Nieuwsbrief Beleggingsfondsen. Jaargang 18, mei 2014 Terugblik financiële markten 2013 Algemeen In de nieuwsbrief Beleggingsfondsen van mei 2013 werd aangegeven, dat de wereldeconomie in 2013 naar verwachting in rustiger vaarwater terecht zou komen. Dit is gedurende 2013 in belangrijke mate ook uitgekomen. De euro schulden crisis is in de tweede helft van 2013 naar de achtergrond verdwenen en vormde geen grote bron van onrust meer. Daarnaast zette het herstel van de Amerikaanse economie door, terwijl ook de economieën van de eurozone voorzichtig uit het dal klommen. Japan sprong positief in het oog, omdat het grootschalige stimuleringsbeleid leek aan te slaan. Tegen deze achtergrond was het beursklimaat voor de volwassen markten heel positief te noemen. Opvallend was echter dat de prestaties van de opkomende markten sterk achterbleven. Vanaf het moment dat de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) anticipeerde op de afbouw van aankopen van staatsobligaties, keerde het sentiment voor de opkomende markten in negatieve zin. Bij gevolg was gedurende 2013 sprake van een groot verschil in aandelenrendementen tussen de ontwikkelde en opkomende markten. De centrale banken drukten wederom een belangrijke stempel op het marktbeeld. Dit gold in de eerste plaats voor de Fed in de Verenigde Staten. Toenmalig Fed president Bernanke kondigde in het voorjaar van 2013 aan het zeer ruime monetaire beleid langzaam te willen afbouwen. Anders gezegd, de maandelijkse aankopen van Amerikaanse staats obligaties (ten bedrage van $ 85 mrd) zouden door de Fed stapsgewijs worden verlaagd. De timing bleef enkele maanden ongewis, maar uiteindelijk werd duidelijk dat deze afbouw (de zogenoemde ‘tapering’) een aanvang zou nemen in januari 2014. Tegelijkertijd benadrukte de Fed dat de korte rente tot eind 2015 op een zeer laag peil blijft, zolang de werkgelegenheid niet voldoende verbetert. De beweging van de Amerikaanse centrale bank liet de markten zeker niet onberoerd. Eén van de belangrijkste gevolgen was een flinke stijging van de kapitaalmarktrente in de VS en in mindere mate ook in Europa. De opkomende markten waren hiervan de dupe, aangezien beleggers veel kapitaal terugtrokken uit deze regio’s. In de eurozone zag de ECB voldoende redenen om de korte rente in 2013 verder te verlagen. Via twee rentestappen daalde de officiële refi-rente met in totaal 0,5%-punt tot een historisch laag niveau van 0,25%. Aan de ene kant diende de lage rente om het broze economische herstel in de eurozone verder te stimuleren. Aan de andere kant had de ECB oog voor de dalende trend van de inflatie, die eind 2013 uitkwam op gemiddeld 0,8% in de eurozone. Dit was duidelijk lager dan het door de ECB gewenste inflatieniveau van dichtbij 2%. Positief was dat de euro schuldencrisis gedurende het verslagjaar steeds minder een thema was. In het eerste kwartaal van het jaar speelde nog wel de bankencrisis in Cyprus, maar die werd uiteindelijk opgelost door de probleembanken te saneren en de grote spaarders ook mee te laten betalen aan de schuldsanering. Daarna werd het rustiger rondom de euro schuldencrisis. Dit weerspiegelde zich in een verdere daling van de renteverschillen tussen de euro periferie (met name Spanje, Italië, Portugal, Ierland) en de kernlanden (Duitsland, Frankrijk, Nederland). In Japan bleef het beleid van premier Abe de aandacht trekken. Dit zogenoemde ‘Abenomics’ beleid rust op drie pijlers: een zeer ruim budgettair beleid, een zeer ruim monetair beleid en structurele hervormingen. Dit alles is bedoeld om twee decennia van een stagnerende Japanse economie te beëindigen. Het beleid van de Bank of Japan leidde tot een forse daling van de Japanse yen, waardoor de concurrentiepositie van Japanse bedrijven sterk verbeterde. In de rang lijst van 2013 was Japan dan ook de sterkst presterende aandelenmarkt. Voor de opkomende markten was 2013 een tegenvallend jaar. Naast de negatieve impact van het beleid van de Fed speelden ook andere factoren een rol. Zo kampte de Chinese economie met een duidelijke groeivertraging (hoewel nog altijd op een respectabel niveau van 7 à 8%). Ook de dalende grondstofprijzen werkten nadelig uit voor de opkomende markten.
