Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg RAPPORT INZAKE HET JAARVERSLAG 2010
Jan Ligthartgroep Tilburg Dr. Hub van Doorneweg 91 5026 RB Tilburg
Icr ji itific "It ic Gov Accountants/Adviseurs Ei ’oven
INHOUDSOPGAVE Pagina BESTUURSVERSLAG Bestuursverslag FinanciŁle positie Resultaat Kengetallen
2 47 48 49
JAARREKENING Bi B2 B3 B4 B5
Grondslagen Balans per 31 december 2010 Staat van baten en lasten 2010 Kasstroomoverzicht 2010 Toelichting op de onderscheiden posten van de baans per 31 december 2010 Model G: Geoormerkte doelsubsidies OCW B6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen B8 Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 2010
50 55 57 58 59 64 65 66
OVERIGE GEGEVENS Cl Coritroleverklaring C2 (Voorstel) bestemming van resultaat baten en lasten C3 Gebeurtenissen na balansdatum
70 72 73
BIJ LAG E( N) Dl Gegevens rechtspersoon
T’ idini iflcntje Ciot Accountants/Aclviseuj -s Emen v
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg BESTUURSVERSLAG
-2Go Ei
. i\ccountarlts/Advjseurs oven
I.., ,
12011w,"Orm -,
JMfl LIGTHARTGROEP TILURG
De kracht van het individu...
Bestuursverslag Jan Ligthartgroep Tilburg
Y.:\financiºn\jaarverslag\2010\jaarverslag 2010
Ten 1 ificatie (I. v Accountantg/Advjsijrc E oven
Bestuursverslag 2010 De kracht van het individu.’
Voor u ligt het jaarverslag 2010. Een versiag met veel getalleri, overzichten en begrippen die afhankelijk van uw kennis van de diverse beleidsterreinen meer of minder tot de verbeelding zullen spreken. Een jaarverslag geschreven voor ouders, partners, lokale en landelijke overheden. In "Het Licht en de Korenmaat" rept Hans Wopereis van het ITIP over de kracht van het individu. Een inspirerend en praktisch boek over het wezenlijke verschil dat ieder mens kan maken wanneer hij zijn bezieling volgt en zijn Iicht niet onder de korenmaat van de cultuur zet. De kracht en de mogelijkheden van het individu die een beweging op gang brengt. We zien soortgelijke bewegingen in de wereld om ons heen. Beginnend met een groep mensen op het Tahrir plein in Egypte, zien we via de "social media" een beweging op gang komen die landen doet schudden op hun veelal totalitaire grondvesten. Ook in het onderwijs zien we deze krachten. De mondigheid van het individu neemt toe en het krachtenveld verandert. De kracht van goed onderwijs ligt niet in een jaarverslag en in verantwoordingsdocumenten, maar in de kracht van de mensen. Mensen die met elkaar in dialoog gaan. Die dialoog kan alleen plaatsvinden vanuit wederzijds respect en op basis van gelijkwaardigheid. Wanneer we in staat zijn om met elkaar in gesprek te gaan over wat goed is voor onze kinderen, hoe we kwaliteit kunnen verbeteren en hoe we met onze omgeving de nodige ontwikkeling in gang kunnen zetten, neemt de betrokkenheid toe en ontstaat er een nieuw krachtenspel. Jan Ligthart wist dit jaren geleden al. 2010 was het jaar van de grote ommekeer. De stichting groeide niet langer, er kwam een nieuwe (minderheids)regering en de Tilburgse coalitie veranderde. Bezuiniging was het meest gehoorde woord. De Jan Ligthartgroep kwam aan het einde van 2010 in zwaar weer. Hierdoor moet begin 2011 fors ingegrepen worden in de organisatie, hetgeen veel onrust veroorzaakt. Deze onrust leidt af van onze kerntaak en leidt tot ontevreden werknemers. Een onderzoek aan de Northwestern University, bij meer clan 35.000 mensen, toont aan dat de interne dialoog een van de kritische succesfactoren is om tevreden en trouwe kianten te krijgen. Tevreden werknemers leiden tot gedreven werknemers en vervolgens tot tevreden klanten. We zullen de kracht van het individu en onze gezamenhijke zorg voor de Tilburgse kinderen in het oog moeten houden om te blijven voldoen aan ons mission statement: betrokken onderwijs, bijzonder voor ieder kind. 1k hoop van ganser harte dat we er in 2011 in slagen om betrokken te blijven op elkaar, te gaan voor kwaliteit en dit doen vanuit het belang voor ieder kind. Tot slot wil ik Sandra Kerstgens (SROL) en Saskia Overduin (GMR) danken voor hun bud rage aan dit jaarverslag. Tilburg, 2juni 2010 Hans Tifssen, College van Bestuur
2
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
C
i nldcate Accouiitants/Adviseurs hoven
Jan Ligthartgroep Tilburg De Stichting Jan Ligthartgroep Tilburg is opgericht bij notariºle akte d.d. 13 februari 2009 en is tot stand gekomen uit een fusie tussen haar rechtsvoorgangers Stichting Eerste Jan Ligthartschool en de Stichting voor Bijzonder Neutraal Onderwijs Tilburg West (SBNOTW) Uit de statuten: De Stichting heeft ten doel: het geven of doen geven van onderwijs op algemeen bijzondere grondslag a. en daar aan gerelateerde voorzieningen; het bevorderen van actief burgerschap, maatschappelijke binding en b. wederzijdse integratie. De Stichting beoogt niet het maken van winst. De Stichting gaat bij het geven of doen geven van onderwijs uit van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen, waarbij de normen- en waardeoverdracht erop is gericht dat de leerling een levensbeschouwing kan opbouwen en van daaruit een elgen inbreng kan hebben, een en ander met respect voor de levensen maatschappijbeschouwing van anderen. Onder de stichting resulteren vier scholen, te weten eerste Jan Ligthartschool, Jan Ligthartschool Rendierhof, Jan Ligthartschool Huibeven en Jan Ligthartschool Driecant.
