Versie september 2014
Inleiding Pedagogisch Beleid Dagopvang Dit pedagogisch beleid gaat over wat wij belangrijk vinden in de opvang en zorg van kinderen. Hoe wij dit doen staat in ons pedagogisch beleid beschreven. Het beleid bestaat uit 3 delen: ● Deel 1: pedagogische uitgangspunten op de groep. Dit deel beschrijft de manier waarop leidsters op de groep werken. ● Deel 2: organisatorisch onderdeel van het pedagogisch beleid. ● Deel 3: de vestigingen van de dagopvang.
Visie van WereldKids Wij willen alle kinderen die naar WereldKids komen een plek bieden waar zij zich veilig en thuis voelen. Een plek waar ouders hun kind met een gerust hart aan onze leidsters toevertrouwen. Kinderen hebben plezier met elkaar in de groep en leren veel van elkaar. In de zorg en begeleiding van de kinderen hebben de leidsters zowel oog voor de groep als geheel en voor elk individu in de groep. Ieder kind is anders en wij vinden het heel belangrijk om oog te hebben voor de persoonlijke behoeften van elk kind. Wij hechten veel waarde aan een respectvolle omgang met de kinderen en de ouders. Bij het maken van ons pedagogisch beleid hebben wij ons laten inspireren door de visie van o.a. Emmi Pikler, Reggio Emilia, Thomas Gordon en Hanneke Poot- van der Windt. Dit vinden wij belangrijke op de baby/dreumesgroep Kinderen worden met veel rust, respect en aandacht verzorgd. Er wordt op liefdevolle en positieve wijze met de kinderen gecommuniceerd. De een- op- een momenten met de leidster, zoals het geven van de fles, op schoot zitten en verschonen, zien wij als belangrijke momenten van aandacht en contact tussen kind en leidster. De leidsters creëren een sfeer van rust en veiligheid waarin de kinderen zich ieder in eigen tempo kunnen ontwikkelen. Vrij bewegen is hierbij belangrijk ; baby’s krijgen regelmatig momenten aangeboden waarop zij in ruime (grond)boxen of op grote matten/kleden op de grond liggen. Hierdoor krijgen zij fysiek de ruimte om zelfstandig te leren omrollen, leren zitten en leren kruipen (soms met een beetje stimulans van de leidsters). Dreumesen spelen veel buiten. De leidsters bieden verschillende materialen aan om te onderzoeken en mee te spelen.
Dit vinden wij belangrijk op de peutergroep Peuters krijgen de mogelijkheid zelf te ontdekken wat hun omgeving hen te bieden heeft. Spelen is voor kinderen een belangrijke manier waarop zij leren. Door het aanbod van verschillende materialen en spelvormen leren de peuters spelenderwijs van hun omgeving, van hun leidsters en van de andere kinderen. Zo krijgen zij verschillende (knutsel)materialen aangeboden en ontdekken zij wat er allemaal mogelijk is met dit materiaal. In spelvorm leren zij sociale omgangsvormen en ontwikkelen zij zich op meerdere gebieden, zoals zelfstandigheid, taal, cognitief en nog veel meer. De leidsters kijken naar de interesses van de kinderen en spelen hierop in. Plezier staat voorop!
DEEL 1: PEDAGOGISCHE UITGANGSPUNTEN OP DE GROEP
1 Pedagogische doelen van WereldKids Wij werken vanuit 4 opvoeddoelen die door de overheid gesteld zijn om goede opvang aan alle kinderen te bieden. Dit zijn de volgende doelen 1.
Het bieden van emotionele veiligheid. Hiermee wordt bedoeld dat wij kinderen niet alleen een omgeving bieden waarin zij veilig zijn, maar waar zij zich ook veilig voelen, waar zij zichzelf kunnen zijn. In hoofdstuk 2 lichten wij toe hoe wij deze emotionele veiligheid bieden. 2. Het stimuleren van sociale competenties. Hiermee bedoelen wij de manier waarop kinderen sociale vaardigheden opdoen in ons kindercentrum. In Hoofdstuk 3 lichten wij dit verder toe. 3. Het stimuleren van persoonlijke competenties. Kinderen ontwikkelen zich op persoonlijk gebied, zij ontwikkelen hun motorische vaardigheden, hun taalvaardigheden, hun cognitieve vaardigheden en nog veel meer. De manier waarop wij kinderen in deze ontwikkeling begeleiden en stimuleren staat beschreven in hoofdstuk 4. 4. Overdragen van normen en waarden. De normen en waarden die wij hebben, zoals respect hebben voor elkaar, willen wij overbrengen op de kinderen. De manier waarop wij dit in ons kindercentrum doen staat beschreven in hoofdstuk 5.
2 Bieden van emotionele veiligheid Het bieden van emotionele veiligheid aan kinderen betekent dat wij een omgeving willen bieden waarin kinderen veilig zijn en zich daadwerkelijk veilig voelen. Want wie zich veilig voelt, voelt zich prettig en heeft plezier. Een kind dat zich veilig voelt staat open om nieuwe dingen te leren. Op de volgende manieren bieden wij emotionele veiligheid aan de kinderen: ● Iedere groep heeft vaste leidsters, zodat zowel de leidsters als de kinderen elkaar goed leren kennen. Er ontstaat een band en de leidsters kunnen aanvoelen wat ieder kind nodig heeft. ● De groep heeft naast vaste leidsters ook vaste groepsgenootjes waardoor echte vriendschappen ontstaan. Ieder kind zit in een vaste stamgroep. ● De leidsters zijn sensitief en responsief, d.w.z. dat zij oog hebben voor ieder kind, dat zij aanvoelen wat ieder kind nodig heeft een daarnaar handelen. Door de band die de leidsters met de kinderen opbouwen voelen zij aan wat ieder kind nodig heeft en kunnen zij daar op inspelen. ● De leidsters zijn zich bewust dat zij baby’s en dreumesen heel rustig benaderen,hun bewegingen houden zij rustig. De kinderen kunnen zich hierdoor instellen op wat er gaat gebeuren. Op een rustige manier een luier verschonen of een fruithap geven betekent aandacht voor het kind, een moment van echt contact, het geeft een gevoel van veiligheid.
● Ook het vaste dagritme zorgt voor een veilig gevoel; iedere ochtend op de groep heeft een vaste structuur met steeds terugkerende rituelen die de kinderen leren herkennen. Zo hebben de peuters een gezamenlijk dagritme waarbij er vaste momenten zijn waarop zijn aan tafel gaan om te eten en drinken, zijn er vaste momenten van vrij spel en activiteiten. Er zijn vaste liedjes die gezongen worden en als ritueel gebruikt worden, zoals een opruimlied als de leidsters met de kinderen het speelgoed opruimen en een vast liedje voor het eten. ● Baby’s volgen het ritme van eten , slapen zoals zij dat thuis gewend zijn. De leidsters proberen zo goed mogelijk aan te sluiten bij wat ieder kind gewend is. Dit brengt rust en veiligheid. ● De groepsruimte is ingedeeld in vaste hoeken, zodat voor de kinderen duidelijk is wat waar van de kinderen verwacht wordt. Er is een vaste plek waar gegeten en gedronken wordt, er is in iedere groep een plekje waar kinderen rustig kunnen zitten op een bank en er zijn vaste speelhoek. Dit draagt bij aan het gevoel van veiligheid.
3 Het stimuleren van sociale competenties In de sociale omgeving van de groep ontmoeten kinderen elkaar en leren zij verschillende sociale vaardigheden (ofwel: sociale competenties)van elkaar en van de leidsters. Dit gebeurt enerzijds vanzelf: door samenspel met andere kinderen en door te kijken naar de andere kinderen van de groep leren kinderen omgangsregels. De leidsters geven het goede voorbeeld De manier waarop de leidster de kinderen benadert is voor alle kinderen een voorbeeld. Leidsters gaan hier bewust mee om, zij letten op hun taalgebruik, spreken in taal die kinderen begrijpen en leggen uit waarom zij iets doen.
Leren door spel Door allerlei spelletjes leren kinderen sociale vaardigheden. Peuters leren bijvoorbeeld op hun beurt wachten in de kring, elkaar helpen als samen het speelgoed opgeruimd wordt, elkaar begroeten bij binnenkomst, maar ook elkaar gedag zeggen bij het afscheid hoort daarbij. Dagelijks worden spelletjes aangeboden en zijn er rituelen waarbij de kinderen sociale vaardigheden leren. Ook baby’s leren al snel sociale vaardigheden. Denk aan een geluidje dat de baby maakt. De leidster maakt hetzelfde geluidje, dan de baby weer… over en weer. Er is interactie, het is leuk, de baby leert dat anderen positief op hem reageren. Deze positieve momenten van contact vinden wij zeer belangrijk. De leidsters op de babygroep zorgen ervoor dat zij tijd maken voor de kinderen en dat zij dit soort momenten uitlokken.
4 Het stimuleren van persoonlijke competenties Bij persoonlijke competenties, ofwel vaardigheden, gaat het om vele gebieden waarin kinderen vaardigheden ontwikkelen . Persoonlijke vaardigheden zeggen iets over het kind, waar het kind goed in is, waar de voorkeuren/interesses van ieder kind individueel naar
uitgaan, wat kinderen al kunnen. In de vele activiteiten die wij in ons kindercentrum aanbieden worden de persoonlijke vaardigheden van de kinderen gestimuleerd. We omschrijven ze hieronder. 4.1 De motorische ontwikkeling Kinderen maken in de leeftijd van 0 tot 4 jaar op motorisch gebied een grote ontwikkeling door. Van een baby die in zorg volledig afhankelijk is naar een peuter die loopt, rent, danst en klimt! Motorische ontwikkeling In die periode van baby naar kleuter gebeurt er wat betreft motorische ontwikkeling ontzettend veel en doorlopen de kinderen verschillende fases: zij leren zich omrollen, het hoofd oprichten, zij leren kruipen, gaan zelf zitten, lopen…. Onze leidsters weten hoe de motorische ontwikkeling van kinderen verloopt, zij volgen de kinderen in hun ontwikkeling en bieden activiteiten aan die de motorische ontwikkeling stimuleren. Veel bewegen Om zich motorisch goed te kunnen ontwikkelen krijgen baby’s veel vrijheid om te kunnen bewegen. Vrij bewegen betekent dat baby’s letterlijk hiervoor de ruimte krijgen: op een mat spelen, waar zij de bewegingsvrijheid hebben om hun beentjes omhoog te doen, hun voetjes te pakken, zelf om te rollen, zelf leren hoe zij kunnen zitten (met een beetje hulp), zelf leren kruipen etc. Door hen deze ruimte te geven kunnen baby’s dit goed oefenen. Dit betekent dat zij niet spelen in wippertjes, waarin hun bewegingsmogelijkheden beperkt worden. Wippertjes worden alleen gebruikt om baby’s een fruithap te geven. Kinderen zitten pas in een kinderstoel zodra zij zelf goed kunnen zitten. Dan pas zijn zij er aan toe om in een stoeltje te zitten of op de grond te zitten. Met dreumesen en peuters gaan de leidsters elke dag naar buiten. Buiten kunnen kinderen veel bewegen; rennen, springen, fietsen. Ook bieden de leidsters beweegspelletjes aan, zoals schipper mag ik overvaren, dansen en spel op de gymkussens. Vallen Kinderen kunnen fysiek steeds meer en gaan steeds een stapje verder. Vallen hoort daarbij, hierdoor leert het kind wat het wel en niet kan, het leert op het eigen lichaam te vertrouwen. Dit is goed voor het zelfvertrouwen. Onze leidsters geven kinderen de ruimte om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Zij zorgen er echter wel voor dat de kinderen hierbij niet in gevaarlijke situaties terecht komen.
