Aan de Gemeenteraad
Raad
: 3 februari 2011
Status
: Besluitvormend
Punt no.
: 6
Onderwerp : Advies controlecommissie over rapport Rekenkamercommissie inzake grondbeleid
Korte toelichting De controlecommissie heeft een advies uitgebracht over het rapport inzake het grondbeleid in Achtkarspelen van de Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân. Zij stelt de raad voor dit advies in aangepaste vorm over te nemen.
Nadere toelichting Op 15 april 2010 presenteert de Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân (RKC) haar rapport inzake het grondbeleid in Achtkarspelen. Dit rapport wordt opiniërend besproken in de raadsvergadering van 17 juni 2010. De raad besluit het presidium te verzoeken met een besluitvormend voorstel te komen. Het presidium constateert op 2 september 2010 dat de opiniërende behandeling in de raad van 17 juni 2010 niet goed uit de verf is gekomen. Het college heeft onvoldoende duidelijk kunnen maken waarom het de aanbevelingen van de RKC niet kan overnemen. Hierdoor vond geen goede inhoudelijke discussie plaats over die aanbevelingen. In verband daarmee besluit het presidium de opiniërende behandeling van het rapport opnieuw te laten plaatsvinden in de raad van 28 oktober 2010. Deze behandeling zal worden voorbereid door de controlecommissie, die daarbij ook zal beoordelen of het overnemen van bepaalde aanbevelingen kan leiden tot onrechtmatige situaties. De controlecommissie legt de aanbevelingen van het RKC om advies voor aan de gemeentelijke accountant. Na overleg met de accountant concludeert de controlecommissie op 7 oktober 2010 dat het principebesluit van de raad om alle aanbevelingen over te willen nemen niet leidt tot een onrechtmatigheidsoordeel van de accountant. Daarbij wordt als kanttekening geplaatst dat bij winstneming voorzichtigheid in acht moet worden genomen, omdat daarover afspraken zijn gemaakt in de nota grondbeleid. Als de raad daar anders mee om wil gaan, moet die nota worden aangepast. Voor het overige vindt de commissie het een zaak van de raad of hij de aanbevelingen een verbetering vindt ten opzichte van de huidige situatie of juist niet. In de raadsvergadering 28 oktober 2010 wordt afgesproken dat de RKC zal worden gevraagd een reactie te geven op de argumenten van het college om een aantal aanbevelingen niet over te nemen. De reactie zal worden besproken met de controlecommissie, die een eindadvies zal geven over het rapport in de vorm van een besluitvormend raadsvoorstel. De RKC geeft haar reactie in een brief aan de raad van 6 december 2010. Deze brief wordt op 9 december 2010 besproken in de controlecommissie in aanwezigheid van de voorzitter en de ambtelijk secretaris van de RKC. De commissie komt vervolgens tot het volgend advies.
Raad :
3 februari 2011
Punt no.: 6
Blad: 2
Aanbeveling 1 De raad inzicht geven in de risicoscenario’s die jaarlijks voor de lopende grondexploitaties worden opgesteld (ook uitgedrukt in geld, niet alleen in algemene termen beschreven). Het college is bereid deze aanbeveling over te nemen. Aanbeveling 2 Het risicomanagement en de transparantie daarvan voor controle en sturing door de raad kunnen worden verbeterd door niet alle risico’s binnen de grondexploitatie op te vangen, maar een aparte reserve grondexploitaties in te stellen. Het college stelt voor deze aanbeveling niet over te nemen, omdat • eerdere besluitvorming in de Nota grondbeleid de huidige werkwijze voorschrijft; • er geen geld vrij beschikbaar komt; • de opgenomen reserves inzichtelijk zijn/worden voor de raad; • de Nota grondbeleid en het BVV op basis van het voorzichtigheidsbeginsel voorschrijven dat winsten pas na een bepaald moment mogen worden genomen. De commissie vindt het geen bezwaar om de algemene risico’s van de grondexploitatie te verantwoorden in de Algemene reserve en wel op een zodanige wijze, dat precies duidelijk wordt welke bedragen voor welke ontwikkelingen worden gereserveerd. Daarbij moet in een toelichting worden aangegeven hoe deze bedragen zijn berekend. Hierdoor krijgt de raad een volledig inzicht in de risico’s van het grondbeleid. Een afzonderlijke reserve grondexploitaties is dan niet nodig. De commissie vraagt het college om aan te geven in hoeverre er nog algemene risico’s zijn die niet in de grondexploitatie zitten. Als dergelijke algemene risico’s wel in de grondexploitatie zitten, dan moeten deze als geoormerkte reserves binnen de algemene reserve worden opgenomen. Aanbeveling 3 Het risicomanagement en de transparantie daarvan voor controle en sturing door de raad kunnen worden verbeterd door in samenhang met aanbeveling 2 te bekijken of de reserve voor het contingentenrisico niet te vroeg is gemaakt. Volgens de brief van de RKC is de urgentie van deze aanbeveling komen