Nieuwsbrief van de Wijkgemeente Martinikerk Groningen Van harte welkom in deze dienst van de Wijkgemeente Martinikerk. In deze dienst zingen we uit het Liedboek voor de Kerken. Een exemplaar kunt u bij de ingang ophalen. Eventuele andere liederen vindt u afgedrukt in de orde van dienst. Volgende diensten 05-01 9.30 uur 19.00 uur 12-01 9.30 uur 17. 00 uur
dr. W. Dekker (Oosterwolde) dr. E. van ’t Slot (Zwolle) kand. J. Bassie ds. J.A. van den Berg, Psalmenvesper mmv het Martinikerkkoor olv Marijke van Zanten-Broers
Activiteiten 15-01 Bijbelkring, 9.30-11uur in Het Pand Contact Hebt u vragen, of wilt u een persoonlijk gesprek, neem dan gerust contact op met de predikant, of spreek iemand na de dienst aan. Predikant: Ds. J.A. van den Berg, 050-5418205; twitter @dsJAvandenBerg
[email protected] Evangelist: Jan Waanders; 5777711, twitter @janvanhetpand
[email protected] Scriba: Dhr. S.J. Doornenbal, Jaltadaheerd 70 9737 HC Groningen, 050-5424160
[email protected] Website: www.wijkgemeente-martinikerk.nl
1
1 januari 2014, 10.30 uur Nieuwjaarsmorgen orgel: dhr. Wim van Beek voorganger: ds. J.A. van den Berg Welkom en mededelingen Gezang 375: 1, 5, 6 en 7 (staande) Stil gebed, bemoediging en groet (staande) Psalm 29: 1 en 6 Geloofsbelijdenis Psalm 79:5 Gebed Lezing uit Jesaja (NBV) 7 1 In de tijd dat Achaz, de zoon van Jotam, de zoon van Uzzia, regeerde over Juda, trok koning Resin van Aram samen met koning Pekach van Israël, de zoon van Remaljahu, op naar Jeruzalem. Hij belegerde de stad, maar slaagde er niet in haar in te nemen. 2 Toen het koningshuis van David het bericht kreeg dat Aram en Efraïm de krachten gebundeld hadden, sloeg de koning en zijn volk de schrik om het hart, en zij beefden als bomen in de storm. 3 Toen zei de H E E R tegen Jesaja: ‘Ga samen met je zoon Sear-Jasub op weg om Achaz te ontmoeten, op de straat van het bleekveld, waar de watertoevoer in het bovenste waterbekken uitkomt. 4 Zeg tegen hem: “Houd het hoofd koel, laat u geen schrik aanjagen door die twee smeulende stukken hout, Resin van Aram en de zoon van Remaljahu, hoe hoog hun woede ook oplaait. 5 Aram mag dan kwaad tegen u in de zin hebben, net als Efraïm met die zoon van Remaljahu, en zeggen: 6 ‘Laten we tegen Juda ten strijde trekken, het verscheuren en overmeesteren, en dan stellen we de zoon van Tabeal aan als koning’ – 7 maar dit zegt God, deH E E R : Het zal niet gebeuren, het zal niet zo gaan.
8
2
Immers, het hoofd van Aram is
Damascus, en het hoofd van Damascus is die Resin. – Nog vijfenzestig jaar en het volk van Efraïm bestaat niet meer. – 9 Het hoofd van Efraïm is Samaria, en het hoofd van Samaria is die zoon van Remaljahu. Alleen als jullie vertrouwen hebben, houden jullie stand.”’ 10 De H E E R liet verder tegen Achaz zeggen: 11 ‘Vraag om een teken van de H E E R , uw God, hetzij uit de diepte van het dodenrijk hetzij uit
de hoge hemel.’ 12 Maar Achaz antwoordde: ‘Nee, ik zal geen teken vragen, ik zal de H E E R niet op de proef stellen.’ 13 Toen antwoordde Jesaja: ‘Luister, huis van David. Is het niet genoeg de mensen te tergen? Moet u nu ook mijn God tergen? 14 Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen. 15 Boter en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen. 16 Want voordat de jongen in staat is om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen, zal het land van de beide koningen die u zo veel angst inboezemen, ontvolkt zijn. 17 En voor u, uw volk en uw koningshuis zal de H E E R een tijd laten aanbreken zoals men niet meer heeft meegemaakt sinds Efraïm zich van Juda afscheidde: de heerschappij van Assyrië.’