Daarnaast wordt er getekend, geverfd, geplakt...kinderen oefenen hiermee hun fijne motoriek. 4.2 De ontwikkeling van taalvaardigheden Een baby communiceert met huilen, geluidjes, lachen etc. De communicatiemogelijkheden van kinderen breiden zich uit naarmate zij ouder worden. Ze leren praten. De leidsters stimuleren de taalvaardigheden van de kinderen door dagelijks met de kinderen liedjes te zingen, voor te lezen, dingen uit te leggen en kinderen vragen te stellen. Aansluiten op niveau en tempo van het kind Kinderen worden respectvol benadert, de leidster zorgt ervoor dat zij door haar knieën zakt als zij kinderen iets vertelt, zij zit dan op ooghoogte. Zij past haar taalgebruik aan op wat het
kind kan begrijpen. Kinderen worden positief benaderd. Door rustig te praten en kinderen tijd te geven om te reageren voorkomt de leidster dat zij te snel gaat voor het kind en daardoor niet te volgen is. De leidsters hebben geduld met de kinderen en geven hen de tijd om te antwoorden/reageren. Bij baby’s past de leidster haar tempo in bewegen aan op de baby; zij tilt hen rustig op, verschoond hen op een rustige manier. Hierdoor krijgt de baby de tijd om zich erop in te stellen wat er gaat gebeuren. 4.3 De ontwikkeling van cognitieve vaardigheden Kinderen leren op vele manieren; door kijken en imiteren, door te spelen, door uitproberen en ontdekken, meehelpen en meedoen, door veel herhalen en door rituelen. Er zijn vele manieren en materialen die de cognitieve ontwikkeling stimuleren. Ook vrij spel hoort hierbij. De materialen die in de speelhoeken te vinden zijn , zijn met zorg uitgezocht en dienen om bv het fantasiespel te stimuleren. Elke speelhoek waar vrij gespeeld wordt is leerzaam, zoals de bouwhoek (constructiemateriaal) of de poppenhoek, waar kinderen uitgenodigd worden tot fantasiespel. Ook zijn er verschillende materialen die de cognitieve ontwikkeling stimuleren, zoals puzzels met verschillende moeilijkheidsgraden, spelletjes zoals memory en domino, constructiemateriaal zoals blokken en duplo. Door regelmatig met de kinderen te lezen wordt de ontwikkeling van het denken en de taal gestimuleerd. Er worden veel verschillende materialen aangeboden om mee te knutselen. Kinderen leren al doende wat zij met het materiaal kunnen doen. Baby’s krijgen materialen aangeboden die zij kunnen ontdekken. Verschillende speeltjes door eraan te voelen, ernaar te kijken. Baby’s verkennen veel met hun mond. Daarom geven wij baby’s op deze momenten geen speen. Speelgoed wordt door de leidsters goed schoon gehouden.
4.4 De emotionele ontwikkeling Op een dag kan een kind verschillende emoties ervaren zoals blijdschap, boos zijn, verdrietig zijn… Wij vinden het belangrijk dat ieder kind ervaart dat het al deze emoties mag voelen en mag uiten. Wanneer een kind verdrietig is dan zal de leidster het kind troosten. Even uithuilen bij de vertrouwde leidster leert het kind dat het deze emotie mag hebben en mag uiten. Emoties herkennen Naarmate kinderen ouder worden leren zij hun emoties herkennen en benoemen. De leidsters helpen de kinderen hierbij door over hun emoties te praten, zij helpen de kinderen benoemen wat zij voelen. Kinderen leren zichzelf en anderen beter begrijpen, zij leren ook gezichtsuitdrukkingen herkennen.
Troosten De leidsters geven de kinderen de eigen speen wanneer de kinderen gaan slapen of gaan rusten. Wanneer een kind huilt is dit niet altijd een reden om direct een speen te geven.
Huilen is vaak een ontlading van een spanning, na het huilen is het lichaam ontspannen. Wanneer een kind niet kan huilen (bv doordat het meteen een speen krijgt en daardoor stopt met huilen) kan het de spanning die het ervaart niet kwijt. Daarom zal de leidster per situatie inschatten wanneer zij een speentje geeft en wanneer het kind bij haar even uit kan huilen. Zij neemt de tijd om het kind zelf te troosten. 4.5 De creatief beeldende ontwikkeling Knutselen vinden veel kinderen een leuke activiteit. Zij maken kennis met verschillende materialen zoals verf, lijm, krijt, wol, watten en nog veel meer. Door met deze materialen aan de slag te gaan leren kinderen wat ze ermee kunnen doen, hoe het voelt, hoe het eruit ziet. Herhalen is hierbij belangrijk; door hetzelfde materiaal herhaald aangeboden te krijgen slaan kinderen de informatie die zij opdoen van het materiaal op in de hersenen. Hoe jonge kinderen ‘knutselen’ Jonge kinderen knutselen om het knutselen zelf: bezig zijn met het materiaal, zoals ontdekken en experimenteren met lijm of verf. Voor hen is eindresultaat nog van onderschikt belang. Juist door veel de mogelijkheid te krijgen om met verschillend materiaal te oefenen zoals verven met een of meerdere kleuren (met je vingers of met een kwast) leren kinderen veel. Pas wanneer kinderen ouder worden wordt ook het eindresultaat van de knutsel belangrijk. Daarom geven de leidsters de kinderen veel gelegenheid om vrij te experimenteren met verschillend materiaal en hoeft een knutselwerk niet altijd iets voor anderen voor te stellen. Op de groep kunnen dan ook knutselwerkjes hangen die voor een buitenstaander geen betekenis hebben, maar voor het kind wel. Deze werkjes worden afgewisseld met knutselwerkjes die ook voor anderen iets betekenen, zoals geverfde kerstbomen met de kerst. Vele manieren van expressie en creativiteit Niet alleen knutselen betekent creatief bezig zijn. Ook dansen, zingen, muziek maken, bewegen, rollenspelen zijn manieren om je uit te drukken. In de poppenhoek worden kinderen uitgenodigd tot rollenspel en fantasiespel. 4.6 De ontwikkeling van de zelfstandigheid Kinderen worden in hun zelfstandigheid gestimuleerd. Dit gebeurt spelenderwijs; samen het speelgoed in de speelgoedkist doen, mogen helpen met tafeldekken of vegen, leren zelf je jas aan trekken. Kinderen vinden het vaak erg leuk om een taakje te krijgen waarbij ze de leidster mogen helpen. De leidster begeleidt kinderen in de zelfstandigheid, zoals het zelfstandig naar de wc gaan, zelf de jas aan de kapstok hangen, kinderen laten kiezen wat zij op brood willen eten etc. Hierbij let zij erop dat zij de kinderen niet overvraagt. Zelfstandig dingen kunnen doen is goed voor het zelfvertrouwen. Kinderen die hier goed in begeleid worden zijn hiermee ook goed voorbereid voor school, waar oa van hen verwacht wordt dat zij zindelijk zijn.
5 Het overdragen van normen en waarden die wij belangrijk vinden
In ons kindercentrum willen wij een aantal normen en waarden overbrengen op de kinderen, zoals: ● ● ● ● ● ●
respect hebben voor elkaar, op een positieve en vriendelijke manier met elkaar omgaan, elkaar helpen, eerlijk zijn, emoties mogen voelen en uiten, zorgen voor je omgeving, de natuur en het milieu, anderen geen pijn doen.
De leidsters dragen deze normen en waarden over de kinderen. Zo geven zij zelf het goede voorbeeld. Door respectvol met de kinderen om te gaan krijgt de kinderen een voorbeeld van wat dit betekent. Door samen met de kinderen het speelgoed op te ruimen leren de kinderen om speelgoed niet te laten slingeren. Daarnaast worden normen en waarden door groepsregels overgedragen. Zo is er de regel dat we elkaar geen pijn mogen doen. De leidster zal de kinderen corrigeren wanneer zij elkaar pijn doen. Zij zal uitleggen waarom dit niet mag. Heel jonge kinderen kunnen alleen nog vanuit hun eigen perspectief denken. Zij zijn afhankelijk van hun omgeving (ouders en leidsters) voor het stellen van regels m.b.t. wat wel mag en wat niet mag. Onze leidsters bieden verschillende spelletjes aan waarbij kinderen spelenderwijs leren zich aan regels te houden, zoals verstoppertje spelen en kringspelletjes. Kinderen leren zo bv op hun beurt wachten, rolverdeling etc.
