Leeswijzer Dit is het formele jaarverslag van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. Met dit jaarverslag legt het College van Bestuur verantwoording af over de gestelde doelen, de activiteiten en de behaalde resultaten. Dit jaarverslag is in het kader van de horizontale verantwoording ook bestemd voor andere doelgroepen, zoals medewerkers, ouders, leden van de Vereniging Gereformeerde Scholengroep, andere onderwijsinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties. De jaarverslagen van de Gereformeerde Scholengroep, het Gomarus College en het ROC Menso Alting zijn ook te vinden op de website: www.jaarverslaggsg.com, www.jaarverslaggomaruscollege.com en www.jaarverslagrocmensoalting.com
Korte indeling van het jaarverslag Hoofdstuk 1: Organisatie, Visie, Raad van Toezicht, Code Goed Bestuur, horizontale verantwoording Hoofdstuk 2: Voorwoord bestuurder, medezeggenschap Hoofdstuk 3 : Gomarus College in beeld Hoofdstuk 4: ROC Menso Alting in beeld Hoofdstuk 5 : Toekomstparagraaf Hoofdstuk 6 : Jaarrekening met toelichting Hoofdstuk 7: Overige gegevens Reactie Mocht u na het lezen van dit jaarverslag een reactie willen geven, dan kunt u dat doen via de mail:
[email protected] of bellen met 050-5244597 (bestuurssecretariaat). Als u nog vragen of opmerkingen heeft over het ROC Menso Alting kunt u kunt reageren via de mail:
[email protected] of bellen met (050) 524 45 80. Gebruikte afkortingen ROC Regionaal Opleidingencentrum BVE Beroeps- en Volwasseneducatie VO Voortgezet Onderwijs OP Onderwijzend personeel OOP Onderwijsondersteunend personeel BBL Beroepsbegeleidende leerweg (combinatie werken en leren) BOL Beroepsopleidende leerweg (leren op school, stage in bedrijf of instelling) BPV Beroepspraktijkvorming (praktijkgedeelte van de opleiding) DUO Dienst Uitvoering Onderwijs (voorheen CFI & IBG) VSV Voortijdig schoolverlaten (jonger dan 23 jaar, zonder startkwalificatie)
1
NAW gegevens Gereformeerde Scholengroep – College van Bestuur Postadres: Postbus 935 9700 AX Groningen Bezoekadres: Lavendelweg 7, 9731 HR Groningen
www.gsg.nl
Gomarus College Postadres: Postbus 399 Bezoekadres: Groningen:
www.gomaruscollege.nl
Assen: Drachten: Leeuwarden: Zuidhorn:
9700 AJ Groningen Vondelpad 1, 2 en 3 9721 LX Magnoliastraat 1, 9741 CS Lavendelweg 7, 9731 HR Mr. Groen van Prinstererlaan 20, 9402 KD/ Eikesingel 62, 9203 NZ Plataanstraat 1, 8924 CR Brilweg 21a, 9801 GC
Pb 475, 9400 AL Pb 172, 9200 AD Pb 9, 9800 AA
ROC Menso Alting Postadres: Postbus 448, 9700 AK Groningen Bezoekadres: Vondelpad 4, 9721 LX Groningen
www.rocmensoalting.nl E-mail:
[email protected] tel: Tel (050) 524 45 80/ fax: (050) 524 45 90
Stichting ROC Menso Alting Zwolle Bezoekadres: Assendorperdijk 55,8012 EG Zwolle
E-mail:
[email protected] tel: (088) 850 87 75
2
Inhoudsopgave
blz.
Hoofdstuk 1
Organisatie Visie Raad van Toezicht Code Goed Bestuur Horizontale verantwoording
4 5 6 7 8
Hoofdstuk 2
Voorwoord bestuurder Medezeggenschap
9 10
Hoofdstuk 3
Gomarus College in beeld Onderwijs Medewerkers Financiën Kwaliteit
11 11 14 17 20
Hoofdstuk 4
ROC Menso Alting in beeld Onderwijs Medewerkers Financiën Bedrijfsvoering Kerngegevens en resultaten
22 22 26 27 32 34
Hoofdstuk 5
Toekomstparagraaf Begroting 2013
42 43
Hoofdstuk 6
Jaarrekening 2012 met toelichting Financiën Gereformeerde Scholengroep Balans per 31-12-2012 Staat van baten en lasten over 2012 Kasstroomoverzicht 2012 Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten Exploitatierekening over 2012 Gomarus College Exploitatierekening over 2012 ROC Menso Alting Verbonden Partijen Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
44 44 47 44 49 50 66 67 68 68
Hoofdstuk 7
Overige gegevens Controleverklaring accountant Gebeurtenissen na balansdatum Bestemming van het exploitatieresultaat Gegevens over de rechtspersoon
69 69 71 71 72
3
Hoofdstuk 1
Organisatie
Juridische structuur De juridische structuur van de Gereformeerde Scholengroep is die van een stichting. De bestuurder (College van Bestuur) is het bevoegd gezag. Organisatiestructuur
Vereniging Gereformeerde Scholengroep Bestuur = Raad van Toezicht Stichting
Stichting Gereformeerde Scholengroep Raad van Toezicht Raad van Identiteit
Toezichthouder op directeur / bestuurder
Directeur / bestuurder Stichting Menso Alting Plus CvB = bestuur GSG Stichting GSG Plus CvB = bestuur GSG
College van Bestuur = Bestuur in de zin van de wet.
Strategische adviesraad
Organisatorische eenheid
Organisatorische eenheid
OE
ROC Menso Alting
Gomarus College
Dienstencentrum
Ondernemingsraad
Centrale MR en locatie-MR-en
MR
De Gereformeerde Scholengroep bestaat uit drie organisatorische eenheden: het ROC Menso Alting, het Gomarus College en het Dienstencentrum. De stichting heeft een College van Bestuur, bestaande uit één bestuurder. Het Gomarus College heeft vestigingen in Groningen: Praktijkonderwijs, Onderbouw, VMBO, HAVO/VWO en in Assen, Drachten, Leeuwarden en Zuidhorn. Het ROC Menso Alting, met afdelingen Economie, Gezondheidszorg en Onderwijs & Welzijn, is gevestigd in Groningen. De Gereformeerde Scholengroep participeert in de samenwerkingsstichting ROC Menso Alting Zwolle samen met Landstede, het Greijdanuscollege en de Gereformeerde Hogeschool.
4
Visie De Gereformeerde Scholengroep Groningen omvat het Gomarus College (VO), het ROC Menso Alting(MBO) en het Dienstencentrum (stafdiensten ten behoeve van de scholen). Onder het motto ‘Leren voor je Leven’ biedt het Gomarus College als brede scholengemeenschap (van Praktijkonderwijs, tot Gymnasium inclusief Tweetalig Onderwijs) voor ieder die plek waar hij of zij de door God gegeven talenten optimaal kan ontplooien. Door het Gomarus College wordt deze visie uitgewerkt in de centrale waarden: presentie, verbinding trouw en toekomstgericht. Op het Gomarus College ontvingen 3154 leerlingen onderwijs in 2012. Het ROC Menso Alting is een gereformeerd mbo voor christenen met opleidingen binnen de sectoren Economie, Gezondheidszorg en Onderwijs & Welzijn. Het ROC Menso Alting werkt deze visie uit in het motto: ontmoet elkaar. Relaties nemen binnen de christelijke mensvisie een centrale plaats in en ze vormen een wezenlijk onderdeel binnen het onderwijs en de pedagogische opdracht van ROC Menso Alting. Wil je kunnen groeien in je beroep, in de ontwikkeling van je talenten en in je geloof, dan is de ontmoeting met de ander onmisbaar. We denken hierbij ook aan de ontmoeting met God. Ontmoeten betekent luisteren, spreken, je mening geven, respecteren, lezen, bidden. We vinden het belangrijk onze studenten te leren de dialoog aan te gaan in hun (werk)omgeving en in de samenleving. Ontmoeten betekent ook dat we ons als school willen verbinden met de samenleving, dat we van betekenis willen zijn voor onze omgeving. We zien het als onze opdracht om op deze manier tegenwicht te bieden aan de individualisering van deze tijd. Het aantal studenten op het ROC Menso Alting kwam in 2012 uit op 596. Het Dienstencentrum omvat stafmedewerkers op de terreinen financiën, personeel, facilitair en ICT, PR en communicatie, identiteit en kwaliteitszorg, ter ondersteuning van de scholen. De cultuur kan worden omschreven als betrokken en oprecht. De focus ligt op het mogen bijdragen aan de ontwikkeling van de leerlingen.
5
Hoofdstuk 2
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht is belast met het interne toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting GSG. Naast het gevraagd en ongevraagd adviseren van het College van Bestuur, heeft de Raad formele taken bij het benoemen, ontslaan en belonen van het College van Bestuur, het vaststellen van de financiële stuur- en verantwoordingsdocumenten van de stichting, waaronder de begroting en de jaarrekening. De Raad van Toezicht heeft in 2012 10 keer vergaderd, in de meeste gevallen met het College van Bestuur a.i.. De vergaderingen worden onderscheiden in beheers- en ontwikkelingsvergaderingen. De jaarlijks terugkerende ontwikkelingsvergaderingen zijn een uitdieping van de aandachtsgebieden: identiteit, onderwijs, mensen en middelen. Ook bezoekt de Raad van Toezicht jaarlijks de verschillende locaties om voeling te houden met de medewerkers en zich ook zelfstandig een beeld te vormen van de organisatie. In 2012 werden 11 bezoeken gebracht. In 2012 werd bijzondere aandacht gegeven aan - identiteit van de scholen, via regio-avonden met ouders en leden van de Vereniging GSG - de code Goed Bestuur BVE - liquiditeitsprognose, jaarrekening, begroting - kwartaalrapportages - de strategische oriëntatie van het ROC Menso Alting - invulling van de vacature voorzitter Raad van Toezicht en ambtelijk secretaris - managementstructuur van de stichting GSG De voorzitter van de Raad heeft als regel maandelijks overleg met het College van Bestuur. Als gevolg van ziekte van bestuurder G.J. (Bert) de Jong was ook in 2012 sprake van een bestuurder a.i. Sinds 1 januari 2012 fungeert de heer W.O. (Wybe) Sierksma uit Leeuwarden als zodanig. Gelukkig is de heer De Jong in de tweede helft 2012 weer volledig hersteld. In onderling overleg is overeengekomen dat hij medio 2013 zijn werkzaamheden voor de GSG zal beëindigen en tot die tijd de raad en de bestuurder a.i. zal dienen met werkzaamheden van meer strategische aard. De werkzaamheden van de auditcommissie concentreerden zich in 2012 op het nauwgezet volgen van de financiële positie van de stichting. De kwartaalcijfers werden intensief besproken met de bestuurder a.i., de controller en de financiële staf. Voorts werden de plannen tot het versterken van de planning en controlcyclus bewaakt en werd aandacht gegeven aan de actualisering van de risicoinventarisatie. De liquiditeitspositie is – mede dankzij al deze inspanningen – aanzienlijk verbeterd. Als onderdeel van de Code Goed Bestuur BVE heeft de Raad in 2012 een integriteitscode vastgesteld met goedkeuring van de GMR. Daarnaast fungeert sinds 2009 een klokkenluidersregeling. Van deze regeling is in 2012 geen gebruik gemaakt. De Raad van Toezicht heeft een aanvullend reglement opgesteld voor de praktische werkwijze van de Raad. De leden van de Raad zijn lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs (VTOI) en bezoeken ook de vergaderingen van het platform van Raden van Toezicht van de MBO-raad. De Raad van Toezicht is erg blij met het behaalde resultaat en dankt de medewerkers en bestuurder voor de inzet die dit mogelijk heeft gemaakt. De Raad van Toezicht ziet de inkomsten primair als middelen om gereformeerd onderwijs mogelijk te maken en hoopt dat (toekomstige) overschotten de kwaliteit van het onderwijs verder zullen versterken. J.B. Modderman, voorzitter 6
Samenstelling en relevante nevenfuncties Voorzitter: G. (Gerrit) Mulder, Notaris en partner bij Trip Advocaten & Notarissen; J.B. (Jan Bert) Modderman, eigenaar Vlaggenindustrie Groningen en Swedamast Nederland. Vice-voorzitter: S.(Stoffer) Otten, Predikant Christelijke Gereformeerde Kerk, Assen; portefeuille identiteit Auditcommissie: J.P. (Jaap) van Barneveld, Managing partner bij Newion Investments Management B.V., Heerenveen; M.E.(Martin) Boon, Manager Planning & Control, Noordhoff Uitgevers B.V. Groningen/Houten; Lid: mw. G.J. (Gerda) Ronda , portefeuille onderwijs. Ambt.secretaris: A.(Bert) Hoorn, per 01-08-2012 opgevolgd door mw. S. (Simone) Vermeulenvan Duijvenvoorde Rooster van aftreden G. Mulder J.B. Modderman J.P. van Barneveld M.E. Boon S.Otten Mw. G.J. Ronda
01-01-2008 - 31-12-2012 01-01-2013 – 2017 15-10-2009 - 2013 18-10-2012 – 2016 18-10-2012 – 2016 13-10-2011 - 2015
eerste termijn, herbenoembaar eerste termijn, herbenoembaar eerste termijn tweede termijn tweede termijn eerste termijn, herbenoembaar
De maximale zittingsduur bedraagt acht jaar (twee termijnen). De Raad van Toezicht bestaat statutair uit tenminste vijf (5) natuurlijke personen. Bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht vindt u op blz. 62. Code Goed Bestuur De Stichting Gereformeerde Scholengroep hanteert de Code Goed Bestuur BVE. Deze keuze is gemaakt omdat de BVE een dwingend opgelegde branchecode kent voor het MBO. De Code Goed Bestuur van de VO-raad, waaronder het Gomarus College valt, dwingt tot het maken van een keuze. De beide Codes hebben dezelfde inhoud. Het besluit om de Code BVE te volgen is zowel aan de MBO-raad als aan de VO-raad meegedeeld. Aan deze Code Goed Bestuur wordt op alle punten voldaan. Jaarlijks evalueert de RvT haar toezichthoudende werkzaamheden; in 2012 is het jaar 2011 geëvalueerd en in 2013 zijn de werkzaamheden van 2012 geëvalueerd. Naast de al bestaande klokkenluidersregeling is in 2012 een integriteitcode aangenomen in samenspraak met MR en OR. Samenstelling College van Bestuur Het College van Bestuur van de Stichting Gereformeerde Scholengroep bestaat uit één lid: de heer G. J. de Jong. In 2012 is in verband met ziekte van de heer De Jong als College van Bestuur ad interim benoemd de heer W.O. Sierksma . Als ondersteuning voor het College van Bestuur a.i. is een MT gevormd, bestaande uit drie directeuren. Samen met de bestuurder heeft het MT 19 keer vergaderd over alle lopende zaken van de stichting. Bezoldiging van de bestuurder vindt u op blz. 67. 7
Horizontale verantwoording De horizontale verantwoording kent twee componenten: - verantwoording afleggen over het gevoerde beleid en de resultaten van de school; - dialoog met de belanghebbenden over het beleid. Horizontale verantwoording in beeld belanghebbenden personeel
leerlingen/studenten
Ouders
bedrijven/instellingen
toeleverend onderwijs (PO)
afnemend onderwijs (HO/U) scholen in het buitenland TTO leden vereniging GSG/ ouders maatschappelijke organisaties
algemeen
vormen medezeggenschap regioavonden aanmeldingsgesprekken website nieuwsbrieven medezeggenschap vensters voor verantwoording website medezeggenschap regioavonden ouderavonden aanmeldingsgesprekken klankbordgroepen vensters voor verantwoording website nieuwsbrieven stages/leerwerkplekken bedrijfsbezoeken/gastdocenten samenwerking in platforms netwerken doe-dagen leerlingen terugkoppeling onderwijsrendement oudleerlingen kwaliteit advisering plaatsing gezamenlijke opleidingen voor leidinggevenden (MEL) meeloopdagen leerlingen netwerken (LIO’s) opleiden in de school uitwisselingen docenten en leerlingen (onderbouw,havo/vwo/praktijkonderwijs) regioavonden aanmeldingsgesprekken ledenvergadering goede-doelen-acties maatschappelijke stages hulpacties in buitenland/horizonjaar bijzondere projecten (gezamenlijke concerten, buurtprojecten) jeugdwerkconferentie ZAT-teams per locatie prijzen leerlingen/docenten (inter)nationale wedstrijden 8
invloed op beleid en onderwijs identiteit identiteit/beleid
beleid en onderwijs kwaliteit beleid en onderwijs identiteit kwaliteit identiteit/beleid beleid/kwaliteit kwaliteit
kwaliteit/beleid kwaliteit/beleid kwaliteit beleid/kwaliteit
kwaliteit leidinggevenden kwaliteit kwaliteit kwaliteit identiteit en kwaliteit identiteit identiteit/beleid
kwaliteit beleid/identiteit beleid/kwaliteit kwaliteit/onderwijs kwaliteit/onderwijs
Hoofdstuk 2
Voorwoord bestuurder
‘With compliments’, zo begon ik mijn bijdrage aan een nieuwsbrief voor de medewerkers eind maart 2013. Het onderwerp van mijn bijdrage waren de jaarcijfers zoals die nu in definitieve vorm voor u liggen. Ik ben bijzonder dankbaar en ook trots op ons allemaal dat we het jaar 2012 met een bijzonder positief resultaat afsluiten. De hoogte van dat positieve resultaat wordt voor een groot deel bepaald door de bijdrage die we als GSG hebben ontvangen uit de O2G2-afwikkeling. In goede samenwerking met de collega schoolbesturen in Groningen is intensief onderhandeld met de gemeente. Het resultaat: een bedrag van ruim € 1,1 miljoen als eenmalige bate. Ons resultaat is echter ook zonder deze eenmalige bate meer dan goed te noemen. Wanneer we de baten en lasten met een min of meer incidenteel karakter buiten beschouwing laten, dan resteert een positief exploitatiesaldo van tussen de € 400.000 en € 500.000. Ik ben bijzonder dankbaar jaarcijfers te mogen presenteren met deze uitkomst. In de genoemde bijdrage aan de nieuwsbrief heb ik mijn waardering naar de medewerkers uitgesproken en ik wil dat ook op deze plaats graag herhalen. Een bestuurder kan wel van alles willen en nastreven, maar uiteindelijk staat of valt het met de loyaliteit, inzet en betrokkenheid van de medewerkers. En, ik gebruikte niet voor niets het woord dankbaar, bovenal met de zegen van onze Hemelse Vader. In dit verslag valt te lezen hoe het ons als Gereformeerde Scholengroep is vergaan in 2012. Het accent ligt op de financiële gang van zaken. De opbouw is echter wat anders dan voorgaande jaren. We hopen daarmee de toegankelijkheid voor u als lezer te verbeteren. Wat zich in een verslag op papier wat moeilijk in woorden laat vatten, is datgene wat er dagelijks plaatsvindt op onze scholen: leerlingen die onderwijs ontvangen en docenten die onderwijs geven vanuit het verbonden zijn in en met Christus. Dat is een opdracht en een enorme uitdaging. Zo wordt het ook ervaren door alle betrokkenen. Maar - zo blijkt uit het begin 2013 uitgevoerde medewerkersonderzoek - het geeft ook heel veel voldoening. We zijn dankbaar en blij met het behaalde resultaat over 2012. Tegelijkertijd stellen we vast dat het niet betekent dat we nu de touwtjes wel weer kunnen laten vieren. Was het maar waar. Er staan ons - behalve extra middelen in het kader van onder meer opbrengstgericht werken - ook nog de nodige bezuinigingen te wachten. Het zal veel inspanningen van ons allemaal vragen om ook in een meerjarenperspectief zwarte cijfers te blijven schrijven. 2012 verschaft ons echter een verbeterde uitgangspositie ten opzichte van voorgaande jaren. Onze ratio's – met name die voor de liquiditeit – illustreren dat. Financieel alert zijn blijft noodzakelijk, maar een sfeer van krampachtigheid is gelukkig niet nodig. Dat betekent dat onze primaire focus bovenal het onderwijs zelf mag zijn en blijven. Ik wil op deze plaats graag allen die in 2012 hebben bijgedragen aan het onderwijs en aan alle andere activiteiten van onze scholen hartelijk bedanken. Ik zie daarin Gods hand en Zijn zegen. Dat geeft vertrouwen! Wybe O. Sierksma College van Bestuur a.i.
