Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 1 van 21
mei 2010
Inleiding Het pedagogisch beleid van TintelTuin gaat uit van de kinderen. Daarom gaan we in de eerste plaats uit van hun behoefte aan veiligheid en uitdaging, geborgenheid en ruimte. We werken vanuit de behoeften en mogelijkheden van elk kind. Kinderopvang is groepsopvang en wij benutten de extra mogelijkheden die hieruit voortkomen: samen plezier hebben, samen leren, omgaan met elkaar. Kinderen zijn verbonden met hun ouders1. Ouders zijn onze directe partners in de opvoeding. De manier waarop we omgaan met de kinderen is zowel gericht op het hier en nu als op de toekomst. We willen de kinderen helpen zich te ontwikkelen tot actieve burgers in een democratische samenleving: zelfbewust en gericht op samenwerking. In het eerste deel van dit plan gaan wij in op veiligheid, ontwikkeling en relatie met ouders als basis voor ons pedagogisch beleid. In deel 2 gaan we in op de emotionele veiligheid en deel 3 gaat over de manier waarop we kinderen helpen zich te ontwikkelen en leren. De pedagogisch medewerkers spelen bij dit alles de belangrijkste rol. De wijze waarop zij omgaan met de kinderen, hun inzicht en kennis en vaardigheden zijn bepalend voor de kwaliteit van onze kindercentra. Zij worden daarbij geholpen door materiële factoren zoals de binnen- en buitenruimte en het spelmateriaal. Het dagritme en het activiteitenaanbod zijn wezenlijke onderdelen van het aanbod in onze kinderdagverblijven. Dit beschrijven we in deel 4. Het pedagogisch beleid kinderdagverblijven van TintelTuin is gebaseerd op het boek: ‘Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar waarin de pedagogiek voor Nederlandse kinderdagverblijven en peuterspeelzalen is beschreven. Dit boek is aanwezig op alle locaties. Het pedagogisch beleid voldoet aan de eisen die in de Wet Kinderopvang worden gesteld. In dit pedagogisch beleidsplan wordt de specifieke invulling van TintelTuin zichtbaar. Ons pedagogisch beleid is op diverse onderdelen nader uitgewerkt in procedures en werkinstructies. In trainingen en coaching wordt het beleid samen met de pedagogisch medewerkers verankerd in de dagelijkse werkpraktijk.
1
Omwille van de leesbaarheid spreken we over ‘ouders’, hiermee worden zowel ouders als verzorgers bedoeld. TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 2 van 21
mei 2010
Inhoudsopgave Deel 1: In het kort – De basis van ons pedagogisch beleid
3
Deel 2: Uitwerking emotionele veiligheid
5
Deel 3: Uitwerking ontwikkelen en leren - werken aan pedagogische doelen en competenties van kinderen
6
Deel 4: Pedagogische inzet De rol van de pedagogisch medewerker Dagritme en groepssamenstelling Observeren en kinderen met opvallend gedrag/ zorgenkinderen
9 9 16 18
Deel 5: Aanvullend beleid – Organisatie en pedagogische visie
19
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 3 van 21
mei 2010
Deel 1: In het kort – De basis van ons pedagogisch beleid De basis van het pedagogisch beleid van TintelTuin is dat wij de kinderen emotionele veiligheid willen bieden waardoor ze zich voluit kunnen ontwikkelen en kunnen leren. Samenwerking met ouders is daarbij onmisbaar.
Emotionele veiligheid en welbevinden Elk kind moet zich bij ons veilig en vertrouwd kunnen voelen, lekker in zijn vel zitten en zichzelf kunnen zijn. Een kind dat zich veilig voelt, voelt zich goed en heeft energie om te leren en zich te ontwikkelen.
Luna van 10 maanden zit op schoot bij Wendy. Wendy heeft haar armen om Luna heen geslagen en schommelt wat heen en weer. Intussen kijkt ze Luna glimlachend aan. Die lacht terug. “Dat is gezellig”, zegt Wendy,“zo samen met jou zitten”. Luna lacht nog een keer en kruipt nog dichter tegen Wendy aan.
Ontwikkeling en leren Jonge kinderen ontwikkelen zich door te bewegen, te onderzoeken, te imiteren en vooral door te spelen. De motor van hun ontwikkeling komt van binnenuit. Het kind is vanaf de geboorte rijk aan mogelijkheden, krachtig en creatief. We zien het als een belangrijke en spannende taak om de kinderen hierbij te begeleiden. De pedagogische medewerkers sluiten aan bij de actieve manier waarop kinderen leren. Ze kijken goed naar de kinderen en spelen in op het eigen tempo en de eigen wijze van leren van elk kind. Ze helpen kinderen om van elkaar te leren en samen te werken. Ze grijpen de kansen aan die zich voordoen en creëren zelf kansen om de kinderen nieuwe ervaringen te laten opdoen. We willen dat de kinderen elke dag nieuwe ontdekkingen kunnen doen, binnen maar zeker ook buiten. We heten niet voor niets TintelTuin.
Tijdens het verschonen merkt Iris, dat Yari (11 maanden) steeds met veel enthousiasme naar haar bewegende haar grijpt. Ook de luier, die ze hem laat zien voor ze hem omdoet, wil hij pakken. Lachend geeft ze zich gewonnen. Yari brengt haar op een idee. Als ze even later klaar is met verschonen en Yari samen met de andere baby’s op de babyspeelmat is, pakt zij de bellenblaasset. Langzaam blaast Iris de bellen over de zittende en liggende baby’s… en al snel gaan de eerste grijparmpjes de lucht in! Ze hoort Yari’s blije kreetjes boven alles uit!
Samenwerking met ouders De aandacht, zorg en interesse voor de kinderen is wat ouders en TintelTuin bindt. De ouders zijn de opvoeders van de kinderen die het kinderdagverblijf bezoeken, zij zijn de eerstverantwoordelijken voor hun eigen kind. In de kinderdagverblijven worden de kinderen begeleid volgens de in de organisatie afgesproken pedagogische visie: wij leveren een bijdrage aan de opvoeding van het kind. In het strategisch beleid formuleert Tinteltuin een balans te zoeken in de belangen van ouders en kind.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 4 van 21
mei 2010
Onze ervaring is dat deze belangen in de meeste gevallen gelijk oplopen: ouders willen pedagogisch verantwoorde kinderopvang, net als wij. Vanuit de verantwoordelijkheid van ouders voor hun kind, worden zij betrokken bij de opvoeding op het kinderdagverblijf. We streven naar een optimale informatie-uitwisseling tussen kinderdagverblijf en ouders. Waar sprake is van onduidelijkheid over onze pedagogische aanpak willen we onze keuzes zorgvuldig toelichten. In geval van het uiteenlopen van belangen tussen ouders en kind, streven wij naar constructieve communicatie die leidt tot oplossingen-op-maat. Daarbij streven we naar win-win situaties: we willen in overleg met ouders komen tot een aanpak die zowel tegemoetkomt aan hun wensen en overtuigingen als aan het welbevinden en de ontwikkeling van hun kind. Waar díe geschaad dreigen te worden, kiezen wij voor de belangen van het kind. Pedagogisch medewerkers houden het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen zorgvuldig in de gaten. Een schriftelijk verslag hiervan wordt met de ouders besproken.
De moeder van de 2-jarige Jesse komt haar zoon halen. “Hallo”, zegt pedagogisch medewerker Fatma. “Heb je een prettige dag gehad in je winkel?”. “Ja, lekker veel verkocht vandaag. En hoe is het hier gegaan?” Fatma vertelt dat ze vandaag met de kinderen met Wasco heeft getekend. “Jesse moest even op gang komen, maar toen vond hij het prachtig. Vooral van het rode krijtje kon hij geen genoeg krijgen. Hij was ook de hele dag in een goede bui. Is hij thuis ook zo opgewekt”. “Ja”, zegt zijn moeder, "ik heb het idee dat hij nu echt aan het nieuwe huis gewend is, hij slaapt ook weer goed, hè manneke?” Jesse en zijn moeder nemen afscheid van Fatma: “Tot donderdag!”
