Jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
Natuur onderzoek Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
1 2 4 7
10 11 13 14
Inhoud: Honingbijenonderzoek in de AWD Van de redactie De eerste Oranjes in de AWD Roofvogelstand in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2008 Drents heideschaap: oeroud ras Spoorzoeken in de Van Limburg Stirumvallei Fotorubriek Korte berichten
Honingbijenonderzoek in de AWD Einde aan grote sterfte door varroamijt? In de Amsterdamse Waterleidingduinen vindt dit voorjaar een onderzoeksproef plaats met honingbijen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Wageningen Universiteit. Wat is achtergrond en doel van dit onderzoek? In dit artikel leest u daar meer over. Honingbijen worden vaak gezien als een (ouder-
Dat is ook gemeld door Jeroen de Rond, die
wets) landbouwhuisdier, en geassocieerd met
in 2004 een kleine populatie Zwarte honingbijen
een archaïsch boerderij- en kloosterleven. Toch
– de wilde ondersoort van de honingbij – in de
is de honingbij een vanouds inheemse wilde
AWD ontdekte (Nieuwsbrief Natuuronderzoek
Colofon
soort in Nederland en de rest van Europa, die
15e jrg, nr.2, juni 2005). Helaas is deze populatie
Redactie: ir. Antje Ehrenburg (hoofdredacteur) dr. Ab Kessler (redacteur) ir. Mark van Til (redacteur) Martin Jonker (redacteur) Kerstin Vogel (redacteur)
al voor de komst van de mensen aanwezig was.
een jaar later niet meer teruggevonden.
Reacties op artikelen zijn altijd welkom. Stuur deze a.u.b. naar: Waternet Afdeling Onderzoek & Projecten / Ecologie Vogelenzangseweg 21, 2114 BA Vogelenzang e-mail:
[email protected] Heeft u nieuws of kopij? Graag inleveren vóór 1 september 2009 Overname en bewerking van artikelen, gegevens en illustraties uit deze uitgave is alléén toegestaan met bronvermelding en uitsluitend na verkregen toestemming van de redactie en – indien ondertekend – van de auteur(s).
Het rivierenland, halfopen (moeras-) bossen, habitat, mits nestgelegenheid (holle bomen)
Varroa destructor, begin van het einde?
beschikbaar was. Met de vestiging van mensen
De onbedoelde introductie van de varroa-mijt
veranderde ook het landschap; de ontwikkeling
uit Azië in de volken van onze honingbijen in de
van landbouw en veeteelt zorgde voor nieuw
tachtiger jaren van de vorige eeuw (in Nederland
emplooi voor de bijen. Gaandeweg gingen
in 1983 voor het eerst vastgesteld) heeft gezorgd
de bijen steeds meer bij de mensen horen, en
voor de ergste plaag voor honingbijen tot dusver,
ontstonden vormen van bijenhouderij. Wilde en
wereldwijd. Na binnenkomst van varroa bleken
gehouden honingbijen bleven echter samen één
zowel in Europa als in Noord Amerika de wilde
ongedeelde soort. http://enews.nieuwskiosk.nl/
honingbijenvolken rap uit te sterven. De mijt
more.aspx?e=6495&b=50104&u=$uid$
plant zich namelijk voort in de gesloten broedcel
kwelders en duinen vormden een geschikt
Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Van de redactie
op de poppen van de honingbij waardoor die
de imkers. Die darren zijn ongeselecteerd, en dat
verzwakt uitkomen en waardoor op den duur hele
zou de beginnende selectie van de koninginnen
volken kunnen sterven. Alleen bij de imkers
weer geheel teniet doen: de daaruit geboren
bleven de volken leven, omdat de imkers varroa
bijen hebben hun eigenschappen halfom van
gingen bestrijden. Dat bestrijden moet echter
de koningin en de dar. Wil het gaan werken dan
doorlopend gebeuren, want varroa echt kwijt
moeten de darren dus ook uit de ‘geselecteerde’
Waternet denkt momenteel na over de
raken lukt niet meer. En het ziet er ook niet naar
volken komen. http://enews.nieuwskiosk.nl/more.
toekomst van de AWD, want er is een nieuwe
uit dat onze honingbijen voldoende resistentie
aspx?e=7053&b=54587&u=$uid$
beheervisie 2010 – 2022 in de maak.
paraat hebben tegen varroa, want dan waren
Wat willen we met natuur, met waterwinning,
de wilde volken niet uitgestorven. Wereldwijd
met recreatie? Vele uren hebben we het hier
is de Varroa-mijt dus een enorm probleem voor
Er is nog hoop: wilde volken in Frankrijk, Noord Amerika en Gotland
al over gehad.
de honingbijen, en daarmee ook een probleem
Het lijkt erop dat natuurlijke selectie inderdaad
Nu is het zomaar een mooie windstille
voor de fruitteelt en andere teelten.
op gang kan komen, mits de bijen in het wild
zomeravond in juni, ideaal weer om rugstreep
Dat is het realistische-pessimistische verhaal.
voldoende geïsoleerd leven van de door imkers
padden te tellen. Ik ga de AWD in bij het
Maar misschien valt het nog mee. Het zou
gehouden bijenvolken (dan geen last van de
Panneland. Een paar late wandelaars verlaten
kunnen zijn dat er geen selectie in de richting
ongeselecteerde darren). In Frankrijk werden
het duin. Ik hoor vanuit het oosten nog
van resistentie op gang kwam, omdat de meeste
namelijk op een paar plekken bijenvolken
wat flarden muziek van de feestweek in
volken aan imkers behoorden, die varroa bestrij-
aangetroffen in verlaten bijenstanden, en deze
Bennebroek. In de westelijke verte een
den. Stel je voor dat sommige wilde volken toch
volken zaten er soms al wel ongeveer tien jaar,
lichte hemel van de pas ondergegane zon.
wat beter tegen varroa konden dan andere. Deze
zonder dat varroa werd bestreden. Ook in de
Alles komt tot rust. In een bosje zingt nog
volken zouden beter overleven, het volgende jaar
Verenigde Staten werden in een groot bos
een late nachtegaal. In de schemerige verte
meer jonge nieuwe koninginnen leveren dan
dergelijke wilde volken aangetroffen. Op een
staat een groepje damherten en kijkt mij aan.
helemaal niet resistente volken: het begin van
landtong op het Zweedse Oostzee-eiland
Plots hoor ik over mijn hoofd ‘prrt-prrt’ een
survival of the fittest, het begin van resistentie.
