U N I Z O
J O B K A N A A L
NEDERLANDS OP DE WERKVLOER kan
moet
mag
A GRA
PRIKKELS WAAROP JE EEN DISCUSSIE KAN BOUWEN
G!
Inhoud Voorwoord
3
Voorwoord Karel Van Eetvelt (UNIZO - Gedelegeerd bestuurder)
5
Voorwoord Minister
7
Is Engels genoeg? Eigenlijk niet.
8
Wat zijn de voordelen als Carlo toch Nederlands leert?
9
Treinramp mede gevolg van taalprobleem
10
Heeft Kathleen gelijk?
11
Natuurlijk!
12
Een goed onthaal is goud waard. Hoe kan je je anderstalige collega goed onthalen?
13
Meter? Peter? Waarom?
15
Is dit jou ook al eens overkomen? Hoe kan je dit voorkomen?
16
En wat doe jij?
17
Of kan het toch anders?
18
Heb jij suggesties?
19
Is dit wel zo?
20
Maar…Hoe zou dit komen, denk je, en hoe kan je ermee omgaan?
22
Mag een Japanner Japans praten op het werk?Of een Turk Turks?
24
Wat is jouw idee? Vraag je Nader beter wel, of niet?
25
Hoe kan je Malika helpen om te (durven) telefoneren?
26
Is dat zo?
27
Zijn taalfouten onvergeeflijk?
28
Denk jij ook dikwijls dat anderstalige werknemers geen moeite willen doen om Nederlands te kunnen?
29
Hoe voelt Hatib zich, denk je?
30
Hoe geef jij instructies?
31
Hoe red jij je in een taal die je nog niet goed kent?
33
Of kan het op termijn nog efficiënter?
34
Wat is jouw mening? Werkt het op die manier?
35
Heb jij suggesties voor vereenvoudiging en verduidelijking?
37
Hoe kan je het schrijven vergemakkelijken in jouw werkomgeving?
38
Hoe nieuwe woorden of begrippen uitleggen?
39
COLOFON
40 1
Vo o r wo o rd Deze brochure bestaat uit prikkels voor mensen uit het bedrijfsleven (bedrijfsleider, collega’s, ploegbaas, personeelsverantwoordelijke,…) die samenwerken met anderstaligen en is bedoeld als aanzet om na te denken over bepaalde gewoontes of attitudes. De tekst is geschreven in de je-vorm, en spreekt daarmee direct de Nederlandstalige werkgever of werknemer aan. De prikkels in deze brochure beginnen met een cartoon: een karikaturale maar herkenbare situatie, een prikkel voor wie samenwerkt met anderstaligen en bedoeld als aanknopingspunt voor een gesprek of discussie tussen een anderstalige werknemer en de taalcoach. Wie vindt dat dit smaakt naar meer, kan zich verder verdiepen in de concrete tips en tricks: food for thought voor mensen uit het bedrijfsleven in de vorm van concrete suggesties, eye-openers, sprekende onderzoekscijfers, voorbeelden uit de praktijk… Samen met de taalcoach kan hier dieper op ingegaan en concreet rond gewerkt worden. Het is niet nodig alle prikkels van A tot Z te behandelen. Het is de bedoeling alleen die situaties te bespreken die relevant zijn in de specifieke context van het bedrijf.
3
B e s te O n d e r n emer, Allochtone werknemers die de kans krijgen aan de slag te gaan, staan zeer positief tegenover hun job en blijken zeer loyaal ten aanzien van hun werkgever. Veel KMO werkgevers weten dit uit ondervinding. Niet toevallig werken meer personen uit etnisch culturele minderheden in KMO’s dan bij grote bedrijven. Toch blijven allochtonen nog steeds ondervertegenwoordigd op de arbeidsmarkt. Uit cijfers van 2004 bleek maar 38% van de allochtone bevolking in Vlaanderen aan het werk. Dat cijfer moet omhoog in het belang van de beide partijen, de allochtone werknemer en de werkgever. De veroudering in Vlaanderen neemt snel toe. Tegen 2025 zal de Vlaamse beroepsactieve bevolking gedaald zijn met -189.000 werkkrachten. Gevolg: te weinig arbeidskrachten om de openstaande vacatures in te vullen en daardoor nog stijgende loonkosten of omzetverlies. In een dergelijke krimpende arbeidsmarkt komt het erop aan alle geschikte arbeidskrachten maximaal in te schakelen dus ook groepen uit de etnischculturele minderheden. Dat maakt onze bedrijven en de hele samenleving sterker voor de toekomst. Werken met allochtonen betekent vaak werken met anderstaligen. Een gebrekkige kennis van het Nederlands belemmert soms de vlotte samenwerking. Communicatiestoornissen kunnen leiden tot fouten, of erger, tot ongevallen. UNIZO heeft een KMO vriendelijke, zeer praktische cursus “Nederlands op de Werkvloer” (NODW) ontwikkeld. Deze opleiding gebeurt tijdens het werk, op de werf, in het atelier, al doende. De anderstalige medewerker blijft dus productief. Bovendien worden de Nederlandstalige collega’s betrokken worden bij het praktische leerproces. De anderstalige leert op die manier wat écht is heeft binnen úw bedrijf. Vakeigen kennis, bedrijfsjargon, en de nodige basis om met uw klanten te communiceren. Bovendien kan de VDAB deze cursus aanbieden aan uiterst KMO-vriendelijke prijzen. Via de sectorfondsen en de bestaande steunmaatregelen kan deze investering uiterst interessant zijn. Op lange termijn blijft het investeren in een praktische kennis van het Nederlands op de Werkvloer voor iedereen, werkgever én werknemer een win-win situatie: vlotte communicatie betekent vlotter samenwerken en een doeltreffender bedrijfsvoering. De ontwikkeling van deze opleiding gebeurde in samenwerking met de VDAB en de KULeuven. In deze brochure leest u interessante praktijkvoorbeelden, een praktische handleiding om de communicatie op uw bedrijfsvloer efficiënter te maken. Daarom beveel ik u deze brochure warm aan. Het zal u helpen uw bedrijf nog beter te leiden en uw medewerkers nog beter te motiveren. Altijd tot uw dienst. Al uw reacties, ervaringen en suggesties blijven welkom. Met collegiale groeten, Karel Van Eetvelt UNIZO – Gedelegeerd bestuurder
[email protected]
5