De stichting kent als organen: De Raad van Toezicht, a. Het College van Bestuur. b. Buiten het College van Bestuurd en de Raad van Toezicht zijn er geen andere organen die namens de stichting kunnen handelen of zeggenschap hebben in de zin van (gedeelde) bestuursmacht kunnen uitoefenen, behoudens natuurlijke personen die daartoe op basis van een uitdrukkelijke volmacht door het College van Bestuur of de Raad van Toezicht worden aangewezen. De Raad van Toezicht bestaat eind 2010 uit vijf personen, en wel de volgende: Mevrouw H.M.A. Panis De heer W.A.A. van Kuijk De heer E.H.G. Tenneij De heer W.A. Wiltenburg De heer F.J.M. van der ZaIm In juli 2010 is Mevrouw M. van Doorn uitgetreden Voorts is benoemd als College van Bestuur van de stichting: de heer H.J. Tijssen. De Raad van Toezicht en het College van Bestuur kwamen in het jaar 2010 acht keer bij elkaar. Dit is inclusief een studiemiddag/avond onder leiding van Peter van de Heuvel van het KPC aangaande het toezichtskader. Daarnaast kwam de Raad van Toezicht een aantal keer bij elkaar zonder het bestuur om te brainstormen over het toezichtskader. De PO-raad heeft op 21 januari 2010 de Code goed bestuur opgesteld voor haar leden. De RvT van de Jan Ligthartgroep heeft de Code goed bestuur van de Po-raad onderschreven en voldoet hiermee aan de wetswijziging op het primair onderwijs (februari 2010) aangaande de scheiding van toezicht en bestuur.
3
Y.:\financien\jaarverslag \bestuursverslag 2010 Ter klcnificatie
Accountants/Adviseurs H OVCI)
RVT
JL Rendierhof
GMR
CVB
Bestuurskaritoor
I
I
I
JL Huibeven
I
JL Driecant
Onder het bestuur van de Jan Ligthartgroep ressorteren 4 scholen. Er wordt in 2010 lesgegeven aan ongeveer 1850 leerlingen. De scholen kenmerken zich door een eigen schoolconcept en een eigen visie op onderwijs.
Iw
1~6i JRflLIGTHARTSCHOOL
Mn LIGTHRATSCHCOL PEn QER H OF
Jan Ligthartschool Rendierhof
Jan Ligthartschool Huibeven
Prof. Verbernelaan 5
5037 AD TILBURG Tel.: 013-4670809
Glimmenstraat 7 5043 MZ TILBURG Tel.: 013-5702230
Website: www. jirendierhof. ni
Website: www. ilhuibeven.nI
I
.
W JRfl LIGTHART5CHOOI DRIECflT
I
EEPSTE JAn LIGTHPRTSCHOOL
Jan Ligthartschool Driecant
Eerste Jan Ligthartschool
Dalemdreef 25
5035 LZ TILBURG Tel.: 013-4557816
Ring baan Oost 275 5014 GE TILBURG Tel.: 013-5423082
Website: www. ildriecant.nl
Website: www. janliathart.nl
4
Y.:\financien\jaarverslag \bestuursverslag 2010
Ter I ,ntificatie Accountants/Adviseurs E c ioven -
Visie Missie De scholen van de Jan Ligthartgroep zijn: scholen voor basisonderwijs in Tilburg. Onze deuren staan open voor alle kinderen, waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt in religieuze en culturele achtergronden. Ons doel is: Het onderwijs dusdanig inrich ten dat het de basis vormt van het levenslang leren dat een mens doet. (]an Ligthart) De missie van de Jan Ligthartgroep wordt als volgt omschreven:
"Betrokken onderwijs, bijzonder voor ieder kind"
1. We werken volgens de tradities en inzichten van de pedagoog Jan Ligtha it. 2. We verzorgen hoogwaardig onderwijs, waarin welbevinden en ontwikkelen van kinderen centraal staat. De intensieve samenwerking met ouders en andere onderwijs- en zorginstellingen spreekt daarbij vanzelf. 3. We creºren een aantrekkelijke Ieeromgeving waarin pedagogische, fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd. 4. We kenmerken ons door een sterk innovatief karakter waarmee we antwoord bieden aan de snel veranderende maatschappij. S. Goed werkgeverschap en zorg voor de mensen die deze belangrijke pedagogische opdracht vervul len, hebben onze bijzondere aandacht.