Gotland hebben onderzoekers met opzet een
houtsnip overvliegen. Op de eerste telpunten
Maar zodra deze koninginnen het luchtruim
honderdtal volken met varroa aan zichzelf over
hoor ik geen rugstreeppadden, dichter bij
zouden kiezen voor hun paringsvlucht, zouden
gelaten. Ook daar bleken, na aanvankelijk heel
het infiltratiegebied hoor ik ze wel. In de verte
ze vooral darren tegenkomen uit de volken van
veel dode volken, toch sommige te overleven.
hoor ik de duidelijke roep van een roerdomp. Vlakbij vanuit een struik klinkt het doorgaande hoge gesnor van een sprinkhaanzanger. Dan doemt opeens in de verte een vliegtuig op met lichten aan, die recht over de AWD heen komt vliegen. Rauw wordt de stilte van de nacht verstoord door het geluid van brullende motoren. Gelukkig is het gevaarte na een minuut weer voorbij. De stilte keert weer. Ik hoor nu ook geen vogels meer. Ik geniet intens van de stilte om mij heen. Het is inmiddels ook bijna helemaal donker. Dit is mijn droom voor de toekomst van de AWD: dat het ook de komende decennia hier ’s nachts zo rustig, stil en donker mag blijven. En overdag met wandelaars die komen genieten van het duingebied. En mag dat dan voortaan s.v.p. ook zonder vliegtuigen boven de AWD? • Antje Ehrenburg Varroa in darrenbroed
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Dit gegeven is hoopvol, en daarom willen wij (bijenonderzoekers Wageningen) hier graag verder onderzoek naar doen, omdat dit mogelijk de natuurlijke oplossing biedt voor minder sterfte door de Varroa-mijt. http://enews.nieuwskiosk.nl/more.aspx?e=5040& b=40201&u=$uid$. In een eerste pilotproef met een nateelt van Gotland-koninginnen op Tiengemeten bleek de varroapopulatie aan het eind van het seizoen niet groter te zijn geworden dan aan het begin (http://enews.nieuwskiosk.nl/more.aspx?e=7053 &b=54589&u=$uid$): zou het werken?
Natuurlijke selectie, maar niet helemaal Omdat wij niet weten via welke eigenschappen bijenvolken resistent tegen varroa worden, weten we ook niet welke eigenschappen we zouden moeten selecteren. Daarom laten wij dat over aan ‘natuurlijke selectie’. Volken die aan het eind van de zomer zo slecht zijn (klein, veel mijten) dat ze de winter niet kunnen overleven, worden uit de proef gehaald, de goede volken blijven over om door te gaan naar het volgende seizoen, en bij te dragen aan de volgende generatie, via hun darren en nieuwe koninginnen. Dan zal ook weer de bijdrage van de beste volken het grootst zijn: daarvan kun je het volgende jaar weer de meeste nieuwe volkjes maken (= de meeste jonge koninginnen), en ze zullen ook de meeste darren leveren voor de bevruchting. Als door de natuurlijke selectie het reproductiesucces van de varroamoeders omlaag zou
Het maken van de kleine ‘babyvolken’ (foto: Tjeerd Blacquière)
kunnen gaan wordt de groei van varroa in de volken enorm vertraagd.
De 77 ‘babyvolkjes’ in de AWD, juni 2009 (foto: Tjeerd Blacquière)
Amsterdamse Waterleidingduinen als eiland
geschikt als eiland omdat het groot is, van de
Ieder gebied dat groot genoeg is om 100 of 150
komen, en er verder in de omgeving ook niet
bijenvolkjes te verzorgen (voldoende bloemen
veel imkers en bijenvolken zijn. Honderd procent
om te foerageren), en waar geen of niet veel
waterdicht hoeft het niet te zijn, want de eigen
andere bijenvolken staan kan als ‘eiland’ functio-
darren zijn royaal in de meerderheid, een paar
neren. Bovendien krijgen de bijen in deze proef
vreemde darren maken niet veel uit.
extra suiker mee, waarop zij minstens 3 weken
In nauw overleg met Waternet en de imkers
kunnen overleven. Voedselconcurrentie met de
die actief zijn in de AWD is besloten hier
reeds aanwezige insecten in de AWD is dus niet
een ‘eilandproef’ te houden. Wat houdt dat
of nauwelijks aan de orde. De AWD is heel
experiment in?
kant van de zee zeker geen (vreemde) darren
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Experiment jaar 1 en 2
te veel mijten) en een selectie gaat door naar het
Vorig jaar zijn kleine volkjes met een jonge
volgende jaar. Deze weinig met varroa besmette
koningin gemaakt, en geplaatst in Lelystad,
volken gaan dan opnieuw in de AWD zich
op het terrein van de Animal Sciences Group van
voortplanten, zodat de natuurlijke selectie
WUR, 50 stuks. Vanaf begin juli 2008 zijn deze
opnieuw zijn werk kan doen.
volkjes niet meer tegen varroa behandeld. Een controle groep van 20 volken werd apart gezet in Almere. Die worden wel tegen varroa behandeld. Deze groep dient om aan het einde van
Het uitbreken uit de gesloten cel: de pop is nu een adulte bij
de proef, na een aantal jaren, te vergelijken
Verwachting: toe- of afname mijt besmetting? In januari 2009, toen de volken broedloos waren, was de besmetting met mijten 7%, dus op
met de ‘selectie’groep.
broed (waar eieren in gelegd zijn), met elk een
honderd bijen zaten 7 mijten. Waarschijnlijk is de
Dit voorjaar werd via een paar imkerhandelingen
jonge koningin. Deze volkjes worden naar de
besmetting dit voorjaar verder opgelopen, maar
gezorgd dat de overgebleven goede volken
AWD gebracht om de koningin te laten bevruch-
na het opsplitsen in kleine volkjes gaan de bijen
darren aanmaakten, en werd in week 21 (21 mei)
ten. Een paar week later wordt gecontroleerd of
enorm in aantal toenemen. De mijten kunnen dat
de koningin verwijderd uit de volken, zodat
de jonge koninginnen goed zijn bevrucht, en of
niet bijhouden, en zullen achterblijven in groei,
redcellen werden aangezet om nieuwe koningin-
ze eitjes leggen, en worden de mislukte uit de
waardoor de besmetting weer zal afnemen.
