Nieuwe regeringen: welk gezondheidsbeleid? Overzicht en een eerste beoordeling van de diverse regeerakkoorden en beleidsnota’s mbt gezondheidszorg Peter Hannes - LCM, Departement Zorg Naïma Regueras - LCM, Departement R&D Jonathan Bouvy - CM Verviers-Eupen
1. Inleiding De verkiezingen van 25 mei 2014 lijken al een ver verleden. Voor heel wat beleidsniveau’s werden toen verkiezingen gehouden. Naast het Europees Parlement (wordt in dit artikel niet besproken), vonden er federale verkiezingen plaats voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en regionale verkiezingen voor het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap. Intussen zijn voor deze onderscheiden beleidsniveaus nieuwe regeringen samengesteld die in een algemeen regeerakkoord en beleidsnota’s hun plannen voor de komende legislatuur hebben vastgelegd. Maar wat is het uiteindelijke resultaat van al die onderhandelingen voor wat betreft het domein van de gezondheidszorg? Om het overzicht te bewaren vindt u hieronder de documenten (regeerakkoorden en beleidsnota’s) waarin de desbetreffende informatie terug te vinden is: • federale regeerakkoord van 9 oktober 2014 (http://www. premier.be/sites/default/files/articles/Accord_de_ Gouvernement_-_Regeerakkoord.pdf ) en algemene beleidsnota Gezondheidszorg van 25 november 2014 (http://www. dekamer.be/FLWB/PDF/54/0588/54K0588007.pdf ) • Vlaams regeerakkoord van 22 juli 2014 (http://www. vlaanderen.be/int/sites/iv.devlh.vlaanderen.be.int/files/ documenten/REGEERAKKOORD%20-%20VLAAMSE%20 REGERING%202014-19.pdf) en beleidsnota Minister Jo Vandeurzen (http://www.jovandeurzen.be/sites/jvandeurzen/ files/Beleidsnota_2014_2019_Welzijn_Volksgezondheid_ Gezin%20%281%29.pdf )
• Projet d’accord de majorité 2014/2019 – Région BruxellesCapitale (17 juillet 2014) (http://www.pouvoirslocaux.irisnet. be/fr/fichiers/accord-de-majorite-reg-fr.pdf) • Déclaration de politique du Collège Réuni de la Commission communautaire commune (17 juillet 2014) (http://www. pouvoirslocaux.irisnet.be/fr/fichiers/accord-cocom-fr.pdf) • Accord de politique de la Commission communautaire française (17 juillet 2014) (http://www.cocof.be/documents/general/AccordCOCOF.pdf) • Duitstalig regeerakkoord van 16 september 2014. (http:// www.dgparlament.be/desktopdefault.aspx/tabid-4035/) • Bestuursakkoord van de Vlaamse Gemeenschapscommissie van 20 juli 2014 (http://www.raadvgc.be/documenten/Bestuursakkoord_VGC_2014-2019.pdf) Het is moeilijk om nu al een grondige evaluatie te maken van de concrete maatregelen die de diverse regeringen zullen treffen op het vlak van gezondheidszorg. Veel zal afhangen van de uiteindelijke implementatie in het beleid van de nieuwe ministers (zie kader). Toch vindt u hieronder een voorzichtige poging.
• Déclaration de politique régionale wallonne du 23 juillet 2014 (http://www.wallonie.be/sites/wallonie/files/publications/ dpr_2014-2019.pdf)
44
CM-Informatie 259 • maart 2015
federaal:
Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie De Block;
Vlaanderen: Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen; Wallonië:
Waals minister van Openbare Werken, Gezondheid, Sociale Actie en Patrimonium, Maxime Prévot
Brussel:
• Guy Vanhengel en Didier Gosuin, leden van het Verenigd College en bevoegd voor Gezondheidsbeleid, Openbaar Ambt, Financiën, Begroting en Externe Betrekkingen, • Cécile Jodogne, bevoegd voor Openbaar Ambt en Gezondheidsbeleid, en Céline Frémault, bevoegd voor het Gehandicaptenbeleid, Sociale Actie, het Gezin en Externe Betrekkingen, leden van het College van de COCOF • Bianca Debaets lid van de college van de VGC bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Gelijke Kansen, Integratie, Armoede, Integrale Jeugdhulp, Opvoedingsondersteuning en Ambtenarenzaken;
Duitstalige Gemeenschap: Minister van de Duitstalige Gemeenschap, bevoegd voor Gezin, Gezondheid en Sociale Zaken, Antonios Antoniadis
• hervorming van de wachtdiensten en huisartsenwachtposten om de spoeddienst te ontlasten; • federale gezondheidsdoelstellingen zullen worden vastgelegd (cfr. de tweejaarlijkse rapporten over de performantie van de gezondheidszorg en de resultaten van de gezondheidsenquête die begin 2015 zullen worden gepubliceerd); • er wordt onderzocht hoe de gezondheidsgerelateerde activiteiten van de FOD Volksgezondheid kunnen worden geïntegreerd in het RIZIV; • stimuleren van de ontwikkeling en de gerichte terugbetaling van telegeneeskunde; • er zullen duidelijke kwaliteits- en veiligheidsindicatoren worden uitgewerkt voor zorgverleners; • dringend ziekenvervoer wordt geëvalueerd en geactualiseerd; • alle beslissingen inzake aanpassing van programmatie, erkenning of terugbetaling van zorg worden vooraf getoetst aan de principes van evidence based practice; • er wordt een taskforce ‘doelmatige zorg’ opgericht.
Reductie groeinorm gezondheidszorg Toch zitten er ook wat addertjes onder het gras. We kunnen alleen maar toejuichen dat men wil komen tot een ‘stabiele budgettaire meerjarenplanning’. Maar veel meer dan deze notie, vindt men niet terug in het regeerakkoord. In de beleidsnota van Minister De Block wordt het al wat concreter door de aankondiging van de reductie van de wettelijke groeinorm voor gezondheidszorg (1,5 % in plaats van 3 %). Voor 2015 zal men op zoek moeten gaan naar 355 miljoen euro besparingen. Bovendien zal tegen 2018 een bijkomend bedrag van 236 miljoen euro structureel bezuinigd moeten worden. De regering erkent uitdrukkelijk de vrijheid en de verantwoordelijkheid van de zorgverstrekkers en de ziekenfondsen in het kader van het overlegmodel, alsook andere belanghebbenden van de ziekteverzekering, zoals de industrie, om zelf voorstellen te formuleren binnen de voorziene middelen.
2. Federaal Diverse (positieve) maatregelen
Terugdringen van de gezondheidskloof?
Het federaal regeerakkoord en de beleidsnota gezondheidszorg bevatten op het eerste zicht een bonte verzameling van (positieve) maatregelen:
Met de besparingsmaatregelen in diverse sectoren in het achterhoofd, is het zeer ambitieus dat men in het regeerakkoord melding maakt van ‘het terugdringen van de gezondheidskloof’. Het zou al een succes zijn als men dit zou kunnen stabiliseren. In de teksten van het regeerakkoord en de beleidsnota ontbreekt trouwens een visie op een (concrete) globale gezondheidspolitiek die alle determinanten van onze gezondheid omvat. Er zullen (positieve) maatregelen nodig zijn in een hele reeks domeinen die gelinkt zijn met een slechtere gezondheidstoestand: huisvesting, arbeid, onderwijs, maatschappij-opbouw en participatie, … Enkel zo kunnen we de bestaande gezondheidsongelijkheden verkleinen.
• de eerstelijnsgezondheidszorg bevorderen; • rechten automatisch toekennen; • een kadaster van gezondheidsberoepen opstellen; • herijking van de nomenclatuur en maatregelen voor het aantrekkelijker maken van sommige specialismen; • herziening van KB 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (principe toepassen van subsidiariteit); • aandacht voor multidisciplinaire samenwerking van zorgverstrekkers; • herwaardering van het beroep van verpleegkundige;
CM-Informatie 259 • maart 2015
45
Chronisch zieken?
Ruime aandacht voor GGZ
In het regeerakkoord vinden we weinig maatregelen terug aangaande chronisch zieken. Het lijkt er zelfs op dat een aantal maatregelen wordt teruggeschroefd. Zo staat de in de Gezondheidswet van 2012 uitgewerkte verplichte derdebetalersregeling enkel nog ingeschreven voor gerechtigden op de verhoogde tegemoetkoming en dit enkel bij de huisarts. Wat met patiënten met het statuut chronische aandoening en wat bij andere zorgverstrekkers? Bovendien is er sprake van een inwerkingtreding vanaf 1 juli 2015 in plaats van 1 januari 2015.
Er wordt in het regeerakkoord (net zoals in het CM-memorandum) ruime aandacht besteed aan de geestelijke gezondheidszorg. Zo zal er werk worden gemaakt van: een uitbreiding van de MAF2 voor psychiatrische patiënten bij langdurig verblijf; een verankering van de artikel 107 projecten3 in regelgeving en financiering; een aanpassing - in samenwerking met de betrokken deelstaten - van het aanbod aan de behoeften aan geestelijke gezondheidszorg voor kinderen, voor jongeren en voor patiënten met dubbele diagnose; het bestuderen van de mogelijkheden tot terugbetaling van psychotherapie.
Ziekenhuizen Modernisering overlegmodel Positief is dat er in het regeerakkoord een verbod op ereloonsupplementen in 2- of meerpersoonskamers in daghospitalisatie wordt aangekondigd. Dit is ook één van de eisen uit het CMmemorandum. Anderzijds moeten we vaststellen dat een andere eis, deze van de plafonnering van ereloonsupplementen in éénpersoonskamers bij klassieke hospitalisatie, niet in het regeerakkoord vermeld staat. In het regeerakkoord staat wel vermeld dat men moet evolueren naar gespecialiseerde ziekenhuiszorg, geconcentreerd in gespecialiseerde centra, ingebed in een klinisch netwerk tussen ziekenhuizen. Bovendien dient er een reconversie van ziekenhuisbedden (alle niet-verantwoorde en een deel T-bedden1) in transmurale zorg plaats te vinden.
Men wenst ook ‘de tariefzekerheid te verzekeren door een hervorming van het overeenkomsten- en akkoordensysteem’. Wij hopen dat men hiermee een aanzet geeft tot het verhogen van de conventiegraad van heel wat specialismen. Het overleg tussen zorgverleners en verzekeringsinstellingen blijft behouden, maar wordt ‘gemoderniseerd’ en aangepast aan de eisen van een transsectoriële aanpak. Andere actoren, waaronder de patiënten, worden op aangepaste wijze (ad rem?) betrokken bij het overleg. Voorts worden de besluitvorming, het overleg en de uitvoering van de ziekteverzekering zo aangepast (‘in lijn met de regels van goed bestuur’?), dat mogelijke belangenconflicten worden uitgesloten.
Ziekenhuisfinanciering De patiënt Het regeerakkkoord vermeldt dat het huidig financieringssysteem voor de ziekenhuizen grondig dient te worden herzien met, bij voorkeur, een gemengd financieringssysteem met zowel een prospectieve financiering voor standaardiseerbare zorg als het behoud van het principe van een honorarium per medische prestatie. Hierbij moet bijzondere aandacht besteed worden aan de hervorming van het thans bestaande systeem van afhoudingen op de artsenhonoraria. De werkzaamheden betreffende de herziening van de ziekenhuisfinanciering worden toevertrouwd aan een taskforce, samengesteld uit vertegenwoordigers van alle betrokken actoren. De taskforce zal op semestriële basis aan de regering verslag uitbrengen van zijn werkzaamheden en een definitief eindrapport voorleggen vóór eind 2017.
46
1
Bedden voor langdurige opname in psychiatrie
2
Maximumfactuur
3
Projecten in het kader van de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg
Net zoals in het CM-memorandum, wordt in het regeerakkoord gepleit voor transparante info via de patiëntenfactuur. De patiënt moet tevens beschikken over informatie betreffende de kwaliteit en de prijs van de zorg, die ter beschikking wordt gesteld via één toe-gankelijk platform. Wij hopen uiteraard daar een belangrijke rol in te spelen, maar vinden dit niet als dusdanig terug in het akkoord. Hetzelfde geldt voor het ‘veralgemeend elektronisch patiëntendossier’ dat in 2019 op punt zou moeten staan. In de beleidsnota staat voorts dat initiatieven die de patiënt een actieve partner maken in zijn gezondheidszorg moeten worden gestimuleerd (bv health literacy, vergemakkelijken van de toegang tot het elektronisch patiëntendossier).