De hierboven omschreven missie en visie is uitgewerkt in het strategisch beleidsplan en vormt de basis voor de merk en kernwaarden van onze stichting. In het ondernemingsplan zijn verder de kritische succesfactoren beschreven en de prestatie-indicatoren beschreven. Tezamen met de 0-meting, de doelen en de beschreven bedrijfsprocessen vormen zij de rode draad voor de Jan Ligthartgroep in het beleid voor de komende jaren. Het strategisch beleidsdocument is samen met de directies van de scholen ontwikkeld. Voor meer informatie zie : www.Janlicithartiroeptilburg.nI
5
Y. : \finariciºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
Thi dettfiCafe
4
AccountafltSIAdViSeUrS
Eioe
Onderwijs: Veelzijdige ontwikkeling Alle scholen van de Jan Ligthartgroep werken planmatig aan hun onderwijskundige ontwikkeling, zoals beschreven in de schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Vanuit bovenschools perspectief is gekeken naar overlap en mogelijke samenwerking. Voor de ontwikkelingen op schoolniveau wordt verwezen naar de ontwikkelingsplannen per school. Deze zijn te vinden op de websites van de school of op te vragen bij de directeuren. Scholen waren actief met velerlei activiteiten waaronder: Opzetten extra aanbod voor hoogbegaafden (Vindingrijk) Inrichten zorgteams als gevoig van de omvorming van de buurtnetwerken naar de Zorgadviesteams (centrum Jeugd en gezin) VVE en brede schoolontwikkeling Invoering van nieuwe methodes Het afleggen van kiassenbezoeken Implementatie van nieuw beleid Cursussen op individueel, team en stichtingsniveau Pilots rond taalontwikkelingen Initiatieven passend onderwijs BRON-omzetting Diverse verbouw en onderhoudstrajecten.
Ook op stichtingsniveau of bovenschools niveau werden een groot aantal zaken aa ng epa kt:
Werkgevers in het primair onderwijs (P0) zijn conform de CAO Pa verplicht om met de personeelsgeleding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad (P(G)MR) afspraken te maken over het functieboek op bestuurs- en schoolniveau. In 2010 is het gehele functieboek van de stichting herzien en vastgesteld. Meest opvallende wijzigingen hierin zijn het verdwijnen van de adjunct directeuren en de intrede van onderwijskundige teamleiders. Doordat in 2010 de directeur en de adjunct directeur van Driecant een uitdaging elders zochten ontstond er vacatureruimte op directieniveau. De nieuwe functie van directeur werd ingevuld door Marion van Herk (adjunct directeur) van de Rendierhof (WTF 0,8). Door deze verandering verdween de adjunct directeur op de Rendierhof. Ondersteuning op de Driecant vanwege de geringe WTF van de directeur vanwege haar op handen zijnde zwangerschapsverlof was noodzakelijk. Het bestuur heeft in december 2010 diverse gesprekken gevoerd met de individuele directeuren, de RVT en het directiecollectief. Guus Reek, directeur van de IL Huibeven, stelde zich beschikbaar om vanuit zijn jarenlange ervaring ondersteunend ingezet te worden en vroeg aan het bestuur ruimte om zijn ambities binnen de stichting meer vorm te geven. Hierdoor ontstond een vacature voor Directeur op de Huibeven. Hierin werd Hans ThOnissen (adjunct directeur IL Huibeven) benoemd. Door deze actie verdwenen in een keer alle adjunct directeuren binnen de stichting en werd een bezuiniging van 25% gerealiseerd op directieniveau (zie aanpak oplopende negatieve rentabiliteit). De procedure benoeming directeur op de IL Huibeven verliep niet volgens de vastgestelde procedure in het IPB beleid. Hierdoor werd het bestuur gevraagd verantwoording af te leggen aan de MR van de IL Huibeven in 2011. In het MT van de JL groep is medio 2010 afgesproken, dat de taak van lB-er omgezet wordt naar een functie. Samen met directies en huidige IB-ers is
6
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 He)l j ficaie
(. En
Accountants/Advjse u rs
051ven
gekeken naar de fuwasys P0 en is de normomschrijving uit de CAO overgenomen. Na goedkeuring door de GMR is het werving en selectietraject stichtingsbreed van start gaan (mel 2010). In augustus 2014 moet voldaan worden aan de 40% eis die gesteld werd in de convenant leerkracht van Nederland. Grenzen aan Gedrag. Scholen hadden de behoefte aan een beleidsstuk waarin de kernwaarden van onze stichting doorvertaald werden naar kind, ouder en leerkrachtgedrag. Dit beleidsstuk "grenzen aan gedrag" is in 2009 en 2010 door de scholen ontwikkeld en op stichtingsniveau vastgesteld. In de komende jaren zal dit verder geImplementeerd worden.
Invoeren school maatschappelijk werk op alle scholen onder de vlag van WSNS.
Aanpak oplopende negatieve rentabiliteit. In het jaarverslag 2009 werd at aangegeven dat bijsturen op de uitgaven noodzakelijk was. De bezuinigingen hadden in 2010 een desastreuze impact. Behalve bezuinigingen, doorgevoerd vanuit de Iandelijke overheid (afschaffen groeibekostiging op schoolniveau, wegvallen BMO vergoeding) werden we ook geconfronteerd met een bezuiniging op stedelijk niveau (wegvallen WRS gelden). Samen met stelselwijzigingen of veranderende richtlijnen (BAPO, Meerjaren Onderhoud) en een onverwacht dalend Ieerlingaantal had dit een impact die fors bijsturen vereiste. In november 2010 heeft het bestuur als gevoig van de toen geconstateerde overschrijdingen Jan Looise van de VBS gevraagd een analyse te maken en een advies uit te brengen. De kern van het advies was: tekort ombuigen in bescheiden winst (1 %) op de meerjarenbegroting 2011-2015. scholen profileren en prioriteiten stellen in het aanbod van onderwijs en begeleiding. op meerdere terreinen van de schoolorganisatie de sturing en verantwoording verbeteren. Het allocatiemodel alleen behouden als de directeuren ook bereid en in staat zijn om budgetten te beheersen en overschrijdingen zelf op te lossen. op korte termijn sturen op volume van de personeelsformatie. 10 fte bezuinigen in 2 jaar tijd. bevorderen natuurlijk verloop en interne en externe mobiliteit. aanbrengen van bewustzijn dat de situatie ernstig maar niet hopeloos is. Eerst het MT en later GMR en PMR en team en ouders moeten dit inzien en draagvlak bieden om onaangename maatregelen te nemen. De genoemde adviezen zijn overgenomen en hebben ertoe geleid dat in de eerste helft van 2011 ingrijpende maatregelen door het bestuur zijn doorgevoerd. Het besef dat het anders moet is diep in de organisatie doorgedrongen en zorgt begrijpelijkerwijs voor veel onrust.