nen te maken. Op 2 juni zijn deze koninginnen
proef gehaald. Omdat dan (16–17 juni) alle oude
Het wordt heel spannend om te zien of aan
klaar om uit te lopen. Uitlopen is: dat de pop
broed is uitgelopen (dat waren larven en pop-
het eind van het seizoen, of in de winter, de
verandert in een adulte bij (werkster of koningin),
pen, maar dat zijn dan allemaal jonge bijen),
besmetting is toegenomen of juist afgenomen.
en uit de gesloten cel breekt (deels op eigen
zitten dan alle mijten op de bijen. Daarom wordt
Als dat laatste gebeurt komen we in de buurt
kracht en deels met hulp van oudere werksters,
dan een monster bijen uit de volkjes genomen
waar we naar toe willen: bijenvolken waarin de
zie foto hiernaast).
om de besmetting met mijten vast te stellen.
mijtpopulatie niet meer stijgt. Duimen maar! l
Daarna worden de volken in kleine zogenaamde
Begin juli brengen we de volkjes terug naar
opzetters gesplitst. Dit zijn kleine ‘startvolkjes’
Lelystad. Aan het eind van het jaar herhaalt de
van drie ramen met bijen en twee ramen met
geschiedenis zich: slechte volken eruit (te klein,
• Tjeerd Blacquière,
[email protected] Plant Research International, Wageningen UR
De eerste Oranjes in de AWD Jachtheren in de 16e en 17e eeuw
De jachtactiviteiten van de Oranjes vonden vooral in de laatste eeuwen voornamelijk plaats vanuit Paleis Het Loo op de Veluwe. Dit paleis is oorspronkelijk in 1686 gebouwd als jachtslot voor prins Willem III en heeft door de eeuwen heen een belangrijke rol gespeeld bij de jacht door de Oranjes. Dat de eerste Oranjes ook in de Hollandse kustduinen gejaagd hebben is veel minder bekend. In dit artikel hier meer over. Het jachtrecht was vroeger uitsluitend voor
Van de eerste vorst van Oranje, Prins Willem I
behouden aan vorsten, landheren en adellijke
(de Zwijger, 1533 – 1584) is weinig bekend wat
personen en diende in feite hoofdzakelijk om,
betreft de jacht. In 1560 benoemde koning
met een behoorlijke portie passie voor deze
Philips II van Spanje hem tot groot-jagermeester
‘sport’, de keukens van het nodige wild te
over Holland en zijn kwaliteiten op dit gebied
voorzien. Later zag men ook wel in dat de jacht
waren niet gering, want Duitse vorsten die bij
te paard ook een goede leerschool voor leger-
hem te gast waren betrokken dikwijls via hem
aanvoerders was. Jagers moesten toentertijd
hun jagers, paarden, honden en valken. De jacht
ook uitstekende ruiters zijn.
van Willem van Oranje concentreerde zich veelal
rondom Breda en in 1564 schreef hij aan zijn broer Lodewijk dat het moeilijk was om de onkosten beneden de 1200 gulden te houden.
Prins Willem I en zijn echtgenote
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Willems zoons Maurits en Frederik Hendrik hadden hun jachtterreinen ook hoofdzakelijk in de omgeving van Breda en ook rond Den Haag (vanuit het Binnenhof), maar daarnaast waren de duinen in de omgeving van de AWD toen ook al erg in trek. Prins Maurits (1567 – 1625) liet het totale duingebied vanaf de Maas monding tot aan Castricum (dus inclusief AWD) inrichten voor de hertenjacht. Het aantal herten was zo groot dat de landbouwgronden langs de binnenduinen beschermd moesten worden met
Prins Maurits ging geregeld vanuit het Buitenhof in Den Haag op jacht in ‘de wildernisse’ (de naburige
kilometers lange afrasteringen.
duinen). Schilder: Paulus van Hillegaert
Met name de stugge en in zichzelf gekeerde Maurits had een uitgesproken belangstelling voor
aanwezig in tijden van wapenstilstand. Daarbij
te vinden werd ‘de Vogelsang nabij Langeveld’
de jacht en in die tijd werden de jachtverorde
had de wildstand in het westen ook behoorlijk
genoemd. Wat betreft de afrasteringen lijkt de
ningen behoorlijk aangevuld en gepubliceerd.
te lijden door de voortdurende gevechten en
geschiedenis zich anno 2009 te herhalen: ook nu
Hij was opperjagermeester met een jaarsalaris
Maurits zag zich genoodzaakt roodwild uit de
staat er bij het Langeveld een ‘hertenhek’ om de
van 3000 gulden, maar was door de Tachtigjarige
Palts in te voeren. Als een van de plaatsen waar
bollenvelden te beschermen tegen de vraatzucht
Oorlog (1568-1648) eigenlijk alleen bij de jachten
het meeste grofwild in de beide Hollanden was
van de herten.
Prins Willem III op hertenjacht
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Maurits broer en opvolger Frederik Hendrik
Koning stadhouder Willem III (1650-1702)
De daarop volgende prinsen Willem IV
(1584 – 1647) had meer een vrolijke en levens
wordt wel beschreven als de meest bedreven
(1711 – 1751) en Willem V (1748 – 1806) hebben
lustige aard. Ook hij was langdurig betrokken
koninklijke jager die ons land gekend heeft,
weinig gejaagd in het noorden en vrijwel zeker
bij veldtochten en belegeringen. Toch zijn er
maar ook hij had een zwak gestel en leed aan
niet in het duingebied. Zij concentreerden zich
aanwijzingen dat ook hij geregeld op jacht ging,
hoofdpijnen, een chronische borstaandoening
op de Veluwe (Het Loo en Dieren), waarbij
veelal in gezelschap van zijn vrouw Amalia van
en aan astma. Samen met zijn vrouw Mary II
Willem IV het door een steeds slechter
Solms die een goede amazone was.
