Gastouderbureau Gooi en Eemland
Pedagogisch beleid
versie 2011 0 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
Inhoudsopgave 1. Doelstelling 2. Uitgangspunten 2.1 Maatschappelijke functie van Gastouderbureau Gooi en Eemland 2.2 Relatie met de ouders 2.3 Visie op menszijn en ontwikkeling 2.4 Visie op zorgkinderen 2.5 Pedagogische visie 2.6 Het pedagogisch klimaat bij de gastouder 3. Pedagogische doelen 4. De gastouder 4.1 Basishouding van de gastouder 4.2 Rol van de gastouder 5. Het pedagogisch handelen van gastouders 5.1 In de fysieke behoeften van kinderen voorzien 5.1.1 Eten en drinken 5.1.2 Slapen/rustmomenten 5.1.3 Lichamelijke verzorging 5.1.4 Bewegingsmogelijkheden 5.1.5 Ontdekken van het lichaam 5.2 Zorgen voor affectie en geborgenheid 5.3 Veiligheid, duidelijkheid en continuïteit bieden 5.4 Erkenning en waardering geven 5.5 Ontwikkeling en competentie op persoonlijk vlak stimuleren 5.5.1 Sociale ontwikkeling 5.5.2 Spel 5.5.3 Natuurbeleving 5.5.4 Zelfstandigheid 5.5.5 Zintuiglijke ontwikkeling 5.5.6 Taalontwikkeling 5.6 Normen en waarden aanleren 6. Locatie van de gastouder 6.1 locatie gastouder 6.2 Ongevallenregistratie 6.3 meldcode kindermishandeling 6.4 Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid 7. Bijlagen: inspiratiebronnen 7.1 De Gordon-methode 7.2 De pedagogische basisdoelen van Marianne Riksen Walraven 7.3 “Van opvang naar opvoeding” LouisTavecchio 7.4 Triple P: Positief Opvoeden, Matthew Sanders 7.5 Rudolf Steiner Literatuur
2 2 2 2 3 3 3 3 4 5 5 6 6 6 7 8 8 8 9 10 11 12 13 13 13 13 14 14 14 16 16 16 17 17 18 18 18 19 20 20 21
1 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
1.Doelstelling Het pedagogisch beleid geeft een duidelijk beeld van de pedagogische manier van werken binnen Gastouderbureau (GOB) Gooi en Eemland en geeft richting aan het handelen van gastouders.
2.Uitgangspunten 2.1 Maatschappelijke functie van Gastouderbureau Gooi en Eemland De primaire functie van GOB Gooi en Eemland is het leveren van een bijdrage aan de huidige maatschappelijke ontwikkeling door te bemiddelen en te begeleiden in verantwoorde opvang aan ouders/verzorgers voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar. De opvang door gastouders is een aanvulling op de gezinssituatie en een uitbreiding van de wereld van het kind. Daarnaast biedt de opvang de mogelijkheid andere samenlevingsvormen, andere sociale milieus en andere culturen te ontmoeten. 2.2 Relatie met de ouders De secondaire functies van GOB Gooi en Eemland zijn het bieden van opvoedingsondersteuning aan ouders en gastouders indien daar behoefte aan is en het signaleren van ontwikkelingsproblemen bij kinderen. Onder opvoedingsondersteuning vallen alle activiteiten die tot doel hebben de opvoedingssituatie van kinderen te verbeteren. Wij bieden de volgende vormen van ondersteuning: Informatieve steun Algemene informatie over de ontwikkeling, verzorging en opvoeding van kinderen, maar ook specifieke informatie aan ouder en gastouder ( Triple P, Gordon cursus, EHBO voor kinderen, thema’s op aanvraag). Adviseren Handige tips en praktische adviezen geven over verzorging, suggesties geven voor de aanpak van een kind en de ouders gericht verwijzen. Sociale steun Ouders de mogelijkheid bieden met elkaar in contact te komen via oudercommissie, cursussen en themabijeenkomsten. Praktische steun Het aanbieden van opvang in noodsituaties. Het GOB onderhoudt een zodanig contact met ouders en gastouders dat zij wederzijds van elkaars ervaringen kunnen leren. De informatie over het welbevinden van het kind wordt uitgewisseld tussen de ouder en de gastouder. 2.3 Visie op menszijn en ontwikkeling Onze visie op de ontwikkeling van het kind hangt nauw samen met onze visie op opvoeden. Doordat wij vinden dat de invloed van de omgevingsfactoren medebepalend is voor de ontwikkeling van het kind, houdt dit in dat de gastouder in de ontwikkeling een rol speelt. De interactie tussen het kind en de gastouder is dus één van de factoren die de ontwikkeling van het kind beïnvloeden. Ieder kind is uniek en heeft de drang in zich om de wereld te ontdekken. 2 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
Het kind is een competent wezen dat geboren wordt met een eigen aanleg en zal zich in wisselwerking met zijn omgeving ontwikkelen op zijn eigen manier en in eigen tempo. 2.4 Visie op zorgkinderen Kinderen die extra zorg nodig hebben zijn onder bepaalde voorwaarden welkom bij een gastouder. Met zorgkinderen bedoelen we kinderen die van de gastouder extra zorg/aandacht nodig hebben vanwege een verstandelijke en/of lichamelijke handicap, een gedragsprobleem, een ontwikkelingsstoornis, een medisch probleem, of gezins- en/of omgevingsfactoren die van invloed zijn op hun gedrag/welbevinden. 2.5 Pedagogische visie Bij het opvoeden gaan we uit van het individuele kind waarbij aandacht wordt geschonken aan groepsprocessen en aan interactie en communicatie tussen kinderen onderling. Hierdoor krijgen kinderen de mogelijkheid om sociale vaardigheden te oefenen en ontwikkelen en zich bewust te worden van hun eigen handelen. Daarnaast begeleidt de gastouder het individuele kind op basis van gelijkwaardigheid en met respect voor de eigenheid en de gevoelens van het kind, hierdoor kan het kind zich ontplooien en leren zelf keuzes te maken. Dit gebeurt in een stimulerende en uitdagende omgeving waar kinderen zich veilig en geborgen kunnen voelen. De gastouder is zich daarbij bewust van waarden en normen en grenzen en regels die hieruit voortvloeien. 2.6 Het pedagogisch klimaat bij de gastouder Gastouderopvang biedt opvang in huiselijke kring, voor kinderen van 0 tot 13 jaar, bij de gastouder of de ouder thuis. Het maximum aantal kinderen dat tegelijk aanwezig mag zijn: Zes kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar, inclusief eigen kinderen tot 10 jaar. Vijf kinderen wanneer deze allen jonger zijn dan 4 jaar, inclusief eigen kinderen tot 4 jaar. Vier kinderen van 0 en 1 jaar oud, waarvan maximaal twee van 0 jaar, inclusief eigen kinderen van deze leeftijd. De gastouder moet zich in ieder geval houden aan deze wettelijke vereisten, maar het gastouderbureau kan nog aanvullende eisen stellen aan het aantal kinderen dat mag worden opgevangen.
3. Pedagogische doelen Op dit moment werken we met het evaluatie-instrument observeren formulier, waarbij we onderzoeken of de kinderen zich prettig en op hun gemak voelen, of ze tot hun recht komen en of ze zich goed ontwikkelen. Volgens de psycholoog Abraham Maslov (1908-1970) kan een mens zich alleen goed ontwikkelen als er voldaan wordt aan zijn basisbehoeften en zit er hiërarchie in deze behoeften (de behoeftepiramide). Eerst moet aan de meest basale behoefte worden voldaan, voordat aan de volgende begonnen kan worden.