CM-Informatie 259 • maart 2015
ICT
Overleg met de deelstaten
ICT speelt een steeds belangrijkere rol binnen het gezondheidsbeleid. Ook in het regeerakkoord komt dit ruim aan bod. Voor wat MyCareNet4 betreft, zullen tegen het einde van de legislatuur de administratieve contacten tussen verzekeringsinstellingen en de artsen voor wat het afhandelen van administratieve aanvragen (geneesmiddelen, zorgtrajecten,…) en elektronische facturatie betreft aanzienlijk vereenvoudigd worden. Men zal eHealth verder ontwikkelen (in samenwerking met de deelstaten). Ook hierin wil CM een belangrijke rol (blijven) spelen.
Er zullen afspraken worden gemaakt met de Gemeenschappen inzake de opleiding en de vorming in nieuwe rollen zoals casemanagement, educatie, health literacy enz. Ook inzake contingentering van de gezondheidszorgberoepen, nietdringend medisch vervoer, gebruik van psychofarmaca, eHealth, … zal er overleg plaatsvinden met de Gemeenschappen.
Onderzoek In het regeerakkoord staat dat men werk zal maken van een wettelijke basis tot ontsluiting van geaggregeerde en geanonimiseerde gegevens met het oog op publieke en private onderzoeksdoeleinden. Wij kunnen dit alleen maar aanmoedigen, maar dit moet uiteraard wel een wederzijds engagement inhouden. Zo zouden ziekenfondsen bv. toegang moeten krijgen tot de minimale klinische gegevens van ziekenhuizen5.
Geneesmiddelen Ook geneesmiddelen krijgen een prominente plaats in het regeerakkoord. De volgende (positieve) maatregelen worden o.m. vermeld: herziening hoofdstuk IV geneesmiddelen (overheveling van bepaalde geneesmiddelen van het a priorisysteem naar a posteriori controle), aanmoedigen overleg arts-apotheker, de tussenkomst van de ziekteverzekering voor dementieremmers zal in lijn zal worden gebracht met internationale richtlijnen, de kostprijs van geneesmiddelen en medische materialen moet transparanter worden. Men kan zich echter vragen stellen bij de vermelding dat ‘het bestaande beleid dat goedkope geneesmiddelen bevordert en aanmoedigt, zal worden voortgezet’. CM wil immers op dit vlak verdergaan dan het bestaande beleid. Uit de vermelding dat ‘(innovatieve) geneesmiddelen sneller op de markt moeten worden gebracht’, blijkt dat de farmaceutische industrie haar lobbywerk t.a.v. de nieuwe regering heeft ingezet.
RIZIV Het RIZIV krijgt op een rechtstreekse en vereenvoudigde wijze toegang tot de geconsolideerde facturatie- en aanrekeningsgegevens waarover de verzekeringsinstellingen beschikken. Dit houdt dus een aanzienlijke versterking in van de fraude / waste / abuse detectie en rol van het RIZIV. Tevens wordt het sanctie-instrumentarium, de opsporings- en invorderingsprocedures die het RIZIV ter beschikking heeft, geëvalueerd en geoptimaliseerd.
Ziekenfondsen De financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen wordt uitgebreid. Dit stond ook in het CMmemorandum ingeschreven, maar een essentiële voorwaarde ontbreekt echter: in tegenstelling tot het RIZIV (zie hierboven), staan er geen (betere) beheersinstrumenten in het regeerakkoord ingeschreven om de verzekeringsinstellingen een reële impact op de kwaliteit, prijzen en prestatievolumes te geven. Wat wij wel ten zeerste toejuichen is dat men de adviserende en informerende rol van de ziekenfondsen ten opzichte van hun leden wil versterken. Voorts werden heel wat financiële implicaties in het regeerakkoord ingeschreven: • De financiële transparantie van de verzekeringsinstellingen wordt versterkt. In samenwerking met het RIZIV zal de Controledienst voor de ziekenfondsen (CDZ) bovendien de kostenstructuur van de verzekeringsinstellingen doorlichten. De regering zal het Parlement vragen om het Rekenhof opdracht te geven de parameterformule die gebruikt wordt om de administratiekosten van de verzekeringsinstellingen te berekenen, te evalueren. • De efficiëntie van de verzekeringsinstellingen wordt verhoogd. • Het variabel gedeelte van de administratiekosten wordt verhoogd.
4
MyCareNet is een centraal dienstenplatform dat gebruikt kan worden door individuele zorgverleners en instellingen om op een eenvoudige, betrouwbare en beveiligde manier informatie uit te wisselen met de ziekenfondsen.
5
De minimale klinische gegevens (MKG) betreft een registratie per ziekenhuisontslag van medische informatie (diagnoses en procedures), opgelegd aan de ziekenhuizen bedoeld voor het ziekenhuisbeleid en de financiering.
CM-Informatie 259 • maart 2015
47
48
Wij nemen hier kennis van, maar willen duidelijk stellen dat dit alles geen besparing op onze werkingstoelagen verrechtvaardigt. De werking van de ziekenfondsen kost slechts 3,3 % van het totale budget van de ziekteverzekering. Ter vergelijking: bij private verzekeringsmaatschappijen bedraagt de werkingskost makkelijk 20 à 25 %. We zijn ook al sterk aan het besparen. Terwijl onze werklast alleen maar toeneemt (meer medische prestaties, meer geneesmiddelen, meer mensen met verhoogde tegemoetkoming, stijging van het aantal mensen in arbeidsongeschiktheid, steeds complexere regels,…), bedroeg de stijging van onze werkingstoelagen van de laatste tien jaar nog niet de helft van de stijging van het totale budget in de gezondheidszorg. Bij de hervormingen die men op het vlak van de ziekenfondsen beoogt, zullen we erover moeten waken dat finaal onze leden de rekening niet zullen moeten betalen of dat de dienstverlening zal moeten afgebouwd worden. Ook staat in het regeerakkoord vermeld dat onze aanvullende verzekeringen moeten beantwoorden aan principes van ‘evidence based practice’. Voor ons is het echter niet volledig duidelijk wat men moet verstaan onder ‘evidence based practice’. Wellicht worden zaken zoals sauna, wellness en homeopathie geviseerd en moeten zij uitgesloten worden uit de aanvullende voordelen en diensten van de ziekenfondsen. Maar wat met bv geboortepremies? Dit zal dus – hopelijk in overleg met de ziekenfondsen – nog moeten worden uitgeklaard.
3. Vlaanderen
Conclusie federaal beleid
Brussel
De tekst over de gezondheidszorgen in het federale regeerakkoord bevat veel positieve punten. Maar, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Naast de indexsprong zal er voor 2015 nog om en bij de 200 miljoen euro moeten bespaard worden. In het federale regeerakkoord wordt bovendien opvallend gezwegen over een aantal onderwerpen die nochtans uitgebreid aan bod kwamen in het CM-memorandum. Het regeerakkoord maakt geen melding van ‘tandzorg’ (enkel in de beleidsnota wordt dit heel kort aangehaald), bevat weinig (concrete) maatregelen inzake chronisch zieken6 en toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg in het algemeen. Er wordt niets vermeld over het bevorderen van thuis blijven wonen en inzake thuisverpleging. Ook het verschijnsel van de privatisering van de zorg wordt niet aangehaald.
De Vlaamse regering zal werk maken van een aangepast beleid voor de Vlamingen in Brussel en hanteert daarbij de Brusselnorm (30 % van de Brusselse bevolking wordt als haar doelgroep beschouwd en 5 % van de middelen die gereserveerd worden voor gemeenschapsbevoegdheden worden gereserveerd en ingezet voor Brussel).
Principes voor een zorgzame samenleving In het Vlaamse regeerakkoord wordt er voortgebouwd op wat in gang werd gezet in de vorige regeerperiode. Zo zal men ook tijdens deze legislatuur volop inzetten op vraaggestuurde zorg en vermaatschappelijking van de zorg. De Vlaamse regering gelooft in de kracht van het sociaal ondernemen om de zorg en de hulpnoden in te vullen en wil daar alle ruimte aan geven. Men creëert regelluwte en administratieve vereenvoudiging en hecht een groot belang aan een goede corporate governance bij de partners die de beleidsdoelstellingen helpen uitvoeren. Ook wordt een grote efficiëntie verwacht van iedereen die onderneemt in zorg en welzijn. Er zal deze legislatuur tevens veel belang gehecht worden aan ICT.
Lokale besturen De Vlaamse regering erkent de lokale besturen (gemeente en OCMW) als cruciale partners in het welzijns-, gezondheids- en gezinsbeleid en erkent hun regierol vb. in het kader van een buurtgerichte benadering die vorm geeft aan ondersteuning voor mensen met een zorgnood in de thuisomgeving.
6de staatshervorming In het Vlaams regeerakkoord is niets terug te vinden over hoe de overgedragen bevoegdheden (concreet) gaan georganiseerd worden. Er wordt wel veel aandacht geschonken aan overleg en betrokkenheid van de stakeholders. Zo zal men ter voorbereiding van de implementatie overleggen met alle partners (zorgkassen, gebruikers, administratieve entiteiten, …) om zo te komen tot de uitbouw van een overlegmodel voor de toekomst. In de beleidsnota van Minister Vandeurzen staat dat hij een multipartite-structuur wil oprichten “a la” VESOC7. Hierin zouden werkgevers en werknemers vertegenwoordigd zijn (die representatief zijn voor de sector), de regering en aangevuld
6
De algemene politieke nota verwijst enkel naar een voorstel van actieplan waaraan de laatste hand wordt gelegd.
7
Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité
CM-Informatie 259 • maart 2015
met partners uit het beleidsdomein. Dit overlegorgaan zou bindende akkoorden kunnen afsluiten. Hiervoor zal een reglementair kader worden gecreëerd. Ook bij de samenstelling van de Strategische adviesraad (SAR) WVG zullen sociale partners en andere middenveldorganisaties betrokken worden. Er moet gewaakt worden over de representativiteit van deze overlegorganen. CM wenst in deze overlegorganen uiteraard een belangrijke rol te spelen.
Preventie en gezondheidspromotie Het huidig systeem van gezondheidsdoelstellingen zal verder worden uitgebreid. Voor het overige worden weinig concrete zaken aangehaald. Bovendien lijkt er geen (bijkomende) rol weggelegd te zijn voor de ziekenfondsen, wat wij uiteraard betreuren.
Eerstelijnsgezondheidszorg Ruime Vlaamse Sociale Bescherming De Vlaamse Sociale Bescherming (VSB) zal verder worden uitgebouwd tot een Vlaamse sociale zekerheid die prioriteit geeft aan thuiszorg, preventie en het verhogen van zelfredzaamheid. De VSB is een volksverzekering met verplichte bijdrage, weliswaar optioneel in Brussel (cf de huidige zorgverzekering). VT-gerechtigden zullen een lagere premie moeten betalen. Het bestaande Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA) Zorgfonds zal worden omgevormd tot een IVA VSB met inkanteling van de volgende bevoegdheden: • Zorgverzekering; • Tegemoetkoming Hulp aan Bejaarden (THAB); • Vraaggestuurde financiering van de residentiële ouderenzorg, de opvang in beschut wonen en psychiatrische verzorgingstehuizen en (de handicapspecifieke) ondersteuning van personen met een handicap8; • Revalidatie; • Systemen van inkomensrelatering voor de eigen bijdrageregeling thuiszorg; • Leeftijdsonafhankelijke hulpmiddelen en mobiliteitshulpmiddelen. De zorgkas int de bijdrage, informeert, behandelt de aanvraag, waarborgt de dossieropvolging, beoordeelt of aan de voorwaarden voldaan is, beslist en betaalt uit conform het huidige decreet op de zorgverzekering en het daarop gebaseerde uitvoeringsbesluit. Men wil efficiëntiewinsten en transparantie voor de burger realiseren door het samenbrengen van verschillende tegemoetkomingen en systemen in één VSB. Wij juichen dan ook toe dat de zorgkas dienaangaande dienst zal doen als een uniek loket. Voorts wil men streven naar een eenduidig inschalingssysteem (Bel-Rai) en automatische rechtentoekenning. Met betrekking tot de zorgverzekering heroverweegt men de sanctie “opschorting met verlies van rechten bij niet tijdige betaling”. Tevens zal de mogelijkheid om niet betaalde bijdragen van de tegemoetkomingen af te trekken worden uitgebreid.