te vervallen. Met het oog op de waarschijnlijk geachte mogelijkheid dat de gemeente vanaf 2016 geen woningbouwcontingenten meet zal ontvangen, is met ingang van de Begroting 2008 € 4,7 miljoen toegevoegd aan de Algemene reserve ter dekking van de financiële gevolgen daarvan. Met ingang van 2009 strekt deze reserve mede ter afdekking van de financiële gevolgen van de recessie. Uit deze herbestemming blijkt dat de betreffende middelen daarvoor kennelijk konden worden vrijgemaakt, aldus de RKC. De commissie onderschrijft deze conclusie van de RKC. Aanbeveling 4 Het risicomanagement en de transparantie daarvan voor controle en sturing door de raad kunnen worden verbeterd door een Meerjarenprognose grondbedrijf op te stellen met inzicht in de financiële consequenties van toekomstige projecten en daarbij te bekijken of de voorraad grond in bezit van de gemeente niet te omvangrijk is voor de ruimtelijke opgaven en dus mogelijk tot verkoop kan worden overgegaan. Het college stelt voor deze aanbeveling niet over te nemen op grond van eendere besluitvorming en financiële consequenties. Voor het geven van financiële consequenties van toekomstige projecten is een aangepast grondexploitatiemodel nodig. Voor het (laten) bouwen of het aanschaffen daarvan zijn financiële middelen nodig. De omvang daarvan is afhankelijk van de gewenste mate van detaillering.
Raad :
3 februari 2011
Punt no.: 6
Blad: 3
De commissie stelt voor deze aanbeveling wel over te nemen, aangezien er, gezien het aanvullend advies van de RKC, minder kostbare methoden bestaan om tot bruikbare meerjarenprognoses te komen. Aanbeveling 5 De toepassing van de Grondexploitatiewet verbeteren voor het kostenverhaal van mogelijk noodzakelijke bovenwijkse voorzieningen. Daarvoor is een actuele ruimtelijke Structuurvisie vereist. De kosten van de bovenwijkse voorzieningen en de toerekeningswijze aan plannen kunnen worden opgenomen in een Nota bovenwijkse voorzieningen. Het college is bereid deze aanbeveling over te nemen. Aanbeveling 6 Deze aanbeveling bestaat uit twee delen: a. Het beleidskader, met name in de Nota Grondbeleid, kan op enkele punten worden versterkt. De ruimtelijke doelstellingen van het grondbeleid kunnen worden verankerd in een actuele Structuurvisie voor de gemeente. In de Structuurvisie kunnen de ruimtelijke opgaven meer SMART geformuleerd worden in een meerjarenprogramma voor wonen, werken, voorzieningen en infrastructuur. Voor het grondbeleid laat zich dat vertalen in het leveren van gewenste hoeveelheden uitgeefbare grond. b. Het expliciteren van de financiële doelstelling van het grondbeleid is ook wenselijk. Deze doelstelling kan specifieker worden gemaakt, bijvoorbeeld door een na te streven winstpercentage op grondexploitaties te benoemen (en hierover jaarlijks te laten rapporteren, ondermeer in het Jaarverslag grondbedrijf). Het college is bereid aanbeveling 6a. over te nemen. Bij aanbeveling 6b.is dit niet het geval en wel om de volgende redenen. • Het voeren van grondbeleid is geen doelstelling op zich, maar bedoeld om de doelstellingen op het gebied van wonen, werken en voorzieningen te realiseren. • Het streven naar optimale financiële resultaten is niet altijd een equivalent van het maken van winst. Het vooraf benoemen van een na te streven winstpercentage op grondexploitaties is niet uitvoerbaar, omdat per grondexploitatie niet altijd dezelfde uitgangssituatie geldt (wat betreft het na te streven ambitieniveau en/of de geprojecteerde functionele invulling). • In het verlengde van het vorige punt en in het licht van de huidige economische situatie, in combinatie met een scenario van krimp, kunnen vooral doelstellingen in de zin van toevoeging van kwaliteit en verbeterslagen in de leefomgeving een goed alternatief bieden. • Het opleggen van (boekhoudkundige) winstverwachtingen is gebaseerd op drijfzand en is dan ook niet acceptabel voor de toezichthouder (provincie). De RKC licht haar aanbeveling toe door te stellen dat het niet de bedoeling is naar winstmaximalisatie te streven. Het afwegen van kosten tegen kwaliteit is een zaak voor de raad en om deze afweging goed te kunnen maken, is zowel het meer SMART maken van de inhoudelijke beleidsdoelen als het expliciteren van de financiële doelstellingen van het beleid gewenst. In dat kader past het normstellend vaststellen van het na te streven winstpercentage. Gelet op de toelichting in de brief van de RKC adviseert de commissie aanbeveling 6b. wel over te nemen. Aanbeveling 7 Het beleidskader grondbeleid kan worden versterkt door het expliciet op elkaar afstemmen van beslismomenten projectmatig werken en de vaststelling en herziening van de grondexploitatie en de momenten waarop daarbinnen kosten en kwaliteit van het plan worden afgewogen.