De zes basisbehoeften van A.H. Maslow zijn: 3 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
1. lichamelijke behoeften: gastouders zorgen ervoor dat kinderen adequate lichamelijke verzorging krijgen, dat ze voldoende en tijdig voeding krijgen, dat er voldoende rustmomenten zijn. Daarnaast zorgen zij ervoor dat kinderen voldoende mogelijkheden krijgen om te bewegen. 2. behoefte aan affectie en geborgenheid: gastouders benaderen het kind positief en met warmte en zorgen voor een positieve en gezellige sfeer, waarin het kind zich welkom voelt. 3. behoefte aan veiligheid, duidelijkheid en continuïteit: wij streven naar zo min mogelijk wisseling van gastouders, zodat het kind zich kan hechten. Een goede afstemming van het dagritme van het kind thuis en bij de gastouder zorgt voor veiligheid en duidelijkheid bij het kind. 4. behoefte aan erkenning en waardering: gastouders hebben oog voor de positieve kanten en gedragingen van elk kind en laten dit ook merken. Het kind wordt geaccepteerd met al zijn kwaliteiten en tekortkomingen en wordt benaderd vanuit gelijkwaardigheid. Ze staan open voor de eigenheid van elk kind en houden rekening met zijn gevoelens. 5. behoefte aan competentie en waardering: elk kind heeft behoefte om zich te ontwikkelen, nieuwe dingen te leren en te kunnen. Gastouders geven het kind de ruimte om zelf te ontdekken en zorgen voor de juiste omstandigheden door een uitdagende omgeving te bieden waarin zijn nieuwsgierigheid en creativiteit tot ontplooiing kunnen komen en het kind zijn zelfstandigheid kan ontwikkelen. 6. behoefte om een goed mens te zijn: kinderen willen graag voldoen aan de verwachtingen, normen en regels die gesteld worden. Daarom maken gastouders de kinderen duidelijk dat zij verwachten dat ze zich gedragen volgens bepaalde regels. Zij maken de kinderen bewust van hun eigen handelen en bieden de mogelijkheid om sociale vaardigheden te oefenen en te ontwikkelen.
4. Gastouders Om als gastouder te worden opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang moet de gastouder aan de volgende eisen hebben voldaan en beschikken over: een diploma mbo2 Helpende (Zorg) en Welzijn, of een daaraan gelijkgesteld diploma; een door de minister aangewezen EHBO certificaat gericht op kinderen; een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG); de gastouder moet Nederlands spreken; zij moet tenminste 18 jaar zijn of ouder en niet wonen op hetzelfde adres als de ouders van de kinderen die zij opvangt; haar eigen kinderen mogen niet onder toezicht staan; de gastouder moet telefonisch bereikbaar zijn; de gastouder moet de inhoud van het pedagogisch beleidsplan van het gastouderbureau kennen en er naar handelen; de gastouder moet de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid en het protocol kindermishandeling kennen en ernaar handelen; de gastouder ontvangt de betalingen van de ouders enkel via het gastouderbureau.
4 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
4.1 Basishouding van gastouders Wij streven naar sensitieve responsiviteit als basishouding van gastouders. Sensitieve responsiviteit betekent emotionele steun bieden. Het gaat er hierbij om dat de gastouder open staat voor de signalen die een kind afgeeft, weet hoe deze signalen geïnterpreteerd moeten worden en tijdig en adequaat op deze signalen kan reageren. Een gastouder die sensitief en responsief is: kan goed luisteren, toont belangstelling, anderen voelen zich gehoord; toont begrip, leeft zich in, toont zich betrokken, anderen voelen zich begrepen; gaat in op uitspraken van anderen, stelt vragen, vraagt door naar gevoelens, behoeften en wensen, anderen voelen zich gezien; toont respect voor de eigenheid van anderen; geeft er blijk van zich bewust te zijn van haar handelen en uitspraken op anderen; betrekt het kind actief bij het gesprek en geeft het de ruimte; creëert een constructieve sfeer; gaat handig met de kinderen om, probeert actief op kinderen in te spelen, is diplomatiek; gedraagt zich tactvol, heeft een open houding en weet de juiste toon te vinden; toont door haar oordelen of acties dat zij inzicht heeft in de sociale verhoudingen en/of situaties. Om sensitief en responsief te kunnen zijn, om ruimte te hebben voor anderen, is het van belang zelf in evenwicht te zijn en dicht bij je gevoel te staan. Dan pas kun je openstaan voor de eigenheid van alle kinderen en hun ouders, zonder vooroordelen. Daarnaast dient de gastouder te beschikken over de volgende interactievaardigheden: Respect hebben voor autonomie; Structureren en grenzen stellen; Praten en uitleggen; Stimuleren van de ontwikkeling; Begeleiden van interacties tussen kinderen. 4.2 Rol van gastouders De gastouder is verzorger en medeopvoeder van het kind; in de hoedanigheid van opvoeder heeft zij meerdere rollen: De rol van regelaar: de gastouder grijpt in als dat nodig is en legt de kinderen regels uit. Dit is nodig als basis om de veiligheid van de kinderen te garanderen en ervoor te zorgen dat kinderen elkaar niet te veel storen. Binnen die rol van regelaar geeft de gastouder kinderen de ruimte om zelf dingen op te lossen. De rol van bemiddelaar: de gastouder maakt het mogelijk dat kinderen samen spelen. In deze rol daagt de gastouder kinderen uit tot samen spelen, stuurt of buigt het spel om en is aanwezig als kinderen ruzie krijgen en er samen niet uitkomen. De rol van speelkameraad: de kinderen bepalen het spel en de gastouder gaat mee in de plannen van de kinderen en kan daarbij een nieuwe impuls geven aan het spel. De rol van stimulator: de gastouder stimuleert kinderen daar waar nodig is om tot spelen of andere activiteiten te komen. 5 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
5. Het pedagogisch handelen van gastouders In dit deel wordt het pedagogisch handelen beschreven. Het pedagogisch handelen is de wijze waarop wij de zes basisbehoeften vertalen naar de dagelijkse omgang met kinderen. De basisdoelen bevatten de volgende onderwerpen: Fysiek; Affectie en geborgenheid; Veiligheid, duidelijkheid en continuïteit; Erkenning en waardering; Ontwikkeling en competentie op persoonlijk vlak; Normen en waarden. 5.1.1 In de fysieke behoeften van kinderen voorzien De gastouders zorgen ervoor dat kinderen adequate lichamelijke verzorging krijgen, dat ze voldoende en tijdig voeding krijgen en dat er voldoende rustmomenten zijn. Daarnaast zorgen zij ervoor dat kinderen voldoende mogelijkheden krijgen om te bewegen. Het uitwisselen van informatie tussen de gastouder en de ouder over de lichamelijke behoeften van het kind is van groot belang. Pas als je op de hoogte bent van de behoeften van elk individueel kind kun je optimaal tegemoet komen aan deze behoeften. Eten en drinken Tussen de gastouder en ouder worden afspraken gemaakt rondom eten en drinken. Zo kan het zijn dat de ouder eten en drinken voor het kind meegeeft. Ook is het mogelijk dat de ouder een vergoeding betaalt aan de gastouder voor het eten en drinken dat het kind krijgt. De gastouder zorgt ervoor dat het kind op tijd gezonde, voldoende en gevarieerde voeding aangeboden krijgt, waarbij de gastouder ernaar streeft om tijdens de eetmomenten te zorgen voor rust en een goede sfeer. Een goede sfeer kun je creëren door gezamenlijk te eten en door met de kinderen afspraken te maken. Door deze afspraken is het duidelijk voor het kind wat er van hem verwacht wordt. Zo kun je bijvoorbeeld afspreken dat het kind aan tafel op zijn plaats blijft zitten en dat als hij zijn mond leeg heeft iets kan zeggen. Op deze manier kan er rustig gegeten worden, er kan een gesprek plaatsvinden en het kind kan zijn verhaal kwijt. Bij baby’s wordt ervoor gezorgd dat kinderen tijdig gevoed worden en de juiste voeding krijgen waarbij de gastouder de specifieke behoeften van het individuele kind volgt, dit gebeurt in nauw overleg met de ouders. De baby’s die aan tafel brood eten, biedt de gastouder brood aan in kleine stukjes op een bordje. De gastouder stimuleert dat het kind zo snel mogelijk uit een beker leert drinken. De gastouder probeert de zelfstandigheid van het kind te vergroten door het kind zelf te laten kiezen wat het op zijn brood wil en laat het indien mogelijk zelf zijn bood smeren. Ook meehelpen met de tafel dekken en helpen opruimen stimuleert de zelfstandigheid van het kind. De gastouder houdt rekening met diëten en met kinderen die iets niet lusten en biedt vervolgens een alternatief aan in overleg met de ouders. In sommige gevallen zal de gastouder het kind stimuleren maar nooit dwingen om te eten. Dit kan de gastouder doen door iets aan te bieden en weer weg te halen als het kind het niet wil, zonder daar verder aandacht aan te schenken. Op deze manier wordt voorkomen dat eten een machtstrijd wordt. Het eten verloopt nu rustig en de sfeer blijft goed. Hierbij wordt uitgegaan van het vertrouwen dat een 6 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