9
Medezeggenschap De Gereformeerde Scholengroep is een complexe organisatie om medezeggenschap voor in te richten. Dat is het afgelopen jaar ook weer nadrukkelijk aan de orde geweest. De huidige structuur van de medezeggenschap is: een Centrale Medezeggenschapsraad voor het geheel van het Gomarus College en aparte medezeggenschapsraden op elke locatie; een Ondernemingsraad en een Studentenraad voor ROC Menso Alting; een MR Dienstencentrum voor de staffuncties op de Lavendelweg. Besloten is om die structuur voor de medezeggenschap nog eens goed onder de loep te nemen. Een van de redenen daarvan is dat het werken met twee wetten voor medezeggenschap, namelijk de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) voor ROC Menso Alting, en de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS) voor het Gomarus College, maakt dat medezeggenschap op het niveau rond de bestuurder lastig in te richten is. Ook de duidelijkheid in de rechten van de Locatie MR-en laat te wensen over. Veel medezeggenschapszaken liggen nu op meerdere vergadertafels. Dat is niet efficiënt en ook niet werkbaar. Er is met alle organen een denkproces gestart om uit te zoeken hoe die structuur wel efficiënt en werkbaar te organiseren is. Het afgelopen jaar stond in het teken van interim management. Ondanks het feit dat geen sprake was van een fulltime bestuurder, hebben medezeggenschap en bestuurder a.i. Wybe Sierksma een goede samenwerking op gang kunnen brengen, waardoor wederzijds vertrouwen is ontstaan. Er zijn heel wat zaken het afgelopen jaar de revue gepasseerd. Een bloemlezing: De invulling van de vacature van de bestuurder. Een verlenging voor de bestuurder a.i. en nadenken over de positie van een nieuwe bestuurder. Met name de vraag of er een eenhoofdig of een tweehoofdig CvB zou moeten komen is vaak aan de orde geweest. Er is ingestemd met herstructurering van de zorg. Voor de medezeggenschap was hierin een punt van aandacht dat er geen kwetsbare kinderen tussen wal en schip moeten raken. Ook voor hen willen we graag een goede Gereformeerde school zijn. Passend Onderwijs en de oprichting van een vanuit de overheid verplichte Ondersteuningsplanraad. Geen eenvoudige materie voor een school met locaties in de Provincie en daarbuiten. Ook in dit onderwerp is de complexiteit van de school in bestuurlijke zin een item. Voor onze Scholengroep zijn er meerdere samenwerkingsverbanden waarin vertegenwoordiging van de medezeggenschap geregeld moet worden. Er zijn nieuwe directeuren benoemd, waarbij de Locatie MR-en hun bijdrage hebben kunnen leveren. De jaarlijks terugkerende zaken zoals de ouderbijdrage, de lessentabel, de vakantieregeling, de schoolgids stonden natuurlijk ook op de agenda. Het was een boeiend jaar. Er is veel ruimte geboden om medezeggenschap een plaats te geven. Dat heeft geresulteerd in goede verstandhoudingen en geeft goede moed voor volgend jaar, wanneer er wat betreft de structuur van de medezeggenschap en de invulling van de positie van een bestuurder nog het nodige staat te gebeuren.
10
Hoofdstuk 3
Gomarus College in beeld
Het Gomarus College is een gereformeerde school voor voortgezet onderwijs, van praktijkonderwijs , vmbo, havo, vwo en gymnasium. Onderwijs wordt gegeven onder het motto: Leren voor je Leven. Identiteit Het gereformeerde karakter van de scholen vormt de reden van bestaan en is onderwerp van gesprek bij de aanmelding van leerlingen. De school heeft een formeel toelatingsbeleid. Met alle ouders die voor het eerst een kind aanmelden wordt een aanmeldingsgesprek gehouden. In 2012 werden op alle vestigingen samen 134 gesprekken gevoerd. Deze gesprekken worden gevoerd door iemand van de directie van de locatie, samen met een ouder. Zowel leden van de directie als ouders die zich hier vrijwillig voor inzetten, worden jaarlijks geschoold door middel van interne cursussen. De binding tussen school en ouders is van groot en blijvend belang: de school wil onderwijs bieden dat in het verlengde van de opvoeding thuis ligt. Ouders vormen een onlosmakelijk onderdeel van de leer- en leefgemeenschap van mensen die zich willen richten op het volgen van het voorbeeld van Christus in alle dingen van het leven. Centrale waarden in de visie op onderwijs zijn: presentie, verbinding, trouw en toekomstgericht. Instroom naar denominatie 2011 Denominatie Aantal GKV 2133 CGK 224 NGK 47 GG 32 PKN 237 Evangelisch 303 Anders 72 Onbekend 6 3069
2012 Percentage Aantal 69,5% 2149 7,3% 232 1,5% 48 1,0% 32 7,8% 255 9,9% 325 2,3% 84 0,2% 16 100,0% 3141
Percentage 68,5 % 7,4 % 1,5 % 1,0 % 8,1 % 10,3 % 2,7 % 0,5 % 100,0 %
3.1 Onderwijs Het Gomarus College heeft in 2010 een schoolplan opgesteld dat loopt tot 2014. In dat schoolplan zijn de doelen aangegeven waarnaar in deze periode wordt toegewerkt. In 2012 is gestart met de evaluatie van het schoolplan. De uitkomsten van de evaluatie zullen de richting bepalen voor het beleid tot 2014, meer specifiek voor het beleid en de begroting voor het schooljaar 2013-2014. Samenhang en doorlopende leerlijnen zijn in het vmbo sterk verbeterd, met name door het inrichten van het Vakcollege. Vanaf augustus 2012 starten alle eersteklassers van het Gomarus College die de kader- en basisberoepsgericht leerweg van het vmbo volgen op het Vakcollege. Op alle vestigingen is een instroompunt Vakcollege. Naast het Vakcollege Techniek, dat gestart is in 2010, kunnen leerlingen vanaf 2012 ook het Vakcollege Mens en Dienstverlenen volgen. Het voordeel van het Vakcollege is het grote aantal uren praktijkvakken met een sterke koppeling aan de theorie en de beroepen. Bij de instroompunten Vakcollege bestaat de praktische vorming uit techniek, zorg en economie. Dit sluit naadloos aan bij de bovenbouw van het Vakcollege op de campus. Schoolbrede vakgroepen zorgen voor onderlinge afstemming.
11
Taal en Rekenen kregen extra aandacht in de onderbouw door de inzet van extra uren. Monitoring van de resultaten gebeurt door het gebruik van Cito 0-3 die zowel de prestaties van leerlingen als het rendement van de docent inzichtelijk maakt. In het schooljaar 2011-2012 zijn voor het eerst de verzwaarde normen voor het slagen voor het examen opgenomen. Het gemiddelde van de Centrale Examens moet nu een voldoende zijn (5,5000 of hoger). Op het Gomarus College is duidelijk geanticipeerd op de nieuwe normen, waardoor de slagingspercentages nauwelijks afwijken van die van voorgaande jaren. Op het gebied van Passend Onderwijs wordt gewerkt aan de oprichting van de nieuwe samenwerkingsverbanden. Het Gomarus College participeert in 5 verschillende verbanden: in de stad Groningen, in het Westerkwartier, in de provincie Drenthe en twee in de provincie Friesland. Intern is gewerkt aan het inrichten van een OPDC, waarin alle zorg is geconcentreerd. Talentontwikkeling wordt bevorderd door het aanbieden van tweetalig onderwijs. In 2012 ontving de school de officiële erkenning als school voor tweetalig onderwijs (TTO). Daarnaast zijn via de middelen van de prestatiebox projecten in gang gezet om de talenten van leerlingen te ontwikkelen. Op het vmbo krijgen leerlingen ruimte om mee te doen aan beroepenwedstrijden. Internationalisering heeft zich uitgebreid naar vrijwel alle locaties, van VWO tot en met Praktijkonderwijs. Uitwisseling van leerlingen en docenten vindt plaats met buitenlandse scholen via internationaliseringsprojecten. Om de rol van de docent als identiteitsdrager te versterken hebben verschillende teams de cursus Geloven in Onderwijs gevolgd. Inspectie In Assen heeft de inspectie onderzoek gedaan in het kader van de landelijke steekproef Onderwijsverslag. Alle onderdelen werden voldoende beoordeeld. In Zuidhorn onderzocht de Inspectie de gerealiseerde onderwijstijd. Voldaan werd aan de wettelijke vereisten. Leeuwarden werd onderzocht in het kader van een thema-onderzoek naar Toezicht op leraarschap. Dit resulteert niet in een individueel schoolrapport, maar in een themarapport in 2013. Het schoolbrede inspectiebezoek in juni 2012 heeft ge resulteerd in het basisarrangement voor alle locaties. Zorgstructuur Binnen het Gomarus College is de zorgstructuur aangepast aan het ondersteuningsprofiel, leerlingen moeten diplomeerbaar zijn. De zorgstructuur is ondergebracht bij het vmbo en is gesitueerd op de campus in Groningen. De eigen voorziening Cluster4 is in 2012 teruggebracht van 3 groepen naar 1 gecombineerde schakelgroep Cluster4/Keerkring. De ‘eigen’ rebound-voorziening, onder de naam Keerkring, is gestart in 2008. Het doel van de eigen voorziening is om leerlingen die vastlopen in het reguliere onderwijsproces de mogelijkheid te bieden om enige tijd op een specifieke plek opvang en onderwijs te krijgen. De rebound in de stad leverde in de optiek van de school onvoldoende kwaliteit, leerlingen die daarheen gingen kwamen vrijwel nooit terug in het reguliere proces. Door de reboundvoorziening dicht tegen de school aan te positioneren is het wel mogelijk om leerlingen na een periode van maximaal drie maanden terug in het reguliere onderwijsproces te kunnen plaatsen en hen daar op een goede wijze hun opleiding te laten vervolgen. Het aantal leerlingen dat in 2012 gebruik heeft gemaakt van de Keerkring bedraagt 12, waarvan 5 leerlingen zijn overgegaan naar andere soorten onderwijs per 1 augustus en 7 leerlingen naar de schakelgroep. In deze schakelgroep zaten 22 leerlingen, waarvan 5 leerlingen met ingang van
12
1 augustus 2012 zijn vertrokken naar andere soorten onderwijs en 4 leerlingen terug zijn gegaan naar Vondelpad 2 in het reguliere onderwijsproces. Kenmerken leerlingen Opbouw naar niveau 2012 Pro 71 Basis 192 Kader 421 GL/TL 733 Havo 949 VWO 775 Totaal 3141
2011 56 193 406 714 1007 733 3109
2010 54 228 360 751 944 736 3073
2009 54 213 372 726 1004 673 3042
2008 47 228 331 724 1003 634 2967
geslaagd aantal 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 Prognose
2011/2012
geslaagd %
2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012
65 61 39 29 56 59 43 47 42
77 67 47 55 36 24 39 38 33
100,0 95,7 100,0 100,0 92,3 96,1 97,8 100,0 83,3 97,4 98,1 100,0 100,0 100,0 90,9 96,6 100,0 94,9 82,5 98,3 100,0 94,8 97,6 100,0 97,9 92,3 100,0 98,8 93,5 97,7 96,7 100,0
98,7 98,5 94,0 94,8 94,7 96,0 90,7 97,4 97,1
168 58 133 89 131 85 128 67 186 95 146 83 149 87 147 102 140 76
92,8 91,1 88,5 87,1 87,3 77,2 87,6 77,0 75,3
93,5 98,9 98,8 97,1 92,2 91,2 87,0 91,1 93,8
34 28 27 25 21 24 33 28 18
9 8 9
29 47 47 28 48 43 47 28 37
23 22 14 13 21 19 20 19 15
100,0 100,0 100,0 100,0 95,5 100,0 103,1 90,0 100,0 88,9 100,0 100,0
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 97,7 100,0 100,0 92,5
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
7 2 6 4 5
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
gl
tl
Zuidhorn
gl
tl
Leeuwarden
gl
tl
Drachten
gl
tl
Assen
VWO
HAVO
tl
17 44 51 50 33 41 24 43 24
12 10 7 5 1
111 98 112 113 93 73 92 85 88
gl
kl
bl LWT
bl
Groningen
Examen jaar
Examenresultaten Het percentage gekwalificeerde uitstroom (met een diploma) bedroeg in 2012 95,8 % (in 2011 90.5%).
36 45 47 37 10 29 27 25 30
100,0 97,8 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 96,8
Voortijdig schoolverlaten Het aantal leerlingen dat in 2012 de school verliet zonder diploma was <..> In 2011 was dat aantal 133. Reden Aanmelding ingetrokken/ administratief Gaan werken Naar het MBO Naar andere school/ verhuizing Overig
Aantal 2011 6 7 36 71 13
13
Aantal 2012 8 5 33 88 20
Keuzepatroon profielen Havo 4 en 5 VWO 4, 5 en 6 Cultuur en Maatschappij Economie en Maatschappij Natuur en Gezondheid Natuur en Techniek Eindtotaal
38 160 83 60 341
46 123 107 85 361
Marktaandeel / werkgebied Het Gomarus College is actief in de drie noordelijke provincies: Friesland, Groningen en het noorden van Drenthe. Het werkgebied van de school valt samen met het werkgebied van de Zorgfederatie Gereformeerd Primair onderwijs. In 2012 kwam 72% (in 2011 89%) van de nieuw binnengekomen leerlingen van het Gomarus College van scholen die deel uit maken van deze Zorgfederatie. Onderwijstijd Alle opleidingen voldeden in 2012 aan de norm. De Inspectie heeft een steekproef gehouden in Zuidhorn. Structurele samenwerkingsverbanden Het Gomarus College functioneert in diverse structurele samenwerkingsverbanden, zowel binnen de stad Groningen, in de regio Groningen-Friesland-Drenthe als landelijk. G4: G4 is een overleg met de 3 andere gereformeerde scholen voor VO in Nederland (Rotterdam, Amersfoort, Zwolle). Daarnaast is er op landelijk niveau overleg met de scholen uit het PO. Deze overleggen beslaan de terreinen identiteit, personeelszorg en -werving, bekostiging en instandhouding. GRIP: GRIP is het gereformeerd Identiteitsplatform, uitgaande van de vier gereformeerde scholen voor voortgezet onderwijs. Dit platform ontwikkelt lesmethodes of aanvullingen daarop die raken aan de identiteit van de school. Aan de intrinsieke identiteit van docenten wordt diepte gegeven door het aanbieden van opleidingen voor teams, zoals Geloven in Onderwijs. SWV 2.01: Het Gomarus College is lid van het samenwerkingsverband 2.01, een verband van christelijke VO- scholen in en direct rond de stad Groningen. Het verband heeft als insteek het beleidsarm verdelen van de onderwijs-zorg middelen die het Rijk beschikbaar stelt via dit kanaal. Daarnaast zijn in 2012 de samenwerkingsverbanden voor Passend Onderwijs opgericht waarin het Gomarus College participeert. Dit betekent voor onze regioschool deelnemen in 5 verschillende samenwerkingsverbanden. In de stad Groningen wordt een reboundvoorziening gefinancierd vanuit de samenwerkingsverbanden. Het Gomarus College maakt sinds 2008 geen gebruik meer van deze voorziening, maar heeft een eigen voorziening opgebouwd (uit eigen middelen, zie verder onder ‘Keerkring’). Het Breed Besturenoverleg in de gemeente Groningen is het platform voor overleg tussen alle scholen in de stad en de gemeente. Huisvestingszaken komen aan de orde binnen een apart overleg (huisvestingscommissie). - VO/BVE: op 1 oktober 2012 zijn 399 studenten op het ROC Menso Alting afkomstig van het Gomarus College. In 2011 waren dat 344 studenten.
3.2 Medewerkers Gestart is met de invoering van het beleid functioneren en beoordelen. Monitoring gebeurt door de afdeling P&O. 14
Het verzuimbeleid is op een andere leest geschoeid. Bij de aanpak van verzuim is gekozen voor een actieve rol van de medewerker en de leidinggevende, waar mogelijk ondersteund door adviseurs. Dit wordt ook wel het ‘Eigen Regie Model’ genoemd. Concreet betekent dit dat de werknemer een eigen verantwoordelijkheid heeft voor zijn of haar gezondheid en/of privésituatie in relatie tot de werkgever, met wie de arbeidsovereenkomst is gesloten. Daarnaast heeft de werkgever de verantwoordelijkheid te zorgen voor een gezonde werksituatie en is hij verplicht wetgeving na te komen op een breed terrein van arbeidsomstandigheden, Burgerlijk Wetboek, Wet verbetering poortwachter en de Collectieve Arbeidsovereenkomsten. Als uitvloeisel van de notitie “Werken aan een financieel gezonde toekomst’ is gestart met de omvorming van het dienstencentrum naar een stafbureau en het aanpassen van de zorgstructuur. Daarbij is een aantal functies vervallen in het Dienstencentrum (3), het Steunpunt (3) en Cluster 4 (3). De zorgstructuur is aangepast aan het zorgprofiel; samen met meer uitbesteding betekent dit dat minder formatie behoeft te worden ingezet. Alle activiteiten zijn nu ondergebracht in het OPDC als onderdeel van het VMBO. Het OPDC is er uiteraard voor de gehele GSG-organisatie. Voorbereidingen zijn gedaan voor een medewerkersonderzoek dat begin 2013 zal worden gehouden. Beleid op uitkeringen na ontslag In situaties van onvrijwillig vertrek van medewerkers wordt ingezet op het vergroten van de kans op een baan elders. Het beleid is gericht op begeleiding “van werk naar werk” in outplacementtrajecten. Ook wordt een instrument aangeboden (de zgn. RDA-POP test) waardoor de vertrekkende medewerker beter zicht krijgt op kwaliteiten en valkuilen in het persoonlijk functioneren. Een stimuleringspremie kan onderdeel zijn van dit beleid. Door deze maatregelen wordt een beroep op een uitkering na ontslag voorkomen dan wel tot en minimum beperkt. Leeftijdsbewust beleid Medewerkers worden actief geïnformeerd over de pensioenmogelijkheden. Bijeenkomsten met het ABP worden op locatie georganiseerd, waarbij medewerkers hun individuele positie kunnen bespreken. De verlofmogelijkheden voor oudere medewerkers worden actief onder de aandacht gebracht, ook zijn er mogelijkheden in het kader van mobiliteit.