Het heeft veel weg van een boutade, maar ‘communiceren’ is een sterk werk-woord. Communicatie is nooit af en verloopt nooit van A tot Z. Op de werkvloer is communicatie hét sleutelwoord voor een goede samenwerking tussen collega’s, voor sterke teams, voor efficiëntie en resultaat. De kennis van het Nederlands is een van de belangrijkste voorwaarden voor een succesvol traject naar werk. Vandaar, de bijzondere aandacht die we schenken aan de taalvaardigheid van allochtone werkzoekenden. VDAB concentreert zich al jaren op het beroepsgericht Nederlands, want elke sector, elke beroep, elke bedrijf heeft zijn specifiek jargon. Dit beroepsgericht Nederlands speelt zich af op de opleidingsvloer en binnen ondernemingen. Een ‘taalbad’ blijft daarbij de sterkste katalysator om snel vorderingen te maken. Kennis van de Nederlandse taal bevordert niet alleen de collegialiteit, het begrijpen van instructies en de samenwerking, het is ook een noodzakelijke voorwaarde voor een veilige werkomgeving. Nederlands op de Werkvloer stelt de werknemer in staat om zich de ‘kleur en de fleur’ die de rijkdom van een taal vormt, eigen te maken: het verschil tussen een schroevendraaier en een ‘tournevies’, het verschil tussen lunchpauze en ‘schaft’... Taal bespeelt de kleine dingen van het leven en bevordert hierdoor het wij-gevoel. Het siert menig werkgever dat zij of hij inspanningen wil leveren om nieuwe werknemers niet alleen technische kennis bij te brengen, maar ook aandacht wil schenken aan een goede communicatie tussen collega’s. De inspanning die UNIZO terzake levert, spoort daarenboven perfect met het sterke engagement dat zij, samen met VOKA en VCSPO, is aangegaan om via Jobkanaal een wezenlijke bijdrage te leveren aan de aanwerving van kansengroepen. De brochure die door UNIZO in samenwerking met VDAB en de KULeuven werd ontwikkeld, stimuleert de KMO-werkgever om met Nederlands op de Werkvloer praktisch, stapsgewijs en zonder veel franjes aan de slag te gaan. Dit stapsgewijze proces is ook wat een taal is. Een taal is niet voor niets opgebouwd uit letters die woorden vormen, die zinnen kunnen maken die op hun beurt een paragraaf vormen … die een verhaal zijn. Zo ook gebeurt de instroom en het onthaal van nieuwe collega’s, stap voor stap en al doende. Met een glashelder doel voor ogen. Deze brochure gidst je en geeft je prikkels die aantonen dat “Nederlands leren kan, mag, moet! Graag”. Doen! Frank Vandenbroucke Vice-minister-president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming 7
I s E n g e l s genoeg? Eigenlijk niet. Je kan het anders bekijken: Carlo uit de Dominicaanse Republiek maakt het zich gemakkelijk: op het eerste gezicht is het niet nodig Nederlands te leren. Mensen uit zijn professionele omgeving spreken wel een tussentaal met hem: Engels bijvoorbeeld. Een tussentaal is een contacttaal: een taal die voor geen van beide sprekers de moedertaal is, maar die ze wel beiden kunnen hanteren. Hoe kan Carlo toch gemotiveerd worden om wel Nederlands te leren? Als hij helemaal wil participeren, zowel professioneel als ook in een breder maatschappelijk kader, dan is Nederlands verstaan en in een volgende fase ook spreken echt een vereiste. Carlo werkt hier, en hij woont hier. Hij gaat naar de bakker, hij zapt, hij consumeert. Hij bouwt hier een leven op. In een taal. En hoe je het ook draait of keert, Engels is hier nog steeds de tweede of derde taal. In heel veel situaties wordt Nederlands gevraagd. In uitzonderlijke situaties is de kennis van Nederlands zelfs levensnoodzakelijk. Dus: Carlo krijgt meer kansen als hij Nederlands kan. Als werkgever, collega… kan jij hem hierbij helpen.
8 UNIZO JOBKANAAL
Wat zijn de voordelen als Carlo toch Nederlands leert? De voordelen op een rijtje: Bedrijfsleider Koen maakt het zich gemakkelijk: op het eerste gezicht is het niet nodig om Nederlands te spreken, Engels als tussentaal voldoet. Maar toch zijn er voordelen: Voor de organisatie: in bepaalde situaties op het werk is het gemakkelijker als iedereen dezelfde taal kan spreken. De kans op misverstanden verkleint, werknemers kunnen communiceren met hun collega’s, het is gewoon ook leuker werken als je elkaar verstaat. Voor de klant: zelfs als het niet echt tot het takenpakket van Carlo behoort, is het toch best mogelijk dat Carlo af en toe in contact komt met een klant. Niet elke klant spreekt Engels, dus een mondje Nederlands komt dan goed van pas. De klant zal het zeker appreciëren. Voor de anderstalige: door Nederlands te spreken hoort hij er helemaal bij, krijgt hij meer kansen. Voor de veiligheid in het bedrijf: een betere kennis van Nederlands draagt er ook toe bij dat veiligheidsinstructies direct worden begrepen. Beeld je even de situatie in, waarbij iedereen aangemaand wordt onmiddellijk de werf te verlaten. Wat doe je dan als je geen Nederlands verstaat? Ter illustratie: het krantenbericht over de treinramp in het Waals-Brabantse Pécrot enkele jaren geleden
9
Tre i n ramp mede gevolg van taalprobleem BRUSSEL – De treinramp in het Belgische Pécrot, die dinsdag aan acht personen het leven kostte, was deels het gevolg van een communicatiestoornis tussen spoorwegbeambten. Een seingever in het Vlaamse Leuven begreep een oproep van zijn collega in het Franstalige Waver niet, waardoor niet tijdig is ingegrepen. Dat heeft een woordvoerster van de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS gezegd. Zij baseert zich op een bandopname die van het gesprek bestaat. Er is volgens haar geen sprake van kwaad opzet. Het ongeluk gebeurde toen een passagierstrein uit Leuven frontaal in botsing kwam met een lege trein uit Waver, waarvan de bestuurder een rood signaal had genegeerd. De seingever in Waver probeerde zijn collega in Leuven te waarschuwen. Hij vroeg hem in het Frans om de passagierstrein te laten stoppen. Maar de man in Leuven verstond hem niet en vroeg om een herhaling in het Nederlands. Kort daarop werd de verbinding verbroken. Volgens de NMBS is de spoorwegbeambte in Leuven overigens wel degelijk het Frans machtig. Wat er precies in de communicatie is misgegaan, is nog niet duidelijk. De Belgische minister van Verkeer, Durant, heeft gisteren in het parlement aangekondigd dat de regering 20 miljard Belgische frank (circa 1 miljard gulden) zal investeren in verbetering van de veiligheid van het spoorverkeer. Over de oorzaak van de treinramp in Pécrot liet Durant zich nog niet uit. Zij wacht de uitkomsten van een onderzoek af.
