NIET IEDEREEN IS EVEN SNEL... lesplan uitgankelijkheid
zwolse gehandicaptenraad
benodigdheden praktijk gedeelte • Computer met beamer/scherm • Lesplan Als ondersteuning van de lesstof kan de PowerPointPresentatie (PPP) worden gebruikt. De PowerPoint en het lesplan zijn ook te downloaden van de website www.nietiedereenisevensnel.nl
benodigdheden praktijk gedeelte: • • • • • • • • • •
Elleboogkrukken (4-8 paar) Minimaal 2 duwrolstoelen EVAC chair Limonaderietjes Spinbinders groot en middelgroot (minimaal 10 stuks) 2 blindengeleide stokken 2 blinddoeken (of lasbrillen met zwartgemaakte glazen) 6 pylonen Gebruik maken van al aanwezige attributen of in een gebouw aanwezige elementen zoals een deur met deur dranger, oprijplaat, drempel, lift en trappen, hoogwerker Gehandicapte vrijwilligers
Om misverstanden te voorkomen nog het volgende: • We spreken hier voor het gemak en voor de leesbaarheid van ‘gehandcapten’ en om mensen die verminderd zelfredzaam zijn. • De hierna volgende hoofdstukken beginnen met een cijfer. Die verwijzen naar de dia in de bijgeleverde PowerPointPresentatie. • Dit lesplan is bedoeld voor mensen en organisaties die de brandweer willen laten kennis maken en trainen als het gaat om uitgankelijkheid.
zwolse gehandicaptenraad
2 van 16
handvatten voor het theorie gedeelte Het is belangrijk het theorie gedeelte kort te houden (maximaal 20 min.) aangezien brandweermensen ‘doeners’ zijn en geen ‘praters’ of ‘toehoorders’. Duurt het langer, dan zal de aandacht verslappen. Interactie is daarom van belang. Het is verrassend om te ervaren wat er leeft onder de mensen. In het theorie gedeelte komende de volgende onderwerpen aan bod: • Aandacht voor mensen die verminderd zelfredzaam, gehandicapt zijn. • Chronisch zieken en Gehandicapten • Kwaliteit van leven • Gehandicapten en omgaan met ….. Wij gaan het vandaag hebben over Uitgankelijkheid. Een vreemd woord,waarvan verderop in de lesstof de betekenis wordt uitgelegd.
zwolse gehandicaptenraad
3 van 16
1 aanleiding We beginnen met het voorstellen van uzelf en de gehandicapte vrijwilligers. Ter introductie: landelijk is er de laatste jaren veel aandacht voor hulp aan mensen die verminderd zelfredzaam c.q. gehandicapt zijn bij het verlaten van gebouwen en terreinen. Daarom is het belangrijk aandacht te schenken aan Uitgankelijkheid. Niet alleen gaat het hier trouwens om het redden van mensen bij een uitslaande brand. “Jullie korps is een succesvol brandweerkorps!”. En als brandweerman/vrouw zijn jullie echte doeners; voeg daar praten aan toe en je hebt extra succes. Daarmee wordt bereikt dat er meer begrip ontstaat tussen mensen met een beperking en de brandweer, er kunnen tips worden uitgewisseld en ervaringen gedeeld. De bijeenkomst van kunnen we samenvatten als: Leerzaam – praktisch – maar vooral ook Leuk!
zwolse gehandicaptenraad
4 van 16
2 uitgankelijkheid De term toegankelijkheid kent iedereen, maar uitgankelijkheid is een vreemd woord. Uitgankelijkheid is een door ons verzonnen woord en maakt wel meteen duidelijk waar het om gaat: mensen uit een bepaalde situatie halen, bijvoorbeeld uit een verzorgingshuis of weg van een festivalterrein. Uitgankelijkheids = in geval van een calamiteit, mensen met een beperking op een verantwoorde wijze zo snel mogelijk in veiligheid brengen. Bij calamiteit hoef je in dit geval niet te denken aan een noodsituatie, waar elke seconde telt, maar aan bijv. een gecontroleerde of preventieve ontruiming in een zorginstelling, een publiek gebouw of gewoon in een woonwijk.
zwolse gehandicaptenraad
5 van 16
3 waarom aandacht voor mensen die verminderd zelfredzaam zijn?