Leeftijdsverdeling Gomarus College per 31-12-2012 140 120
Aantal
100 man vrouw totaal
80 60 40 20 0 0-19
20 tm 29
30 tm 39 40 tm 49 Leeftijdscategorie
15
50 tm 59
60 +
Opbouw personeel naar functie Gomarus College per 31-12-2012
180 160 140 120 man
Aantal
100
vrouw
80
totaal
60 40 20 0 OBP schaal OBP schaalOBP schaal leraren LB leraren LC leraren LD 1 tm 5 6 tm 10 11 en hoger Functiecategorie
Betrekkingsomvang Gomarus College per 31-12-2012 200 180 160 140 aantal
120
man
100
vrouw
80
totaal
60 40 20 0 wtf 0,000 t/m 0,4999wtf 0,500 t/m 0,9999
wtf 1,000
betrekkingsomvang
16
wtf 1,000 en meer
Gomarus College verhouding OP/OOP per 31-12-2012
31% 69%
3.3
OP OOP
Financiën Gomarus College
Algemeen Gewijzigde begroting Met ingang van 2012 is ervoor gekozen de planning- en controlcyclus te laten aansluiten op het primaire proces: het schooljaar. Naast de reeds beschikbare begroting voor het kalenderjaar 2012 een begroting opgesteld voor het schooljaar augustus 2012 t/m juli 2013. Door een begroting op schooljaar kan de verbinding tussen de primaire processen en de sturing daarvan worden verbeterd. Het opzetten van een goede financiële planning- en controlcyclus ten behoeve van het verbeteren van de beheersing van de kosten heeft in 2012 de nodige aandacht gekregen. Vooral het tijdig leveren van betrouwbare tussentijdse informatie is verder gestroomlijnd. Verdere ontwikkelingen zullen nodig blijven vooral op het gebied van de koppeling tussen beleid en beheer als ook het verder verbeteren van beleidsrijke meerjarenprognoses. Ontwikkelingen De ontwikkeling van het leerlingaantal is naar verwachting licht stijgend. De overheid heeft verdere kortingen op de Rijksbijdrage in het vooruitzicht gesteld. Gelet op de uitdagingen op zowel het onderwijskundig terrein als op het gebied van huisvesting zal het in de nabije toekomst noodzakelijk blijven om de financiële positie verder te verbeteren. Financieel resultaat Het resultaat over 2012 is € 1.756.000 beter dan de begroting, de afwijkingen ten opzichte van de begroting zijn als volgt:
17
Afwijking begroting Rente Overige lasten Huisvesting Afschrijvingen Personeelskosten Overige baten Rijksbijdrage 1.000Categorie
500-
Rijksbijdrage 708
-
Overige baten 1.516
500
Personeelskosten 576-
1.000
Afschrijvingen 118-
Huisvesting 150
1.500
2.000
Overige lasten 64
Rente 8
Categorieën
De Rijksbijdragen zijn € 708.000 hoger als gevolg van hogere werkgeverslasten en prijscompensatie materiële vergoedingen. Daarnaast is een prestatiebox groot € 346.000 ontvangen voor de ontwikkeling van het onderwijs. De overige baten zijn € 1.516.000 hoger vooral door de bijdrage van € 1.100.000 die van de Gemeente Groningen is ontvangen. De personeelskosten zijn € 576.000 hoger door de hogere werkgeverslasten en door een dotatie aan de voorziening. Ten opzichte van 2011 zijn de verschillen als volgt:
Afwijking t.o.v. 2011 Rente Overige lasten Huisvesting Afschrijvingen Personeelskosten Overige baten Rijksbijdrage 600Categorie
400Rijksbijdrage 918
200Overige baten 1.112
-
200
Personeelskosten 504-
400
Afschrijvingen 142-
600 Huisvesting 213
800 Overige lasten 20
1.000
1.200 Rente 35
Categorieën
De Rijksbijdragen zijn hoger door de loon- en prijscompensatie € 512.000 en de prestatiebox € 346.000. De overige baten zijn hoger door de al genoemde bijdrage van de Gemeente Groningen. De personeelskosten zijn vooral hoger door de gestegen loonkosten en dotaties aan voorzieningen. De huisvestingskosten zijn lager door de energielasten, in 2011 waren afrekeningen over voorgaande jaren ontvangen.
18
Financiële positie Gomarus College De financiële positie is in 2012 sterk verbeterd. Dit geldt zowel voor de liquiditeit als de solvabiliteit. 2012
2011
Signalering
Solvabiliteit
.21
.004
Bij een waarde lager dan 0,2
Liquiditeit
.34
-.36
Bij een waarde lager dan 0,5
Rentabiliteit
98%
98%
n.v.t
Kapitalisatiefactor
12%
7%
60%
Solvabiliteit: Liquiditeit: Rentabiliteit: Kapitalisatiefactor:
eigen vermogen en voorzieningen/totaal passiva kortlopende vorderingen en liquide middelen/kortlopende schulden resultaat uit gewone bedrijfsvoering/ totaal vermogen totaal kapitaal (exclusief gebouwen en terreinen)/totale baten
Geconstateerd kan worden dat 2012 een goed jaar is geweest voor het Gomarus College. Allereerst door de bijdrage van de Gemeente Groningen is de financiële situatie verbetert. Ook het resultaat exclusief de bijdrage van de Gemeente is positief geweest. De solvabiliteit is net voldoende, de liquiditeit is nog € 625.000 te laag om als zelfstandige school te kunnen fungeren. Treasurybeleid Het treasurybeleid van het Gomarus College maakt onderdeel uit van het treasurystatuut van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. In dit statuut is vastgelegd dat beleggen en belenen uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de regels zoals opgenomen in de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek. Exploitatie en resultaat x € 1.000
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
2012
2012
2011
Rijksbijdragen
23.302
22.594
22.384
Overige baten
2.169
653
1.056
Som der baten
25.471
23.247
23.440
Personeel
19.331
18.755
18.827
Afschrijvingen
1.039
921
897
Huisvesting
1.218
1.368
1.431
Overig
2.172
2.235
2.191
23.760
23.279
23.346
Som der lasten
19
Rentebaten
8
Rentelasten
45
50
78
-37
-50
-72
1.674
-82
22
Saldo financiële baten en lasten Saldo exploitatie
6
Balans 31-12-2012 X € 1.000
31-12-
31-12-2012
2011
2011
Activa
Passiva
Vaste activa
Eigen vermogen
Materiele vaste activa
31-12-
1.669
22
6.973
7.244 Voorzieningen
1.039
737
6.973
7.244 Langlopende schulden
1.840
1.920
Financiële vaste activa Totaal vaste activa
Voorraden
0
3
676
902
Liquide middelen
3.464
632
Rekening-courant
-2.922
-2.748
Vorderingen
Totaal vlottende activa
1.218
-1.212 Kortlopende schulden
3.613
3.352
8.191
6.032
8.191
6.032
Accountantsverklaring De cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. De jaarrekening is gecontroleerd en goedgekeurd door KPMG Accountants N.V. De complete jaarrekening is te vinden op www.gsg.nl. 3.4 Kwaliteit Via Vensters voor Verantwoording maakt de school inzichtelijk wat ouders en leerlingen zien als sterke en zwakke punten van de school.
20
De werkgroep kwaliteitszorg heeft veel aandacht besteed aan het verkleinen van het verschil tussen schoolexamen en centraal examen. Aandacht was er verder voor het correct onderwijzen van alle kerndoelen die door de overheid zijn vastgesteld. Onderzoek is gedaan naar de doorstroomgegevens van Havoleerlingen als uitvloeisel van de examenresultaten Havo. Uit de analyse hiervan zijn aanbevelingen gedaan voor de benadering van en de manier van lesgeven aan havoleerlingen. Op de vestiging Assen heeft men ervaring opgedaan met RTTI, een classificatiesysteem gericht op kwaliteitsverbetering van de docent. Aan de hand van dit systeem worden toetsen beoordeeld en de resultaten van leerlingen en kan aan leerlingen per cognitief niveau een andere leerstrategie worden geboden. Een aantal leerlingen viel ook dit jaar in de prijzen. Een leerlinge van het vwo is uitgeroepen tot Jonge Dichter des Vaderlands. Bij de beroepenwedstrijden voor leerlingen bouwtechniek werden de eerste en tweede plaats bezet zowel bij het onderdeel timmeren als bij het onderdeel metselen door leerlingen van Vondelpad 2 (vmbo). Klachten In 2012 is één formele klacht ingediend bij de Klachtencommissie Gereformeerd Onderwijs. De commissie sprak uit dat de school juist heeft gehandeld in deze zaak. Risicomanagement Risicomanagement is een onderdeel van de planning- en controlcyclus met één maal per jaar een risicoanalyse volgens de vastgestelde methodiek door een multidisciplinair team. In 2012 is als doel benoemd, dat het eigen vermogen in de komende jaren moet worden verbeterd. Geconstateerd kan worden dat goede sturing op het gebied van risicomanagement heeft bijgedragen aan het positieve resultaat dat in 2012 is bereikt De risicoanalyses worden ook besproken met het toezichthoudende orgaan, de Raad van Toezicht.
geregistreerde ongevallen en bhv-ers/ehbo-ers Gomarus College
ROC Menso Alting
Jaar
2012
2011
2012
2011
Aantal ongevallen
1
6
0
0
Aantal bhv-ers
64
64
4
4
Aantal ehbo-ers
35
35
8
8
Prestatiebox: Met ingang van 2012 wordt een subsidie prestatiebox ontvangen. Een projectgroep heeft kaders voor de bestedingen opgesteld en voorstellen beoordeeld en bij positief advies aan de bestuurder voorgelegd. Deze projecten zullen in het schooljaar 2012/2013 worden uitgevoerd. De besteding in 2012 heeft betrekking op de verbetering van rekenen en taal door uitbreiding van het lesrooster. De andere projecten hebben onder meer betrekking op toetsing, excellentie en verbeteren van onderwijskwaliteit.
21
Hoofdstuk 4 4.1
ROC Menso Alting in beeld
Onderwijs
Invoering examens Nederlands Op 19 december 2012 heeft minister Bussemaker bekend gemaakt dat de invoering van de centrale examinering wordt uitgesteld. Voor Nederlands betekent dat het volgende: • centrale examinering niveau 4 met ingang van schooljaar 2014-2015; • niveau 2 en 3 met ingang van schooljaar 2015-2016. De huidige eerstejaarsstudenten op niveau 4 krijgen daarom tot studiejaar 2014-2015 pilotexamens voor lezen en luisteren. In de tussentijd bereiden we ons voor op de centrale examinering. Het afgelopen jaar hebben we ervoor gekozen het toetsen van de vaardigheden op het afsluitende niveau later in de opleiding te laten plaatsvinden. De ervaring leert dat studenten meer tijd nodig hebben om voldoende te kunnen scoren op de toetsen. Om ze daar te brengen, besteden we in de lessen nu aandacht aan alle vaardigheden, in plaats van de vaardigheden per periode afzonderlijk van elkaar te behandelen. De afzonderlijke toetsen worden eens in de zoveel tijd aangeboden, waardoor er genoeg gelegenheid is om te leren. In 2013 wordt onderzoek gedaan naar betere mogelijkheden tot differentiatie. Ook blijft de aansluiting het taalonderwijs op het beroep waarvoor wordt opgeleid een belangrijk agendapunt. Invoering examens Rekenen Ook de invoering van de centrale examinering voor rekenen wordt uitgesteld: • niveau 4 met ingang van schooljaar 2015-2016; • niveau 2 en 3 met ingang van schooljaar 2016-2017. De studenten op niveau 4 doen dit jaar mee met de Cito-pilots. Het merendeel van de niveau 4 studenten behaalt het vereiste niveau na afname van de herkansing. Dit heeft mede te maken met de vorm van de pilotexamens. We merken dat studenten hier aan moeten wennen. Toch kunnen we concluderen dat we op de goede weg zijn. Voor niveau 2 en 3 wordt gebruik gemaakt van instellingsexamens. De examens worden afgenomen vanaf het tweede leerjaar en de resultaten zijn na datum van examinering 2 jaar geldig. Vanaf het schooljaar 2013-2014 gaan ook de niveau 3 studenten meedoen met de pilots van Cito. Aanpassen handboek Leren & Examineren Jaarlijks wordt het handboek Leren & Examineren geëvalueerd. Tot vorig jaar werden de wijzigingen eenmaal per jaar in een nieuwe versie van het handboek opgenomen. In 2012 is een start gemaakt met het digitaliseren van het handboek. Het is de bedoeling dat medewerkers zo te allen tijde de meest recente informatie, procedures en formulieren uit het handboek beschikbaar hebben. In 2013 zullen we verder na denken hoe de informatie het beste aangeboden kan worden. Passend Onderwijs Wij zetten in op de zorg voor onze student. Mede in het kader van Passend Onderwijs hebben in 2012 de volgende onderwerpen onze aandacht gehad: Overdracht vmbo-mbo Wanneer studenten zich aanmelden, vergaren wij middels het instroomdossier informatie over de student. Om een goede overdracht van vmbo naar mbo te bewerkstelligen wordt een deel van de informatie die in dit dossier verzameld wordt, ingevuld door de decaan of mentor van de toeleverende school. De decaan/mentor van het vmbo kan in het instroomdossier aangeven of 22
contact tussen VMBO en MBO wenselijk is. In ongeveer 10% van de nieuw ingeschreven docenten is dit daadwerkelijk het geval. Handelingsplannen Voor de 16 studenten met LGF worden afspraken op papier gezet in de vorm van een handelingsplan. Daarnaast worden incidenteel extra begeleidingsafspraken vastgelegd door de coach in het logboek van Magister. In 2013 zal de focus op de registratie en monitoring van deze incidentele begeleidingsafspraken liggen. Monitoring De zorg voor studenten wordt gemonitord: • Met LGF-studenten wordt eens per 10 weken een gesprek gevoerd tussen de student, coach, ambulant begeleider en eventueel de ouders en de zorgcoördinator. In deze tussentijdse evaluaties worden de doelen uit het handelingsplan besproken en mogelijk bijgesteld. • De studieresultaten (van alle studenten) worden bijgehouden in Magister. • De resultaten van de extra begeleiding worden vastgelegd in een jaarverslag. In 2013 zal er extra aandacht zijn voor de registratie van de afspraken en de voortgang van de zorg en begeleiding. Definiëring zorgprofiel In 2011 is gestart met het opstellen van een begeleidings- en zorgprofiel. In dat profiel moet komen te staan welke begeleiding en zorg het Menso Alting kan bieden aan individuele studenten. Potentiële studenten kunnen aan de hand van dit profiel kijken of de geboden zorg overeenkomt met de individuele begeleidings- / zorgvraag en aan de hand daarvan de keuze maken om zich al dan niet bij het Menso Alting in te schrijven. Omdat de plannen rondom passend onderwijs nog niet concreet voor het mbo zijn uitgewerkt, is ervoor gekozen om eerst een begeleidingsprofiel te ontwikkelen. Het begeleidingsprofiel omschrijft de standaardbegeleiding die studenten krijgen binnen de school. Afhankelijk van de individuele wensen kan hier gebruik van worden gemaakt. Dit profiel is vastgesteld en wordt binnen de school gebruikt. Het profiel maakt onderscheid tussen begeleiding van de competentieontwikkeling, begeleiding van het keuzeproces (loopbaanbegeleiding), begeleiding van het leerproces en begeleiding van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Samenwerking met externe partners Vanuit het IZAT wordt samengewerkt met de kenniskring Noord-Nederland en zijn we aangesloten bij Zorg voor Jeugd Groningen. Focus op vakmanschap/MBO15 In 2011 heeft minister Van Bijsterveldt in het actieplan ‘focus op vakmanschap 2011-2015’ een aantal doelstellingen geformuleerd. Zo moet het aantal voortijdig schoolverlaters worden teruggedrongen en moet de besturing en bedrijfsvoering van de instellingen op orde zijn. Om deze doelen te bereiken heeft de minister verschillende maatregelen in gang gezet die de komende jaren geïmplementeerd worden, waaronder de volgende: • Het verhogen van de onderwijstijd naar 1000 uur per schooljaar. Hierbij worden specifieke normen gesteld voor de begeleide onderwijsuren en de stages. • Verkorten van niveau 4 opleidingen van 4 naar 3 jaar. • Het verhogen van de kwaliteit van de examens door het instellen van een landelijk kwaliteitskeurmerk. • De verplichting van bij- en nascholing van leraren en het instellen van een lerarenregister.
23
•
•
De drempelloze instroom in niveau 2 van het mbo wordt beëindigd. Voor toelating voor een niveau 2 opleiding hebben studenten voortaan een diploma van het voortgezet onderwijs nodig of een niveau 1 diploma. De mbo-opleidingen op niveau 1 krijgen een nieuwe naam, namelijk: entree-opleidingen. Deze opleidingen worden apart gefinancierd en er wordt een bindend studieadvies ingevoerd, waarmee scholen een leerprestatie kunnen afdwingen. De ROC’s ontvangen voor entree-opleidingen een vast budget.
De scholen worden bij de implementatie van deze plannen ondersteund door het programmamanagement MBO15. In het najaar van 2011 heeft ROC Menso Alting een invoeringsplan ingediend. In januari 2012 is hierover een gesprek gevoerd met het programmamanagement. Er is nog veel onduidelijk over de precieze invulling van de maatregelen. Dit maakt het lastig de daadwerkelijke consequenties te overzien en concrete plannen te maken. In 2012 zijn binnen ROC Menso Alting de eerste activiteiten uitgevoerd in het kader van Focus op Vakmanschap, ook zijn een aantal activiteiten uitgesteld. Hierover wordt in dit jaarverslag verslag gedaan. Aanpassen curriculum eerste jaar naar 1.000 uur In 2012 zou een start gemaakt worden met het intensiveren van het curriculum in het eerste jaar; van minimaal 850 klokuren naar 1.000 klokuren. In verband met het uitstel van de invoering van de maatregelen uit Focus op Vakmanschap naar 2014-2015, zijn de activiteiten in dit kader uitgesteld naar tweede helft van 2013. De curricula van de BBL-opleidingen moeten met ingang van 1 augustus 2013 voldoen aan de nieuwe urennorm: 850 klokuren, waarvan minimaal 200 begeleide onderwijsuren en minimaal 610 beroepspraktijkvorming. Het curriculum voor cohorten die starten in augustus 2013, wordt in de eerste helft van 2013 aangepast. Een tweede belangrijk onderdeel van Focus op Vakmanschap is het verkorten van de opleidingen op niveau 4; van vier jaar naar drie jaar. In 2012 heeft het onderwerp verkorten zijdelings op ons activiteitenprogramma gestaan. Nagenoeg alle niveau 4 opleidingen binnen ROC Menso Alting hebben reeds een opleidingsduur van 3 jaren. Uitzondering is de opleiding mbo-verpleegkundige. Zoals het nu lijkt is deze opleiding één van de uitzonderingen op de regel en kunnen we ons onderwijs blijven aanbieden in een programma van 4 jaren. (SBB, advies mbo-4 kwalificaties met nominale studieduur van 4 jaar, 17 februari 2012). Onderzoek haalbaarheid entree-opleidingen De activiteiten met betrekking tot de entreeopleiding zijn uitgesteld naar 2013 in verband met het uitstel van de invoering van de entreeopleiding en drempelloze instroom. In juni 2013 zal een beslissing genomen worden over de mogelijkheden voor ROC Menso Alting. Verkennen mogelijkheden samenwerking Vakcollege Gomarus In 2012 is besloten dat het Gomarus College en ROC Menso Alting samen gaan werken in het vakcollege Mens en Dienstverlenen. Schooljaar 2012-2013 is de eerste groep gestart op het vmbo. De komende jaren worden de plannen verder uitgewerkt. In dat kader is een werkgroep in het leven geroepen die dit proces coördineert. Daarnaast is besloten de samenwerking in het kader van het Vakcollege Techniek te beëindigen. Het feit dat ROC Menso Alting zelf geen techniekopleidingen in huis heeft, maakt de uitvoering van dit traject onnodig gecompliceerd voor beide scholen.