6 Corrigeren en stimuleren In ons kindercentrum straffen wij kinderen niet, wij corrigeren hen. Straffen geeft een kind namelijk geen inzicht in wat je een kind wilt leren. Met corrigeren willen wij dit wel meegeven. Het is afhankelijk van de leeftijd van het kind hoe de leidster dit doet. Ook worden kinderen niet beloond in die zin dat een beloning voor bepaald gedrag in het vooruitzicht wordt gesteld. Bv beloven wat lekkers te gaan eten als de kinderen hun spullen goed opruimen. De leidster zal de kinderen echter wel complimenten geven. Dit stimuleert kinderen in gewenst gedrag. Complimenten kunnen woordelijk gegeven worden ‘Wat fijn dat je zo goed geholpen hebt’, maar ook een glimlach, een aai over de bol of een knipoog kunnen gezien worden als compliment. Behoefte achter gedrag herkennen De leidsters bekijken per situatie of en hoe zij corrigeren. Zij kijken daarbij naar waar het gedrag dat het kind laat zien vandaan komt. Een kind van 2 jaar die op banken klimt kan bijvoorbeeld heel veel behoefte hebben aan klimmen, hoewel de leidster liever niet heeft dat het kind op de bank klimt. Zij kan het kind dan vertellen dat de bank ervoor is om op te zitten, maar dat het wel op de gymkussens mag klimmen, die zij vervolgens neerzet. In deze situatie kijkt de leidster naar de behoefte achter het gedrag. Van ‘geliefd’ speelgoed schaffen wij meerdere exemplaren aan
Soms kan de leidster het nodig vinden dat er van een favoriet stuk speelgoed meerdere exemplaren gekocht worden, om zo conflicten tussen kinderen te voorkomen. Ook komt het voor dat zij beoordeelt dat kinderen hun conflict zelf kunnen oplossen. Zij observeert op een afstand, maar laat de kinderen zelf tot een oplossing komen.
Corrigeren Een enkele keer zal een leidster het nodig vinden om een kind even uit de situatie te halen en bijvoorbeeld even aan tafel te laten zitten. Dit kan voorkomen in situaties waarbij kinderen elkaar pijn doen en het nodig is om het kind dat pijn gedaan wordt te beschermen. Het even aan tafel zitten duurt kort (nooit langer dan 2 minuten) en is altijd in de groep, nooit buiten de groep. Dat kan namelijk heel onveilig voelen voor het kind. De leidster zorgt ervoor dat ze aan het kind uitlegt waarom zij het kind even apart heeft gezet en zorgt ervoor dat ze het kind op een positieve manier op weg helpt met een activiteit. Verwachting duidelijk maken Onze leidsters proberen het woordje ‘niet’ zoveel mogelijk te vermijden. Zij vertellen voornamelijk wat zij wel willen dat het kind doet. Jonge kinderen weten zo wat er van hen verwacht wordt. In plaats van te zeggen ‘Jullie mogen niet binnen rennen’ zal de leidster zeggen ‘Als je wil rennen dan mag je dit buiten doen’. Regels duidelijk maken Corrigeren en stimuleren is nodig voor de kinderen, zodat zij leren wat wel mag op de groep en wat niet mag. De leidsters gaan hier op een respectvolle manier mee om. Zij schreeuwen niet naar de kinderen als iets niet mag, zij lopen dan naar het kind toe om uitleg te geven. Op deze manier willen wij bij WereldKids kinderen op respectvolle manier de regels leren en hen stimuleren in positieve activiteiten.
7 Voeding Kinderen die gebruik maken van de opvang van WereldKids krijgen op meerdere momenten eten en drinken aangeboden. Wij hebben onze producten voor een groot deel aangepast aan de richtlijnen van het Voedingscentrum. Hierbij hebben wij ons laten adviseren door een voedingsdeskundige van de GGD en een diëtist. Door de nadruk op gezonde voeding te leggen willen wij een steentje bijdragen aan een gezonde levensstijl. Zo bieden wij gevarieerd fruit (kinderen leren verschillende soorten fruit en smaken kennen) en bieden wij daarnaast rauwkost aan, zoals komkommer, tomaat, olijven, paprika etc. Ook het broodbeleg dat wij aanbieden is verantwoord. Daarbij vinden wij het belangrijk om veel variatie aan te bieden. Voor ons Kindercentrum hebben wij een Voedingsbeleid opgesteld waarin staat beschreven welke producten wij aanbieden op verschillende momenten van de dag. De groepen houden zich aan deze richtlijnen.
8 Wennen in het kindercentrum Wanneer een kind voor het eerst naar het kindercentrum komt, dan zorgen wij ervoor dat het kind geleidelijk kan wennen aan de nieuwe situatie. Wij hanteren hiervoor een wenbeleid . Ieder kind krijgt de tijd om te wennen aan de nieuwe situatie; de nieuwe omgeving, de nieuwe kinderen en de nieuwe leidsters. Dit is belangrijk voor het gevoel van veiligheid van het kind. Wij willen dat kinderen zich prettig en vertrouwd voelen op de nieuwe groep. Voor kinderen die doorstromen naar een nieuwe groep binnen dezelfde vestiging hebben wij een intern wenbeleid.Voor kinderen die voor het eerst naar het dagverblijf komen hebben wij een extern wenbeleid. . Wanneer stroomt een kind door naar een nieuwe groep? Doorstromen naar de peutergroep Kinderen blijven tot zij 2 jaar oud zijn op de baby/dreumesgroep. Daarna stromen zij door naar de peutergroep. Het kan echter voorkomen dat een kind iets eerder doorstroomt naar de peutergroep, bv wanneer ouders en/of leidsters merken dat het kind eraan toe is door te stromen. In dat geval zal gekeken worden of dit wat betreft het kindaantal ( beroepskracht-kind ratio) mogelijk is. Het is mogelijk een kind eerder doorstroomt naar de peutergroep, zolang de beroepskracht-kind ratio op de nieuwe groep niet overschreden wordt. Doorstromen naar de BSO Wanneer een kind 4 jaar wordt stroomt het door naar de BSO. Soms wordt er een uitzondering gemaakt, bijvoorbeeld wanneer de verjaardag van het kind valt in de zomervakantie en de scholen gesloten zijn. Ouders/verzorgers kunnen een verlenging aanvragen, zodat het kind in de vakantieperiode nog op de vertrouwde groep blijft. Wanneer de scholen weer beginnen zal het kind naar de BSO gaan. Deze regeling is alleen mogelijk als de beroepskracht- kind ratio dit toelaat. Ouders worden 1 maand van tevoren ingelicht door de leidster van de huidige stamgroep over de datum dat hun kind doorstroomt naar de nieuwe groep. 8.1 Intern wenbeleid Het intern wenbeleid wordt toegepast wanneer een kind binnen het dagverblijf en binnen dezelfde vestiging doorstroomt naar een andere groep. Het overgangsgesprek tussen de groepen Wanneer een kind doorstroomt naar de peutergroep vindt er een overgangsgesprek plaats tussen de leidster van de baby/dreumesgroep en de leidster van de peutergroep. Tijdens dit gesprek worden alle bijzonderheden besproken, zoals bijzonderheden met voeding, slapen, interesses etc. Met behulp van de kindrapportage en observatieschema’s doet de leidster van de baby/dreumesgroep de overdracht. Eventuele bijzonderheden worden genoteerd. Ook wordt een overdrachtsformulier ingevuld door de leidster van de baby/dreumesgroep. Er wordt een wenschema voor het kind gemaakt. De data en tijden waarop het kind op de peutergroep komt wennen worden vastgelegd. De leidster van de baby/dreumesgroep zorgt ervoor dat zij de ouders van het kind op de hoogte stelt van het wenschema.
Doorstroom gesprek met ouders De leidster van de peutergroep maakt een afspraak met de ouders voor een doorstroom gesprek. Hierin vertelt zij aan de ouders alles over de peutergroep; het dagritme, de activiteiten, de bijzonderheden...alles wat ouders kunnen verwachten. De leidster vraagt aan de ouders alle belangrijke bijzonderheden over hun kind. Er wordt gecontroleerd of de gegevens op het intakeformulier nog kloppen, zoals adres en telefoonnummer van de ouders. Ouders kunnen hun wensen bespreekbaar maken, vragen stellen en samen met de Pedagogisch Medewerker zullen zij hun wensen en verwachtingen afstemmen. Wennen Gemiddeld zal een kind dat doorstroomt van de baby/dreumesgroep naar de peutergroep 4 keer wennen op de nieuwe groep. Wanneer een kind voor het eerst komt wennen op de nieuwe groep zal de vaste leidster meegaan en er een kwartiertje bijblijven. Vervolgens zal zij het kind even zonder haar aanwezigheid op de peutergroep laten spelen. Het wennen wordt opgebouwd door het kind steeds even langer op de nieuwe groep te laten spelen. Zo zal het kind een keer meelunchen met de peuters en er een keer blijven slapen. De leidsters van beide groepen observeren hoe het wennen verloopt en bespreken dit met elkaar. Eventueel kan het wenschema tussentijds aangepast worden, bijvoorbeeld wanneer de leidsters merken dat een kind meer tijd nodig heeft om te wennen. Elke aanpassing in het wenschema wordt met de ouders van het kind besproken. Wanneer een kind gaat wennen op een nieuwe groep binnen het kindercentrum mag de beroepskracht-kind ratio niet overschreden worden. Doorstroom regeling Overtoom 64 naar Overtoom 338 Wanneer een kind doorstroomt van de Overtoom 64 naar de Overtoom 338 zal het kind niet gaan wennen op de peutergroep, het kind gaat meteen over. Hier is voor gekozen omdat de peutergroep zich in een andere vestiging bevindt. Om te wennen zijn kinderen een tijd onderweg om van de ene vestiging naar de andere te komen. Dit werkt verwarrend voor jonge kinderen, het geeft hen niet het gevoel van even wennen op een andere groep, het is een geheel nieuwe situatie. Om deze reden heeft wennen vanuit de baby/dreumesgroep in onze ogen geen meerwaarde. De overgang naar de peutergroep op een andere vestiging valt officieel onder het extern wenbeleid. Omdat wij een wenperiode wel belangrijk vinden, krijgen kinderen de mogelijkheid aangeboden om te wennen op de peutergroep op een dag buiten hun vaste opvangdag(en). Ouders brengen hun kind zelf naar de peutergroep en halen hun kind na een paar uurtjes weer op. Het kind kan dan 1 keer komen wennen op de peutergroep. Ouders beslissen zelf of zij van deze mogelijkheid gebruik maken. Indien zij aangeven dit te willen zal dit opgenomen worden in het intakeformulier van de nieuwe groep, welke onderdeel is van het contract. De afspraken die over het wennen zijn vastgelegd in het intakeformulier zijn zowel bindend voor ouders als voor WereldKids. De beroepskracht-kind ratio mag bij het wennen niet overschreden worden.