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 5 van 21
mei 2010
Deel 2: Uitwerking emotionele veiligheid TintelTuin werkt aan de emotionele veiligheid door ervoor te zorgen dat de kinderen zich bij ons gewaardeerd en geliefd voelen. We bieden deze veiligheid door te werken met vaste stamgroepen waar vaste, sensitieve pedagogisch medewerkers werken. Zij gaan met elk kind een persoonlijke relatie aan. Ze gaan op een positieve, ondersteunende manier met de kinderen om. Emoties zoals boosheid en verdriet van kinderen worden begrepen en geaccepteerd. De kinderen weten dat de pedagogisch medewerker hen kent en waardeert zoals ze zijn. Pedagogisch medewerkers werken actief aan de samenhang binnen de groepen zodat de kinderen zich geborgen weten in de groep met de andere kinderen en plezier hebben met elkaar. Stamgroepen hebben een eigen, vertrouwde ruimte waarin de kinderen zich thuis kunnen voelen. Als kinderen daar aan toe zijn, kunnen ze hun wereld vergroten door ook gebruik te maken van andere ruimtes in het kinderdagverblijf, bijvoorbeeld door te gaan spelen in een aangrenzende groep. Er is een vaste dagindeling en er zijn vaste regels, waaraan de kinderen houvast hebben. Deze structuur wordt soepel gehanteerd, aangepast aan de behoeftes van de kinderen. De pedagogisch medewerkers hebben dagelijks contact met de ouders. Daardoor merkt het kind dat er een verbinding is tussen thuis en kinderdagverblijf. Voor een kind dat sinds kort een kinderdagverblijf bezoekt, moet het gevoel van veiligheid nog worden opgebouwd. Pedagogisch medewerkers besteden daarom veel aandacht aan het wennen van kinderen en ouders, zodat ze de kinderen leren kennen en een band opbouwen met hun ouders. Op veel kinderdagverblijven wordt gewerkt met fotobladen waar situaties van thuis op te zien zijn. Dit is een brug van het kinderdagverblijf naar de thuissituatie en het biedt veel mogelijkheden voor gesprekken met de kinderen.
Het is maandagochtend vroeg, als Boris (2,5 jaar) met zijn moeder de groep binnenkomt. Zich half achter haar verschuilend, schuifelt hij achter zijn moeder aan. Zijn gezicht staat sip en hij houdt zijn brandweerauto stevig onder zijn arm geklemd. Daar loopt Marja, pedagogisch medewerker op zijn groep, al op ze af. “Goedemorgen Boris! Hoi Suzan, begroet ze hen, Wat zijn jullie lekker vroeg!” Ze buigt zich voorover naar Boris en zegt: “Hé man, wat zie ik nu? Heb je er nog niet zo’n zin in? Boris kijkt haar voorzichtig aan, zijn mond nog in een strakke streep. En wat heb je nu bij je? Wat een mooie brandweerauto is dat! Mag ik eens kijken?”. Aarzelend laat Boris de auto zien, frummelt wat aan een deur die daarop soepel openzwiept. “Wauw!”, zegt Marjan, "dat is gaaf!” Op Boris, gezicht breekt nu de zon door, hij lacht, zet de auto op de grond en laat hem rijden. “Goed weekend gehad, Suzan?”, vraagt Marjan Boris’ moeder, die haar spelende zoon nakijkt…”Ja zeker, heel gezellig, en dan is het voor Boris altijd weer moeilijk om de week te beginnen”. “Ja”, zegt Marjan, “dat is Boris, geen probleem hoor je ziet hij speelt alweer!”
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 6 van 21
mei 2010
Deel 3: Uitwerking ontwikkelen en leren - werken aan pedagogische doelen en competenties van kinderen Samenhang en overlap Wij gaan uit van een holistische benadering van kinderen. Dat wil zeggen dat voelen, bewegen, spelen, leren, praten en denken bij kinderen tegelijkertijd gebeurt. Hun manier van leren en de doelen en competenties die ze ontwikkelen, hangen samen en overlappen elkaar.
Martijn (18 maanden) kijkt naar de iets oudere Tessa. Zij klimt op een kussen en glijdt er op haar billen weer af, onder het roepen van “Woeps af”. Martijn gaat haar, voorzichtig, nadoen. Hij botst daarbij tegen Tessa op, die boos wordt. Pedagogisch medewerker Gerard kijkt van een afstandje of het goed gaat. Kort daarna staan beide kinderen op, kruipen samen op het kussen en glijden tegelijk naar beneden, terwijl ze samen lachend “Woeps af!” roepen. In deze situatie van een paar minuten zien we bij Martijn tegelijkertijd: imiteren, bewegen, zelfvertrouwen opbouwen, samen spelen en praten. In het pedagogisch beleid sluit TintelTuin aan op de indeling zoals die wordt gehanteerd in de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang en in het Pedagogisch kader. We willen de kinderen bieden: -
Emotionele veiligheid (beschreven in deel 2) Ontwikkeling van sociale competentie Ontwikkeling van persoonlijke competentie Overdracht van waarden en normen, morele competentie
Sociale competentie Wij besteden veel aandacht aan de sociale competentie. In de eerste plaats door ervoor te zorgen dat de kinderen zich veilig voelen in de groep en zich deel voelen van de groep. Het samen spelen en eten in de kinderdagverblijfgroep, met en zonder pedagogisch medewerker erbij, geeft de kinderen heel veel mogelijkheden om te leren samenleven en wij spelen daar actief op in. Daarom bespreken we deze competentie als eerste. We hebben vaste, gezellige groepsrituelen bij eten en drinken, naar bed gaan en verjaardagen vieren. Er is op de groepen veel aandacht voor sociale attentie, aandacht voor elkaar. Bijvoorbeeld door het ophangen van foto’s van de kinderen en door samen te praten over wat een ander kind heeft gemaakt, gedaan of beleefd. We stimuleren de kinderen om elkaar te helpen. In verticale groepen komt dit sterk naar voren door het grote leeftijdsverschil, zo helpen veel peuters graag mee bij het aankleden van baby’s. Het samen spelen in kleine en grotere groepen wordt actief door pedagogisch medewerkers gestimuleerd. Kinderen krijgen samen kleine opdrachtjes om bijvoorbeeld een bordje uit de naburige groep te lenen. TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 7 van 21
mei 2010
Kinderen worden begeleid in het verwoorden wat ze willen en wat niet. Dit vergroot voor de kinderen de mogelijkheden om samen te spelen, of alleen te spelen als ze daarvoor kiezen.
Drie peuters hebben midden in de groep wat stoelen neergezet, in een rijtje achter elkaar. “Wij gaan met de trein”, roepen ze triomfantelijk. “Wij gaan NU weg”! Op een afstandje staat Nadir (2,5 jaar), er naar te kijken. “Hé Nadir”, zegt Miranda, “wat doen ze daar?" Het is een trein, zie je dat?” Nadir knikt. “En”, vraagt Miranda, “wil jij ook mee in de trein”? Als antwoord geeft Nadir haar een hand. “Gaan we samen in de trein, wil je dat?”, vraagt Miranda. Nadir knikt, bijna onmerkbaar en trekt Miranda in de richting van de trein. Er is aandacht voor omgaan met conflicten. Pedagogisch medewerkers grijpen in als ze zien dat de emotionele of fysieke veiligheid van kinderen in gevaar komt. In andere gevallen gaan ze eerst na of kinderen zelf tot een oplossing kunnen komen. Het oplossen van een botsing met een ander kind is een belangrijke leerervaring. Pedagogisch medewerkers geven de kinderen handvatten voor het leren omgaan met andere kinderen, door ze te wijzen op oplossingen zoals om de beurt of samen met iets spelen.