24
Start opleiding Facilitair medewerker In december 2011 is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van het aanbieden van de opleiding Facilitaire Dienstverlening niveau 2. Reden hiervoor is het besluit te stoppen met de administratieve en secretariële opleidingen op niveau 2 vanwege het geringe arbeidsmarktperspectief. Met de opleiding Facilitair Medewerker willen we een alternatief bieden. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de rapportage Arbeidsmarkt en onderwijsinformatie 2010-2011 van Kenwerk, het kenniscentrum van onder meer de Facilitaire dienstverlening. Tevens zijn er gesprekken gevoerd met adviseurs van Kenwerk. Conclusies: • De kans op een stageplek is goed. Er zijn voldoende gecertificeerde stage-bedrijven in NoordNederland. • Het arbeidsmarktperspectief is ruim voldoende. Facilitair medewerkers op niveau 2 vinden veelal werk in de schoonmaak of horeca. De verwachting is dat ook binnen de ouderenzorg de vraag naar facilitair medewerkers zal groeien. • De functie is vaak minder veelzijdig dan in het kwalificatieprofiel staat omschreven. • Facilitaire Dienstverlening heeft niet zo’n goed imago. Studenten hebben geen idee wat de opleiding inhoudt en wat je ermee kunt. Risico: onvoldoende aanmeldingen. In januari 2012 is een start gemaakt met de opbouw van een netwerk van stage-aanbieders. Schooljaar 2012/2013 is de opleiding Facilitair Medewerker van start gegaan in nauwe samenwerking met de opleiding Detailhandel, niveau 2. Invoeren financieel reglement In 2012 is voor het eerst gebruik gemaakt van een financieel reglement. In dit reglement staan de kosten omschreven waarmee een student te maken kan krijgen wanneer er een opleiding wordt gevolgd op ROC Menso Alting. Het gaat dan om les- en/of cursusgeld maar ook om vaste schoolkosten en vrijwillig te betalen kosten voor bijvoorbeeld excursies. Door deze manier van werken hebben de studenten en ouders een goed overzicht van de kosten waarvoor zij betalen en komt de school tegemoet aan de eis om transparanter te zijn voor wat betreft de schoolkosten. Doordat de inspectie nog een aantal bezwaren heeft tegen deze nieuwe manier van werken wordt het financieel regelement in 2013 verder aangescherpt en wordt de studentenraad gevraagd mee te denken. Verbeterpunten zijn de beschikbaarheid van de gegevens en nog meer keuzevrijheid van studenten bij een aantal soorten kosten. ROC Menso Alting probeert de kosten al zo laag mogelijk te houden voor studenten en zal tegemoet komen aan de wens naar nog meer openheid en keuzevrijheid voor de studenten. Gezonde school In 2011 is een start gemaakt het project Gezonde School. Dit project heeft als doel om van ROC Menso Alting een sport-actieve, gezonde school te maken. We streven naar bewustwording ten aanzien van een gezonde leefstijl en gezondheidsrisico’s die samenhangen met het beroep waarvoor wordt opgeleid. Ook willen we studenten bewust laten worden van de voordelen van gezond en duurzaam voedsel. Deze doelen willen we bereiken door: • de studenten ervaring op te laten doen met verschillende sporten die aansluiten bij persoonlijke voorkeuren; • de studenten deel te laten nemen aan diverse (leefstijl)tests; • de studenten gericht te laten nadenken over het voorkomen van beroepsgerelateerde gezondheidsrisico’s; • de studenten te laten kiezen voor gezond en duurzamer voedsel door een passend aanbod van producten in de schoolkantine.
25
In 2011 hebben we in samenwerking met studenten van de opleiding Sport & Gezondheid van de Hanzehogeschool gewerkt aan het vernieuwen van ons sportaanbod. Dit sportaanbod is verankerd in het OER en wordt tot tevredenheid van de studenten aangeboden. Ook in 2012 hebben we samengewerkt met studenten van de opleiding Sport & Gezondheid. Dit jaar heeft de focus gelegen op een gezond en duurzaam aanbod van voeding in onze schoolkantine. Om dit te realiseren hebben we samengewerkt met de schoolkantinebrigade van het Voedingscentrum. Zij hebben onze kantine beoordeeld en geadviseerd op welke wijze we ons aanbod gezonder kunnen maken. Tevens is er een enquête gehouden onder onze eigen studenten en is er een stuurgroep opgericht waarin alle partijen binnen de school zitting hebben. Deze stuurgroep gaat in 2013 aan de slag met het implementeren van de aangereikte adviezen.
4.2
Medewerkers
Uitwerken strategie meer evenwichtig personeelsbestand Binnen het ROC is aandacht voor het in evenwicht brengen van het personeelsbestand. Op een relatief klein personeelsbestand neemt dit enige tijd in beslag. Elke mogelijkheid om een betere verhouding in de functiemix te krijgen wordt benut. Zo worden nieuwe medewerker in een LBfunctie aangesteld. In het afgelopen jaar zijn met een aantal oudere medewerkers gesprekken gevoerd met als doel te komen tot gefaciliteerde uitstroom. Projectgroep professionalisering Het managementteam heeft in september 2012 een projectgroep Professionaliseren ingesteld en hen de opdracht gegeven een voorstel te doen voor beleid op het gebied van professionalisering. In april 2013 komt de projectgroep met een advies waarmee een aanzet wordt gegeven tot professionaliseren. Tevredenheid medewerkers In het afgelopen jaar is het besluit genomen een medewerkersonderzoek uit te voeren in samenwerking met Effectory. Eind 2012 is gestart met de voorbereidingen zodat het onderzoek in januari 2013 kan worden uitgevoerd. Het verder ontwikkelen van de identiteit In 2011 stond identiteit nadrukkelijk op de agenda. Samen met ROC Menso Alting Zwolle zijn we onder leiding van Whydentity een traject gestart. Dit traject moet ons helpen bij het vertalen van onze identiteit naar een belofte voor onze studenten. Het identiteitstraject is breed ingezet en er is input gevraagd van verschillende betrokkenen. Naast de startgroep van medewerkers zijn ook studenten bevraagd en is er een studiedag voor al het personeel geweest. Aan de medewerkers is vervolgens gevraagd met praktische ideeën te komen als het gaat om de uitwerking van identiteit. De mensen die hier mogelijkheden voor zagen, zijn bij elkaar gebracht in een koplopersgroep. Dit heeft een aantal mooie ideeën opgeleverd. Zo werken we vanaf de start van het nieuwe schooljaar met het jaarthema KIJKEN EN omZIEN. Ook wordt gewerkt aan het fysiek terug laten komen van identiteit in het gebouw. Begin 2013 zal er een uitwisseling plaatsvinden van good practises tussen de vestigingen in Groningen en Zwolle. In de tussentijd wordt gewerkt aan een doorvertaling van de identiteit naar een merkbelofte. Die merkbelofte hopen we aan het begin van schooljaar 2013-2014 te kunnen presenteren aan medewerkers en stakeholders, zoals studenten, ouders en het beroepenveld. Ondertussen wordt binnen de GSG de discussie over formele identiteit gevoerd. Die discussie spitst zich met name toe op het toelatingsbeleid (van studenten) en op het benoemingsbeleid (van medewerkers). Deze discussie wordt samen met de andere gereformeerde scholen gevoerd in samenwerking met het LVGS. 26
Implementatie HRM-systeem In 2012 is een besluit genomen voor de aanschaf van een nieuw HRM-systeem; AFAS. Daarbij is in eerste instantie prioriteit gegeven aan werkzaamheden ten behoeve van de zelfstandige verwerking van de uitbetaling van salarissen per 1 januari 2013. Vanaf 1 januari 2013 zal wordt gewerkt aan de uitrol van AFAS InSite. Met name door de keuze voor een aantal specifieke modules ontstaat een gebruiksvriendelijk, zelf in te richten intranet, dat ervoor zorgt dat medewerkers en managers essentiële informatie makkelijk kunnen vinden. Invoeren plan functioneren en beoordelen Invoeren plan functioneren en beoordelen In het kader van het functioneren van de individuele medewerker, gerelateerd aan het functioneren van de organisatie, is in 2012 een hernieuwde cyclus van functioneren en beoordelen in gang gezet. In de schooljaren 2012/2013 en 2013/2014 wordt met al het personeel een functioneringsgesprek gevoerd. Het doel van de functioneringsgesprekken is verdere ontwikkeling van de competenties van de medewerker en het optimaliseren van de arbeidsomstandigheden. In het najaar van 2012 hebben de meeste medewerkers hun eerste functioneringsgesprek binnen deze cyclus gevoerd. Het accent lag bij deze gesprekken op het functioneren van de individuele medewerkers en de mate waarin een medewerker zijn of haar werk ervaart. In het schooljaar 2014/2015 worden vervolgens beoordelingsgesprekken gevoerd. Het accent ligt daarbij meer op het verleden waarbij er door de leidinggevende een oordeel wordt uitgesproken over het functioneren van de medewerker. Deze gesprekken geven inzicht in de functievervulling van de werknemer en hebben tevens als doel waarderende of corrigerende maatregelen te treffen. De cyclus is tot stand gekomen in samenspraak met de afdeling P&O van de GSG en wordt ondersteund door de OR.
4.2
Financiën
Gewijzigde begroting In 2012 hebben we een begroting opgesteld met de looptijd van augustus 2012 t/m juli 2013. Door een begroting op schooljaar te maken willen we de verbinding tussen de primaire processen en de sturing daarvan verbeteren. Het opzetten van een goede financiële planning- en controlecyclus ten behoeve van het verbeteren van de beheersing van de kosten heeft in 2012 de nodige aandacht gekregen. Vooral het tijdig leveren van adequate informatie is verder gestroomlijnd. Hoe dan? Verdere ontwikkelingen zullen nodig blijven vooral op het gebied van de koppeling tussen beleid en beheer als ook het verder verbeteren van beleidsrijke meerjarenprognoses. Uitgangspunten hoogte eigen vermogen In 2011 zijn we begonnen met het definiëren van uitgangspunten voor de hoogte van het eigen vermogen in relatie tot het risicoprofiel van ROC Menso Alting. Een eerste stap in de vorm van een risico-inventarisatie heeft plaatsgevonden. Deze inventarisatie wordt nog verder gevalideerd en er vindt nog een berekening plaats van de benodigde risicoreserve. In 2012 heeft dit onderdeel nog geen verder uitwerking gekregen, doordat extra aandacht is gegeven aan het verbeteren van de financiële planning- en controlcyclus. Ontwikkelingen De door het Rijk voorgenomen bezuinigingen op het mbo worden samen met een nieuw bekostigingssysteem voor de instellingen uitgewerkt. Inmiddels is het actieplan MBO Focus op Vakmanschap 2011-2015 aan de Tweede Kamer aangeboden. Hierin wordt een accent op de 27
ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs gelegd en de uitwerking van bezuinigen aangekondigd. Daarin wordt ook de lijn geschetst naar bekorting van de opleidingsduur tot drie jaar en een verzwaring van de onderwijstijd in het eerste jaar tot 1000 uur. Bovendien dient het mbo een stevige inspanning te leveren in verband met de verzwaring van de opleidingseisen met betrekking tot rekenen en taal. Het is voor het ROC Menso Alting nog niet in te schatten wat de exacte gevolgen hiervan zullen zijn. Wij houden rekening met het teruglopen van de bekostiging en een toename van de kwaliteitseisen. Financieel resultaat Het resultaat over 2012 is € 31.000 slechter dan de begroting. In de begroting was een taakstelling opgenomen van € 121.000 onder de post personeelskosten. Inclusief deze taakstelling waren de afwijkingen ten opzichte van de begroting als volgt:
Afwijking begroting Rente Overige lasten Huisvesting Afschrijvingen Personeelskosten Overige baten Rijksbijdrage 80Categorie
60Rijksbijdrage 12
Overige baten 43-
40Personeelskosten 69-
20Afschrijvingen 16
Huisvesting 15
20 Overige lasten 29
40 Rente 9
Categorieen
De Rijksbijdragen zijn hoger door de aanpassing als gevolg van hogere werkgeverslasten. De overige baten zijn lager door minder doorberekende verstrekkingen. De personeelskosten zijn hoger door de al genoemde taakstelling en hogere werkgeverslasten. Ten opzichte van 2011 zijn de verschillen als volgt:
28
Afwijking t.o.v. 2011 Rente Overige lasten Huisvesting Afschrijvingen Personeelskosten Overige baten Rijksbijdrage 150Categorie
100Rijksbijdrage 61-
50Overige baten 135-
-
Personeelskosten 165
50 Afschrijvingen 20
100 Huisvesting 42
150 Overige lasten 120
200 Rente 123-
Categorieen
De Rijksbijdragen zijn lager vooral door het aflopen de subsidie innovatie box MBO. De overige baten zijn lager door de lagere verstrekkingen en de subsidie voor Sport en Bewegen die in 2011 is verantwoord. De personeelskosten zijn gedaald door lagere reserveringen voor vertrokken personeel, lagere cursus en opleidingskosten en meer terug ontvangen uitkeringen personeel. De overige kosten zijn vooral lager doordat minder leermiddelen zijn ingekocht en verstrekt aan studenten. Financiële positie De financiële positie is in 2012 licht gedaald. Dit geldt zowel voor de liquiditeit als de solvabiliteit. In 2011 is voor € 21.000 geïnvesteerd in inrichting van lokalen en computers.
Indicatoren Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit Kapitalisatiefactor
2012 0,55 5,17 -3,4% 86%
2011 0,55 5,48 -7,5% 89%
2010 0,54 5,04 1,1% 82%
Signalering Bij een waarde lager dan 0,2 Bij een waarde lager dan 0,5 n.v.t 60%
De indicatoren zijn hoog doordat het eigen vermogen van ROC Menso Alting relatief hoog is. Dit eigen vermogen is mede ontstaan doordat we in het verleden subsidies hebben ontvangen voor de realisatie van het schoolgebouw. Omdat het ROC vrij klein is, is het gewenst dat het eigen vermogen een relatief grote omvang heeft zodat risico’s opgevangen kunnen worden. In het recente verleden zijn onderwijsontwikkelingen gefinancierd uit de innovatiebox. Dit zijn geen structurele inkomsten. Wij verwachten toekomstige ontwikkelingen te moeten financieren uit eigen middelen. Dit zal tot gevolg hebben dat het eigen vermogen lager wordt. Met ingang van het verslagjaar wordt de bestemmingsreserve huisvesting naar tijdsgelang van het gebruik van het gebouw Vondelpad 4/6 overgeboekt naar de algemene reserve.
29
De belangrijkste financiële doelstelling van het Menso Alting is een meerjarig sluitende begroting. Het jaarresultaat 2012 past nog niet binnen deze doelstelling. In 2013 en verdere jaren zullen bezuinigingen worden doorgevoerd om aan de doelstelling te kunnen voldoen. Treasury beleid Het treasury beleid van ROC Menso Alting maakt onderdeel uit van het treasurystatuut van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. In dit statuut is vastgelegd dat beleggen en belenen uitsluitend is toegestaan met inachtneming van de regels zoals opgenomen in de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek. Verklaring helderheid in bekostiging Het interne beleid en de sturing binnen het ROC is er op gericht om de regelgeving, zoals opgenomen in het controleprotocol OCW en de notitie Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie na te leven. Voor een uitgebreidere toelichting op de diverse thema’s wordt verwezen naar de jaarrekening van de Stichting Gereformeerde Scholengroep.
30
Exploitatie en resultaat Exploitatie en resultaat 2012 x € 1.000
Werkelijk 2012
Begroot 2012
Werkelijk 2011
Baten Rijksbijdragen Deelnemersbijdragen Overige baten Som der baten
3.734 72 107 3.913
3.722 175 47 3.944
3.795 175 139 4.109
Lasten Personeel Afschrijvingen Huisvesting Overig Som der lasten
2.961 251 202 488 3.902
2.892 267 217 517 3.893
3.126 271 244 608 4.249
Financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten Saldo financiële baten en lasten
29 120 -91
20 120 -100
13 128 -115
Saldo exploitatie
-80
-49
-255
Bedragen x € 1.000 Activa Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventarissen Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden
31-12-2012
31-12-2011
31-12-2012
31-12-2011
2.714 406 3.120
Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves 2.851 Totaal Eigen vermogen 461 3.312 Voorzieningen
1.626 1.709 3.335
1.636 1.779 3.415
7
Voorziening onderhoud Overige voorzieningen 8 Totaal voorzieningen
363 44 407
353 84 437
1.782
1.852
70 33 128 44 299 574
81 44 112 40 256 533
6.098
6.237
Langlopende schulden Kredietinstellingen
Vorderingen Debiteuren Overige vorderingen Rek.courant Stichting
42 23 2.922
Liquide middelen Totaal Vlottende activa
162.978
Totaal Acvtiva
6.098
99 17 Kortlopende schulden 2.748 Banken Crediteuren 52 Belastingen en premies 2.925 Pensioenpremies Overlopende passiva
6.237 Totaal Passiva
Accountantsverklaring De cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening van de Stichting Gereformeerde Scholengroep. De jaarrekening is gecontroleerd en goedgekeurd door KPMG Accountants N.V. De complete jaarrekening is te vinden op www.jaarverslaggsg.nl.
