Nieuwsbrief van de Wijkgemeente Martinikerk Groningen Van harte welkom in deze dienst van de Wijkgemeente Martinikerk. In deze dienst zingen we uit het Liedboek voor de Kerken. Een exemplaar kunt u bij de ingang ophalen. Eventuele andere liederen vindt u afgedrukt in de orde van dienst.
Volgende diensten 19.00 uur 11-05 9.30 uur 17.00 uur 18-05
9.30 uur 19.00 uur
GEEN DIENST, ivm dodenherdenking ds. M.D. van der Giessen (Amersfoort) ds. J.A. van den Berg, Psalmenvesper mmv de Roden Gril Choristers olv Sonja de Vries ds. J.A. van den Berg, doopdienst dr. W. Dekker (Oosterwolde)
Activiteiten
De kerkenraad vraagt nog vrijwilligers om te klussen en schoon te maken in “Het Pand”, Madoerastraat 16. U kunt zich na de dienst opgeven bij de consistorie. Contact Hebt u vragen, of wilt u een persoonlijk gesprek, neem dan gerust contact op met de predikant, of spreek iemand na de dienst aan. Predikant: Ds. J.A. van den Berg, 050-5418205; twitter @dsJAvandenBerg
[email protected] Evangelist: Jan Waanders; 5777711, twitter @janvanhetpand
[email protected] Scriba: Dhr. S.J. Doornenbal, Jaltadaheerd 70 9737 HC Groningen, 050-5424160
[email protected] Website: www.wijkgemeente-martinikerk.nl
1
4 mei 2014, 9.30 uur orgel: dhr. Wim van Beek - voorganger: ds. J.A. van den Berg Welkom en mededelingen Gezang 448: 1, 2 en 4 (staande) Stil gebed, bemoediging en groet (staande) Psalm 42: 1 en 3 Gebod van God Gezang 7: 1 en 4 Gebed Kindermoment Alle kinderen van groep 1-8 (en eventueel ouders) mogen naar voren komen. Na uitleg over het onderwerp zingen de kinderen OTH 390. U mag in de kerk meezingen.
2
Onder het naspel mogen de kinderen van groep 1-4 naar de kindernevendienst. Zij hebben het over Haman die de Joden haat en hun uitroeiing plant. Er is ook basiscatechese. Schriftlezing: Psalm 42 en 43 (NBV) 42 1
Voor de koorleider. Een kunstig lied van de
daarom denk ik aan u, hier in het land van de Jordaan,
Korachieten.
bij de Hermon, op de top van de Misar.
2
Zoals een hinde smacht
naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God. 3 Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en Gods gelaat aanschouwen? 4 Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’
De roep van vloed naar vloed, de stem van uw waterstromen – 8
al uw golven slaan zwaar over mij heen. Overdag bewijst de liefde, 9
HEER
mij zijn
’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. 10 Tot God, mijn rots, wil ik zeggen: ‘Waarom vergeet u mij, waarom ga ik gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd?’
5
Weemoed vervult mijn ziel
nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend. 6 Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt.
11
Mij gaat door merg en been
de hoon van mijn belagers, want ze zeggen heel de dag: ‘Waar is dan je God?’ 12 Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt. Verschaf mij recht, o God, vecht voor mijn zaak. 43 1
7
Mijn ziel is bedroefd,
3
Bescherm mij tegen een liefdeloos volk, vol list en
naar de plaats waar u woont. 4 Dan zal ik naderen tot het altaar
bedrog. 2 U bent toch mijn God, mijn
van God, tot God, mijn hoogste vreugde.
toevlucht, waarom wijst u mij af,
Dan zal ik u loven bij de lier, God, mijn God.
waarom ga ik gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd?
5
3
Zend uw licht en uw waarheid, laten zij mij geleiden
Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven,
en brengen naar uw heilige berg,
mijn God die mij ziet en redt.
Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij.