kind wel gaat eten als het er aan toe is. De gastouder eet samen met de kinderen. Zij is zich bewust van haar voorbeeldfunctie. In het geval van een dieet legt zij het kind uit waarom diegene met het dieet iets anders eet. De gastouder is consequent wat betreft de omgangsvormen die er heersen aan tafel, maar kan flexibel omgaan met de regels. Om het kind te leren dat hygiëne belangrijk is, kan het kind voor het eten naar het toilet gaan en zijn handen wassen. Bij het klaarmaken en bewaren van voedsel handelt de gastouder hygiënisch. 5.1.2 Slapen/rustmomenten De gastouder zorgt er voor dat kinderen die nog slaap nodig hebben daar ook aan toe komen. Bij een baby volgt de gastouder meer de individuele behoefte van het kind en bij de peuter is er vaker sprake van een vast moment waarop het kind gaat slapen. Het is belangrijk dat het bed een veilige en prettige plaats is voor het kind en gastouders volgen hierbij de procedure voorkomen en handelen bij wiegendood. Onder rust en regelmaat verstaan wij het volgende: Gezonde afwisseling van slapen en waken; Rustige omgeving; Niet meer dan één uitstapje per dag; Prikkelreductie door de volgende zaken te vermijden: o Radio en/of televisie de hele dag aan; o Gebruik van wipstoel/Maxi Cosi; o Voortdurend vermaak van het kind; o Veel speelgoed/mechanisch aangedreven speelgoed; o Slapen in de box; o Onverwachte gebeurtenissen; o Te veel volwassenen die in en uit lopen. Regelmaat in tijd: Door een vaste opeenvolging van gebeurtenissen: slapen/waken/contact met de gastouder/alleen zijn of spelen. Regelmaat in plaats: Slapen in hetzelfde bedje (dus niet in de box of Maxi Cosi); Er is bij de gastouder een aparte slaapruimte voor kinderen jonger dan 1,5 jaar. Vaste rituelen kunnen bijdragen aan een gevoel van veiligheid. De gastouder legt het kind daarom zoveel mogelijk in hetzelfde bed op dezelfde plaats, met een eigen knuffel. Bij een kind naar bed brengen kan er een ritueel gevolgd worden, zoals voorlezen of luisteren naar rustige muziek. Als kinderen moeilijk in slaap komen kan de gastouder erbij zitten tot het kind slaapt. Als een kind geen behoefte meer heeft aan slaap wordt er indien nodig wel een moment van rust aangeboden. Dit kan gebeuren door de kinderen even op de bank te laten liggen met een boekje of een rustige activiteit aan te bieden.
7 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
5.1.3 Lichamelijke verzorging Het is belangrijk dat een kind goed verzorgd wordt waardoor het zich prettig voelt. De gastouder let er daarom op dat kinderen regelmatig verschoond worden en er verzorgd uit zien. De momenten van verzorging worden gebruikt om het kind individuele aandacht te geven. Zeker bij baby’s is het een moment waarop de gastouder contact heeft met het kind, het kind even kan knuffelen en met het kind kan spelen. Bij het verzorgen kan de gastouder vertellen wat ze gaat doen en het kind vragen om medewerking; zelfs al bij hele jonge baby’s kan de gastouder het kind uitnodigen om mee te doen in de verzorging. De gastouder verzorgt het kind op een rustige manier met respect voor het kind. Bij het zindelijk worden van peuters wordt het tempo van het kind gevolgd en laat de gastouder het kind merken dat eventuele ‘ongelukjes’ niet erg zijn. Wanneer het kind ziek is volgt de gastouder de procedure bij zieke kinderen en de procedure bij besmettelijke ziekte. Als het kind zich pijn heeft gedaan heeft zij hier aandacht voor en volgt de procedure handelen bij ongevallen. De gastouder let er ook op dat het kind niet te warm of te koud gekleed is waardoor zijn spel belemmerd kan raken of zijn gezondheid in het gedrang komt. In de winter let zij er op dat het kind zijn jas aan heeft en niet in natte kleren blijft rondlopen. De gastouder zorgt voor een adequate temperatuur in haar huis en ventileert voldoende. In de zomer wordt het kind ingesmeerd met zonnebrandmiddel en zorgt de gastouder voor voldoende schaduwplekken en verkoeling voor het kind. 5.1.4 Bewegingsmogelijkheden Een gastouder geeft het kind de mogelijkheid zich vrij te bewegen en zelfstandig bezig te zijn waardoor het kind zich in zijn eigen tempo kan ontwikkelen. Door het kind de ruimte te geven zal hij een beweging pas uitvoeren als hij eraan toe is en zich er voldoende zeker over voelt. Dit helpt het kind zijn zelfvertrouwen te ontwikkelen. Hierbij biedt de gastouder het kind binnen en buiten een veilige omgeving aan, die tegemoet komt aan zijn behoefte om te ontdekken. De gastouder probeert twee keer op een dag naar buiten te gaan met het kind. Dit kan spelen in de tuin zijn, meegaan naar de winkel of het bezoeken van een speelplaatsje in de buurt. De houding van de gastouder is hierbij vooral voorwaardenscheppend, zij is op de achtergrond aanwezig en laat het kind merken dat zij er is als het kind haar nodig heeft. Daarnaast kunnen er momenten zijn waarop de gastouder een actievere rol heeft en samen met de peuters bewegingsspelletjes doet of met ze gaat dansen. Hierbij kijkt de gastouder naar wat het kind bezighoudt en speelt daarop in. Het samen plezier beleven aan gezamenlijke activiteiten staat hierbij centraal. 5.1.5 Ontdekken van het lichaam Het ontdekken van het lichaam en de daarbij behorende gevoelens is een belangrijke ontwikkeling bij kinderen. Vooral jonge kinderen gaan op een open, taboeloze manier met seksuele gevoelens om. Ze kennen nog geen gevoel van schaamte. Baby’s leren en ontwikkelen zich door zintuiglijk en lichamelijk ervaren. Ze verkennen de wereld met hun mond, neus, ogen, oren en door te voelen. Lichaamscontact is erg belangrijk voor baby’s, daardoor ervaart een baby dat hij er mag zijn en dat het fijn is om aangeraakt te worden. Peuters worden zich al meer bewust van hun eigen lichaam en worden zich ook steeds 8 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
meer bewust van het onderscheid tussen jongens en meisjes. Schoolgaande kinderen beginnen na te denken over relaties met elkaar en over de liefde. Seksualiteit is onderdeel van de ontwikkeling van kinderen. Om bij te dragen aan een gezonde seksuele ontwikkeling, biedt de gastouder een open en veilige sfeer, waar ruimte is voor lichamelijk contact. Dit betekent niet dat alles mag en kan, maar wel dat alles bespreekbaar is en dat kinderen met respect en eerlijkheid benaderd worden. Als peuters doktertje spelen kan de gastouder dit toelaten maar geeft ze wel duidelijk de volgende grenzen aan: Tijdens het spel mag er geen sprake zijn van dwang; Kinderen mogen elkaar geen pijn doen; Er mag geen sprake zijn van macht; De kinderen moeten hun ondergoed aanhouden; De gastouder moet zicht kunnen houden op het spel; Als de gastouder de indruk krijgt dat één van de kinderen het spel niet meer prettig vindt dan grijpt zij in. De gastouder maakt het kind duidelijk dat het ontdekken van het eigen lichaam iets van het kind alleen is en dat je dat daarom niet overal kan doen, bijvoorbeeld niet aan tafel maar wel in je bed. De gastouder probeert van seksualiteit geen taboe te maken door baby’s de kans te geven hun eigen lichaam te ontdekken, bijvoorbeeld tijdens het verschonen. Bij een peuter wordt ingegaan op hun vragen en is seksualiteit bespreekbaar, uiteraard op het niveau van het kind. De gastouder let ook op eventuele andere kinderen die meeluisteren. Ook peuters kunnen veel behoefte aan lichamelijk contact hebben. De gastouder neemt het kind dan ook regelmatig op schoot om even lekker te knuffelen, waarbij ze goed oplet of het kind dit wel wil. De gastouder leert het kind ook dat het mag aangeven dat het iets niet wil. Zo is het ook goed als het kind bijvoorbeeld de gastouder geen kus wil geven bij het afscheid. Op deze manier leert een kind zijn grens aan te geven. Als een kind frequent met seksueel getinte spelletjes bezig is probeert de gastouder het kind af te leiden en een alternatief te bieden. De gastouder bespreekt dit met de ouder. 5.2 Zorgen voor affectie en geborgenheid De gastouder benadert het kind positief en met warmte en zorgt voor een positieve en gezellige sfeer, waarin het kind zich welkom voelt. Een van de belangrijkste voorwaarden voor kinderen om zich goed te ontwikkelen is het gevoel er te mogen zijn en welkom te zijn. Het kind moet het vertrouwen krijgen dat er mensen zijn die om hem geven en die het belangrijk vinden om rekening met hem te houden. In de relatie met volwassenen dient er voldoende ruimte te zijn voor het kind om zijn emoties te laten zien. Het kind moet er op kunnen vertrouwen dat wanneer de nood aan de man komt er iemand is die zal zorgen dat het toch in orde komt. Door sensitiviteit van volwassenen voor wat het kind wil kan het kind zich hechten aan volwassenen. Sensitiviteit is onder andere de gevoeligheid van volwassenen voor de signalen van het kind van stress, spanning en ongemak. Het kind hecht zich in de regel als eerste aan de ouders, maar kan met meerdere volwassenen een hechte relatie opbouwen.
