Pedagogisch beleid
Pedagogisch beleid de Bolderkids (versie 2014), geschreven door Hettie Vrooyink
1
Inhoudsopgave 1. De interactietheorie 1.1 Onze visie op de ontwikkeling van kinderen 1.2 Onze visie op opvoeden 1.3 Ons pedagogisch doel 1.4 De stamgroep
2. “Thuis bij de Bolderkids” 2.1 Afscheid nemen 2.2 Wennen aan elkaar 2.3 Respect en waardering voor het kind 2.4 Normen en waarden 3. Algemene informatie 3.1 Tijden en dagindeling 3.2 Voeding 3.3 Een goede verzorging 3.4 Slapen 3.5 Zindelijkheid 3.6 Hoe we omgaan met het zieke kind 3.7 Feesten 3.8 De huiskamer en het buitenspelen 3.9 Groepssamenstelling 3.10 Extra dagdelen 4. Hoe we omgaan met de ontwikkeling van kinderen 4.1 Ieder kind is uniek 4.2 Spelen en ontdekken 4.3 De emotionele ontwikkeling 4.4 De sociale ontwikkeling 4.5 De motorische ontwikkeling 4.6 De taalontwikkeling 4.7 Hoe stimuleren we de zelfstandigheid 4.8 Belonen en corrigeren 4.9 Opvallend gedrag
2
5. Ouders 5.1 Communicatie 5.2 Oudercommissie 5.3 Klachtenprocedure 6. Personeel 6.1 Wat mag u verwachten van de leidster bij de Bolderkids 6.2 Stagiaires 6.3 Overig personeel 6.4 Achterwacht 6.5 Vierogenprincipe
3
Inleiding
Met een gerust hart…….. Wie zijn kind naar een kinderdagverblijf brengt heeft vragen. Vragen over dingen die je als ouder zonder vragen doet: laten slapen, het geven van voeding, warmte en veiligheid, wie zorgt er voor mijn kind en hoe wordt alles geregeld? Ons kinderdagverblijf heeft als belangrijkste doelstelling het bieden van goede opvang voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Net als thuis, is ook bij de Bolderkids een goede sfeer voor kinderen erg belangrijk. Kinderen moeten zich welkom, veilig en geborgen voelen. We hebben daarom bewust gekozen voor een kleine groepssamenstelling om kinderen voldoende persoonlijke aandacht te kunnen geven in een huiselijke omgeving. We willen een bijdrage leveren aan het welbevinden van de kinderen zodat ze zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige mensen die hun eigen talenten ontdekken en kunnen ontplooien. Om een goede kwaliteit te kunnen waarborgen is een duidelijk pedagogisch beleid van belang. Dit, omdat we het belangrijk vinden om naar ouders en anderen duidelijk te maken wat onze manier van werken is met kinderen. We hopen dan ook dat ons pedagogisch beleid er toe bijdraagt dat u met een gerust hart uw kind aan ons toevertrouwd. We staan altijd open voor uw suggesties en wensen, we horen ze graag.