In het schooljaar 2008/2009 werd het Hoorns Model toegevoegd aan de veranderagenda. In het jaarverslag 2009 schreven we:Het bestuur ging er voor om voor de scholen van de Jan Ligthartgroep het Hoorns model eenduidig in te voeren. Indien dit niet mogel,fk was, zou aan de scholen gevraagd worden op schoolniveau een invulling te realiseren die zo dicht mogelijk bij het geformuleerde uitgangspunt lag. De verschillende scholen zijn ieder afzonderlijk met inachtneming van het vigerende beleid met de MR de onderwijstijd aan het veranderen, hierbij wordt
Y. : \financiºn\ jaerverslag \bestuursverslag 2010
7 Ter jd riificate Ccv Accountants/Adviseurs Ei ioven
gebruik gemaakt van elkaars expertise en ondersteuning van Eelco Dam van de AVS. Ook in 2011 zal de verandering doorgaan waarbij voldaan moet worden aan de verschillende cohorten lestijd. Communicatie en PR. In de veranderagenda van de Jan Ligthartgroep werd het onderdeel Communicatie en PR benoemd als een van de items. Marjolein van Doom (RVT) heeft hierover een korte analyse gegeven in de vergadering van de RVT en gewezen op de noodzaak om dit onderdeel aan te pakken. Kort daarop is een werkgroep communicatie en PR ingericht waarin twee directeuren, het bestuur en de bestuurssecretaresse zitting namen. Na een aantal bijeenkomsten was duidelijk dat de materie te veel omvattend en te specialistische kennis vereiste om tot een communicatieplan te komen. Externe bureaus bleken kostbaar en gezien de bezuinigingstaakstelling geen reºle optie. Eind 2010 werd een advertentie geplaatst bij Fontys Communicatie voor een afstudeeropdracht. In 2011 is Jurgen Konings aangesteld om het bestuur en de directeuren hierbij te ondersteunen. In augustus 2011 zal dit leiden tot een onderbouwde aanbeveling/plan van aanpak. Door de raad van toezicht is aandacht gevraagd voor de sameriwerkingscuttuur. Om die reden is er een tweedaagse training voorbereid rond het thema authenticiteit en contextueel Ieiderschap in 2009. In 2010 is hierop doorgegaan met een aantal themabijeenkomsten waarbij de kernwaarden van onze stichting: (kindgericht, kwaliteit en betrokkenheid) verbonden werden met de persoonlijke kernwaarden van de directies (ondersteunende waarden). Dit heeft veel inzicht gegeven in elkaars persoonlijke dynamica, maar leidde niet automatisch tot intensievere samenwerking. Twee directeuren en de bestuurder starten in 2010 met de opleiding Authentiek Contextueel Leiderschap. In 2011 en de jaren daarna dient de professionele samenwerkingscultuur van het managementteam verder uitgebouwd te worden.
Sinds 2008 is sprake van een Veldiriitiatief Passend Onderwijs Midden-Brabant. Middels een door het bestuur ondertekende intentieverkiaring nemen we hieraan deel. Met dit veldinitiatief zijn voor de schooljaren 2008-2009 en 2009-2010 extra middelen (circa 1,2 miljoen) verworven om concrete initiatieven op het gebied van Passend Onderwijs in Midden-Brabant mogelijk te maken. Drie van de vier scholen hebben een projectvoorstel ingediend waarvoor middelen zijn toegewezen. Reeds vanaf 2005 werken in Midden-Brabant de schoolbesturen uit P0, VO en REC samen met ouders, jeugdhulpverlening en zorg aan de inrichting van Passend Onderwijs. - Concreet heeft deze samenwerking geleid tot: het formeren van een Bestuur in oprichting;(Hierin zit de bestuurder van de JL groep) het instellen van een projectleiding; - de ontwikkeling van een beleidsplan 2008-2012; - de inrichting van een lerarenplatform;(2 keer een spraakmakersbijeenkomst in 2010 (zie www.passendonderwiismidden bra ba nt. nl ) - de inrichting van een ouderplatform. - formeren van een indicatieorgaan CI(Z)0 (Centraal indicatieorgaan zorg en Onde rwij s)
m.i.v. augustus 2010 zijn de lopende veldinitiatieven beeindigd. In plaats daarvan ontvangen alle regio’s in het land een bedrag van 10,- per leerling om Passend Onderwijs verder vorm te geven. Elke regio beslist zeif hoe deze middelen worden ingezet. De besturen hebben de intentieverkiaring verlengd.