8
De Vlaamse regering vindt – net zoals in het CM-memorandum – de uitbouw en versterking van de eerstelijnsgezondheidszorg een noodzaak. Bovendien wil men een integratie van de diverse eerstelijnsstructuren (nav de 6de staatshervorming). Men wil een betere structurering van het meso-niveau en dit zowel regionaalstedelijk als kleinstedelijk.
Ziekenhuizen De Vlaamse regering wenst de ziekenhuizen te positioneren en te plannen in een netwerk. Dit wil men bekomen door de verbreding van de scope van de zorgstrategische planning van ziekenhuizen. Ook de stimulering van de ontwikkeling van alternatieve zorgvormen (zorghotel, respijthuis, herstelverblijf) past in dit kader. Men wil de ziekenhuizen, huisartsen en woonzorgpartners in een horizontaal netwerk inschakelen. In het Vlaams regeerakkoord staat tevens dat er maar plaats is voor privéklinieken voor zover ze beantwoorden aan dezelfde kwaliteitstoetsing als de klassieke ziekenhuizen, en ze de nodige waarborgen kunnen geven op het vlak van continuïteit van zorg en patiëntveiligheid.
Revalidatie Er wordt een blauwdruk voor een nieuw revalidatiebeleid in Vlaanderen opgemaakt, rekening houdende met de evoluerende noden van de patiëntenpopulatie en met de integratie in de VSB. Nieuwe concepten en modellen voor financiering krijgen een decretale onderbouw.
Ouderenzorg Net zoals in ons CM-memorandum, wil de Vlaamse regering inzetten op zo lang mogelijk thuis wonen. De Vlaamse regering kiest dienaangaande voor een buurtgerichte benadering met een regierol voor de lokale overheden. Men onderzoekt tevens de mogelijkheid om tot een geïntegreerd Vlaams beleid te komen rond ondersteuning van woningaanpassingen.
uitgezonderd de uitbetaling persoonsvolgende financiering (“trap 2”) voor personen met een handicap
CM-Informatie 259 • maart 2015
49
Voorts wil men werk maken van een leeftijdsonafhankelijk hulpmiddelenbeleid. De Vlaamse regering voorziet een groeipad voor de thuiszorgdiensten in functie van de vergrijzing, de vermaatschappelijking van de zorg en het subsidiariteitsprincipe. Men gaat werk maken van een nieuw organisatie- en financieringsmodel voor (residentiële) ouderenzorg, en stimuleert daarbij de ontwikkeling van innovatieve modellen. Concepten van persoonsvolgende financiering zullen uitgetest worden in de ouderenzorg. Men onderzoekt de mogelijkheden van reconversie van bedden en de mogelijkheid van 1 centrale wachtlijst. Op korte termijn voorziet men bovendien in de groei van het aantal bedden.
GGZ De Vlaamse regering zal het Vlaams actieplan suïcidepreventie verder uitvoeren en versterken. Men zal verder bouwen op de experimenten eerstelijnspsychologische functie. Men zal ook ruime aandacht geven aan zorgcircuits voor kinderen en jongeren. Het decreet werk- en zorgtrajecten zal op een geleidelijke manier worden uitgevoerd binnen de bestaande budgettaire mogelijkheden.
Flanders’ Care Flanders’ Care wordt als katalysator voor systeeminnovatie in (de organisatie van) de zorg bestendigd.
Dementie Het transitieplan dementiekundige basiszorg wordt verder uitgerold en er wordt overleg opgestart met de federale overheid over de rol van de huisarts, apotheker, kinesist, …
Gegevensdeling Het decreet gegevensdeling wordt uitgevoerd met het oog op een meer cliëntgerichte zorg. Veel aandacht zal besteed worden aan de patiëntenfolder ‘informed consent’.
Mantelzorg De Vlaamse regering gaat bijkomende ondersteuning en waardering bieden aan mantelzorgers, onder andere door het uitbreiden van tijdelijke opvangmogelijkheden.
Kwaliteit Het kwaliteitsdecreet zal herzien worden, met gerichte aandacht voor registratie van kwaliteitsindicatoren.
Aanvullende thuiszorg Infrastructuur Aanvullende thuiszorg zal worden voorbehouden voor zwaar zorgbehoevenden of in combinatie met gezinszorg. In het regeerakkoord wordt ook aangegeven dat aanvullende thuiszorg en dienstencheques weliswaar complementair maar verschillend zijn. De financiering van op zwaar zorgbehoevenden gerichte poetshulp wordt geïntegreerd in het groeipad voor thuiszorg.
Personen met een beperking De Vlaamse regering zal het decreet persoonsvolgende financiering verder uitvoeren, waarbij er in de eerste pijler een basisondersteuningsbudget (forfaitair bedrag) wordt voorzien en een tweede pijler voor personen met een grotere ondersteuningsnood (cash of voucher). Er zal tevens een reorganisatie en doorlichting plaatsvinden van het VAPH, rekening houdende met de integratie van de handicapspecifieke ondersteuning van personen met een handicap in de VSB.
Het nieuwe Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) zal bepaalde sectoren financieel ondersteunen en alle sectoren adviseren op bouwtechnisch en financieel vlak. De Vlaamse regering zal de beperkte middelen bij voorbaat inzetten voor de infrastructuur van voorzieningen die erop gericht zijn mensen in hun thuisomgeving te ondersteunen en te verzorgen. Er komt een einde aan de huidige infrastructuursubsidiëring voor de ouderensector (deze zal in de toekomst deel uitmaken van de nog te ontwerpen financiering ouderenzorg). Voor de ziekenhuissector komt er een nieuw alternatief systeem. Het zal aansluiten bij en afgestemd zijn op het Vlaams zorgstrategisch plan voor de ziekenhuizen. Voor de voorzieningen voor personen met een beperking is een blijvende financiering mogelijk.
Conclusie Vlaanderen Heel wat zaken uit het Vlaamse CM-memorandum zijn opgenomen in het Vlaamse regeerakkoord. We zijn dan ook voorzichtig positief. Er liggen bovendien heel wat kansen voor de toekomst op het vlak van VSB, de zorgkassen, dienst maatschappelijk werk en
50
CM-Informatie 259 • maart 2015
de RDC’s. Het lijkt erop dat de zorgkas het ziekenfonds wordt van Vlaanderen. Dit is een mooie uitdaging. In het Vlaams regeerakkoord wordt vooral gesproken over de zorgkassen. Het is niet duidelijk welke rol er weggelegd is voor het ziekenfonds in Vlaanderen. Net zoals in het federaal regeerakkoord, wordt er ook in het Vlaams regeerakkoord regelmatig aangehaald dat alles ‘kostenefficiënt’ dient te gebeuren. Wij staan hier vanzelfsprekend achter, maar willen duidelijk stellen dat de bijkomende opdrachten voor de zorgkas ook extra kosten met zich meebrengen. Het is dan ook niet meer dan normaal dat hiervoor een passende vergoeding wordt voorzien.
beheersorganen van de ION gesteund door adviescommissies die verantwoordelijk zijn voor het bevatten van de realiteit ter plaatse. Hierdoor kunnen samenwerkingsverbanden worden ontwikkeld tussen alle actoren die betrokken zijn bij de gezondheidszorg, ouderen en gehandicapten en zij zullen, in een raadgevende hoedanigheid, de contactpersonen zijn voor de evaluatie van de behoeften en de voorstellen met het oog op de programmering, zonder dat de vrijheid van de patiënt en de zorgverlener mag worden belemmerd. Dit impliceert een grondige herziening van de huidige adviserende functie binnen de WRSAG (Waalse Raad voor Sociale Actie en Gezondheid). Sinds het begin van de legislatuur betrekt de regering de sociale partners en de partners van de betrokken sectoren bij de uitwerking van dit nieuwe beheersmodel. Er wordt intern in de regering ook een comité opgericht om de invoering van de ION op te volgen.
4. Wallonië Overdracht van bevoegdheden
De rol van de huisarts versterken
In haar regionale beleidsverklaring verbindt de Waalse regering zich ertoe haar nieuwe bevoegdheden te aanvaarden conform het “Sint-Emilie-akkoord” dat tussen 4 Franstalige partijen (PS, CdH, MR, Ecolo) werd afgesloten op 19 september 2013. Zo zal een instelling van openbaar nut (ION) worden gecreëerd door opslorping van de ION en de administratieve diensten die momenteel bevoegd zijn. Deze ION zal de nieuwe en huidige bevoegdheden van het Waals Gewest beheren inzake gezondheidszorg, ouderen en gehandicapten en zal onderworpen zijn aan een beheersovereenkomst.
In overeenstemming met een eis die al lang door CM wordt gesteld, plaatst de Waalse regering de patiënt centraal in het zorgsysteem en zet ze hem ertoe aan zich te richten tot het geschikte niveau van zorgverstrekking, door de voorkeur te geven aan de huisarts als spil van het zorgtraject van de patiënt.
Hoewel het akkoord nog niet veel details over de samenstelling van deze ION en de rol van de ziekenfondsen bevat, geeft het evenwel aan dat de betrokken sectoren, waaronder de ziekenfondsen en de sociale partners, binnen haar beheersorganen worden ondergebracht. Anderzijds zal er een minderheidsvertegenwoordiging van overheidsbestuurders worden voorzien. Regeringscommissarissen zullen over een vetorecht beschikken. Het gaat hier om een belangrijke wijziging ten opzichte van wat er is op federaal niveau. De regeringsvertegenwoordigers die aanwezig zijn in de Algemene Raad van het RIZIV beschikken enkel over een stemrecht en niet over een vetorecht. Anderzijds geeft het akkoord aan dat er binnen deze ION twee thematische beheerscomités (het ene verantwoordelijk voor gezondheidszorg en ouderen, het andere voor gehandicapten) zullen worden gecreëerd en dat deze zullen kunnen voortbouwen op specifiekere commissies (bijvoorbeeld: rusthuizen, ambulante zorg, …). In een geest van pluridisciplinair overleg, samenwerking en partnership tussen actoren op het terrein, worden de
9
De Waalse regering zal er in het bijzonder over waken dat: • de rol van de huisarts in het beleid inzake preventie en gezondheidspromotie wordt geïntegreerd, met name door de bevordering van het geïnformatiseerd medisch dossier via het Waalse gezondheidsnetwerk9; • de instrumenten ter bevordering van de vestiging van artsen in zones waar er tekorten zijn, met name in plattelandszones, worden verbeterd; • de initiatieven inzake groepspraktijken (in wijkgezondheidscentra of in medische centra) nog steeds worden ondersteund; • de verschillende eerstelijnsactoren evenals de verschillende gezondheidszorglijnen beter worden afgestemd.