10 UNIZO JOBKANAAL
H e e f t K at h l e en gelijk? Je kan het zo bekijken: Het is heel moeilijk gewoontes af te leren. Daarom moet je vroeg genoeg ingrijpen: vanaf het begin gebruik je in situaties waar Nederlands de communicatietaal is, het juiste woord bij het juiste materiaal of bij de juiste actie. Een muur mets je met cement en een truweel, dit zijn woorden die in de context van een aannemersbedrijf een paar keer per dag voorkomen. Door dit steeds te herhalen in dezelfde context begrijpt Carlo deze zin al na zeer korte tijd. Het is veel efficiënter als collega’s onder elkaar dezelfde benaming gebruiken en niet voortdurend van taal moeten wisselen. Als je steeds wisselt van taal, duikt trouwens ook een ander problematisch mechanisme op. De spreker legt dan door de taalkeuze vast welke gesprekken wel voor zijn anderstalige collega zijn bedoeld: deze in het Engels, en welke niet: deze in de eigen taal. Dit mechanisme is tegelijk ook een uitsluitingsmechanisme en werkt niet positief of productief. Dat wil niet zeggen dat er geen plaats mag zijn voor andere talen op de werkvloer. Maar als de anderstalige werknemer geen Nederlands hoort, zal hij het ook nooit kunnen leren. Als het voor iedereen van in het begin duidelijk is dat de anderstalige werknemer Nederlands leert, wordt iedereen in de omgeving - hopelijk - geduldig, en ook de klanten appreciëren het dat er door het bedrijf inspanningen worden geleverd om beter met hen te communiceren.
11
N at u u r l i j k! Het is moeilijk gewoontes af te leren, maar het is niet onmogelijk. Spreek er samen over. Bespreek de voordelen. Bespreek wat er mis kan gaan. Stel een plan op en wees daarbij realistisch: voorzie een overgangsperiode. Maak afspraken. Bepaal ook een einddatum, waarop je kan evalueren of jullie opzet geslaagd is. Voorzie iets leuks: een symbolische schouderklop of een concrete traktatie. Breng de mensen uit jullie omgeving van bij het begin op de hoogte. Ook zij kunnen helpen, aanmoedigen, corrigeren. En vooral: consequent voor Nederlands kiezen. Voorbeeld: in het begin spreken we elke dinsdag en donderdag Nederlands (of om de andere dag), als dat goed gaat dinsdag, woensdag en donderdag en bijvoorbeeld tegen Kerstmis de hele week. Flores hangt op de afgesproken dagen een badge op haar kleren waarop staat ‘spreek mij aan in het Nederlands a.u.b.’.
12 UNIZO JOBKANAAL
Ee n g o e d o nt haal is goud waard. Hoe kan je je anderstalige collega goed onthalen? Enkele tips voor een goed onthaal: Goed begonnen is half gewonnen! Naast het afhandelen van de administratie, het voorzien van werkmateriaal, werkkledij voor bepaalde jobs, sleutels of badges, zijn er nog een aantal dingen die bijdragen tot een goed onthaal van de anderstalige werknemer: Neem rustig de tijd om het contract te overlopen. Ga niet uit van evidenties. Als het niet lukt om deze moeilijke materie in het Nederlands uit te leggen, kan het handig zijn om het woord in een tussentaal, zoals Engels of Frans, te gebruiken. Ga niet over op die andere taal, maar gebruik alleen een enkel woord als het echt nodig is. Een voorbeeld: de pauze (als dat niet begrepen wordt: break) is van 10 tot 10.15u (toon dat op een klok of horloge, of noteer de cijfers terwijl je ze uitspreekt). Ook de veiligheidsvoorschriften verdienen aandacht, ook al is de kennis van het Nederlands van de nieuwe collega nog heel miniem. Tonen, voordoen en expressie zijn de instrumenten die je nu ter beschikking hebt. Een voorbeeld: “als het alarm gaat, moet je langs die deur naar buiten lopen”: boots het geluid van het alarm na, toon de deur waardoor de werknemer naar buiten moet en maak een lopend gebaar, terwijl je de richting aantoont die de werknemer op moet. Blijf hierbij wel Nederlands speken, anders leert je anderstalige collega niets bij! Geef een rondleiding. Zo krijgt de nieuwe medewerker een beeld van de organisatie als geheel en van zijn taak binnen dat geheel. Hij leert collega’s kennen. Hou er wel rekening mee
13
dat onze Belgische namen niet bij iedereen van in het begin in het geheugen gegrift staan. Je kunt bijvoorbeeld een plattegrond van de werkplaats meenemen, en de namen van de werknemers op de juiste plaats noteren. Overloop samen een onthaalbrochure die aangepast is aan het bedrijf. Deze brochure bevat informatie die de nieuwe werknemer nodig heeft om te kunnen meedraaien in het bedrijf. De brochure kan bijvoorbeeld de volgende onderdelen bevatten: • een telefoonlijst met interne nummers van collega’s en afdelingen • een organogram • een duidelijke omschrijving van de jobinhoud • een overzicht van werktijden, vaste vakantiedagen • eventueel informatie over carpooling, parking of fietsenstalling • te volgen procedure bij ziekte en verlof • ..... Stel een peter of meter voor. Als de nieuwe collega al een beetje Nederlands spreekt, kan de peter of meter nu al even toelichten en tonen welke gewoonten er zijn binnen de organisatie bij maaltijden, verjaardagen, personeelsfeestjes, het privé-gebruik van computer of telefoon, enz. Bij iemand die nog geen Nederlands spreekt, is het waarschijnlijk beter deze informatie te doseren over een paar weken. Meer over een peter of meter lees je op de volgende bladzijde. Laat de nieuwe collega grondig kennismaken met de eigen werkplek. Zorg ervoor dat hij aan de slag kan onder begeleiding van iemand die stapsgewijs uitleg geeft, bijvoorbeeld de peter of meter of een andere collega die op dezelfde werkplek werkt. De informatie die de eerste dag wordt gegeven kan nogal overdonderend zijn. Het kan de taak zijn van de peter of meter om een aantal dingen later opnieuw te herhalen, of bij te houden in een notitieschriftje. Anderstaligen die al langer in dienst zijn, en geen onthaal gekregen hebben zoals hier werd beschreven, kunnen de hele procedure later toch ook nog wel doorlopen, bijvoorbeeld samen, bij het onthaal van een andere nieuwkomer.