Net zoals bij de andere vestigingen zal er een overdracht plaatsvinden tussen de baby/dreumesgroep en de peutergroep en tevens zal er een doorstroom gesprek plaatsvinden tussen de peutergroep en de ouders.
8.2
Extern wenbeleid
Het extern wenbeleid wordt toegepast wanneer een kind nieuw op het dagverblijf komt. De aanmelding van een kind Wanneer een kind wordt aangemeld voor een van de groepen wordt er een afspraak met de ouders gemaakt voor een intakegesprek met de leidsters. Soms willen ouders dat een kind met spoed geplaatst wordt en zal het intake gesprek op korte termijn geregeld worden, minder dan een maand van tevoren. In andere gevallen vindt het intakegesprek wel een maand van tevoren plaats. Voor het intakegesprek ontvangen ouders een brief met daarin de gegevens die zij mee moeten nemen voor het intakegesprek (voor het invullen van het intakeformulier). Het intakegesprek Het intakegesprek vindt plaats op de vestiging waar het kind geplaatst zal worden. Hierbij zijn de ouders en de leidster van de groep aanwezig. Tijdens het intakegesprek zal veel informatie uitgewisseld worden. De leidster vertelt over de groep, hoe de dagindeling eruit ziet, activiteiten die gedaan worden etc. Zij zal ook veel vragen stellen over het kind, welke bijzonderheden er zijn. Samen met de leidster vullen ouders een intake formulier in. Hierop staan praktische gegevens die de leidsters nodig hebben, zoals adres en telefoonnummer ouders. Ouders kunnen hun wensen bespreekbaar maken, vragen stellen en samen met de leidster zullen zij afstemmen over de zorg die hun kind krijgt. Verder maken ouders en leidster afspraken over wanneer het kind komt wennen op de groep. Deze afspraken worden genoteerd op het intakeformulier. Het intakeformulier is onderdeel van het contract dat ouders met WereldKids sluiten. De afspraken die over de zorg voor de kinderen en het wennen zijn vastgelegd in het intakeformulier zijn bindend voor zowel ouders als voor WereldKids. Wennen Ieder kind komt ongeveer 3 keer oefenen (indien nodig vaker). De eerste keer blijft het kind ongeveer 2 uur op de groep, de tweede keer gemiddeld 3uur en de derde keer gemiddeld 4 uur. De beroepskracht-kind ratio mag tijdens het wennen niet worden overschreden. 4.3 Hier letten wij op bij het wennen Een goed wenbeleid bevat naast een goede praktische regeling en een goede uitwisseling van informatie ook oog voor het kind zelf. De leidsters houden goed in de gaten hoe het wennen verloopt. Voelt het kind zich snel thuis in de groep? Voelt het zich vrij en veilig? Of heeft het kind moeite met wennen? De leidsters
bespreken met de ouders hoe het wennen verloopt. Wanneer blijkt dat het kind moeite heeft met wennen, dan kunnen ouders nog advies geven over hoe hun kind het beste getroost kan worden als het zich verdrietig voelt, of welke activiteiten favoriet zijn voor het kind (en mogelijk afleiding kunnen bieden). Indien nodig passen de leidsters in overleg met de ouders het wenschema aan de behoeften van het kind aan. Zo kan ieder kind op eigen wijze en eigen tempo invoegen in de groep.
DEEL 2: ORGANISATORISCHE ONDERDEEL VAN HET PEDAGOGISCH BELEID
1 De leidsters van de dagopvang De leidsters van onze groepen begeleiden de kinderen in hun ontwikkeling. Zij hebben allemaal een afgeronde opleiding als pedagogisch medewerker of verwante HBO opleiding. De leidsters vangen de kinderen op en dragen de verantwoordelijkheid voor het dagprogramma.
Observeren en signaleren Een belangrijke taak van de leidsters is observeren en signaleren. Wanneer zij merken dat een kind zich niet goed ontwikkelt, of zich niet prettig voelt, dan zullen zij dit altijd met de ouders bespreken. Samen kan gekeken worden naar wat het kind nodig heeft om zich wel prettig te voelen of om zich beter te kunnen ontwikkelen. Soms komt het voor dat de leidsters de ouders adviseren naar een specialist te gaan, omdat zij denken dat deze de ouders en het kind beter kunnen ondersteunen, zoals bv logopedie of fysiotherapie. Meldcode Wanneer de leidsters een vermoeden van kindermishandeling signaleren zullen zij dit ook bespreekbaar maken. WereldKids werkt volgens de Meldcode. Dit is een stappenplan waarin in verschillende stappen het vermoeden van kindermishandeling wordt onderzocht. Binnen WereldKids hebben meerdere personen de functie van ‘ aandachtsfunctionaris kindermishandeling’. Zij zijn getraind om te werken met de Meldcode en de leidsters hierin te ondersteunen. Een belangrijke stap in de meldcode is de signalen bespreken met de ouders. Screening van onze leidsters Wij selecteren nieuwe leidsters op een aantal criteria. De belangrijkste criteria zijn opleiding, motivatie, referenties en visie op het vak. Wanneer een medewerker wordt aangenomen stemt zij ermee in dat zij zal handelen zoals omschreven in de Beroepscode die is opgesteld voor de kinderopvang. Naast de benodigde diploma’s is het verplicht voor alle medewerkers om een Verklaring Omtrent Gedrag aan te vragen bij het Ministerie van Justitie. Waar nodig wordt externe scholing aangeboden, bijvoorbeeld voor Kinder EHBO en Bedrijfshulpverlening. Ook worden de leidsters bijgeschoold op het gebied van pedagogische vaardigheden d.m.v. cursussen en trainingen. Omgaan met privacy De leidsters gaan discreet om met de informatie die zij hebben over ouders en kind. Deze informatie wordt niet met buitenstaanders gedeeld. De leidsters mogen geen namen van kinderen doorgeven aan andere ouders als er tussen twee kinderen een conflictsituatie is geweest. Wij vragen ouders erop te vertrouwen dat de leidsters de situatie op dat moment juist heeft afgehandeld met de betreffende kinderen. Leidsters mogen niet met ouders praten over andere kinderen.
2 De medewerkers van Kindercentrum Wereldkids Binnen onze organisatie zijn meerdere mensen werkzaam in verschillende functies. Kantoormedewerkers. Dit zijn de directeur, de office manager, de senior locatiemanager, de locatiemanagers, marketing en communicatie manager, medewerker planning en communicatie, salarisadministratie en de pedagogisch manager. De directeur stuurt de
locatiemanagers aan. De directeur en office manager houden zich niet direct bezig met het groepsgebeuren, maar kunnen wel zo nu en dan op de groep komen. Senior locatiemanager. Zij stuurt de locatiemanagers operationeel en functioneel aan. Tevens stuurt zij de vestiging ‘de Hallen’ aan. Locatiemanager. WereldKids heeft 3 locatiemanagers voor de dagopvang en 1 locatiemanager voor BSO en peuterschool. De locatiemanager is verantwoordelijk zijn voor het draaien van de groepen en het functioneren van het personeel op de vestigingen. De Locatiemanager begeleidt de leidsters tijdens werkbesprekingen en ad hoc. Zij draait voor een deel van haar tijd mee op de groepen. Coördinator TSO. Zij is verantwoordelijk voor het draaien van de TSO en het functioneren van de leidsters op de TSO. Marketing en communicatie manager. Zij is verantwoordelijk voor zaken rondom marketing en Communicatie. Medewerker planning en communicatie. Zij verzorgt alle organisatie rondom de plaatsing van de kinderen op alle vestigingen. Pedagogisch Manager. Zij is verantwoordelijk voor het aansturen van de leidsters en implementatie van het pedagogisch plan. Office manager. Zij is verantwoordelijk voor het organiseren en/of coördineren van zowel administratieve als facilitaire activiteiten. Vertrouwenspersoon. Zij luistert naar werknemers binnen de organisatie die zich in hun werk belemmert voelen, waardoor zij niet optimaal functioneren. Zij adviseert en begeleidt de leidsters, opdat deze haar werk op de groep weer goed kan hervatten. Voor de ouders zijn er 2 vertrouwenspersonen aangesteld die werkzaam zijn buiten WereldKids. Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling. Binnen onze organisatie hebben wij 2 aandachtsfunctionarissen. Wanneer de leidsters op hun groep signalen opvangen waarbij zij kindermishandeling vermoeden, kunnen zij terecht bij de aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Deze zal met de leidsters in gesprek gaan en handelen volgens de Meldcode Kindermishandeling. Voor een uitgebreide omschrijving van de Meldcode verwijzen wij naar ons protocol kindermishandeling, te vinden op het kantoor. De salarisadministratie verwerkt de salarissen van de het personeel. Assistent leidinggevende. Zij voert naast de reguliere taken op de groep als leidster meerdere leidinggevende taken uit. Zij doet deze werkzaamheden voor een kleine organisatorische eenheid. De Leidsters. Zij zijn verantwoordelijk de opvang en zorg voor de kinderen, voor inrichting en schoonhouden van de ruimte. Groepsassistenten. Zij bieden ondersteuning aan de leidsters op de verschillende groepen. Deze ondersteuning kan op verzorgend gebied zijn, zoals baby’s de fles geven, ondersteuning bieden bij activiteiten met de kinderen. De ondersteuning kan ook op het gebied zijn van
huishoudelijke taken, zoals de groepsruimte schoonhouden of materialen aanschaffen. De groepsassistenten zijn vaak op verschillende groepen aanwezig. Klusjesman. Deze voert reparaties uit op vestigingen. Stagiaires. WereldKids biedt aan veel stagiaires een leerplek. Stagiaires kunnen op alle groepen worden ingedeeld.