31
4.4
Bedrijfsvoering
Organisatiecyclus ROC Menso Alting: start met schoolplan en teamplannen Aan de basis van ons werken liggen het koersplan van ROC Menso Alting en de ‘basiskwaliteit’. In het koersplan bepalen we de richting die we als school willen varen. Bij het bepalen van de koers hebben we te maken met zowel interne als externe factoren. Interne factoren zijn bijvoorbeeld onze ideeën over identiteit en visie op onderwijs en examineren. Voor externe factoren valt te denken aan weten regelgeving, branche-informatie, concurrentiepositie en studentgegevens. Jaarlijks wordt vanuit het koersplan een jaaragenda opgesteld. Hierin benoemen we de doelstellingen die in een bepaald jaar centraal staan binnen de organisatie. De basiskwaliteit wordt bepaald op basis van de inhoud van het toezichtkader zoals de inspectie van het onderwijs deze hanteert. Aan de hand van verschillende instrumenten doen we zelf uitspraken over de basiskwaliteit en indien nodig worden verbeteracties in gang gezet. Dit komt jaarlijks samen in de zelfevaluatie onderwijs en examinering. In het verlengde van de jaaragenda en de zelfevaluatie worden sinds december 2012 het schoolplan (managementniveau) en de teamplannen opgesteld. Hierin worden de doelstellingen en activiteiten voor een kalenderjaar geformuleerd. In de plannen worden evaluatiemomenten voor de verschillende activiteiten opgenomen. Dit kunnen per doelstelling verschillende momenten zijn. Zo kan tijdens het proces bijgestuurd worden. In december wordt aan de directie gerapporteerd over de resultaten. Dit is tevens input voor het nieuwe schoolplan en de teamplannen. Ook is het input voor het jaarverslag. Hiermee is de organisatiecyclus rond. Uitwerking scenario’s toekomst ROC Menso Alting Het afgelopen jaar hebben het managementteam en de bestuurder van ROC Menso Alting gekeken naar mogelijke toekomstscenario’s. Uitersten daarbij waren het volledig zelfstandig verder gaan als ROC en het opgaan in een stichting Menso Alting in een samenwerking met een ander ROC. Ook de optie om in de huidige vorm door te gaan is meegenomen. Tijdens deze bijeenkomsten is gekeken naar de financiën van ROC Menso Alting Groningen in vergelijking met die van ROC Menso Alting Zwolle. Doordat Zwolle in een samenwerkingsverband draait als Landstede-vestiging zijn zij ook financieel op de Landstede manier ingericht. Verder zijn er gesprekken gevoerd met de GH in Zwolle en met het Alfa-college in Groningen met als doel mogelijke samenwerkingspartners in beeld te krijgen. Uiteindelijk is besloten om een pas op de plaats te maken. Enerzijds omdat Landstede als een van de mogelijke samenwerkende partners in financieel zwaar weer verkeert. Anderzijds omdat een lichte groei in studentenaantallen de noodzaak van een herpositionering naar de achtergrond deed verdwijnen. Wanneer de nieuwe bestuurder van de GSG is aangetreden wordt dit thema weer opgepakt. In de tussentijd wordt er wel een analyse gemaakt van de kostenverdeling tussen ROC Menso Alting en Gomarus College ten aanzien van het dienstencentrum van de GSG. Wanneer duidelijk is hoe de kosten op een evenwichtige manier kunnen worden toebedeeld, kan er een analyse van ROC Menso Alting als zelfstandige school worden gemaakt. Verbeteren stuur- en verantwoordingsinformatie In 2011 zijn de eerste stappen gezet naar het verbeteren van de aanlevering van sturings- en verantwoordingsinformatie. In 2012 hebben we hier een vervolg aan gegeven. Er zijn aanvullende afspraken gemaakt met het dienstencentrum over het aanleveren van de benodigde informatie. De benodigde informatie heeft sindsdien een plek gekregen in de kwartaalrapportages. De werkwijze 32
wordt in 2013 geëvalueerd. Daarbij staat de vraag centraal of alle informatie op het juiste moment beschikbaar is. Daarnaast is in 2012 een start gemaakt met het toegankelijk maken van uitvoeringsinformatie. Hierbij kan gedacht worden aan procedures, formulieren en formats. Daarbij blijft het gemis van een kwaliteitsmanagementsysteem voelbaar. De oplossing is gevonden in het beschikbaar stellen van uitvoeringsinformatie via het gesloten deel van de website. Onderzoek naar mogelijkheden eigen laptops voor studenten en tablets voor docenten Binnen het Menso Alting bestaat de wens om over te gaan tot het aanschaffen van tablets voor het personeel. Deze wens is ingegeven door vragen vanuit het personeel, zowel individueel als vanuit de OR. Het MT heeft de afdeling ICT gevraagd na te denken over de technische aspecten. De afdeling P&O is gevraagd te kijken naar de mogelijkheden om van het personeel een onbelaste vergoeding te vragen. Bij het nadenken over de noodzakelijke ICT-investeringen ten aanzien van het gebruik van tablets kwam ook het thema “Bring Your Own Device” ter sprake. Dit thema kwam voort uit de wens van docenten en studenten om met eigen laptop’s op het netwerk te kunnen werken. In het kader van deze ontwikkelingen is een notitie geschreven die zich allereerst richt op het gebruik van tablets. Mogelijk groeit deze notitie uit tot een projectplan voor de invoering van BYOD. Participeren binnen het overleg rondom macrodoelmatigheid Macrodoelmatigheid heeft het afgelopen jaar op verschillende niveaus aandacht gehad. In de eerste plaats heeft er een interne portfolioanalyse plaatsgevonden. Op basis daarvan is besloten om een tweetal opleidingen op niveau 2 niet meer aan te bieden. Het betreft de opleidingen Administratief Medewerker en Secretarieel Medewerker. Het arbeidsmarktperspectief voor deze opleidingen is te gering. Om toch een passende opleiding op niveau 2 aan te blijven bieden, zijn we met ingang van het schooljaar 2012-2013 gestart met de opleiding Facilitair Medewerker. Daarnaast is in 2011 regionaal gestart met een macrodoelmatigheidsoverleg voor de noordelijke roc’s en aoc’s. In dit overleg participeren: AOC Terra, AOC Friesland, Friesland College, ROC Friese Poort, Alfa-college, Noorderpoort, Drenthe College en ROC Menso Alting. In 2012 zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest: • Structurele portfolioanalyse door middel van ‘macrodoelmatigheidnoordnederland.nl’ • Invulling geven aan het vraagstuk arbeidsmarktrelevantie van opleidingen in NoordNederland op basis van de SBB-gegevens. • Numerus Fixus in de regio • Gezamenlijke voorlichting, waaronder de onderwijsbeurs • Regie op instroom; aanmelden voor 1 juni
Jaaragenda In 2013 komen de volgende thema’s aan de orde: Onderwijs • Verhogen van de opleidingstijd; 1.000-urennorm • Invoering vernieuwde kwalificatiedossiers • Onderzoek entree-opleidingen • Intake in relatie tot passend onderwijs • Intensivering van de loopbaanbegeleiding • Vakcollege Mens & Dienstverlenen
33
Medewerkers • Visie en beleid op professionalisering ontwikkelen en implementeren • Beoordelen binnen het systeem functioneren & beoordelen • Afronden identiteitstraject Financiën • Nieuwe bekostigingssystematiek • Aanpassen financieel reglement Bedrijfsvoering • • • • • •
Ontwikkelen koersplan 2014-2018 In samenwerking met CvB en RvT implementeren van een nieuwe managementstructuur van de GSG Concrete afspraken maken over de bestuurlijke participatie en vertegenwoordiging in de regio Onderzoek naar gebruik van eigen laptops door studenten Onderzoek naar gebruik van iPads in primair proces Ontwikkelen nieuwe website
Kerngegevens studenten en opleidingen ROC Menso Alting Opleidingsaanbod Sector
Opleiding
Niveau
Economie
Financieel Administratief medewerker Bedrijfsadministrateur Secretaresse Directiesecretaresse/ Managementassistent Commercieel medewerker Junior Accountmanager Verkoper Verkoopspecialist Filiaal manager Zorghulp Helpende Zorg en Welzijn Verzorgende-IG Mbo-Verpleegkunde Pedagogisch Werker Gespec. Ped. Medewerker Kinderopvang Medewerker Maatsch. Zorg MMZ-Pers. Begeleider Specifieke Doelgr. MMZ-Pers. Begeleider Gehandicaptenzorg Onderwijsassistent Pedagogisch Medew. Jeugdzorg (kopjaar)
3
Gezondheidszorg
Onderwijs & Welzijn
Leerweg
Duur
BOL
2 jr
4 3 4
BOL BOL
3 jr 2 jr
BOL
3 jr
3 4 2 3 4 1 2 3 4 3 4
BOL BOL BOL/BBL BOL/BBL BOL/BBL BOL BOL BOL BOL BOL
2 jr 3 jr 2 jr 2 jr 3 jr 1 jr 2 jr 3 jr 4 jr 3 jr
BOL
3-4 jr
BOL
3 jr
BOL
3-4 jr
BOL
3-4 jr
BOL
3 jr
BOL
1 jr
3 4
4 4 4
34
Gegevens deelnemers Studentenaantallen Sector Economie Gezondheidszorg Onderwijs & Welzijn Totaal
Aantal 153 189 253 595
Leeftijdsopbouw studenten Leeftijd 15 jaar 16 jaar 17 jaar ≥ 18 jaar
Niveau 1 -
Niveau 2 2 19 20 17
Niveau 3 7 32 46 104
Niveau 4 10 62 81 195
Totaal 19 113 147 316
Instroom en vooropleiding Instroom Economie Facilitair Medewerker (niv. 2) Administratief/secretarieel (niv. 2) Administratief (niv. 3) Administratief (niv. 4) Commercieel (niv. 3) Commercieel (niv. 4) Detailhandel (niv. 2) Detailhandel (niv. 3) Detailhandel (niv. 4) Secretarieel (niv. 3) Secretarieel (niv. 4)
Tl 0 0 0 3 0 1 0 0 2 1 2
Gl 0 0 0 0 0 1 0 1 2 0 0
Kl 1 0 5 0 2 0 2 1 0 1 0
Bl 4 0 0 0 0 0 3 1 0 1 0
anders 1 0 0 3 0 1 0 2 2 0 2
totaal 6 0 5 6 2 3 5 5 6 3 4
Tl 1 12 0 3 12
Gl 0 2 0 4 1
Kl 7 0 7 0 5
Bl 2 0 2 0 0
anders 3 11 1 4 5
totaal 13 25 10 11 23
Tl 0 0 10
Gl 0 2 3
Kl 0 10 1
Bl 13 0 0
anders 2 4 12
totaal 15 16 26
Instroom Onderwijs & Welzijn Medewerker Maatsch. Zorg (niv. 3) Medewerker Maatsch. Zorg (niv. 4) Pedagogisch Werker (niv. 3) Pedagogisch Werker (niv. 4) Onderwijsassistent
Instroom Gezondheidszorg Helpende Zorg & Welzijn (niv. 2) Verzorgende IG (niv. 3) Verpleegkundige (niv. 4)
Doorstroom Doorstroom Van Helpende Welzijn ( niv.2) Helpende Welzijn ( niv.2) Helpende Welzijn ( niv.2) Maatschappelijke Zorg ( niv.3) Ped.Medewerker ( niv.3) Ped. Medewerker ( niv.3) Onderwijsassistent ( niv.4) Onderwijsassistent ( niv.4) Soc.Pedagogisch Werker ( niv.4) Adm. Medewerker ( niv.2)
Naar Verzorgende ( niv.3) Ped. Medewerker ( niv.3) Onderwijsassistent ( niv.4) Maatschappelijke Zorg ( niv.4) Ped. Medewerker ( niv.4) Maatschappelijke Zorg ( niv.3) Maatschappelijke Zorg ( niv.4) Ped. Medewerker ( niv.4) Maatschappelijke Zorg ( niv.4) Financiele beroepen ( niv.3) 35
Aantal 2 6 1 2 2 1 1 1 2 1
Financiele Beroepen (niv.3) Financiele Beroepen ( niv.3) Financiele Beroepen (niv.3) Detailhandel ( niv.2) Detailhandel ( niv.4) Secretariële beroepen (niv.3) Secretariële beroepen (niv.2)
Detailhandel ( niv.2) Financiele beroepen ( niv.4) Detailhandel ( niv.3) Detailhandel ( niv.3) Financiële beroepen ( niv.4) Secretariele beroepen (niv.4) Secretariele beroepen (niv.3)
1 1 1 1 1 1 1
Kerngegevens medewerkers ROC Menso Alting Personele gegevens Inschaling en betrekkingsomvang in aantallen OP Man
Maximumschaal
OBP 1 t/m 5 OBP 6 t/m 10 OBP >= 11 leraren LB leraren LC leraren LD Betrekkings- 0 t/m 0.24 omvang 0.25 t/m 0.49 0.50 t/m 0.74 0.75 t/m 0.99 1 > 1.0000 Leeftijd <= 19 20 t/m 29 30 t/m 39 40 t/m 49 50 t/m 59 >= 60 Totaal
0 0 1 4 15 0 2 1 2 6 9 0 0 2 0 6 7 5 20
OBP
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
0 0 0 4 19 0 0 4 11 7 1 0 0 2 2 10 7 2 23
0 0 1 8 34 0 2 5 13 13 10 0 0 4 2 16 14 7 43
2 1 2 0 0 0 0 0 1 0 4 0 0 0 23 1 0 2 5
3 4 2 0 1 0 0 3 7 0 0 0 0 0 6 1 3 0 10
5 5 4 0 1 0 0 3 8 0 4 0 0 0 8 2 3 2 15
Totaal
Man
Vrouw Totaal
0,00 0,00 1,00 5,20 24,74 0,00 0,35 2,01 7,34 11,24 10,00 0,00 0,00 2,80 1,50 11,61 10,03 5,01 30,94
1,68 1,00 2,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,68 0,00 4,00 0,00 0,00 0,00 2,00 1,00 0,00 1,68 4,68
1,72 3,40 2,31 3,31 1,09 3,09 0,00 0,00 0,60 0,60 0,00 0,00 0,00 0,00 1,28 1,28 4,44 5,12 0,00 0,00 0,00 4,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 3,23 5,23 0,60 1,60 1,88 1,88 0,00 1,68 5,71 10,39
Totaal 5 5 5 8 35 0 2 8 21 13 14 0 0 4 10 18 17 9 58
Inschaling en betrekkingsomvang in fte’s OP Man
Maximumschaal
OBP 1 t/m 5 OBP 6 t/m 10 OBP >= 11 leraren LB leraren LC leraren LD Betrekkings- 0.00 t/m 0.24 omvang 0.25 t/m 0.49 0.50 t/m 0.74 0.75 t/m 0.99 1 > 1.0000 Leeftijd <= 19 20 t/m 29 30 t/m 39 40 t/m 49 50 t/m 59 >= 60 Totaal
0,00 0,00 1,00 2,60 12,25 0,00 0,35 0,33 1,10 5,08 9,00 0,00 0,00 1,50 0,00 4,15 6,20 4,01 15,85
Vrouw
0,00 0,00 0,00 2,60 12,49 0,00 0,00 1,68 6,24 6,16 1,00 0,00 0,00 1,30 1,50 7,46 3,83 1,00 15,09
OBP
36
Totaal 3,40 3,31 4,09 5,20 25,34 0,00 0,35 3,28 12,46 11,24 14,00 0,00 0,00 2,80 6,73 13,21 11,91 6,68 41,33
Ziekteverzuim Verzuim onderwijzend personeel ziekteverzuimpercentage **
gemiddelde ziekteduur ***
ziekmeldingsfrequentie ****
percentage niet ziek
14,52
2,52
2,52
8,35
109,52
47,62
25
14,69
8,18
6,74
23,57
100
36
0-24 jr. 25-34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-59 jr. 60-99 jr. Totaal
2
0,9
0,39
0,39
2
50
50
5
3,08
7,14
0,17
1,5
40
60
6
3,55
0,67
0,67
1,44
150
16,67
20
13,1
5,89
5,89
21,69
100
50
7
4,98
0,8
0,8
2,05
142,86
28,57
6
3,61
14,1
0,49
2,69
100
33,33
46
29,21
5,54
2,95
3,23
104,35
41,3
FTE
afwezigheidspercentage *
totaal aantal personeelsleden 21
Onderwijzend personeel Mannen Vrouwen
Verzuim onderwijsondersteunend personeel Onderwijsondersteunend personeel
totaal aantal personeelsleden
FTE
afwezigheidspercentage*
ziekteverzuimpercentage**
gemiddelde ziekteduur***
ziekmeldingsfrequentie****
percentage niet ziek
Mannen Vrouwen
7
6,17
10,68
8,05
33,3
85,71
57,14
11
5,85
12,44
3,42
8,4
136,36
36,36
0-24 jr. 25-34 jr. 35-44 jr. 45-54 jr. 55-59 jr. 60-99 jr. Totaal
0
0
0
0
0
0
0
4
1,84
35,55
6,04
13,6
125
25
7
5,23
2,78
2,78
7,1
142,86
42,86
4
2,48
12,79
12,79
31,13
150
25
0
0
0
0
0
0
0
3
2,47
6,67
0
0
0
100
18
12,03
11,72
5,29
15,51
116,67
44,44
*
** *** ****
Aantal gewogen kalenderdagen afwezigheid (alle vormen) van het reguliere personeel in de rapportageperiode, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte 9GAP) en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode maal 100 procent. Aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100% De som van alle gewogen ziektedagen in de rapportageperiode, gedeeld door het aantal in het begin van de rapportperiode reeds lopende ziektegevallen. Aantal ziektegevallen in de rapportageperiode (lopend of begonnen) per 100 personeelsleden.
37
Resultaten ROC Menso Alting Diplomaresultaat Onderstaande tabel laat zien hoe groot het aantal gediplomeerde instellingsverlaters in een schooljaar is als percentage van alle instellingsverlaters in hetzelfde schooljaar. In de berekening worden alle diploma’s die een student binnen de instelling heeft behaald meegenomen.
Diplomaresultaat ROC Menso Alting Vergelijkingsgroep
2008-2009 67% 65%
2009-2010 71% 67%
2010-2011 73% 68%
2011-2012 78% 62%
Onderstaande tabel geeft het diplomaresultaat naar niveau weer.
Diplomaresultaat naar niveau 2008-2009 2009-2010 Niveau 1 100% 0% Niveau 2 42% 57% Niveau 3* 40% 52% Niveau 4 80% 79%
2010-2011 70% 48% 83%
2011-2012 100% 89% 60% 82%
Norm 45,1 45,2 67,3 67,3
* Deze berekening is inclusief de studenten die in de schooljaren ’08-’09 t/m ’10-’11 primair zijn opgeleid voor het kraamcertificaat en niet voor de opleiding Verzorgende IG (niveau 3).
Jaarresultaat Onderstaande tabel laat zien hoe groot het aantal gediplomeerden (instellingsverlaters met diploma plus gediplomeerde doorstromers binnen de instelling) in een schooljaar is, als percentage van hetzelfde aantal gediplomeerden plus de ongediplomeerde instellingsverlaters in dezelfde periode. Wanneer een student in een eerder schooljaar zijn diploma heeft behaald, dan wordt dit in de berekening niet mee genomen. Het gaat dus om de diploma’s die het betreffende schooljaar zijn behaald. Jaarresultaat ROC Menso Alting Vergelijkingsgroep
2008-2009 69% 66%
Jaarresultaat naar niveau 2008-2009 Niveau 1 100% Niveau 2 75% Niveau 3* 53% Niveau 4 74%
2009-2010 71% 67%
2009-2010 0% 57% 52% 79%
2010-2011 73% 68%
2010-2011 100% 78% 51% 80%
2011-2012 75% 65%
2011-2012 100% 86% 60% 79%
Norm 60,7 56,5 65,3 64,2
* Deze berekening is inclusief de studenten die in de schooljaren ’08-’09 t/m ’10-’11primair zijn opgeleid voor het kraamcertificaat en niet voor de opleiding Verzorgende IG (niveau 3).