14 UNIZO JOBKANAAL
M e te r ? Pe te r ? Waarom? De functie van een meter of peter In sommige bedrijven worden alle nieuwe werknemers, en dus niet alleen anderstalige werknemers, voorgesteld aan een meter of peter. Deze vangt hen op de eerste dagen of geeft achtergrond bij het reilen en zeilen binnen het bedrijf, stelt de nieuwe collega’s voor, neemt hen op sleeptouw in de kantine of bij andere informele contacten met collega’s, en zorgt er op die manier voor dat een aantal drempels verdwijnen. Ook na de eerste kennismaking blijft hij een steun en toeverlaat. Eenvoudig en efficiënt. De anderstalige leert niet alleen de kneepjes van het vak, maar ook waar en hoe hij informatie en hulp kan krijgen. Is het moeilijk om peter of meter te zijn? Het is een pluspunt als de meter of peter een rechtstreekse collega is, positief en loyaal ingesteld en gericht is op groeien en leren. Deze persoon wordt vooraf gebrieft over de verwachtingen die aan hem worden gesteld. Peter en meter zijn biedt voordelen: ook de peter of meter leert van dit project. Een peter of meter krijgt verantwoordelijkheid, dwingt respect af en kan signalen geven naar alle werknemers binnen de organisatie. Er moet voldoende ruimte zijn binnen het takenpakket om het peterschap een kans van slagen te bieden. Een anderstalige werknemer kan natuurlijk meer dan één peter of meter hebben: een peter aan wie hij hulp kan vragen als hij naar klanten moet telefoneren, een meter aan wie hij feedback vraagt als hij een brief moet schrijven, een peter die hem vertrouwd maakt met de informele gewoontes in het bedrijf, … Kies best een peter en meter die in de nabijheid van de anderstalige werkt: de drempel om iets te vragen mag niet te groot zijn. De peter of meter heeft ook ervaring met de taken waarbij hij de anderstalige moet ondersteunen en hij of zij wil de verantwoordelijkheid opnemen om de anderstalige blijvend te willen begeleiden. Wil je meer weten? Kijk ook eens op http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/werk/documenten/Compas_toolbox.pdf 15
I s d i t j o u ook al eens overkomen? H o e k a n je dit voorkomen? Een gouden regel: regelmatig begrip checken Je kan best altijd nog eens checken of je boodschap goed is begrepen. Maar pas op! Vragen waar je alleen met ja of nee kan antwoorden kan je best vermijden. Ook mag je je niet laten misleiden door mensen die alsmaar jaknikken terwijl jij aan het vertellen bent. Het kan gewoon een manier zijn om sympathie, welwillendheid, beleefdheid of enthousiasme te tonen. Om het begrip van de anderstalige te checken kan je bijvoorbeeld regelmatig vragen of hij alles nog eens in eigen woorden kan herhalen. Vraag dus niet ‘Heb je het begrepen?’ maar wel ‘Herhaal of toon even: wat moet je doen?’
16 UNIZO JOBKANAAL
E n wat d o e j i j ? Leerkansen bieden Hoe leer je een andere taal? Door blootgesteld te worden aan die taal. Hoe meer je er aan wordt blootgesteld, hoe meer houvast je krijgt, hoe groter je taalbegrip wordt. Abdel heeft er dus toch wel baat bij om veel aangesproken te worden in het Nederlands. Hoe? Door dingen voor te doen, en ondertussen uit te leggen wat er gebeurt. Door de dingen in de omgeving een naam te geven, telkens opnieuw. Door instructies te geven in het Nederlands en even blijven kijken of de anderstalige alles wel goed heeft begrepen.
17
O f k a n h et toch anders? Kiezen voor consequent Nederlands Vlamingen zijn zo trots op hun talenkennis. In een gesprek met een anderstalige willen ze, onder het mom van gemakkelijkere communicatie, heel graag snel overschakelen naar een andere taal en hun eigen talenkennis etaleren. Maar, is Maria in dit geval, daar echt mee geholpen? Als je systematisch de kernwoorden van een uitleg herhaalt in een andere taal, weet de anderstalige dat zeer snel. Daardoor zal hij zich niet meer focussen op de zinnen in het Nederlands: het wordt toch nog kort herhaald in een taal die voor hem makkelijker is. De anderstalige werknemer gaat rekenen op de vertaling op het einde en luistert niet meer aandachtig naar het Nederlands dat eraan vooraf gaat. Zo verliest hij veel leerkansen. Je kan dat vergelijken met een meertalige uitleg die je als toerist krijgt: je wacht ook af tot de taal die jij verkiest aan bod komt, je luistert niet actief naar de andere talen.
18 UNIZO JOBKANAAL
H e b j i j s u g g e sties? De werkomgeving wordt ook een leeromgeving: Hoe gemakkelijk pikken we niet wat woorden op als we op vakantie zijn! De hele omgeving helpt je daarbij. Als je op vakantie in Turkije bij wegenwerken of in bepaalde gevaarlijke situaties op straat telkens het woordje DIKKAT leest, heb je na een tijdje wel een vermoeden wat dikkat betekent. Je begint dat vermoeden te toetsen. En voor je het weet versta je een mondje Turks! Volgende kleine aanpassingen maken van de werkomgeving een ideale omgeving waar je collega gemakkelijker de taal kan leren: Zorg voor schrijfgelegenheid op alle plaatsen: pen of potlood en een notitieblok. Gebruik in plaats van een bord liever een flip-over of papier om dingen op te schrijven, deze informatie gaat niet direct verloren en iedereen kan er gemakkelijk naar teruggrijpen. Geef aandacht aan woorden op de werkvloer. Etiketten op voorwerpen en apparaten zijn waardevol. Stel indien nodig een basiswoordenboekje samen (geïllustreerd met foto’s) van de meest relevante termen op de werkvloer. Zoek een Nederlandstalige collega die dicht bij hem in de buurt werkt en die bereid is woorden of zinnen uit te leggen. Geef de mogelijkheid om een eigen schriftje te gebruiken, waarin de anderstalige opschrijft wat nieuw is. Dat kunnen nieuwe woorden zijn, omschrijvingen die telkens terugkomen, een tekening, een vertaling, een voorbeeldzin waarin het woord duidelijk wordt gebruikt, enz. Zo wordt de nieuwe informatie dubbel opgeslagen in het geheugen en wordt het beter onthouden. Sommige mensen onthouden beter wat ze geschreven zien en anderen wat ze horen. Bied daarom informatie zowel mondeling als schriftelijk aan. Laat de anderstalige collega regelmatig mondeling verslag doen aan een collega van wat hij/zij gedaan heeft. Zorg voor een goed taalaanbod en schakel niet te snel over naar een andere taal. Wees voorzichtig met vertalingen die anderstalige werknemers voor elkaar maken. Er kunnen belangrijke nuanceverschillen in de vertaling sluipen.
19
I s d i t we l zo? Uit onderzoek blijkt dat in Nederland en Vlaanderen samen ruim 2 miljoen volwassenen niet goed mee kunnen in onze samenleving omdat ze niet genoeg kunnen lezen en schrijven. Men noemt hen ‘laaggeletterden’. Dat is niet hetzelfde als ‘analfabeten’: dat zijn mensen die helemaal niet kunnen lezen en schrijven. 1. In Nederland is 1 op 10 mensen laaggeletterd. 2. In Vlaanderen is 1 op 7 mensen laaggeletterd. 3. 1 op 7 volwassenen tussen 15 en 64 jaar volgde enkel lagere school. 4. Bijna 20 % van de Vlamingen heeft grote problemen met alledaagse teksten. 5. 28% dreigt af te haken als een boodschap lezen moeite kost. 6. Bij risicogroepen liggen die percentages nog hoger!