De samenwerking tussen ziekenhuizen aanmoedigen Ook op dit vlak zijn talrijke positieve initiatieven opgenomen in het Waals regeerakkoord. De ziekenhuisinvesteringen vertegenwoordigen immers een aanzienlijk budget voor de regio, het is dus belangrijk om nu al het gevoerde beleid ter zake aan te passen aan de specifieke behoeften en capaciteiten van Wallonië.
www.reseausantewallon.be
CM-Informatie 259 • maart 2015
51
Zo wil de regering: • een kadaster van de voorzieningen opmaken om de toestand van het ziekenhuispark beter te kunnen leren kennen en de toekomstige behoeften te kunnen begrijpen; • op basis daarvan een toepasbaar bouwplan uitwerken, rekening houdend met de budgettaire middelen en gebaseerd op een visie van dit beleid op het niveau van het hele gewestelijke grondgebied, door samenwerkingsverbanden te bevorderen om een versnippering van de middelen te vermijden en door te waken over de toegankelijkheid tot de gezondheidszorg op het platteland; • er meer in het algemeen over waken dat de samenwerking tussen ziekenhuizen wordt vergemakkelijkt, met name binnen zorgregio’s (o.a. door de reglementering met betrekking tot de hartprogramma’s te evalueren); • het huidige beleid van garanties van het Gewest op de ziekenhuisinfrastructuren voortzetten. De regering zal waken over de invoering van het protocol van 24 februari 2014 betreffende medische beeldvorming dat o.a. meer kwaliteit beoogt door de vermindering van de ioniserende stralingen en een verhoging van het aantal erkende PET-scans wegens de aanzienlijke toename van de indicaties, vooral voor kankers. Ze verbindt zich er ook toe het beddenbestand aan te passen aan de evolutie van de behoeften, met name door de reconversie van acute bedden (naar revalidatiebedden, residentiële bedden voor ouderen, thuishospitalisatie enz.). Tot slot zal de regering de nadruk leggen op de kwaliteit van de zorg en zal ze erover waken dat de ontwikkeling en de invoering van procedures voor de continue verbetering van de kwaliteit wordt gepromoot. Merk op dat de bovenstaande initiatieven werden uitgewerkt voor de Franse Gemeenschap die bevoegd is voor het beleid betreffende de universitaire ziekenhuizen en de vastlegging van erkenningsnormen. Deze zijn opgenomen in de beleidsverklaring van de Gemeenschap10.
Gezondheidspromotie De Waalse regering erkent het belang om een transversaal beleid te voeren voor alle gezondheidsdeterminanten (tewerkstelling, huisvesting, sport, voeding, milieu, opvoedingsondersteuning, ...). Daarom zal ze ervoor zorgen dat netwerkvorming voor gezondheidspromotie wordt bevorderd om te beschikken over informatie over lokale initiatieven en om een grotere coherentie en een betere dekking van
het grondgebied te verzekeren. Het is ook positief dat ze zich ertoe verbindt (hoewel ze niet verduidelijkt hoe) de complementariteit en de coherentie van het beleid en de gezondheidspromotiemiddelen te verzekeren, met name tussen de gewestelijke en de gemeenschapsbevoegdheden. Het Franstalig CM-memorandum drong hierop aan. De Franstalige CM benadrukt dit punt in haar memorandum en reageert dus positief op deze maatregel.
Geestelijke gezondheid Zowel in haar federaal als in haar Franstalig memorandum pleit CM voor een versterking van de geestelijke gezondheidszorg. In het kader van de 6e staatshervorming zullen een reeks bevoegdheden met betrekking tot dit domein worden overgedragen aan de gemeenschappen en gewesten, met name alles wat verband houdt met psychiatrische verzorgingstehuizen en initiatieven van beschut wonen. De Waalse regering verbindt zich ertoe het aanbod van de geestelijke gezondheidszorg beter te laten overeenstemmen en in het bijzonder het aanbod voor jongeren. Ze wil, in overleg met de Franse Gemeenschap, de bestaande openbare en vzw-structuren verzamelen in “adolescentenhuizen” en de hervorming “PSY 107” uitbreiden naar kinderen en adolescenten.
Ouderen Betreffende de gezondheid van ouderen en de zorg voor hulpbehoevende personen, heeft de visie ontwikkeld door de Waalse regering talrijke overeenkomsten met het standpunt van CM. De Waalse regering wil van de bevoegdheidsoverdracht in dit domein gebruik maken om de complementariteit te verbeteren tussen het ouderenbeleid zoals dit door de voorheen bevoegde overheden op verschillende beleidsniveaus is gevoerd. De Waalse regering wil met name de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) aangrijpen om de basis te leggen van een ‘zorgtegemoetkoming’ ten voordele van alle Walen. Ze wil de rechten van de huidige rechthebbenden van de THAB niet wijzigen, maar wenst in de toekomst de voorkeur te geven aan concrete reacties op afhankelijkheidssituaties, zowel thuis als in een instelling, eerder door middel van tegemoetkomingen in functie van de behoeften en de prestaties dan door een logica van aanvulling op het inkomen. Wallonië wil het voor zijn ouderen mogelijk maken om zo lang mogelijk thuis te blijven, in het bijzonder voor ouderen uit de minder begunstigde klassen. In dit verband pleit de regering voor een indexering van de barema’s betreffende de tarieven van thuisverpleging. Hoewel de toegepaste tarieven
10 Déclaration de politique Communautaire (Communauté française) http://gouvernement.cfwb.be/sites/default/files/nodes/story/6373-dpc2014-2019.pdf 52
CM-Informatie 259 • maart 2015
heden immers afhangen van het inkomensniveau van de rechthebbenden, werden deze al verschillende jaren niet herzien en er zijn veel mensen die een te lage of een te hoge prijs betalen in verhouding tot hun inkomen. De regering wil ook een betere afstemming van de diensten om in te kunnen spelen op behoeften van nabije zorg (gezinshulp, huishoudhulp, thuishulp) met het systeem van dienstencheques. Hier wijkt het standpunt van de Franstalige CM-ziekenfondsen een beetje af. Vanuit ons standpunt zijn de prestaties met dienstencheques technische prestaties en geen sociale prestaties. Prestaties die verband houden met dienstencheques moeten worden beperkt tot prestaties van huishoudhulp en strijken. Prestaties zoals het bereiden van maaltijden en begeleiding moeten worden voorbehouden aan opgeleid en omkaderd personeel. Om een continuüm van prestaties te verzekeren, met name voor en na een ziekenhuisopname, kan een centrum de coördinatie tussen alle actoren aan huis komen garanderen (verpleegkundigen, gezinshulp, huisarts...), en zelfs bepaalde diensten zelf verlenen. In dit opzicht wil de regering de werking van deze coördinatiecentra voor thuishulp en thuisverzorging (in het bijzonder van de centra die zelf bepaalde diensten leveren) en van de centra voor kortverblijf verbeteren door een betere zichtbaarheid. Anderzijds wil ze ook de afstemming van de verschillende coördinatie- en overlegactoren van de dienstverleners aan huis verbeteren (geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT), coördinatiecentra, ...) om de coherentie van het systeem te bevorderen.
De regering wil het voor iedereen ook mogelijk maken om zijn woning passend in te richten opdat de autonomie kan worden gegarandeerd, het risico op vallen kan worden beperkt en de opname in een instelling kan worden uitgesteld. We betreuren echter het gebrek aan concrete voorstellen in dit domein (mogelijkheid om een beroep te doen op een specialist ter zake, de oprichting of de versterking en de financiering van adviesbureaus, verenigingen of initiatieven zoals SOLIVAL die advies bieden voor de inrichting van de woning en het zoeken naar technische hulpmiddelen moeten beter financieel worden ondersteund...). Om de doelstellingen te halen voor het openen van plaatsen en het conform maken van de instellingen, streeft de regering naar een hervorming van het subsidiemechanisme van de medischsociale infrastructuren voorzien voor ouderen in openbare en vzw-sectoren. Opdat deze instellingen voor iedereen toegankelijk zouden zijn, zal de regering erover waken dat: • de prijscontrole van opvangvoorzieningen voor ouderen wordt versterkt en met name de prijs die wordt gevraagd aan de bewoners van een nieuw of een gerenoveerd woonzorgcentrum, door relevante bewijsstukken te vragen afhankelijk van de uitgevoerde investeringen en de eventuele verkregen subsidies; • een aantal toeslagen (zoals teledistributie of internettoegang) in de dagprijs voor opvang worden geïntegreerd.
Aanvullend op de ontwikkeling van de thuishulp, zal de uitdaging van de verlenging van het leven ondersteuning van de opvanginstellingen noodzakelijk maken. Daarom wil de Waalse regering:
Om het beheer van de opvangstructuren voor ouderen te verbeteren, wil de regering tot slot:
• het beleid inzake de creatie van bedden in woonzorgcentra (ROB + RVT) en in centra voor kortverblijf verderzetten alsook het beleid inzake het conform maken van instellingen die onder de openbare en de vzw-sector vallen voortzetten;
• het samenwerkingsverband aanwakkeren en een sui generis-statuut implementeren tussen de openbare sector en de vzw-sector om samen opvangstructuren voor ouderen op te richten en te beheren.
• de bedden in woonzorgcentra en centra voor kortverblijf subsidiëren waarvoor reeds een principeakkoord werd gegeven door de vorige regering;
Gehandicapten
• de huidige reglementering aanpassen om de innovatie inzake de opvang van ouderen te bevorderen (bv.: gemedicaliseerde assistentiewoningen, assistentiewoningen voor verkoop, intergenerationele woningcorporaties enz.); • de overgangsstructuren tussen thuis wonen en een woonzorgcentrum aanmoedigen, zoals centra voor kortverblijf, assistentiewoningen, sociale assistentiewoningen; • de toepasbaarheid van het koninklijk besluit evalueren houdende vaststelling van de infrastructuur- en de werkingsnormen voor rusthuizen en verzorgingstehuizen.
• de beheersautonomie in de openbare sector verhogen;
CM pleit al sinds mensenheugenis voor de inclusie van gehandicapte personen. In dit domein kunnen talrijke positieve initiatieven van het Waals Gewest worden vermeld. De regering wil graag een levenslange echte inclusie van gehandicapten en stelt voor om: • de specificiteit van de handicap in haar beleid op te nemen en erover te waken dat gehandicapten en hun familie gegarandeerd inspraak hebben in de beslissingen die op hen betrekking hebben; • de ouders te ondersteunen vanaf dat de handicap van hun kind wordt ontdekt;
CM-Informatie 259 • maart 2015
53
• de opvang en de scholing van gehandicapte jongeren te ontwikkelen;
naar toegang tot een ontwikkeld relationeel, gevoels- en seksueel leven.
• een gespreid en realistisch plan “toegankelijkheid” op te zetten om de gebouwen, het vervoer en de diensten toegankelijk te maken voor gehandicapten;
Het charter met het verenigingsleven toepassen
• de voorlichting van gehandicapten te vergemakkelijken door de administratieve vereenvoudiging voort te zetten, met name het implementeren van een uniek dossier. Anderzijds verbindt de regering zich er ook toe het plan “zware zorgbehoevendheid” te evalueren en voort te zetten en een plan “autisme” uit te werken om de acties en de tussenkomsten van de verschillende entiteiten te coördineren en het continuüm van de zorgverstrekking in alle sectoren te verzekeren (sociale integratie, schoolse opvang, mobiliteitshulpmiddelen...). In het algemeen verbindt ze zich ertoe het gezondheids- en handicapbeleid beter te coördineren om meer complementariteit inzake verblijf en zorgverstrekking te verzekeren (dubbele diagnose, mobiliteitshulpmiddelen enz.). Een ander positief punt is de verbintenis van de regering in de reconversie van opvangplaatsen ten gunste van alternatieven die meer autonomie bevorderen om een maximum aan residentiële plaatsen voor te behouden voor personen die het meest zorgbehoevend zijn. Anderzijds verbindt ze zich ertoe de families en mantelzorgers van gehandicapten meer te ondersteunen door gespreksgroepen op te richten, de ontwikkeling van initiatieven inzake respijtzorg voort te zetten en het aanbod te diversifiëren om zo uitgebreid mogelijk te beantwoorden aan de behoeften van de families. Het is echter betreurenswaardig dat dit laatste initiatief niet is opgenomen in het deel over ouderen. Ook in de gehandicaptensector wil de Waalse regering thuisverzorging via verschillende maatregelen ondersteunen: • de nomenclatuur van de materiële hulpmiddelen herzien en een financiële bijdrage invoeren om op een efficiënte manier te beantwoorden aan de werkelijke behoeften van de rechthebbenden in functie van hun inkomen; • het voor de gehandicapten die dit wensen mogelijk maken om thuis te blijven wonen (persoonlijk assistentiebudget (PAB), zorgwoningen, hulpverlening in verband met de activiteiten van het dagelijks leven enz.); • het aanbod van aangepaste en aanpasbare woonruimten toegankelijk maken, met name door een herziening van de bouwnormen in samenwerking met de sector, een opleiding van de professionals, de bouw van onmiddellijk aanpasbare openbare woningen, enz. Tot slot heeft de regering zich er ook toe verbonden een reeks maatregelen te implementeren om de tewerkstelling van gehandicapten te bevorderen, maar ook om hen te begeleiden 54
Het Franstalige memorandum van CM heeft er een erezaak van gemaakt om te pleiten voor de toepassing van een echt charter met het verenigingsleven. Dit definieert de relaties tussen de Waalse en de Franstalige overheid en de overheid van de Cocof enerzijds, en de verenigingssector anderzijds. Dit charter herbevestigt de complementariteit tussen het openbare en het verenigingsleven. De gewestelijke beleidsverklaring wijst in deze richting en bevestigt dat de relaties met het verenigingsleven dus moeten worden gedefinieerd opdat iedereen duidelijk weet welke zijn rechten en plichten zijn om bij te dragen tot het algemeen belang en de verdediging van het openbaar goed en om te waken over de gelijke behandeling. De Waalse regering zal erover waken dat: • het samenwerkingsakkoord met de Franse Gemeenschap en de Cocof wordt afgewerkt en uitgevoerd, door in elke sector effectief de verbintenissen van het charter toe te passen, met inachtneming van de bijzonderheden van de verbintenissen via decretale en reglementaire maatregelen; • de toepassing van het charter wordt geëvalueerd in het midden van de legislatuur om in voorkomend geval noodzakelijke aanpassingen te doen; • de lokale overheden ertoe worden aangezet het charter met het verenigingsleven op lokale schaal uit te werken.