Lezing uit Matteüs (NBV) 28 16 De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had genoemd, 17 en toen ze hem zagen bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog. 18 Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.19 Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, 20 en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld’ Gezang 414 Preek Gemeente van onze Heer Jezus Christus, Het is weer de tijd van nieuwjaarsrecepties. Leidinggevenden grijpen deze gelegenheden aan om hun visie op het bedrijf en de toekomst, hun verwachtingen over de inzet van het personeel over te brengen. 3
De verwachtingen over omzet en verkoop, marktontwikkelingen, reorganisaties. In de nieuwjaarsspeech komen die dingen langs. Altijd zit er een aansporend element in. En natuurlijk ook iets van inspiratie en bemoediging: je wil je werknemers iets meegeven waar ze blij van worden. Hoe zit dat met de gemeente van Christus? Natuurlijk is de kerk geen bedrijf. We moeten als kerk ons ook zeker niet uitleveren aan managementjargon. Toch zou het van geestelijke luiheid getuigen wanneer we helemaal geen visie hebben. We hebben als gemeente, visie en beleid nodig. En zeker het begin van een nieuw kalenderjaar is een goed moment om ons te realiseren waarom de kerk er is en wat we mogen verwachten van haar Heere. Ook wat Hij van ons verwacht. De woorden die Jezus sprak aan het begin van Zijn bewind zijn onze nieuwjaarstoespraak. Daar gaf Hij de opdracht mee aan de gemeente, een belangrijke reden voor haar bestaan. Daar gaf Hij zijn bemoediging en inspiratie aan de gemeente. 1. De opdracht is: Alle volken Zijn leerlingen maken, door hen te dopen in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. 2. De bemoediging: Ik ben met jullie. 1. Opdracht Het is goed om daaraan herinnerd te worden. De opdracht is zo vanzelfsprekend dat we hem snel over het hoofd zien. Daardoor stoppen we onze tijd en energie in de verkeerde dingen. Randzaken nemen zomaar te veel tijd in beslag. Onderlinge meningsverschillen slokken te snel te veel energie op. Tijd en energie, de plaats in de akker van God zijn schaars en we moeten daar zuinig mee omgaan. Voorbeeld gelijkenis vijgeboom (Lukas 13): te snel gegroeid 4
(Luke 13:6-9 6 En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand bezat een vijgeboom, die in zijn wijngaard was geplant, en hij kwam om vrucht daaraan te zoeken en vond er geen. 7 En hij zeide tot de wijngaardenier: Zie, het is nu al drie jaar, dat ik vrucht aan deze vijgeboom kom zoeken en ik vind ze niet. Hak hem om! Waarom zou hij de grond nutteloos beslaan? 8 Hij antwoordde en zeide tot hem: Heer, laat hem nog dit jaar staan, ik zal er eerst nog eens omheen graven en er mest bij brengen, 9 en indien hij in het komende jaar vrucht draagt, (dan is het goed,) maar anders, dan moet gij hem omhakken.) De wortels van de boom worden ingekort omdat hij teveel energie in de verkeerde dingen stopt: groot worden en veel bladeren. De boom moet als het ware gereset worden. Zo kan dat ook bij ons zijn: groter en groter willen worden, mooie bladeren produceren, maar de kern waar het om draait is: zijn we vruchtbaar? Daarom terug naar de opdracht: leerlingen maken. Daarvoor is het nodig om zelf leerling te zijn. Staat het leerling zijn van Jezus om anderen tot leerling te maken centraal in de gemeente? Volgen we Hem in ons eigen leven om anderen zo ook tot navolging brengen? Dit jaar vernieuwing van het beleidsplan, met grote nadruk op navolging! Dat doen we vanuit de overtuiging dat navolging de enige manier is om: - De tijdsgeest te weerstaan, de fragmentarisering