1
Aandelen Wereldwijd was 2013 een prima jaar voor de aandelenmarkten, maar er was wel een groot verschil tussen de ontwikkelde en opkomende markten. De MSCI Wereld index voor alle landen, gemeten in lokale valuta, steeg in 2013 met gemiddeld ruim 25%. Koploper was de Japanse Nikkei index met een stijging van bijna 60%. De Amerikaanse S&P 500 index scoorde ook erg goed, met een toename van ruim 32%. De Eurostoxx index voor de eurozone toonde een stijging van 21,5%. Hier bleef de Nederlandse AEX-index dichtbij in de buurt (+20,7%). Hiermee vergeleken stelden de rendementen voor de opkomende markten teleur. Dit gold vooral voor de beurzen in Brazilië (-15%), Rusland (+1%) en China (+4%). De MSCI index voor de opkomende markten (in lokale valuta’s) rendeerde gemiddeld slechts +3% in 2013. Obligaties De obligatiemarkten lieten in 2013 eveneens een verdeeld beeld zien. Aan de ene kant was sprake van opwaartse rentedruk voor de veilige obligatiemarkten. Zo steeg de Amerikaanse 10-jaars staatsrente met ongeveer 125 bp tot ruim 3%. De Duitse 10-jaars staatsrente liep op met 60 bp tot 1,9% en de Nederlandse 10-jaars staatsrente volgde dit spoor (2,2% eind 2013). De neerwaartse bijstelling van de Nederlandse kredietwaardigheid door S&P (tot AA) had hierbij nauwelijks effect. Aan de andere kant konden de eurolanden in de periferie een verdere daling van de lange renteniveaus noteren, omdat de risicopremie rond de euro schuldencrisis afnam. Deze renteontwikkelingen brachten met zich mee dat Spaanse en Ierse staatsobligaties hoge rendementen lieten zien van boven de 10%. Ook de Italiaanse staatsobligaties rendeerden ruim 7% in 2013. Verder waren de high yield bedrijfsobligaties in trek met een rendement van rond de 7%, terwijl de investment grade bedrijfsobligaties dichtbij 0% bleven steken. Amerikaanse en Duitse staatsobligaties moesten vanwege de rentestijging juist terrein prijsgeven (respectievelijk -3,5% en -2,3%). De obligaties uit de opkomende markten presteerden het minst, met een daling van ongeveer 5,5%. Valuta Gedurende 2013 is de euro in waarde gestegen ten opzichte van alle belangrijke valuta’s. Het afzwakken van de euro schuldencrisis houdt hiermee verband. Ten opzichte van de Amerikaanse dollar is de euro 4% gestegen, terwijl ten opzichte van de Japanse yen de stijging zelfs 20% bedroeg.