Conclusie Wallonië Uit de vergelijking van de Waalse gewestelijke beleidsverklaring en het federale of Franstalige memorandum van CM blijken talrijke overeenkomsten. Een ander positief punt is dat deze verklaring er in veel gevallen geen genoegen mee neemt om grote in acht te nemen principes vast stellen, maar dat ze een reeks concrete maatregelen voorstelt om ons gezondheidssysteem en de levenskwaliteit van de Walen te verbeteren. De belangrijkste uitdaging zal de werkelijke mogelijkheid van Wallonië zijn voor het invoeren van deze maatregelen gezien de beperkte budgettaire manoeuvreerruimte en de organisatorische beperkingen die door de 6e staatshervorming worden opgelegd. Met betrekking tot dit laatste thema verduidelijkt het akkoord wel dat de ziekenfondsen in de beheersorganen van de ION zullen worden betrokken, wat op zich goed nieuws is, maar verduidelijkt het nog niet de rol en de functie die de ziekenfondsen zullen vervullen. Zullen ze echt iets te zeggen hebben of krijgen ze louter een adviserende rol? Het voorstel van decreet over de Waalse ION wijst in de eerste richting. Op te volgen zaak…
CM-Informatie 259 • maart 2015
5. Brussel In Brussel worden de bevoegdheden met betrekking tot gezondheidszorg op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verdeeld onder de verschillende Gemeenschapscommissies. In dit deel zullen we dus de akkoorden analyseren van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), bevoegd voor het bicommunautaire gezondheidsbeleid, van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) bevoegd voor het gezondheidsbeleid van de monocommunautaire instellingen en diensten. Omdat het Brussels Gewest op zich voor geen enkele materie met betrekking tot gezondheidszorg bevoegd is, wordt de Brusselse gewestelijke beleidsverklaring in dit artikel niet geanalyseerd.
5.1. COCOM Het Verenigd College (VC), voorgezeten door de ministerpresident van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Rudi Vervoort, is het orgaan dat de uitvoerende macht uitoefent van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Gewest. De 6e staatshervorming zal gepaard gaan met een aanzienlijke toename van de bevoegdheden beheerd door de GGC, met name op het vlak van gezondheidszorg. Zij moet haar administratie dan ook grondig hervormen om de nieuwe uitdagingen aan te pakken.
Overdrachten van bevoegdheden Het akkoord van de meerderheid voorziet de modaliteiten met betrekking tot de organisatie van een Brussels beheersmodel voor de communautaire bevoegdheden inzake gezondheidszorg, hulp aan personen en kinderbijslag binnen een instelling van openbaar nut (ION). Al wordt de rol van de ziekenfondsen hierin niet duidelijk gedefinieerd, 13 doelstellingen en algemene principes zullen worden gevolgd: 1. De wil om het paritaire beheersmodel te behouden dat federaal geldt door het aan te passen aan de Brusselse realiteit en om de betrokkenheid van de sociale partners, actoren en gebruikers te verzekeren. In dit verband zal één enkele ION worden opgericht. Ze zal instaan voor de uitvoering van het paritair beheersprincipe als onlosmakelijk deel van de bevoegdheidsoverdracht en ze zal meewerken aan de noodzakelijke versterking van de administratie van de GGC.
2. De bevoegdheidsoverdracht zal berusten op een algemeen stand still-principe, zodat verworven erkenningen en financieringen van instellingen die actief zijn op het grondgebied van het Brussels Gewest behouden blijven. Dit principe zal ook van toepassing zijn in het kader van de overheveling van de monocommunautaire instellingen naar de GGC11. Deze overheveling zal op korte termijn een evaluatie van de impact op de programmering met zich meebrengen. In het kader van de overhevelingen wordt er een gids met “goede praktijken” aan de instellingen gericht en er wordt een pact voor administratieve vereenvoudiging tussen de entiteiten ingevoerd. 3. Coherentie in het gezondheidsbeleid, het ouderenbeleid en het gehandicaptenbeleid dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gevoerd. 4. Verantwoordelijkheid van de actoren en instellingen. Het is immers noodzakelijk om een versnippering van de budgettaire middelen tussen de monocommunautaire commissies12 en de bicommunautaire13 commissies op het gewestelijk grondgebied te vermijden, met inachtneming van de autonomie van elkeen. 5. De wil om het bicommunautaire beheer van de overgedragen materies inzake gezondheidszorg, hulp aan personen en kinderbijslag te laten verlopen in volmaakte verstandhouding en coördinatie met de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest. Het komt er onder meer op aan te bepalen op welke manier overleg het best kan plaatsvinden met de monocommunautaire entiteiten en het Gewest, en met het oog hierop een overlegplatform in het leven te roepen, naar het voorbeeld van de IMC14 Gezondheid. 6. De specificiteit van de beslissingen en de beheersmethoden van de GGC, haar bestuur en haar Verenigd College. 7. De naleving van de bepalingen inzake taalgebruik in bestuurszaken en van het bicommunautaire karakter van de instellingen die onder de GGC vallen. Het principe van een “externe tweetaligheid15”, dat eigen is aan het bicommunautaire concept, zal worden nageleefd, met uitzondering van iedere vraag die strekt tot een verstrenging van de erkennings- en controlevoorwaarden met betrekking tot het taalgebruik, naar aanleiding van de overheveling en aansluitend op de stand still-periode. Dit principe zal loyaal
11 In het kader van de bevoegdheidsoverdracht werd er aan de monocommunautaire instellingen (woonzorgcentra, initiatieven voor beschut wonen, revalidatieconventies...) voorgesteld te opteren voor een erkenning van de GGC om het beheer van deze materies binnen de toekomstige Brusselse ION te centraliseren. 12 COCOF en VGC 13 GGC 14 Interministeriële conferentie 15 Publieke mededeling in de twee talen en individuele mededeling in de door de gebruiker gekozen taal.
CM-Informatie 259 • maart 2015
55
worden uitgevoerd. Voor de toepassing van dit principe zal, binnen de beschikbare begrotingsmarges, voorzien worden in begeleidende middelen. 8. Solidariteit tussen personen en tussen generaties op een zo breed mogelijke basis, met respect voor de specificiteiten van de verschillende bevoegdheden. 9. Een zo breed mogelijk toegang tot prestaties voor alle burgers op financieel, sociocultureel en geografisch vlak in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
10. Vrije keuze en vrij verkeer van de actoren en gebruikers, met een gewaarborgde continuïteit van de administratieve verwerking, en wederzijdse erkenning van de operatoren binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en tussen de verschillende entiteiten. 11. Therapeutische vrijheid. 12. De kwaliteit van de prestaties, de uitbouw van het aanbod in functie van de behoeften en het streven naar complementariteit in het zorgaanbod op het grondgebied van de verschillende entiteiten, en dan meer bepaald in het buurtaanbod en in de topspecialisatie, ook voor wat betreft de revalidatieovereenkomsten. In dit verband zal het bicommunautaire niveau de permanente naleving van de erkenningsnormen naar behoren controleren. 13. Het streven naar synergiën, naar vereenvoudiging van beheer en besluitvorming tussen alle bevoegde entiteiten, onder meer via samenwerkingsakkoorden. Het VC zal de gepaste initiatieven nemen om een platform in te stellen voor overleg tussen alle bevoegde entiteiten van het land.
Gezondheidspreventie, -promotie en -bescherming Het VC van de GGC verbindt zich ertoe de gezondheidspromotie en -preventie te ontwikkelen en te werken aan de sociale gezondheidsdeterminanten. Het wil ze gebruiken als vectoren in de strijd tegen sociale gezondheidsongelijkheden en hen de rol toekennen van tussenschakel tussen de verschillende sectoren (ambulante sector, huisvesting, sociale samenhang, milieu, onderwijs...) en het in Brussels Gewest gevoerde beleid. CM kan deze verbintenis enkel toejuichen. De GGC wil in dit verband sensibiliseringscampagnes voeren, de gezondheidspreventie en -opvoeding versterken (bijvoorbeeld door het preventiebeleid voor borstkanker voort te zetten en door de participatiegraad van de georganiseerde screening te
verhogen, door het preventiebeleid voor darmkanker voort te zetten, door socioprofylaxie te bevorderen16 in de strijd tegen tuberculose en polio), de bescherming van de gezondheid versterken en de screening en de strijd tegen overdraagbare en sociale ziekten opdrijven. Anderzijds zal er een analyse van het beleid op het gebied van gezondheidspreventie, -opvoeding, -promotie en -bescherming op het grondgebied van het Brussels Gewest worden uitgevoerd. Deze analyse strekt ertoe te bepalen welke synergiën of overdrachten tussen het monocommunautaire en het bicommunautaire niveau aanbevelenswaardig zijn om deze acties transparanter en doeltreffender te maken. Ook hier steunt CM dit initiatief.
