zijn deze cellen in de melk een aanwijzing dat de uier niet helemaal gezond is. Ze zijn in feite een “alarm” waarmee de koe aandacht vraagt voor haar uier.
Een kalf met diarree moet dringend water en elektrolyten krijgen om de verliezen via de mest te compenseren. Daarnaast is een gemakkelijk verteerbare energiebron nodig om het dier er snel bovenop te helpen.
Waterverlies Bij een gezond kalf is 75% van het lichaamsvocht in de cellen aanwezig en 25% daarbuiten. Diarree leidt tot een grote vermindering van het extracellulaire vocht, voornamelijk het bloedplasma. Tabel: Effect van diarree op de waterhuishouding van pasgeboren kalveren Gezond kalf
Kalf gestorven aan diarree
Lichaamsgewicht (kg)
33,1
29,5
-11%
Totaal watergehalte (liter)
28,4
23,5
-17%
Extracellulair vocht (liter)
7,9
4,2
-47%
Bloedplasma (liter)
2,1
1,2
-43%
Intracellulair vocht (liter)
20,5
18,9
-8%
Een kalf met diarree sterft niet door de directe gevolgen van de besmettelijke kiem, maar wel door de grote verliezen van water en elektrolyten. Dehydratatie bij jonge dieren kan immers zeer snel gaan. Op een paar dagen tijd kan het vochtverlies al fataal zijn. Op tijd beginnen met het toedienen van vocht en elektrolyten is dus de boodschap. In een vroeg stadium is orale rehydratatie (= vochtbehandeling via de mond) zeer succesvol. Kies voor een goed uitgebalanceerd product met alle essentiële elektrolyten (natrium, kalium, chloride en bicarbonaat). Goede energiebronnen zijn glucose, dextrose, lactose en glycine. Elektrolyten zijn zouten die opgelost zijn in onze lichaamsvloeistoffen. Men maakt een onderscheid tussen de vloeistof die binnenin onze lichaamscellen zit (= intracellullair vocht) en al het andere vocht dat niet in een cel zit (het extracellulaire vocht). Bij dit laatste rekenen we zowel het vocht dat tussen en rond de cellen in de organen zit, als het bloedplasma. De belangrijkste elektrolyten zijn: kalium, natrium, calcium, magnesium, bicarbonaat en chloride.
o Een koe met verhoogd celgetal kan al snel uw tankcelgetal doen stijgen. Indien u veel attentiekoeien heeft, kan dit op termijn een leveringsverbod opleveren. o Een koe met onzichtbare uierontsteking blijft bacteriën uitscheiden. Via de melkmachine is zij een bron van besmetting voor de andere koeien. o De koe zelf is zeer gevoelig voor het telkens weer ontwikkelen van “klinische” uierontstekingen. Elk geval van subklinische mastitis dient besproken te worden met uw dierenarts. De maatregelen die u dient te nemen zijn zeer afhankelijk van bacterie, koe en bedrijf.
9
Vraag en antwoord Melk bij kalverdiarree? Het is belangrijk dat de verhouding tussen de verschillende zouten onderling goed zit. Het functioneren van elke cel in ons lichaam is ervan afhankelijk. Vooral het evenwicht tussen de zouten binnen en buiten de cel is van cruciaal belang. Stel u voor dat er een overmaat aan zout binnen de cel zou zijn: het zout zou water aantrekken uit het extracellulaire vocht en de cel zou uiteindelijk barsten. Omgekeerd zal een tekort aan zouten in de cel ervoor zorgen dat de cel uitdroogt. Om het evenwicht tussen de elektrolyten te bewaren heeft elke cel in haar wanden pompen voorzien die voortdurend de elektrolyten naar hun juiste plaats brengen.
Diakur® Flexibel in gebruik
ofwel
Buiten transport van water, zijn elektrolyten betrokken bij alle andere vormen van transport in het lichaam zoals absorptie van voedingsstoffen in de darm of uitscheiding van afvalstoffen in de nieren. Ook de overdracht van pulsen in de zenuwen en het samentrekken van spieren wordt geregeld door elektrolyten.
plus
• Vezels om de natuurlijke balan in de darmflora te behouden • Elektrolyten die in 3 fasen vrijkomen • Optimaal energiegehalte
In plaats van melk
ofwel
Op die manier zorgen de elektrolyten in belangrijke mate voor een goede waterhuishouding in het lichaam: waar water nodig is, worden zouten overgepompt en het water volgt volgens de wetten van de natuur.
Symptomen in functie van de ernst van de dehydratatie (pasgeboren kalf) 0 – 5%
Kalf is een beetje sloom en verminderde urineproductie
6 – 8%
Diepe ogen, stuggere huid. Kalf is sloom, maar kan nog rechtstaan
9 – 11%
Zeer diepliggende ogen, koude oren en poten, kalf blijft liggen
Totale hoeveelheid vocht nodig (liter per dag)
1-2
5-6
2 – 3,5
6 - 7,5
3,5 - 4,5
7,5 – 8,5
5
9
Vanaf 12% Shock en sterfte
Melk + elektrolyten? Jarenlang was het advies een diarreekalf een paar dagen volledig van de melk af te halen en enkel elektrolyten te geven. De laatste jaren zijn de meningen bij onderzoekers en practici hierover veranderd. Sommige onderzoekers hebben opgemerkt dat kalveren die oraal elektrolyten kregen toegediend en daarnaast nog hun normale melkrantsoen, vastere mest produceerden dan kalveren die enkel elektrolyten kregen. De kalveren in de eerste groep hadden bovendien een betere gewichtstoename en herstelden sneller. In milde gevallen van diarree kan men de elektrolyten rechtstreeks bij de melk mengen. Door het zout van de elektrolytoplossing, zal het kalf dorst krijgen en uit zichzelf extra water gaan opnemen. Uiteraard moet dit dan steeds in voldoende mate ter beschikking staan. Zorg er eveneens voor dat er geen vuile plassen in de stal staan waar het kalf per ongeluk van kan drinken.
Afwisselend met melk
Extra vocht nodig (liter per dag)
Opgelet! Niet alle producten op de markt kunnen gemengd worden met melk. Sommige elektrolytpreparaten verstoren de stremming van de melk in de maag van het kalf. Lees dus aandachtig de verpakking! Bij ergere gevallen van dehydratatie, dient men melk en elektrolyten best apart toe. Pas in dat geval het volgende schema toe S’morgens
S’middags
S’avonds
Dag 1
EME
Elektrolyten
Melk
Elektrolyten
Dag 2
MEM
Melk
Elektrolytes
Melk
Dag 3
Afhankelijk van beterschap: MEM ofwel volledig melk
Conclusie o w acht niet met de toediening van vocht en elektrolyten o geef een goed uitgebalanceerd product o stop niet volledig met het geven van melk(vervanger)
Opgelost in de melk Emmer van 10 kg
Maxibox van 24 zakken
Emmer van 3 kg
11
Bovikalc®
• Snelle werking dankzij calciumchloride • Langdurige werking dankzij calciumsulfaat
COLOFON SCS Boehringer Ingelheim Comm.V Animal Health Arianelaan 16
Info: Kristine Van der Meirsch
B-1200 Brussel
Tel.: 02 773 34 56
www.boehringer-ingelheim.com
[email protected]
V.U.: Mark Connolly – 2010/038
De bolus die het meeste calcium bevat