DB-vergadering 27-07-2009
Agendapunt 13
Onderwerp Integrale gebiedsontwikkeling Schinveldse Es Portefeuillehouder(s) J.H.J. van der Linden / R.L.M. Sleijpen Afdeling Beleid, Onderzoek en Advies / Nieuwe Werken en Onderhoud Bestuursprogramma / Waterbeheersplan Niet van toepassing Programma begroting Watersysteem Routing Dagelijks bestuur Commissie ABA Commissie MFB Commissie WS Dagelijks bestuur Algemeen bestuur
27 juli 2009 – – – – –
Voorstel Van gedachten wisselen over het door het waterschap in te nemen standpunt met betrekking tot het ontwerp-Inrichtingsplan Schinveldse Es en de Provincie en DLG daarvan op de hoogte te stellen
Toelichting In 2006 is gestart met het Integraal Project Schinveldse Es. Het betreft een wettelijke herverkaveling die wordt uitgevoerd in het kader van de Wilg (Wet inrichting landelijk gebied; sinds 1 januari 2007 van kracht). Op 2 april 2007 heeft het dagelijks bestuur kennis genomen van de in opdracht van de gebiedscommissie Parkstad door de Dienst Landelijk Gebied opgestelde Projectnota Schinveldse Es en ingestemd met de intentieverklaring, die vervolgens door de voorzitter is ondertekend. Sindsdien is gewerkt aan het inrichtingsplan. Het ontwerp-Inrichtingsplan Schinvelde Es met kostenraming is inmiddels vastgesteld en ter instemming voorgelegd aan de (betalende) projectpartners: de gemeente Onderbanken, de Vereniging Natuurmonumenten, de Provincie Limburg en het waterschap. Maatregelen Het Integraal Project Schinveldse Es heeft vier hoofddoelen: − verbeteren verkaveling ten behoeve van functieverandering; − realiseren aaneengesloten natuurgebied inclusief ruimte voor vernatting en beekherstel;
090877
1/4
− −
landschappelijke opknapbeurt buitengebied; verbeteren landbouwstructuur.
Ten aanzien van het watersysteem zijn in het inrichtingsplan de volgende maatregelen opgenomen: − toewijzing van alle primaire wateren aan het waterschap (bedding); − toewijzing van de herinrichtingsstroken waar de beek niet grenst aan eigendommen van natuurbeschermingsorganisaties. Dit betreft stroken met een breedte van 9 meter aan weerszijden langs het Ruischerbeekje en de Rode Beek en 3 meter langs de zijbeken van deze beken; − toewijzing van de zone tussen het zweefvliegveld en de Ontwateringsloot ten behoeve van het voeren van onderhoud; − meandering en verondieping Ruischerbeekje over 380 meter; − aanpassen van duikers in het Ruischerbeekje; − creëren van twee doorstroommoerassen langs het Ruischerbeekje; − afdammen van een greppel in de Grote Allee; − grondverwerving voor een regenwaterbuffer ten behoeve van de herinrichting van de Rode Beek op het traject Mindergangelt-Jabeek. De kostenraming voor deze voor rekening van het waterschap komende onderdelen komt uit op een bedrag van € 1.100.344,–. Hiervan is voor de uitvoeringsmaatregelen circa € 49.875,– begroot. Het restant ten bedrage van € 1.050.469,– is geraamd voor grondverwerving, verkavelingkosten en kavelaanvaardingswerkzaamheden. Tevens is een bedrag van € 143.523,– voorzien voor toekomstige loon- en prijsstijgingen. Gezien de scheve verhouding tussen de omvang van de te treffen maatregelen en de kosten van grondverwerving, is het verzoek om in te stemmen met het inrichtingsplan en de bijbehorende kostenraming ambtelijk tegengehouden. Vervolgens is in overleg met wethouder Ubachs van de gemeente Onderbanken en de heer Willems van de Dienst Landelijk Gebied afgesproken om te bekijken hoe de kostenraming op basis van reële getallen bij verwerving van smallere stroken langs de beek eruit komt te zien. Grondkosten Na overleg met DLG zijn de aan het waterschap toe te wijzen oppervlaktes en de prijzen per m² aangepast. Het bedrag voor de directe grondkosten komt daarmee op circa € 315.000,–. Dit bedrag komt overeen met een eigen raming van de te verwachten grondkosten. Naast deze kosten voor de toe te wijzen grond, brengt DLG verkavelingskosten en kosten voor kavelaanvaardingswerkzaamheden ten bedrage van € 295.196,– in rekening. Dit betreft voornamelijk kadasterkosten. De hoogte van het bedrag wordt veroorzaakt door de manier van toerekening in nieuwe wettelijke herverkavelingen zoals de onderhavige, alsmede door gestegen kadasterkosten. Een eigen raming voor de bijkomende kosten van verwerving van de toe te wijzen stroken komt aanzienlijk lager uit en ligt in de orde van grootte van € 100.000,–. De door DLG toegerekende bijkomende kosten betekenen een verdubbeling van de grondkosten en staan in geen verhouding tot de eigen inschatting. Naar de mening van de provincie en DLG zijn de bijkomende kosten niet te veranderen, omdat daarmee ook de verdeling van de verkavelingskosten over de andere partners in het plan verandert.