Y. : \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
8 Tcr ientificatie Accountants/Advjgeu rs En oven
In 2010 is er veel te doen geweest rond de regio-indeling en de nieuwe plannen van het huidige kabinet rond passend onderwijs. Tezamen met de nog staande bezuinigingstaakstelling van 300 miljoen is er medio mei 2011 nog steeds geen duidelijkheid hierover. Het Centrum Jeugd en Gezin krijgt in Tilburg vorm. Scholen zijn hierin als vindplaatsen een belangrijke partner. De Jan Ligthartgroep participeert in dit overleg namens de Tilburgse besturen. Het omvormen van de huidige buurtnetwerken naar Zorg advies teams is een belangrijke verandering die in 2010 verwezenlijkt is. Alle scholen zijn aangesloten op zorg voor Jeugd, iedere school heeft een beperkt aantal uren school maatschappelijk werk toebedeeld gekregen en zijn de interne zorgteams uitgelijnd. Vervangingspool. Na een uitgebreide voorbereiding is in 2009 de vervangingspool van Tilburg primair van start gegaan. Al snel na de start bleek de vervangingspool niet aari de verwachtingen te voldoen. In 2010 is het contract met Randstad beeindigd en is de vervangingspool ondergebracht bij 05G. Per maand worden de prestaties gemonitoord.
Kwaliteitszorg De kwaliteit van het onderwijs valt en staat met de kennis en vaardigheden van de individuele leerkracht en die van het collectief in zijn geheel. Om die reden wordt ieder jaar weer een scholingsplan per school gemaakt. Hierin wordt de koppeling tussen de ontwikkelingsrichting van de school en de deskundigheid van de leerkracht gemaakt. Sinds jaar en dag controleert de inspectie op de kwaliteit van het onderwijs. Alle scholen van de Jan Ligthartgroep hebben een basisarrangement. Jan Ligthart Rendierhof scoort op een groot aantal gebieden excellent. Jan Ligthart Rendierhof kreeg dit jaar maar liefst drie keer te maken met een onderzoek van de inspectie. Op 21 juni 2010 betrof dit een regulier vier jaarlijks onderzoek. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van het onderwijs op de school beoordeeld met een beperkte set indicatoren, waarmee zij conform de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de school op belangrijke onderdelen onderwijs van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekkirig op de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen, op de zorg en begeleiding en op de kwaliteitszorg. Daarnaast zijn enkele verplichtingen van de school in het kader van de naleving van wet- en regelgeving gecontroleerd, waaronder de onderwijstijd. De inspectie concludeert dat de kwaliteit van het oriderwijs op de Jan Ligthartschool Rendierhof op alle onderzochte onderdelen op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden geen tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd. Tegelijkertijd voerde de inspectie een themaonderzoek uit. Het themaonderzoek automatiseren van basiskennis rekenen en wiskunde bestond uit de volgende activiteiten: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van activiteiten rekenen en wiskunde. Deze groepsbezoeken vonden plaats in de groepen 2, 3, 4, 5 en 7; gesprekken met de directie, de intern begeleider en leraren.
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
Ter icfentficatje Glv’A Accountants/Adviseurs Ei d oven
De inspectie concludeerde ook hierbij dat de kwaliteit ten aanzien van het automatiseren van basiskennis op orde is. (zie www.onderwijsinsrectie.nI) Daarnaast kreeg de Rend ierhof te ma ken met nog twee onderzoeken VVE (Voor en Vroegschoolse Educatie) en ITJ (Integraal Toezicht Jeugdzaken) Deze onderzoeken werden uitgevoerd over de stad Tilburg. In beide onderzoeken scoorde de Rendierhof ten opzichte van de stedelijke benchmark erg hoog. Het rapport wordt half juni aan de wethouder Onderwijs van Tilburg aangeboden. De Jan Ligthart Huibeven kreeg in 2010 geen bezoek van de inspectie. In 2009 concludeerde de inspectie dat het onderwijs op deze school voldoet aan de kwaliteitseisen en kregen zij ook een basisarrangement. Basisschool Jan Ligthart Driecant kreeg op 1-12-2010 een Periodiek kwaliteitsonderzoek en kreeg eveneens een basisarrangement. De inspectie schreef in het onderzoek: De gemiddeide eindopbrengsten zijn over een periode van drie jaar van voldoende niveau. De gemiddelde resultaten op de deelgebieden taal en rekenen en wiskunde zijn de afgelopen jaren voldoende. De zorg en begeleiding is volop in ontwikkelirig en is ten dele op orde. Sinds drie jaar is er een nieuwe intern begeleider actief die hard werkt om een verbeterd systeem van de leerlingenzorg in te voeren. Zo is de zorg en begeleiding helder beschreven in een concept-zorgplan, waarbij procedures en protocollen zijn vastgelegd. Op papier is nu veel geregeld en de invoering ervan door de individuele leraren is in voile gang. Daarnaast werken de leraren met methodegebonden toetsen en een landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem, waardoor doorlopend de leerresultaten van de leerlingen in beeld zijn en leraren kunnen handelen, als er stagnatie is in de ontwikkeling. Bovendien werkt bet hele team met een digitaal