9 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
De gastouder probeert een band op te bouwen met het kind zodat het kind zich kan hechten. Hierdoor wordt de opvang bij de gastouder voor het kind een veilige plek. We streven er daarom naar maximaal twee verschillende gastouders voor een kind de opvang te laten verzorgen. Bij het screenen van gastouders letten we ook op de sensitiviteit van een gastouder. Bij een baby bouwt de gastouder een band op met het kind door vooral veel aandacht te schenken aan de individuele verzorging van het kind, het kind liefdevol aan te raken tijdens de verzorging en rustig te praten tegen het kind. De gastouder reageert adequaat op signalen van de baby en herkent de verschillende huilen. De gastouder dient voor ieder kind dat ze opvangt aandacht en zorg te hebben. Dit kan blijken door naar zijn verhalen te luisteren, te knuffelen of te stoeien, te troosten bij verdriet, oogcontact te maken met het kind en tijd te maken om een activiteit met het kind te doen. De kinderen moeten kunnen rekenen op hulp of steun van de gastouder, zij moet bereikbaar zijn voor vragen of voor een gesprek. Wanneer een kind zich buitengesloten voelt of gepest wordt, helpt de gastouder het kind zich weerbaar te maken, zij stimuleert het zelf oplossen van conflicten, het sluiten van vriendschappen en bemiddelt indien nodig. Kinderen kunnen moeite hebben met nieuwe situaties, de gastouder heeft oog voor gevoelens van onveiligheid bij het kind en begeleidt het kind daar in. De gastouder dient de kinderen met respect te benaderen en bijvoorbeeld niet af te vallen in het bijzijn van anderen. Enthousiasme wordt gedeeld, verdriet mag er zijn en boosheid wordt in goede banen geleid. 5.3 Veiligheid, duidelijkheid en continuïteit bieden. Bij het GOB streven we naar zo min mogelijk wisseling van gastouders, zodat het kind zich kan hechten. Een goede afstemming van het dagritme van het kind thuis en bij de gastouder zorgt voor veiligheid en duidelijkheid bij het kind. Naast emotionele veiligheid biedt de gastouder ook fysieke veiligheid en bescherming. Een gevoel van veiligheid zowel op fysiek als op emotioneel gebied is essentieel voor een goede ontwikkeling. Fysieke veiligheid bieden wij door te zorgen voor een veilige omgeving. Zo letten wij bij de inrichting op veiligheid en kindvriendelijkheid. Bij de werving en selectie van een gastouder wordt de leefomgeving van de locatie waar de opvang plaatsvindt gecontroleerd aan de hand van een checklijst veiligheid en hygiëne (Tulp-lijst). Ook tijdens het koppelingsgesprek met de gastouder en de ouder wordt stil gestaan bij een veilige omgeving voor het kind. Mocht het bijvoorbeeld nodig zijn dat er een traphekje komt, dan wordt daar door de gastouder of ouder voor gezorgd. Het gastouderbureau controleert of daadwerkelijk aan de afspraak is voldaan. Wij wijzen gastouders erop hoe kinderen veilig kunnen slapen en hanteren hiervoor de folder “veilig slapen” en het protocol voorkomen en handelen bij wiegendood. De GGD controleert jaarlijks het gastouderbureau en vanaf 2012 de locatie waar de opvang plaatsvindt steekproefsgewijs. Wij schatten de risico’s die kinderen lopen in, maar zijn van mening dat risico’s niet geheel te vermijden zijn. Wij vinden het belangrijk dat kinderen voldoende uitdaging in hun omgeving kunnen beleven en leren kinderen daarom om te gaan met gevaren. Te denken valt hierbij aan 10 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
het dekken van een tafel met messen, of klimmen op het klimrek. Uiteraard houdt de gastouder hierbij rekening met de leeftijd van het kind. Ze kijkt naar wat het kind aankan en naar wat zijn behoefte is. Veiligheid waarborgen we tevens door alle gastouders uit te nodigen voor een jaarlijkse herhaling van de cursus EHBO voor kinderen. Emotionele veiligheid is net zo belangrijk als fysieke veiligheid. Een gastouder biedt emotionele veiligheid door de situatie voor kinderen zoveel mogelijk voorspelbaar te maken. Voor jonge kinderen is het belangrijk om te weten waar ze aan toe zijn, daarom is het prettig als de gastouder een vaste dagindeling hanteert. Om duidelijkheid en veiligheid te bieden zijn er soms afspraken nodig over wat wel en niet mag. Hierbij kijkt de gastouder naar wat een kind aankan en past de afspraken hierop aan en legt uit waarom bepaalde afspraken nodig zijn. Wanneer de gastouder afwijkt van de gemaakte afspraken moet het haar beslissing zijn en voor het kind moet het duidelijk zijn waarom zij dit doet. Door kinderen niet bij alles wat ze doen regels op te leggen, maar door te kijken naar het individuele kind biedt je kinderen de mogelijkheid zich optimaal te ontwikkelen en leer je kinderen vertrouwen in zichzelf te krijgen. Emotionele veiligheid ontstaat ook doordat kinderen kunnen vertrouwen op de aanwezigheid en steun van de gastouder. 5.4 Erkenning en waardering geven De gastouder heeft oog voor de positieve kanten en gedragingen van elk kind en laat dit ook merken aan het kind. Het kind wordt geaccepteerd met al zijn kwaliteiten en tekortkomingen en wordt benaderd vanuit gelijkwaardigheid. De gastouder staat open voor de eigenheid van elk kind en houdt rekening met zijn gevoelens. De gastouder benadert het kind op een positieve manier en geeft het kind aandacht en complimenten. Dit doet ze door het kind regelmatig, op een opbouwende manier, te prijzen. Hierbij geeft ze aan welk gedrag ze waardeert en waarom dit zo is. Deze waardering laat ze ook in haar gedrag merken. Dus de gastouder zegt niet alleen: ´wat ben je lief´, maar bijvoorbeeld:’wat lief dat je Tim helpt met zijn jas, want nu heb ik tijd om de andere kinderen te helpen’ en geeft het kind een aai over zijn bol. Zo is het duidelijk voor het kind welk gedrag van hem precies lief en de moeite waard wordt gevonden. Hierdoor ontwikkelen kinderen een positief zelfbeeld. Wanneer een kind veel waardering en aanmoediging krijgt, ontstaat bij hem het gevoel dat hij aardig is en de moeite waard en krijgt hij zelfvertrouwen. Als ze bepaald gedrag van een kind niet wil, geeft ze op dezelfde manier opbouwende kritiek: ‘als je gooit met blokken doe je andere kinderen pijn. Ik vind dat niet leuk want nu heeft Mark pijn, ik wil dat je gaat bouwen met de blokken’. Bij opbouwende kritiek spreek je niet je afkeuring uit over het kind, maar keur je alleen bepaald gedrag af, leg je de consequenties uit van dat gedrag en geef je een alternatief. Ieder kind is bijzonder en de moeite waard om aandacht voor te hebben. Voor een kind is het belangrijk dat het gezien en gehoord wordt en dat er ruimte is voor individuele behoeften en voorkeuren van het kind. Bij jonge baby’s gebeurt dat vooral door veel aandacht te besteden aan hun fysieke behoeften en serieus te luisteren naar signalen van bijvoorbeeld vermoeidheid, honger of verdriet. 11 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