Stuart bereidde hij de bouw van een nieuw
wordende gezondheid al op jonge leeftijd
De Haarlemse historicus Ampzing liet in een
jacht- en buitenverblijf Het Loo voor, maar ook
liet afweten. Hij werd slechts 40 jaar.
gedichtje weten dat Frederik Hendrik geregeld
zij overleed op jonge leeftijd aan de pokken.
in het grote jachtgebied van de heren van
Willem V werd door de latere koningin
Brederode ging jagen:
In deze jaren opereerden inmiddels in de AWD
Wilhelmina (1880 – 1962) betiteld als een sufferd.
Hoe dickwijls komt de Prinz in Breeroo’s wijde
de bekende jachtheren en grootgrondbezitters
Samen met zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen
palen (lees grenspalen)
van wie we nu nog hun grenspalen kunnen
was Willem V het laatste stadhouderlijke echt-
Hoe dickwijls menig wild uyt onse duynen halen?
terugvinden:
paar in de Oranje-dynastie. Willem ging op
Hoe meenge snelle Hind, hoe menig wacker
Jacob en Gilles Graafland (resp. 1656 – 1711
jonge leeftijd al veel op jacht, maar was een
Hart (lees Hert)
en 1689 – 1727)
buitengewoon slecht schutter. Toen in 1795 de
Word op der Herenjagt gevangen en benard?
Van der Maes d’Avenrode (1655 – 1734)
Bataafse Republiek werd uitgeroepen vertrok
Jan Six II, Heer van Hillegom (1668 – 1750)
het gezin naar Engeland.
Na de Tachtigjarige Oorlog ging de wildstand
Jan Trip (1664 – 1732)
hier echter achteruit door ontbossingen en
Het ligt voor de hand dat zij bij hun jachtpartijen
We hebben de indruk dat de Oranjes uit de
ontginningen en Prins Willem II (1626 – 1650)
in de duinen ook Prins Willem III met zijn gevolg
19e eeuw niet veel in de duinen kwamen om te
heeft toen het initiatief genomen om de jacht
hebben uitgenodigd.
jagen. Pas in de tweede helft van de 20e eeuw is
naar de Veluwe te verleggen. Hier waren
Willem III was ondanks dat hij ernstig ziek was
Prins Bernard (1911 – 2004) weer veelvuldig in de
uitgestrekte heidevelden en wildernissen
nog present bij een jachtpartij in Engeland
AWD op jacht geweest. l
beschikbaar waar ongestoord urenlang kon
waarbij zijn paard struikelde. De prins brak hierbij
worden gejaagd. Willem II had een uitgesproken
een sleutelbeen, wat zijn dood tot gevolg had.
• Roel J. Mulder, lid Historische Werkgroep AWD
een commandeurshuis verbouwen tot jachthuis.
Van de jachtprestaties van de Friese stadhouders
Bronnen:
In de AWD en omgeving zal hij dus weinig
als erfgenamen van Willem III, waaronder Johan
Het Loo, de Oranje’s en de jacht (Louise van
geopereerd hebben.
Willem Friso (1687 – 1711) is weinig bekend.
Everdingen)
De vroege dood van deze prins is onder andere
Veelal was er hazenjacht op stadhouderlijke
Geschiedenis van Aerdenhout (J.M.Sterck-Proot)
veroorzaakt door de uitputtende jachtritten,
terreinen in Friesland en ook jacht op waterwild
Buren, Egmond en Oranje (Thera Coppens)
waardoor hij te weinig weerstand tegen de
bij Eernewoude waar het jachthuis Princenhof
pokken had en daaraan stierf.
stond.
voorkeur voor deze terreinen en liet in Dieren
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Roofvogelstand in de Amsterdamse Waterleidingduinen 2008 Vanaf 1961 wordt jaarlijks dit 3400 ha grote duingebied geïnventariseerd op roofvogels en uilen. Ook in 2008 werd gepoogd volwassen dieren te ringen, alle nesten te vinden en alle jongen van ringen te voorzien. Hieronder doen we verslag van de resultaten van 2008.
laag. Kikkers en vogels vormen de alternatieve voedselbronnen als muizen schaars zijn. Dit duidde op een goede muizenstand, wat een hoge legselgrootte tot gevolg had. De uilen waren echter niet vroeg met broeden begonnen,
De pogingen om meer volwassen Buizerds en
wat vaak gebeurt bij een hoog aanbod van
Haviken te vangen werden voortgezet, maar
muizen. De hogere percentages insecten
waren deze winter niet erg succesvol. Er waren
gevonden in de kastbodems worden veroorzaakt
minder buizerds aanwezig, en we vermoeden dat
doordat de prooiresten in de kasten vooral het
vele vogels de vangtruck mogelijk al kennen...
menu van april en mei reflecteren terwijl de
Er werden 13 haviken en 5 buizerds gevangen.
braakballen ook veel materiaal uit februari en maart bevatten.
Bosuil
De Bosuil profiteert nauwelijks van de toe-
Het vaststellen van het aantal territoria is altijd
genomen aantallen konijnen, de Havik wel.
een lastige zaak omdat je nooit zeker weet of
Vermoedelijk komt dit doordat dit herstel zich
de in de winter gevangen uil ook nog aanwezig
vooral manifesteert in het open duin en niet
is in het broedseizoen. In ieder geval waren er
in de beboste binnenduinen.
24 paar die eieren legden. Er werden echter 31 verschillende wijfjes en 27 verschillende
Tabel 1. Procentuele samenstelling van het voedsel
mannetjes gevangen. Van deze 58 vogels waren
van de bosuil in 2006, 2007 en 2008. Gegevens uit
21 vogels nooit eerder als volwassen vogel
braakballen (n = 245, voornamelijk januari, februari,
gevangen. Dertien van deze vogels waren al
maart) worden vergeleken met braakballen en
geringd en allen in het duin geboren.
prooien gevonden in strooisel van kastbodems
De muizenstand was kennelijk goed want de
(n = 462, voornamelijk april en mei).
gemiddelde legselgrootte was 3,6 ei. De
NB. Onderscheid naar methode van verzamelen om
productie van jongen viel echter tegen. Slechts 11 paren brachten in totaal 35 jongen groot.
vergelijkingen met verleden te kunnen maken toen Bosuil (foto: Fred Koning)
alleen braakballen werden verzameld
Bij meer dan de helft van de paren (13 paar)
verdwenen de jongen uit de kasten voordat ze uitvlogen. In twee gevallen vrij zeker gepredeerd
2006 2007 2008
door waarschijnlijk Boommarter. Ook een volwas-
sen Nijlgans werd door deze rover op de eieren
Veldmuis
7
7
5
5
6
5
in een nestkast gegrepen. Deze gevallen vinden
Bosmuis
41
45
39
40
64
57
vooral plaats in de binnenduinrand.