3 Contact met de ouders Een goed persoonlijk contact en een goede communicatie naar ouders vanuit de organisatie vinden wij erg belangrijk. Ouders worden zowel van organisatorische zaken binnen WereldKids op de hoogte gehouden, maar ook direct door de leidsters op de groep. Contact tussen ouders en leidsters De leidsters zorgen ervoor dat zij de ouders goed op de hoogte houden van hoe het gaat met hun kind op de groep. Ook informeren zij naar hoe met het kind thuis gaat, hierdoor kunnen zij beter aansluiten bij ieder kind. Is een kind bv in het weekend ziek geweest en de leidsters zijn hiervan op de hoogte, dan kunnen zij hier rekening mee houden en het kind goed in de gaten houden. Zij houden er rekening mee dat het kind zich nog niet helemaal fit kan voelen. Wij vinden het belangrijk dat alle ouders zich welkom en vertrouwd voelen op de groep en daarom is er in ons kindercentrum veel aandacht voor dit contact. Kinderen voelen het vertrouwen dat ouders hebben en dit helpt de kinderen om zich thuis te voelen op de groep. 10 minuten gesprek Jaarlijks worden er 10 minuten gesprekken gehouden met de ouders. De ontwikkeling van het kind wordt o.a. hierbij besproken. De leidsters gebruiken hiervoor de observatielijst ‘Focus op kinderen’. Informatie vanuit onze organisatie aan ouders Ieder kwartaal ontvangen alle ouders per mail een nieuwsbrief waarin zij op de hoogte worden gehouden van belangrijke ontwikkelingen in de branche kinderopvang, ontwikkelingen binnen onze organisatie en ontwikkelingen op de groepen. Daarnaast kunnen ouders ons op facebook volgen en staat alle belangrijke informatie over Kindercentrum WereldKids op onze site. Regelmatig organiseren wij ouderavonden waarin een opvoedkundig thema centraal staat. Ouders worden hiervan tijdig op de hoogte gebracht middels een nieuwsbrief en kunnen deze kosteloos bijwonen. De rol van de oudercommissie WereldKids heeft op iedere vestiging een oudercommissie. Deze commissie is een vertegenwoordiging van de ouders en is het aanspreekpunt voor ouders. Zij voeren regelmatig overleg met de directie en locatiemanagement van WereldKids over het interne beleid. De oudercommissie heeft een adviesrecht. Dat wil zeggen dat wanneer de organisatie
een bepaalde verandering nastreeft, de oudercommissie meedenkt en adviseert. Zij adviseert het bestuur onder andere over groepsgrootte, pedagogisch beleidsplan, voedingsaangelegenheden, openingstijden en prijs.
4 De groepen van Kindercentrum WereldKids Ons Kindercentrum heeft meerdere vestigingen welke dagopvang bieden in Amsterdam en een vestiging dagopvang in Haarlem. Er zijn baby/dreumesgroepen (0-2 jaar), peutergroepen (2-4 jaar) en verticale groepen (0-4 jaar). In deel 3 van dit pedagogisch beleid staan alle vestigingen en groepen beschreven. Daarnaast heeft ons Kindercentrum 3 BSO’s. 4.1 De beroepskracht-kind-ratio De beroepskracht kind ratio geeft de verhouding tussen het aantal leidsters en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen. Hierbij zijn wettelijke kaders afgesproken in de CAO en in de Wet Kinderopvang. Wij hanteren deze kaders. ● ● ● ●
1 leidster per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; 1 leidster per 5 aanwezige kinderen in van 1-2 jaar; 1 leidster per 6 aanwezige kinderen in de leeftijd van 2 tot 3 jaar; 1 leidster per 8 aanwezige kinderen in de leeftijd van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één stamgroep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend. Gemiddeld heeft een baby/dreumesgroep 2 leidsters op 9 kinderen of 3 leidsters op 12 kinderen of 3 leidsters op 14 kinderen. Het maximale kindaantal dat is toegestaan op een groep hangt af van het aantal vierkante meters. Een peutergroep heeft gemiddeld 2 leidsters en 14 kinderen of 3 leidsters op 16 kinderen. Een verticale groep heeft gemiddeld 2 leidsters en 12 kinderen. In deel 3 van dit pedagogisch beleid staat het aantal kinderen en leidsters per vestiging beschreven. 4.2 Samenvoegen van groepen Indien de beroepskracht kind ratio het toelaat kunnen stamgroepen samengevoegd worden tot één groep waarbij minimaal een vaste leidster van elke stamgroep aanwezig is. Dit samenvoegen van groepen kan voorkomen aan het einde van de dag, wanneer bijvoorbeeld veel kinderen opgehaald worden. Ook komt het voor dat in tijden waarin het aantal kinderen op twee groepen zodanig afneemt, twee groepen voor onbepaalde tijd samenvoegen. Vanuit de organisatie zal aan zowel de kinderen als aan de ouders inzichtelijk gemaakt worden van welke ruimte dan gebruik gemaakt zal worden en welke groep dit is. 4.3 Open deuren beleid wij werken met een open deuren beleid. Dit houdt in dat kinderen niet alleen in hun stamgroep spelen, maar dat dat de kinderen ook de mogelijkheid hebben om buiten de vaste stamgroep kunnen spelen. Een andere omgeving met andere materialen kan voor kinderen een nieuwe uitdaging zijn en veel plezier opleveren. Kinderen ervaringen bieden buiten hun
stamgroep vergroot het aanbod aan ervaringen, waardoor kinderen spelenderwijs meer kunnen leren en hun nieuwsgierigheid bevredigd wordt. Structurele activiteiten buiten de stamgroep Een voorbeeld van een dagelijks terugkerende vorm van open deuren beleid is buiten spelen. Wanneer de kinderen in de tuin spelen betekent dit dat de deuren van de stamgroep geopend worden en de kinderen dus in een andere ruimte spelen.
Niet structurele activiteiten buiten de stamgroep Het komt ook voor dat groepen incidenteel hun deuren openen. Het gaat in dit geval om activiteiten buiten de stamgroep, die geen structureel karakter hebben. Een voorbeeld hiervan is spelen in een naburig gelegen speeltuin of park. Het hangt van de vestiging af hoe het open deuren beleid uitgevoerd wordt. Elke vestiging biedt andere mogelijkheden door bv. de ligging, de groepsruimtes etc. In deel 3 van dit pedagogisch beleid staat per vestiging beschreven wanneer de groepen hun deuren openen. 4.4 Achterwacht regeling Ons Kindercentrum beschikt over een achterwachtregeling. Deze regeling houdt in dat in geval van calamiteiten er een achterwacht beschikbaar is die binnen ambulance-aanrijtijden (15 minuten) op de vestiging aanwezig kan zijn. De achterwacht is tijdens de openingstijden van het kindercentrum bereikbaar. Een voorbeeld voor het inschakelen van een achterwacht kan zijn dat een collega onverwacht niet kan komen door ziekte of andere dringende reden. De achterwachtregeling wordt alleen gebruikt in noodgevallen als er iemand fysiek nodig is. Zodra een leidster een achterwacht nodig heeft kijkt zij het schema met de achterwachtregeling in (deze ligt op een centraal punt op iedere vestiging). Hierin staat wie zij kan bellen, bijvoorbeeld een nabijgelegen locatie of de locatiemanager. Elke vestiging heeft een eigen achterwachtregeling met ieder een andere volgorde van vestigingen of personen die gebeld worden. 4.5 "Drie-uurs" regeling Binnen onze organisatie is het mogelijk dat in de dagopvang ten hoogste drie uur per dag (niet aaneengesloten) minder beroepskrachten worden ingezet, maar nooit minder dan de helft van het benodigd aantal leidsters. Afwijken van de vereiste beroepskracht-kind ratio is niet toegestaan tussen 09:30 uur en 12:30 uur en tussen 15:00 uur en 16:30 uur. Vóór 09:30 uur en ná 16:30 uur mag de afwijking van de beroepskracht-kind ratio niet langer duren dan 1,5 uur aaneengesloten en in de pauzeperiode tussen 12:30 uur en 15:00 uur niet langer dan 2 uur aaneengesloten. Dit alles met een maximum van 3 uur per dag. Indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, is tevens een volwassene beschikbaar die telefonisch bereikbaar is en die binnen 15 minuten in het kindercentrum aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit. Deze situatie geldt alleen als de beroepskracht-kindratio niet wordt overschreden. Indien er in afwijking van de
beroepskracht-kindratio, tijdens de drie uurs regeling slechts één beroepskracht aanwezig is dan zal er altijd een andere volwassene op de locatie aanwezig zijn. Deze volwassene hoeft niet altijd een gediplomeerd medewerker te zijn. 4.6 4 ogen beleid Wij hebben een 4 ogen beleid ontwikkelt voor WereldKids. Hierin staat beschreven hoe wij toezicht houden op elkaar, wat er op de groepen gebeurt. Het 4 ogen principe heeft als uitgangspunt dat ten alle tijden iemand mee moet kunnen kijken en/of luisteren op de groep. Dit kan op sommige vestigingen door het plaatsen van camera’s, zodat er op deze wijze altijd zicht is op wat er op de groep gebeurt. Hiervan maken wij bijvoorbeeld gebruik op Overtoom 64 omdat deze bestaat uit 1 groep. Op andere vestigingen zorgen wij ervoor dat er zicht is op elkaar door extra ramen te plaatsen in de groepen, waardoor er bv vanaf de aangrenzende groep zicht is op elkaar. De (onverwachte) aanwezigheid van bv. de locatiemanager of office manager zorgt voor extra zicht op de groepen. Maar ook de regel dat gedurende de hele dag de babyfoon in de slaapkamers aan staat, zodat er altijd gehoord wordt wat er in de slaapkamer gebeurt. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat wij een open aanspreekcultuur stimuleren, dat leidsters elkaar durven en kunnen aanspreken op gedrag. Dit doen wij d.m.v. overleggen waarin wij dit onderwerp bespreken. Bewustwording van het belang van elkaar aanspreken is hierbij het uitgangspunt. Daarnaast heeft WereldKids een vertrouwenspersoon aangesteld voor de leidsters, bij wie zij terecht kunnen. Er is een uitgebreid en algemeen geldend 4 ogen beleid geschreven voor WereldKids (op te vragen op het kantoor). In deel 3 van dit pedagogisch beleid staat per vestiging beschreven hoe wij het 4 ogen principe waarborgen.
5 Afname van dagen Kinderen maken gebruik van één stamgroep. Zij kunnen een hele dag komen of een halve dag (ochtend of middag). Ouders kunnen ervoor kiezen om hun kind vaste dagen te laten komen. Wij bieden ook flexibele opvang. Het kind kan dan in overleg met de ouders op verschillende dagen op de stamgroep terecht. Het incidenteel opnemen van een extra dagdeel Het kan voorkomen dat ouders incidenteel (bv eenmalig) hun kind een extra ochtend naar de groep willen brengen, bv omdat zij deze dag extra opvang nodig hebben. Wanneer de beroepskracht kind ratio het toelaat is dit mogelijk en gaat het kind op de afgesproken datum een extra dag naar de stamgroep. Wanneer de beroepskracht kind ratio het niet toelaat het kind een extra dag in de stamgroep te plaatsen, kan in overleg met ouders besloten worden het kind voor deze dag tijdelijk in een andere groep van het kindercentrum te plaatsen. Ouders kunnen dit regelen in overleg met de planningsmedewerker.