Er is ook individuele aandacht voor kinderen door ze foto’s van thuis mee te laten nemen en aandacht te hebben voor een speciale gebeurtenis van thuis, zoals de geboorte van een broertje of zusje. Ook door op de verjaardag van het kind te komen geeft de gastouder extra aandacht aan het kind. Het meenemen van speelgoed van thuis kan voor kinderen belangrijk zijn, hiervoor worden bepaalde momenten afgesproken. Soms wordt er een activiteit gedaan met een individueel kind of een paar kinderen, waardoor zij zich speciaal voelen. Bijvoorbeeld naar de winkel gaan, een spelletje doen of de gastouder helpen met een taak. De gastouder staat open voor ‘anders zijn’ van kinderen. Dit kan een andere cultuur zijn, maar ook ziek zijn, of het volgen van een dieet. Er zijn drukke en stille kinderen, verlegen kinderen of kinderen die bang zijn, hier probeert de gastouder zoveel mogelijk rekening mee te houden. Dit doet ze o.a. door kinderen niet te verplichten ergens aan mee te doen. De gastouder is zich bewust van de verschillen in aanleg tussen jongens en meisjes. Soms zijn deze verschillen dominant en soms ook niet. Jongens hebben over het algemeen meer behoefte aan fysieke activiteiten en het is belangrijk daar ruimte voor te geven. Ook in de communicatie houdt de gastouder rekening met deze verschillen: iets bespreken met een jongen heeft meer effect als je dit doet terwijl je bijvoorbeeld een spelletje doet en je elkaar niet hoeft aan te kijken. Jongens zijn eerder geneigd hun conflicten fysiek op te lossen, de gastouder leert hen dat het ook mogelijk is om dit via praten te doen. Meisjes neigen eerder naar zorg en empathie en gaan sneller voorbij aan hun eigen behoefte, de gastouder leert hen daarom ook assertief te zijn. Ze stimuleert kinderen verschillen te respecteren en elkaar te waarderen en leert kinderen rekening te houden met elkaar. De gastouder laat kinderen blijken dat ze waardering heeft voor uitingen op creatief gebied. Dit doet zij door kinderen hun eigen creativiteit te laten ontdekken en ontwikkelen, de juiste voorwaarden te scheppen en zo min mogelijk te sturen. Op deze manier leren kinderen vertrouwen op hun eigen kunnen op creatief gebied. Alles wat kinderen zelf maken is mooi en er wordt positieve aandacht aan geschonken. De gastouder heeft een sensitieve houding en benadert kinderen respectvol en vanuit gelijkwaardigheid. Zo zal ze kinderen niet op afstand corrigeren, alleen indien er gevaar dreigt. Ze kijkt het kind aan als ze ermee praat en luistert echt naar wat het kind te vertellen heeft. 5.5 Ontwikkeling en competentie op persoonlijk vlak stimuleren Het kind is een competent wezen dat zijn eigen leerproces bepaalt in zijn eigen tempo. De gastouder geeft het kind de ruimte om zelf te ontdekken en zorgt voor de juiste omstandigheden door een uitdagende omgeving te bieden waarin zijn zelfstandigheid en creativiteit tot ontplooiing kunnen komen en het kind zijn zelfstandigheid kan ontwikkelen. Als we spreken over het kind als een competent wezen, dan bedoelen we dat een kind bij de geboorte al bepaalde talenten heeft en in staat is om deze te ontwikkelen. Ieder kind is vanuit zichzelf gemotiveerd om zich te ontwikkelen. Het tempo waarin dit gebeurt verschilt per kind. De gastouder heeft oog voor deze talenten en biedt het kind de mogelijkheid deze te ontwikkelen. Zij heeft een positieve relatie met het kind. Het kind krijgt het gevoel gewaardeerd en geaccepteerd te worden. Als je als kind gewaardeerd wordt, ben je de moeite waard en 12 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
ontwikkel je een positief zelfbeeld. Dit positieve zelfbeeld is van grote invloed op het zelfvertrouwen en het gedrag van een kind en de hieraan gekoppelde persoonlijke ontwikkeling. 5.5.1. Sociale ontwikkeling Als kinderopvangorganisatie ligt onze prioriteit bij de sociale vaardigheden, in tegenstelling tot het onderwijs waar de prioriteit op cognitief vlak ligt. Doordat kinderen bij de gastouder onderdeel uitmaken van een gezin, wordt hun sociale ontwikkeling gestimuleerd, zo leren ze te delen, zich aan regels te houden, iets voor elkaar over te hebben, samen te werken, maar ook voor zichzelf op te komen. 5.5.2. Spel Spel is voor het kind een manier om zich te uiten en de wereld te ontdekken, spel is dus een bezigheid die essentieel is voor de ontwikkeling van kinderen. Op deze manier ontwikkelen kinderen zich op cognitief gebied, maar ook op sociaal, motorisch, emotioneel en creatief gebied. In overleg met de vraagouders zorgt de gastouder ervoor dat voor alle spelvormen voldoende materiaal aanwezig is en het speelgoed opgeruimd en compleet is, waardoor het aantrekkelijk blijft voor de kinderen om ermee te spelen. 5.5.3. Natuurbeleving Kinderen hebben een natuurlijke behoefte aan buiten spelen en buiten zijn. Natuurbeleving is onmisbaar voor een goede ontwikkeling en draagt vooral bij aan de motorische en zintuiglijke ontwikkeling. Door kinderen buiten ‘vrij’ te laten spelen wordt hun zelfstandigheid gestimuleerd. Het geeft kinderen ontspanning en rust, bovendien worden kinderen die veel buiten zijn minder vaak ziek. Gastouders stimuleren kinderen elke dag buiten te zijn. Naast ruimte voor vrij spel worden er buitenactiviteiten aangeboden. Activiteiten waarbij kinderen bewust de natuur beleven, leren over de natuur, maar ook respect leren hebben voor hun omgeving. Het spelen in de natuur houdt in dat kinderen vies kunnen worden. Ouders worden hiervan op de hoogte gebracht en gevraagd hiermee rekening te houden. 5.5.4 Zelfstandigheid Daarnaast vinden we het belangrijk om kinderen te begeleiden naar zelfstandigheid. Dit betekent dat we kinderen al van jongs af aan bepaalde taken en verantwoordelijkheden geven die zij aankunnen. Dit geeft kinderen een gevoel van zelfvertrouwen. Ook het zindelijk worden draagt bij aan het zelfstandig worden. Hierin volgt de gastouder het tempo van het kind en stimuleert indien nodig in overleg met de ouders. De gastouder maakt bij iedere situatie een afweging wanneer haar hulp nodig is en wanneer het kind het zelf kan oplossen. Zo zal de gastouder de tijd nemen om de kinderen die het kunnen zichzelf te laten aankleden of hun boterham te laten smeren. In het geval van conflicten geeft de gastouder de kinderen eerst zelf de gelegenheid hun conflict op te lossen voordat zij ingrijpt. Kinderen die het aan kunnen mogen zonder toezicht buiten spelen. Uiteraard gebeurt dit in goed overleg tussen gastouder en ouders. Afspraken over het buitenspelen worden vastgelegd tijdens het koppelingsgesprek. Wij vinden het belangrijk om kinderen serieus te nemen en te luisteren naar wat zij te zeggen 13 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