Rosse Woelmuis
4
8
5
3
8
8
Spitsmuizen
3
3
3
2
0
2
Voedsel van de Bosuil
Konijn
0
0
0
0
0
0
In 2008 werden in totaal 245 prooien uit braak-
Bruine Rat
0
0
0
0
0
0
braakbal
bodems
braakbal
bodems
braakbal
bodems
ballen geplozen en 462 prooien van de kast
Vogels
5
6
10
6
10
6
bodems gedetermineerd (zie tabel 1). Ondanks
Kikkers
30
22
26
21
10
7
de zachte winter was het percentage kikkers erg
Insecten
7
10
11
22
3
15
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Nieuwe relaties….
Voedsel van de Havik
Dispersie
Op de landgoederen Woestduin en Leyduin
In totaal werden in 2008 161 prooiresten van
Van de vanaf 1994 als nestjong in de AWD
werden twee nesten met eieren gevonden.
de Havik gedetermineerd (zie tabel 2). Konijnen
geringde Haviken werden tot op heden in totaal
Beide paren brachten 3 jongen groot. Vorig jaar
vormen het hoofdvoedsel, vooral tijdens het
25 vogels teruggemeld. Van deze vogels werden
werd het mannetje van Leyduin op 14 april dood
broedseizoen. Duiven, Vlaamse gaaien, Eksters
16 exemplaren uit de AWD en 9 van buiten het
gevonden. Dit jaar was in dit territorium dan ook
en Zwarte kraaien vormen buiten het broed
duin teruggemeld (zie kaartje). De verste terug-
een nieuwe ongeringde man maar ook een
seizoen de belangrijkste prooien.
meldingen kwamen van West-Terschelling en van
nieuwe wijfje met ringnummer 6102866. Wij
Oostkapelle in Zeeland. Op de kaart is ook de
kenden haar want zes jaar lang (vanaf december
Tabel.2. Voedsel van de Havik in 2008
herkomst te zien van drie vogels die in de AWD
1999) heeft zij gewoond op Zeerust in de AWD.
(n = 161 prooien)
werden gevangen maar elders in de regio
Haar ex bleef echter op Zeerust wonen met
Duiven
21 %
een nieuwe vrouw. Eigenlijk is Zeerust een
Kraaiachtigen
20 %
aangrenzend territorium van Leyduin en slechts
Eenden/watervogels
gescheiden door de Vogelenzangseweg en
Konijn
de smalle strook weiden. Verhuizingen onder
Roofvogels/uilen
oudere Bosuilen komen niet vaak voor (zie
Diversen
werden geboren.
5 %
Kaartje met terugmeldingen van Havik in en om de
30 %
AWD uit 2008: buiten de AWD 9 keer een individu
3 %
teruggemeld (losse zwarte stippen), in de AWD 16
21 %
individuen teruggemeld (weergegeven door één
ook Nieuwsbrief Natuuronderzoek 13e jrg, nr,
zwarte stip in AWD). In de AWD werden drie
oktober 2003). Een jong van dit paar op Leyduin
Haviken van elders geringd.
werd in november teruggevangen op het Zandvoortervlakje in de AW-duinen.
Buizerd In totaal waren er in 2008 18 Buizerdterritoria. Bij 3 paar kon ondanks veel zoeken geen nest worden gevonden. Bij nacontroles werden daar ook geen jongen vastgesteld zodat deze paren vermoedelijk niet hebben gebroed of dat de poging mislukte. Eén paar bouwde een nest maar legde geen eieren. In 14 nesten van Buizerds werden wel eieren gelegd en 12 paren brachten in totaal 27 jongen groot.
Havik: goed jaar De Havik blijft met 11 territoria stabiel. In 10 territoria werden eieren gelegd. In tegenstelling tot de vorige jaren was het een zeer goed broedseizoen voor deze soort. Legselgrootte was gemiddeld over 10 legsels 3,1 ei. Eén paartje produceerde geen jongen vanwege onbevruchte eieren (al 3 jaar achter elkaar). In totaal vlogen 24 jongen uit, wat een verdubbeling is vergeleken met de vorige twee jaren. De Havik profiteert duidelijk van de hogere aantallen konijnen in het duin. Er werden 7 volwassen Haviken gevangen: vier waren ongeringd en drie vogels droegen reeds een door ons aangelegde ring.
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
bepalen (tabel 3). De Ransuilen blijken in de winter vooral Bos- en Veldmuizen te eten. Tabel 3. Voedsel van de ransuil op winterroest.
Aantal
%
Bosmuis
91
51
Veldmuis
69
38
Rosse Woelmuis
17
9
Konijn
1
0,6
Merel
1
0,6
Koolmees
1
0,6
Boomvalk Jagende Boomvalken worden het gehele broedseizoen gezien. Territoriaal gedrag, balts of alarm bij nesten of jongen werd nooit vastgesteld ondanks veelvuldig nazoeken van oude nesten van kraaien en roofvogels. Vermoedelijk broedt de Boomvalk niet meer in het duin. Waarschijnlijk omdat zij verdreven en/of gepredeerd is door de Havik. De jagende Boomvalken die in de AWD Fig.1. Biometrische gegevens van Havik, waarbij vleugellengte (in mm) is uitgezet tegen gewicht (in gram).
worden gezien zijn waarschijnlijk afkomstig uit de landgoederen ten oosten van de AWD waar ze
Verschil tussen man en vrouw Havik
broedseizoen werd geen territorium gevonden.
