Vliegplannen Inleiding Vliegplannen zijn een kennisgeving van de gezagvoerder of de maatschappij aan organisaties die luchtverkeersleiding geven zodat deze organisaties weten wat de intenties zijn voor de voorgenomen vluchten. Vliegplannen zijn daarmee ook de basis waarop de planning door luchtverkeersleiders wordt gemaakt. De eisen die er aan gesteld zijn, zijn niet altijd even helder voor iedereen. Wanneer verplicht ICAO heeft in Annex 2 aangegeven dat in de volgende gevallen de verplichting aanwezig is om een vliegplan in te dienen voor: - elke vlucht of gedeelte van een vlucht waaraan luchtverkeersleiding wordt gegeven; - elke IFR vlucht in luchtruim van de klasse F (zogenaamd “advisory airspace”); - elke vlucht binnen aangewezen gebieden of langs aangewezen routes als dat vereist wordt door de betreffende luchtverkeersleidingsorganisatie om het geven van vluchtinformatie, alarmeringsservice en “search and rescue” te vereenvoudigen; - elke vlucht binnen aangewezen gebieden of langs aangewezen routes indien dat is voorgeschreven door de betreffende luchtverkeersleidingsorganisatie om de coördinatie met militaire eenheden of met andere luchtverkeersleidingseenheden in naburige Staten te vereenvoudigen met het doel om de noodzaak tot onderschepping ten behoeve van identificatie te voorkomen; - elke vlucht over internationale grenzen. Model voor vliegplannen Een vliegplanformulier, gebaseerd op een ICAO-model, moet worden gebruikt. Voor repeterende vliegplannen geldt een afwijkend model. Een vliegplan moet in elk geval in de Engelse taal zijn gesteld, naast een eventueel taal van de betreffende Staat. Bij het invullen van het plan moet worden voldaan aan de gestelde eisen. Een operator, die niet kan voldoen aan de eisen die gesteld zijn aan de route of een RNP-gebied, moet hierover de verkeersleiding vooraf in kennis stellen. Indienen van een vliegplan voor vertrek Een vliegplan moet worden ingediend op het luchtvaartterrein van vertrek bij de ARO of een aangewezen andere dienst. De operator moet, voor vertrek, verifiëren dat:
-
indien gevlogen wordt langs routes of in gebieden waar een RNP-type is voorgeschreven, voor het vliegtuig een toestemming aanwezig is voor dat type en dat aan alle voorwaarden die zijn verbonden aan die toestemming wordt voldaan, en indien gevlogen wordt in luchtruim met RVSM, voor het vliegtuig een RVSMtoestemming aanwezig is.
Bij een vertraging van meer dan 30 minuten ten opzicht van de „estimated off-block time‟ (EOBT) voor een gecontroleerde vlucht of meer dan 1 uur voor een ongecontroleerde vlucht, waarvoor een vliegplan is ingediend, moet het vliegplan worden aangepast of een nieuw plan worden ingediend onder gelijktijdige annulering van het oude plan.
Ten aanzien van het invullen van het vliegplan gelden de volgende regels:
-
altijd beginnen in het eerste hokje bij een item en lege hokjes open laten; alle tijden moeten vermeld worden in vier cijfers in UTC; alle EET‟s moeten in vier cijfers worden vermeld (uren en minuten); de items 7 tot en met 19 moeten worden ingevuld door of namens de gezagvoerder; per item gelden regels (deze komen later aan bod)
Indienen van een vliegplan tijdens de vlucht Een vliegplan dat tijdens de vlucht wordt ingediend, kan worden ingediend bij de eenheid in wiens gebied gevlogen wordt. Repeterende vliegplannen (RPL) Repeterende vliegplannen mogen alleen worden gebruikt voor IFR-vluchten die op regelmatige basis op dezelfde dag of dagen van de week en ten minste 10 keer op die dag wordt gevlogen of elke dag gedurende ten minste 10 achtereenvolgende dagen. RPL‟s moeten de hele vlucht omvatten van de plaats van vertrek tot de plaats van aankomst. Wijzigingen van permanente aard (zoals nieuwe vluchten of wijzigingen aan bestaande vluchten) moeten zeven dagen voor de ingang van het nieuwe vliegplan zijn ingediend. Wijzigingen van tijdelijke aard (zoals een ander vliegtuigtype en een andere wake turbulence categorie, snelheid of kruishoogte) moet voor elke individuele vlucht worden bekend gemaakt niet later dan 30 minuten voor vertrek. Bij een verwachte vertraging van een specifieke vlucht, waarvoor een RPL is ingediend, van meer dan 30 minuten t.o.v. de off-block tijd die is aangegeven in het RPL, moet dit aan de verkeersleiding worden meegedeeld. De operator moet er voor zorg dragen dat de laatste vliegplaninformatie, m.i.v. permanente en incidentele wijzigingen, beschikbaar is voor de gezagvoerder. Wijzigingen in vliegplan Elke wijziging in een vliegplan moet zo snel mogelijk worden doorgegeven aan de verkeersleiding. Elke afwijking tijdens de vlucht moet ook aan de verkeersleiding worden gemeld, behalve voor: - een afwijking van de gemiddelde snelheid van minder dan 5% - een afwijking in de geschatte tijd voor een meldingspunt of een bestemming, die minder is dan 3 minuten. De inhoud van het vliegplan Voor het invullen van het vliegplan gelden de volgende bepalingen: - item 7: de identificatie van het vliegtuig [de registratie (PHMLA) of de ICAO-aanduiding voor de maatschappij met het vluchtnummer (MPH 343)] - item 8: volgens welke regels de vlucht gevlogen zal gaan worden: - I voor IFR-vluchten - V voor VFR-vluchten - Y voor vluchten waarbij eerst IFR en dan VFR wordt gevlogen - Z voor vluchten waarbij eerst VFR en dan IFR wordt gevlogen In de laatste twee gevallen moet een punt worden aangegeven waar omschakeling van de regels wordt verwacht en dat moet zijn aangegeven in item 15.