Persoonlijke competentie De persoonlijke competentie van de kinderen wordt ondersteund door het bieden van uitdaging, door verruiming van de leefwereld van de kinderen en door ruimte voor ontplooiing. De pedagogisch medewerkers laten in onze omgang met de kinderen merken dat elk kind uniek is. Ze gaan uit van de eigen kracht van elk kind en bieden de ondersteuning die dit kind nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. Kinderen krijgen volop ruimte om zelf ontdekkingen te doen. Een belangrijk uitgangspunt is daarbij het versterken van de zelfstandigheid van de kinderen. Kinderen worden als ze daar aan toe zijn, gestimuleerd om actief deel te nemen aan het aan- en uitkleden, om zelfstandig te eten en om te helpen bij het tafeldekken. Dit versterkt hun gevoel van eigenwaarde, waardoor ze gesterkt worden om actief de wereld te gaan ontdekken.
Lunchtijd! Aan tafel zitten 6 peuters en Paul, hun pedagogisch medewerker. De tafel is gezellig gedekt, op ieders plek ligt een placemat met hun eigen foto erop. De bloemen die ze vanochtend in het park geplukt hebben, staan er, en in het midden een mandje met brood en twee kleine, rare kannetjes. “Kijk”, zegt Paul, “Hier is de melk". Maar die ga ik vandaag niet inschenken!” ’’Waarom niet? Ik wil melk!”, protesteert Murat. “Ik ook!”, valt Tom de onbetwiste leider van het stel hem luid bij. “Ja, ja, heren. Ik hoor jullie. Jullie krijgen melk! Ik doe het hierin, kijk maar!” En hij schenkt de melk uit het pak in die kleine kannetjes. “Vandaag mogen jullie zelf je melk in de bekers schenken; kijk.. zó!” En hij vult zijn eigen beker.“Wie wil als eerste? Ga je gang!” Doordat de groepsruimte en andere speelruimtes (hal, buitenspeelplaats) op een doordachte manier zijn ingericht, worden kinderen geprikkeld tot spelen en ontdekken. Daarbij wordt aandacht besteed aan verschillende ontwikkelingsniveaus en verschillende interessegebieden, van klim- en klautermogelijkheden tot gezelschapsspelen. In het dagprogramma is ruimte voor vrij en georganiseerd spel. Bij de georganiseerde activiteiten wordt aandacht besteed aan alle ontwikkelingsgebieden door middel van activiteiten zoals kleien, memorie, muziek maken en dansen. Tijdens verzorging en spel benutten de pedagogisch medewerkers de mogelijkheden om op de kinderen in te spelen en ze uit te dagen.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 8 van 21
mei 2010
We proberen met de kinderen te communiceren op een manier die de kinderen volgt en tegelijkertijd nieuwe impulsen geeft aan hun cognitieve ontwikkeling en andere ontwikkelingsaspecten. Alle kinderen worden individueel en groepsgewijs gevolgd en begeleid op alle gebieden: - Cognitieve competenties, zoals: Begrijpen en benoemen, oorzaak-gevolg, ordenen en meten. - Emotionele competenties, zoals: Vertrouwen in jezelf en in anderen, omgaan met gevoelens. - Motoristzintuiglijke competenties, zoals: Kruipen, springen, een toren bouwen, ruiken, voelen. - Taal en communicatieve competenties, zoals: Praten en begrijpen, beurt nemen en geven. - Expressieve en beeldende competenties, zoals: Dansen, muziek maken, verkennen van materialen, verven.
Overdracht van waarden en normen, morel competentie Wij bieden in onze kinderdagverblijven een omgeving waar kinderen worden opgevoed, naast hun thuismilieu. Daarbij is socialisatie of culturalisatie, overdracht van normen en waarden een vanzelfsprekend onderdeel. Leren omgaan met conflicten is eigenlijk het leren omgaan met tegengestelde belangen. Pedagogisch medewerkers leren de kinderen oog te hebben voor andere kinderen en helpen ze met het vinden van oplossingen voor botsingen. Dit zijn voor de kinderen de eerste lessen in democratisch samenleven. Belangrijk is ook de aandacht en waardering voor onderlinge verschillen en overeenkomsten.
Aan tafel vertelt Aziza: “Bij opa en oma eten we samen couscous uit één schaal. En dan mag je zonder vork en mes met je handen eten”. “Dat lijkt me heel gezellig”, zegt pedagogisch medewerker Sharon. “Wat raar”, roept Timothy. “Vind je dat raar?,” zegt Sharon, “Weet je, niet iedereen eet op dezelfde manier. Ik vind het trouwens ook wel leuk om af en toe met mijn handen uit de pan te eten, mosselen bijvoorbeeld”. Pedagogisch medewerkers proberen een brug te slaan tussen thuis en het kinderdagverblijf door veel contact te onderhouden met ouders en door gebruik te maken van foto’s en verhalen. In sommige groepen wordt dit geconcretiseerd in het samenspelen van gezonde kinderen met kinderen met een beperking en in het doen van activiteiten met ouderen. Belangrijke waarden als verantwoordelijkheid en saamhorigheid zijn onderdeel van de dagelijkse omgang en komen de hele dag door tot uiting in het gedrag van de pedagogisch medewerkers. Zijzelf zijn gedurende de dag het voorbeeld waar de kinderen zich aan spiegelen in de manier waarop ze kijken, praten, stimuleren en bijsturen.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 9 van 21
mei 2010
Deel 4: Pedagogische inzet Onze pedagogisch medewerkers zijn de spil waar het pedagogisch beleid om draait. Hun inzicht en begrip voor de kinderen en de manier waarop zij met de kinderen omgaan, bepaalt de kwaliteit van onze kinderdagverblijven. Zij zorgen ervoor dat de kinderen zich veilig en prettig voelen, zij begeleiden de kinderen bij het leren en ontwikkelen. Daarom beginnen we dit gedeelte van het pedagogisch beleid met de beschrijving van de kwaliteiten die onze pedagogisch medewerkers daarbij gebruiken. Centraal hierbij staat het positief handelen. Dit is de rode draad die overal in onze pedagogische werkwijze is terug te vinden. Verder wordt in dit deel aandacht besteed aan andere belangrijke factoren: de omgeving, het dagritme en de groepssamenstelling. TintelTuin werkt met concrete en duidelijke handvatten waardoor de pedagogisch medewerkers hun werk goed kunnen uitvoeren.
De rol van de pedagogisch medewerker Sensititieve responsiviteit De pedagogisch medewerkers zijn gevoelig voor wat de kinderen bezighoudt en reageren daar op een passende wijze op (sensitieve responsiviteit). Als een kind contact zoekt, gaan ze daar zo veel mogelijk en op een positieve manier op in. Doordat ze kijken naar de kinderen, wachten tot ze toe zijn aan contact en luisteren naar wat ze willen vertellen (ook in lichaamstaal) voelt elk kind zich opgemerkt en begrepen. De pedagogisch medewerkers hebben plezier in wat de kinderen doen en laten dat merken en ze nemen de tijd om met ze te communiceren bij het spelen en de verzorging. Jonge kinderen hebben soms heftige emoties. Ze uiten hun vermoeidheid, boosheid of spanning door huilen, schreeuwen, dwars doen of zich terugtrekken. Wij begrijpen dat het kind het moeilijk heeft en reageren met aandacht en ondersteunend gedrag. Dit biedt rust aan het kind en de pedagogisch medewerker kan dan uitzoeken hoe ze dit kind verder kan helpen.