Tips: Wees erop attent dat niet iedereen vlot kan lezen in ons alfabet. Laaggeletterden zijn meestal erg handig in strategieën die verbergen dat ze niet kunnen lezen of schrijven. Ze kunnen goed hun plan trekken en compenseren een laag niveau van lees- en schrijfvaardigheid met andere vaardigheden als sociale en mondelinge taalvaardigheden, met kennis en gedrag en met persoonlijke kenmerken als creativiteit, een goed geheugen, humor, …
20 UNIZO JOBKANAAL
Een voorbeeldje uit de praktijk: Mourat is 17 en werkt in een restaurant. Met lezen heeft hij moeite. De bier- en wijnsoorten heeft hij uit het hoofd geleerd. De frisdranken kent hij wel. Maar de menukaarten vindt hij moeilijk. Er zijn zes voorgerechten, acht hoofdgerechten en zes desserts. De namen van de gerechten heeft hij voor zichzelf genummerd en een kernwoord gegeven, dat werkt goed. En hij moet het zelf mondeling doorgeven aan de keuken. Maar Mourat is bang dat ze erachter komen dat hij niet goed kan lezen. Hij is bang dat hij zijn baan verliest. Het contact met klanten vindt hij leuk, maar soms stellen ze wel lastige vragen. Laatst vroeg iemand of de huiswijn Frans of Spaans was. Hij wist het niet. Hij heeft toen maar de fles laten zien en gelukkig zag de man het zelf. Later heeft hij het etiket staan bekijken en het kostte heel wat tijd voor hij doorhad waar de landsaanduiding stond. Werk gericht aan ‘klare taal’ en eenvoudig schriftelijk taalgebruik. De krant Wablieft of de kranten Metro laten zien dat het haalbaar is om in eenvoudig Nederlands mensen te informeren. Geef informatie niet enkel schriftelijk, maar ook nog eens mondeling of zorg voor duidelijke afbeeldingen of pictogrammen (zie bv. afbeeldingen bij google of selecteer in Word ‘insert’ en kies font Webdings of Wingdings). Bron: Nederlandse Taalunie, Laaggeletterd in de Lage Landen, Den Haag, 2004
21
M a a r… H oe zou dit komen, denk je, e n h o e k an je ermee omgaan? Een brug slaan Het is niet gemakkelijk en het vraagt veel energie om je als anderstalige te integreren in een groep mensen die een andere taal spreken dan jijzelf. Neem daarom zelf het initiatief naar de anderstalige toe.
Enkele tips: Betrek de medewerker bij alledaagse gesprekken, bijvoorbeeld de kinderen, voetballen, sport in het algemeen, het nieuws, een recente tv-uitzending of het weer. Begin hier een gesprek over en betrek de medewerker hier bij, niet eenmalig maar telkens opnieuw. Stimuleer collega’s om dit ook te doen.
22 UNIZO JOBKANAAL
De nieuwe anderstalige medewerker is niet met elk onderwerp even vertrouwd. Als je uit een tropisch land komt, is het weer bijvoorbeeld nauwelijks een onderwerp van gesprek. Licht de anderstalige in over onze gewoontes en gebruiken. Zoek ook naar wat de medewerker wel kent en wat hem bezig houdt Het is niet gemakkelijk een gesprek gaande te houden met iemand die niet veel Nederlands spreekt. Collega’s proberen soms hun ongemak te verbergen door goedbedoelde grapjes te maken. Maar humor is een van de moeilijkste aspecten van een taal. Vaak worden grapjes niet begrepen. Reageer op wat de anderstalige zegt en ook op hoe hij het gezegd heeft. Daarvan leert hij wat goed gaat en wat nog fout gaat. Je kan een compliment geven en/of uitleggen hoe hij het beter kan zeggen. Probeer toch vooral (positieve) commentaar op de inhoud te geven, en niet constant taalfouten te verbeteren. Dat schaadt de communicatie eerder dan dat het baat. Meer informatie? Kijk ook eens op: http://www.expertisecentrumnt2.nl/duaal/horeca/index.html
23
M a g e e n Japanner Japans praten op het werk? O f e e n Turk Turks? Plaats voor de moedertaal *Letterlijk staat er: Gezegende Feesten Deze wens wordt bijvoorbeeld uitgesproken bij het offerfeest, 3 maanden na het suikerfeest. Deze formule hangt zo samen met de cultuur, dat het erg onnatuurlijk zou zijn wanneer mensen dit elkaar in het Nederlands zouden toewensen. Er moet dus plaats zijn voor de moedertaal van de anderstalige. Het is ook normaal dat mensen terugvallen op hun moedertaal wanneer ze bijvoorbeeld geëmotioneerd zijn, moppen willen tappen, of wanneer ze bijvoorbeeld opgebeld worden door een familielid. Anderzijds sluit je mensen uit door een taal te spreken die ze niet begrijpen. Onderonsjes worden vaak als negatief ervaren door mensen die een andere taal spreken. Onderonsjes tussen twee anderstalige werknemers worden door de Nederlandstalige collega’s vaak als bedreigend ervaren. Andersom zal een anderstalige werknemer zich ook uitgesloten voelen als hij niet begrijpt wat Nederlandstalige collega’s tegen elkaar vertellen in hun dialect. Er kan afgesproken worden dat Nederlands de algemene omgangstaal is op het werk, maar zerotolerantie t.a.v. de moedertaal heeft alleen het tegenovergestelde effect. Probeer daarom een compromis te sluiten. Spreek af in welke situaties er Nederlands gesproken wordt en wanneer de moedertaal aan bod kan komen. Houd er rekening mee dat de taalvaardigheid van de anderstalige werknemer soms nog veel te laag is om over elk onderwerp in het Nederlands te kunnen communiceren. Het kan voor zo iemand dan ook nodig zijn om zich even te bedienen van zijn moedertaal. Daarna kan hij zich dan weer eens zo goed concentreren op het Nederlands.