De wijze waarop de samenleving met mensen met een verminderde zelfredzaamheid omgaat, is sterk veranderd. We worden steeds ouder. Mensen blijven vaak langer zelfstandig wonen met een handicap of komen na intensieve begeleiding juist weer midden in de samenleving te wonen in plaats van in een instelling. Ze wonen vaker dan voorheen in kleinschalige woonprojecten en zelfstandig in reguliere woningen. Dat maakt het voor de brandweer lastiger om een situatie goed in te schatten: men weet tevoren vaak wie waar wonen. HERHALING: het gaat dus om een gecontroleerde of preventieve ontruiming waarbij je mensen met een verminderde zelfredzaamheid tegenkomt. Als het om een gehandicaptenvoorziening of een zorginstelling gaat, weet de brandweer dat meestal wel, maar omdat woonvormen kleinschaliger zijn geworden, is er niet altijd een gebruiksvergunning nodig en is de woonvorm derhalve onbekend bij de brandweer. In het kader van de Wet op de Privacy is het niet toegestaan om –op gemeentelijk nivo- te registreren waar deze mensen wonen. Het zou trouwens ook heel moeilijk worden om een dergelijk bestand up to date te houden. Een vignet op de deur wordt vaak en terecht als stigmatiserend gezien. Iemand heeft al een stempel voordat hij of zij de deur open doet.
zwolse gehandicaptenraad
6 van 16
4 chronisch zieken Een ziekte wordt chronisch genoemd als deze langer dan drie maanden duurt en herstel niet of nauwelijks meer mogelijk is. Ongevallen kunnen klachten opleveren die drie maanden of langer duren. Neem bijv. een whiplash na een auto-ongeluk. Ook dan wordt gesproken van een chronische ziekte. Met veel chronische ziekten valt goed te leven als je trouw je medicijnen inneemt of je leven aan de ziekte weet aan te passen. Maar ze blijven bepalend voor je leven.
zwolse gehandicaptenraad
7 van 16
5 chronische ziekten De volgende chronische ziekten zijn bij iedereen welbekend: Reuma: ontstekingen in heel je lijf, botvergroeiingen met als gevolg het gebruiken van protheses. Astma: benauwdheid, aanvallen, achteruitgang in spierkracht doordat je je niet voldoende kunt bewegen omdat je er benauwd van wordt. Diabetes: vingerprikjes, op vaste tijden spuiten, oogproblemen, voetproblemen, zenuwpijnen. Suggestie: vraag aan de groep wie ervaring heeft met één van deze ziekten in zijn/haar omgeving.
Oefening tussendoor: Om jullie te laten beleven wat het is om astma te hebben, vaak benauwd te zijn, hierbij een klein proefje. Deze oefening is niet geschikt voor mensen die astma hebben! Nodig: een pak limonaderietjes. Deel de limonaderietjes uit. Vraag de deelnemers door het rietje te ademen terwijl zij hun neus dichthouden. Hoe gaat dat? Hoe voelt dat? Laat hen daarna ademend door het rietje met de neus dicht 10 diepe kniebuigingen maken en een rondje om de tafel lopen als de ruimte het toelaat. Vraag dan opnieuw hoe het voelt.
zwolse gehandicaptenraad
8 van 16
6 handicaps De term handicap kan verschillend worden uitgelegd, maar de medische verklaring is dat een handicap het resultaat is van lichamelijke of verstandelijke afwijkingen, al dan niet aangeboren of verworven. Deze afwijkingen hebben tot gevolg dat mensen in hun functioneren worden beperkt. Vandaar dat ook gesproken wordt van mensen met een functiebeperking in plaats van met een handicap. Voorbeelden van handicaps zijn: blind, doof, autisme, dwarsleasie. Vraag: Bent u zelf wel eens in aanraking geweest met mensen met één van deze functiebeperkingen? Op de PP staat een aantal bekende handicaps.
zwolse gehandicaptenraad
9 van 16
7 acceptatieproces Op deze dia zie je het verloop van het acceptatieproces. Acceptatie brengt over het algemeen de volgende stadia met zich mee : • ontkenning - het gaat wel over, • woede - waarom ik, • verdriet - nu kan ik niets meer, • en uiteindelijk acceptatie - ik heb dan wel een handicap, maar ik kan nog heel veel wel doen. Waarom noemen we dit hier? Omdat alle gehandicapten, op een enkeling na deze verwerking hebben doorgemaakt (laatste symbooltje). Hierdoor kunnen ze nu deelnemen aan deze trainingen. Dat is voor henzelf beslist geen gemakkelijke tijd geweest, evenals voor hun omgeving. En onthoud: nu zit je gezond en wel hier, maar het kan zomaar veranderen en sta je zelf voor zo’n moeilijke periode.
zwolse gehandicaptenraad
10 van 16
8 optimisme Optimisme is belangrijk. Elke dag weer worden mensen met een handicap of chronische ziekte geconfronteerd met hun beperking(en). En elke dag moeten ze zich afvragen of het haalbaar is om iets wel of niet te ondernemen. Vaak heeft iemand maar beperkt energie. Een flinke dosis optimisme en humor kunnen daarbij helpen. ‘Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd!!’