Brussels Plan voor de Gezondheidszorg (BPG) Om het hoofd te bieden aan de uitdagingen op het vlak van gezondheidszorg op het Brussels grondgebied (demografische evolutie, sociale ongelijkheden, langere levensduur, evolutie van het zorgaanbod...), is een globaal gezondheidsbeleid onmisbaar en moet zich uitstrekken van gezondheidspreventie en eerstelijnszorg tot algemene en gespecialiseerde ziekenhuizen, met inbegrip van de universitaire ziekenhuizen en andere post-hospitalisatiestructuren. Dit is een positieve stap vanuit het standpunt van CM. De doelstelling van het Brussels Plan voor de Gezondheidszorg (BPG), met een link naar de Gemeenschappen die werkzaam zijn op het Brussels grondgebied, is de efficiëntie van de gezondheidssector te verhogen in verhouding tot de behoeften van de bevolking. Ingevolge de diversiteit van de openbare en private actoren (ziekenhuizen, RVT, artsen, verpleegkundigen, wijkgezondheidscentra, thuishulp en -zorg, dagcentra, ...) en hun werkingsregels, is het nodig een Brussels Plan voor de Gezondheidszorg (BPG) uit te werken om zo de verschillende maatregelen die eigen zijn aan elke actor, te omkaderen. Verscheidene aspecten van dit plan zullen overlegd moeten worden met de federale regering die een groot deel van de bevoegdheden op dit vlak behoudt. Concreet heeft het Plan, met duidelijke en meerjarencijfers, tot doel om: • Zorgnetwerken uit te bouwen (concentratie van de expertise, optimale verdeling van het buurtzorgaanbod, versterking van de zorgverstrekking buiten het ziekenhuis, in aanmerking nemen van verzorgingsnetwerken die het grondgebied van de hoofdstad overschrijden); • De patiënt centraal in het zorgsysteem te plaatsen en hem ertoe aanzetten zich te richten tot het geschikte niveau van
16 Profylaxie zijn alle maatregelen die gericht zijn te verhinderen dat ziekten uitbreken, opnieuw optreden en zich verspreiden en het staat centraal in de campagnes van volksgezondheid Deze preventiemaatregelen zijn gebaseerd op een geheel van tools, van voorlichting en hygiëne tot revalidatie via vaccinatie, vroegtijdige screening en quarantaine. 56
CM-Informatie 259 • maart 2015
zorgverstrekking, door de voorkeur te geven aan de huisarts als spil van het zorgtraject en door de toevlucht tot de spoeddiensten van ziekenhuizen af te raden; • Een overlegplatform te integreren tussen alle betrokkenen uit de zorgpraktijk, om het aanbod beter te kunnen organiseren en te voldoen aan de specifieke behoeften, de permanente vorming te versterken en te zorgen voor communicatie tussen de professionele zorgverleners; • Gewestelijke projecten tussen de verschillende netwerken (openbaar, privé confessioneel en niet-confessioneel) te ontwikkelen, meer bepaald op het gebied van: psychiatrische zorg, logistiek (sterilisatie van het materiaal, de apotheek...), overheidsopdrachten door het oprichten van één (of meerdere) opdrachtencentrales voor frequente en recurrente aankopen; • De informatisering van de actoren in de gezondheidszorg actief te ondersteunen, onder meer in het kader van het federale plan “e-health”.
Thuiszorg en palliatieve zorg Het VC zal een nieuwe regeling invoeren voor de erkenning van thuiszorgvoorzieningen die zich toeleggen op “thuishospitalisatie”. Deze nieuwe regeling zal voorzien in een te bereiken ondergrens qua volume van activiteiten, competenties en ervaring. Het is de bedoeling om deze diensten te laten evolueren tot activiteiten met een sterkere medische invulling, die zich aandienen als alternatief voor bepaalde verblijven of het einde van een verblijf in het ziekenhuis, en dit in nauwe samenspraak met de huisarts. Er werden andere initiatieven aanvaard, die duidelijk werden verdedigd in het Franstalige memorandum van CM. Als het VC zich er immers toe verbindt bovendien te ijveren voor een versterking van de centra voor de coördinatie van de thuishulp en thuiszorg en van de GDT (geïntegreerde dienst voor de thuisverzorging) om ervoor te zorgen dat de begunstigden onafgebroken thuiszorg en thuishulp kunnen genieten, verbindt het zich er ook toe te streven naar coherentie in de erkenning van de coördinatiestructuren (vermijden dat twee gesubsidieerde structuren exact dezelfde rol spelen). Om anderzijds de denkoefening over het behoud in de thuisomgeving en de organisatie van de zorgen te voeden, zal het Verenigd College het overleg tussen de thuishulp- en de thuiszorgactoren, maar ook de gezondheidsbeoefenaars, de ziekenhuizen en de eerstelijnsdiensten ondersteunen. In het domein van de geestelijke gezondheidszorg in Brussel, wordt het beleid voor de tenlasteneming van de geestelijke gezondheidszorg, waarbij gestreefd wordt naar deïnstitutionalisering, in het kader van verzorgingsnetwerken waartoe ook de thuishulp behoort, ondersteund.
Het VC zal ook sterkere ondersteuning bieden aan het pluralistisch platform voor palliatieve zorg van Brussel. Dit platform zal meer bepaald verzocht worden aan het VC een evaluatie voor te leggen van de eventuele bijkomende behoeften.
Ziekenhuissector Het garanderen van de toegankelijkheid van kwalitatieve ziekenhuiszorg is een van de prioriteiten van het VC van de GGC. Aanvullend op wat er voorzien is in het Brussels Plan voor de Gezondheidszorg (BPG) (beleid voor erkenning gebaseerd op een internationaal accreditatiesysteem, groeperingen en synergiën bevorderen, ambulante structuren ontwikkelen en netwerken voor ziekenhuiszorg-ambulante dienstenthuiszorg oprichten), voorziet het VC de invoering van een reeks maatregelen die de zorgverstrekking in het ziekenhuis verbeteren, zoals de taalopleiding van het personeel. Het zet de programma’s van Taaltraining en e-learning, de financiering van sociaal tolken en tussenpersonen die de gebarentaal beheersen voort. Anderzijds voorziet het ook een ziekenhuisherstructurering (openbaar en privé) om het aanbod aan te passen aan de behoeften van de bevolking.
Nieuwe behoeften en specifieke pathologieën Om tegemoet te komen aan de specifieke vragen en de nieuwe behoeften op het vlak van zorgverstrekking (onder meer geriatrische en psychogeriatrische pathologieën die leiden tot een grote zorgbehoevendheid, lange tot zeer lange revalidaties, verslavingen (alcohol, drugs) en geestelijke gezondheidsproblemen), dringt zich een aanpassing op van het volksgezondheidsbeleid en is het nodig nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Daarenboven heeft de historische segmentering van het aanbod (in basisgeneeskunde, geestelijke gezondheidszorg, gezinsplanning, verslavingen, ...) in een context van verschraling van het aanbod een zeer sterke impact op de achtergestelde bevolkingsgroepen. In Brussel zal het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn zich inlaten met de analyse van het aanbod en van de behoeften aan diensten en opdrachten op het vlak van zorgverstrekking en hulp via het beheer van de programmeringstool. Het VC zal prioritair: • Steun verlenen voor de oprichting van structuren voor lange en zeer lange revalidaties; • Ondersteuning bieden voor het opzetten van initiatieven voor de verzorging van personen met geestelijke gezondheidsproblemen, zowel ambulant – meer bepaald in de eerste lijn – als via hospitalisatie, en steun verlenen voor de “kinderteams” in de geestelijke gezondheidszorg; • Het territoriale netwerk verder versterken via geïntegreerde gezondheidsstructuren of andere groepspraktijken gevestigd in nieuwe wijken en / of wijken met een tekort aan diensten;
CM-Informatie 259 • maart 2015
57
• De totstandbrenging overwegen van een nieuw aanbod op het vlak van primaire gezondheidszorg, waarbij bestaande instellingen samengevoegd worden in een sociaal globaal gezondheidscentrum, dat berust op schaalvoordelen en de ontwikkeling van een geïntegreerd en zelfdragend aanbod (RIZIV-dekking) voor de meest kansarmen; • Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmarges, toezien op de uitvoering van de beslissing van het VC17 waarbij de drie structuren voor ziekenhuiscoördinatie (CBI, ABISP, Iris) de opdracht kregen om samen een becijferde analyse uit te werken over de oprichting, op de door Sanatia in Sint-Joost potentieel vrijgemaakte site, van een regionaal centrum voor de opname van volwassenen en adolescenten met het oog op psychiatrische observatie, met een capaciteit van 30 tot 50 plaatsen; • Toezien op de adequate ontwikkeling van psychiatrische verzorgingstehuizen en op de verhoging van het aantal plaatsen, binnen de perken van de beschikbare budgettaire middelen; • Het project Hospichild en het huis voor respijtzorg “Villa Indigo” voortzetten.
Ouderen Voor de GGC is de ouderen een echte plaats geven in het stedelijk leven van het Brussels Gewest een uitdaging die vereist dat ouderen de beschikking krijgen over een geïntegreerd aanbod van opvang- en begeleidingsdiensten (woonzorgcentra, thuisverzorging, kort verblijf enz.) en een beleid inzake verzorging, huisvesting, mobiliteit, ruimtelijke ordening, cultuur, ... Ook CM verdedigt deze visie. Op basis van de vaststellingen van de interuniversitaire studie “programmering inzake structuren voor het thuishouden en huisvesten van bejaarde personen in Brussel”18 , zal de GGC – in overleg met de monocommunautaire entiteiten en binnen een passend budgettair kader – een programmering uitwerken van het beleid en de diensten voor de specifieke behoeften van ouderen. Anderzijds zal het VC een studie opstarten met het oog op de invoering van een afhankelijkheidsverzekering die de keuze om zelfstandig te blijven wonen moet ondersteunen via de huisartsen, de diensten voor thuisverzorging, de eerstelijnszorg en de palliatieve thuiszorg. In deze benadering moet de financiële haalbaarheid centraal staan. De Brusselse afhankelijkheidsverzekering moet potentieel de terugbetaling verzekeren van
prestaties in functie van de behoeften en de zorgbehoevendheid van de rechthebbenden. De uitbouw van deze verzekering moet, zoals in Wallonië, gebeuren vanuit de THAB (tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden) die volledig naar de GGC wordt overgedragen. Zij zal worden omgevormd volgens de principes van een verzekering en niet enkel van een bijstandsbeleid, en paritair worden beheerd. Alternatieven voor het woonzorgcentrum ondersteunen en ontwikkelen is ook van de prioriteiten van het VC die door CM worden ondersteund. Hiervoor wordt de ordonnantie inzake de diversificatie van alternatieven voor woonzorgcentra in werking gesteld: uitbouw van een dagverzorgingscentrum per gemeente, personenalarm, nieuwe plaatsen voor kortverblijf, gegroepeerd wonen, gemeenschapshuizen, assistentiewoningen, opvang van demente personen. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan personen die lijden aan de ziekte Alzheimer of een gelijkaardige aandoening en / of gedesoriënteerd zijn, met de mogelijkheid om een centrum op te richten dat in deze problematiek gespecialiseerd is. Het VC wil echter ook de sector van de woonzorgcentra ondersteunen, in het bijzonder de openbare sector, met name via een investeringsplan voor de (herop)bouw van openbare rust- en verzorgingstehuizen (RVT), en onder bepaalde voorwaarden, van RVT in de sociale non-profitsector om het evenwicht met de commerciële privésector te herstellen (doelstelling: 30 % erkende bedden voor de openbare RVT). Er worden ook andere maatregelen genomen om de levenskwaliteit in woonzorgcentra te verbeteren (bijvoorbeeld door de bewoners meer te laten deelnemen in de werking en de organisatie ervan) en de financiële toegankelijkheid tot dit type structuur te verzekeren (prijscontrole). Het aanbod aan bedden in RVT zal worden geëvalueerd en er worden onderhandelingen met het federaal niveau gestart om een nieuwe reconversie van bedden te verkrijgen19. Het VC zal tevens een evaluatie maken van de behoefte aan plaatsen in de rusthuizen (RH) en in het kortverblijf. Anderzijds zal het erop toezien dat alle nieuwe normen financieel worden geëvalueerd en dat hierover overleg wordt gepleegd met de inrichtende machten van de opvang- en verblijfsvoorzieningen voor ouderen om bijkomende financiële lasten te vermijden, die deze diensten niet aankunnen. Het VC zal actief deelnemen aan het federaal actieplan om overmatig gebruik van geneesmiddelen in woonzorgcentra tegen te gaan. Tot slot worden er middelen vrijgemaakt om de participatie van de ouderen in de structuren en diensten die hen betreffen verder te verbeteren en om specifieke activiteiten te ontwikkelen inzake maatschappelijke integratie (onder meer genera-
17 Beslissing van het VC van 24 april 2014 18 http://brudoc.be/fr/opac_css/doc_num.php?explnum_id=346 19 Het aantal erkende bedden in RVT is immers beperkt in het kader van een federaal moratorium. 58
CM-Informatie 259 • maart 2015
tieoverschrijdende activiteiten zoals collectieve moestuintjes, kangoeroewonen, enz.).