Hettie Vrooyink, eigenaar van de Bolderkids
4
1. De interactietheorie
Wij hebben ervoor gekozen om te werken volgens de interactietheorie. Hierbij wordt de interactie (wederzijdse beinvloeding) van de persoon met haar/zijn omgeving als belangrijkste bron van ontwikkeling gezien. Het ontwikkelingsproces is het resultaat van de interactie van het kind met de omgeving. Opvoeding moet de interactie van het kind met de omgeving stimuleren en wel zo dat het kind weerbaar en zelfstandig wordt en actief deel kan nemen aan het maatschappelijk leven. De nadruk ligt op het verwervingsproces en niet op het resultaat. We proberen de kinderen iets te leren, uitgaande van de ontwikkeling van ieder kind afzonderlijk. In de praktijk betekent dit dat er activiteiten georganiseerd worden die passen bij de kinderen die er op dat moment zijn. Als je wilt aansluiten bij de ontwikkeling en de belevingswereld van de kinderen dan is een goede communicatie met ouders hierin onmisbaar. 1.1 Onze visie op de ontwikkeling van kinderen We gaan ervan uit dat ieder kind de drang in zich heeft om zich te ontwikkelen . Ieder kind doet dat op zijn eigen manier op basis van aanleg en temperament. Als leidsters hebben wij niet alleen een begeleidende rol, maar in zekere zin ook een opvoedende rol. 1.2 Onze visie op opvoeden. Als basis voor het zich kunnen ontwikkelen zijn veiligheid en vertrouwen erg belangrijk. We hebben de taak om te zorgen voor die sfeer van veiligheid en vertrouwen. We zien het tevens als onze taak om kinderen de juiste prikkels te geven zodat ze gestimuleerd worden te ontdekken en te onderzoeken. 1.3 Ons pedagogisch doel Wij vinden het belangrijk dat ieder kind zich goed kan ontwikkelen binnen deze maatschappij. Als aanvulling op de rol van ouders willen wij er zorg voor dragen dat de kinderen opgroeien tot evenwichtige mensen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen het groepsgevoel kunnen ervaren en niet alleen het ik gevoel, zodat ze weerbaar en zelfstandig kunnen functioneren met respect voor zichzelf en hun omgeving.
5
1.4 De stamgroep De kinderen worden altijd in dezelfde stamgroep opgevangen, omdat er maar één groep is bij de Bolderkids. Dit heeft enkele belangrijke voordelen voor de kinderen. Een kind wordt nooit overgeplaatst naar een andere groep met alle gewenningsmoeilijkheden van dien. Ook veranderingen van dagdelen leiden nooit tot opvang in een andere groep. Samenvoeging van groepen aan het begin of eind van de dag is ook per definitie niet aan de orde.
6
2. “Thuis” bij de Bolderkids
2.1 Afscheid nemen Voor kinderen is het belangrijk dat ouders duidelijk afscheid nemen. Als je als ouder zegt dat je vertrekt dan is het goed om ook meteen de daad bij het woord te voegen. Ook al is het soms moeilijk, het is belangrijk dat het kind weet wanneer papa of mama vertrekt. We beseffen ons heel goed dat het erg vervelend voor ouders is om hun kind verdrietig achter te moeten laten. Bel gerust even later om te horen hoe het gaat! We zwaaien samen met het kind ouders uit bij het raam. 2.2 Wennen aan elkaar Voor ouders is het een hele grote stap om hun kind aan onze zorg toe te vertrouwen. Kinderen moeten wennen aan ons, maar als ouder moet je ook even wennen aan leidsters. We kiezen er dan ook bewust voor om het intakegesprek bij de ouders thuis te laten plaatsvinden en we bespreken dan de wensen en verwachtingen. Een open en eerlijke communicatie is van groot belang om het wennen zo goed mogelijk te laten verlopen. Ook denken we dat, als je je als ouder je op gemak voelt bij de Bolderkids, dit een positief effect zal hebben op het kind. 2.3 Respect en waardering voor het kind Elk kind is uniek en verdient het om op een positieve wijze benaderd te worden. We geven dan ook elk kind de ruimte om zich te uiten, te ontdekken en te onderzoeken. Door het kind zelf te laten onderzoeken, zelf dingen te laten doen en het ervoor te belonen krijgt het kind vertrouwen in zijn eigen handelen. We zullen dan ook altijd proberen kinderen positief te benaderen en te waken voor negatieve aandacht. 2.4 Normen en waarden Ieder mens heeft zijn eigen normen en waarden. Wat belangrijk wordt gevonden verschilt van mens tot mens. Normen en waarden spelen bij de opvoeding van het kind een hele belangrijke rol. Verbaal en non-verbaal laten mensen en zeker ook kinderen blijken wat ze vinden. We vinden het belangrijk om onze normen en waarden af te stemmen op die van ouders. We doen dit in het intakegesprek, maar ook gedurende de opvang van het kind. Bijvoorbeeld op het gebied van conflicten,taalgebruik, respect hebben voor elkaars spullen, en hoe we omgaan met elkaar.