zwolse gehandicaptenraad
11 van 16
praktische oefeningen Vooraf: Voordat met oefenen wordt begonnen, is het zinvol even stil te staan bij de gehandicapte vrijwilligers die aan de training meedoen. Deze mensen vinden het belangrijk en zinvol dat er geoefend wordt, maar bedenk wel dat zij zich aan u moeten overgeven. Tijdens een oefening. Hoe zou u dat zelf ervaren? Alles draait bij deze oefeningen om: communicatie. Daar valt of staat alles mee. Blijf rustig en overleg eerst met de cliënt. Enkele voorbeelden: • Vraag aan iemand in een rolstoel altijd of hij/zij nog een stukje kan lopen. Men denkt al snel “die kan toch niet lopen”. Bovendien kunnen ze meest al zelf goed aangeven hoe ze het beste geholpen kunnen worden. • Bij mensen met een verstandelijke beperking is het zaak rustig te blijven en uit te leggen wie je bent en wat je komt doen. Zo kan men waarschijnlijk voorkomen dat de cliënt in paniek raakt en men nog veel meer tijd en mankracht kwijt is. • Bij dove mensen: schrijf even op een papiertje wat je komt doen. • Blinde en autistische mensen niet zomaar vastpakken, maar eerst uitleggen wat je komt doen.
zwolse gehandicaptenraad
12 van 16
oefeningen 1. rijden met de rolstoel •
Zet in een bestaand gebouw in een lange gang of anders buiten, een slalom parcours uit met behulp van de pylonen. Laat de deelnemers plaatsnemen in de rolstoel en met een glaasje water op een dienblad op schoot het parcours afleggen.
• Ook kan men de deelnemers door een deur met deurdranger laten gaan of een oprijplaat of bruggetje laten nemen. Wijs de deelnemers erop dat een rolstoel bij het in- en uitstappen altijd op de rem moet staan! Doet men dat niet, dan kan de rolstoel onder je wegschieten met alle gevolgen van dien. Wordt een cliënt overgetild, dan is het ook van belang om daarop te letten omdat bij het tillen uit en neerzetten in de rolstoel de cliënt op de grond kan vallen.
zwolse gehandicaptenraad
13 van 16
2. tillen met en zonder rolstoel •
Een volgende oefening is om een gehandicapte vrijwilliger in of met de rolstoel van een (of meerdere) verdieping(en) naar beneden te tillen. Zodoende kunnen brandweermensen van gehandicapten leren hoe om te gaan met een zekere handicap (bijv. klem raken van benen of voeten) en hun tiltechnieken oefenen. Ook kan de gehandicapte tips geven.
•
Als er een gehandicapte vrijwilliger bij is die zich in een scootmobiel verplaatst, dan kan deze hieruit getild worden op bijvoorbeeld een stoel. De vrijwilliger kan uitleggen waaraan men moet denken als men hem/haar uit de scootmobiel haalt.
Vergeet bij deze oefening niet de rolstoel mee naar beneden te nemen, anders blijf je met de cliënt in de armen staan! En denk erom: wielen zijn geen handvatten. Ze kunnen gemakkelijk losraken. Vraag de desbetreffende gehandicapte vrijwilliger hoe het een en ander in zijn werk gaat.
Eventueel kan de hoogwerker gebruikt worden om te oefenen hoe men een gehandicapte in en uit deze hoogwerker tilt. zwolse gehandicaptenraad
15 van 16
3. EVAC chair De Evacchair is een hulpmiddel om mensen via de trap van boven naar beneden te krijgen of omgekeerd. Het is een duur hulpmiddel, dus enige voorzichtigheid is geboden. Bij de Evacchair zit een gebruiksaanwijzing. Brandweermensen moeten zelf ervaren hoe het is om in een dergelijke stoel een trap af te gaan.. Laat ze elkaar verplaatsen in deze chair. Heeft men dat gedaan, dan kan men ook nog oefenen met een gehandicapte vrijwilliger. Vraag van tevoren of de trap tegen een stootje kan, want het komt nogal eens voor dat de treden beschadigd raken door de Evacchair. Een houten trap is niet geschikt voor deze oefening.
zwolse gehandicaptenraad
15 van 16
4. loopoefeningen •
Neem een spinbinder en knoop in het midden de tweede spinbinder eraan vast. Doe de spinbinder om je middel en de spinbinder die eraan vast zit om een onderbeen. Dan pakt men twee krukken en loopt vervolgens de trap op en neer.
De bedoeling van deze oefening is om te laten ervaren wat het is om een been te missen en hoe vermoeiend het is om met krukken te lopen. En als men dan ook nog in een ontruimingssituatie komt, dan is het nog zwaarder omdat er dan vaakl wordt geroepen dat men door moet lopen, opschieten….. •
Doe een blinddoek voor, neem een blindenstok en laat je op stemgeluid leiden door een collega. Van tevoren kan men aangeven welk parcours er moet worden afgelegd. Dat is afhankelijk van de omgeving/oefenruimte.
5. zelf een oefening invullen Naast de hierboven beschreven oefeningen kan men ter plekke ook een oefening invullen samen met de aanwezige gehandicapte vrijwilligers en de aanwezige middelen. zwolse gehandicaptenraad
16 van 16