leer] ingvolgsysteem; dit systeem biedt veel mogelijkheden voor een cyclische aanpak in de zorg. Tot slot is dit schooljaar door enkele leraren een eerste begin gemaakt met het werken met een groepsplan. Daarbij is de ambitie van bet team om -op termijn- te gaan werken vanuit ’ØØn zorgroute’. Binnen bet kwaliteitsbeleid worden vooral losse onderdelen aangetroffen die inzicht geven in de kwaliteit van het onderwijs. Zo neemt de school al voor de tweede keer tevredenheidsonderzoeken af bij de ouders, leerlingen en leraren en is er in de school een kinderraad die geregeld wordt geraadpleegd. Een positief punt is tevens, dat sinds kort, mede op initiatief van het bevoegd gezag, de kwaliteitszorg gevoed wordt door een analyse van de leeropbrengsten. Zo zijn de eindopbrengsten en de tussentijdse opbrengsten van taal en lezen doorgelicht en zijn daar conclusies en maatregelen getroffen ter verbetering van bet onderwijs. Deze aanpak, gekoppeld aan opbrengstgericht werken, is echter nog pril en wordt vooral gevoed door een betrokken intern begeleider. Ook de taalpilot vanuit de PO-raad, waar de school voor bet tweede jaar aan deelneemt, levert hiertoe een positieve bijdrage. De eerste Jan Ligthart kreeg op 28 januari 2010 te maken met een inspectiebezoek. De inspectie concludeert dat het onderwijs op De Eerste Jan Ligthartschool van voldoende kwaliteit is. Dit oordeel baseert zij met name op de opbrengsten, hoewel deze kwetsbaar zijn, op bet onderwijsleerproces en op de aanwezige voorwaarden voor de kwaliteitszorg. Op De Eerste Jan Ligthartschool werken leraren die over het algemeen bun yak verstaan. Ze gaan efficient om met de leertijd, leggen goed uit en realiseren een taakgericbte werksfeer. In de meeste groepen vertaalt zich dat in een betrokken leerhouding van de leerlingen. De wijze waarop de teamleden met de leerlingen omgaan is in de hele school plezierig en respectvol. De directeur van de school is sinds begin schooljaar 2009-2010 in functie. Team, directie en intern begeleiders hebben de schouders gezet onder de start van een schoolontwikkeling die zich richt op het realiseren van een resultaatgerichte cultuur. Hierbij geeft de school prioriteit aan verbetertrajecten die voorwaardelijk zijn voor bet
Y.:\financien\jaarverslag \bestuursverslag 2010
10 Fcu j)ticatie
Co - Accountants/Adviseurs hoven
optimaliseren van de leerresultaten. De inspectie stelt met waardering vast dat de school in korte tijd veel zaken heeft opgepakt. De schoolleiding bevordert een cultuur waarin medewerkers hun kwaliteiten willen inzetten, zich willen verbeteren en van elkaar willen leren. Dit draagt naar bet oordeel van de inspectie in hoge mate bij aan de kwaliteit van het onderwijs. In overleg met het team heeft het bevoegd gezag keuzes gemaakt in de wijze waarop de beschikbare formatie wordt ingezet. Dit heeft met ingang van dit schooljaar een forse uitbreiding van de beschikbare tijd voor de interne begeleiding tot gevolg gehad. Hoewel het kwaliteitsprofiel van de school een overwegend gunstig beeld laat zien, zijn er tekortkomingen in de kwaliteit binnen de aspecten aanbod, het systematisch volgen en analyseren van de vorderingen van leerlingen, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg. Hier liggen aangrijpingspunten om de leerresultaten te verbeteren en deze op termijn te stabiliseren op een voldoende niveau. De school heeft deze tekortkomingen onderkend en werkt aan de verbetering van de kwaliteit op de genoemde gebieden. De inspectie kent de school het basisarrangement toe. We zijn er trots op dat alle scholen minimaal in het basisarrangement geplaatst zijn door de inspectie. Bij de Jan Ligthart Rendierhof is zelfs sprake van excellentie. Dat wil zeggen dat de eindopbrengsten goed tot zeer goed zijn. Leeropbrengsten zullen nooit verbeteren wanneer de school zichzelf geen hogere doelen stelt. Alle scholen werken systematisch aan de verbetering van hun leeropbrengsten. Hiervoor zijn schoolplannen en jaarplannen ontwikkeld die met de verantwoordelijken binnen de school nauwgezet gemonitoord worden. De scholen nemen deel aan pilot-projecten om de opbrengsten van het taalonderwijs te verbeteren. Ook vinden we dat ouders, kinderen en leerkrachten lets te zeggen hebben over de geboden kwaliteit. Op stichtingsniveau worden regelmatig tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd waarin gekeken wordt naar de mening van ouders, leerkrachten en kinderen. De input vanuit deze tevredenheidpeilingen wordt mede gebruikt om op school en stichtingsniveau beleid te ontwikkelen. In 2010 hebben geen tevredenheidpeilingen plaats gevonden. In 2009 heeft er binnen de stichting een leer] ingtevredenheidspeiling plaats gevonden. Daarnaast worden harde gegevens, die door het AK aangeleverd worden, gebruikt voor input voor nieuw beleid (ziekteverzuim, leeftijdsontwikkeling, BAPO, Ouderschapsverlof, etc). De stichting heeft samen met de directeuren haar visie op kwaliteit neer gelegd in het strategisch beleidsdocument. De komende jaren wordt het beleid via de cyclus van "Plan, do, check, act" verder ingevoerd en geborgd.