“Stomme schoen!”, schreeuwt Cheniva. Haar gezicht loopt rood aan en ze trappelt, al zittend, met haar voeten op de grond. “Ik kan het niet!”. Naast haar liggen twee gympen. Roos ziet haar worstelen. “Oh, wat ben jij boos Cheniva!”, zegt ze terwijl ze naast haar op de grond gaat zitten. “Ik wil niet meer!”, schreeuwt die opnieuw. “Nee, dat hoor ik”, zegt Roos op kordate toon. “Jij wilt zeker niet! Wat is er aan de hand?” “Die schoen is stom!” zegt Cheniva. En kwakt de schoenen naast Roos op de grond. “Nou nou”, zegt Roos, “wat is er nou met die schoen?" Gaat het niet?” “Neehee”, begint Cheniva te snikken en zakt tegen Roos aan. Die slaat haar arm om Cheniva heen en laat haar eerst maar eens rustig bijkomen. “Huil maar even hoor, dan kijken we straks wel naar die schoen”, zegt ze rustig.
Respect voor de autonomie van het kind Als een baby van een paar maanden voor het eerst in een van onze kinderdagverblijven komt, is hij afhankelijk van ons voor het vervullen van zijn basisbehoeftes. Naarmate kinderen ouder worden, kunnen ze meer zelf. Toch heeft ook de heel jonge baby al behoefte aan autonomie: invloed op de dingen die er om je heen gebeuren, greep hebben op wat er met je gebeurt.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 10 van 21
mei 2010
De pedagogisch medewerker gaat in op die behoefte: ze geeft het kind controle waar dat mogelijk is. Zo maakt ze eerst oogcontact en vertelt wat ze gaat doen voor ze een baby optilt om hem te verschonen. De pedagogisch medewerkers leren de kinderen om dingen zelf te doen: speelgoed pakken, handen wassen, brood smeren. En als een kind daar niet aan toe is of een keer geen zin heeft, zullen ze hem zeker helpen: ingaan op vragen van kinderen is ook een vorm van respecteren van autonomie. Pedagogisch medewerkers geven kinderen de gelegenheid om zelf plannen te maken, oplossingen te bedenken en keuzes te maken. Daarbij houden ze rekening met het ontwikkelingsniveau van de kinderen: ze laten dreumesen kiezen uit twee of drie mogelijkheden. Kinderen krijgen de gelegenheid om bij te dragen aan de groep door te helpen met afwassen of door samen een afscheidsschilderij te maken. Ze voelen zich dan groot en de moeite waard en daardoor wordt hun persoonlijke competentie versterkt.
Pedagogisch medewerker Carla komt even buurten in het winkeltje. Ze vraagt aan de peuters die daar spelen, of ze een brood kan kopen. Een van de peuters zegt verontwaardigd:”Wij zijn een tassenwinkel”. “O, sorry” zegt Carla, “dan heb ik me vergist. Maar ik heb eigenlijk ook een tas nodig. Hebben jullie ook een rode tas voor mij?”
Praten, uitleggen en luisteren Omdat jonge kinderen vooral communiceren met lichaamstaal, zijn de pedagogisch medewerkers daar zeer alert op. Een huilende baby probeert iets te vertellen en zij proberen er achter te komen wat dat is. pedagogisch medewerkers maken veel gebruik van deze non-verbale communicatie: ze troosten een kind door het op schoot te nemen, lachen mee met een vrolijk kind, gaan op ooghoogte zitten om met een kind te praten. Maar taal is ook al snel heel belangrijk. We willen kinderen leren zichzelf te leren kennen en de wereld om hen heen te begrijpen. Daarvoor gebruiken we de taal. Pedagogisch medewerkers geven woorden aan wat ze zien bij het kind: “Je doet je vingertjes in je mond” en aan wat hij meemaakt: “Je schrok een beetje toen Mandy binnenkwam, hè?” Ze vertellen ook aan de kinderen wat ze doen en gaan doen. De kinderen krijgen daardoor grip op wat er gebeurd en na een tijdje kunnen ze ook zelf vertellen wat ze willen. Pedagogisch medewerkers luisteren met aandacht naar wat de kinderen proberen te vertellen en reageren daar op door antwoord te geven, vragen te stellen en de taal van de kinderen te verrijken. Bij het samenspelen met de kinderen introduceren ze soms nieuwe elementen en praten daarover met de kinderen: “Zou deze pop ziek zijn? Hoe komen we daar nou achter?” Door vragen stellen en suggesties doen, stimuleren ze de cognitieve competenties en de taalontwikkeling van de kinderen.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 11 van 21
mei 2010
Pedagogisch medewerker Monica zit met een groepje peuters taartjes te bakken in de zandbak. Monica zegt: “Ik ging gisteren naar de markt, en je raadt nooit wie ik daar zag”. Ze kijkt rond en ziet Tim enthousiast bewegen: “Ik, ik” zegt hij. “Ja, zegt Monica, ik zag Tim. Met wie was je ook al weer, Tim?” “Papa en Sonia”, zegt Tim. “Ja, pappa en je grote zus, hè?. Toen heb je me laten zien dat jullie meloen hadden gekocht, weet je nog?” Tim knikt enthousiast. Muriel zegt “Ik vind ook meloen lekker. Voor toe bij het eten”. “O ja?”, vraagt Monica, “eten jullie die als toetje bij het eten?" En krijg je tussendoor ook wel eens een stukje meloen?”
Structuur en rituelen De pedagogisch medewerkers zorgen voor een duidelijke structuur. Die structuur komt naar voren in de dagindeling, de indeling van de ruimte, in rituelen en in regels. Door de structuur krijgen de kinderen duidelijkheid: na het eten ruimen we samen de tafel af, in die hoek kun je een autobaan neerleggen, ik mag op de gele fiets als Tess een rondje heeft gereden. Rituelen helpen de kinderen om de structuur te onthouden en om te weten wat er van ze wordt verwacht: een liedje aan het begin van de maaltijd, je kleren in je mandje leggen voor het slapengaan. Op alle groepen gelden regels. Een klein aantal duidelijke regels geeft de kinderen houvast. Regelmatig houden de pedagogisch medewerkers de regels tegen het licht: zijn het er niet te veel, zijn ze echt nodig, zijn ze begrijpelijk? Regels worden flexibel toegepast en als er wordt afgeweken van een regel, wordt dat aan de kinderen uitgelegd: Samantha snapt nog niet dat ze aan tafel moet komen; of: vandaag doen we een spel waarbij we op de stoelen mogen staan. De regels zijn zo veel mogelijk positief geformuleerd: om de beurt, elkaar helpen. We beschouwen een positieve sfeer in de groep als basis. Negatieve regels zijn er alleen voor gevaarlijke situaties: elkaar geen pijn doen, niet op het hek klimmen. Als kinderen iets doen wat niet mag, gaan de pedagogisch medewerkers daar op een positieve manier mee om. Ze proberen te begrijpen waar dit gedrag vandaan komt. Ze geven dan suggesties voor ander gedrag en geven zo nodig de regel aan. Als kinderen lekker bezig zijn, laten de pedagogisch medewerkers merken dat ze dat waarderen. Daardoor leren kinderen op een positieve manier hoe ze zich het beste kunnen gedragen. De pedagogisch medewerker heeft een voorbeeldfunctie: zij behandeld de kinderen zoals ze wil dat de kinderen met elkaar omgaan.
De kinderen van de verticale groep van Tinka hebben lekker buiten gespeeld. Nu gaan ze weer naar binnen. De snelste kinderen staan al voor de deur te springen. Want iedereen kent het overgangsritueel: het zand van je schoenen af springen en daarbij zingen: “Zand, zand, je mag niet in het pand”. Tinka zegt: “Prima jongens, het zand blijft buiten en wij gaan rustig naar binnen.”