Gehandicapten Om te komen tot een grotere samenhang in het beleid ten gunste van burgers met betrekking tot de handicap en de sectorale partners te betrekken bij het beheer van heel dit beleid, zal het VC voorstellen een denkoefening te starten rond de mogelijkheid om de ION, opgericht binnen de GGC, ook de huidige bevoegdheden van PHARE en het VAPH te doen waarnemen of complementariteit met beide voormelde instellingen tot stand te brengen20. Het VC zal overigens de verwezenlijking van een nationaal “dubbele diagnose21” plan steunen en bij de federale overheid de oprichting bepleiten van een tweetalige eenheid ziekenhuisbedden in het Brussels Gewest voor de behandeling van volwassenen die lijden aan dubbele diagnose. Het zal ook de vraag om over voldoende personeel te beschikken steunen. Het VC zal ijveren voor een kwaliteitslabel bij de GGC en in alle sectoren teneinde kwaliteitsvolle normen te garanderen. Het zal binnen de beschikbare begrotingsmarges steun toezeggen aan initiatieven die een betere organisatie beogen van de bestaande respijtplaatsen voor personen met een handicap die zwaar hulpbehoevend zijn. Bovendien zal het VC het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn vragen om betrouwbare statistische gegevens en inlichtingen te verzamelen over personen met een handicap die zwaar hulpbehoevend zijn, juist met het oog op een aanpassing van het aantal plaatsen.
5.2. COCOF Hoewel het grootste deel van het Brusselse gezondheidsbeleid momenteel in handen is van de GGC, is het nog steeds de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) die bevoegd is voor het gezondheidsbeleid en het beleid inzake maatschappelijk welzijn van de Franstalige monocommunautaire gezondheidsdiensten. In dit deel zullen we dieper ingaan op de maatregelen die door de COCOF worden voorzien op het vlak van gezondheidsbeleid en minder op de maatregelen die louter onder het maatschappelijk welzijn vallen, zelfs al zijn deze sterk met elkaar verbonden en beïnvloeden ze elkaar wederzijds.
Staatshervorming Op het niveau van de institutionele hervormingen (6e staatshervorming en Sint-Emilie-akkoorden), heeft het College van de COCOF zich ertoe verbonden een precies tijdschema op te stellen van de verwezenlijkingen voor 1 januari 2015. Er werd een technische en beleidswerkgroep opgericht die speciaal de uitvoering van het mechanisme voor migratie van bepaalde instellingen van de Franse gemeenschapscommissie (COCOF) naar de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie (GGC) moest bestuderen. Sinds 1 januari 2015 hebben verschillende revalidatie-instellingen en diensten die door de COCOF zijn erkend gekozen voor een GGC-erkenning. Anderzijds zal de COCOF deel uitmaken van de voorziene coördinatie-instanties samen met het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap. Deze herdefiniëring en samenwerking worden omkaderd door dezelfde 13 doelstellingen en algemene principes zoals vastgelegd door de GGC (zie hierboven).
Ouderen De visie die door de COCOF is ontwikkeld op vlak van de beleidsaanpak van hulpbehoevendheid en inclusie van ouderen ligt, niet verwonderlijk, zeer dicht bij het standpunt van de GGC. Het akkoord van de COCOF is echter beknopter over wat het concreet wil doen, wat normaal kan lijken gezien een groot deel van de bevoegdheden op termijn naar de GGC zullen worden overgedragen 22. Het vermeldt echter dat er bijzondere aandacht zal worden besteed aan het beleid gericht op de autonomie en thuisverzorging van ouderen. Dit krijgt prioriteit via een hervorming van het hele gewestelijke beleid (sociale samenhang, geestelijke gezondheid, cultuurbeleid, huisvesting...) om ouderen hierin centraal te plaatsen en aan hun specifieke behoeften te voldoen. Het aanbod van thuiszorg en dagcentra zal worden uitgebreid, in functie van de begrotingsmiddelen, en in het algemeen zal er worden nagedacht over een plan voor de begeleiding en de opvang van ouderen. Tot slot worden in het kader van een vernieuwend en gezamenlijk beleid in het Brussels Gewest synergiën tot stand gebracht met de GGC via onder meer de organisatie van gemeentelijke adviesraden. CM betreurt hier de afwezigheid van initiatieven met betrekking tot mantelzorgers, actoren die nochtans essentieel zijn voor thuisverzorging.
20 Brusselse Franstalige dienst voor personen met een handicap (PHARE) en Nederlandstalige dienst (VAPH) 21 Personen die bovenop een fysieke handicap ook een psychische aandoening hebben 22 In het kader van de bevoegdheidsoverdracht werd er aan de monocommunautaire instellingen (woonzorgcentra, initiatieven voor beschut wonen, revalidatieconventies...) voorgesteld te opteren voor een erkenning van de GGC om het beheer van deze materies binnen de toekomstige Brusselse ION te centraliseren.
CM-Informatie 259 • maart 2015
59
De ambulante sector Het komt erop aan het aanbod van voor iedereen toegankelijke ambulante diensten te blijven ontwikkelen door erop toe te zien dat het bestaande aanbod behouden blijft, maar ook door nieuwe synergiën uit te denken tussen de sociale en de gezondheidssector, die nauw verbonden zijn. Het College moet het ambulante decreet evalueren23. Maar vooral met de programmeringstool, die betrouwbare, duurzame en evolutieve indicatoren omvat, zal men kunnen beschikken over een visie van het aanbod en de sociale en gezondheidsbehoeften in het Brussels Gewest en de tool zal het College de mogelijkheid geven om beleidsprioriteiten te definiëren. Deze tool zal helpen om de prioriteiten te definiëren voor steeds meer gelijkheid en toegankelijkheid voor iedereen, terwijl het aanbod wordt uitgebreid in functie van de specifieke behoeften van de Brusselaars. Zo worden er denkprocessen in gang gezet om een betere verdeling van de aangeboden ambulante diensten aan te moedigen. De doelstelling is deze tool uit te breiden naar alle ambulante diensten in het Brussels Gewest en samen te werken met de GGC om de tool te beheren. Om dit beleid te dragen is onder meer het volgende voorzien: • gegevens verzamelen voor alle ambulante sectoren; • indien nodig de financieringsmodaliteiten van de sociale en de gezondheidssector herzien op basis van de evaluaties en vooruitzichten: herfinanciering van de bestaande diensten, aanvullende opdrachten, nieuwe samenwerkingen, nieuwe dienstenmodellen; • het onderling verdelen aanmoedigen; • de mogelijkheid onderzoeken om de functie van coördinator in alle bestaande ambulante diensten te financieren of zijn statuut bekijken. Tot slot zal het College ondersteuning voorzien voor het creëren van een pilootproject van een algemeen centrum op sociaal en gezondheidsniveau in een wijk die momenteel weinig of niet wordt bediend, door nieuwe begrotingsmiddelen beschikbaar te stellen, in overleg met de sector. Op vlak van de verschillende sectoren en in het kader van de beschikbare budgetten, worden een reeks gerichtere standpunten ingenomen.
• Voor de wijkgezondheidscentra, de erkenning van nieuwe wijkgezondheidscentra om iedereen toegang tot de eerste lijn te garanderen; • Voor de hulpverlening aan huis, de administratieve vereenvoudiging, de verhoging van de financiering, de herziening van de tarieven in samenwerking met de GGC; • Voor de centra voor de coördinatie van de thuishulp en thuiszorg, de ontwikkeling van de coördinatie via de coördinatiecentra en de GDT, een plan voor een uniek loket met de GGC; • Voor de geestelijke gezondheidszorg, de verhoging van de plaatsen en de financieringen van de IBW24; de voortzetting van de “kinder- en adolescententeams”; • Voor de sector van de palliatieve zorg, de verbetering van de financiering van de diensten die thuiszorg doen; • Voor hulp aan verslaafden wordt er bijzondere aandacht besteed aan een zo universeel mogelijke toegang (lage drempel) en de erkenning van de aspecten “hulp” en “zorg” van het beleid met betrekking tot verslaving; op federaal niveau wordt de mogelijkheid geëist om “een wetgeving op te zetten die ten gunste is van risicobeperkende gebruiksplaatsen (voor de gecoördineerde levering van vervangende producten)”; de voortzetting van het beleid inzake de beperking van de risico’s en de ontwikkeling van een dienstenaanbod in de Brusselse gevangenissen.
Gezondheidspromotie Het College zal erop toezien dat de overdracht van de bevoegdheid “Gezondheidspromotie” optimaal wordt uitgevoerd. Het College moet immers de implementatie van de sector van de gezondheidspromotie in het Brussels Gewest verzekeren en nadenken over de juiste verdeling van middelen. Om dit te doen, definieert het College een specifiek financieel en structureel kader voor deze sector en neemt het College het beheer van de lopende programma’s op zich. Het zal de troef van de gezondheidspromotie als tussenschakel tussen de sectoren (ambulante sector, huisvesting, sociale samenhang, milieu, onderwijs, tewerkstelling, permanente vorming...) en het in het Brussels Gewest gevoerde beleid erkennen. Het integreert de gezondheidspromotie in de programmeringstool en in alle beheerstools van de COCOF. Tot slot zal het zijn vertegenwoordiging in de overlegorganen met betrekking tot het sociaal en het gezondheidsbeleid regelen.
23 http://www.cocof.be/documents/sant%C3%A9/Decret_ambulatoire_-5_mars_2009_-_Decret_relatif_a_loffre_de_services_ambulatoires_dans_les_ domaines_de_laction_sociale-_de_la_famille_et_de_la_sante-pdf.pdf 24 Initiatief voor beschut wonen 60
CM-Informatie 259 • maart 2015
De actieprogramma’s inzake gezondheidspromotie worden via een vijfjaarlijks programma beschreven. Dit beschrijft de actiestrategieën en de prioritaire doelgroepen, evenals de prioritaire op te lossen gezondheidsproblematiek. Er zal worden nagedacht over de adviesorganen en de modaliteiten voor de definitie van de toekomstige programma’s. Zoals vermeld in het punt met betrekking tot de bevoegdheidsoverdracht, zal er een analyse van het volledige beleid van gezondheidspreventie, -promotie en -bescherming op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden uitgevoerd. Deze analyse strekt ertoe te bepalen welke synergiën of overdrachten tussen de monocommunautaire (COCOF / VGC) en de bicommunautaire entiteiten (GGC) aanbevelenswaardig zijn om deze acties transparanter en doeltreffender te maken.
Gehandicapten De COCOF wil een transversaal en samenhangend handicapbeleid voeren. Om hiertoe te komen en de sectorale partners te betrekken bij het beheer van heel dit beleid, zal het College van de COCOF participeren aan de denkoefening in het kader van de bevoegdheidsoverdracht inzake de eventuele overname van de huidige bevoegdheden van Phare (bevoegdheden van de COCOF inzake handicap), en in voorkomend geval van het VAPH (Vlaamse gemeenschap), door de ION van de Gemeenschappelijke gemeenschapscommissie.
• Zware zorgbehoevendheid. Het College zal een meerjareninvesteringsplan opstellen met betrekking tot plaatsen in dag- en opvangcentra evenals inzake gezinshulp. Het zal er ook over waken dat er een gecentraliseerde wachtlijst wordt opgesteld voor het onthaal in dag- en opvangcentra, om te voorkomen dat deze centra gehandicapten uitsluiten of weigeren hen op te nemen. Het verbindt zich er ook toe de criteria inzake zware zorgbehoevendheid te harmoniseren met de andere gefederaliseerde entiteiten en de partnerships met andere betrokken sectoren (onderwijs, gezondheid, huisvesting, jeugdhulp, bejaarden...) te ontwikkelen of te versterken. • Tewerkstelling van mensen met een handicap. Het College verbindt zich ertoe de toegang tot het opleidingstraject aan te moedigen en de activiteiten in beschutte werkplaatsen (BW) te consolideren en te diversifiëren. • De woning. Inzake huisvesting wil het College de behoeften van personen met een handicap in het woningbeleid integreren, door te werken in overleg met het regionale niveau om de diversificatie en de coördinatie van de woonoplossingen voort te zetten, en de woonruimten voor de overgang naar autonomie vermeerderen.