24 UNIZO JOBKANAAL
Wat is jouw idee? Vraag je Nader beter wel, of niet? Betrokken werknemers Onderschat de taalvaardigheid van een anderstalige niet. Zelfs al kan hij niet actief deelnemen aan een discussie, hij zal toch heel wat Nederlands oppikken, zolang hij betrokken wordt in het overleg. Betrek de anderstalige bij het werkoverleg of vergaderingen. Het met elkaar praten over het werk is een ingewikkelde en abstracte gebeurtenis. Bovendien vraagt het nogal wat durf om in een groep je mond open te doen; zeker als je de taal nog niet zo goed spreekt. Er zijn verschillende manieren om de medewerker te laten helpen, bijvoorbeeld door de meter of peter: Neem vooraf de agenda met de anderstalige door. Licht de onderwerpen of standpunten toe. De anderstalige weet dan over welke onderwerpen wordt gesproken. Als de medewerker zelf iets wil inbrengen, kan je dat samen voorbereiden. Hoe zeg je dat precies? Wanneer kun je dit zeggen? Welke reacties kun je verwachten? Het is belangrijk voor de medewerker dat het overleg een duidelijke structuur heeft. De voorzitter heeft een belangrijke taak: hij moet ervoor zorgen dat duidelijk is wie iets mag zeggen en op welk moment. Ook moet hij ervoor zorgen dat mensen niet door elkaar praten. Hij geeft duidelijk aan wanneer naar een volgend agendapunt wordt overgestapt. Meer informatie? Kijk ook eens op: http://www.expertisecentrumnt2.nl/duaal/horeca/index.html
25
Hoe kan je Malika helpen om te (durven) telefoneren? Tips om vlotter te telefoneren: Een telefoongesprek voeren met een collega is een taak die vrijwel elke medewerker wel eens moet doen. Maar veel mensen vinden het moeilijk of zijn bang om de telefoon aan te nemen. Wat kan je doen om ervoor te zorgen dat niet steeds dezelfde personen de telefoon aannemen? Oefen telefoongesprekken. Je kan standaardgesprekken oefenen, bijvoorbeeld het doorgeven van een storing of het doorverbinden met een collega. Zo weet de anderstalige werknemer wat hij moet zeggen en wat hij kan verwachten. Je begint met eenvoudige gesprekken en je bouwt de moeilijkheidsgraad stilletjes aan op. Om het levensecht te maken, kan je oefenen via interne telefoonlijnen, of eventueel via de parlofoon. Geef de kans om te telefoneren. Het mag niet vanzelfsprekend zijn dat mensen die nog niet zo goed Nederlands spreken de telefoon door anderen laten aannemen. Stimuleer het aannemen van de telefoon. Medewerkers die de telefoon mogen of moeten aannemen hebben soms nog hulp of een duwtje nodig. Het kan handig zijn eerst nog een collega ‘bij de hand’ te hebben. Een lijstje met standaardzinnen dat vlak bij de telefoon ligt kan ook een hele steun zijn. Je kan zo’n lijstje samen met de werknemer opstellen. Notities maken. Pen en papier horen standaard bij de telefoon te liggen of te hangen. Je collega kan dan notities maken van de belangrijkste informatie. Dan is het makkelijker om de boodschap te begrijpen, om herhaling te vragen, en aan anderen over te brengen. Meer informatie? Kijk ook eens op: http://www.expertisecentrumnt2.nl/duaal/horeca/index.html 26 UNIZO JOBKANAAL
I s d at zo ? Hoe leer je een klant te woord staan? Een taal leren is een heel proces, dat je stilaan, met vallen en opstaan doormaakt. Het is niet de bedoeling dat de anderstalige werknemer van bij de aanvang van het project al klanten te woord staat. Het volgende stramien zou je kunnen doorlopen: 1 de anderstalige werknemer observeert zijn collega een paar keer als die klanten in het Nederlands te woord staat. 2 beiden bespreken dit en maken, als dat handig is voor de anderstalige collega, een lijstje met bijvoorbeeld standaarduitdrukkingen of met moeilijke namen. 4 de Nederlandstalige collega kruipt even in de huid van een klant en voert het gesprek met zijn anderstalige collega. Dit rollenspel kan een aantal keer opnieuw ingeoefend worden, en kan telkens een beetje moeilijker worden 5 wanneer de anderstalige collega zich klaar voelt om echt een klant te woord te staan, doet hij dat best de eerste keren niet alleen. Zijn collega kan telkens de situatie even uitleggen aan de klant en om begrip en tolerantie vragen. 6 Of wat vind je hiervan: - de anderstalige draagt een badge of T-shirt met de volgende tekst: spreek Nederlands alsjeblief, ik wil graag oefenen! - de affiche die bij deze brochure hoort kan je zichtbaar aan de klantenbalie ophangen, zodat ook via deze weg mensen gesensibiliseerd worden.
27
Z i j n t a a l fouten onvergeeflijk? Wist je dat? Uit onderzoek blijkt dat de houding van de gemiddelde Vlaming tegenover het Nederlands van anderstaligen heel tolerant is. Vlamingen zijn volgens het onderzoek uit 1993 al heel tevreden wanneer anderstaligen zich - al is het in ‘gebrekkig’ Nederlands - verstaanbaar kunnen maken. Dit betekent met andere woorden dat de maatschappij aan anderstaligen geen verregaande eisen stelt qua vormcorrectheid, noch een perfect niveau taalvaardigheid Nederlands van hen verwacht. Het verlangen om duidelijk te kunnen communiceren primeert. Naar: Verschueren, Inge, Behoefteonderzoek 1993, Leuven
Spreekt deze persoon in zijn eigen taal misschien ook traag, hakkelend of ongestructureerd? Taal is onlosmakelijk verbonden met iemands persoonlijkheid. Iemand die in zijn eigen taal ongestructureerd en hakkelend spreekt, zal in een andere taal ook zo spreken. Iemand die traag Frans spreekt, zal als hij Nederlands leert niet plots als een sneltrein praten. Ook andere factoren spelen mee: voorkennis (bv. hoe schrijf ik een goed verslag?), beperkte leercapaciteiten (bv. dyslexie), de situatie waarin iemand zich bevindt (bv. iemand met emotionele problemen, iemand met plankenkoorts), …
28 UNIZO JOBKANAAL
Denk jij ook dikwijls dat anderstalige werknemers geen moeite willen doen om Nederlands te kunnen? Denk er ook eens aan dat: Het leren van een taal jaren duurt. Tel eens al de uren op dat je al met het leren van een tweede of derde taal bezig bent. Aan hoeveel uur kom je? Waarschijnlijk is het ontelbaar ... Voor een volwassene is het zelfs zo goed als onmogelijk om nog ooit een vreemde taal perfect en zonder accent te leren spreken, zelfs al gaan hier talloze uren studie en praktijk aan vooraf… Voor gealfabetiseerde laaggeschoolde anderstaligen duurt het gemiddeld 180 tot 240 uur om het basisniveau te halen. Het basisniveau is het absolute minimum dat taalleerders nodig hebben om te functioneren binnen een samenleving waar Nederlands de voertaal is. De taalgebruiker kan dan bv. zichzelf voorstellen, de weg vragen, zich behelpen in de winkel. De voorwaarde is wel dat de gesprekspartner eenvoudig en langzaam spreekt en bereid is te helpen. Ter vergelijking: om het basisniveau in een niet-Europese taal te halen (bv. Chinees of Arabisch) zou een Vlaming 480 lestijden nodig hebben. Voor mensen die niet of weinig naar school geweest zijn of trager leren vraagt het 600 lesuur vooraleer ze het basisniveau bereikt hebben. Een kind kan een andere taal nog vrij snel oppikken en leren spreken. Maar het taalleervermogen neemt af met het ouder worden…
29
H o e vo e l t Hatib zich, denk je? Een veilig leerklimaat: de essentie Je leert pas echt als je je gemakkelijk voelt, als je voelt dat er ruimte is voor experimenteren. Dat durf je alleen als de omgeving veilig is, als mensen in je buurt tolereren dat je leert, als mensen je het gevoel geven dat je wat mag uitproberen. Zoiets gebeurt met vallen en opstaan.