Ondersteunen van de relaties tussen kinderen TintelTuin vindt het samenzijn van de kinderen een belangrijk pluspunt van kinderopvang. We gaan daar op een actieve manier mee aan de gang. Pedagogisch medewerkers stimuleren de sociale attentie van de kinderen voor elkaar. Ze introduceren nieuwe kinderen nadrukkelijk in de groep en nemen persoonlijk afscheid van kinderen die de groep verlaten. De vertrouwde rituelen versterken de relaties binnen de groep. TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 12 van 21
mei 2010
Binnen deze rituelen is veel aandacht voor elkaar: wie mag het volgende liedje kiezen, wie is er vandaag ziek, jij hebt ook smeerworst net als Anouk. De pedagogisch medewerkers versterken de onderlinge relatie en geven daarnaast de kinderen ruimte om alleen te spelen. De kinderen wordt geleerd om anderen met rust te laten als die even geen behoefte hebben aan contact. Pedagogisch medewerkers stimuleren het samenspel van de kinderen en respecteren dit door niet onnodig binnen te dringen in dat spel. Ze geven de kinderen de gelegenheid om hun onderlinge botsingen samen op te lossen omdat kinderen daar van leren hoe ze met anderen om kunnen gaan. Hierbij hanteren ze de slogan: doe niet voor de kinderen wat ze zelf kunnen doen. De pedagogisch medewerkers geven de kinderen ruimte voor het zelf bedenken van oplossingen. Ze bieden steun door het stellen van vragen (Wilde jij ook graag met auto spelen?) en het helpen bij het vinden van door de kinderen geaccepteerde oplossingen (Is het een goed idee als we er nog een pop bij zoeken?). Natuurlijk zorgen ze altijd voor een veilige omgeving waarin de kinderen weten dat ze beschermd worden tegen agressie en pijn.
Marleen, Wobke en Sirela (allen 3 jaar) spelen in de huishoek. Er is een theevisite gaande met poppenkinderen. Pedagogisch medewerker Donna ziet hoe ze opgaan in hun spel. Dan ziet ze de 2-jarige Niels hun kant uit banjeren. Ze gaat naar hem toe en zegt: “Wat wil jij gaan doen, Niels?” Niels wijst “Da, pop”. “O, je wilt meespelen met de poppen. We zullen even vragen of dat kan”. Met Niels gaat Donna naar de meisjes en ze vraagt of Niels mee kan spelen. “Wij zijn op damestheevisite. Dus dat kan nu niet”, zegt Wobke. “Dat begrijp ik”, antwoordt Donna. “Maar Niels wil graag met de poppenwagen spelen, hè Niels? Kunnen jullie er een missen?” Na enig overleg geven de dames een poppenwagen met pop aan Niels. Donna neemt samen met Niels afscheid van de damestheevisite en gaat met Niels en de poppenwagen spelen. Al snel komt er een ander kind bij, dan trekt Donna zich terug en gaan de twee kinderen verder met het in en uit de wagen halen van de pop.
Voorwaarden scheppen voor spelen en leren De pedagogisch medewerkers observeren de kinderen en merken daardoor op welke manier ze deze in hun ontwikkeling kunnen ondersteunen. Soms heeft een kind individueel een klein steuntje in de rug nodig, soms merken ze dat de groep als geheel wel wat impulsen kan gebruiken. Pedagogisch medewerkers maken actief gebruik van mogelijkheden om gevarieerd spel van de kinderen te ondersteunen. Zijn sommige kinderen uitgekeken op het fietsen? Dan halen we vandaag de hoepels eens uit de schuur. In de groepsruimtes en gezamenlijke speelruimtes (hal, buitenruimte) hebben we speelplekken gemaakt, waar kinderen in kleine groepjes ongestoord kunnen spelen zoals een poppenhoek, een bouwhoek, een leeshoek, een zandbak. De speelplekken zijn duidelijk herkenbaar voor de kinderen, ze nodigen uit om er te gaan spelen. TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 13 van 21
mei 2010
Regelmatig brengen de pedagogisch medewerkers kleine veranderingen aan, waardoor het vertrouwde nieuw en interessant wordt: een schaal met echt fruit in de keukenhoek, de auto’s op kleur gesorteerd bij de garage. De organisatie van de dag is er mede op gericht om te zorgen dat de kinderen interessante en leuke ervaringen opdoen. De kinderdagverblijven bieden centrumbrede activiteiten aan, waarbij kinderen uit verschillende groepen kunnen meedoen aan aangeboden activiteiten. Dat kan variëren van het bakken van broodjes tot het uitvoeren van een hindernisbaan. Om dit goed te laten lopen, werken de pedagogisch medewerkers van verschillende groepen samen.
“Zeg, Josine”, zegt pedagogisch medewerker Irma tegen haar collega, “Volgens mij moet ik even met deze boenders naar de hal”. Ze wijst op enkele 2-jarigen, die stampend door de groepsruimte gaan en daarbij een hoop onrust veroorzaken. “Dat lijkt me een goed idee”, zegt Josine, “Dan kunnen wij intussen rustig met onze treinbaan verder”. Irma gaat met 4 dreumesen naar de hal, waar een stapel grote speelkussens ligt naast de glijbaan. Snel maakt ze er een klim- en klauterparcours van. De kinderen genieten van het samen bewegen en lachen en leven zich heerlijk uit.
Kansen grijpen en kansen creëren De manier waarop kinderen leren is voor TintelTuin het startpunt. Daarom geven de pedagogisch medewerkers alle gelegenheid aan de kinderen om te leren met hun hele lijf, op hun eigen manier en in hun eigen tempo. Ze stimuleren de kinderen om te verkennen en te beleven: het voelen van plaksel is veel belangrijker dan het uiteindelijke plakwerk. Sommige kinderen leren vooral door te imiteren, of kijken eerst heel goed wat er gebeurt, daarvoor krijgen ze bij ons alle ruimte. Kinderen leren ook heel veel van elkaar. We zien ze samen experimenteren, spelletjes verzinnen en grapjes maken en laten merken dat we dat waarderen. De pedagogisch medewerkers grijpen de kansen die ze zien om met de kinderen te praten, te onderzoeken, te helpen bij hun leerproces.