7
Sommige dingen zullen bij de Bolderkids anders gaan dan thuis. Dat hoeft geen probleem te zijn, het is voor kinderen goed om te merken dat er verschillen zijn en te leren hoe je daar mee om gaat. Respect voor elkaars mening en wederzijds vertrouwen spelen hierbij een belangrijke rol.
8
3. Algemene informatie
3.1 Tijden en dagindeling We hanteren vaste momenten op de dag, waarbij we gezamenlijk met de kinderen aan tafel zitten om te eten, te drinken, te zingen en te kleuren, kleien of te knutselen. We vinden dit belangrijk want deze tijden geven kinderen rust structuur en houvast. Globaal ziet de dag er als volgt uit: - vanaf 7.30 kunnen de kinderen gebracht worden. - Om ongeveer 9.30 uur fruit en drinken - Tussen 11.30-12.00 uur eten we een broodje - Om 14.30 uur drinken en een biscuitje - Om 16.30 uur drinken en een rijstwafel/soepstengel 3.2 Voeding Het eten wordt door ons verzorgd. ’s Ochtends krijgen kinderen vers fruit en drinken. Wanneer baby’s een fruithapje mogen, krijgen ze ook vers fruit wat we fijn maken met de staafmixer. We gebruiken alleen potjes fruit op verzoek van ouders. Voor het geven van borstvoeding is een rustige plek en borstvoeding kan ook, in een flesje of ingevroren meegegeven worden. Flesvoeding moeten ouders zelf meenemen, eveneens als het kind een allergie heeft en dieetvoeding heeft. Tussen de middag eten we brood en krijgen de kinderen melk of drinkyoghurt. Kinderen krijgen altijd eerst kaas, worst of smeerkaas op hun broodje en daarna mogen ze zoet beleg kiezen. Als kinderen geen kaas of worst lusten mogen ze pindakaas of appelstroop op hun boterham. We eten meestal bruin of volkorenbrood, maar af en toe wisselen we af met een krentenbol, of andere broodjes. Ook krijgen kinderen af en toe een gekookt eitje of we bakken tosti,s pannenkoeken of poffertjes. Uiteraard houden we rekening met de wensen van ouders, en eventuele allergieen van het kind. We vinden dat eten vooral ook een gezellig moment moet zijn. Kinderen stimuleren we om in ieder geval 1 broodje te eten en melk te drinken, maar maken er geen “strijd”van. ’s Middags krijgen kinderen rond 14.30 uur drinken en een biscuitje. Rond 16.30 uur hebben we nog een moment aan tafel, met een rijstwafel, soepstengel en drinken. Ook dit wisselen we wel eens af per seizoen. Zomers is dat soms een ijsje en ’s winters soms bouillon.