2
Vooruitblik financiële markten 2014 Algemeen In 2014 zal de wereldeconomie het herstel naar verwachting kunnen doortrekken. De rol van centrale banken zal hierbij cruciaal blijven, met name die van de Amerikaanse Federal Reserve. De nieuwe Fed voorzitter Janet Yellen staat voor de taak om het stimuleringsbeleid voorzichtig te gaan afbouwen, zonder de economische groei te beschadigen. Inmiddels is duidelijk dat de belangen groter zijn dan alleen voor de Amerikaanse economie. De koerswijziging van de Fed lokte in 2013 immers een wereldwijde rentestijging uit, alsmede een grote kapitaaluitstroom uit de opkomende markten. Dit lijkt begin 2014 in een stroomversnelling te komen, waardoor diverse valuta’s van opkomende landen sterk onder druk zijn gekomen. Voor de Amerikaanse economie zijn de vooruitzichten nochtans redelijk positief. De verwachting is dat de situatie op de huizenmarkt en de arbeidsmarkt verder zal verbeteren. Ook zal de impact van bezuinigingen door de overheid minder groot zijn, dankzij een recent begrotingsakkoord. Per saldo wordt de groei van de Amerikaanse economie geraamd op ongeveer 3% in 2014. Er wordt nog niet direct rekening gehouden met een renteverhoging in de VS, die lijkt op zijn vroegst in 2015 aan de orde te kunnen komen. Voor de eurozone ligt een minder hoge groei in het verschiet dan in de VS, maar de verwachting is wel dat het herstel voorzichtig doorzet. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) raamt de groei voor de eurozone nu op 1%, na een krimp van 0,4% vorig jaar. Daarbij is de export redelijk sterk, maar blijft de binnenlandse vraag zwak. Een zorgpunt blijft de ontwikkeling van de Zuid Europese economieën, welke nog steeds gebukt gaan onder hoge werkloosheid en straffe bezuinigingen. Daarnaast wordt met enige zorg gekeken naar het zeer lage inflatieniveau binnen de eurozone van beneden de 1%. Als de inflatie zeer laag blijft of zelfs omslaat naar deflatie, bemoeilijkt dit het aflossen van schulden en kunnen bestedingen worden uitgesteld. Om die reden zal de ECB de korte rente zeer laag houden (dichtbij 0%) en proberen de inflatie weer richting 2% te sturen. Als risicofactor voor 2014 geldt nu vooral de situatie op de opkomende markten. De turbulentie wordt gevoed door drie factoren: het beleid van de Fed, de groeivertraging in China en de politieke onrust in bepaalde landen (zoals Thailand, Egypte, Turkije, Oekraïne). De verwachting is niet dat dit zal escaleren in een crisis, zoals ten tijde van de Azië crisis in 1997-1998. De Fed zal uitermate voorzichtig zijn in het verder uitrollen van haar beleid. De groei in China blijft met circa 7% nog altijd op een respectabel peil. De politieke onrust lijkt beperkt te blijven tot een paar landen. Een algemeen doemscenario voor de opkomende markten voorzien wij daarom niet. Op lange termijn blijven de groeivooruitzichten voor deze regio’s gunstig. Gedurende 2014 kan de volatiliteit voor de opkomende landen echter wel hoog blijven.
3
Koersontwikkelingen beleggingsfondsen Hierna volgen de rendementen voor 2013 van alle beleggingsfondsen van Centraal Beheer Achmea. De beleggingsmo gelijkheden zijn afhankelijk van uw pensioenregeling. Topaas fonds Dit fonds belegt in een mix van Euro obligaties, Euro aandelen en Euro liquiditeiten. Hierbij ligt de nadruk op beleggingen in Euro obligaties en Euro aandelen.
Smaragd fonds Dit fonds belegt in een mix van Euro obligaties en Euro liquiditeiten. Hierbij ligt de nadruk op beleggingen in Euro obligaties.
Behaalde nettorendementen:
Behaalde nettorendementen:
Jaarrendement 2013 10,41%
Jaarrendement 2013
1e 2e 3e 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 2013 2013 2013
1e 2e 3e 4e
1,28% 0,51% 4,38% 3,92%
Koersontwikkeling
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 0,32% 2013 -0,41% 2013 0,79% 2013 1,09% 1,79%
Koersontwikkeling 70
90
65 80 60 70 55 60 50
50 jan 09
juni 10
juni 11
juni 12
juni 13
45
juni 14
jan 09
Saffier fonds Dit fonds belegt in een mix van Euro obligaties, Euro aandelen en Euro liquiditeiten. Hierbij ligt de nadruk op beleggingen in Euro obligaties.
jan 10
jan 11
Behaalde nettorendementen:
Jaarrendement 2013
Jaarrendement 2013 16,71%
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 2013 2013 2013
jan 13
jan 14
Diamant fonds Dit fonds belegt in een mix van Euro aandelen, Euro obligaties en Euro liquiditeiten. Hierbij ligt de nadruk op beleggingen in Euro aandelen en Euro obligaties.
Behaalde nettorendementen: 1e 2e 3e 4e
jan 12
0,77% 0,02% 2,49% 2,45%
1e 2e 3e 4e
5,84%
Koersontwikkeling
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 2013 2013 2013
1,98% 1,17% 6,91% 5,81%
Koersontwikkeling
80
75
100
70
90
65
80
60
70
55
60
50 jan 09
jan 10
jan 11
jan 12
jan 13
50
jan 14
jan 09
4
jan 10
jan 11
jan 12
jan 13
jan 14
Amethist fonds
Aandelenfonds Nederland
Het Amethist fonds belegt in aan een in de eurozone gevestigde beurs genoteerde obligaties, die uitgegeven zijn of gegarandeerd worden door een overheid uit de eurozone. Er wordt belegd in obligaties die een looptijd kennen van gemiddeld langer dan 20 jaar.