Preek Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Op 13 maart 1941 vond de executie plaats van 15 leden van de verzetsgroep De Geuzen. Achttien Geuzen waren door de Duitse bezetter opgepakt. Drie minderjarige Geuzen kregen levenslang; voor hen in de plaats werden drie Februaristakers gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte, bij Scheveningen. Een van de drie minderjarigen hoorde de anderen zingen in de gevangenis voordat ze werden weggebracht. Ze zongen Psalm 43: 1 in de oude berijming: Geduchte God hoor mijn gebeden, strijd voor mijn recht en maak mij vrij, en vers 4: Dan ga ik op tot Gods altaren, tot God, mijn God de bron van vreugd. Op deze zondag 4 mei, hebben we deze Psalm gelezen om te gedenken. Om in het gedenken te worden geinspireerd tot eenzelfde geloofsmoed als zij hadden. Kun je zo meezingen dat je opgaat naar God altaren, de God van vreugde als het nu zover is? Psalm 43 is misschien wel erg hoog gegrepen. Wat helpt is zien dat de Psalm eigenlijk geen zelfstandig lied is, maar deel van P 42. Je ziet dat aan het refrein van vers 5 en 12, dat ook weer terugkomt aan het einde van Ps 43. Je moet door P 42 heen om bij P 43 te 4
komen. Het geheim, de wortel van P 43 ligt in de worsteling van P 42. Geloofshelden bestaan, maar vrijwel nooit zonder oefening. Vrijwel nooit zonder een intense worsteling. P 42 is de Psalm van de worsteling. De schrijver van de Psalm omschrijft zijn worsteling als een gevecht met dorst en daarmee met de dood. Als je echt dorst had was dat in het oosten een ernstig signaal. Een teken dat het einde in zicht was. De Psalmist weet zich ver bij God vandaan. En dat is voor hem levensbedreigend. God is voor hem een levensvoorwaarde. Niet iets erbij, maar echt alles. God is voor hem de levensbron. Hij heeft ervan gedronken maar is God nu kwijt. Daarom heeft hij dorst. Hij dorst naar God, naar de levende God. Hoe belangrijk is God voor mij, voor ons? Die vraag dringt zich op. Kun je zonder Hem? Iedereen heeft dorst. We moeten drinken, anders gaan we dood. Dat geldt lichamelijk, maar ook geestelijk. We drinken uit allerlei bronnen. Maar die geven zout water: je moet al maar meer, hoe meer je drinkt hoe meer je nodig hebt. Alleen God is leven. Zonder Hem kom je om van dorst. ‘Alle dorstigen komt naar het water, jij die geen geld hebt: kom, koop en eet, zegt God. Waarom geef je je geld uit aan wat niet verzadigen kan? Hij is de verfrissende bron van leven! Bij Hem bloeit je bestaan open. Drink daarom bij Hem!
De Psalmist schreeuwt het uit om dat water: 2-5 In plaats van levend water drinkt hij tranen. Hij is teruggeworpen op zichzelf, voelt hij zich eenzaam omdat de weg naar het huis van God is afgesneden. Het huis van God waar hij met zijn volksgenoten God mocht vinden en de zegen krijgen. Het aangezicht van God ervaren. Dat is er niet meer. 7-11 In plaats van water als levensbron, is water gevaar geworden. Een chaosmacht die over je heen slaat. Hij begrijpt helemaal niets van God: Hij die de bron van leven is, is veranderd in een oervloed waarin je verdrinkt. Waarom gebeurt het allemaal? Zijn gebed is een gebed van waarom. V9: flard van herinnering: zo zou het toch moeten zijn! 5
Psalm 42 is dus een paniekreactie, oog in oog met het kwaad. Een intense worsteling omdat God onbereikbaar dreigde te worden en omdat Gods hand onherkenbaar werd. Hij ervaart dat er enorme kwaadaardige krachten zijn die hem bij God vandaan zuigen en hem de bron ontnemen. Misschien is het ziekte, waar zijn vijanden op inspelen door hem te zeggen: God helpt je niet meer. Misschien is de ballingschap, waar God ver weg is en zijn huis met vuur verbrand door vijanden. Het laat hem naar adem happen. In Psalm zit veel dat aan het lijden van Jezus herinnert. Alsof Hij dit lied op zijn lippen heeft: Mij dorst, mijn tranen tot spijs … watervloed roept tot watervloed, al Uw golven en uw baren zijn over mij heen geslagen… Een gekruisigde roept dat. In Zijn voetspoor zingen wij het. Je kunt je niet voorstellen dat deze Psalm ook niet is gezongen in WOII, in de gevangenis. Dat bij hen letterlijk ook P 42 voorafgegaan is door P 43, in de nacht voorafgaande aan de executie. De eenzaamheid, de niet te verdragen onrechtvaardigheid, de angst die als golven over je heen slaat. Voor hen op dat moment, maar ook eerder, op de grotere schaal van wat er gebeurde. Juist het afgodische van het nazisme, het totalitaire van het regime, dat maakte dat er voor het volk van God geen plaats meer was, die geloof in God degradeerde tot een deel van een ideologie, maakte in WOII dat velen zich gingen verzetten. Het sneed de bron af naar God. Daarin is niet te leven.