9
3.3 Een goede verzorging Dagelijks worden de vloeren en het sanitair schoongemaakt. De andere ruimtes en het speelgoed worden wekelijks schoongemaakt. We laten de kinderen regelmatig hun handen wassen, na het toiltetgebruik, en na het buitenspelen. Als kinderen een vieze snoet of een vieze neus hebben dan maken we dat schoon met een tissue of een washand. Washandjes gaan na eenmalig gebruik direct in de was. De kinderen wordt geleerd om bij het hoesten en niezen hun hand/arm voor de mond te houden. Het verschonen van de luiers gebeurt in ieder geval na ieder eet-drinkmoment en voor-na het slapen gaan. Daarnaast tussendoor indien nodig. Ouders hoeven geen luiers mee te nemen, dit zit bij de prijs in net zoals de voeding. 3.4 Slapen We hebben 2 slaapkamers. Baby’ s kunnen daarnaast ook in een kinderwagen slapen. Kinderen slapen in een slaapzak en met een katoenen dekentje. De slaaptijden doen we altijd in overleg met ouders. Ieder kind heeft daarin zijn eigen ritme en daar passen wij ons op aan. Het komt echter ook vaak voor dat kinderen bij de Bolderkids een ander slaapritme aannemen dan dat zij thuis hebben. Het ritme is vaak anders omdat de dag van een kind er anders uit ziet; het kind staat eerder op of door alle indrukken op het kinderdagverblijf zijn ze eerder moe of willen ze juist alles volgen en slaapt het daardoor respectievelijk meer of minder. Afhankelijk van de gewoonte van een kind krijgt het een speen of knuffel mee naar bed. Ieder kind slaap in een eigen bedje. We vinden het belangrijk dat alle kinderen voldoende rust krijgen en kijken goed welke kinderen wel/niet bij elkaar kunnen slapen. We brengen kinderen niet gelijktijdig naar bed, maar wachten altijd even totdat het 1e kind in slaap is. Mocht het slapen niet lukken, dan proberen we het even later opnieuw. 3.5 Zindelijkheid Rond het 2e of 3e jaar beginnen kinderen zindelijk te worden. Dit is per kind heel verschillend, het ene kind is vroeg en het andere kind doet dit wat later. We vinden het verstandig dat zowel thuis als bij de Bolderkids gelijktijdig met de zindelijkheidstraining begonnen wordt. De structuur en de duidelijkheid zullen het kind helpen om zindelijk te worden. Kinderen belonen we vaak met een mooie sticker als ze op het potje hebben gezeten. We hebben potjes en een toilet met kinderbril in de verschoonruimte. Ook bij de zindelijkheidstraining vinden we het erg belangrijk dat er geen “druk” wordt uitgevoerd. Een natte/vieze broek hoort er ook bij; doen we luchtig over zodat een kind het niet erg hoeft te vinden. We vragen ouders om extra onderbroeken en kleding mee te geven in deze fase.
10
3.6 Hoe wij omgaan met zieke kinderen Als kinderen ziek zijn overleggen we altijd of het kind wel of niet kan komen. Als een kind bij de Bolderkids koorts krijgt of ziek wordt bellen we altijd met ouders om te overleggen wat we doen. Zieke kinderen mogen wel blijven, maar als een kind zich erg ziek voelt of alleen maar huilt bellen we ouders met het verzoek om het kind te komen halen. Zieke kinderen kunnen we dan niet meer de aandacht geven die ze nodig hebben, daarnaast is het voor ons niet altijd in te schatten wat er aan de hand is en is soms een bezoek aan de huisarts noodzakelijk. En tevens vinden we het belangrijk dat we de andere kinderen voldoende aandacht kunnen geven. Als een kind specifieke medische handelingen nodig heeft of medicatie heeft dan moeten ouders hiervoor een medicatieformulier invullen en ondertekenen. 3.7 Feesten Een aantal keren per jaar vieren we feest met de kinderen. Uiteraard hun verjaardag, met slingers een cadeautje en wat lekkers. Daarnaast besteden we aandacht aan Pasen, Sint Maarten, Sinterklaas en Kerst. Ieder jaar organiseren we het Pannenkoekenfeest rond de zomervakantie, waarbij ouders, broertjes en zusjes ook welkom zijn. Ook organiseren we 2 x per jaar een uitstapje. 3.8 De huiskamer en het buitenspelen Voor kinderen is het belangrijk om voldoende ruimte te hebben om te kunnen spelen. Maar kinderen vinden het ook erg prettig om zich in een hoekje terug te kunnen trekken. De huiskamer is zo ingericht dat er samen, maar ook rustig alleen gespeeld kan worden. Er is een plek waar we zitten te lezen, een plek om te bouwen en met de auto’s te spelen, een keuken en een verkleedhoek. Aan tafel kunnen kinderen zitten puzzelen of een spelletje doen. Zowel binnen als buiten voldoen de ruimtes aan de eisen die gesteld worden in de Wet Kinderopvang. De bolderkids kunnen voor de boerderij spelen: er is een zandbak, er kan volop gefietst en gerend worden en we spelen zomers ook met water. In een apart gedeelte van de tuin (waar kinderen niet alleen naar toe kunnen) lopen geitjes, een schaapje en kippen. Kinderen gaan soms mee om de dieren eten te geven. Naast het buitenspelen gaan we ook regelmatig wandelen met de kinderen in de bolderkar. De kinderen zitten allemaal veilig in een stoeltje met gordels in de bolderkar. We gaan regelmatig even naar de winkel om boodschappen te doen.