Tot op heden werden 36 volwassen Haviken in
De mogelijke oorzaken liggen op het gebied van
de AWD gevangen. Van de meeste van deze
weinig muizen beschikbaar (door begrazing) en
Samengevat: 2008 was een iets minder goed
vogels worden geslacht, vleugellengte en
weinig nesten beschikbaar door verdwijnen
jaar voor de Bosuil, maar een prima voort
gewicht genoteerd. Dimorphie tussen de sexen
Eksters (door Havik). Wel verzamelden we in de
plantingsjaar voor Havik en Buizerd. l
is bij veel roofvogels aanwezig, maar is bij Havik
winter braakballen met daarin 180 prooiresten
en Sperwer zeer opvallend. In grafiek 1 is voor
om het voedselspectrum van de Ransuil te
• Fred Koning en Henkjan Koning
Havik
Boomvalk
nog wel broeden.
de Havik duidelijk te zien dat de wijfjes zowel in vleugellengte als in gewicht aanzienlijk verschillen van de mannetjes.
Sperwer Er werden 4 territoria van de Sperwer gevonden. In 3 territoria werden eieren gelegd. Een nest werd uitgepikt en in de andere nesten werden respectievelijk 1 en 3 jongen grootgebracht. In het vierde territorium werd intensief naar het nest gezocht en we vermoeden dat het hier een niet broedend jong wijfje betrof.
Ransuil Een kleine winterroest bij het Zweefvliegveld gaf hoop op nieuwe broedgevallen, maar in het
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
10 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Drents heideschaap: oeroud ras Er is misschien geen huisdier in Nederland, mogelijk zelfs niet in Europa, dat al zolang het karakter van zijn woonomgeving heeft bepaald als het Drentse schaap. Het Drentse heideschaap is een oeroud ras, dat met de modernisering van de landbouw vrijwel verdween, maar inmiddels weer teruggekeerd is, nu in het natuurbeheer.
Rammen met hoorns Het kenmerk van het Turf-, Terp- en later Drents schaap is het gehoornd zijn van de rammen. Bij andere Nederlandse schappenrassen ontbreekt dat kopsieraad geheel. De invoer
Tot voor anderhalve eeuw dreef de landbouw-
Hoe belangrijk die woldrager voor menselijke
en kruising met vooral (ongehoornde) Engelse
huishouding vooral op de zandgronden op de
expansie was, zo bleek bij de opgraving van
fokrammen heeft daarvoor gezorgd. Het
scheperij. Maar de witgewolde kuddes van
een Noormannederzetting in Groenland
Drentse schaap is aan dat noodlot ontkomen.
eertijds verdwenen praktisch alle. De veelbezon-
(1.000 – 1.360 n.Chr). Het ging hier om de
Maar juist het economisch minder aantrekkelijk
gen heide werd schaars, zeker na de ontdekking
oervader, het Turfschaap.
zijn bezegelde bijna het lot van het ras. Toen
van kunstmest. De opbrengst van de potstal was
Uit het Turfschaap ontstond begin van onze
direct na de Tweede Wereldoorlog de toe
niet langer van waarde in de landbouw op de
jaartelling een aangepast dier, het zogenaamde
nemende belangstelling voor begrazing van
hoge zandgronden. Daarmee stond het voort-
Terpschaap (zeg maar een ecotype van het
de laatste grote stukken heide bij Dwingeloo
bestaan van het Drentse schaap op de tocht.
Turfschaap), dat bij opgravingen in noordelijk
en Ruinen om schaapskuddes vroeg, was het
Maar inmiddels is de Drent weer helemaal terug,
Nederland meermalen is gevonden. Voor dat
al uiterst problematisch om aan schapen van
en het dier dat wij nu kennen als noodgreep om
onderzoek tekende Ir. G.G. Reitsma, die zijn
het zuivere type te komen. Zwaargehoornde
vergrassing te lijf te gaan is in feite een heel
studies vastlegde in het “Zoologisch onderzoek
rammen kwamen niet of nauwelijks meer voor.
interessante verschijning met een oerverleden.
der Nederlandsche terpen” (Wageningen, 1932).
Met het nog aanwezige genetisch zuiver fok
Het is niet duidelijk waarin het Terpschaap zich
materiaal en door gericht fokken werd het ras
precies van het Turfschaap onderscheidde.
van zijn ondergang gered. Een schaap geheel
Het Drents heideschaap had als voornaamste kenmerk zware hoorns bij alle rammen en ook soms bij oudere ooien. Daarnaast bestond een ander Drents ras, de “Schoonebeker”, een hoornloos dier. Begin vorige eeuw werden nogal wat Drentse schapen gekruist met heideschapen van andere herkomst.
Turf- en Terpschaap Bij het onderzoeken van terpen in Friesland die dateren van ver voor onze jaartelling, kwam men de resten van de oervaders van het Drentse schaap tegen. Het kwam in de boeken terecht als Ovis aries palustris, het zogenaamde Turfschaap. Datzelfde dier werd in het Neolithicum (6.000 – 2.500 jaar v.Chr) al door mensen gehouden zoals bij vondsten in Zwitserland bij paalwoningnederzettingen bleek. Bewoners hielden het kleine gehoornde turfschaap dat wordt beschouwd als het eerste huisschaap. Nakomelingen worden nu nog bijna raszuiver gefokt in Zwitserland in het BünderOberland.
Drentse heideschapen grazend op de Wei van het Paardenkerkhof (foto: archief Waternet)
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
11 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
gericht op zelfredzaamheid, dat tegen het
waar oprukkend gras de hei overwoekerde doen
huisschaap, dat een eigen richting in is geslagen.
grillige Nederlandse klimaat bestand is, kortom
ze hun werk. Ook Amerikaanse vogelkers blijken
Elders in Zuid-Kennemerland verschenen recent,
een monument op zichzelf.
ze te eten en goed te verteren, inmiddels
naast Schotse Hooglanders, ponies, Koniks en
worden Drentse heideschapen daarom vooral
Wisenten, ook Schoonebeker schapen. In het
ook elders in de AWD ingezet.
Nationaal Park Zuid-Kennemerland moeten zij,
Duinbeheer Nu zijn de schapen van de Drentse hooglanden
onder sturende leiding van hun scheper, een
alweer jaren stamgast in de AW-duinen. Niet
Andere grazers in Zuid Kennemerland
oplossing bieden voor de almaar oprukkende
voor de sier, maar om een actieve bijdrage te
Er gaan bij wetenschappers intussen stemmen
opslag van de Amerikaanse vogelkers. l
leveren aan de instandhouding van de hei, ook
op om de herkomst van de Moeflon (ingerasterd
al is die, vergeleken met de Drentse, slechts in
in de AWD) ook nog eens beter te bekijken.
mini-oppervlakte voorhanden. In de buurt van
Sommigen betwijfelen of dat wel een oor
De Zilk op Voorkant, Toortsenvlak en ‘t Heitje
spronkelijk wild dier is of misschien ook wel een
• Chris van Deursen
Spoorzoeken in de Van Limburg Stirumvallei Regelmatig bezoek ik de Van Limburg Stirumvallei in het kader van mijn interesse in de archeologie. Dit levert ook regelmatig andere waarnemingen op. Zo ontdekte ik in december 2004 sporen van een Beverrat in de Van Limburg Stirumvallei, een nieuwe zoogdiersoort voor de AWD (Nieuwsbrief Natuuronderzoek 17e jrg, nr. 2, juli 2007 (zie www.waternet.nl). In april 2009 deed ik opnieuw een bijzondere waarneming.
zand. Deze rups leverde de door mij gevonden sporen op. Kleine spoortjes van allerlei kevertjes heb ik nooit kunnen herleiden naar een soort.
Kilometers sporen Een paar jaar geleden vond ik een onbekend spoor aan de rand van de vegetatie. Thuis
Vele soorten sporen
de daders aan te wijzen, zijn vaak afkomstig van
gekomen, bleek bij naspeuring in de sporen
Regelmatig zie ik sporen in het zand. De meeste
insecten. Zo zijn er perioden dat er honderden
boeken dat het afkomstig was van een Mol.
kan ik wel thuis brengen. Het zijn dan sporen van
miljoenpoten te zien zijn. Dan zijn de daders en
Ik heb daarna nooit meer een mollenspoor
vogels, zoals Zwarte kraaien, Eksters, meeuwen
sporen gelijktijdig te zien en is de link snel
gevonden. Tot ik op 3 april 2009 door het
en Kleine Plevieren. Maar ook vele zoogdieren,
gelegd. Sporen van de rupsen van Grote
noordelijk deel van de Van Limburg Stirumvallei
zoals Ree, Damhert, Vos, Bunzing, Konijn en
Beervlinder kon ik ook herleiden. Ik vond een
liep. Al direct bij het eerste stort vond ik vele
muizen. Sporen die mij meer moeite kosten om
rupsin de vegetatie en zette hem terug in het kale
mollensporen van meerdere dieren. Soms samen oplopend, maar ook elkaar kruisend. Vaak waren de sporen enige honderden meters te volgen. De sporen waren duidelijk van verschillende dieren afkomstig, dat was te zien aan de afmetingen. Het waren vermoedelijk sporen van mannetjes en vrouwtjes (voor jongen lijkt het mij veel te vroeg). Over de hele lengte van de 1 kilometer lange noordelijke Van Stirumvallei vond ik mollensporen. Ik schat dat deze afkomstig waren van 20-30 mollen. Alle sporen waren vers. Een week nadat ik de vele sporen van mollen gevonden had was er geen spoor meer van te vinden. De sporen zijn dus in een korte periode gemaakt en zijn slechts kort te zien geweest. Dat is ook wel logisch in dat losse zand, maar als de mollen vaker actief zouden zijn, dan zou je
Mol (foto: Hans Vader)
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
12 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
later ook weer verse sporen moeten vinden.
albino, isabelkleurig en gevlekt.
Maar daarna heb ik nooit meer zoiets gezien.
De mannetjes zijn gemiddeld 1 cm groter en
Ik bleef wel met een vraag zitten. Wat deden al
25 gram zwaarder dan de vrouwtjes. Het biotoop
die mollen daar bovengronds, heeft het iets met
is zeer uiteenlopend, maar zij prefereren rulle
de voortplanting te maken? Of waren zij met z’n
humusrijke grond. De Mol is geen knaagdier,
allen op jacht naar iets wat massaal aanwezig
maar leeft uitsluitend van vlees. Zij behoren dan
was? In de boeken kon ik er niets over vinden.
ook tot de roofdieren en dat is goed te zien aan hun gebit. Zij eten vooral regenwormen, larven
Mol, rover uit de onderwereld
van insecten en zelfs jonge muizen.
Hieronder wat wederwaardigheden over de Mol.
Zij leven vrij solitair en vermoedelijk ook territo
De meeste mensen kennen de naam, maar
riaal. (Des te vreemder vind ik al die mollen
weinig zullen hem ooit gezien hebben. Dat is
sporen op een relatief kleine oppervlakte).
niet verwonderlijk, want dit dier brengt zijn hele
Voor de jacht maken zij oppervlakkige gangen
leven onder de grond door. Wat de meeste
(mollenritten), maar ook diepere gangen waarbij
mensen wel kennen, dat zijn de molshopen.
de molshopen ontstaan. Het nest wordt op een
Heel wat mooie gazonnetjes zijn compleet
diepte van ca. 50 cm aangelegd. Er is meestal
verwoest door het gegraaf van mollen.
maar één worp van 3-4 jongen. In augustus
De Mol is 11 tot 17 cm lang en heeft een staart
worden de jongen zelfstandig en worden zij uit
van 22 tot 36 mm. Zij wegen 65 – 130 gram.
het territorium verdreven.