Raad :
3 februari 2011
Punt no.: 6
Blad: 4
Deze aanbeveling is ingegeven door de volgende overwegingen: • als grondexploitaties projectmatig worden aangepakt, zal al meteen in de startnotitie op het kostenaspect kunnen worden ingegaan. Daarmee wordt verzekerd dat vanaf het begin rekening wordt gehouden met het kostenaspect. • in de startnotitie kan dan eveneens worden vastgelegd hoe invulling zal worden gegeven aan de informatieplicht tegenover de raad in het geval van belangrijke tussentijdse ontwikkelingen; • meer in het algemeen zal in de projectomschrijving kunnen worden omschreven hoe het project met het grondbeleid is verbonden. Volgens het college is overname van deze aanbeveling een optie nadat projectmatig werken binnen de organisatie goed is ingebed binnen de organisatie. De commissie is echter van mening dat het van belang is dat vooraf wordt vastgelegd hoe invulling zal worden gegeven aan de informatieplicht aan de raad in geval van belangrijke tussentijdse ontwikkelingen binnen een grondexploitatie. In verband daarmee wordt het college gevraagd aanbeveling 7 toch over te nemen en daaraan zo spoedig mogelijk uitvoering te geven door projectmatig werken bij voorrang in te voeren voor het onderdeel grondexploitaties. Voorstel De controlecommissie stelt de raad voor te besluiten de aanbevelingen uit het rapport van de Rekenkamercommissie inzake grondbeleid over te nemen, met uitzondering van de aanbevelingen 2 en 3 en het college te verzoeken uitvoering te geven aan deze aanbevelingen en daarover jaarlijks aan de raad te rapporteren. Voor aanbeveling 2 komt in de plaats dat de algemene risico’s van de grondexploitatie worden verantwoord in de Algemene reserve en wel op een zodanige wijze, dat precies duidelijk wordt welke bedragen voor welke ontwikkelingen worden gereserveerd. Daarbij moet in een toelichting worden aangegeven hoe deze bedragen zijn berekend. Hierdoor krijgt de raad een volledig inzicht in de risico’s van het grondbeleid. Voor aanbeveling 3 ontbreekt de urgentie. De commissie stelt de raad ook voor het college te vragen aan te geven in hoeverre er nog algemene risico’s zijn die niet in de grondexploitatie zitten. Als dergelijke algemene risico’s wel in de grondexploitatie zitten, dan moeten deze als geoormerkte reserves binnen de algemene reserve worden opgenomen.
Buitenpost, 20 januari 2011 De controlecommissie van de raad van de gemeente Achtkarspelen, D. Pool, plv. voorzitter
Bijlagen
Ter inzage Ambtenaar Portefeuillehouder
: - Conceptraadsbesluit - Brief Rekenkamercommissie van 6 december 2010 - Concept-besluitenlijst controlecommissie van 9 december 2010 : Rapport Grondbeleid Achtkarspelen 2005 - 2008 : mr. R. van der Heide : J. Lammers
Raadsbesluit De raad van de gemeente Achtkarspelen; gelezen het voorstel van de Controlecommissie van 20 januari 2011, punt nr.: 6 besluit: 1. de aanbevelingen uit het rapport van de Rekenkamercommissie inzake grondbeleid over te nemen, met uitzondering van de aanbevelingen 2 en 3; 2. Voor aanbeveling 2 in de plaats te stellen dat de algemene risico’s van de grondexploitatie worden verantwoord in de Algemene reserve en wel op een zodanige wijze, dat precies duidelijk wordt welke bedragen voor welke ontwikkelingen worden gereserveerd; daarbij moet in een toelichting worden aangegeven hoe deze bedragen zijn berekend; 3. het college te verzoeken uitvoering te geven aan deze aanbevelingen en daarover jaarlijks aan de raad te rapporteren; 4. het college te vragen aan te geven in hoeverre er nog algemene risico’s zijn die niet in de grondexploitatie zitten; als dergelijke algemene risico’s wel in de grondexploitatie zitten, dan moeten deze als geoormerkte reserves binnen de algemene reserve worden opgenomen
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Achtkarspelen van 3 februari 2011
De griffier,
De voorzitter,
mr. R. van der Heide
T.J. van der Zwan