Ouders geven toestemming voor het incidenteel plaatsen van hun kind buiten de stamgroep. Het kind mag in maximaal één andere groep geplaatst worden. Een kind mag gebruik maken van ten hoogste twee verschillende stamgroepruimtes. Tijdelijke plaatsing buiten de stamgroep Het is mogelijk dat ouders voor een bepaalde periode extra opvang nodig hebben en dit niet mogelijk is in de huidige stamgroep. Of ouders hebben bv. de wens dat hun kind 3 dagen naar de stamgroep gaat, maar de eerste 2 maanden van de opvangperiode is er bv maar plaats voor 2 dagen. In deze situaties kan WereldKids tijdelijk opvang buiten de stamgroep organiseren. 1. De planningsmedewerker bekijkt of er de mogelijkheid is om het kind tijdelijk op een andere groep te plaatsen en op welke groep dit mogelijk is . Zij bespreekt met de ouders de mogelijkheid om tijdelijk van 2 stamgroepen gebruik te maken. 2. De planningsmedewerker en ouders stemmen af welke groep voor de afgesproken periode de tijdelijke 2e stamgroep zal zijn voor het kind. 3. De planningsmedewerker stuurt ouders de wijziging toe in een aangepast contract. Ouders bevestigen deze afspraak door het contract te ondertekenen. 4. De planningsmedewerker licht beide groepen in (stamgroep en tijdelijke nieuwe groep) over de tijdelijke plaatsing buiten de stamgroep. De leidster van de stamgroep neemt contact op met de leidster van de tijdelijke groep voor een overdracht over het kind en zorgt ervoor dat een overdrachtsverslag bij de tijdelijke groep terecht komt. 5. De leidsters van de tijdelijke stamgroep nodigen de ouders uit voor een kennismakingsgesprek. Dit gesprek draagt bij aan een soepele overgang naar de tijdelijke groep. Door de informatie uitwisseling met de ouders zijn de leidsters op de hoogte van de bijzonderheden rondom het kind en zijn zij op de hoogte van de wensen van de ouders. De leidsters van beide groepen houden goed in de gaten hoe het gaat met het kind, of het zich goed voelt in de nieuwe situatie waarin het kind gebruik maakt van 2 stamgroepen. Wij willen ten alle tijden de emotionele veiligheid van het kind waarborgen.
6 Feestdagen en verjaardagen Wij besteden aandacht aan de gebruikelijke Nederlandse feestdagen, zoals Sinterklaas, Kerstmis, Sint Maarten en Pasen. De geloofsachtergrond van de kinderen speelt hierbij in principe geen rol. Bij andere specifieke feestdagen wordt alleen stilgestaan als er kinderen zijn die deze feestdagen vieren en hieraan ook in de groep aandacht willen besteden. Verjaardagen van de kinderen worden gevierd wanneer ouders dit willen. Verjaardagen Ouders beslissen zelf of zij willen dat hun kind zijn verjaardag op de groep viert. Indien zij het willen vieren spreken zij de datum van viering van te voren af met de leidsters van de groep. Ouders mogen bij de viering aanwezig zijn. Er worden slingers opgehangen, verjaardagsliedjes
gezongen en het kind krijgt een kadootje. Er is de mogelijkheid voor het kind om te trakteren. I.v.m. de privacy van de kinderen is het niet toegestaan dat ouders zelf foto’s of filmpjes maken van deze viering. Op elke groep is echter een fototoestel aanwezig waarmee de leidsters foto’s maken van de viering. Deze foto’s kunnen in de groep opgehangen worden, zodat iedereen kan zien hoe de viering van de verjaardag is geweest. De leidsters kunnen de foto’s van de jarige doormailen aan de ouders. Afscheid vieren Ook als een kind afscheid neemt van de groep, omdat het kind bv 4 jaar wordt en naar school gaat, dan nemen wij afscheid van het kind. Wij vieren dan dat het kind zo groot is dat het al naar de basisschool gaat. Er wordt gezongen en het kind krijgt een afscheid kado van de groep. Het kind kan een traktatie uitdelen op de groep. Trakteren Iedere vestiging heeft een traktatiemap met leuke suggesties voor verantwoorde traktaties. Wij vragen de ouders geen zoetigheid te trakteren (snoep), maar een gezonde traktatie. Afstemming met de ouders Indien ouders vanuit (geloofs)overtuiging er de voorkeur aan geeft dat hun kind aan bepaalde feestdagen of rituelen niet meedoet, dan kan dit overlegd worden met de leidsters van de groep. Zij zullen met de ouders bekijken of en hoe zij aan deze wens tegemoet kunnen komen. Wij streven ernaar om de wensen van ouders op dit gebied te respecteren, mits dit uitvoerbaar is op de groep.
DEEL 3: DE VESTIGINGEN DAGOPVANG
1 Overtoom 64 1.1 Openen en sluiten De locatie gaat open om 7.30 uur en sluiten haar deuren om 18.30 uur. Deze locatie heeft een capaciteit van 1, 5 baby/dreumesgroep (de Hippo’s)en bij een volle kindbezetting werken er 3 leidsters per dag. Op deze groep komen maximaal 14 kinderen per dag. De dienstregeling ziet er als volgt uit:
7.30 uur - 17.15 uur Opendienst 8.00 uur – 17.45uur Dagdienst 8.30 uur -18.30 uur Sluitdienst Indien de groep niet volledig bezet is met kinderen, zullen er 2 leidsters per dag op de groep staan. De dienstregeling ziet er dan als volgt uit: 7.30 uur – 17.30 uur Opendienst 8.30 uur – 18.30 uur Sluitdienst Op deze locatie wordt door 1 leidster geopend en door 1 leidster gesloten.
1.2 4-Ogen beleid Om te voldoen aan de eisen van het 4-ogen principe zijn er op deze locatie twee camera’s geïnstalleerd op de groep. Deze camera’s kunnen op ieder gewenst moment bekeken worden door de locatiemanager. De locatiemanager plant regelmatig een onverwacht bezoek tijdens opening- en sluitingsmomenten van de locatie. Tijdens pauzetijden zijn er altijd minimaal twee volwassenen aanwezig waarvan één pedagogisch medewerker die is verbonden aan deze locatie. Bij WereldKids geldt de regel dat de babyfoon in de slaapkamer altijd aan staat, zodat de leidsters in de groep altijd kunnen horen wat er in de slaapkamer gebeurt. Locatiemanager, office manager en pedgogisch manager kunnen onaangekondigd de groepen bezoeken. De volledige uitwerking van het 4-ogenprincipe is opgenomen in een apart beleidsstuk. Tevens hebben wij een beleid over het gebruik van camera’s op de groepen. Dit beleid is op te vragen op het kantoor.
1.3 Structurele activiteiten buiten de stamgroep Deze locatie heeft de volgende structurele activiteiten buiten de deur: ● De groep gaat dagelijks buiten spelen in de aangrenzende tuin. 1.3 Niet-structurele activiteiten buiten de stamgroep Activiteiten buiten de groep zonder structureel karakter zijn: ● Tijdens vakanties kunnen de leidsters een groepsuitje organiseren. In overleg met de locatiemanager kunnen de leidsters besluiten om een niet genoemd uitje te plannen.
2 Overtoom 338/340 2.1 Openen en sluiten De locatie gaat open om 7.30 uur en sluit haar deuren om 18.30 uur. Deze locatie heeft 2 groepen. Een baby/dreumesgroep (de Leono’s) en een peutergroep (de Elefanto’s). Op de Leonos is plaats voor maximaal 12 kinderen. Op de Elefantos is plaats voor maximaal 14 kinderen. Bij het openen worden alle kinderen op 1 groep opgevangen. Om 8.30 uur gaat de tweede groep open en gaan alle kinderen samen met hun leidster naar hun stamgroep. De dienstregeling ziet er als volgt uit: 7.30 uur - 17.15 uur Opendienst 8.00 uur- 17.45 uur Middagdienst 8.45 uur – 18.15 uur Middagdienst 9.00 uur – 18.30 uur Sluitdienst Op deze vestiging wordt er door 1 leidster geopend en door 1 leidster gesloten.
2.2 4 ogen beleid Op deze vestiging houden waarborgen wij op de volgende manieren het 4 ogen principe. De doorgang tussen beide groepen bestaat uit een deur met een groot raam, zodat er vanuit beide groepen zicht is op de groep ernaast.De groepen werken samen (bv dreumesen spelen regelmatig bij de peuters), de groepen overleggen veel dus er is veel zicht op elkaar. Bij WereldKids geldt de regel dat de babyfoon in de slaapkamer altijd aan staat, zodat de leidsters in de groep altijd kunnen horen wat er in de slaapkamer gebeurt. Locatiemanager, office manager en pedgogisch manager kunnen onaangekondigd de groepen bezoeken. Op deze vestiging zullen camera’s worden opgehangen. 2.3 Structurele activiteiten buiten de stamgroep Deze locatie heeft de volgende structurele activiteiten buiten de deur: ● De groepen gaan dagelijks buiten spelen in de aangrenzende tuin.
2.4 Niet-structurele activiteiten buiten de stamgroep Activiteiten buiten de groep zonder structureel karakter zijn:
● De leidsters gaan met een groepje kinderen naar de supermarkt, of naar het Vondelpark. ● Tijdens vakanties kunnen de leidsters een groepsuitje organiseren. ● De groepen zetten de deur tussen de beide groepsruimtes voor een bepaalde tijd open. De kinderen kunnen als zij willen op de aangrenzende groep spelen. ● Tijdens een thema kunnen kinderen de andere groep bezoeken in het kader van het thema. Beide groepen benaderen een thema op eigen wijze en met verschillende activiteiten. ● Een kind dat een vriendje heeft op een andere groep mag samen met dat vriendje spelen. ● Tijdens bepaalde feestdagen kunnen groepen voor een bepaald moment de andere groep bezoeken in het kader van deze feestdag. In overleg met de locatiemanager kunnen de leidsters besluiten om een niet hierboven genoemd uitje te plannen.