Pedagogisch medewerker Monique helpt Vincent van 1,5 met uitkleden. “Kom, we doen eerst je trui uit. Doe jij even je armen omhoog?” Vincent steekt zijn armen in de lucht. “Goed zo. Doe die maar in je mandje”. Vincent begint aan zijn schoenen te trekken. “Ja, goed zo, nu zijn je schoenen aan de beurt. Kijk, ik doe ze een beetje los en nu kun jij ze zelf uittrekken. Je mooie rode schoenen. Wat kun je dat al goed!” En zo stimuleert Monique tussendoor even de taalontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling en versterkt ze de zelfstandigheid, autonomie van Vincent. Ze creëren ook kansen voor de kinderen om iets te beleven en te leren. Ze organiseren dagelijkse grote en kleine activiteiten. Ze schilderen, maken muziek, doen een verstopspelletje. Ook buiten zijn ze gericht op het stimuleren van ontdekkingen en ervaringen. Ze zoeken samen met de kinderen bladeren in het park, praten over de verschillen in kleur en vorm en gaan ze later op een groot vel plakken. Ze geven een dreumes de gelegenheid om een heuveltje op te klimmen en organiseren hun eigen Tour de France met een paar pionnen en een streep van krijt. Ook creëren de pedagogisch medewerkers veel gelegenheid voor de kinderen om samen te werken en iets voor de groep te doen: planten verzorgen, slingers maken voor een feest, jongere kinderen laten zien hoe je de garagelift omhoog doet.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 14 van 21
mei 2010
Positief leiding geven Om de kinderen veiligheid te bieden en om hun dag goed te laten verlopen, geven de pedagogisch medewerkers leiding aan de groep: ze geven aan wat de regels zijn, ze bepalen wanneer er gegeten gaat worden en wie het eerste een schone luier krijgt. Bij deze manier van leiding geven, gaan ze uit van de behoeften van de kinderen: zijn ze nog lekker aan het spelen, dan gaan we tien minuten later eten. Bij het verzorgen van een baby bepaalt de pedagogisch medewerker het moment. Tijdens het verschonen zelf bepalen kind en volwassene samen wat er gebeurd en delen ze de leiding. Bij het vrije spelen bepalen de kinderen het spel en zijn wij volwassenen te gast. Pedagogisch medewerkers hebben de leiding bij georganiseerde spelletjes en activiteiten door uit te nodigen, aanwijzingen te geven en voor te doen. En vooral door kinderen de ruimte te geven om hun eigen invulling te geven. Ze geven leiding door duidelijkheid en veiligheid te bieden, door betrouwbaar en voorspelbaar te zijn. De kinderen merken niet dat er leiding wordt gegeven, ze voegen zich omdat hun dag prettig en natuurlijk verloopt.
Meestal spelen de kinderen in de groep van Sacha lekker tot een uur of half 10. Nu is het om 9 uur een rommelig geheel, veel kinderen lijken hun draai niet vinden. Sacha zegt tegen een paar kinderen; “Jongens, ik heb een hele wasmand vol schone was. Willen jullie me helpen om die op te vouwen?” Dat is een goed plan. De kinderen halen samen de wasmand en zetten hem bij de tafel neer. Al gauw is een groot deel van de kinderen aan het helpen. Er wordt vrolijk gebabbeld over de kleuren, over dat het opvouwen van een slaapzak moeilijker is dan een handdoek, en het blijkt dat de kinderen thuis ook handdoeken en theedoeken hebben. Sacha leidt de opvouwbrigade, maar laat ze het op hun eigen manier doen. Uiteindelijk mogen enkele kinderen de spullen in de kast leggen. Sacha zegt “Zo, dat hebben we samen mooi gedaan. Dank jullie wel. En nu gaan we maar eens fruit eten. Hebben jullie daar zin in?”
Binnen- en buitenruimtes en materiaal Het kinderdagverblijf is voor veel van de kinderen de plaats waar ze hele dagen doorbrengen: spelen, ontmoeten, eten, slapen en leren. Daarom bieden het gebouw en de buitenruimte in de eerste plaats een gevoel van veiligheid en vertrouwdheid: kinderen voelen zich er thuis. Ze weten waar ze kunnen knutselen, rennen, naar de WC kunnen, een boekje lezen. De kleuren en de materialen zijn rustgevend en sfeervol. Onze positieve benadering van de kinderen is ook te zien in onze gebouwen. Natuurlijk houden we ook rekening met de fysieke veiligheid en gezondheid van kinderen en personeel: zo wordt er gelet op een goed binnenklimaat en op veilige afwerking en inrichting van de gebouwen. Ook spelmateriaal voldoet aan veiligheidseisen: geen splinters aan de blokkenstoof, kraaltjes ver weg van de baby’s. TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 15 van 21
mei 2010
We vinden het belangrijk dat de kinderen bij ons veel kunnen beleven en hun eigen grenzen durven verkennen. Daarom zijn we steeds op zoek naar een evenwicht tussen de uitdaging die kinderen nodig hebben en de veiligheid die we ze willen bieden. Kinderen krijgen zelfvertrouwen als ze merken dat ze moeilijke of ‘enge’ dingen kunnen. Ook is het belangrijk dat ze veel verschillende ervaringen kunnen opdoen. Sjouwen met boomstammen en balken: daar wordt je sterk van, je kunt er samen met je vriendjes grote plannen mee uitvoeren en ja, er kan ook een splinter in je hand komen. Gelukkig is de pedagogisch medewerker dan in de buurt, met een pincet. De binnen- en buitenruimtes bieden mogelijkheden voor samen en alleen zijn, voor rust en actie. De meeste kinderen zijn liever in kleine dan in grote groepen. Daarom bieden we veel mogelijkheden om met een kleine groep te eten en te spelen. Het gebouw, de buitenruimte en de inrichting zijn ingesteld op het versterken van de zelfstandigheid van de kinderen. Kinderen kunnen zelf bij de kraan om hun handen te wassen, klimmen onder toezicht op de aankleedtafel en kunnen hun eigen jas pakken.
Monnie gaat al zelf naar de WC. Na het plassen, gaat ze haar handen wassen bij de kraan. Ze droogt haar handen af aan de laatste handdoek en roept naar de pedagogisch medewerker: “”Jantine, de handdoeken zijn op ”. Jantine antwoordt: “Oké, Monnie, kun jij even nieuwe halen?”. Monnie gaat naar de huishoudelijk medewerker en vertelt haar dat er handdoeken nodig zijn. Samen pakken zij een stapeltje uit de voorraadkast. Trots roept ze Jantine: “ik heb ze, hoor!” Jantine lacht:”Fijn, dank je wel” en doet de handdoeken in de houder. Elke groepsruimte biedt mogelijkheden om te spelen en activiteiten uit te voeren. Op de meeste locaties hebben we daarnaast gezamenlijke ruimtes zoals een hal, gang of extra ruimte. Kinderen van verschillende groepen kunnen elkaar daar ontmoeten. Deze worden zo ingericht dat de kinderen extra uitdagingen tegenkomen. Wij zien de buitenruimte als onderdeel van de totale speelruimte. Buiten spelen biedt extra mogelijkheden: voelen van de elementen (de wind in je haar), lekker rennen, andere kinderen ontmoeten, ravotten en schreeuwen zonder een ander tot last te zijn. In contact komen met de natuur is bij TintelTuin belangrijk: alle kinderdagverblijven hebben hun buitenruime zo ingericht dat er van alles te beleven valt op gebied van omgang met dieren en planten, variërend van een voederplank voor de vogels tot een verstopplek in een wilgenbosje.
Door het raam hadden ze het al gezien: de bollen komen boven de grond. Nu de kinderen buiten zijn, gaan ze meteen kijken bij het tuintje. Samen met de pedagogisch medewerker zien ze hoe het groen uit de aarde is gekomen. In een van de groene sprietjes zit nog een herfstblaadje. De kinderen moeten er om lachen, nu gaat hij mee omhoog groeien. Sommige bollen zijn al hoger dan andere. Hee, maar ze zijn ook niet hetzelfde. Die kleintjes hebben streepjes en die grotere niet. Hoe zou het er morgen uitzien, en hoe volgende week? Bij het indelen en inrichten van het gebouw en de buitenruimte wordt rekening gehouden met kinderen van alle leeftijden. Baby’s krijgen veel beweegruimte en gelegenheid om elkaar te ontmoeten, onder toeziend oog van de pedagogisch medewerker. TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 16 van 21
mei 2010
Voor dreumesen en peuters is er gelegenheid om te klimmen en te stampen en om met andere kinderen te spelen met blokken, keukenspullen en zand. Ze hebben de mogelijkheid om zich te verstoppen, om fantasiespel te spelen en om samen plannen uit te voeren. Het spelmateriaal is veelzijdig en afgestemd op wat kinderen nodig hebben. Bijvoorbeeld: jonge kinderen maken grote bewegingen, dus gebruiken we grote vellen om op te schilderen. Veel van het spelmateriaal dat de kinderen tot hun beschikking hebben, biedt ze de mogelijkheid om een eigen invulling te geven. Plastic bekertjes kun je bijvoorbeeld gebruiken om te stapelen, te timmeren, tegen je oren te houden, in de vrachtwagen mee te nemen. De kinderen bepalen zelf hun spel en daarom kunnen ze zo veel mogelijk zelf het spelmateriaal zien en pakken. Van tijd tot tijd wordt er materiaal gewisseld zodat er weer nieuwe impulsen zijn voor het spel. Regelmatig wordt het spelmateriaal op de vestiging gescreend en aangepast aan de groep die op dat moment aanwezig is.