Toelichting diploma- en jaarresultaat Hoewel het rendement op niveau 3 stijgt, zie we ook in de periode 2011-2012 dat het rendement voor niveau 3 onder de norm ligt. Hier liggen drie redenen aan ten grondslag: 1. De student stroomt uit omdat zijn/haar niveau niet toereikend is.
38
2.
3.
Studenten kunnen op basis van hun niveau 2-diploma of een vmbo-kader-diploma instromen in een opleiding op niveau 3. ROC Menso Alting gaat daarbij uit van mogelijkheden van en kansen voor studenten. Wanneer het gaat om studenten die eerder een opleiding op niveau 2 bij ons volgden, weten we dat het niveau van de opleiding voor een aantal van hen pittig zal zijn. Toch willen we deze student de kans geven zijn opleiding op een hoger niveau te vervolgen. We zetten stevig in op de coaching van deze studenten, maar een deel van hen stroomt desondanks ongediplomeerd uit. Tijdens de intake is het niveau van de opleiding in relatie tot de mogelijkheden van de student een belangrijk gespreksonderwerp. In dat kader zal ook de verlengde intake nadrukkelijker ingezet worden. Dat houdt in dat het intern zorgadviesteam een belangrijke adviesrol heeft bij de plaatsing van deze studenten. Ook zijn we op zoek naar een vorm van overleg tussen decanen wanneer studenten doorstromen tussen niveaus en opleiding, met als doel de juiste plaatsing van de student. De student stroom uit omdat hij/zij voorkeur heeft voor een andere opleidingsvariant. Er zijn studenten die vastlopen in hun opleiding door de opleidingsvariant; de BOL (beroepsopleidende leerweg). Voor de meeste opleidingen bieden wij geen BBL-variant aan omdat hiervoor te weinig interesse is. Dit betekent dat deze studenten uitstromen om hun opleiding op een ander roc wél in de BBL-variant te kunnen vervolgen. De student stroomt uit vanwege de keuze voor een opleiding die niet wordt aangeboden op ROC Menso Alting. Wanneer een student zich tijdens de opleiding realiseert dat de opleiding niet bij hem past, wordt hij gecoacht bij het kiezen van een geschikte opleiding. Vaak kiezen zij een verwante opleiding, maar het komt ook regelmatig voor dat zij kiezen voor een opleiding die wij niet in ons opleidingspalet hebben.
VSV (voortijdig schoolverlaten) Wij zetten door middel van onze studentbegeleiding en het verzuimbeleid stevig in op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Dit zien we terug in onze resultaten. Met een score van 3% zit ROC Menso Alting ver onder het gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Onderstaande tabel laat de resultaten voor VSV zien voor ROC Menso Alting en haar vergelijkingsgroep. Voortijdig schoolverlaten 2008-2009 ROC Menso Alting 4% Vergelijkingsgroep 9%
2009-2010 3% 9%
2010-2011 2% 8%
2011-2012 3% 8%
Studenttevredenheid Job Monitor 2012 Uit het studenttevredenheidsonderzoek van Job Odin blijkt dat onze studenten tevreden zijn over de school en de opleidingen. ROC Menso Alting is een klein ROC. Onze docenten kennen hun studenten en de studenten voelen zich veilig en gezien op school. Veiligheid en sfeer worden dan ook hoog gewaardeerd. Ook de tevredenheid over de toetsing springt in het oog. De toetsen sluiten aan bij de leerstof en de studenten zijn daarnaast tevreden over de betrouwbaarheid van de beoordeling. Een aandachtspunt is de loopbaanbegeleiding. De lage score heeft voornamelijk te maken met de mogelijkheid tot het maken van eigen keuzes van vakken of activiteiten. De tevredenheid over de begeleiding bij beroepskeuze en vervolgopleidingen is daarentegen wel gestegen. De vermelde scores van de JOB Monitor zijn ook op teamniveau beschikbaar en vormen daarmee voor de teams een middel om de kwaliteit van het onderwijs gericht te verbeteren.
39
Cijfer School Opleiding 5-puntsschaal Lessen Toetsing Competenties Docenten Studiebegeleiding Keuze-/loopbaanbegeleiding Stage Informatie Organisatie Veiligheid en sfeer Onderwijsfaciliteiten School en studie
Job Odin 2008
Job Odin 2010
Job Odin 2012
ROC MA
Landelijk
ROC MA
Landelijk
ROC MA
Landelijk
7,1 6,9
6,3 6,9
7,0 6,9
6,9 6,4
7,3 7,1
6,4 6,9
3,3 3,6 3,5 -
3,2 3,5 3,3 -
3,3 3,6 3,8 3,6 3,5 3,0
3,3 3,7 3,7 3,6 3,5 3,1
3,4 3,9 3,8 3,7 3,6 2,9
3,4 3,8 3,6 3,6 3,5 3,0
3,8 3,6 3,2 4,2 2,9
3,6 3,5 3,1 3,7 3,1
3,9 3,2 3,2 4,2 3,4
3,7 3,3 3,1 3,8 3,4
3,7 3,4 3,3 4,2 3,7
3,6 3,3 3,1 3,8 3,5
-
-
3,5
3,3
3,7
3,3
Klachten ROC Menso Alting heeft een eigen klachtencommissie waar klachten ingediend kunnen worden. In 2012 zijn er geen klachten ingediend. Klachten Jaar 2012 2011 2010 2009
Aantal klachten 0 0 0 3
Oordeel Inspectie van het Onderwijs In 2011 heeft de Inspectie van het Onderwijs het basisarrangement voor het toezicht op het onderwijs vastgesteld voor alle drie afdelingen. Dit betekent dat de inspectie in haar risicoanalyse geen aanwijzingen heeft gevonden dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. In de risicoanalyse heeft de inspectie gebruik gemaakt van de rendementsgegevens, het jaarverslag en het studenttevredenheidsonderzoek. In december 2012 is gestart met de voorbereidingen ten behoeve van het onderzoek naar de Staat van de Instelling. Dit onderzoek voert de inspectie in januari en februari 2013 uit. Op basis daarvan zal de inspectie het toezichtarrangement toekennen voor de komende drie jaar. In 2012 heeft de inspectie op onze school een themaonderzoek uitgevoerd naar de geprogrammeerde en gerealiseerde onderwijstijd binnen de opleiding Onderwijsassistent (zie tabel) en de opleiding Verzorgende IG (zie tabel). Op grond van haar bevindingen concludeert de inspectie dat de opleidingen voldoen aan het vereiste van minimaal 850 klokuren. Daarmee wordt voldaan aan artikel 7.2.7 van de WEB. Onderwijstijd opleiding Onderwijsassistent Leerjaar 1 Geprogrammeerde onderwijstijd 888 Gerealiseerde onderwijstijd 873
Leerjaar 2 1059 1041
40
Leerjaar 3 957 942
Onderwijstijd opleiding Verzorgende IG Leerjaar 1 Geprogrammeerde onderwijstijd 923 Gerealiseerde onderwijstijd 912
Leerjaar 2 959 948
Leerjaar 3 1018 1012
Zelfevaluatie onderwijs en examinering In 2012 is voor de tweede keer een brede zelfevaluatie uitgevoerd die alle gebieden van het waarderingskader bve 2012 omvat. De zelfevaluatie levert directe input voor het schoolplan en de teamplannen. Hiermee hebben we een stap gezet in het sluitend maken van de organisatiecyclus. Planning, monitoring, evaluatie, verbetering en verantwoording worden meer op elkaar afgestemd. De zelfevaluatie is hiermee geen doel op zich, maar een middel te werken aan kwaliteit en deze te borgen. Belangrijk onderdeel van onze beoordeling in de zelfevaluatie 2012, was de audit door onafhankelijke deskundigen voor de gebieden 1 tot en met 5 uit het waarderingskader. Wij zijn op basis van deze audit en de zelfevaluatie van mening dat we op de goede weg zijn. Verbeteringen liggen voornamelijk op het vlak van verslaglegging en informatiebeheer. Daarbij is onze grootste valkuil het systematisch en planmatig werken. Hoe wij hier aan gewerkt hebben, leest u in hoofdstuk 2 van dit jaarverslag. De zelfevaluatie is te vinden op www.rocmensoalting.nl. Overzicht beoordeling zelfevaluatie per gebied Gebieden Beoordeling 1 Onderwijsproces Voldoende 2 Examinering en diplomering Voldoende 3 Opbrengsten Voldoende 4 Kwaliteitsborging Voldoende 5 Naleving wettelijke vereisten Voldoende 6 Kwaliteit Leraarschap Geen beoordeling 7 Financiële continuïteit Voldoende
Helderheid bekostiging BVE Thema 1: uitbesteding Er vind geen uitbesteding van (delen) van onderwijs aan een andere instelling plaats. Thema 2 : investeren van publieke middelen in private activiteiten Er hebben geen investeringen met publieke middelen plaatsgevonden in private activiteiten. Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf Er is geen fonds waaruit les- en cursusgelden voor deelnemers worden betaald. Thema 5: In- en uitschrijving en inschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk Alle studenten worden ingeschreven op één kwalificatiedossier. Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven De deelnemers volgen de opleiding waarvoor ze nu zijn ingeschreven. Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven Er zijn geen maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven.
41
Hoofdstuk 5 :
Toekomstparagraaf
Risico’s en onzekerheden Jaarlijks wordt een risico inventarisatie op gesteld. Al jaren blijkt dat de grootste twee risico’s de instroom van studenten en leerlingen zijn als mede onzekerheden in de ontwikkelingen van de rijksbijdragen. Ook voor de komende jaren lijken dit de twee grootste risico’s. Door gerichte wervingsactiviteiten hebben we tot nu toe onze instroom op peil kunnen houden en werd zelfs een lichte groei gerealiseerd. Vanzelfsprekend is dat echter niet. De ontwikkeling van de rijksbijdragen de komende jaren is nog steeds onzeker. Kasstromen, financiering en beleggingen Het beleid is er opgericht dat de liquiditeits- en solvabiliteitspositie de komende jaren op het huidige niveau gehandhaafd blijft. Om dit mogelijk te maken wordt toegewerkt naar een (meerjaren) positief begrotingsresultaat en een investeringsniveau dat de afschrijvingslasten niet extra doet stijgen. Het meerjarenbegrotingskader dat wordt gebruikt voorziet in de genoemde uitgangspunten. De extra aandacht voor de liquiditeit heeft zich in 2012 – los van de incidentele effecten – vertaald in een betere liquiditeitspositie per jaareinde, maar ook gedurende het jaar. Een probleem wat de komende jaren moet worden opgelost is de renovatie van oude/verouderde gebouwen. Met het oog daarop hopen we dat snel duidelijk zal worden welke middelen daarvoor uiteindelijk aan de scholen zelf ter beschikking zullen worden gesteld en wat dat betekent voor ons. De ontwikkelingen op het terrein van ICT vragen om een verbetering van de infrastructuur door middel van goede draadloze netwerken. Dit zal de komende jaren (met name in 2014) worden gerealiseerd. Toekomstverwachting Met ingang van 2012 is gestart met het opstellen van een begroting op schooljaar. Op deze manier wordt een betere aansluiting gerealiseerd tussen de primaire processen in de school en de sturing daarvan door middel van de planning- en controlcyclus. Tussentijdse rapportages vinden plaats per trimester: van 1-8 tot 31-12, van 1-1 tot 30-04 en van 1-5 tot 31-7. Zoals uit de hierna opgenomen financiële gegevens blijkt, komt het begrotingsresultaat voor het begrotingsjaar 2012-2013 vrijwel op nul uit. De verwachting is dat het uiteindelijke resultaat positief zal zijn. Om dat te bereiken dienden de taakstellingen in de begroting ook daadwerkelijk te worden gerealiseerd. Voor een deel zijn de noodzakelijke acties direct in gang gezet, voor een ander deel vond dat plaats bij de formatieplanning voor het schooljaar 2012-2013. De ontwikkeling van de liquiditeit wordt nauwlettend gevolgd. Bij het ROC zal een nadrukkelijke kostenbeheersing in de komende jaren noodzakelijk blijven, zeker wanneer de toekomstige onderwijskundige ontwikkelingen daarin worden betrokken. Bij alle maatregelen die worden genomen is het perspectief meerjarig. Alleen op die manier kan structureel worden gewerkt aan een financieel gezonde toekomst. De meerjarenraming geeft nog steeds een groei van het aantal leerlingen te zien. Dat geeft reden tot dankbaarheid. Het is een uitdaging om die groei ook zodanig te organiseren naar de praktijk van lessen geven, dat groepen zo optimaal mogelijk worden samengesteld. Ook dat draagt bij aan het werken aan een (financieel) gezonde toekomst. De samenwerking met andere onderwijsinstellingen heeft tot doel de versterking van het gereformeerde onderwijs in al zijn geledingen in Noord Nederland. Het secundaire doel is om door samenwerking zo efficiënt mogelijk om te kunnen gaan met de beperkte middelen in het onderwijs. Het meerjarenperspectief blijft lastig te bepalen vanwege met name de onzekerheden rondom de ontwikkeling van de rijksbijdragen. Zoals hiervoor reeds aangegeven blijft ons beleid gericht op een sluitende begroting en – daarmee – op het handhaven van de huidige liquiditeits- en solvabiliteits-
42
positie. De middelen vanuit de prestatiebox zullen ons vervolgens helpen om doelgericht te blijven werken aan de kwaliteit van ons onderwijs.
Begroting GSG 2012-2013 Exploitatie overzicht GSG Bedragen x 1€
2011/2012 Rijksbijdragen Overige baten Totale baten
26.239.167
2011/2012 26.276.876
2012/2013 26.258.036
1.025.557
1.369.270
1.140.250
27.264.724
27.646.146
27.398.286
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Rentelasten
21.751.175
21.974.749
21.927.223
1.242.443
1.189.648
1.270.552
1.531.363
1.469.147
1.491.182
2.679.507
2.840.481
2.654.317
172.500
168.713
152.400
Totale lasten
27.376.987
27.642.738
27.495.674
112.26450.000 62.264-
3.408 50.000 53.408
97.38850.000 47.388-
Resultaat Bijdrage bestemmingsreserve Saldo resultaat
Gomarus ROC DC Steunpunt/Keerkring
43
2011/2012
2011/2012
2012/2013
36.64875.257359112.263-
280.080 326.5049.264 40.567 3.408
117.828 65.216150.00097.388-
Hoofdstuk 6 :
Jaarrekening met toelichting
Financiën Gereformeerde Scholengroep Indicatoren Solvabiliteit
2012 0,45
2011 0,38
2010 0,37
2009 0,53
Liquiditeit
1,00
0,42
0,59
0,30
Rentabiliteit Kapitalisatiefactor
32% 23%
-6% 17%
-10% 21%
-8% 23%
Solvabiliteit: Liquiditeit: Rentabiliteit: Kapitalisatiefactor:
Signalering Bij een waarde lager dan 0,2 Bij een waarde lager dan 0,5 n.v.t Boven de 60%
eigen vermogen en voorzieningen/totaal passiva kortlopende vorderingen en liquide middelen/kortlopende schulden resultaat uit gewone bedrijfsvoering/ totaal vermogen ( 2010: exclusief de afboeking van de vordering op het ministerie van OCW) totaal kapitaal (exclusief gebouwen en terreinen)/totale baten
Financiële situatie op balansdatum De liquiditeitspositie is ten opzichte van 2011 fors gestegen. De stijging is vooral veroorzaakt door het positieve jaarresultaat over 2012, een nadere specificatie vindt u in het kasstroomoverzicht op blz. 47 De geconsolideerde solvabiliteitsratio (eigen vermogen+ voorzieningen/ totaal vermogen) steeg in het verslagjaar. Deze solvabiliteit ligt boven de signaleringsgrens zoals die door de inspectie wordt gebruikt. Eigen vermogen De totale vermogenspositie is in het afgelopen verslagjaar gestegen (2011 € 3,4 mln; 2012 € 5,0 mln), een stijging van 49%, veroorzaakt door het positieve resultaat bij het Gomarus College. Het bestuur heeft bij het opstellen van de begroting 2012 maatregelen genomen om toekomstige exploitatieresultaten van negatief naar positief om te buigen. Een van de elementen die in uitvoering is, is de invoering van risicomanagement. Deze inventarisatie heeft als doel de interne beheersingsmaatregelen te prioriteren. Op grond van de acties in het kader van de begroting 2012/2013 en de invoering van risicomanagement is het bestuur van mening dat het eigen vermogen toereikend is. Treasury management De tijdelijk overtollige middelen worden bij de huisbankier in rekeningen-courant, op dagelijks opvraagbare spaarrekeningen bij gerenommeerde instellingen aangehouden. Er is een concepttreasurystatuut opgesteld. De uitgangspunten die worden toegepast zijn conform de Regeling beleggen en belenen. In 2012 zijn geen overtollige middelen belegd. Verbonden partijen De stichting GSG Plus is in 2006 opgericht om extra activiteiten buiten het reguliere onderwijs mogelijk te maken, zoals huiswerkbegeleiding. De Stichting GSG heeft beslissende zeggenschap in deze stichting. In 2012 heeft deze stichting een AWBZ-erkenning ontvangen voor individuele begeleiding van leerlingen met een LGF-indicatie. De stichting Menso Alting Plus is eveneens opgericht in 2006 om activiteiten buiten het reguliere onderwijs mogelijk te maken voor het ROC Menso Alting. Deze stichting leidt tot nu toe een slapend bestaan.