Het Aandelenfonds Nederland belegt voornamelijk in aandelen van aan de Nederlandse beurs genoteerde ondernemingen. Voor een gedeelte kan worden belegd in aandelen van ondernemingen met een beursnotering in de eurozone.
Behaalde nettorendementen:
Behaalde nettorendementen:
Jaarrendement 2013 -4,98%
Jaarrendement 2013 19,65%
1e 2e 3e 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 -0,97% 2013 -2,98% 2013 -0,66% 2013 -0,44%
1e 2e 3e 4e
Koersontwikkeling
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 2013 2013 2013
1,74% 0,84% 8,45% 7,54%
Koersontwikkeling 140
70
65
120
60 100 55 80 50 60
45
40
40 jan 10
jan 09
jan 11
jan 12
jan 13
jan 09
jan 14
jan 10
jan 11
jan 12
jan 13
jan 14
Robijn fonds
Euro Aandelenfonds
Dit fonds belegt in een mix van Euro aandelen, Euro obligaties en Euro liquiditeiten. Hierbij ligt de nadruk op beleggingen in Euro aandelen.
Het Euro Aandelenfonds belegt uitsluitend in aandelen van ondernemingen met een beursnotering in de eurozone.
Behaalde nettorendementen:
Behaalde nettorendementen:
Jaarrendement 2013 19,73%
Jaarrendement 2013 23,71%
1e 2e 3e 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 2013 2013 2013
1e 2e 3e 4e
2,33% 1,50% 8,17% 6,57%
Koersontwikkeling
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 2013 2013 2013
2,76% 1,89% 9,65% 7,75%
Koersontwikkeling
120
110
40
100
90
30
80
70
20
60
50
jan 09
jan 10
jan 11
jan 12
jan 13
10
jan 14
jan 09
5
jan 10
jan 11
jan 12
jan 13
jan 14
Obligatiefonds
Depositofonds
Het Obligatiefonds belegt voornamelijk in obligaties, genoteerd aan een in de eurozone gevestigde beurs. Deze obligaties zijn uitgegeven of gegarandeerd door een overheid uit de eurozone. Voor een gedeelte wordt belegd in obligaties die uitgegeven zijn door financiële instellin gen en/of ondernemingen met minimaal een investment grade rating (hoge debiteurenkwaliteit).
Dit fonds belegt in geldmarktinstrumenten die genoteerd zijn in euro’s met een maximale looptijd van 24 maanden. De doelstelling van dit fonds is om met een actief beleid een stabiel rendement te behalen, waarbij het rendement afhankelijk is van de ontwikkelingen op de geldmarkt.
Behaalde nettorendementen:
Behaalde nettorendementen:
Jaarrendement 2013
Jaarrendement 2013 -0,60%
1e 2e 3e 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
1e 2e 3e 4e
2013 0,31% 2013 -0,41% 2013 0,79% 2013 1,08% 1,79%
Koersontwikkeling
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013 -0,09% 2013 -0,23% 2013 -0,14% 2013 -0,13%
Koersontwikkeling 50
75
70
45
65
40 60
35 55
30
50 jan 09
jan 10
jan 11
jan 12
jan 13
jan 14
jan 09
jan 10
jan 11
juni 12
jan 13
jan 14
Renterekening
Let op!
Onze renterekeningen volgen de actuele marktrente. De rente op een renterekening wordt maandelijks afgeleid van de actuele tienjaarsrente onder aftrek van 0,75%. Maandelijks wordt over het kapitaal rente bijgeschreven. De hoogte van de bijschrijving is onder meer afhankelijk van het moment waarop de premie is betaald.
Wie geld belegt neemt een financieel risico. Ook bij deze levensverzekering loopt u een beleggingsrisico. Het bedrag dat wordt betaald, wordt niet volledig belegd, een deel gaat op aan kosten en verzekeringspremies. Rendementen kunnen hoger, maar ook lager uitvallen en zullen meer schommelen naarmate de beleggingsvorm risicovoller is. Rendementen die in het verleden zijn behaald garanderen niets voor de toekomst.