Dagritme en groepssamenstelling Dagritme Alle groepen kennen een dagritme met vaste, herkenbare onderdelen. Dat geeft de kinderen houvast: ze weten dat je na het buitenspelen je handen gaat wassen, dat je na het slapen fruit en drinken krijgt. De dag kent een afwisseling van rustige en actieve perioden, van spelen en verzorging. Het dagritme van baby’s is sterk gebonden aan de individuele ritmes van de kinderen. Hierover is veel contact met ouders, die kennen het biologische ritme van hun kind het beste. Wij proberen een verbinding te maken tussen wat de baby van thuis gewend is en de mogelijkheden van de groep. De dagindeling van dreumesen en peuters geeft mogelijkheden voor activiteiten, zoals spelen in het winkeltje, voorlezen, een schildering maken of een kringspel doen. Elke dag kent perioden van vrij spel binnen en buiten en van door de pedagogisch medewerker georganiseerde activiteiten. De activiteiten zijn afgestemd op de leeftijd en de belangstelling van de kinderen. Er worden veel en gevarieerde activiteiten aangeboden: van tekenen met stoepkrijt tot het maken van een zandkasteel buiten, van dansen op Marokkaanse muziek tot soep maken in de keuken. De dag in het kinderdagverblijf kent veel momenten die niet direct met spelen, maar meer met verzorging te maken hebben: binnenkomen, diverse keren per dag eten en drinken, verschonen, naar bed gaan. Daar tussenin vinden veel overgangen plaats. De pedagogisch medewerkers proberen alle onderdelen van de dag voor de kinderen op een logische, prettige manier te laten verlopen. Van het verschonen en het geven van een fles bijvoorbeeld maken ze een intieme activiteit, waarin de pedagogisch medewerker en het kind samen contact hebben. Het eten is voor de kinderen een prettig en gezellig moment om samen te genieten van de maaltijd en te praten. We eten zoveel mogelijk in kleine groepen om de gezelligheid en rust te waarborgen. De kinderen worden actief betrokken bij de maaltijd: tafel dekken, zelf smeren als je daar aan toe bent. De pedagogisch medewerkers gaan flexibel om met de dagindeling: als de kinderen nog heerlijk aan het spelen zijn, wachten ze nog tien minuten met tafel dekken. Ook letten ze er goed op dat ze geen tijd van de kinderen vermorsen door ze onnodig te laten wachten. TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 17 van 21
mei 2010
Groepssamenstelling Kinderen hechten zich aan de pedagogisch medewerkers en de andere kinderen. De kans dat kinderen met elkaar spelen is het grootst als ze elkaar vaak zien, als ze ongeveer even oud zijn en als ze dezelfde sekse hebben. Met vertrouwde kinderen spelen ze op een hoger niveau. Als kinderen vaak dezelfde pedagogisch medewerkers en kinderen tegenkomen (anders gezegd, als er sprake is van een hoge groepsstabiliteit), ontstaat er meer samenhang in de groep en ontwikkelen ze zich beter. Daarom houden we in ons plaatsingsbeleid waar mogelijk rekening met de behoefte van de kinderen aan vertrouwde speelkameraadjes, aan een stabiele groep. De pedagogisch medewerkers observeren de kinderen en hebben daardoor goed zicht op wat er tussen de kinderen gebeurd. Ze stimuleren vriendschappen tussen kinderen en overleggen met andere groepen als er voor een kind weinig speelkameraadjes in de eigen groep te vinden te zijn. TintelTuin kent horizontale en verticale groepen. In horizontale groepen verblijven kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd. Zij hebben daardoor veel kans op speelkameraadjes die ongeveer even oud zijn en dezelfde interesses hebben. Pedagogisch medewerkers bieden activiteiten aan die aanslaan bij een groot deel van de kinderen in de groep. Verticale groepen bestaan uit kinderen van 0 tot 4 jaar. Kinderen die als baby in een verticale groep komen, kunnen gedurende hun hele tijd op het kinderdagverblijf in dezelfde groep blijven. Dit is prettig voor kinderen en ouders. Gedurende hun verblijf in de verticale groep nemen de kinderen diverse posities in: van jongste via middelste naar oudste. Ze kunnen veel ‘afkijken’ van hun oudere groepsgenootjes. Voor peuters is het een leuke activiteit om te helpen bij de verzorging van baby’s.
Karima is al bijna 4 jaar. Ze wordt vroeg gebracht en vermaakt zich dan met puzzels of in de keukenhoek. Als baby Malon gebracht wordt, komt ze meteen naar hem toe. Ze helpt de moeder van Malon met het afdoen van zijn muts. Ze pakt alvast het mandje van Malon, want ze weet precies waar de mandjes van alle kinderen staan. Malon kraait vrolijk naar Karima en kijkt met grote ogen naar haar. Pedagogisch medewerkers op de verticale groepen gebruiken continu hun flexibiliteit en creativiteit om te zorgen dat alle kinderen voldoende aan hun trekken komen. Ze werken intensief samen, zowel binnen hun groep als met de collega’s van andere groepen. Soms spelen kinderen in een andere ruimte dan hun vaste groep. Bij het binnenkomen en voor het weggaan worden er vaak groepen gecombineerd in één groepsruimte. Overdag spelen kinderen samen met leeftijdsgenootjes in de hal, ze gaan op bezoek in een andere groep. Hierdoor doen ze interessante ervaringen op en kunnen de kinderen profiteren van een breder aanbod dan uitsluitend op de eigen groep. Er worden door pedagogisch medewerkers in onderling overleg activiteiten aangeboden waar kinderen uit verschillende groepen aan kunnen deelnemen: koekjes bakken, timmeren, de tuin verzorgen. Hierbij sluiten ze aan op de behoeftes en de mogelijkheden van de kinderen. Alleen als de kinderen zich veilig voelen in de situatie, kunnen ze een nieuw avontuur aangaan.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 18 van 21
mei 2010
Observeren en kinderen met opvallend gedrag/ zorgenkinderen De pedagogisch medewerkers kijken altijd goed naar de kinderen. Daardoor kunnen ze hun aanpak afstemmen op de behoeftes en mogelijkheden van de kinderen afzonderlijk en als groep. Alle groepen hebben regelmatige werkbesprekingen met de locatiemanager. Hierin wordt besproken hoe de groep functioneert, of alle kinderen zich prettig voelen in de groep en worden alle kinderen regelmatig individueel doorgenomen. Minstens 1 keer per jaar maken de pedagogisch medewerkers een verslag over elk kind. Dit verslag wordt gemaakt met behulp van een standaard formulier zodat bij ieder kind de algemene indruk, lichamelijke ontwikkeling, eten en drinken, verstandelijke ontwikkeling, enz. wordt beschreven. Aan de hand van dit verslag wordt een gesprek met de ouders gevoerd. Soms is het wenselijk om kinderen extra te observeren, bijvoorbeeld als de pedagogisch medewerkers de indruk hebben dat een kind zich niet veilig voelt op de groep, erg vaak conflicten heeft of achterblijft in zijn ontwikkeling. Dan wordt het Protocol omgaan met opvallend gedrag gestart. Het betekent dat het kind gedurende enige tijd extra wordt geobserveerd en er gekeken wordt naar de mogelijkheden om intern en extern advies te vragen. Dit wordt altijd gedaan in overleg met en na toestemming van de ouders. Naar aanleiding van deze observaties en eventueel advies wordt dan een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd. TintelTuin probeert voor elk kind de juiste opvangsituatie te creëren. Soms blijkt het niet mogelijk een kind in een van onze groepen te blijven opvangen.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 19 van 21
mei 2010
Deel 5: Aanvullend beleid – Organisatie en pedagogische visie In dit deel worden organisatorische afspraken weergegeven die in verband staan met de pedagogische visie van TintelTuin.