11
We proberen elke dag naar buiten te gaan, behalve bij extreme kou en hitte. In de zomer wanneer de zon volop schijnt, houden we er rekening mee dat kinderen tussen 12.00 en 15.00 uur niet in de zon spelen. Tijdens het buiten spelen kunnen kinderen nat en vies worden. We vinden het dan ook prettig als kinderen voldoende reserve kleding en laarzen bij zich hebben, en in de winter handschoenen, sjaal en muts. 3.9 Groepssamenstelling Er zijn maximaal 6 kinderen van 0 tot 4 jaar tegelijkertijd aanwezig. We zorgen voor een evenwichtige verdeling van de verschillende leeftijden. Daarbij houden we natuurlijk ook rekening met de normen die de Wet op de Kinderopvang stelt. 3.10 Extra dagdelen Incidenteel vragen ouders om extra opvang van hun kind. Dit kan alleen als dat past binnen de normen van de Wet op de Kinderopvang. Een aanvraag voor een extra dag(deel) kan daardoor niet altijd meteen toegezegd worden. Als er sprake is van een extra dag(deel) wordt een kind altijd opgevangen op de eigen groep, omdat er maar één groep is.
12
4. Hoe we omgaan met de ontwikkeling van kinderen
4.1 Ieder kind is uniek Elk kind heeft zijn eigen tempo en ontwikkelt zich op het ene gebied sneller en sterker dan op het andere gebied. Het ene kind loopt b.v al met 1 jaar, terwijl een ander kind dat pas met 18 maanden doet. Sommige kinderen kunnen met 1 jaar al heel wat woordjes zeggen, terwijl andere kinderen nog brabbelen. Dat maakt ieder kind uniek. We spelen in op de ontwikkeling van iedere kind individueel en zullen het kind speelgoed of activiteiten aanbieden wat bij de ontwikkeling past. 4.2 Spelen en ontdekken Speelgoed moet het kind ten eerste uitdagen tot het doen van nieuwe ontdekkingen. Het moet de nieuwsgierigheid van een kind opwekken. Speelgoed moet tevens de fantasie, het initiatief en de vindingrijkheid van het kind prikkelen. We hebben een ruim aanbod aan speelgoed. Naast het spelen met speelgoed bieden we kinderen regelmatig allerlei activiteiten aan. Dit kan zijn, kleuren, verven, plakken, kleien, maar ook bakken we koekjes, cakejes, spelen met water en zand. Boekjes lezen, voorlezen, verkleden, zingen en dansen komen ook regelmatig aan bod. 4.3 De emotionele ontwikkeling We nemen de verschillende emoties van het kind zoals verdriet, angst, pijn boosheid en plezier serieus. We doen dat onder andere door de gevoelens onder woorden te brengen en te benoemen; “Ik zie dat je verdrietig bent”. Als een bepaalde emotie andere kinderen bang maakt of pijn bezorgt proberen we dit gedrag te voorkomen door het kind te leren zijn gevoelens op een andere manier te uiten. 4.4 De sociale ontwikkeling Sociaal gevoel en sociaal gedrag bevorderen we door: - aciviteiten te organiseren waarbij kinderen samen iets doen (leren van elkaar) - door kinderen samen te laten spelen en hen te leren speelgoed te delen - uit te leggen dat speelgoed niet afgepakt mag worden, te leren wachten op hun beurt of een ander kind te vragen of ze iets mogen - kinderen in conflictsituaties in eerste instantie het zelf te laten oplossen - kinderen te leren elkaar te troosten en elkaar te helpen