44
Gang van zaken gedurende het verslagjaar Het verslagjaar is afgesloten met een positief saldo van € 1.594.000 te specificeren als volgt: Gomarus College € 1.674.000 positief, begroot € 82.000 negatief ROC Menso Alting € 80.000 negatief, begroot € 49.000 negatief Gomarus College De in de begroting opgenomen taakstellingen zijn grotendeels gerealiseerd. Daarnaast is er een extra bijdrage van de Gemeente Groningen ontvangen in het kader van de vaststellingsovereenkomst inzake O2G2. ROC Menso Alting Het ROC heeft een groot gedeelte van de taakstellingen voor 2012 ingevuld. Stichting GSG Ten opzichte van de begroting zijn de baten gestegen met € 2,2 mln, hoofdzakelijk door de extra ontvangen bijdrage van de Gemeente € 1,1 mln, hogere Rijksbijdragen 0,7 mln. Ten opzichte van de begroting zijn de lasten met € 0,5 mln gestegen, veroorzaakt door hogere personeelskosten € 0,6 mln als gevolg van hogere werkgeverslasten en lagere huisvestingskosten € 0,2. Geconcludeerd kan worden dat de extra beheersmaatregelen op de personeelskosten effect hebben gehad. Ten opzichte van vorig jaar kan de verbetering van het resultaat met € 1,8 mln voornamelijk verklaard worden door de gestegen baten en nagenoeg gelijk gebleven kosten. Voor een overzicht wordt verwezen naar de afzonderlijke exploitatierekeningen van het Gomarus College en het ROC Menso Alting en de toelichting op de exploitatierekening van de GSG. Financiering/ Kasstromen De kasstroom uit operationele activiteiten is toegenomen met € 3 mln (2012: 3.739.000; 2011: 697.000) hoofdzakelijk door het jaarresultaat en mutaties in de vlottende middelen (een daling van de vorderingen). De kasstroom uit investeringsactiviteiten nam af met € 0,8 mln door de gedane investeringen. De kasstroom uit financieringsactiviteiten is afgenomen door de gedane reguliere aflossingen. De in het verslagjaar gedane investeringen van € 0,8 mln zijn iets lager dan de afschrijvingen van € 1,3 mln. Dit als gevolg van het beleid om terughoudend te zijn met investeringen om zo de afschrijvingslasten te beperken. Ook in de begroting 2012/2013 zal dit beleid worden voortgezet. Het werkkapitaal is verbeterd door het positieve jaarresultaat en een afname van de vorderingen. Dit laatste is ontstaan door het eerder in rekening brengen van de ouderbijdragen en het eerder beginnen met het incasseren van die vorderingen. Nadat in 2011 duidelijk was geworden dat we in financieel zwaar weer verkeerden, is voortvarend een begin gemaakt met het realiseren van noodzakelijke ombuigingen. Die maatregelen hebben – zo mogen we voorzichtig vaststellen – effect gesorteerd. Behalve maatregelen van meer incidentele aard waren ook structurele aanpassingen nodig. Dat heeft geleid tot een vermindering van formatie aan de ene kant (met name bij de onderwijsondersteunende functies, het Dienstencentrum en in de zorgstructuur) en bijdrage van het onderwijzend personeel via het taakbeleid aan de andere kant. Investeringen werden nog meer dan anders beoordeeld op noodzakelijkheid. Ook in de begroting voor het schooljaar 2012/2013 is dit beleid gecontinueerd. Via een zorgvuldige en gedegen formatieplanning en een doordachte investeringsbegroting wordt aan de voorkant van het proces en financiële jaar heldere doelen en kaders gesteld. Die vormen vervolgens samen met betrouwbare tussentijdse informatieverzorging de basis om gedurende het jaar op koers te blijven. 45
Intussen nemen overheid en politiek onverminderd beslissingen die onze scholen treffen, zoals Passend Onderwijs, het niet volledig vergoeden van overeengekomen CAO-aanpassingen en bezuinigingen. De recente politieke ontwikkelingen mogen weliswaar enige hoop doen ontstaan op aanpassing van ingrijpende wetsvoorstellen, maar de noodzaak tot structurele ombuigingen binnen de GSG blijft ook dan onverkort bestaan. Daarnaast vormen de stijgende kosten van het openbaar vervoer een toenemende bedreiging voor de bereikbaarheid van gereformeerd onderwijs voor onze kinderen. Tot nu mogen we dankbaar constateren dat het aantal leerlingen nog steeds een groeiende lijn laat zien, maar er zijn ook signalen die er op duiden dat deze trend steeds minder vanzelfsprekend wordt.
Bij dit alles zouden we bijna vergeten dat onze kernactiviteit het geven van onderwijs door en voor mensen die zich in heel hun leven willen laten leiden door Christus is. Financiën – het zij nog maar eens herhaald op deze plaats – zijn en blijven uiteindelijk middel en geen doel. Het is goed dat steeds weer te beseffen ook wanneer het gaat om jaarcijfers. W.O. Sierksma College van Bestuur a.i.
Groningen, mei 2013
46
Stichting Gereformeerde Scholengroep Balans per 31 december 2012 (bedragen in EUR x 1.000)
Na verwerking bestemming resultaat 31 december 2012 1 1.2
1.4 1.5 1.7
Activa Materiële vaste activa Totaal vaste activa
Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa
31 december 2011
10.093
10.556 10.093
7 741 3.448
10.556
11 1.018 684 4.196
1.713
14.289
12.269
2 2.1
Passiva Eigen vermogen
5.034
3.437
2.2
Voorzieningen
1.446
1.174
2.3
Langlopende schulden
3.622
3.772
2.4
Kortlopende schulden
4.187
3.886
14.289
12.269
47
Stichting Gereformeerde Scholengroep Staat van baten lasten over: 2012 Bedragen in EUR x 1.000. Werkelijk 2012 3 3.1 3.2 3.3 3.5
4. 4.1 4.2 4.3 4.4
Werkelijk 2011
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies College- en cursusgeld Overige baten
27.036 1.105 6 1.237
26.316 16 859
26.179 5 1.365
Totaal baten
29.384
27.191
27.549
22.292 1.290 1.420 2.660 27.662
21.648 1.188 1.585 2.752 27.173
21.953 1.168 1.675 2.799 27.595
1.722
18
46-
150-
187-
132-
233-
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige Lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten
5
Begroot 2012
-
Financiële baten en lasten Resultaat
128-
Totaal resultaat
1.594
48
Kasstroomoverzicht 2012 (bedragen in EUR x 1.000) 2012 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten (exl Rente)
2011
1.722
Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
46-
1.290 272
1.168 811.562
Verandering in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen Kortlopende schulden
1.087
4 277 303
11456 602584 3.869
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
37 165-
157884 19 206
1283.741
Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten
827-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende leningen Kasstroom uit financieringsactiviteiten
150-
187697
1.015827-
1.015-
161150-
Mutatie liquide middelen
161-
2.764
Beginstand liquide middelen Eindstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
684 3.448
1.163 684 2.764
49
479-
479-
Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten Algemeen Juridische vorm en voornaamste activiteiten De organisatie is een stichting. De activiteiten van de instelling bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van onderwijs. De statutaire vestigingsplaats is Groningen. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Gesegmenteerde informatie In de jaarrekening zijn de afzonderlijke exploitatieoverzichten van het Gomarus College (VO) en het ROC Menso Alting College (MBO) opgenomen. Deze overzichten worden opgesteld op basis van rechtstreeks aan de afzonderlijke colleges toegerekende lasten en baten. De lasten van het Dienstencentrum en het Steunpunt worden verdeeld over beide colleges naar rato van het aantal gewogen leerlingen. De lasten van de Keerkring worden toegerekend aan het Gomarus College. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De cijfers over 2011 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2012 mogelijk te maken. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de organisatie. Alle financiële informatie in euro’s is afgerond op het dichtstbijzijnde duizendtal. Gebruik van schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is
50
de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Grondslagen voor consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de organisatie en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend danwel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de organisatie een meerderheidsbelang heeft, of waarin op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend, betrokken. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. Op grond van art. 2:407 lid 1.a BW zijn de resultaten van Stichting GSG+, gezien de beperkte omvang van de activiteiten, niet meegeconsolideerd in de jaarrekening van Stichting Gereformeerde Scholengroep. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: Verstrekte leningen en overige vorderingen, Overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). De stichting handelt niet in derivaten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Overige vorderingen Overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de geschatte economische levensduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere 51
waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering, wordt verwezen naar paragraaf 2.6. Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur, of lagere bedrijfswaarde. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt. De voorraden boeken, bestemd voor meerjarig gebruik, worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen. Jaarlijks wordt 25% van de historische aanschafwaarde ten laste van de exploitatie gebracht. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen, materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: Gebouwen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
: : :
3 7-25 10-25
Vorderingen De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven onder het hoofd Financiële instrumenten. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening- courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, die door het bestuur is aangebracht.
52
Voorzieningen Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen en de overige voorzieningen gepresenteerd. Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen betreffen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Uitzondering op voorgaande voorwaarden betreft de egalisatievoorziening voor groot onderhoud. De toevoegingen aan deze voorziening zijn bepaald op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt, gebaseerd op een meerjarenonderhoudsplan. Langlopende schulden De grondslagen voor de waardering van langlopende zijn beschreven onder het hoofd Financiële instrumenten. Kortlopende schulden De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven onder het hoofd Financiële instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding.
Opbrengstverantwoording Resultaatbepaling De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten. College-, cursus-, les- en examengelden De college-, cursus-, les- en examengelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het school/studiejaar zijn gespreid.
53
Overige bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten. Personeelsbeloningen Onder personeelslasten zijn begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten, verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen. Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die te kwalificeren is als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt – overeenkomstig de in de RJ aangereikte vereenvoudiging – in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa inclusief goodwill en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de overige lasten. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
54
Stichting Gereformeerde Scholengroep Toelichting op de balans per 31 december 2012 Bedragen in EUR x 1.000
Materiële vaste activa 1.2 Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen
Inventaris en apparatuur
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Activa in uitvoering
Totaal
Stand per 1 januari 2012 Verkrijgings12.420
10.789
2.658
180
26.047
en afschrijvingen
4.761
8.808
1.921
-
15.490
Boekwaarden
7.659
1.981
737
180
10.557
300
319
258
vervaardigingsprijzen Cumulatieve waarde-verminderingen
Mutaties Investeringen Herrubriceringen
-
7-
50-
827
7
-
-
333
-
1.291
Afschrijvingen
481
477
Saldo
181-
151-
82-
50-
464-
12.720
11.115
2.909
130
26.874
en afschrijvingen
5.242
9.285
2.254
0
16.781
Boekwaarden
7.478
1.830
655
130
10.093
3%
7-25%
10-25%
Stand per 31 december 2012 VerkrijgingsVervaardigingsprijzen Cumulatieve waarde-verminderingen
Afschrijvingspercentages
2012
2011
Specificatie investeringen gebouwen en terreinen Investeringen in Assen
132
13
Investeringen in Leeuwarden
6
0
Investeringen in Drachten
-
25
Investeringen in de Lavendelweg
-
20
41
213
Vondelpad 1
116
62
Vondelpad 2
4
0
Vondelpad 3
44
12
Magnolia
Investeringen in Zuidhorn Totaal
15
0
358
345
De investeringen bevatten ook het saldo aan investeringen op 1 januari zoals opgenomen onder activa in uitvoering.
55
WOZ waarde gebouwen en terreinen Bedrag EUR
Peildatum
Lavendelweg 7 Vondelpad 4 Groningen
1-1-2012
2.462
1-1-2012
4.311
Vondelpad 6 Groningen
1-1-2012
487
Totaal gebouwen in volledig eigendom
7.260
31-12-2012
31-12-2011
Specificatie investeringen inventaris en apparatuur Computers
130
112
Audiovisuele hulpmiddelen
13
20
Huishoudelijke apparatuur
2
5
School- en kantoormeubilair
52
9
7
36
Inrichting vaklokalen Software
67
2
7
35
278
219
Overige inventaris
Specificatie investeringen andere vaste bedrijfsmiddelen
31-12-2012
Schoolboeken
31-12-2011
231
316
0
0
231
316
Overige vaste activa
Met ingang van 2009 worden de schoolboeken onder de materiële vaste activa opgenomen. Deze verschuiving van voorraden naar materiële vaste activa wordt veroorzaakt door de invoering van de gratis schoolboeken. Hierdoor worden boeken niet meer aangehouden als voorraad bestemd voor de verhuur.
1.4
Voorraden 31-12-2012 11 47
Boekwaarde 1/1 Mutatie Boekwaarde 31/12
1.5 1.5.1 1.5.6
Vorderingen Debiteuren Overige overheden Personeel Overige vorderingen
1.5.7
Vooruitbetaald/ te vorderen Overige
31-12-2012 24 33 -
682 50 8 7
57 198 -
65 248 37
198 790 50741
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. Een eventuele vordering op OCenW heeft betrekking op nog te verrekennen cursusgelden van BBL-leerlingen in het MBO. De post debiteuren wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de levering van busabonnementen via school. Daarvoor zijn door ouders incassomachtigingen ondertekend waarvan de termijnen doorlopen tot in 2013.
56
11 11
31-12-2011 535
AF: Voorziening oninbare debiteuren
31-12-2011
285 1.032 141.018
Het verloop wegens oninbaarheid is als volgt: 31-12-2012 13 19 56
Stand per 1 januari Ontrekkingen Dotatie Stand per 31 december
31-12-2011 53 33 6
50
13
In 2011 is het debiteurenbeheer aangescherpt. Dit heeft geleid tot een verbetering in het betaalgedrag, maar ook tot het noodgedwongen afboeken van enkele oninbare vorderingen uit de schooljaren 2008/2009 en 2009/2010. In 2012 zijn de vrijwillige ouderbijdragen via de debiteurenadministratie verwerkt. De consequentie daarvan is dat voor de openstaande posten een extra dotatie is opgenomen. Betaling van deze posten is immers vrijwillig en niet afdwingbaar. 1.7
Liquide middelen De post geldmiddelen is als volgt samengesteld: 31-12-2012 5 3.443 3.448
Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen
Alle liquide middelen zijn terstond opeisbaar. Met de bank is daarnaast een kredietfaciliteit in rekening-courant afgesloten tot een bedrag van € 750.000,=. Hiervoor zijn geen zekerheden afgegeven. Van de kredietfaciliteit werd per balans datum geen gebruik gemaakt.
57
31-12-2011 7 677 684
2 2.1
Passiva Eigen vermogen Saldo 1-1-2012 EUR
2.1.1 2.1.2 2.1.3
Mutaties Bestemming Overige resultaat mutaties EUR EUR
Saldo 31-12-2012 EUR
Kapitaal Algemene reserve Totaal bestemmingsreserves
1.197 2.240
1.416 178
3 -
2.616 2.418
Totaal eigen vermogen
3.437
1.594
3
5.034
Eigen vermogen Saldo 1-1-2012 EUR Vermogen Publiek Algemene reserve Gomarus College ROC Menso Alting
4391.636 1.197
Bestemming resultaat EUR
Overige mutaties EUR
Saldo 31-12-2012 EUR
1.389 27 1.416
3 3
953 1.663 2.616
285 285
-
285 461 746
3770107-
-
303 1.369 1.672
3
5.034
Overige mutaties betreft correcties en afronding. Gomarus bestemmingsreserves Publiek: Reserve Prestatiebox Reserve gespaarde BAPO
461 461
ROC Menso Alting bestemmingsreserve publiek: Reserve onderwijsvernieuwingen Reserve gespaarde BAPO Reserve huisvesting
303 37 1.439 1.779
Totaal
3.437
1.594
De reserve Huisvesting wordt naar gelang de economische levensduur van het gebouw Vondelpad 4/6 overgeboekt naar de Algemene reserve. In 2011 is dit met terugwerkende kracht geimplementeerd. Met ingang van 2012 wordt er een subsidie Prestatiebox ontvangen. Deze subsidie wordt op schooljaarbasis Ingezet. De subsidie die niet in kalenderjaar 2012 is besteed wordt geparkeerd in een bestemmingsreserve. De reserve gespaarde BAPO betreft een reserve voor medewerkers die in het verleden BAPO gespaard hebben en bij hun vertrek dit gespaarde bedrag opnemen. De reserve onderwijsvernieuwingen is een reserve om in de toekomst grote noodzakelijke onderwijsvernieuwingen te financieren.
58
2.3
Voorzieningen PersoneelsOnderhoudsvoorzieningen voorzieningen Totaal 432 742 1.174 351 151 502 -131 -99 230-
Stand 1 januari Dotaties Onttrekkingen Stand 31 december
652
Looptijd van de voorzieningen: Deel < 1 jaar 1 jaar
5 jaar
234 204 214
794
1.446
62 732 -
296 936 214
Personeelsvoorzieningen: Pensioenen De instelling is aan gesloten bij het ABP voor de pensioenen van de werknemers en de bestuurder. Op grond hiervan is geen voorziening opgenomen voor de huidige werknemers.
Specificatie personeels voorzieningen 31-12-2012 De overige personele voorzieningen bestaan uit: Spaarverlof Personeelsvergoedingen Aanpassing personeelsformatie Wachtgeld
31-12-2011
49 383 192 28 652
41 352 39 432
Voorziening aanpassing personeelsformatie: Hierin worden vergoedingen voor aanvullingen op de ABP-uitkeringen van vertrokken personeel, ontslagvergoedingen, en het eigen aandeel in bovenwettelijke WW-uitkeringen opgenomen. Voorziening spaarverlof: Voorziening op grond van artikel 15.8 CAO VO. Onder onderdeel H is opgenomen dat ter dekking van de kosten van herbezetting een financiële reservering opgenomen moet worden. Voor de bepaling van de reservering wordt gewerkt met genormeerde bedragen die in die in de CAO zijn opgenomen. Deze bedragen worden eens in de drie jaar aan de loonontwikkeling aangepast. Bij de voorziening personeelvergoedingen is met ingang van 2010 rekening gehouden met de vertrekkans bij het vaststellen omvang van de voorziening. Deze voorziening is berekend op basis van de contante waarde van de verplichtingen. De voorziening Wachtgeld is een gebaseerd op een prognose van met het Ministerie te verrekenen eigen aandeel in de betaling van wachtgelden inzake vertrokken medewerkers. De overige voorzieningen betreft een voorziening voor groot- en achterstallig onderhoud aan gebouwen.
59
2.3 Langlopende schulden
Lening
Hoofdsom
Aflossingen t/m begin boekjaar
Stand per 1-12012
Aflossingen boekjaar
Stand per 31- Kortlopend deel 12-2012
Langlopend deel
ING Payflex
2.000
-
2.000
80
1.920
80
1.840
ING 067.32.33.103
1.361
323
1.038
39
999
39
960
WUH/ING 067.67.39.806
1.134
251
884
31
853
31
822
totaal
4.496
574
3.922
150
3.772
150
3.622
resterende looptijd ING Payflex
23 jaar
aflossings-wijze rente lineair
3 mds-euribor + 1,8%
ING 067.32.33.103
17 jaar
annuïtair
5,50%
WUH/ING 067.67.39.806
17 jaar
annuïtair
6,13%
Aflossingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar zoals hierboven toegelicht, zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. Kredietinstellingen De leningen verstrekt door de ING Bank N.V. ter grootte van € 1.852.000 (31-12-2012) zijn gewaarborgd door het Waarborgfonds BVE. In verband met deze waarborging bestaat er een latente claim van 2% van de Rijksbijdrage BVE. Voor de lening bij de ING-bank ter grootte van 1.920.000 (31-12-2012) is op de Lavendelweg hypotheekrecht gevestigd.
31-12-2012
31-12-2011
2.4 Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Rekening courant vereniging Rekening courant lief en leed Rekening courant Studiepunt Nog te betalen Overige Overige kortlopende schulden Geoormerkte subsidies OCenW Niet-geoormerkte subsidies OCenW Terug te betalen OCW Vakantiegeld en bindingstoelage T e besteden vakantiedagen Nog te besteden ovg subsidies Overlopende passiva
150 364 943 328 406 19 42 144 159
161 313 962 308 426 7 68 14
770 567 127 8 815 30 85
515 491 324 792 19
1.632 4.187
1.627 3.886
Met de bank is een kredietfaciliteit in rekening-courant afgesloten tot een bedrag van € 750.000,=. Hiervoor zijn geen zekerheden afgegeven. Van de kredietfaciliteit werd per balans datum geen gebruik gemaakt.