Tips: Vertrek van een positieve basishouding: moedig de anderstalige werknemer aan in wat hij goed doet. Focus op wat hij al wel in het Nederlands kan en niet op de fouten die hij maakt. Creëer een sfeer waarin je laat zien dat fouten in het Nederlands maken mag en dat daaruit geleerd kan worden. Het gaat niet om het opsporen en aantikken van fouten, maar om het rechtzetten ervan. Let op hoe je feedback geeft. Vermijd liefst de ‘rode’ balpen als je schriftelijke feedback geeft. Markeer de dingen die beter kunnen, door bijvoorbeeld alleen te onderstrepen. Ga dan even samen zitten en geef de anderstalige eerst zelf de kans om wat onderstreept is te herformuleren. Bespreek samen een aantal mogelijke opties. Geef houvast door voorbeelden en standaardteksten of sjablonen. Geef de anderstalige verantwoordelijkheid in taken waar hij goed in is.
30 UNIZO JOBKANAAL
H o e g e e f j i j i nstruc ties? Tips and tricks: wat zijn duidelijke instructies? Duidelijke instructies geven is niet gemakkelijk. Gelukkig kan je het leren. ZORG VOOR VISUELE ONDERSTEUNING Geef de instructie op de plaats van de handeling zelf. Daar kan je het duidelijkst uitleggen wat je bedoelt. Foto’s, posters, handboeken op de werkplek kunnen ook handige hulpmiddelen zijn. Maak gebaren die je instructie illustreren, en wijs aan wat belangrijk is GEEF DUIDELIJK GESTRUCTUREERDE INSTRUCTIES Wees logisch in je instructie. Gebruik signaalwoorden als eerst, dan, daarna, als laatste, ... Geef geen onnodige informatie. Leg alleen uit wat op dat ogenblik belangrijk is. Maak je instructie niet te lang. Deel een lange instructie op in stukken. Benadruk de belangrijkste woorden.
31
GEEF EENVOUDIGE INSTRUCTIES Maak je instructies niet nodeloos ingewikkeld. Zeg niet “Het is de bedoeling dat je gaat kijken of er nog voorraad is in het magazijn”, maar wel “Kijk of er nog voorraad is in het magazijn”. Zeg niet “De machine moet gecontroleerd worden”, maar wel “Controleer de machine”. Pas op met vaktaal. Misschien begrijpt je anderstalige collega die nog niet. Probeer altijd zo veel mogelijk hetzelfde woord voor hetzelfde begrip te gebruiken. Bouw de moeilijkheidsgraad geleidelijk aan op. Geef instructies die je anderstalige collega technisch aankan. Spreek langzaam en articuleer goed. CHECK HET BEGRIP Stel achteraf vragen om na te gaan of elke anderstalige collega je wel echt begrepen heeft. Stel daarbij geen vragen waarop gewoon met ‘ja’ of met ‘nee’ kan worden geantwoord (gesloten vraag). Met een zogenaamde open vraag wordt de medewerker aangezet zelf een volledig antwoord te bedenken. Dus liever: ‘Wat ga je deze namiddag doen?’ dan ‘Begrijp je wat je deze namiddag moet doen?’ Stel deze vragen één voor één, en wacht het antwoord af. Maak ze niet te moeilijk. Als je collega vastloopt, probeer dan samen te achterhalen wat er niet duidelijk is. HOUD REKENING MET DE CULTURELE ACHTERGROND Houd er rekening mee dat in het land van oorsprong van je collega de dingen helemaal anders georganiseerd zijn, dat de machines er anders werken, en dat zelfs de meest eenvoudige handeling (bijvoorbeeld afwassen) er op een andere manier kan gebeuren dan bij ons (bijvoorbeeld omdat water er schaars is).
32 UNIZO JOBKANAAL
Hoe red jij je in een taal die je nog niet goed kent? Strategieën om zelfredzaam zijn Een aantal uitdrukkingen komt steeds terug in dezelfde constellatie en die kan je daarom ook best van in het begin in het Nederlands gebruiken. Het zijn handige formules die de anderstalige ook zelf in veel verschillende contexten kan gebruiken en die de zelfredzaamheid vergroten. Het helpt om vragen te durven stellen en om verder uitleg te durven vragen. En daar draait het uiteindelijk om. -
Excuseer Hoe zeg je ....... in het Nederlands? Ik weet het niet Wablief? Kan je dat herhalen? Ik begrijp het niet. Ik versta het niet. Kan je dat eens spellen? Wat betekent .............................? Kan je wat trager praten alsjeblief?
Dit lijstje kan je nog verder aanvullen.
33
O f k a n h et op termijn nog efficiënter? Actie en interactie! In de praktijk kan een anderstalige op verschillende manieren een moeilijke taak aanpakken. 1 De minst effectieve manier is deze: de medewerker doet gewoon niets om te voorkomen dat hij iets mis doet. 2 Efficiënter is het wanneer de medewerker de kans heeft om te observeren hoe iemand met ervaring de taak aanpakt. 3 Een manier waar een medewerker echt van leert is wanneer hij een lastige taak samen met een collega uitvoert, of de anderstalige werknemer probeert een deel van de taak zelf en vraagt hulp aan zijn collega als hij vastloopt. 4 De ideale situatie is dat de medewerker genoeg knowhow en zelfvertrouwen heeft en een taak zelfstandig aanpakt. Feedback van een collega is natuurlijk altijd nog zinvol. De omgeving van de anderstalige werknemer kan de medewerker helpen door hem stap voor stap te laten evolueren naar een andere aanpak. Anderstalige werknemers die problemen op het werk systematisch uit de weg gaan, omdat ze niet genoeg van de taal kennen (stap 1), kan je helpen door ze aan iemand te koppelen bij wie ze steeds met vragen terecht kunnen. Deze persoon kan eerst voordoen hoe het moet (stap 2). Later begeleidt hij de anderstalige werknemer bij het oefenen (stap 3). Zij kunnen net zolang oefenen tot de anderstalige werknemer de taak zelfstandig kan (stap 4). Door deze stappen te volgen bevorder je de zelfredzaamheid van de medewerker. Hij leert niet alleen hoe het eindproduct er uit ziet, maar ook ‘waar’ en ‘hoe’ hij informatie en hulp kan krijgen tijdens het uitvoeren van de taak. 34 UNIZO JOBKANAAL
Wat i s j o u w mening? Werkt het op die manier? Foreigner Talk Deze dialoog is aan de kant van de Nederlandstalige een voorbeeld van ‘Foreigner Talk’. De Nederlandstalige wil zijn taalgebruik vereenvoudigen en verlaagt zich tot grammaticaal foute uitingen. Zo kunnen lidwoorden weggelaten worden of worden werkwoorden niet vervoegd. Dit is het cliché taalgebruik van Nederlandstaligen tegen anderstaligen. Het is beter om je taalgebruik op een andere manier te vereenvoudigen. Foreigner Talk wordt niet wenselijk geacht om diverse redenen: Door dit soort Nederlands krijgen de anderstaligen het slechte voorbeeld. Wanneer ze geen ‘correct’ Nederlands horen, is het moeilijk om ‘correct’ Nederlands te leren. Het kan beledigend overkomen. Dat is zeker het geval wanneer de anderstalige in kwestie goed Nederlands spreekt. Foreigner Talk kan dus ook negatieve gevolgen hebben voor de motivatie van de anderstalige.