Openingstijden De meeste kinderdagverblijven van TintelTuin zijn 11 uur per dag geopend, tussen 7.00 en 19.00 uur. Iedere locatie heeft vaste opening- en sluitingstijden. Met de ouders worden afspraken gemaakt over de tijden waarop kinderen gebracht en gehaald kunnen worden.
Groepsindeling en personeelsinzet De kinderen zijn in groepen ingedeeld. Bij het plaatsen van kinderen op de kinderdagverblijven wordt rekening gehouden met een evenwichtige samenstelling van de groep. De kinderen komen voor het merendeel op vaste dagen, net als de pedagogisch medewerkers. Ze zijn ingedeeld in horizontale groepen (babygroepen van maximaal 9 kinderen van 8 weken tot 2 jaar en peutergroepen van maximaal 14 kinderen van 2 tot 4 jaar) of in verticale groepen (maximaal 12 of 16 kinderen van 8 weken tot 4 jaar). Kinderen zijn in principe in 1 stamgroep ingedeeld omdat dit hen de meeste veiligheid en duidelijkheid biedt. Tijdelijk kan er sprake zijn van plaatsing in twee groepen of vestigingen. Het grootste gedeelte van de dag werken er 2 vaste pedagogisch medewerkers op een groep. In een verticale groep van 16 kinderen werken 3 pedagogisch medewerkers. Indien wordt gewerkt met halve groepen, is sprake van 1 vaste pedagogisch medewerker, die kan terugvallen op collega’s van andere groepen. De pedagogisch medewerkers kunnen ondersteund worden door huishoudelijk medewerkers en pedagogisch medewerkers in opleiding. In de groepen met 2 pedagogisch medewerkers heeft ieder kind tijdens zijn opvangdagen te maken met maximaal 3 vaste pedagogisch medewerkers, in groepen met 16 kinderen zijn dit er 4. Dat wil zeggen dat het kind op de dagen dat het aanwezig is, altijd minimaal 1 van zijn vaste pedagogisch medewerkers treft (behalve in geval van ziekte of verlof ). Dit is belangrijk voor het gevoel van veiligheid van de kinderen. Bij afwezigheid van de vaste pedagogisch medewerkers worden bij voorkeur bekende invallers ingezet.
De groep voorbij Er zijn ook momenten waarop de kinderen niet in de eigen groepsruimte verblijven. Dit geldt bijvoorbeeld rond de opening- en sluitingstijden, spelen in de hal en bij het buiten spelen. De kinderdagverblijven leggen vast hoe dat op de eigen locatie verantwoord geregeld wordt. Bedrijfsmatige redenen maken het soms noodzakelijk om groepen te combineren of met halve groepsbezettingen te werken. Het totaal aantal kinderen per pedagogisch medewerker blijft altijd overeenkomen met de beleidsregels behorend bij de wet Kinderopvang en de Caokinderopvang. Soms spelen kinderen in een andere ruimte dan hun vaste groep. We sluiten hierbij aan op de behoeften en de mogelijkheden van de kinderen. Ook werken pedagogisch medewerkers soms met andere kinderen dan de kinderen uit hun vaste groep, bijvoorbeeld bij het aanbieden van activiteiten voor kinderen uit verschillende groepen.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 20 van 21
mei 2010
Personeel De pedagogisch medewerkers hebben een op het vak gerichte opleiding afgerond of zijn bezig met de studie tot groepspedagogisch medewerker. Op de kinderdagverblijven zijn meestal ook BOL- stagiaires aanwezig. Zij volgen een dagopleiding tot pedagogisch medewerker en werken boventallig op de vestiging. BBL- medewerkers volgen een werk-leertraject binnen TintelTuin (maximaal 1 medewerker in opleiding per groep). Alle locaties hebben een locatiemanager, zij is leidinggevend. Een locatiemanager kan 1 of meerdere locaties en/ of verschillende werkvormen (peuterspeelzaal, buitenschoolse opvang en kinderdagopvang) aansturen. Alle locatiemanagers hebben een op het vak gerichte HBO opleiding afgerond of zijn in opleiding daarvoor. TintelTuin zorgt voor scholing en training van haar medewerkers. Alle pedagogisch medewerkers krijgen frequent werkbegeleiding door hun direct leidinggevende. Zij volgen trainingen ‘Communicatie en interactie’ en andere pedagogische trainingen. Daarnaast zijn er trainingen op maat. Pedagogisch coaches geven videowerkbegeleiding aan alle pedagogisch medewerkers. Vaste invallers doen mee aan het scholingsprogramma.
Bijzondere invulling In enkele kinderdagverblijven is sprake van een bijzondere invulling. Zo is er een kinderdagverblijf gevestigd op een boerderij. Ook kennen we kinderdagverblijven die werken volgens het Kaleidoscoopprogramma. Per situatie wordt bekeken welke aanpassingen daarvoor nodig zijn. Alle bijzondere situaties volgen de inhoud van het pedagogisch beleid, de concrete invulling kan afwijken van die op andere locaties.
In de samenleving De kinderdagverblijven van TintelTuin maken deel uit van de samenleving. TintelTuin stelt zich daarom op als actief partner in de keten van zorg rondom het jonge kind en heeft vanuit deze visie regelmatig contacten met onder meer Ouder-kind Centra (OKC), Centra voor Jeugd en gezin, consultatiebureaus, opvoedadviseurs en het AMK (Algemeen Meldpunt Kindermishandeling). Met toestemming van ouders wordt er overlegd met het consultatiebureau als er vragen zijn over de ontwikkeling van een kind. Er is een actieve vorm van samenwerking met opvoedadvisering (georganiseerd vanuit het OKC of consultatiebureau), waarbij ouders op een laagdrempelige manier kennis kunnen maken met opvoedondersteuning. Wij verwijzen ouders, indien er vraag is naar opvoedondersteuning, actief door. TintelTuin werkt in Amsterdam samen met Okido. Okido biedt ondersteuning voor kindercentra, in de vorm van financiën om extra ondersteuning op de groep in te zetten en in de vorm van expertise, die vanuit verschillende hulpverlenende organisaties kan worden geleverd.
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010
Nieuwsbrief Pedagogisch beleid
Kinderdagverblijven
Pagina 21 van 21
mei 2010
Kinderdagverblijven van TintelTuin kunnen deel uitmaken van een brede school. In enkele gemeentes (bijvoorbeeld Zaanstad) zijn hiervoor convenanten afgesproken. In voorkomende gevallen wordt graag overlegd over pedagogische visie en over de uitwerking daarvan in de verschillende werksoorten. Hierbij gaat het er om de meerwaarde van samenwerking te benutten met behoud van de eigen functie en kenmerken van de diverse betrokken werksoorten.
Aangrenzend beleid en werkinstructies: -
Beleid Inrichting Protocol signaleren/ opvallende kinderen Protocol Vermoeden kindermishandeling Beleid ziekte, verzorging, en overlijden Beleid (voedsel)hygiëne Scholingsbeleid
TintelTuin.manager pedagogische kwaliteit.Pedagogisch beleid Kinderdagverblijven.mei 2010