-
Die schrikreactie op het droogvallen van de bron, het onzichtbaar worden van de orde, van de goedheid van God, wanneer hebben wij dat? Op de schaal van ons eigen leven: Psalm 42 zingen in de crisis van ons eigen leven. Wanneer we van God lijken afgesneden te worden door alles wat het leven op je af stuurt. Soms raak je God kwijt, omdat je meedoet aan de ratrace van het leven: je loopt droog, je hebt niet meer te tijd om bij God te zijn. Economische machten maken je slaaf, of de enorme prestatiedruk. Je herinnert je hoe het vroeger was… Of, wanneer we niet meer naar de kerk kunnen (Luisteraars kerkradio). Wanneer je aan de grenzen van het leven staat… bij het naderen van het einde van je leven. 6
-
De invloed van chaosmachten: verdriet heeft zo’n kracht. Je herkent God niet eens meer. Waar is Hij? Ook in het groot doet zich dat voor: het weggedrukt worden van God als bron van het leven. Iets van dat gevoel kwam boven bij het rapport van SCP: zo hard loopt de kerkelijkheid terug. Mensen zijn wel spiritueel, maar wie brengt hen nog bij de bron van levend water? Daar is toch wel iets van kerk bij nodig. Waarom gaan we niet meer in dichte drom naar het huis van God? Waarom gaan mijn kinderen en kleinkinderen niet meer? De worsteling van P 42 is dus ingegeven door een diep kennen van God. Juist wanneer je vertrouwen hebt gesteld op God, wanneer Hij de bron is van je leven, zonder wie je niet kunt, kun je het niet hebben dat de bron droogvalt door secularisatie, wanneer de chaosmachten sterk en groot zijn en God verborgen is achter die chaos. De vraag is juist gecentreerd rondom God zelf: waarom vergeet U mij, waarom kan ik niet Uw goedheid proeven? P 43 Juist omdat hij God kent, gaat de Psalmist verder. Daarin moeten we hem ook proberen te volgen. De toon verandert van klagen naar vragen. Van onbegrip die grens aan wanhoop, slaat het om naar hopen op God. Dat zit ‘m niet eens meteen in een verhoring. Maar, zolang je klaagt – en de klacht is natuurlijk terecht en daar is ruimte voor -, zolang je alleen klaagt over wat je mist, komt je nog niet vooruit. Maar in P43 is er een stap naar voren. De waaromvraag is niet weg, maar er ontstaat wel meer ruimte. God is meer dan een paal waaraan je je schuurt, maar je roept Hem in! Je roept Hem te hulp. Hij leeft, Hij handelt. Hij is de bron van verwachting. God verschaf mij recht! Je zaak aan God voorleggen, omdat het anders niet kan. Dat was de houding van de verzetsgroep. Dat maakte dat ze zelf ook in beweging kwamen om mensen te gaan helpen en de machinerie van het kwaad zand in de raderen te strooien. Maar dat begon met het vertrouwen dat God er iets aan kan doen. God doe er iets aan! Verschaf mij recht tegenover mijn 7
vijanden. Dat verengde zich in de crisis van het leven tegenover de vijand die met lopen tegenover hen stond. Doe mij recht! Dat deed God door hen naar huis te brengen. Dat deed God door de oorlog te beeindigen. Doe mij recht! Tegen onrecht. Tegen mensen die tegen je zeggen: je hebt geen heil bij God. Waar is nu je God? Tegen satan die het je influistert. Het voelt misschien wel raar aan om God te vragen om recht. Zo recht zijn wij toch ook weer niet. Nee. Maar wie vertrouwt op God, wordt rechtvaardig verklaart. Wie zijn vertrouwen stelt op Jezus Christus. Over Jezus werd gezegd aan het kruis: Hij heeft zijn vertrouwen op God gesteld, laat Hij Hem nu redden. Jezus is ten ondergegaan aan onrecht, maar God heeft Hem recht verschaft en Hem opgewekt. Als we in zijn spoor gaan, mogen en kunnen we God vragen: Geduchte God hoor mijn gebeden, strijd voor mijn recht en maak mij vrij. Gods recht dat bevrijdt mogen we verwachten. Daarom: God, grijp in! Omwille van Uw zaak, omwille van Uw gerechtigheid. Laat het kwaad, de secularisatie, het onrecht, de ziekte, de sterflijkheid, mijn onmacht om het geloof over te dragen, niet het laatste woord hebben. God, doe er iets aan! Een tweede vraag aan God is: Zend Uw licht en waarheid neer. Licht en waarheid, het heeft te maken met hoop en uitzicht: je ziet waar het heengaat. Het heeft ook te maken met bescherming: Mijn licht mijn heil is hij mijn God en Here, waar is het duister dat mij onheil baart. Zelfs bij het naderen van de dood. God geef me het juiste inzicht, om het goede spoor te vinden: zodat ik zie wat mijn roeping is, de weg waar ik langs moet en kan gaan. Soms ook een moeilijke weg: zien waar je roeping ligt is niet altijd kiezen voor de weg van de minste weerstand. Zoals het verzet, soms in alle stilte. 8
Zend Uw licht en waarheid Heer, in mijn leven. In deze weken naar Pinkersteren mogen we het ook zingen als een gebed de om de Geest. Daarin zingt de Psalmist ons voor. De Geest als het licht waardoor we worden geleid. De Geest als de bron van leven water. Voor Nederland, voor de kerk, zodat we samen God mogen loven. Samen als stad, als land, als familie. De Geest voor mijn eigen leven. God geeft mij Uw Geest in de worsteling van mijn leven, zodat ik weet waar ik heen moet gaan, zie hoe groot de verwachting is. Dat geeft me moed om de taak op te vatten, hoe moeilijk hij ook lijkt. Uw licht en waarheid, zodat ik eenmaal aan het einde van mijn loopbaan mag zingen: dan ga ik op tot Gods altaren, tot God, mijn God, de bron van vreugd. Amen.
Psalm 43: 3 en 4 Dankzegging en voorbede Collecte van de diaconie voor de voedselbank in Groningen Psalm 85: 3 en 4 Zegen (met gezongen ‘amen’, staande) Bij de uitgang wordt er gecollecteerd voor het stedelijk kerkenwerk.
9