35
HOE KAN HET BETER? Spreek altijd correct Nederlands. Spreek niet luider, maar wel duidelijk en langzamer. Visualiseer informatie door dingen te tonen, voorwerpen of foto’s aan te wijzen, … Gebruik eenvoudige taal, maar pas op: korter betekent niet duidelijker! Voorbeeld: Zeg niet: “Knopen touw er rond?” Maar wel: “Heb je het touw rond het pakket geknoopt?”. Probeer ook herformuleringen of parafrases in te lassen, herhaal wat je al eerder hebt gezegd. Zet de belangrijkste informatie vooraan in de zin. Benadruk de belangrijkste informatie door er het accent op te leggen. Reageer als een medewerker iets zegt wat niet duidelijk is. herhaal zijn woorden, vraag wat hij bedoelt en vraag of hij het nog eens wil zeggen. Je kan hierover meer lezen in: Nederlands op de werkvloer : een handleiding voor organisatoren en lesgevers Nederlands op de werkvloer in Vlaanderen / An Lanssens, Sven Speybrouck, Anouk Vanherf. - Leuven : Garant, 2001. - 212 p. - ISBN 90-441-1192-2
36 UNIZO JOBKANAAL
Iedere werknemer moet de arbeid verrichten zoals in deze individuele overeenkomst en de bestaande functiebeschrijving bepaald wordt. Deze wordt hem duidelijk medegedeeld bij indiensttreding, evenals bij het aanvatten van taken, die hem daarna voor de eerste maal wordt opgelegd, behalve wanneer deze overeenkomst in het tegenovergestelde voorziet, moet hij echter tijdelijk andere, bij zijn lichamelijke en verstandelijke geschiktheden passende arbeid verrichten, als de werkgever daarvoor op hem beroep doet om in de goede gang van zaken te voorzien. Fragment uit een bestaand arbeidsreglement.
H e b j i j s u g g e sties voor vereenvou diging e n ve rd u i d e l i jk ing? Moeilijke teksten verhelderen Zorg ervoor dat de anderstalige werknemer ook mondelinge uitleg krijgt bij schriftelijke informatie. In schrijftaal worden vaak andere woorden gebruikt dan in spreektaal, en de moeilijkheidsgraad is dikwijls erg hoog. De meter of peter kan bijvoorbeeld toelichten waar een belangrijke brief van personeelszaken over gaat, en wat er concreet verwacht wordt van diegene aan wie de brief is gericht. Teksten die op de werkvloer worden gebruikt, zoals schriftelijke instructies en werkroosters, worden ook best mondeling toegelicht: welke woorden zijn belangrijk?, wat moet de medewerker nu doen?. Het vertalen van teksten is jammer genoeg geen optimale oplossing is: zo leert de anderstalige niets bij! Natuurlijk kan je ook rechtstreeks naar de bron stappen en het probleem even aankaarten met de tekstschrijver. Misschien heeft die er niet bij stilgestaan dat schriftelijk taalgebruik sowieso in veel gevallen eenvoudiger en helderder kan worden geformuleerd. Meer informatie? Kijk ook eens op: http://www.expertisecentrumnt2.nl/duaal/horeca/index.html 37
H o e k a n je het schrijven vergemak kelijken i n j o u w werkomgeving? Tips Zorg dat er een aantal voorbeelden of standaardbrieven en -mails beschikbaar zijn (offerte, informatieve brief, vraag om informatie…) die de anderstalige werknemer kan personaliseren. Zorg dat er een ‘spellingchecker’ is op de computer van de anderstalige. Lees de externe correspondentie van de anderstalige werknemer na of zorg ervoor dat de anderstalige werknemer bij iemand terecht kan (bijvoorbeeld bij de peter of meter) om zijn correspondentie na te lezen. Doorstreep niet zomaar wat er fout is en geef de goede oplossing niet meteen weg, maar onderstreep waar het beter kan en laat de anderstalige eerst zelf een andere formulering zoeken. Bespreek de mogelijkheden. Stimuleer de werknemer om een lijst aan te leggen met standaardbriefuitdrukkingen vb. om een brief te beginnen of te eindigen…
38 UNIZO JOBKANAAL
H o e n i e u we woorden of begrippen uitleggen? Tips en tricks: Je kan het voorwerp aanduiden of de actie uitbeelden: kijk, dat is de klink van de deur. Je kan een omschrijving geven met woorden die al bekend zijn: cement is zand met water. Je kan een voorbeeldzin geven: zeep, je wast je handen met zeep en water. Je kan het tegengestelde noemen: niet groot, maar klein. Je kan een synoniem zoeken: op het kantoor, dat is op de bureau (is correct Nederlands en toch verstaanbaar in veel andere talen). Je kan ook zeggen in welke combinatie het woord vaak wordt gebruikt: hamer en beitel. Meer informatie? Kijk ook eens op: http://www.expertisecentrumnt2.nl/duaal/horeca/index.html
39
CO LO F O N Werkten mee aan het tot stand komen van deze publicatie: Jan Boulogne (UNIZO), Karen Castryck (UNIZO), Thomas Compernolle (UNIZO), Ellen De Clercq (VDAB), Heidi De Niel (KUL), Veerle Depauw (VDAB) Jean-Luc Fasseur (UNIZO), Jos Heiremans (UNIZO), Hilde Hennen (KUL) Kathelijne Jordens (KUL), Ronny Lannoo (UNIZO), Chris Rondelez(VDAB) Mariet Schieppers (VDAB), Tilly Troost (VDAB), Kris Van Den BRanden (KUL) Stéphane Vanden Broeck (UNIZO), Claudia Vigna (UNIZO), Lies Wijnants (KUL) De illustraties werden gemaakt door Peter-Jan Sioen, Gent. 40 UNIZO JOBKANAAL
Meer info: contacteer UNIZO jobkanaal via gratis telefoonnummer 0800/62 800
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap