Nationale debat JJI en JZ Plus 20 mei 2009 visie op straffen en behandelen Annette van der Poel
Indeling presentatie • • • •
Doelgroepen JJI en JZ Plus Visie op veranderen Terugval hoort erbij Wat kunnen we nog veranderen binnen de systemen die we gebouwd hebben
2
Welke jongeren De rechter heeft een vonnis geveld of een machtiging uitgesproken. Extremiteit van probleemgedrag. Jongeren corrigeren /sturen zichzelf niet meer en accepteren meestal ook geen bemoeienis of hulp. Er is sprake van zware meervoudige problematiek
Visie op de doelgroep(en) • Er zijn vooral overeenkomsten: gedragsverandering is noodzakelijk (Ook preventief gehechte jongeren en hun gezinnen hebben behandeling nodig)
Hoe kijkt de maatschappij naar de doelgroep(en) •Eng en gevaarlijk •Verbondenheid: wij versus zij •Openlijke normbewaking ter afschrikkking
Sociale onveiligheid Repressie en preventie raken vermengd •Preventie: behandeling nodig •Hufters in de maak
•Professionals gegijzeld door media en politiek •Cultuur van wantrouwen en openlijke terechtstelling
Hoe kijkt de maatschappij naar de beroepsgroep Afgeserveerd, geen
Slecht imago Personeelstekort
loyaliteit
Waarom stopt probleemgedrag What Works (wat werkt) Desistance (‘afzien van’) Conclusies: Wetenschappelijk Maatschappelijk 8
Risicoprincipe: wie Recidivekans: Hoe hoger, hoe intensiever If it ain’t broke, don’t fix it Gestructureerde risicotaxatie i.p.v. Klinisch oordeel
Schadekans: Anderen of zichzelf Risicomanagement (voorwaarden, controle passend bij de risico’s) Meta evaluaties Mark Lipsey, James Bonta, Don Andrews en Paul Gendreau 9
2. Behoeftenprincipe: wat Statisch en dynamische risicofactoren Dynamisch/veranderbaar: stabiel en acuut
Focus op dynamische factoren
10
Aanbod:
3.Responsiviteitsbeginsel: waarmee
Cognitief‐ / gedragsmatig Concrete en relevante vaardigheden Familie relaties en sociaal netwerk
Samenwerkingsrelatie Jongere: Willen: Motivatie Kunnen: On‐/mogelijkheden Hoe: Leerstijl 11
4.Professionaliteitsbeginsel: door wie
Kennis Vaardigheden Houding en integriteit Bij twijfels niet doen
12
5.Integriteitsbeginsel: hoe Oorspronkelijke opzet Goede randvoorwaarden
13
6. Eigen context: waar • Natuurlijke omgeving • Biedt ingangen, is relevant • Motiveert
14
Impact What Works • Risicotaxatie • Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie • Aanscherping financiering en werkprocessen
15
Fasering JeugdzorgPlus Fase Inhoud
Een traject van gesloten/besloten naar open en tenslotte ambulante hulpverlening
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Oriëntatie op de toekomst
Gedrags- verandering
Oefenen & voorbereiden
Praktijkfase
Werken aan gedragsverandering op alle domeinen
Voorbereiden van het toekomst perspectief
Realiseren van de overgang naar perspectiefplek
Wennen, diagnostiek en doelen stellen voor de toekomst
Start
Gezamenlijk Onderzoek en gezamenlijk opstellen van het BHP met de jeugdige, ouders, gezinsvoogd e.a.
In elke fase wordt de behandeling geëvalueerd met de jeugdige, ouders, gezinsvoogd en andere belangrijke betrokkenen, de fase-overgang wordt besproken,
Basisvaardigheden
Dagelijkse routine, basisvaardigheden aanleren feedback middels feedbackkaart
Gezin
Gezinsgesprekken Bezoekregeling en belafspraken met familie
Vaardigheden aanleren voor het Vaker ‘buiten’ de instelling leven van alledag, dagelijkse oefenen feedback middels feedbackkaart Gezinsgesprekken oefenen bij ouders of bij familie netwerkberaad gezinstherapie. eerste bezoeken aan ouders en andere woonplek zoeken familie
Behandelplan
Diagnostiek
werkdoelen, beperkende maatregelen, verlof en buitenactiviteiten worden vastgesteld
psychiatrische screening, psychologisch onderzoek, medisch onderzoek, risicotaxatie.
transferbegeleiding ‘buiten’ de instelling oefenen Jongere woont thuis gezinstherapie transferbegeleiding en netwerkberaad, hulp bij in groei in nieuwe woonplek
Waar nodig wordt in elke fase weer opnieuw diagnostisch onderzoek gedaan
Specifieke behandeling
Passend bij de problematiek: er kunnen meerdere interventies tegelijk of na elkaar worden ingezet Psychiatrische behandeling (medicatie, gesprekken, psycho educatie); Gedragstraining; Cognitieve gedragstherapie en/of een andere vorm van therapie; Hulp bij het stoppen met middelengebruik; Hulp bij het vinden van passende vrijetijdsbesteding
Onderwijs
Onderwijsleerplan wordt gemaakt
Mentor
Wekelijkse Mentorgesprekken Mentorgesprekken gaan over toekomstplannen, gedrag, relaties onderhouden met familie en vrienden (genogram maken en netwerkkaart invullen), intimiteit, leren afspraken maken, omgaan met autoriteit, leren plannen en vrijetijdsbesteding
Onderwijsleerplan wordt uitgevoerd
Op zoek naar passend onderwijs/ werk buiten de instelling
Ondersteuning bieden op nieuwe school of werkplek
16
Belangrijkste doelen Inzicht vergroten als basis voor gedragsverandering Vergroten van probleem‐oplossende en sociale vaardigheden Vermindering van pro‐criminele houding Verbetering van de affectieve relaties in / met het gezin. Breken met delinquente vrienden‐ / kennissenkring, adequaat kunnen omgaan met peer‐pressure. Thuiskomers: Verbetering van communicatievaardigheden jongere en ouders. Vaardigheden voor het ontwerpen / bijstellen van huisregels voor jongere en ouders. Verkrijgen en behouden van huisvesting en werk/opleiding, en bijpassende vaardigheden. 17
Losse eindjes ‘What Works’ Inhoudelijke vragen >> kritiek Implementatiekennis ontbreekt
18
Inhoudelijke kritiek op What Works Risico voorop: Wantrouwen als basishouding
Individualisering: Nadruk op individuele aanpak, Weinig oog voor sociale context Diagnose‐receptmodel
We weten ‘Wat werkt’ maar niet: Wanneer, waarom en hoe
19
Implementatie What Works De gerichtheid op WW werkt verlammend School en arbeidstoeleiding Stepped care of Wraparound Re entry programma’s : oriëntatie op de toekomst vanaf de start
20
Desistance Een proces waarin een jongere gaandeweg welbewust, weloverwogen en doelgericht gaat afzien van schade toebrengen aan zichzelf of anderen. Een complex proces tussen de jongere, de justitiële instanties, zijn omgeving en zijn omstandigheden. Systeemgerichte en sociologische aanvullingen op individuele benadering. 21
Desistance Chad Maruna: 3 invloeden Rijpingstheorie Sociale binding Narratieve theorie 22
Desistance-benadering • Natuurlijk/spontaan proces • Inbedding en finetuning van what‐works
23
Leeftijd en sekse McIvor, Jamieson en Murray 2000 Jongste groep(14-15): Angst voor de gevolgen Het is verkeerd wat je doet Middelste groep (18-19): Rijping / ouder worden Sociale binding: werk, school, partner. Oudste groep (22-23): gezinsverantwoordelijkheden, doelbewust besluit: ik ga nu mijn levensstijl veranderen. Persisters: veelplegers, vrienden, drugs en alcohol. 24
Desistance Leeftijd en sekse Graham & Bowling 1995
• Natuurlijk proces van desistance komt bij jongens na 25e op gang, later dan bij meiden, maar met vaak wel dezelfde redenen: gezin en zelfstandigheid • Vroeger stoppen door jongens vooral bij: – Bovengemiddelde schoolprestaties – Thuis wonen, goede gezinsrelaties
25
Desistance Waarom: houding en motivatie farall 2002
• Farall 2002: Desistance is het vinden of verwerven van iets dat je persoonlijk sterk waardeert, en dat een herevaluatie van je leven in gang zet. • Betekenisgeving staat centraal 26
Desistance Hoe: stijl van de professional Rex 1999
invloed van de werker: Actief en participerend Wederzijds gevoelde verplichting, loyaliteit. Meer dan cognitief werken, ook sociaal en persoonlijk Belonen van prosociaal gedrag en denken: respect directieve aanpak gewaardeerd 27
Desistance
Hoe: omgeving Farall 2002: omgeving moet mee‐veranderen, verandering ligt deels buiten de macht van de jongere
28
Model voor desistancefocused begeleiding
Fergus McNeil
Wanneer: Leeftijd en niveaus van rijpheid / volwassenheid
Waarom: Sociale banden en levensovergangen
Desistancefactoren Hoe: Identiteit, houding en motivatie
29
Veranderingsmodel Participatie en normalisatie bevorderen d.m.v. werkalliantie/bondgenootschap (Pas) in deze context (kan men) gedrag, vaardigheden en denkpatronen verbeteren
30
Afronding What Works is niet alles wat werkt. Desistance biedt essentiële aanvullingen: Breder perspectief op de dader en zijn omgeving Kern voor de begeleiding is een specifieke stijl
Professionals verdienen de maatschappelijke ruimte en steun voor deze aanpak: Loyale houding en actieve participatie nodig door buurt, familie, bestuur/beleid en media. Van ‘Je weet maar nooit’ naar ‘Onze koers staat vast’
31
Gedragsverandering Cirkel van Prochaska & Diclemente 1992
32
Afsluiting • De periode in een JJI of Jzplus setting heeft bij de jongere een herevaluatie van zijn/haar leven in gang gezet. • Betekenisgeving staat centraal
33
Domein
Risicofactoren
Beschermende factoren
Jeugdige
Laag IQ
Normaal tot hoog IQ
Moeilijk temperament
Makkelijk temperament
Complicaties zwangerschap en/of geboorte
Geen complicaties zwangerschap en/of geboorte
Genetische factoren (pathologie)
Genetische factoren (geen pathologie)
Impulsief gedrag, gewaagd gedrag
Goede vaardigheden m.b.t. plannen, vooruitkijken en probleem oplossen
Laag onderwijsniveau ouders
Gemiddeld tot hoog onderwijsniveau ouders
Lage sociaal economische status
Midden tot hoge sociaal economische status
Inconsistente opvoeding
Consistente opvoeding
Weinig of ontoereikend toezicht
Adequaat toezicht
Autoritaire of permissieve opvoedingsstijl
Democratische opvoedingsstijl
Psychopathologie van ouders
Geen psychopathologie van ouders
Drugs of alcohol gebruik ouders/opvoeders
Geen drugs of alcohol gebruik ouders/opvoeders
Crimineel gedrag ouders
Geen crimineel gedrag ouders
Zware stress ouders/opvoeders
Weinig stress ouders/opvoeders
Slechte relatie ouders/opvoeders onderling
Goede relatie ouders/opvoeders onderling
Kindermishandeling en verwaarlozing
Geen kindermishandeling, geen verwaarlozing
Opeenvolging van meerdere verzorgers
Geen of weinig verandering van verzorgers
Sociaal isolement of afwijzing
Aanwezigheid andere ondersteunende volwassenen
Afwijkend gedrag broertje of zusje
Geen afwijkend gedrag van broertje of zusje
Afwijzing door leeftijdsgenoten
Goede relatie met leeftijdsgenoten
Pesten en gepest worden
Niet gepest worden
Criminaliteit van leeftijdsgenoten
Lage criminaliteit van leeftijdsgenoten
Drugsgebruik van leeftijdsgenoten
Weinig drugsgebruik van leeftijdsgenoten
Zwakke schoolorganisatie, weinig toezicht
Sterke schoolorganisatie, positief schoolklimaat (moreel klimaat)
Hoge mate van afwijkend gedrag van medeleerlingen op school
Lage mate van afwijkend gedrag van medeleerlingen op school
Achterstandswijk
Goede buurt
Veel buurtcriminaliteit en discriminatie in de buurt
Weinig buurtcriminaliteit
Gezin/familie
Leeftijdsgenoten
School
Buurt
Terugvallen is belangrijk Fase van gedragsverandering
Taken van de groepswerker/sociotherapeut/
1. Voor beschouwing
Vergroot het gevoel van de jongere dat zijn huidige gedrag hem in de problemen zal brengen
2. Overpeinzing
Richt je op de nadelen en risico's van niet veranderen, zorg dat de redenen om wel te veranderen uitvergroot worden
3. Besluitvorming
Bepaal samen met de jongere wat voor hem de beste manier is om de verandering (doel) te bereiken
4. Actieve verandering
Help de jongere om zijn doel te bereiken: maar laat hem het zelf doen
5. Consolidatie
Maak met de jongere een EHBO plan dat nodig is wanneer er terugval zou zijn: leer hem terugval te zien aankomen en bereid hem voor hiermee om te gaan
6. Definitieve verandering of 6. Terugval
Bestendig de verandering of Probeer de jongere opnieuw op de rails te zetten van het veranderproces zonder dat hij ontmoedigd wordt door de terugval