hebben, daarom laten wij kinderen vanaf 4 jaar (met behulp van ouders) en vanaf 7 jaar zelf een vragenlijst invullen over hun welbevinden. 5.5.5. Zintuiglijke ontwikkeling Op het gebied van zintuiglijke ontwikkeling kunnen diverse activiteiten aangeboden worden zoals kleien, spelen met zand en water. De gastouder stimuleert de creativiteit van de kinderen door veel verschillende materialen aan te bieden en de kinderen zelf te laten ervaren wat zij daarmee kunnen creëren. Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren vertrouwen op hun eigen creativiteit en dat alles wat zij maken de moeite waard is. 5.5.6 Taalontwikkeling Gastouders zorgen voor een ‘rijke taalomgeving’ voor kinderen van 0 tot 4 jaar door veel met kinderen te praten, steeds te benoemen wat zij doen en door onbekende woorden te gebruiken. Tevens wordt er dagelijks ‘interactief’ aan de kinderen voorgelezen waarbij kinderen worden uitgedaagd te praten, maar ook om te luisteren naar elkaar. De boeken die voorgelezen worden sluiten aan bij de leeftijd en de beleving van kinderen. Gastouders zijn alert op spraak- en taalproblemen en ondernemen een passende actie in overleg met de bemiddelingsmedewerker. 5.6 Normen en waarden aanreiken Kinderen voldoen van nature graag aan verwachtingen en regels die gesteld worden. Daarom maken gastouders de kinderen duidelijk dat zij verwachten dat ze zich gedragen volgens bepaalde regels. Gastouders maken kinderen bewust van hun eigen handelen en bieden de mogelijkheden om sociale vaardigheden te oefenen en te ontwikkelen. Kinderen die worden opgevangen door een gastouder kunnen te maken krijgen met andere regels, waarden en normen dan die bij hen thuis gelden. Zo kan het zijn dat er bij de gastouder voor het eten wordt gebeden terwijl dit thuis niet gebeurt. In principe kan een kind goed omgaan met verschillen in benadering of opvoedingsaanpak tussen ouders en gastouders. Uiteraard moeten de verschillen niet zo groot zijn dat het verwarrend en ontregelend is voor het kind. Het gastgezin is daardoor mede een belangrijke plaats voor kinderen voor het oefenen van sociale vaardigheden. Vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in gezinsverband, maar ook om in de maatschappij te kunnen functioneren. Tijdens de opvang is het nodig om bepaalde afspraken te maken om de sfeer goed te houden, de veiligheid te waarborgen en ieder kind de mogelijkheid te geven tot ontplooiing te komen. Daarom vinden wij het belangrijk om kinderen tijdens de opvang door de gastouder, normen en waarden bij te brengen. De belangrijkste waarden vinden wij: gelijkwaardigheid en elkaar met respect behandelen. In de opvoeding betekent dit dat we behulpzaam zijn, luisteren naar elkaar en begrip hebben voor een kind (of volwassene) dat anders is dan jij. Wij hebben als uitgangspunt dat kinderen de natuurlijke behoefte hebben een goed mens te willen zijn. Kinderen hebben duidelijkheid nodig, zodat ze weten wat er van hen verwacht wordt. Daarom benoemt de ouder positief gedrag van het kind en laat het kind merken wanneer het ongewenst gedrag vertoont. Dit doet ze door het kind een ik-boodschap te geven. 14 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
Als verbaal corrigeren niet helpt zal de gastouder afhankelijk van het kind en zijn leeftijd daar nog iets aan toevoegen. Dit kan zijn; het kind even negeren of even uit de situatie halen om het te laten nadenken. Als ze het kind corrigeert vertelt ze het kind waarom ze dit doet en laat dit nooit langer dan een paar minuten duren. Soms wordt een kind dat zich niet aan de afspraken houdt beperkt in zijn spelmogelijkheden of wordt er een alternatief geboden. Als de gastouder het kind corrigeert dan let ze erop dat ze het kind in zijn waarde laat en zorgt ervoor dat ze niet het kind afwijst maar zijn gedrag. Bij de jongste kinderen probeert ze het kind soms af te leiden of uit de situatie te halen om zo het negatieve gedrag te doorbreken. Daarnaast worden met de gastouder afspraken gemaakt op het niveau van het kind. Oudere kinderen worden betrokken bij het opstellen van afspraken. Normen waaraan het kind moet voldoen, moeten niet te hoog gegrepen zijn. Verwachtingen worden ook aangepast aan ieder individueel kind. Het is belangrijk dat kinderen zelfvertrouwen opbouwen en daarom laat de gastouder de kinderen merken dat het maken van een fout niet erg is. Gastouders zullen ook vertellen dat zij ook niet alles weten of kunnen en dat ook zij wel eens fouten maken. Zij geven het gastkind de ruimte om zelf te ondernemen, maar stellen wel grenzen. Kinderen leren door de gevolgen van hun gedrag te ervaren. Respect is voor ons een zeer belangrijk begrip. Respect voor anderen, de omgeving, de natuur maar ook voor jezelf. Weten dat je de moeite waard bent en je eigen mening serieus nemen en hier voor uit durven komen. Respect hebben voor de omgeving houdt ook de zorg voor de ruimte in. We leren kinderen zorgvuldig met materiaal om te gaan en speelgoed op te ruimen na het spelen. Respect tonen naar de ander is bijvoorbeeld het luisteren naar elkaar, elkaar serieus nemen, interesse tonen in de ander en verschillen accepteren. Dit geldt voor kinderen onderling, maar ook voor de houding van gastouders naar kinderen en in het contact tussen ouders en gastouders. Respect toon je door interesse te hebben in de thuissituatie van kinderen. Dit kan middels foto’s, spulletjes van thuis en door een belangstellende, geïnteresseerde houding van de gastouder. We geven kinderen bepaalde taken en verantwoordelijkheden, passend bij hun leeftijd. Dit doen we omdat we uitgaan van het kind als een competent wezen en daarmee tonen we tevens respect voor het kind. In een gastgezin met soms meerdere kinderen komen veelvuldig interacties tussen kinderen voor. Kinderen leren van elkaar door betrokken te zijn in een spelmoment of conflict, maar ook door naar elkaar te kijken. De gastouder gebruikt positieve momenten om haar waardering uit te spreken. Dit kan naar andere kinderen toe als positief voorbeeld werken. Wanneer er sprake is van negatief gedrag zoals pesten, zal de gastouder hier meteen op inspringen en deze momenten gebruiken door een gesprek te beginnen over wat ze van de kinderen verwacht. De gastouder heeft een voorbeeldfunctie op het gebied van waarden en normen. Het effect van haar houding naar de kinderen, maar ook naar ouders en andere personen is van aanzienlijke waarde. Kinderen hebben de neiging om alles goed te willen doen en zullen daarom ook proberen het gedrag van een gastouder te kopiëren. De gastouder kan haar rol gebruiken in het overbrengen van omgangsvormen. Zo zal de gastouder het kind en de ouder(s) persoonlijk begroeten bij het binnenkomen en weggaan. Om kinderen te leren voor zichzelf op 15 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
te komen, kan de gastouder het voorbeeld geven door duidelijk aan te geven wanneer zij iets niet wil.