Aviation Legislation Information - Pagina 3
-
-
-
-
-
dan:
het soort vlucht dat gevlogen wordt: - S voor lijnvluchten (scheduled air service) - N voor chartervluchten (non-scheduled air transport) - G voor “general aviation” (hieronder vallen bijv. lesvluchten) - M voor militaire vluchten - X indien iets anders van toepassing is (in welk geval in item 18 een RMK moet worden geplaatst) item 9: het aantal luchtvaartuigen (en dat alleen indien in formatie wordt gevlogen) gevolgd door de type-aanduiding van het luchtvaartuig (bijvoorbeeld C172 of B747-400), en hierna de „wake turbulence categorie‟ waarin het vliegtuig valt: - L indien het toestel een startmassa heeft van 7.000 kg of minder, - M indien de startmassa tussen 7.000 en 136.000 kg ligt, en - H indien de startmassa hierboven ligt. item 10: geeft de uitrusting van het luchtvaartuig aan: - N indien er geen COM- en NAV-apparatuur aan boord is voor de te volgen route dan wel indien deze kapot is - S indien de standaard COM- en NAV-apparatuur aan boord is voor de te volgen route (in Nederland wordt als standaard gezien VHF-radio, ADF, VOR en ILS) - een van de vastgestelde letters voor de apparatuur, zoals: C voor Loran C, D voor DME en F voor ADF, G voor GNSS, H voor HF RTF, I voor Inertial Navigation, J voor datalink, K voor MLS en L voor ILS, M voor Omega, O voor VOR, R voor RNP-type, waarbij wordt aangegeven dat voldaan wordt aan de RNP-eisen voor de voorgeschreven route, en V voor VHF RTF met hierna de aanduiding voor de transponder: - N = geen transponder - A = mode A met 4096 codes - C = mode A + C met 4096 codes - X = mode S zonder vliegtuigidentificatie en zonder drukhoogte-transmissie - P = mode S zonder vliegtuigidentificatie maar met drukhoogte-transmissie; - I = mode S met vliegtuigidentificatie zonder drukhoogte-transmissie; - S = mode S met vliegtuigidentificatie en met drukhoogte-transmissie; al dan niet gevolgd door de letter D om een ADS-mogelijkheid aan te geven; item 13: het luchtvaartterrein van vertrek met de verwachte vertrektijd: - in de ICAO-vierlettercode van het veld (zoals EHLE, EHAM e.d.) - of met ZZZZ en dan in item 18 de naam van de plaats, als er geen code is - of AFIL indien tijdens de vlucht een plan wordt ingediend, en dan - het tijdstip waarop verwacht wordt dat er getaxied zal gaan worden (estimated off blocks time) - of het eerste routepunt indien AFIL item 15: de te volgen route in een vaste volgorde: - snelheid (true airspeed) in N (voor knopen, bijv. N0485) of K (voor kilometers per uur, bijv. K0830) of M (voor het Machgetal, bijv. M082) - de hoogte is de kruishoogte van het eerste deel of de hele route, aangegeven in F (voor flight levels, bijv. F350) of S (voor de meters met weglating van de 0 voor de tientallen, bijv. S1130 = 11.300 meter) of A (voor altitude in honderden voeten, bijv. A045) of VFR (voor ongecontroleerde VFR-vluchten) - de route zoals deze op de kaarten wordt aangegeven (met de coderingen in letters en nummers) - met vermelding van elk punt waarop een wijziging van snelheid of hoogte of ATS-route of van de vliegregels is voorzien;
Aviation Legislation Information - Pagina 4
-
-
-
- indien de vlucht buiten het ATS-routenetwerk plaatsvindt moeten punten op 30 minuten vliegen of 200 NM van elkaar gelegen, worden vermeld waarop gevlogen wordt, m.i.v. elk punt waarop een wijziging van snelheid of hoogte of koers of vliegregels is voorzien; item 16: het luchtvaartterrein van bestemming en de verwachte vluchtduur: - de bestemming wordt op dezelfde manier aangegeven als bij item 13 en - de verwachte vluchtduur (estimated elapsed time), de tijd die verloopt vanaf het moment van opstijgen tot de aankomst boven het veld van bestemming (bij een VFR-vlucht) of tot het punt waar vandaan de instrumentnaderingsprocedure zal worden aangevangen (bij een IFR-vlucht) en hierna volgt de uitwijkhaven (als in item 