3 2e Constanteijn Huygensstraat 3.1 Openen en sluiten De locatie gaat open om 7.30 uur en sluit haar deuren om 18.30 uur. Op deze locatie bevinden zich twee baby/dreumesgroepen (de Papillios en de Libelos) en twee peutergroepen (de Simios en de Tigros). Op de baby/dreumesgroepen is plaats voor maximaal 9 kinderen, op de peutergroepen is plaats voor maximaal 14 kinderen. Om 7.30 uur openen twee groepen tegelijk; een peutergroep en een baby/dreumesgroep. Er zijn vier verschillende diensten. De dienstregeling ziet er als volgt uit: 7.30 uur - 17.15 uur Opendienst 8.00 uur – 17.45 uur Eerste dagdienst 8.30 uur - 18.00 uur Tweede dagdienst 9.00 uur – 18.30 uur Sluitdienst Op de begane grond bevinden zich de twee baby/dreumesgroepen. Deze twee groepen werken veel samen met openen en sluiten. Dit geldt ook voor de twee peutergroepen, welke op de eerste verdieping zitten. Er wordt geopend op 2 groepen, op een baby/dreumesgroep en op een peutergroep. Om 8.30 uur gaan alle kinderen naar hun eigen stamgroep. De leidster met een tweede dagdienst (8.00-17.45 uur) zal tussen de twee groepen heen en weer pendelen en helpen waar het nodig is. Wanneer om 9.00 uur de leidster met de sluitdienst erbij komt zullen zij en de leidster met de tweede dagdienst naar hun eigen stamgroep gaan. Bij het sluiten gaat de leidster met de ochtenddienst het eerst weg. Deleidster met de eerste dagdienst verdeelt haar aandacht tussen de twee stamgroepen. Wanneer de leidster met een tweede dagdienst om 18.15 uur weggaat wordt er op 1 groep gesloten.
Op deze locatie wordt door 2 leidsters gelijktijdig geopend en door 2 leidsters gelijktijdig gesloten.
3.2 4 ogen beleid Op deze locatie zijn minimaal 2 leidsters gelijktijdig in de vestiging aanwezig. De 2 groepen beneden grenzen aan elkaar en zijn verbonden door een gezamenlijke verschoonruimte. Vanuit deze verschoonruimte is zicht op beide groepen door d.m.v. deuren met een groot raam. Daarnaast werken beide groepen veel samen door regelmatig de deuren van beide groepen open te houden. Kinderen en leidsters lopen via een hal elkaars groep in. Er wordt dagelijks in de tuin gespeeld. Vanuit de tuin is zicht op de groepen op de benedenverdieping door de grote ramen. De 2 groepen op de bovenverdieping grenzen aan elkaar en zijn met elkaar verbonden door een gezamenlijke verschoonruimte. Vanuit deze verschoonruimte is zicht op beide groepen door d.m.v. deuren met een groot raam. Ook bij deze groepen is het gewoonte dat de groepen met elkaar overleggen en de leidsters bij elkaar naar binnen kunnen lopen. Bij WereldKids geldt de regel dat de babyfoon in de slaapkamer altijd aan staat, zodat de leidsters in de groep altijd kunnen horen wat er in de slaapkamer gebeurt. Locatiemanager, office manager en pedagogisch manager kunnen onaangekondigd de groepen bezoeken.
3.3 Structurele activiteiten buiten de stamgroep Deze locatie heeft de volgende structurele activiteiten buiten de deur: ● De hal op de begane grond, tussen de 2 baby/dreumesgroepen wordt dagelijks gebruikt als speelruimte voor de kinderen. Er is met een hekje een afscheiding gemaakt tussen de ontvangsthal en het speelgedeelte. Met name de dreumesen kunnen zo van de ene naar de andere groep lopen. De leidsters zetten dagelijks hun deuren open om de kinderen de gelegenheid te geven elkaar te ontmoeten in de hal en naar de naastgelegen groep te lopen. ● De peutergroepen en baby/dreumesgroepen spelen dagelijks buiten in de aangrenzende tuin.
3.3 Niet-structurele activiteiten buiten de stamgroep Activiteiten buiten de groep zonder structureel karakter zijn:
● de leidsters gaan met een groepje kinderen naar de supermarkt, of naar het Vondelpark. ● Tijdens vakanties kan deleidster een groepsuitje organiseren. ● De peuter gaat met de vaste leidster naar de baby/dreumesgroep om zijn zusje of broertje te bezoeken. ● Twee aangrenzende groepen zetten voor een half uurtje de tussendeur open zodat kinderen die dat leuk vinden op de groep ernaast kunnen kijken/spelen. ● De kinderen kunnen samen met hun leidster in de hal spelen. ● In buurt van het dagverblijf is een speeltuin waar de leidsters met de kinderen naartoe kunnen. In overleg met de locatiemanager kunnen de leidsters besluiten om een niet hierboven genoemd uitje te plannen.
4 1e Schinkelstraat 4.1 Openen en sluiten De locatie gaat open om 7.30 uur en sluit haar deuren om 18.30 uur. Deze locatie heeft 2 verticale groepen (de Zebro’s en de Girafo’s). Beide groepen hebben plaats voor 10 kinderen. Bij het openen worden alle kinderen op 1 groep opgevangen. Om 8.30 uur gaat de tweede groep open en gaan alle kinderen samen met hun leidster naar hun stamgroep. De dienstregeling ziet er als volgt uit: 7.30 uur - 17.15 uur Opendienst 8.00 uur - 17.45 uur Middagdienst 8.30 uur – 18.00/18.15 uur Middagdienst 8.30 uur – 18.30 uur Sluitdienst Op deze locatie wordt door 1 leidster geopend en door 1 leidster gesloten.
4.2 4 ogen beleid Op deze vestiging grenzen de 2 groepen aan elkaar. De groepen zijn met elkaar verbonden door een deur met een groot raam. Zo is er vanuit beide groepen zicht op elkaar. Regelmatig wordt deze deur even open gelaten, zodat de kinderen in de aangrenzende groep kunnen spelen. Kinderen van de Zebro’s maken gebruik van het toilet op de Giraffo’s, waardoor er meerdere keren per dag leidsters van de Zebro’s bij de Giraffo’s op de groep komen. De leidsters van beide groepen overleggen regelmatig met elkaar en komen bij elkaar op de groep. Het pand is aan de straatkant voorzien van grote ramen, waardoor er door voorbijgangers ruim zicht is op beide groepen.
Bij WereldKids geldt de regel dat de babyfoon in de slaapkamer altijd aan staat, zodat de leidsters in de groep altijd kunnen horen wat er in de slaapkamer gebeurt.
Locatiemanager, office manager en pedagogisch manager kunnen onaangekondigd de groepen bezoeken. Op deze vestiging zullen camera’s worden opgehangen.
4.3 Structurele activiteiten buiten de stamgroep Deze locatie heeft de volgende structurele activiteiten buiten de deur: ● ●
De groepen spelen dagelijks buiten in de aangrenzende tuin. Iedere dag gaat de deur tussen beide groepen even open zodat de kinderen op de andere groep kunnen spelen. ● Kinderen van de Zebro’s maken dagelijks gebruik van het toilet op de Giraffo’s.
4.4 Niet-structurele activiteiten buiten de stamgroep Activiteiten buiten de groep zonder structureel karakter zijn: ● ● ●
Tijdens vakanties kan de leidster een groepsuitje organiseren. De leidsters kunnen met een groepje kinderen met de bolderkar naar het Vondelpark. Een kind dat een vriendje heeft op een andere groep mag samen met dat vriendje spelen.
In overleg met de locatiemanager kunnen de leidsters besluiten om een niet hierboven genoemd uitje te plannen.
5 De Engel 5.1 Openen en sluiten De locatie gaat open om 7.30 uur en sluit haar deuren om 18.30 uur. Deze locatie heeft 5 groepen dagopvang. Drie baby/dreumes groepen, twee peutergroepen. Op baby/ dreumesgroep 1 is ruimte voor maximaal 12 kinderen (3 leidsters). Op de babygroep 2 is ruimte voor maximaal 13 kinderen (3 pedagogisch leidsters). De derde babygroep heeft ruimte voor maximaal 12 kinderen (3 leidsters). Op de peutergroep 1 is ruimte voor maximaal 14 kinderen (2 leidsters). Op peutergroep 2 is plaats voor maximaal 16 kinderen (3 leidsters). Indeling: ● ● ● ● ● ●
Babygroep 1 (de Omaro’s) begane grond aan de noordkant Babygroep 2 (de Stampi’s) begane grond aan de zuidkant BSO 1 (de Baleno’s) begane grond aan de oostkant Babygroep 3 (de Salikoko’s) eerste verdieping, aan de noordkant Peutergroep 1 (de Delfano’s) eerste verdieping aan de westkant Peutergroep 2 (de Piranjo’s) eerste verdieping aan de oostkant
Er zijn drie verschillende diensten. De dienstregeling ziet er als volgt uit: 07.30 uur - 17.15 uur Opendienst 08.15 uur - 17.45 uur Dagdienst 09.00 uur - 18.30 uur Sluitdienst Op maandag, dinsdag en donderdag opent en sluit er altijd een vaste leidster van de groep. Daarnaast komt er op de groepen een leidster bij met een tussendienst als dit nodig is qua kind-leidsterratio. Op de begane grond werken babygroep 1 en babygroep 2 samen op de woensdag en vrijdag als op beide groepen de leidster anders alleen zal staan. De kinderen worden dan de hele dag opgevangen op babygroep 1 met de leidsters van beide groepen. De babygroep op de eerste verdieping staat op woensdag samen met babygroep 2 als deze groep niet samen kan staan met babygroep 1. Anders heeft de leidster van babygroep 3 de tussendienst en worden haar kinderen opgevangen op babygroep 1 en daar brengt ze de kinderen die nog niet zijn opgehaald ook weer heen als zij ’s avonds naar huis gaat. De Peutergroepen werken op vrijdag samen. De kinderen worden opgevangen op peutergroep 2 tot de vaste leidster van peutergroep 1 er is. Het zelfde geldt voor het afsluiten. Zodra de vaste leidster weggaat ’s avonds brengt zij de kinderen die nog niet zijn opgehaald naar peutergroep 2. Ouders worden via nieuwsbrieven op de hoogte gesteld van het samenvoegen van groepen als dit vaker gaat voorkomen in een periode. Als nieuwe ouders zich inschrijven voor de woensdagen en vrijdagen, wordt altijd aan de ouders gecommuniceerd dat er sprake kan zijn van samengevoegde groepen voor de desbetreffende dagen. Daarnaast hangt er altijd een A4 op de deur van de groep, wanneer de kinderen hier niet gebracht of gehaald kunnen worden. Op deze A4 staat vermeldt op welke groep het kind is.