090877
2/4
Uit ambtelijk overleg met de provincie is gebleken dat er absoluut geen bereidheid is tot het opnieuw bijstellen van het plan op basis van de door WRO voorgestelde oppervlaktes. De provincie verwijt het waterschap dat men hier in een (te) laat stadium mee is gekomen. De provincie stelt daarmee dat het waterschap de geraamde verkavelingskosten van € 295.196,– voor haar rekening dient te nemen, waarmee de totale kosten voor het inrichtingsplan Schinveldse Es voor het waterschap uitkomen op € 695.774,–. Afweging Zoals eerder vermeld betreft het Integraal Project Schinveldse Es de eerste wettelijke herverkaveling binnen de Wilg. Er is provincie, DLG, maar ook waterschap, gemeenten en terreinbeheerders veel aan gelegen dat deze herinrichting slaagt. Het verwijt dat het waterschap pas in een zeer laat stadium 'aan de bel trekt' is niet helemaal onterecht. De gang van zaken is intern uitgebreid besproken. Een en ander laat echter onverlet, dat het waterschap niet ten koste van alles deze herinrichting door wil laten gaan. Een deel van het inrichtingsproject bestaat uit inrichtingsmaatregelen ten behoeve van het waterschap. Deze inrichtingsmaatregelen zijn deels moeilijk en deels niet te realiseren zonder wettelijke herverkaveling. Bij reële kosten is deze wettelijke herverkaveling een efficiënte en effectieve manier om de gestelde doelen te bereiken. De kosten van de diverse ramingen zijn in het hieronder opgenomen overzicht inzichtelijk gemaakt:
Inrichtingskosten Directe grondkosten Verkavelingskosten en kosten kavelaanvaardingswerken toekomstige loon- en prijsstijgingen* TOTAAL
Oorspronkelijke raming inrichtingsplan € 49.875 € 611.750
Bijgestelde raming (na overleg met DLG en Provincie) ** € 49.875 € 259.950
Raming WRO (zonder wettelijke herverkaveling) € 49.875 € 315.000
€ 295.196
€ 295.196
€ 100.000
€ 143.523 € 1.100.344
€ 90.753 € 695.774
€ 25.000 € 489.875
* deze kosten zijn naar rato aangepast ** deze kosten zijn nog niet definitief vastgesteld met Provincie en DLG
./.
Overigens zij in dit verband nog opgemerkt, dat in de brief van 5 april 2007 aan de gebiedscommissie Parkstad Limburg inzake de intentieverklaring Schinveldse Es voor wat betreft de kosten het navolgende is verwoord: 'Wij kunnen instemmen met de intentieverklaring met dien verstande, dat voor wat betreft het reserveren van de benodigde financiële middelen voor de uitvoering van het project eerst duidelijk zal moeten zijn welke maatregelen er moeten worden uitgevoerd en wie daar primair voor verantwoordelijk is. Voor wat betreft de van het waterschap gewenste bijdragen maken wij dan ook een voorbehoud. Met inachtneming van dit voorbehoudzijn wij bereid de intentieverklaring mede te ondertekenen'. De onderhavige brief treft u ter informatie hierbij aan. Financiële consequenties Zie tabel.
090877
3/4
Communicatie Het standpunt van het waterschap zal kenbaar worden gemaakt aan de provincie en DLG.