van het leven, waarin God slecht op deelgebieden iets mag zeggen en niet ons hele leven inkleuren. - Betrouwbaar en vertrouwenwekkend het evangelie aan anderen te vertellen. Het discipelen maken is alleen mogelijk wanneer we het zelf zijn. De ijver en de verwachting waarmee we aan de opdracht gehoor geven, worden bepaald door de manier waarop we de werkelijkheid zien. Daar zit vaak een onderhuids probleem. Onbewust leeft er het idee dat in deze cultuur er maar één mogelijkheid is voor de kerk: krimpen en verdwijnen. De kerk en de gemeenten zijn vaak en op zoveel plaatsen zo krampachtig bezig met overleven en reorganiseren dat het vertrouwen ontbreekt. We denken dat de kerk wel moet 5
verdwijnen omdat onze cultuur geen ruimte laat voor geloof. We denken misschien dat God zo vertoornd is dat Hij ons wel moet verlaten. Bemoediging Om die verlamming te doorbreken is het goed om nog een keer te luisteren naar Jezus’ woorden. Hij geeft niet zomaar een opdracht. De opdracht is gebaseerd op Zijn macht en op Zijn trouw. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Er is geen enkele macht groter dan Hij. Ook belooft Hij met ons te zijn, alle dagen tot de voleinding van de wereld. Dat laatste woord in de toespraak die Jezus aan het begin van Zijn nieuwe eeuw hield, vraagt extra aandacht. Het draagt een bijzonder geheim met zich mee. We horen er de heilige Godsnaam in klinken: JHWH, Ik zal zijn. De belofte die Jezus doet, is ook een herinnering aan de naam die Hij kreeg van de engel: Immanuël, God met ons. Ik ben met u, is exact hetzelfde, maar dan van de kant van Jezus gezien. Vaak gebruikt door God: - Mozes, die niet kon praten: Exodus 4:12 12 Nu dan, ga heen. Ik zal met uw mond zijn en u leren, wat gij spreken moet. - Jozua: Joshua 1:5 Niemand zal voor u standhouden al de dagen van uw leven; zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn; Ik zal u niet begeven en u niet verlaten. De naam Immanuël draagt Jezus als vervulling van de profetie in Jesaja 7:14. Dat gedeelte hebben we vanmorgen gelezen, omdat het laat zien hoe ver de belofte gaat, hoe diep deze reikt. De naam Immanuël is een teken dat de HEERE bij monde van de profeet aan koning Achaz van Juda geeft. Achaz is bang is omdat de koningen van Israël en Syrië gezamenlijk optrekken tegen Juda. De overmacht is groot en Achaz verwacht niets van de HEERE. Hij durft het niet tegeloven dat de HEERE sterker is en Juda kan verlossen. Een teken vraagt hij daarom niet. Hij had ook niets te verwachten van de HEERE, behalve Zijn toorn. Achaz diende de afgoden en offerde zelfs zijn zoon 6
(2 Kon. 16:1-3). Tegen deze koning wordt gezegd dat de HEERE zelf een teken zal geven in de geboorte van een kind met de naam Immanuël. Die naam is ook ons gegeven. De Naam die sterker is dan alle machten en krachten. De Naam die zelfs verder gaat dan onze zonden en gebrek aan vertrouwen. Hij is met ons, alle dagen, tot aan de voltooiing van de wereld. Waarom zouden we dan denken dat het niet meer kan? Waarom zouden we denken dat Hij niet meer wil? Laten we ons richten op de belofte, op God in Jezus Christus. Dan verliest andere machten hun greep op ons bestaan. Dan ontstaat er nieuwe hoop en gehoorzaamheid om ook in jaar met Zijn hulp leerling te zijn en leerlingen te maken. Liefde draagt hen meer en meer, Die in dienst aan Hem zich geven! Amen Gezang 426: 1, 2 en 5 Collecte van de diaconie Gezang 474: 1, 2 en 3 (staande) Zegen (met gezongen ‘amen’, staande) Bij de uitgang wordt er gecollecteerd voor de Protestantse Gemeente Groningen. De collectebussen staan er voor de stichting Hulp OostEuropa.
7