60
VO
Model G geldend vanaf het verslagjaar 2012 G.2 Subsidies met verrekeningsclausule G.2.a aflopend per utlimo 2012
Omschrijving Zij-instroom Regeling Lerarenbeurs Regeling Energiezuinigheid en Binnenmilieu Regeling Energiezuinigheid en Binnenmilieu Regeling Energiezuinigheid en Binnenmilieu Zij-instroom Doorontwikkeling PRO Uitv.regeling Bestrijding VSV
Toewijzing Kenmerk 479354-1 370051-1 BEK-09/128853 BEK-09/128857 BEK-09/128859 BEK-10/30369 287870-1 BEK-11/54818
Datum
totaal
bedrag vd toewijzing EUR 19.000 177.661 133.090 137.047 146.233 0 15.400 16.000 644.431
ontvangen tm 2012 EUR 19.000 117.661 133.090 137.047 146.233 0 15.400 16.000 584.431
totale kosten EUR 19.000 108.352 17.923 19.063 59.773 0 15.400 16.000 255.511
te verrekenen ultimo 2012 EUR 0 9.309 115.167 117.984 86.460 0 0 0 328.920
bedrag vd toewijzing EUR 91.445 35.000 7.800 15.000 149.245
saldo 01-01-2012 EUR 0 0 0 0 0
ontvangen in 2012 EUR 91.445 35.000 7.800 15.000 149.245
lasten in 2012 EUR 33.781 0 1.388 0 35.168
G.2.b doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Omschrijving Subsidie studieverlof Uitv.regeling Bestrijding VSV Doorontwikkeling PRO Uitv.regeling Bestrijding VSV
Toewijzing Kenmerk 465548-1 484495-1 486600-1 BEK-12/64568
Datum
totaal
Model G geldend vanaf het verslagjaar 2012
totale kosten 31-122012 EUR 33.781 0 1.388 0 35.168
saldo nog te besteden ultimo 2012 EUR 57.664 35.000 6.412 15.000 114.077
BVE
G.2 Subsidies met verrekeningsclausule G.2.a aflopend per utlimo 2012
Omschrijving Stagebox Taal & Rekenen Uitv.regeling Bestrijding VSV
Toewijzing Kenmerk BEK-12/10936 BEK-11/79639 BEK-2011/54817 totaal
Datum
bedrag vd toewijzing EUR 6.071 45.733 28.000 79.804
ontvangen tm 2012 EUR 6.071 45.733 28.000 79.804
totale kosten EUR 6.071 45.733 28.000 79.804
te verrekenen ultimo 2012 EUR 0 0 0 0
bedrag vd toewijzing EUR 26.063 93.000 10.000 19.000 4.645 20.000 53.007 225.715
saldo 01-01-2012 EUR 0 60.061 0 14.000 0 0 45.766 119.827
ontvangen in 2012 EUR 26.063 0 10.000 0 4.645 20.000 0 60.708
lasten in 2012 EUR 13.633 13.587 0 0 2.330 0 26.522 56.072
G.2.b doorlopend tot in een volgend verslagjaar
Omschrijving Professionalisering MBO Stimuleringsregeling opleiden in de school Uitv.regeling Bestrijding VSV Zij-instroom Subs.reg. Schoolm.Werk Uitv.regeling Bestrijding VSV Regeling Innovatiebox MBO
Toewijzing Kenmerk Datum 466967-1 BHV/BVE-2005/70953 483862-1 373993-1 BEK-11/80123 BEK-12/64568 10-5-2011 BEK-2011/25914 totaal
61
totale kosten 31-122012 EUR 13.633 46.526 0 5.000 2.330 0 33.763 101.252
saldo nog te besteden ultimo 2012 EUR 12.430 46.474 10.000 14.000 2.315 20.000 19.244 124.463
1 Financiële instrumenten Algemeen De GSG maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de onderneming blootstellen aan markten/of kredietrisico's. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De GSG handelt niet in deze financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Kredietrisico Er is een beperkt kredietrisico te onderkennen; veruit de grootste debiteur (circa 95% van de omzet) is het Ministerie van OCW. De overige debiteuren zijn marktpartijen/instellingen en ouders/studenten. De omzet bij deze debiteuren is ongeveer 5% van het totaal. Om het risico voor dat deel te beperken wordt gebruik gemaakt van overeenkomsten en een strikt invorderingsbeleid. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen leningen. Bij de annuitaire leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. Op de lineaire lening is sprake van een rentetarief gebaseerd op het 3-maands Euribor tarief vermeerderd met een opslag. Beide leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De GSG heeft geen afgeleide financiële instrumenten om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Reële waarde De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, effecten, liquide middelen en kortlopende schulden, is gelijk aan de boekwaarde ervan.
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Rechten: Vordering op het Ministerie van OCenW groot € 1.150.000 vanwege de overgang van de bekostiging van schooljaar naar kalenderjaar. Deze latente vordering wordt opeisbaar op het moment dat de school voor VO gestopt wordt op 1 januari van enig kalenderjaar. Verplichtingen: Kopieercontracten: er zijn contracten afgesloten, tot een bedrag van circa € 36.000 per jaar. Looptijd 1-10-2011 tot 30-09-2016 Netwerk: er zijn leasecontracten afgesloten voor switches tot een bedrag van circa € 25.000 per jaar. Looptijd 3 jaar tot en 2014. Er is een leasecontract afgesloten voor een auto met een leasebedrag van circa € 14.000 per jaar. Looptijd 3 jaar tot en met 2014. Verder zijn er enkele beperkt van omvang zijnde huur-/leasecontracten voor verwarmingsketels en boilers.
62
Stichting Gereformeerde Scholengroep Toelichting op de staat van baten en lasten over 2012 Bedragen in EUR x 1.000.
Werkelijk 2012
Begroot 2012
Werkelijk 2011
3.1 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdrage VO
22.187
22.594
Rijksbijdrage BVE
3.556
3.722
Rijksbijdragen
25.743
21.662 3.570 26.316
25.232
Geoormerkte OCenW subsidies VO
68
-
143
Geoormerkte OCenW subsidies BVE
132
-
184
1.047
-
41
47
-
579
Niet geoormerkte subsidies VO Niet geoormerkte subsidies BVE Totaal Rijksbijdragen ontvangen in het jaar volgens Gefis-overzicht
1.293
-
947
27.036
26.316
26.179
Werkelijk 2012 3.2 Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdrage in rente en aflossing
1.105
Begroot 2012
Werkelijk 2011
-
-
Dit betreft een bijdrage op grond van de doorbetalingsregeling Bijzonder Onderwijs. De vermogensreparatie van het verzelfstandigde openbaar onderwijs van de Gemeente Groningen (O2G2) is naar rato doorbetaald aan het Bijzonder Onderwijs in de gemeente Groningen. 3.3 Cursusgelden Cursusgelden BVE Betreft aan BBL cursisten in rekening gebrachte lesgelden. 3.5 Overige baten Verhuur Detachering personeel Excursies Ouderbijdragen en verstrekkingen Boekenfonds Overige baten
6
16
5
59 34 213 340 2 589 1.237
20 20 144 455 220 859
34 39 125 476 3 688 1.365
In de ouderbijdragen en verstrekkingen is circa € 267.000 aan ouderbijdragen en circa € 72.000 aan verstrekkingen begrepen.
Werkelijk 2012 4.1 Personele lasten naar kostensoorten Brutolonen en -salarissen Pensioenlasten Sociale lasten Totaal Netto Loonkosten Reserveringen en doorbelastingen Totaal incl. reserveringen en doorbelasting Dotatie voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige personeelskosten Af: uitkeringen Totaal overige personeelskosten Totaal Personeelskosten
Begroot 2012 -
Werkelijk 2011
17.467 2.490 1.963 21.920
21.166
17.721 2.337 1.778 21.836
45221.468
21.166
38821.448
354 9 572 111824 22.292
180 522 220482 21.648
187 26 449 157505 21.953
NB: vanaf 2011 worden indirecte loonkosten (zoals schoonmaak, reiskosten e.d.) niet meer rechtstreeks op de bijbehorende kostenrekeningen geboekt, maar via doorbelastingen.
63
A.1.8 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders 2012 Bestuurder: G.J. de Jong G.. Janze (a.i.)
2011
148.864 -
145.466 34.425
1.458 1.042 3.500 2.500 2.500 2.791 2.500 16.291
2.500 3.500 2.500 2.500 3.099 521 14.620
Toezichthouders: A.Hoorn *) S. Vermeulen-van Duijvenvoorde *) G.Mulder M.E.Boon J. van Barneveld S.Otten G.J. Ronda In totaal *) Ambtelijk secretaris van de RvT
2012 Assen Drachten Leeuwarden Zuidhorn Nevenvestigingen VP1 VP2 VP3 Magnolia Pro Groningen Totaal Gomarus College ROC Menso Alting Keerkring Steunpunt Cluster 4 Dienstencentrum/CvB Overig (MR, schoonmaak en Projecten)
FTE's 18,4 24,4 14,9 16,6
2011 FTE's 18,9 25,5 16,3 16,4
74,3 58,7 63,3 29,7 24,1 9,3
77,1 59,1 44,0 46,3 23,0 7,8
Gemiddeld (CASO)
Gemiddelde personeelskosten per FTE Gemiddelde CASO-loonkosten per FTE Stijging in %
185,1 259,4 41,3 2,9 19,9 12,9 336,4 339,5
180,2 257,3 41,9 1,0 4,0 4,5 22,8 17,0 348,4 351,6
2012 66 65.207 3,99%
2011 62 62.703 1,62%
In 2012 zijn de werkgeverslasten gestegen, daarnaast zijn de salarisschalen van het onderwijzend personeel ingekort en is er een bindingstoelage uitgekeerd. Gewogen aantal leerlingen op 1-10 Gewogen leerling/fte ratio Gomarus College Aantal deelnemers ROC Menso Alting Leerling/fte ratio ROC Menso Alting
3.378 13,02 582 14,08
64
3.340 12,98 565 13,50
4.2 Afschrijvingen Gebouwen Inventaris en apparatuur Schoolboeken
4.3 Huisvestingslasten Huren Dotatie voorziening onderhoud Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen in verband met huisvesting Beveiliging Totaal
Werkelijk 2012 481 486 323 1.290
Begroot 2012 392 451 345 1.188
Werkelijk 2011 375 449 344 1.168
Werkelijk 2012 208 143 182 364 385 101 37 1.420
Begroot 2012 156 134 227 534 392 107 36 1.585
Werkelijk 2011 185 128 202 640 375 110 35 1.675
De onderhoudskosten zijn lager door in het verleden gedane investeringen en een terughoudend onderhoudsbeleid. 4.4 Overige lasten Administratie en beheer Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Aan andere scholen betaald Diverse overige lasten
Werkelijk 2012 1.009 1.384 21 133 113 2.660
Begroot 2012 897 1.553 92 210 2.752
Accountantshonoraria In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: 2012 Controle jaarrekening 1) 30 Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten 30 1) inclusief afrekening voorgaand jaar 5. Financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten Financieel resultaat (baten -/- lasten)
Werkelijk 2012 37 165 128-
65
Begroot 2012 28 208 180-
Werkelijk 2011 931 1.595 665 214 2.799
2011 46 2 48
Werkelijk 2011 19 206 187-
Stichting Gereformeerde Scholengroep Gomarus College Exploitatierekening over: 2012 Werkelijk 2012 3
Begroting 2012 Primitief
Werkelijk 2011
Baten
3.1.1 3.1.2
(Normatieve) Rijksbijdrage OCW Overige subsidies OCW
22.187 1.115 23.302
20.905 1.689 22.594
21.662 722 22.384
3.2.1 3.5.2 3.5.4 3.5.5 3.5.8.1 3.5.8.2 3.5.8.9
Gemeentelijke bijdragen Ouderbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Boekenfonds Opbrengst excursies Overige diverse baten
1.105 268 54 30 1 184 527 2.169 25.471
280 14 20 144 195 653 23.247
301 24 42 3 125 561 1.056 23.440
13.232 3.872 501 1.790 6419.331
16.929 180 1.829 18318.755
16.980 120 1.861 13418.827
Som der baten 4. 4.1.1 4.1.2 4.1.3.2 4.1.3.3 4.1.4
Lasten
4.2.2 4.2.3 4.2.4
Afschrijving gebouwen Afschrijving inventaris en apparatuur Afschrijving overige materiële vaste activa
345 371 323 1.039
245 340 336 921
216 337 344 897
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huur Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
196 108 163 323 337 64 27 1.218
146 99 197 472 349 77 29 1.368
177 93 167 567 326 75 26 1.431
4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Overige instellingslasten Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Diverse overige lasten
133 710 1.270 12 47 2.172 23.760
92 653 1.326 164 2.235 23.279
65 674 1.344 6114 2.191 23.346
Lonen en salarissen Sociale lasten Diverse overige personeelskosten Diverse overige personele lasten Uitkeringen (-/-)
Som der lasten 5.1.1 5.2.1
Rentebaten Rentelasten Saldo financiële baten en lasten
8 45 37-
Totaal resultaat
1.674
66
50 50-
6 78 72-
82-
22
Stichting Gereformeerde Scholengroep ROC Menso Alting Exploitatierekening over: 2012
3
primitieve Werkelijk 2012 -
Begroting 2012
Werkelijk 2011 -
Baten
3.1.1 3.1.2 3.2
(Normatieve) Rijksbijdrage OCW Overige subsidies OCW Overlopende overheidsbijdragen
3.556 179 3.734
3.393 329 3.722
3.570 198 27 3.795
3.3 3.5 3.5.4 3.5.5 3.5.8.1 3.5.8.2 3.5.8.9
College- en cursusgeld Deelnemersbijdragen Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Boekenfonds Opbrengst excursies Overige diverse baten
6 72 5 4 1 29 62 179 3.913
16 175 6 25 222 3.944
5 175 10 3127 314 4.109
2.151 581 3279 472.961
2.590 339 372.892
2.747 9 93 300 233.126
Som der baten
4. 4.1.1 4.1.2 4.1.3.2 4.1.3.3 4.1.4
Lasten
4.2.2 4.2.3 4.2.4
Afschrijving gebouwen Afschrijving inventaris en apparatuur Afschrijving overige materiële vaste activa
136 115 251
147 111 9 267
159 112 271
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huur Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
12 35 19 41 48 37 10 202
10 35 30 62 43 30 7 217
8 35 35 73 49 35 9 244
4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Overige instellingslasten Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Diverse overige lasten
299 114 9 66 488 3.902
244 227 46 517 3.893
257 251 100 608 4.249
Lonen en salarissen Sociale lasten Diverse overige personeelskosten Diverse overige personele lasten Uitkeringen (-/-)
Som der lasten 5.1.1 5.2.1
Rentebaten Rentelasten Saldo financiële baten en lasten Totaal resultaat
67
29 120 91-
20 120 100-
13 128 115-
80-
49-
255-
Model E: Verbonden Partijen Naam
Juridische vorm 2012
Statutaire zetel Code activiteiten
GSG+ Menso Alting+ Grip Vereniging GSG
Stichting Stichting Stichting Vereniging
Groningen Groningen Rotterdam Groningen
Eigen vermogen 31-12-2012
1/4 4 4 4
148 onbekend 398
Resultaat 2012
Art. 2:403 BW J/N N n.v.t. N N
50 onbekend 6-
Deelname % 100 100 25 0
Consolidatie J/N N N N N
Code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige
Verbonden partijen Stichting GSG+ Deze stichting is eind 2007 opgericht om extra activiteiten buiten het reguliere onderwijs mogelijk te maken een voorbeeld hiervan is huiswerkbegeleiding. De stichting GSG heeft de beslissende zeggenschap in de stichting. De resultaten zijn in deze jaarrekening meegeconsolideerd. Gegeven de beperkte omvang van de activiteiten in 2012 is besloten af te zien van het opstellen van een enkelvoudige balans en exploitatierekening. Stichting Menso Alting+ In deze stichting zijn geen activiteiten ontplooid. Grip Samen met de andere G-4 scholen is de stichting Grip opgericht. Voor een beschrijving van de activiteiten wordt verwezen naar het bestuursverslag. Vereniging Gereformeerde Scholengroep Met de vereniging zijn de volgende zaken verrekend: bestuursbijdrage € 10.000, bijdragen diverse identiteitsprojecten € 29.000, rente € 2.000 en een verrekening van voorgefinancierde kosten Kinderkring € 10.000.
Model H. Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
Duur arbeidsovereenkomst / werkzaamheden
Bestuurders G.J. de Jong
Vanaf 1-4-2003
Tot heden
Ingangsdatum dienstverband 1-4-2003
Taakomvang
Dienstbetrekking of Interim
Periodiek betaalde beloningen / gratificatie
D of I D
2012
Fte 1
totaal bestuurders
Toezichthouders** G.Mulder M.E.Boon J. van Barneveld S.Otten G.J. Ronda totaal toezichthouders
18-5-2008 19-11-2003 15-10-2009 28-5-2008 13-10-2011
**Ambtelijk secretaris RvT A. Hoorn 15-10-2009 S. Vermeulen-van Duijvenvoorde 1-8-2012
126.355
2012 -
2012 22.509
126.355
-
22.509
heden heden heden heden heden
3.500 2.500 2.500 2.791 2.500 13.791
1-8-2012 heden
1.458 1.042
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) Er zijn geen personen die een belastbaar loon van onze ministers overschrijden.
68
Ontv.pensioenBonus Uitk.wegens bijdragen / betalingen / beeindiging bel.betaalbaar op gratificatie dienstverband termijn
2012 -
Hoofdstuk 7 :
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Gereformeerde Scholengroep Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Gereformeerde Scholengroep te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
69
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Gereformeerde Scholengroep per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2012 voldoen in alle van materieel belang zijnde aspecten aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.4 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Groningen, 20 juni 2013 KPMG Accountants N.V.
R. Dijsselhof RA
70
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen geweest, die van invloed zijn op de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012.
Bestemming van het exploitatieresultaat Conform het bestuursbesluit is het exploitatieresultaat als volgt verwerkt:
Mutatie algemene reserve van het Gomarus College Mutatie bestemmingsreserve Prestatiebox Mutatie bestemingsreserve gespaarde BAPO Saldo
1.389 285 1.674
Met ingang van 2012 wordt er een subsidie Prestatiebox ontvangen. Deze subsidie wordt op schooljaarbasis Ingezet. De subsidie die niet in kalenderjaar 2012 is besteed wordt geparkeerd in een bestemmingsreserve
Mutatie algemene reserve van het ROC Menso Alting Mutatie bestemingsreserve gespaarde BAPO Mutatie bestemmingsreserve huisvesting Saldo
27 377080-
71
D1 Gegevens over de rechtspersoon Naam instelling: Adres: Postcode/plaats:
Stichting Gereformeerde ScholenGroep Postbus 935 9700 AX Groningen
Telefoon: Fax:
050-5244500 050-5244517
Bestuursnummer:
41789
Contactpersoon: Telefoonnummer: Fax: E-mail:
U. Dijkstra 050-5244502 050-5244510 [email protected]
Brinnummers:
02UV, 14NZ
Naam Gomarus College ROC Menso Alting
Brinnummer 02UV 14NZ
College van Bestuur G.J. de Jong W.O. Sierksma
bestuurder bestuurder a.i.
RvT S. Vermeulen-van Duijvenvoorde G. Mulder M.E.Boon J. van Barneveld S.Otten mw. G.J. Ronda
ambt.secr. voorzitter lid lid lid lid
72
Sector VO BVE