5.3. Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) Belangrijkste doelstellingen VGC-gezondheidsbeleid
Zonder op deze migratie te wachten, zal het College van de COCOF erop toezien dat de mechanismen voor overleg van de actoren van het gehandicaptenbeleid worden versterkt. Hierover zal ook een intensiever overleg met het Waals Gewest worden ingesteld. In de tussentijd zal het College evenwel een betere zichtbaarheid en een groter dienstenaanbod aan gehandicapten garanderen. Het College zal een informatie- en promotiestrategie van de PHARE-dienst ondersteunen en ook meewerken aan de invoering van een uniek informatieloket om het individuele onthaal, de snelheid van de behandeling van de dossiers en de administratieve vereenvoudiging te verbeteren. Er werden vier grote prioriteiten gedefinieerd: • Inclusie. Het akkoord voorziet de geleidelijke invoering van de toepassingsbesluiten van het inclusiedecreet25. In dit kader zal het College er ook over waken dat bepaalde dossiers vorderen, zoals de erkenning van vrijwilligerswerk in bezigheidstehuizen, de ontwikkeling van de opleiding van monitoren die gespecialiseerd zijn in gehandicaptensport, de vergemakkelijking van de toekenning van hulpmiddelen voor de aanpassing van de woning, …
Gezondheidspreventie en een toegankelijke en kwaliteitsvolle eerstelijnsgezondheidszorg in Brussel blijven de belangrijkste doelstellingen van het VGC-gezondheidsbeleid. Maatschappelijk kwetsbare jongeren en volwassenen zijn daarbij een belangrijke doelgroep.
Zorg voor personen met een handicap De VGC zal in overleg treden met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en de COCOF om een tweetalige raad voor personen met een handicap op te richten en een tweetalig aanmeldingspunt te creëren voor hulpvragen van personen met een handicap in Brussel.
Ouderenzorg De volgende jaren geeft de VGC prioriteit aan de kwaliteitsversterking van de dienstverlening naar de gebruikers en de organisatie van een buurtgericht Nederlandstalig woonzorgnetwerk, waarbij de verbinding wordt gemaakt met
25 http://cbcs.be/L-inclusion-de-la-personne
CM-Informatie 259 • maart 2015
61
thuishulp. Men vraagt een flexibele programmatie aan de Vlaamse Gemeenschap, zodat vooral niet-residentiële zorg, zoals kortverblijf en dagcentra, kan uitgebouwd worden. Men zal een campagne opzetten ‘Verhuis voor het te laat is’ om jonge senioren ertoe te bewegen om te verhuizen naar aangepaste woningen. De VGC bepleit tevens de verankering van het concept van zorgcoördinatie in de lokale dienstencentra.
zoals in Wallonië. Hoewel de COCOF echter duidelijk uiting geeft aan de wens om de overdracht van monocommunautaire instellingen en diensten naar de GGC te ondersteunen, is dit aan Vlaamse zijde niet het geval. Anderzijds vermelden de akkoorden van de GGC en de COCOF duidelijk hun intentie om de sociale actoren te betrekken in het toekomstige beheersmodel, hoewel er geen enkel detail over de exacte rol van de ziekenfondsen wordt gegeven.
Rationalisatie en harmonisatie van de ondersteuning Vandaag bestaat het Nederlandstalige welzijns- en gezondheidslandschap in Brussel uit een opeenstapeling van ondersteuningsorganisaties in kleine en middelgrote vzw’s. Een structurele samenwerking moet leiden tot een sterk netwerk van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen. Bij dit alles staan een maximum aan synergie voorop en een minimum aan structuren.
Initiatieven met een bijzondere meerwaarde voor Brussel Specifieke gezondheidsinitiatieven met een bijzondere meerwaarde voor de grootstedelijke situatie van Brussel en preventieve en eerstelijnsgezondheidszorg voor Nederlandstaligen worden verder ondersteund om ze te behouden, verder te ontwikkelen en de toegankelijkheid ervan te verhogen. Enerzijds dienen de gezondheidsongelijkheden, met bijzondere aandacht voor gezondheidspreventie, voor maatschappelijk kwetsbare jongeren en volwassenen in kansarme wijken weggewerkt te worden. Anderzijds moeten ziekten die specifiek in grootsteden voorkomen (bv. tuberculose en diabetes) worden bestreden. Laagdrempelige eerstelijnsgezondheidszorg op wijkniveau is daarbij efficiënt. Subsidies voor opstartende multidisciplinaire eerstelijnteams (groepspraktijken) en projecten rond gezonde voeding en beweging voor (jonge) kinderen (beweegmaatjes) worden verdergezet.
5 Duitstalige gemeenschap Autonomie als richtlijn Zoals wordt aangegeven in de titel van de regeringsverklaring: “Autonomie uitoefenen, de autonomie uitbreiden”, lijkt de evolutie van de institutionele context een prioriteit te zijn voor de Duitstalige regering. Enerzijds gaat het om de uitvoering van de nieuwe bevoegdheden die door de 6e staatshervorming zijn overgedragen (gezondheid, kinderbijslag, justitie), anderzijds om de mogelijke toename van de autonomie door de overdracht van regionale bevoegdheden die momenteel door het Waals Gewest worden uitgevoerd26 (tewerkstelling, ruimtelijke ordening, huisvesting, toerisme). In de regeringsverklaring wordt een sterke wil tot samenwerking met het Waals Gewest geuit. De Duitstalige regering lijkt bovendien de administratie te willen versterken met het oog op de verschillende bevoegdheidsoverdrachten.
Sociale dialoog De regering erkent de gemeenten, de sociale partners en de Sociaal-economische raad als partners in de voorbereiding van de uitvoering van de nieuwe bevoegdheden. Er wordt niet verwezen naar een samenwerking met de ziekenfondsen.
Conclusie Brussel
6e staatshervorming
De drie Commissies gaan in hun akkoorden in op dezelfde thema’s: een belangrijkere plaats geven aan preventie en toegang tot kwalitatieve zorg. De 6e staatshervorming zal een belangrijke impact hebben op de organisatie van de bevoegdheid gezondheid op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De rechtstreekse overdracht van een deel van deze bevoegdheden aan de GGC impliceert een grondige aanpassing van haar administratie. De GGC uit overigens de wens intern een ION op te richten om de nieuwe bevoegdheden te beheren op basis van de paritaire beheersprincipes
De regering zal zich richten op de grote lijnen van het verslag van de consensus die enkele maanden geleden is ontstaan tussen de vijf partijen27, waarin men geen precieze richtsnoeren vindt met betrekking tot het bestuursmodel of de inhoud van het gezondheidsbeleid. Zo is het onmogelijk om hiervan af te leiden naar welk institutioneel model voor bevoegdheidsbeheer de Duitstalige Gemeenschap zich richt, welke actoren ze wenst te betrekken en hoe.
26 Krachtens artikel 139 van de Grondwet. 27 Gestaltung der neuen Zuständigkeiten, Konsens aus den 5-Parteiengesprächen – Uitvoering van de nieuwe bevoegdheden, consensus die is ontstaan uit gesprekken tussen de vijf partijen. 62
CM-Informatie 259 • maart 2015
De regering beklemtoont bovendien het feit dat de bedragen die zijn overgedragen voor het beheer van de nieuwe bevoegdheden niet-toegewezen bedragen zijn, dat wil zeggen dat ze over de volledige vrijheid en verantwoordelijkheid beschikt om de bedragen toe te wijzen aan de sectoren die ze prioritair vindt.
Sociale actie
Gezondheid
Infrastructuren
Het project van de regering is “een basiszorgaanbod te verzekeren”. In de regeringsverklaring wordt hoofdzakelijk verwezen naar de hachelijke financiële situatie van de twee Duitstalige ziekenhuizen28, en naar de wil om deze ziekenhuizen te laten voortbestaan. De aangekondigde krachtlijnen zijn de invoering van synergiën tussen de twee ziekenhuizen en de sterke verbinding en samenwerking met een groot referentiecentrum / ziekenhuis. De regering wil bovendien meewerken aan de uitwerking van een duurzaam toekomstconcept voor deze twee ziekenhuisinstellingen – ze bevestigt dat ze het voortbestaan ervan op haar grondgebied wil verzekeren, met alle actoren uit de gezondheidszorg en met een specifieke verantwoordelijkheid voor de gemeenten. De regering overweegt ook om mee te werken aan de uitwerking van een globaal concept voor preventie en zorg dat de nauwe coördinatie van alle gezondheidsdiensten van de Duitstalige Gemeenschap zou mogelijk maken. Er worden enkele punten ter sprake gebracht: een aanbod van algemene geneeskunde garanderen dat geografisch goed verdeeld is, strijden tegen het gebrek aan arbeidskrachten en de zorgberoepen herwaarderen.
Er moeten extra middelen worden vrijgemaakt voor de oprichting van nieuwe zorgstructuren voor ouderen.
Ouderen
Met betrekking tot de uitvoering van de overdracht is er geen enkel element dat iets doet vermoeden over het toekomstige institutionele model. Alle pistes lijken dus open. Ondanks alles spreekt de regering zich uit voor de versterking van de administratie. De rol van de verzekeringsinstellingen is dus volkomen onzeker, vooral omdat de termen “verzekeringsinstellingen” of “ziekenfondsen” in de verklaring ontbreken. Men zou kunnen toevoegen dat een bepaalde globalere visie inzake sociale bescherming, in tegenstelling tot de andere gefederaliseerde entiteiten in het land, nooit in de verklaring wordt vermeld. Hier is het altijd een kwestie van dienstenaanbod. Tot slot is het betreurenswaardig dat er geen enkel criterium is opgelegd voor het toekomstige beheer van het gezondheidsbeleid in de Duitstalige Gemeenschap. Zo worden de kwaliteit en de toegankelijkheid van zorg, thema’s die CM na aan het hart liggen en die in het laatste memorandum worden vermeld, niet vermeld in de regeringsverklaring.
Zoals aangegeven in het CM-memorandum, wil de regering “de autonomie van ouderen bevorderen”. Ze stelt voor de interessantste ideeën (te onderzoeken) van een globaal concept concreet te maken voor het ouderenbeleid dat in 2014 werd uitgewerkt in het kader van het REK (regionaal ontwikkelingsconcept). De regering wil profiteren van de overdracht van bevoegdheden inzake ouderenzorg om de bureaucratie te verminderen en initiatieven door te voeren. Ze wil haar aandacht in het bijzonder richten op het personeel van de woonzorgcentra.
Gehandicapten De klemtoon wordt zeer duidelijk gelegd op de inclusie van gehandicapten in de samenleving, zoals in het CMmemorandum. Het is een van de drie transversale thema’s in de regeringsverklaring. Inzake gezondheid is een doelstelling de ondersteuning aan de familie in de zorg aan personen met neurologische schade en een grotere behoefte aan zorg.
De regering wil zorgen voor financieel toegankelijke opleidingsmogelijkheden en advies aan gezinnen met betrekking tot migratie, ziekte, gedragsproblemen, ontwikkelingsachterstand of handicap.
Conclusies Duitstalige gemeenschap Bij de positieve aspecten beklemtonen we dat de wil voor overleg met de gezondheidssector er lijkt te zijn, terwijl er in het domein van de ouderenzorg de wil is om budgetten te voorzien voor de oprichting van nieuwe infrastructuren of projecten en de bevordering van de autonomie van ouderen. Men wil eveneens bijzonder belang hechten aan de sociale inclusie van gehandicapten. Niettemin stellen we vast dat er nogal weinig concrete punten zijn voor wat betreft het regeringsbeleid inzake gezondheidszorg. Het voorbestaan van de ziekenhuizen is het enige thema dat een beetje is uitgewerkt. De afwezigheid van het thema geestelijke gezondheidszorg in de regeringsverklaring, dat evenwel deel uitmaakt van de overgedragen bevoegdheden van de 6e staatshervorming, is trouwens verwonderlijk. Het thema inzake beheer van de eerstelijnszorg is slechts kort aangeroerd.
28 Het gaat om het ziekenhuis Saint-Nicolas in Eupen en de clinique Saint-Joseph in Saint-Vith.
CM-Informatie 259 • maart 2015
63