De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
090877
4/4
ARCHIEF WRO Besluit DB d.d.: 02-04-2007 AB d.d.:
Waterschap Roer en Overmaas
CC: Wes / KI / Re
Gebiedscommissie Parkstad Limburg Postbus 200 6400 AE HEERLEN
Sittard, - 5 A PR 2007 uw kenmerk : uw brief van : ons kenmerk : 1545/Re onderwerp
200701545 behandeld door doorkiesnummer e-mail
M.R. de Redelijkheid 046-4205756
[email protected]
:
Intentieverklaring Schinveldse Es
In het kader van het gebiedsgericht werken heeft u door de Dienst Landelijk Gebied een projectnota laten opstellen voor een integrale gebiedsontwikkeling van de Schinveldse Es. Tevens heeft u een intentieverklaring laten opstellen die aan de verschillende partijen (Gemeente Onderbanken, Waterschap Roer en Overmaas en Dienst Landelijk Gebied) ter ondertekening wordt voorgelegd. In de intentieverklaring staat samengevat dat deze partijen: 1. het nut en de noodzaak van uitvoering van het project (zoals beschreven in de projectnota) onderschrijven; 2. inhoudelijke kennis aanleveren om te komen tot een inrichtingsplan dat voldoet aan de eisen van de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg); 3. zich maximaal inspannen om al het nodige te doen om het project verder uit te werken in een inrichtingsplan; 4. zich maximaal inspannen om financiële middelen te reserveren benodigd voor de uitvoering van het project waarbij de in de provinciaal Meerjarenprogramma plattelandsontwikkeling 2007-2013 opgenomen verdeelsleutels voor de verschillende operationele doelen als basis zullen dienen; 5. binnen hun publiek rechtelijke positie en bevoegdheden de besluiten nemen die nodig zijn voor een goede voorbereiding en uitvoering van het project, waaronder besluiten op het gebied van de ruimtelijke ordening, het milieu, de waterhuishouding en de landinrichting; 6. met ieder ten minste één lid zijn vertegenwoordigd in een projectteam. Wij kunnen instemmen met de intentieverklaring met dien verstande, dat voor wat betreft het reserveren van de benodigde financiële middelen voor de uitvoering van het project eerst duidelijk zal moeten zijn welke maatregelen er moeten worden uitgevoerd en wie daar primair verantwoordelijk voor is. Voor zover het betreft de van het waterschap gewenste bijdragen maken wij dan ook een voorbehoud.
Postbus 185, 6130 AD Sittard • Parklaan 10, 6131 KG Sittard telefoon 046-4205700 • fax 046-4205701 e-mail
[email protected] • website www.overmaas.nl Nederlandse Waterschapsbank N.V. 63.67.52.658 btw-nummer NL 8123.61.155.B01 • BR071545RE.DOC
ISO 9001:2000 GECERTIFICEERD
Waterschap Roer en Overmaas Pagina 2 van 2
Met inachtneming van dit voorbehoud zijn wij bereid de intentieverklaring mede te ondertekenen. De intentieverklaring zal voor het waterschap worden ondertekend door de voorzitter, de heer dr. J.J. Schrijen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Het dagelijks bestuur, SP de secretaris/directeur,
drs. F.M.C.M. Wesdijk
BR071545RE.DOC
de voorzitter,
Schrijen
Waterschap Roer en Overmaas
6
Knelpunten Veel zaken zijn geregeld maar toch zijn er met betrekking tot de grondwatertaken nog een aantal knelpunten. Deze worden hieronder beschreven. Er -
is nog geen provinciaal beleid met betrekking tot: de vergunningen overig grondwatergebruik in de landbouw de meldingen boomteelt (art. 5.7g VWL 1997) de meldingen zuinige techniek (art. 5.7f VWL 1997) de meldingen nachtvorstbestrijding (art. 5.7e VWL 1997)
De laatste drie categorieën zijn in 2005 opgenomen in de VWL 1997 en hiervoor is tot nu toe nog geen beleid ontwikkeld als dit door de provincie is gedaan met betrekking tot de industriële onttrekkingen, bronbemalingen en grondwatersanering en beregening sportvelden. Voor vergunningen overig grondwatergebruik in de landbouw is sinds de invoering van hiervan in 2000 ook nog geen helder beleidskader ontwikkeld terwijl hier nog steeds behoefte aan is. De beide waterschappen dringen er bij de Provincie Limburg op aan om deze zaken zo snel mogelijk vast te stellen. Dit is belangrijk is in het kader van de vergunningverlening door de waterschappen. Op deze wijze zal de gelijke interpretatie van de VWL 1997 door de beide waterschappen worden bevorderd. Deze punten zijn reeds eerder in de evaluatie van de grondwatertaken van 2005 aan de orde gekomen. Het jaar 2008 komt in zicht. Dan lopen de tijdelijke vergunningen grondwateronttrekking in de landbouw af. Door de provincie is tijdens het bestuurlijk van overleg van 23 oktober 2006 aan de waterschappen toegezegd dat er op 31 maart 2007 duidelijkheid zal zijn betreffende de te kiezen richting met betrekking tot de vergunningen grondwateronttrekking in de landbouw.