13) item 18: kan een grote hoeveelheid informatie bevatten: - 0 indien er geen aanvullende informatie is; - EET: de „estimated elapsed time‟ in tijd vanaf het opstijgen tot bijvoorbeeld het passeren van een FIR-grens of een opmerkelijk punt op de route - RIF: de details tot de herziene bestemming; - REG: de registratie indien deze niet in item 7 is gebruikt; - OPR: de naam van de operator (luchtvaartmaatschappij); - SEL: voor de SELCAL code - STS: de status van de vlucht (bv. SAR voor zoekoperatie, HOSP voor medische doeleinden, EMER voor vluchten in een noodsituatie e.d.) - RMK: een opmerking in normale taal item 19 is een item dat niet wordt meegezonden met de informatie naar andere luchtverkeersleidingseenheden, maar geeft een hoeveelheid informatie aan die slaat op de nood- en overlevingsuitrusting (radio‟s, pooluitrusting, vesten, reddingsvlotten, kleuren van het vliegtuig en opmerkingen). Hier staan vermeld: - E = endurance in een viercijferig getal; - P = het totale aantal personen aan boord; - R = een noodradio die aan boord is; - S = de overlevingsuitrusting die aan boord is; - J = de reddingsvesten die aan boord zijn; - D = het aantal reddingsvlotten dat aan boord is; - A = de kleur van het betrokken vliegtuig
Europese aanvullingen De Europese verordening 1033/2006 geeft regels voor het indienen van vliegplannen om inconsistenties te voorkomen. De verordening is van toepassing op vluchten die worden uitgevoerd als IFR vlucht binnen het zogenaamde “algemene vliegverkeer” (“general air traffic”); dit is al het verkeer dat niet als militair-operationeel wordt uitgevoerd. De verordening richt zich tot de partijen die betrokken zijn het indienen, wijzigen, aanvaarden en verspreiden van vliegplannen: luchtvaartmaatschappijen en hun afhandelaren, gezagvoerders en tussenpersonen, en de delen van luchtverkeersleidingsorganisaties die betrokken zijn bij de afhandeling van de genoemde vluchten. De verordening spreekt voorts over een "geïntegreerd systeem voor de verwerking van oorspronkelijke vliegplannen (het Integrated Initial Flight Plan Processing System, IFPS)": een systeem binnen het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging via welk een gecentraliseerde dienst voor de verwerking en verspreiding van vliegplannen (ontvangst, validering en verspreiding van vliegplannen) wordt verleend in het onder deze verordening vallende luchtruim. Het IFPS is een onderdeel van Eurocontrol.
Aviation Legislation Information - Pagina 5
De Europese lidstaten dienen de nodige maatregelen te nemen om te garanderen dat de door het IFPS verspreide informatie de consistentie van de cruciale elementen van de vliegplannen ondersteunt. De Staten moeten dus: - controleren of het vliegplan voldoet aan de afspraken over format en gegevens; - controleren of het vliegplan volledig en correct (voorzover mogelijk) is; - maatregelen nemen om het vliegplan aanvaardbaar te maken voor de organisaties die luchtverkeersleiding geven, en - aan de indiener van het vliegplan meedelen dat het vliegplan of de eventuele wijzigingen zijn aanvaard. Een vliegplan mag in de aan de vlucht voorafgaande fase niet zonder overleg met de exploitant door de luchtverkeersleidingseenheid worden gewijzigd of ingetrokken. Het vliegplan en de laatst geldende wijzigingen dienen bekend te zijn bij de gezagvoerder. Referenties - Annex 2 “Rules of the Air” - Verordening (EG) Nr. 1033/2006 van de Commissie van 4 juli 2006 tot vaststelling van de vereisten inzake de procedures voor vliegplannen in de aan de vlucht voorafgaande fase in het gemeenschappelijke Europese luchtruim © 2011 Aviation Legislation Information, Amstelveen. Artikelen mogen worden geprint mits met bronvermelding. Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. De publicaties zijn met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld.
Aviation Legislation Information - Pagina 6