Gemiddelde rente: 1e 2e 3e 4e
kwartaal kwartaal kwartaal kwartaal
2013: 2013: 2013: 2013:
0,92% 1,00% 1,25% 1,42%
6
Beleggen en kosten
Lees het Basis en Aanvullend Prospectus voordat u besluit tot belegging in dit fonds. Voor een uitleg van de gehan teerde begrippen verwijzen wij u naar de ‘Begrippenlijst Unit Linked Beleggingsfondsen’. De begrippenlijst kunt u vinden op onze website www.centraalbeheer.nl.
Voor het beleggen van de premies worden beleggingskosten gemaakt. Het totaal van de beheer- en overige kosten, dat direct danwel indirect ten laste van de fondsen wordt gebracht, wordt de Total Expense Ratio (TER) genoemd.
Voor de mixfondsen Smaragd, Saffier, Topaas, Diamant en Robijn wordt belegd in het Obligatiefonds, het Deposito fonds en/of het Euro Aandelenfonds.
De TER bestaat uit: · Beheerkosten: dit zijn de kosten voor het beheer van de beleggingen. · Overige kosten: dit zijn kosten die liggen op het gebied van marketing, externe adviseurs, toezicht, beleggingsadministratie, publicatie van koersen, prospectussen en factsheets.
De beheerkosten van de mixfondsen in het onderstaande overzicht zijn gebaseerd op de strategische beleggings mix.Als niet volgens de strategische beleggingsmix is belegd, kunnen deze kosten enigszins afwijken.
Voor dit fonds is een Basis en Aanvullend Prospectus, waarin de relevante gegevens met betrekking tot dit fonds zijn vermeld, verkrijgbaar via www.centraalbeheer.nl.
Beheerkosten
Overige kosten
Totaal
Smaragd fonds
0,24%
0,75%
0,99%
Saffier fonds
0,26%
0,75%
1,01%
Topaas fonds
0,29%
0,75%
1,04%
Aandelenfonds Nederland
0,36%
0,75%
1,11%
Euro Aandelenfonds
0,36%
0,75%
1,11%
Obligatiefonds
0,25%
0,75%
1,00%
Depositofonds
0,18%
0,75%
0,93%
Diamant fonds
0,32%
0,75%
1,07%
Amethist fonds
0,25%
0,75%
1,00%
Robijn fonds
0,34%
0,75%
1,09%
Renterekeningen
n.v.t.
0,75%
0,75%
26949 14.06
Actuele pensioen- en beleggingsinformatie via de Pensioen Nieuwsservice Wilt u naast deze jaarlijkse nieuwsbrief regelmatig op de hoogte blijven van de beleggingsontwikkelingen en andere wijzigingen rondom uw pensioenregeling bij Centraal Beheer Achmea? Neem dan een gratis abonne ment op de Pensioen Nieuwsservice! U krijgt dan elk kwartaal via e-mail beleggingsinformatie die is afgestemd op uw persoonlijke situatie en nieuws over andere zaken die voor uw pensioenregeling van belang zijn. U kunt zich aanmelden via www.centraalbeheer.nl/pensioennieuwsservice.
Disclaimer De huidige marktomstandigheden worden gekenmerkt door een continue stroom van nieuwe ontwikkelingen. In dit kader merken wij op dat visies en opinies die in dit document weergegeven worden visies en opinies zijn op 1 januari 2014. Nadere ontwikkelingen die zich voordoen kunnen er altijd toe leiden dat deze visies en opinies wijzigen. Dit document is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid opgesteld en is gebaseerd op 1 januari 2014 bekende en naar onze mening betrouwbare informatie. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Dit document en de daarin opgenomen informatie is geen advies tot aan- of verkoop van uw belegging(en). Centraal Beheer Achmea is een handelsnaam van Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. en is gevestigd in Apeldoorn. Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. is een aanbieder van verzekeringsproducten. Het kantoor bevindt zich aan Laan van Malkenschoten 20. Postadres: Postbus Postbus 9150, 7300 HZ, Apeldoorn, Nederland. Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. staat ingeschreven bij de AFM onder nummer 12000441. KvK 08077009.
7