11
Y.:\fnancien\jaarversIag \bestuursverslag 2010
W
J11"iAccountants/Adviseurs \Ol1
Personeels I management
I
Leiderschap
F-H
Strategie I en beleid
I
I
Medewericers
I
Proces ______I management
I
Middelen I management
I
I
I
lOndememin resultaten
I Kianten H-H
ri
Maatschappij
Verbeteren en vemleuwen
De schoolleider neemt een belangrijke positie in in het proces van kwaliteitsverbetering. Ult onderzoek blljkt (Joop smits, 2009) dat het effectief optreden van directieleden en leraren steeds terug te voeren is tot twee kerncompetenties: empatisch handelen en grenzen stellen. Kenmerkend voor een goede directeur zijn een persoonsgericht leiderschap met een communicatieve Ieiderschapsstijl waardoor een aangenaam werkklimaat wordt bevorderd en een taakgericht leiderschap met een slagvaardige Ieiderschapsstijl die leerkrachten houvast geeft in de kwaliteitsontwikkeling van de school. Het is goed om te constateren dat dit, generaliserend gesproken, op onze scholen het geval is. Dit wil niet zeggen dat we alert moeten blijven en regelmatig moeten reflecteren op ons eigen gedrag. In 2010 is dit een van de speerpunten van het strategisch handelen.
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag
12
2010 !’r
/ , ccountants/Adviseu rs f - hon
Interne bedrijfsvoering In 2010 is de interne bedrijfsvoering in navolging van 2009 verder verbeterd. Het betreft hier slechts klelne aanpassingen. Alle rekeningen op schoolniveau en bestuursniveau zijn ondergebracht bij de RABO bank. Met uitzondering van een enkele deposito (ABNAMRO). Doordat de systemen aan elkaar gekoppeld zijn, kan door het bestuur en het Administratiekantoor op leder moment inzage gegeven worden en belangrijke handelingen gecontroleerd of uitgevoerd worden. De meerjarenonderhoudsplannen zijn geautomatiseerd en gekoppeld aan de begrotingscyclus. De gebouwenschouw wordt jaarlijks uitgevoerd en de meerjareninvesteringen zijn op orde. In 2010 is onderzocht of we deel konden nemen aan de centrale inkoop van Energie. Dit bleek niet mogelijk als gevolg van de stadsverwarming. Wel zijn in 2010 alIe scholen overgestapt naar ØØn schoolleverancier Reinders, hetgeen een aanzienlijke korting genereerde.
In het jaarverslag 2009 werd gemeld dat we gedagvaard waren door het AB van AKROS. Op 13 oktober 2010 deed meester van Geloven van de rechtbank in Breda uitspraak en werd de vordering van Akros tegen de Jan Ligthartgroep teniet gedaan. Op 13 jarivari 2011 kregen we van meester van Schaick bericht dat de appeltermijn verlopen was en dat het vonnis van de rechtbank onaantastbaar was. Tijdens de comparitie liet mr. De Gelder (raadsman van Akros) weten dat de Stichting Dienstverlening Akros niet in staat is om het geld uit de beleggingspool aan de Jan Ligthart te voldoen. Hierop heeft onze raadsman de bestuurders van AKROS persoonhijk aansprakelijk gesteld. Op 8 december 2010 ging AKROS dienstverlening over tot het uitbetalen van de achterstallige rentegelden. Begin 2010 moest fors bijgestuurd worden op de Jan Ligthart Driecant, omdat de ratio leer] ing-leerkracht dermate laag was dat er een forse overschrijding van het budget plaats vond. Eind 2010 werden offertes aangevraagd voor de Ri&E en de ASV. In 2011 zullen deze uitgevoerd worden. Alle scholen zijn overgestapt op BRON. De aansluiting is voor de vereiste datum geregeld. Tevens hebben alle scholen hetzelfde leerlingadministratiesysteem (Parnasys). In bedrijfsmatig opzicht is er dus sprake van eenheid en uniformiteit. Toch is er een toenemende druk op de scholen en het bestuur om zich door middel van documenten te verantwoorden. Dit vraagt veel tijd en men vraagt zich af of deze documenten allemaal hun nut hebben. Op de scholen heerst een opbrengstgerichte cultuur. Verantwoorden is daarbij normaal. Gelukkig is de Iandelijke overheid in 2011 overgestapt op een lichtere verantwoordingsplicht met het invoeren van de bestemmingsbox. Het bestuur van de Jan Ligthartgroep heeft besloten een klein onderzoek te doen met betrekking tot dit jaarverslag. We willen graag weten of en door wie dit gelezen wordt. We willen u daarbij vragen op onderstaande link te drukken en een boodschap achter te laten over dit jaarverslag. We zijn benieuwd wie dit lijvige document kritisch doorleest. In het volgende jaarverslag zullen we u erover berichten: infoianIigthartciroeDtilburg.nI
Y. :\finariciºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
13 Tr iJentificatie rs Accountants/Adviseurs -. hoven
Leerling-gegevens Leerlingenaantallen Het Ieerlingenaantal op stichtingsniveau is in 2010 verder gedaald. In juli 2009 werd het bestuur onverwachts geconfronteerd met een forse bijgestelde prognose van de eerste Jan Ligthartschool (- 30 leerlingen). Ook de andere scholen haalden hun prognoses niet. JLR (665 vs 649) JLH (506 vs 496) JLD (450 vs 436). In juli 2010 werden we wederom geconfronteerd met een tussentijdse dating. Dit keer op de Rendierhof. Dit heeft ervoor gezorgd dat de Ieerlingenaantallen sinds 2010 per maand gemonitoord worden door het bestuurskantoor. Er wordt niet meer uitsluitend uitgegaan van de prognoses van directeuren.