Het lichaam is cilindervormig en de schouders
De Mol dient als voedsel voor Vossen, uilen en
zijn zo zwaar gespierd dat de nek niet zichtbaar
Buizerds. Ook de Blauwe Reiger lust ze graag.
is. De voorpoten zijn ware graafmachines en zijn zeer breed met lange brede nagels. De hand
Wie het weet mag het zeggen
palmen staan naar buiten. Zij hebben een spitse
Wie weet een oorzaak of reden van het zeer grote
slurfvormige snuit en geen uitwendige oor
aantal mollensporen in het kale zand. Wie heeft er
schelpen. De ogen zijn niet groter dan een
iets dergelijks ook ooit gezien? Voor mij was het
speldeknop en verborgen tussen de haren van
de eerste keer, in 50 jaar struinen door de duinen.
zijn pels. De pels is zeer dicht en fluweelzacht
Reacties zijn welkom op:
en de kleur is meestal zwart. Dat is o.a. de reden
[email protected] of via 0252-520444 l
dat er vroeger jacht op gemaakt werd voor de pels . Er komen kleurvariëteiten voor, zoals
Kruisende mollensporen
• Hans Vader
Soms honderden meters lang mollenspoor
Mollensporen met duidelijke afdruk van de grote voorpootklauwen (alle foto’s: Hans Vader)
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
13 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Fotorubriek
Van Limburg Stirumvallei 1999 – 2002 – 2009 Deze foto’s geven een goed beeld van de
de Ruigenhoeker Schulpweg, in zuid-westelijke
invloeden van zowel grondwater, vegetatie als
ontwikkelingen in de zuidelijke Van Limburg
richting. De NORA mast is duidelijk zichtbaar op
verstuiving zichtbaar in één beeld. We zien één
Stirumvallei. Ze zijn genomen bij het einde van
de achtergrond. Hier zijn de gecombineerde
van de mooiste valleitjes waar vrijwel altijd water heeft gestaan. Op de foto van 19 juli 1999 zien we dat het duin achter de plas in beweging is gebleven en veel overstuiving verder naar links (het oosten) geeft. Rechts op de foto is nog sprake van een behoorlijke kale vallei. Op de foto van 12 september 2002 zien we dat de plas nog steeds water bevat, maar wel meer begroeiing heeft gekregen (lisdodde). Het duin achter de plas stuift nog wel enigszins, maar is duidelijk meer met helm begroeid geraakt, evenals de helling op de voorgrond van de foto.
Van Limburg Stirumvallei 19 juli 1999 (foto: Bas Arens)
De vallei rechts op de foto is in de jaren tussen 1999 en 2002 behoorlijk begroeid geraakt met enkele soorten van vochtige duinvalleien, met hier en daar helm. Op de recente foto van 21 juni 2009 (7 jaar na de vorige foto, en 14 ½ jaar na de demping van het kanaal) valt op dat rechts vooraan op de voorgrond nog steeds kaal zand te zien is. Vooraan midden en links is de vitale open helmvegetatie met zand doorgegroeid tot gesloten helmvegetatie. Het plasje (kleine groene vlek in het midden) is inmiddels volledig dichtgegroeid
Dezelfde vallei 3 jaar later: 12 september 2002 (foto: Bas Arens)
met lisdodde. Er staat nog wel water in. Rechts en midden op de achtergrond zien we dat de vallei – die in 2002 nog veel kaal zand bevatte – inmiddels vrijwel volledig is dichtgegroeid met voornamelijk duindoornstruweel. Het duin links midden achter dat 10 jaar geleden nog flink overstoven werd, is in 2009 helemaal begroeid met duindoorns (sommigen dood), er slaan zelfs vlieren in op. De Van Limburg Stirumvallei blijft een fascinerend landschap binnen de Amsterdamse Waterleidingduinen! l
En dezelfde vallei weer 7 jaar later: 21 juni 2009 (foto: Joop Hilster)
• Antje Ehrenburg
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009
14 Natuurberichten uit de Amsterdamse Waterleidingduinen
Korte berichten Nieuwe beheersvisie De huidige beheersvisie voor de Amsterdamse
Duinen en mensen Kennemerland
Waterleidingduinen “Struinen in de toekomst
Dit najaar verschijnt t.g.v. PWN 75 jaar natuur
2001 – 2010” loopt binnenkort af. Momenteel
beheerder een nieuw boek over de duinen
wordt gewerkt aan een nieuwe beheersvisie voor
getiteld Duinen en mensen Kennemerland, van
de jaren 2010 – 2022. Over recreatie is onlangs
de hand van Rolf Roos. Meer info en bestellen
een workshop gehouden met in- en externen,
op www.duinenenmensen.nl. Tot 30 september
maar de visie gaat ook over de toekomst van
kost het boek € 22,50, daarna € 29,95
natuur en waterwinning. Voor de vrijwilligers die actief zijn in de AWD zal komend najaar een avond over dit onderwerp worden georganiseerd.
Natuurberichten
Nieuw begrazings gebied Middenveld Rond het Middenveld zijn paaltjes geplaatst. Dit wordt een raster, want hier wordt dit najaar begrazing met koeien ingezet in de strijd tegen
Wilt u ook wel eens actuele natuurberichten
Prunus serotina. Het nieuwe gebied is ongeveer
lezen uit andere natuurgebieden? Meldt u
60 hectare groot.
Lymepetitie
dan aan op www.natuurbericht.nl en klik de
Op www.lymevereniging.nl kunt u een petitie
interessevelden aan die bij u passen. Dan
tekenen om meer aandacht te krijgen voor de
krijgt u elke week een berichtje via de e-mail.
ziekte van Lyme.
Veel vraat aan eiken dit voorjaar Is het u ook opgevallen dat in de maand mei
Operophtera brumata). Vanaf eind april verschij-
eikenbladroller vliegt dan – in de maanden
2009 bijna alle zomereiken in de AWD zo goed
nen de jonge beweeglijke rupsjes die zich in een
juni – juli – met duizenden tegelijk. In de AWD
als kaal waren gegeten door de veelvuldige
opengaande bladknop inboren. Na het uitlopen
is dit in 35 jaar nog nooit zo massaal geweest
rupsenvraat? Dat is dit jaar bijna helemaal het
van de bomen vreten ze van de bladeren die ze
als in 2009.
werk geweest van de rupsen van de Groene
samenspinnen of waarvan ze slordige bladrollen
Voor meer informatie over rupsenvraat in eiken
eikenbladroller Tortrix viridana (in andere jaren
maken. Gelukkig komen de eiken hier later in de
ga naar: http://www.insectenweb.wur.nl/NL/
ook van de rupsen van de Kleine wintervlinder
zomer altijd wel weer bovenop. De Groene
Opvallend+in+2008/Rupsenvraat+in+eiken/
Rups Groene eikenbladroller: tot 18 mm lang, grijsachtig/groen met zwarte stipjes en een zwarte kop (rups Kleine wintervlinder: geheel groen)
Groene eikenbladroller: vliegt in juni – juli met duizenden tegelijk
jaargang 19 | nummer 2 | juli 2009