5.2 4 ogen beleid Op de Engel zijn altijd minimaal 2 leidsters gelijktijdig aanwezig. Er openen meerdere leidsters gelijktijdig en er sluiten meerdere leidsters gelijktijdig. Deze leidsters kunnen bij elkaar de groep oplopen. In de hal beneden hangt een televisiescherm waarop beelden te zien zijn van de hal in het pand. Hiermee is er zicht op meerdere delen van het pand. Baby/dreumesgroep 1 en 2 zijn voorzien van ramen en een deur met een groot raam, zodat iedereen die in de hal loopt de groep in kan kijken. Op baby/dreumesgroep 1 hangt in de groep een camera. Baby/dreumesgroep 2 is gelegen aan de voorzijde van het pand en door een raam aan de voorzijde is zicht op de groep. Ook aan aan zijkant is vanuit de tuin zicht op deze groep d.m.v. 2 ramen. Meerdere groepen maken gebruik van deze tuin en de leidsters van de andere groepen hebben hierdoor zicht op de groep.
Op de bovenverdieping zijn de groepen voorzien van een deur met een groot raam welke zicht biedt op iedere groep. Peutergroep 1 en baby/dreumesgroep 3 grenzen aan elkaar en zijn verbonden door een gezamenlijke verschoonruimte. Hiermee is vanuit beide groepen zicht op elkaar. De toegangsdeuren naar deze verschoonruimte zijn voorzien van een groot raam. De 3 groepen op de bovenverdieping hebben de gewoonte om te overleggen en regelmatig kan een collega de groep oplopen op onverwachte momenten. De locatiemanager is regelmatig aanwezig en draait mee op verschillende groepen. Daarnaast kunnen de groepshulp, office manager en pedagogisch manager op onverwachte momenten langskomen op de groepen. Bij WereldKids geldt de regel dat de babyfoon in de slaapkamer altijd aan staat, zodat de leidsters in de groep altijd kunnen horen wat er in de slaapkamer gebeurt.
5.3 Structurele activiteiten buiten de stamgroep Deze locatie heeft de volgende structurele activiteiten buiten de deur: ●
De peutergroepen en baby/dreumesgroepen spelen dagelijks buiten in de aangrenzende tuinen. De baby’s hebben een eigen buiten, gescheiden van de aangrenzende tuin voor de peuters.
5.4 Niet-structurele activiteiten buiten de stamgroep Activiteiten buiten de groep zonder structureel karakter zijn: ●
De leidsters gaan met een groepje kinderen naar de supermarkt, of naar het Funerpark. ● Tijdens vakanties kunnen de leidsters een groepsuitje organiseren. ● Een kind dat een vriendje heeft op een andere groep mag, als dit mogelijk is, samen met dat vriendje spelen. Dit geldt ook voor broertjes en zusjes. ● De groepen openen wel eens hun deuren zodat kinderen in de aangrenzende groep kunnen spelen. In overleg met de locatiemanager kunnen de leidsters besluiten om een niet hierboven genoemd uitje te plannen.
6 Haarlem 6.1 Openen en sluiten
De openingstijden zijn van 7.30 uur tot 18.30 uur. Omdat op deze locatie op dit moment nog maar 1 groep bezet is (verticaal) zal de groep sluiten wanneer het laatste kind is opgehaald.Er zal binnenkort een 2e groep geopend worden; dit wordt tijdelijk een dreumes/peutergroep. Na verloop van tijd, wanneer het kindaantal toeneemt, zal dit een peutergroep worden. Deze locatie biedt ruimte voor 2 groepen. Een baby/ dreumesgroepen een peutergroep . Op de baby/dreumesgroep is plaats voor 12 tot maximaal 14 kinderen, afhankelijk van de leeftijdssamenstelling. Op de peutergroep is plaats voor 12 tot maximaal 14 kinderen, afhankelijk van de leeftijdssamenstelling. In verband met het huidige kindaantal is er 1 leidster werkzaam op woensdag en binnenkort ook op vrijdag. Op deze vestiging wordt door 1 leidster geopend en door 1 leidster gesloten.
6.2 4 ogen beleid
Op deze vestiging zullen camera’s worden opgehangen om aan het 4 ogen beleid te kunnen voldoen.
6.3 Structurele activiteiten buiten de stamgroep Deze locatie heeft de volgende structurele activiteiten buiten de deur: ●
Buiten spelen in de tuin.
6.4 Niet structurele activiteiten buiten de deur Activiteiten buiten de groep zonder structureel karakter zijn: ● ●
Wandelen. De deur tussen beide groepen wordt soms geopend, zodat de kinderen in de aangrenzende groep kunnen spelen.
7 De Hallen 7.1 Openen en sluiten De locatie gaat open om 7.30 uur en sluit haar deuren om 18.30 uur. Deze locatie heeft vier groepen. Twee baby/dreumesgroepen, twee peutergroepen. Op de baby/dreumesgroep 1 is ruimte voor maximaal 14 kinderen en maximaal 3 leidsters. Op baby/dreumesgoep 2 is ruimte voor maximaal 9 kinderen en maximaal 2 leidsters. Op de peutergroep 1 is ruimte voor maximaal 13 kindjes met twee leidsters. Op peutergroep 2 is plaats voor maximaal 13 kinderen met 2 leidsters. Indeling van leeftijden op de groepen gaat conform de eerder beschreven regels met betrekking tot de kind- -leidster ratio. In baby/dreumesgroep 1 kunnen maximaal 8 kinderen onder 1 jaar geplaatst worden bij 2 leidsters en maximaal 12 kinderen onder 1 jaar bij drie leidsters.
Indeling: • baby/dreumesgroep1, begane grond links • peutergroep 1, begane grond rechts • babygroep 2, eerste verdieping links • peutergroep 2, eerste verdieping rechts
Er zijn vier verschille nde diensten. De dienstregeling ziet er als volgt uit: 07.30 uur - - 17.15 uur Opendienst 08.00 uur - - 17.45 uur Eerst e dagdienst 08.30 uur - - 18.15 uur Tweede dagdienst 09.00 uur - - 18.30 uur Sluitdienst
Op de begane grond werken babygroep 1 en babygroep 2 samen met openen en sluiten. Dit geldt ook voor de de peutergroepen. Voor beide verdiepingen geldt: er wordt geopend op 1 groep (baby/dreumesgroep 1 beneden en 1 op de begane grond). Op deze groepen worden in ieder geval tot 8.00 uur de kindjes van de groepen opgevangen. Zodra de 2e dagdienst aanwezig is, of als de leidsters de groep te onrustig vinden, gaan alle kinderen naar hun eigen stamgroep. De leidster met een 2e dagdienst zal tussen de 2 groepen heen en weer pendelen en helpen waar het nodig is. wanneer om 9.00 uur de leidster met de sluitdienst erbij komt zullen zij en de leidster met de 2e dagdienst naar hun eigen stamgroep gaan. Bij het sluiten gaat de leidster met de ochtenddienst het eerst weg. De leidster met de 1e dagdienst verdeelt haar aandacht tussen de 2 stamgroepen. Wanneer de leidster met de 2e dagdienst om 18.15 uur weggaat wordt er ook op 1 groep afgesloten.
7.2 Structurele activiteiten buiten de stamgroep Deze locatie heeft de volgende structurele activiteiten buiten de deur: • De peutergroepen en baby/dreumesgroepen spelen dagelijks buiten in de aangrenzende tuinen. De baby’s hebben een eigen buiten, gescheiden van de aangrenzende tuin voor de peuters.
7.3 Niet- -structurele activiteiten buiten de stamgroep Activiteiten buiten de groep zonder structureel karakter zijn: • De leidsters gaan met een groepje kinderen naar de supermarkt, naar de Ten Katemaarkt of bibliotheek ion de Hallen. • Tijdens vakanties kunnen de leidsters een groepsuitje organiseren.
• Tijdens een thema kunnen kinderen de andere groep bezoeken in het kader van het thema. Beide groepen benaderen een thema op eigen wijze en met verschillende activiteiten. • Een kind dat een vriendje heeft op een andere groep mag, als dit mogelijk is, samen met dat vriendje spelen. Dit geldt ook voor broertjes en zusjes. • Tijdens bepaalde feestdagen kunnen groepen voor een bepaald moment een andere groep bezoeken in het kader van deze feestdag. In overleg met de locatiemanager kunnen de leidsters besluiten om een niet hierboven genoemd uitje te plannen. Let op: Bij bovenstaande situaties wordt altijd rekening gehouden met de kind-leidster rtio. Op het kinderdagverblijf is het nooit toegestaan dat een leidster alleen met een groepje kinderen een uitstapje maakt.
7.4 4- -ogenprincipe Voor de borging van het 4-ogen principe zijn de volgende maatregelen getroffen: • Op de locatie de Hallen wordt door 2 mensen geopend en door 2 mensen gesloten. Wanneer er geopend of gesloten wordt door 1 medewerker dan wordt er gebruik gemaakt van camera’s op de groep. • De groepen voegen samen tijdens openings- en sluitdiensten. • Op alle slaapkamers staan babyfoons die altijd aan staan • Het is niet toegestaan om alleen met de kinderen het terrein van het kinderdagverblijf te verlaten. • Als een medewerker alleen is met kinderen zal zij dit haar collega laten weten. • De locatiemanager bezoekt regelmatig de groepen onaangekondigd. Zie verder het beleid 4 ogen principe welke integraal onderdeel uitmaakt van dit pedagogisch meleid en het locatie specifieke beleid 4 ogen principe. Het gehele beleid wordt hierbij geacht te zijn ingevoegd in het pedagogisch beleid. Verder wordt er door Kindercentrum WereldKids jaarlijks een aparte risicio inventarisatie uitgevoerd specifiek gericht op het 4 ogen principe. Deze risico inventaristaie is op te vragen bij de locatiemanager.