13
- kinderen bewust te maken van hun eigen gedrag door hen te wijzen op de emoties die dit gedrag losmaakt bij de anderen kinderen en leidsters. 4.5 De Motorische ontwikkeling Wat de motorische ontwikkeling betreft doet elk kind dat in zijn eigen tempo. Daarin kunnen grote verschillen voorkomen. Bij de Bolderkids volgen we deze ontwikkeling, zonder te oordelen of het kind “al ver genoeg” is. We stimuleren de ontwikkeling van kinderen wel, maar het wordt niet opgedrongen. Bij de eigen inbreng van het kind houden we rekening met het karakter van het kind en zijn temperament, uiteraard wel binnen de grenzen van het toelaatbare. Wanneer we er zeker van zijn dat een kind iets kan, dan zullen we het kind aanmoedigen. Het is belangrijk dat we voldoende ruimte bieden en zorgen voor de aanwezigheid van geschikt materiaal voor een goede motorische ontwikkeling, zowel binnen als buiten. Zoals spelen met duplo, puzzels, tekenen, prikken, plakken, knippen, rennen, fietsen, klimmen en balspelen. 4.6 De Taalontwikkeling De spreektaal is Nederlands. Kinderen hebben de natuurlijke behoefte om contact te leggen met hun omgeving. Daarbij is taal het belangrijkste middel. Wat we doen om de taalontwikkeling te stimuleren; -vertellen, voorlezen, woordspelletjes en samen zingen -We praten met de kinderen in “volwassen taal” en vermijden zoveel mogelijk verkleinwoorden -We doen veel met lichaamstaal. Dit is vooral belangrijk in de omgang met baby’s, maar ook de grotere kinderen zijn in deze periode erg ontvankelijk voor de manier waarop we “kijken” en hetgeen we door middel van onze “handen” en houding duidelijk maken. 4.7 Hoe stimuleren we de zelfstandigheid van de kinderen Dit doen we door bij de jongste kinderen door; - ze zelf een stukje brood of fruit te laten pakken - zelf een flesje of beker vast te laten houden - ze zelf te laten kiezen welk beleg ze op hun boterham willen - ze te zeggen: ‘pak je knuffel, of “pak je schoenen maar” - de kinderen mee te laten helpen met opruimen
14
Bij de peuters wordt de zelfstandigheid en zelfredzaamheid gestimuleerd door: - zelf beleg te kiezen en zelf brood te laten smeren - te leren zelf aan en uit te kleden als ze naar bed gaan of als we naar buiten gaan zelf de jas en schoenen/laarzen aan te doen - mee te laten helpen met het opruimen van speelgoed - te laten helpen met de tafel dekken - schoonmaken, fruit of brood klaarmaken - zelf naar het potje of de w.c te gaan Bij de dagelijkse gebeurtenissen proberen we zoveel mogelijk stil te staan bij de vraag“kan het kind dit al zelf”. We realiseren ons dat we –vaak door haast- veel dingen onnodig van kinderen overnemen. 