NO07008IW.DOC 070175
12/15
Waterschap Roer en Overmaas
7
Opmerkelijke zaken Regels Bereqenen op Maat (BOM) Ondanks de toename van de aantal installaties met registratiekenmerk blijkt uit telefonisch contact met de agrariërs naar aanleiding van deze controles dat het register grondwateronttrekking in de landbouw (= GRIS) dikwijls niet overeenkomt met de situatie in het veld. Dit komt doordat agrariërs elkaar regelmatig uithelpen gedurende een droge periode. WPM komt tot dezelfde conclusie naar aanleiding van haar controles in het kader van de inventarisatie van de grondwateronttrekkingputten in het gebied 'De Peelrestanten'. Verder is geconstateerd dat een aantal agrariërs geen begrip hebben voor alle voorschriften die ze, volgens de regels BOM, dienen na te leven. De Provincie Limburg is ondertussen gestart met een onderzoek naar een alternatief voor het BOM-systeem. Afdichten van de qrondwateronttrekkinqsputten In de oude vergunningen grondwateronttrekking voor de industrie en sportvelden zijn geen regels opgenomen over het afdichten van de grondwateronttrekkingsput na beëindiging van de onttrekking. In recentere vergunningen zijn hiervoor wel regels opgenomen. Deze maken onderdeel uit van de voorwaarden waaronder de vergunning is verleend. Het waterschap is, na intrekking van een vergunning zonder regels over het afdichten de put, niet bevoegd om toezicht te houden op het afdichten van de putten. Dit is op grond van de Wet bodembescherming of de Provincie Limburg öf de gemeente waar de put zich bevindt. Indien dit het geval is, wordt de provincie en de betreffende gemeente hierover geïnformeerd. Wordt een vergunning ingetrokken waarin het afdichten van de putten wel is geregeld dan dient het waterschap wel toezicht te houden op het afdichten van de put. ISO De vergunningverlening van de gedelegeerde grondwatertaken is per 15 november 2006 ISO-gecertificeerd.
NO07008IW.DOC 070175
13/15
Waterschap Roer en Overmaas
8
Verwachtingen 2007 Dit jaar dient een besluit te worden genomen over de vervolgstappen met betrekking tot de tijdelijke vergunningen grondwateronttrekking in de landbouw die op 1 januari 2008 vervallen. In navolging van de ISO-certificering voor de vergunningverlening zal het waterschap in 2007 voorbereidingen treffen met betrekking tot de verdere professionalisering van het toezicht door het waterschap. Hieronder valt ook het toezicht op de gedelegeerde grondwatertaken. Dit traject wordt ingezet als voorloper van de werkzaamheden voor de verwachte ISOcertificering van toezicht in 2008. Naar verwachting zal in 2007 het aantal vergunningaanvragen bronbemalingen en het aantal meldingen bronbemaling en grondwatersanering dalen omdat de stijging hiervan verbonden is aan de werkzaamheden rond de aanleg van de rijksweg A73 en provinciale wegen N280 en N293. Deze werkzaamheden zullen eindigen in 2007. Het waterschap verwacht voor dit jaar dat de aantallen vergunningaanvragen en meldingen overeen zullen komen met de geschatte hoeveelheid werk zoals de Provincie Limburg deze heeft aangegeven op basis van haar eigen uitgevoerde werkzaamheden in het verleden.
NO07008IW.DOC 070175
14/15
Waterschap Roer en Overmaas
Conclusie De gedelegeerde grondwatertaken zijn door het waterschap op integrale wijze uitgevoerd en sluiten aan bij de overige taken van het waterschap. Door de uitvoering van de gedelegeerde grondwatertaken naast de reguliere taken van het waterschap, komt het beheer van het watersysteem steeds meer in één hand. Dit komt het watersysteem en ten goede. Daarnaast wordt de burger minder geconfronteerd met bevoegde overheden omdat een integrale benadering ook leidt tot minder frequente contacten met de burger omdat zoveel mogelijk zaken waarvoor het waterschap bevoegd is, worden gecombineerd. Tegen de tijd dat de Integrale Waterwet wordt ingevoerd (naar verwachting halverwege 2008) is het waterschap goed voorbereid op de nieuwe taken die het conform deze wet krijgt. Het waterschap heeft namelijk dan al enkele jaren bepaalde aspecten van deze nieuwe taak uitgevoerd.
NO07008IW.DOC 070175
15/15