6. Locatie van de gastouder Voor de locatie gelden de volgende voorschriften: 6.1 Maximum aantal kinderen Het aantal kinderen dat tegelijk mag worden opgevangen, hangt af van hun leeftijd en de inschatting van de bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau. e eigen kinderen van de gastouder tot tien jaar tellen mee als zij aanwezig zijn tijdens de opvang. Vriendjes tot tien jaar die tijdens de opvang aanwezig zijn, tellen ook mee. Het maximum aantal kinderen dat tegelijk aanwezig mag zijn: Zes kinderen in de leeftijd van 0 tot dertien jaar, inclusief eigen kinderen tot tien jaar. Vijf kinderen wanneer deze allen jonger zijn dan vier jaar, inclusief eigen kinderen tot vier jaar. Vier kinderen van nul en een jaar oud, waarvan maximaal twee van nul jaar, inclusief eigen kinderen van deze leeftijd. De gastouder moet zich hieraan houden. De bemiddelingsmedewerker van het gastouderbureau controleert tijdens een huisbezoek of de gastouder zich houdt aan het aantal opgegeven kindplaatsen. De GGD controleert jaarlijks steekproefsgewijs of de gastouder zich houdt aan het opgegeven aantal kinderen. Als de gastouder kinderen tot 1,5 jaar opvangt, moet er een aparte slaapruimte zijn voor deze kinderen. Dat kan ook door in de slaapkamer van de gastouder of in die van de kinderen van de gastouder extra bedjes te plaatsen. De slaapruimte is afgestemd op het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Er moet binnen en buiten voldoende speelmogelijkheden geboden worden. De hoeveelheid ruimte hangt af van het aantal en de leeftijd van de kinderen die tegelijk worden opgevangen. Hierbij wordt rekening gehouden met de eigen kinderen van de gastouder.. Als de gastouder 4 of meer kinderen tegelijk opvangt, heeft zij een achterwacht die telefonisch bereikbaar moet zijn en bij calamiteiten binnen 15 minuten aanwezig kan zijn. De woning is altijd volledig rookvrij en er zijn voldoende goed functionerende rookmelders. 6.2 Ongevallenregistratie Het is onvermijdelijk dat kinderen zich soms bezeren. De gastouder is verplicht alle ongevallen te registreren op enen daarvoor bestemd ongevallen/calamiteiten formulier. Deze registratie moet inzichtelijk zijn voor de GGDinspecteur en bevat: De aard en de plaats van het ongeval De leeftijd van het kind De datum van het ongeval Een overzicht van maatregelen die zijn getroffen om herhaling te voorkomen.
16 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
6.3 Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Elke gastouder heeft een meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. De gastouder heeft er kennis van en handelt naar de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. De gastouder weet, dat als zij zich zorgen maakt, wie ze kan en moet benaderen. 6.4 Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid en plan van aanpak De gastouder is verplicht jaarlijks een risico-inventarisatie uit te voeren, samen met haar vast contact persoon van het gastouderbureau. De risico-inventarisatie heeft betrekking op de locatie waar de opvang plaatsvindt en gaat uit van het aantal kinderen dat wordt opgevangen en hun leeftijd. De risico-inventarisatie behandelt onder meer de volgende punten: Veiligheidsrisico’s, verbranding, vergiftiging, verdrinking, verstikking, verwonding, beknelling, vallen, botsen, stoten, steken en snijden. Gezondheidsrisico’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. De risico-inventarisatie wordt aangepast als de locatie tussentijds verandert, het aantal kinderen wijzigt of de leeftijd van de kinderen die worden opgevangen andere eisen stelt aan de locatie. Het gastouderbureau stelt op basis van de geconstateerde risico’s een plan van aanpak op dat beschrijft hoe de risico’s worden vermeden of zullen worden opgelost. De gastouder kent de risico-inventarisatie en handelt volgens de afspraken van het plan van aanpak dat samen met de vast contactpersoon van het gastouderbureau is opgesteld. Als de opvang plaatsvindt in het huis van de gastouder, informeert de gastouder de huisgenoten van achttien jaar en ouder over de risico’s en de maatregelen uit het plan van aanpak. De risico-inventarisatie is gereed op het moment dat de opvang start. Op de opvanglocatie is een exemplaar van de risico-inventarisatie aanwezig, voorzien van een originele handtekening van de vast contactpersoon/bemiddelingsmedewerker en de gastouder.
17 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
Bijlage: inspiratiebronnen
7.1 De Gordon-methode De Amerikaanse psycholoog Thomas Gordon ontwikkelde de Gordon-cursus ‘Effectief omgaan met kinderen ook wel de Gordon-methode genoemd. Vanuit zijn ervaringen met ouders die moeilijkheden hadden met hun kinderen, kwam hij op het idee om een ouderprogramma te schrijven ter preventie van die problemen. Hij heeft daarbij gebruik gemaakt van professionele kennis en vaardigheden. De cursus reikt vaardigheden aan om een effectieve communicatie tussen gastouder, ouders en kinderen tot stand te brengen. Acceptatie van elkaars behoeften en de bereidheid daar rekening mee te houden is hierbij essentieel. Doel van de Gordon cursus is: het verkrijgen en in stand houden van een plezierige en evenwichtige relatie tussen opvoeder en kind; het ‘geen probleem’-gebied te vergroten, zodat er meer mogelijkheden zijn om van elkaar te genieten, te leren, op te voeden en ervaringen te delen; het bevorderen van verantwoordelijkheid, zelfwaardering en zelfvertrouwen bij kinderen. Kernpunten van de Gordon-methode: Bijdragen aan een positief zelfbeeld van het kind; Duidelijk zijn over jezelf en opkomen voor eigen behoeften; Omgaan met onaanvaardbaar gedrag van het kind; Luisteren naar wat het kind eigenlijk bedoelt en wil; Ruzies, meningsverschillen en conflicten hanteren; Het kind helpen bij het oplossen van problemen; Het kind op een positieve manier beïnvloeden op het gebied van normen en waarden. 7.2 De pedagogische basisdoelen van Marianne Riksen Walraven Marianne Riksen Walraven is hoogleraar aan de universiteit van Nijmegen. Zij heeft als ontwikkelingspsychologe veel onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en betekenis van ouder-kindrelaties. Zij heeft zich in eerste instantie nogal terughoudend opgesteld ten opzichte van uitgebreide kinderopvang voor zeer jonge kinderen. Zij vroeg zich af of kinderen onder zulke omstandigheden wel een veilige hechtingsrelatie kunnen opbouwen met hun ouders. Uit onderzoek blijkt inmiddels dat het gebruikmaken van kinderopvang geen enkel positief of negatief effect heeft op de ontwikkeling van een veilige gehechtheid tussen ouders en kinderen. Kinderopvang blijkt daar alleen effect op te hebben in combinatie met andere factoren: als kinderen met een niet-sensitieve moeder terechtkomen in een ‘slechte’ vorm van kinderopvang is de kans op een onveilige relatie met de moeder extra groot. Naarmate de kinderopvang beter is, wordt de kans ook groter dat deze kinderen toch een veilige band met hun moeder kunnen opbouwen. Volgens haar is de pedagogische kwaliteit van een opvoedkundige omgeving beter naarmate kinderen er meer ervaringen kunnen opdoen die hun welzijn en ontwikkeling ten goede komen. 18 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
Hiervoor zijn vier basale uitgangspunten nodig die aan elk kind geboden zouden moeten worden, niet alleen binnen het gezin, maar ook in de kinderopvang als aanvullende opvoedingssituatie. Basisdoelen: Veiligheid: een veilige basis, een thuis waar kinderen zich kunnen ontspannen en zichzelf kunnen zijn. Pas als kinderen zich emotioneel veilig voelen kunnen zij vrijuit spelen en zo hun creativiteit en fantasie ontwikkelen, kunnen zij echte interesse voor hun omgeving opbrengen, wat hen de kans geeft om allerhande kennis en vaardigheden op te doen. Mogelijkheden tot het ontwikkelen van ‘persoonlijke competentie’: hiermee wordt bedoeld dat kinderen de kans moeten krijgen kennis en vaardigheden op te doen en persoonskenmerken te ontwikkelen die hun persoonlijk functioneren ten goede komen. Aandachtsgebieden hierbij zijn de ontwikkeling van taal en denken, van het vermogen om problemen op te lossen, van creativiteit en fantasie, van zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Mogelijkheden tot het ontwikkelen van interpersoonlijke of sociale competentie: zoals het zich in een ander kunnen verplaatsen, met anderen rekening houden, samen plannen opstellen, samenwerken, andere kinderen helpen, conflicten voorkomen en oplossen. Normen en waarden: het duidelijk maken aan kinderen dat je als opvoeder verwacht dat kinderen zich volgens bepaalde regels gedragen. Opvoeders hopen dat kinderen zich op den duur die regels eigen maken en zelf gaan aanvoelen wat ‘goed’ en ‘slecht’ is. Opvoeders proberen hun kinderen die normen en waarden bij te brengen die naar hun idee belangrijk zijn voor het goed functioneren van hun kind in de samenleving. 7.3 ‘Van opvang naar opvoeding’ Louis Tavecchio Louis Tavecchio is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en houdt zich bezig met empirisch onderzoek naar en theorievorming over de pedagogische aspecten van de praktijk en de kwaliteit van de kinderopvang. Tavecchio wil bij zijn onderzoek verder gaan dan die steeds terugkerende oervraag of kinderopvang schadelijk is voor kinderen. Hij beweert dat groepsgrootte, gastouder-kindratio en opleiding van de gastouders wel belangrijke voorwaarden zijn voor de kwaliteit, maar dat het primair pedagogische proces nog belangrijker is, waarbij de relatie tussen de gastouder en het kind centraal staat. De gastouder moet sensitief zijn: zij toont positieve gevoelens naar het kind, zij geeft een gevoel van veiligheid en geborgenheid, zij respecteert autonomie en stimuleert zijn cognitieve ontwikkeling en sociale vaardigheden. Verder pleit hij voor een flexibele en vanzelfsprekende overlegstructuur tussen de verschillende opvoeders die bij het kind betrokken zijn. Hij spreekt over vier kindgerichte doelen die centraal moeten staan: Warmte en veiligheid bieden; Stimuleren van de persoonlijke competentie; Stimuleren van de sociale competentie (positie in de groep); Pedagogische kwesties zoals waarden en normen. Ook het feit dat kinderen zo jong al deel uitmaken van een groepje is een belangrijk aspect van 19 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
kinderopvang. Hij vindt dat het groepsaspect gezien kan worden als een inspiratiebron voor het pedagogisch gebeuren in de kinderopvang.