4.8 Belonen en corrigeren Bij kleine kinderen moet het geweten nog gevormd worden. Jonge peuters weten al wel wat van “goed en kwaad”, maar kunnen zich alleen aan regels houden in de aanwezigheid van een volwassene. Langzamerhand groeit de peuter naar een fase waarin hij de regels naleeft, ook als de volwassene niet in de buurt is. We vinden het belangrijk om kinderen positief te benaderen;het prijzen van gewenst gedrag. Ongewenst gedrag zullen we corrigeren. Corrigeren kan op verschillende manieren. Een methode die heel succevol is,is het afleiden van het kind. Kinderen worden een beperkt aantal keren gewaarschuwd. We keuren gedrag af (en niet het kind) wanneer het belang van andere kinderen in het gedrang komt. Als er een conflict is tussen kinderen dan zijn we in eerste instantie terughoudend, zolang kinderen elkaar geen pijn doen of er een onveilige situatie ontstaat. Vaak lost een conflict tussen kinderen zich al heel snel op. Wanneer een conflict zich niet oplost zullen we een handje helpen. Dit kan door afspraken te maken met de kinderen als het een conflict is om een stuk speelgoed. Soms helpen waarschuwingen niet en moeten we een ander aanpak kiezen. We zetten dan het kind op de stoel om het even tot bezinning te laten komen. 4.9 Opvallend gedrag Geen kind is hetzelfde. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier. Toch kunnen er signalen zijn die extra aandacht vragen. Soms zijn er specifieke redenen waarom kinderen opvallend gedrag vertonen. Door de geboorte van een zusje of broertje kan een kind een terugval hebben in zijn ontwikkeling. Het kan dan zijn dat een zindelijke peuter ineens weer in zijn broek gaat plassen of minder zelfstandigheid laat zien. Dit gaat meestal vanzelf weer over, zeker met wat extra aandacht van ouders en van ons als leidsters. Een goede afstemming en communicatie met ouders is dan erg belangrijk. Als het kind opvallend gedrag blijft vertonen bespreken we dit met de ouders en geven desgewenst een advies.
15
5. Ouders
5.1 Communicatie Een goed contact tussen ouders en groepsleiding is noodzakelijk. Ouders moeten op de hoogte blijven wat er op het kinderdagverblijf gebeurt en omgekeerd is het voor ons handig te weten hoe het thuis is. De contacten vinden plaats bij het halen en brengen van de kinderen. Ieder kind heeft een schriftje waarin ouders en leiding kunnen schrijven. Wanneer ouders of leidsters daar behoefte aan hebben kan er een gesprek plaatsvinden. Aanleiding voor zo’n gesprek kan zijn; veranderingen of problemen thuis of als ouders specifieke vragen hebben over de ontwikkeling van hun kind. Verdere informatie krijgen ouders via de nieuwsbrief die een aantal keren per jaar uitkomt. 5.2 Oudercommissie De Bolderkids heeft een oudercommissie. De oudercommissie heeft als belangrijkste taak het behartigen van de belangen van kinderen en ouders door mee te praten over het beleid. De oudercommissie fungeert als aanspreekpunt voor de ouders en voert een paar keer per jaar overleg met de leidinggevende van de Bolderkids. De oudercommissie heeft recht om advies uit te brengen over bepaalde onderwerpen; bijvoorbeeld over het vaststellen of wijzigen van het pedagogisch beleid. Daarnaast kan de oudercomissie mee helpen met het organiseren van feestjes en activiteiten. 5.3 De klachtenprocedure Wij zijn aangesloten bij de Stichting Klachtencommissie Kinderopvang. De informatiefolder maakt onderdeel uit van het informatiepakket, dat alle nieuwe ouders ontvangen.