7.4 Triple P: Positief opvoeden, Matthew Sanders Triple P is een van origine Australisch programma voor opvoedingsondersteuning aan ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. De basisprincipes voor positief opvoeden geven de pedagogische opdracht weer waar elke ouder/verzorger voor staat: Kinderen een veilige en stimulerende omgeving bieden: om zich goed te kunnen ontwikkelen hebben kinderen veiligheid en bescherming nodig die is afgestemd op hun leeftijd. In een veilige omgeving kunnen kinderen ongestoord spelen. Belangrijk is dat kinderen bezigheden hebben die hen boeien en stimuleren. Daarmee kan veel ongewenst gedrag worden voorkomen. Kinderen laten leren door positieve ondersteuning: complimenten en aanmoediging versterken de band tussen ouders (gastouders) en kinderen. Positieve steun stimuleert kinderen om de vaardigheden te ontwikkelen die ze nodig hebben voor een goede sociale aanpassing en helpt ook om moeilijkheden en tegenslag te overwinnen. Dat bevordert de veerkracht en zelfredzaamheid van kinderen. Aansprekende discipline hanteren: wanneer de omgeving duidelijk en voorspelbaar is ontwikkelen kinderen zich het best. Aansprekende discipline betekent dat ouders/gastouders duidelijke regels stellen, op een heldere manier instructies geven en snel en doortastend reageren wanneer kinderen ongewenst gedrag vertonen. Realistische verwachtingen hebben: ieder kind is uniek en ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Belangrijk is dat de verwachtingen van ouders/gastouders in overeenstemming zijn met de leeftijd en ontwikkeling van het kind. Wanneer ouders/gastouders teveel van het kind verwachten en willen dat alles perfect gaat, of juist te weinig van het kind verwachten, kunnen er problemen ontstaan. Ideale kinderen bestaan niet en van fouten kun je leren. Goed voor jezelf als ouder/gastouder zorgen: geen enkele ouder/gastouder is perfect en opvoeden is iets dat je met vallen en opstaan leert. Ouders/gastouders moeten ook goed voor zichzelf zorgen en momenten van rust en ontspanning inbouwen. Dan lukt het beter om geduldig, consequent en beschikbaar te zijn voor de kinderen. 7.5 Rudolf Steiner Het bieden van een plaats waar kinderen zich veilig, thuis en geliefd voelen en waar alle aandacht aan hen wordt besteed. Geloof in eigen, unieke ontwikkeling van ieder kind. ieder kind is uniek en heeft eigen talenten in zich. Opvoeden is de kunst van het herkennen van deze eigen talenten en de kunst om een klimaat te scheppen waarin kinderen zich kunnen ontlooien. De ontplooiing van sociale, kunstzinnige en ambachtelijke vermogens zijn daarin even belangrijk als de ontwikkeling van intellectuele vermogens. Dit komt tot uitdrukking: Het bieden van een huiselijke omgeving. Dat geeft vertrouwen en geborgenheid De dag verloopt volgens een bepaald patroon Het spelmateriaal is zo gekozen dat de fantasie van het jonge kind zich eraan kan ontwikkelen. Het speelgoed heeft een zo min mogelijk vastgelegde functie. Het speelgoed is van natuurlijke materialen, hout, wol, katoen. Het voelt niet alleen prettig 20 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
aan, het heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van de zintuigen van het jonge kind. Veel aandacht voor jaarfeesten. Deze feesten volgen het verloop van het jaar en geven de verbondenheid van de natuur en cultuur aan. Aandacht voor kinderen staat voorop. De kracht zit vooral in het goede voorbeeld van de volwassene.
Literatuur Gordon, Thomas (1976): Luisteren naar kinderen. Elsevier, Amsterdam. Hoex, Josette en Marielle Balledux (2002) Hoe gaat het met jou ? NIZW, Utrecht. Keulen, Anke van (1993): Een andere kijk op spelen. Uitgeverij Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 's-Gravenhage. Kohnstamm, Rita (1993): Kleine ontwikkelingspsychologie 4e herziene druk, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Zaventem. Lickona Thomas/Wessel Ytsma (1986) Als kinderen je een zorg zijn Uitgeverij Intro, Baarn Lodewijks-Frenken, Els (1989): Op opvoeding aangewezen. Uitgeverij Nelissen, Baarn. Londen van A./Drs K. van Petersen (1990) Kinderen en Angst Uitgeverij Kosmos B.V., Utrecht Miller, Alice (1982): Het drama van het begaafde kind. Uitgeverij Het Wereldvenster, Amsterdam. Miltenburg, Ruth, Elly Singer en Leea van Unen (1992): Kwaliteitseisen aan kinderopvang. Meningen van sleutel figuren in woord en geschrift. SCO-Kohnstamm Instituut, Amsterdam. Peeters, M. en J. Hermanns (1993): Opvoedingsvoorlichting in de jeugdgezondheidszorg: het perspectief van de ouders. Uitgeverij SWP, Utrecht. 21 Pedagogisch Beleid 2012
Gastouderbureau Gooi en Eemland
Riksen-Walraven, Marianne (1981): Inspelen op baby's en peuters: ontwikkelingsspelletjes. Van Loghum Slaterus, Deventer. Ritzen Henk (1989) Fasen in de menselijke ontwikkeling Uitgeverij Samsom bv, Alphen aan den Rijn Rijt, Hetty van de en Frans X. Plooij (1992): Oei ik groei. De acht sprongen in de mentale ontwikkeling van je baby. Uitgeverij Zomer & Keuning, Ede/Antwerpen. Singer, Elly (1991): Kijk op kinderopvang: ervaringen van ouders. Jan van Arkel, Utrecht. Singer, Elly (1993): Kinderopvang, goed of slecht. Uitgeverij SWP, Utrecht.
22 Pedagogisch Beleid 2012