16
6. Personeel 6.1 Wat mag u verwachten van de leidster bij de Bolderkids De kinderen worden opgevangen door leidsters die vanuit de pedagogische visie van de Bolderkids een relatie aangaan met de kinderen. We zien het als een belangrijke taak van de leidster om een klimaat te scheppen waar binnen ieder kind tot zijn recht komt en de zorg en aandacht krijgt die hij ofzij nodig heeft. Ieder kind heeft behoefte aan warmte, liefde en een knuffel, en die geven we graag. Daarbij vinden we het belangrijk dat er een goede balans is tussen afstand en nabijheid tussen leidster en kind. Omdat we professionele dienstverlening bieden is een goede pedagogische opleiding van leidster belangrijk. De leidsters die bij de Bolderkids werken zijn bevoegd voor dit werk. Alle leidsters zijn in het bezit van een EHBO-diploma, aangevuld met kinderEHBO. 6.2 Stagiaires Om aankomende beroepskrachten de kans te geven ervaring op te doen binnen de kinderopvang zijn er periodiek stagiares aanwezig bij de Bolderkids. De activiteiten die de stagiaires mogen verrichten zijn passend bij hun niveau en capaciteiten. Alle werkzaamheden en activiteiten van de stagiaire gebeuren onder verantwoordelijkheid en begeleiding van de leidster. Gedurende de stage worden stagiaires altijd boventallig ingezet. Een stagiaire is nooit alleen op de groep aanwezig. De professionaliteit en de kwaliteit van de opvang van de kinderen blijft hierdoor gewaarborgd. De Bolderkids is een door Calibris erkend leerbedrijf. 6.3 Overig personeel Er zijn geen groepshulpen, vrijwilligers of huishoudelijke hulpen aanwezig tijdens de openingsuren 6.4 Achterwacht Een achterwacht is het beschikbaar zijn van een volwassene in het geval van een calamiteit. Voor de Bolderkids is dit eenvoudig en goed geregeld. De man van Hettie is dagelijks aanwezig in het gezinshuis (in het achterhuis van onze boerderij). Als Hettie niet werkt, dan is ook zij als achterwacht beschikbaar in het achterhuis. Bovendien is er een groot deel van de dag nog extra personeel aanwezig in het achterhuis.
17
6.5 Vierogenprincipe In samenspraak met de ouderraad is dit geregeld. In onderstaande bijlage treft u het standpunt van de ouderraad aan. De zienswijze van de ouderraad is door de Bolderkids overgenomen en maakt aldus deel uit van het pedagogisch beleid. Bijlage Omgang met het vierogenprincipe binnen kinderdagverblijf “de Bolderkids”. Op de site van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) treffen we de volgende passage aan: Kleine kinderopvangcentra In de praktijk kunnen kleine kinderopvangcentra, met minder dan zes kinderen, niet aan de verplichting voldoen. Voor hen gaat daarom een uitzondering gelden. Wel moeten deze kleine centra ouders ook gaan informeren over de omgang met het vierogenprincipe en de oudercommissie om advies gaan vragen. Na overleg met de oudercommissie van de Bolderkids is tot het volgende standpunt gekomen: Het vierogenprincipe is in beginsel een goed en belangrijk uitgangspunt, zeker wanneer er sprake is van veel wisselingen in de samenstelling van medewerkers, vrijwilligers en stagiaires. Bij de Bolderkids hebben de kinderen met maximaal 3 verschillende pedagogische beroepskrachten. Er is maximaal 1 stagiair werkzaam, die nooit alleen op de groep is. Er is dus sprake van een klein en overzichtelijk aantal personen waarmee de kinderen te maken hebben. Tussen de middag zijn er 2 groepsleidsters aanwezig bij de wisseling van de diensten. Er wordt dan ruim voldoende tijd uitgetrokken voor een goede overdracht. De opvang vindt plaats in een naar de openbare weg gekeerde ruimte; vanaf de weg is ook duidelijk te zien wat er zich in de groepsruimte afspeelt. Er zijn geen gordijnen aanwezig, er zijn veel ramen en de ruimte van de kinderopvang is goed verlicht. Er is nagenoeg altijd een volwassene aanwezig in het achterste deel van de woning, waarin de opvang plaatsvindt. Vanuit dit deel van de woning zijn de geluiden van kinderopvang de Bolderkids duidelijk waar te nemen. elet op bovenstaande: - beperkte groep van medewerkers, - zichtbaarheid vanaf de openbare weg en - gehorigheid intern, is de oudercommissie van mening dat er in ruim voldoende mate is voldaan aan het vierogenprincipe. Ze acht verdere maatregelen niet wenselijk en niet nodig. De houder van het kinderdagverblijf is het met deze zienswijze eens en heeft deze overgenomen in het pedagogisch beleidsplan. Aldus vastgesteld op de oudercommissievergadering van 11 maart 2013 Namens de oudercommissie van de Bolderkids,
J. P. Heunks, Voorzitter van de oudercommissie
18