1 1 1 1 1 1 1
oktober oktober oktober oktober oktober oktober oktober
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
: : : : : : :
1833 1864 1860 1857 1903 1847 1822
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
Leerlingengewicht leerlingen per gewicht in aantal en percentage 06/07
0.00 0.25 0.30 (nieuw) 0.40 0.70 0.90 1.20 (nieuw) Totaal
1596 107 22 0 0 118 17 1860
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
07/08
08/09
09/10
10/11
1611 68 76 0 0 72 30 1857
1673 37 103 0 0 42 48 1903
1643 0 148 0 0 0 56 1847
1632 0 134 0 0 0 56 1822
14 Tcr kPtficate
( o s Accountants/Adviseurs -. I hoven
06/07 07/08 08/09 09/10 10/11
Percentages 86% 6% l% 0% 0% 6%
0.00 0.25 0.30 (nieuw) 0.40 0.70 0.90 1.20 (nieuw) Totaal
lob
l00%
87% 4% 4% 0% 0% 4% 2% 100%
88% 2% 5% 0% 0% 2% 3% 100%
89% 0% 8% 0% 0% 0% 3% 100%
90% 0% 7% 0% 0% 0% 3% 100%
Bron: DUO, Leerhngeritelling 1 oktober
De prognoses van de gemeente zijn leidraad voor de stichting. Uitgaande van de hieronder weergegeven prognose cijfers van de gemeente (tabel 1) moeten we constateren dat de leerlingenaantallen licht dalen. 2011
2012
2013
2014
2015
2025
EJL
274
270
267
266
264
262
JLR
677
677
680
681
680
686
JLH
471
455
440
429
418
389
JLD
418
405
394
388
361
335
Totaal
1840
1807
1781
1764
1723
1672
Tabel 1
Gedurende een jaar fluctueren Ieerlingenaantallen enorm. Zo kent de stichting op 1-102010; 1822 leerlingen. Op 1-3-2011 zijn er dat 1906. Op 1 mei 2011 zijn het er vervolgens 1937. [en toename van 115 leerlingen. In het verleden werd de groelbekostiging bepaald op schoolniveau en kon een school bij een groei van 3 % + 13 leerlingen extra middelen krijgen van de overheid. Gezien het felt dat de stichtirig drie scholen kent die gedurende het jaar groelen betekende dit dat deze scholen in het jaar extra middelen kregen.
Voorbee/d:JLRendierhof had in het verleden bij een toename van 33 leer/in gen recht op groei. JLHuibeven bij een toename van 27 leer/in gen en ADriecant bij een toename van 25 leer/in gen. Nu wordt de groei met de nieuwe rege/ing pas bereikt bij een toename van 68 leer/in gen. De volgende groei wordt dan pas bereikt bij wederom een toename van 70 leer/in gen. Jan Ligthart Rendierhof en Driecant hadden in het ver/eden twee keer groei jaar. Nu kent de gehele stichting slechts een keer groei. per. Dit soort verkapte bezuinigingsmaatregelen zijn bij het grote publiek niet bekend, maar hebben we] een enorme impact. Dit betekent dat we in de nabije toekomst beleid moeten ontwikkelen om de krimpsituatie het hoofd te bieden. In 2011 zal fors gesaneerd moeten worden om de
15
Y. : \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 ft
jr(’flt
licatie
lasten (hoge personele uitgaven), de krimp en de bezuinigingsmaatregelen bet hoofd te bieden. Inmiddels heeft het bestuur een reorganisatieplan opgesteld en is in overleg met de vakbonden per 31 mel 2011 een sociaal plan van kracht geworden. Samenwerking tussen besturen en scholen, ook in het licht van verschuiving van budgetten (rugzakken), veranderingen rond passend onderwijs en bezuinigingen op stedelijk en Iandelijk niveau is essentieel om met minder middelen meer kwaliteit te bieden. In 2011 zal de stichting bepalen of ze voldoende slagkracht heeft om haar doelen te bereiken of dat gezocht moet worden naar samenwerkingspartners.
Uitstroom naar VO I
schooliaar
200512006
Vormen VO 1 vSO ____ 2 LWOO 5 (56) VMBO basisberoeps 3 13 kaderberoeps gemengde 8 27 theoretische 34 VMBO/HAVO 37 HAVO 22 HAVO/VWO !-’ 13 vwQ+ Diversen Onbekend Totaal 165
iA
7
200712008 2008120091
200612007
1 1 15 (58) 2 5 6 1 30 11 37 26 16
-
1 151
2 64 1 12 11 40 25 36 21 22
1 4 51 1 6
5 39 16 40 12 27
4: !!
170
151
Bron: directies scholen mel 2010
School indicatoren In onderstaand overzicht worden de kengetallen op stichtingsniveau ten aanzien van leerlingen en personeel weergegeven
06/07
07/ 08
08/ 09
09/ 10
1011
Leerl i ngen
percentage gewichtenleerlingen
14%
13%
12%
11%
lO%
percentage leerlingen onderbouw
52%
52%
51%
49%
47%
0%
0%
2%
-3h
-1%
44%
45%
46%
51%
50%
groei/krimp aantal leerlingen
Personeel
16
Y. :\financien\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
etiflcae Go
I
E
i ovenn
Accountank/AdviseurS
5%
Managementratio
7h
6%
6%
6%
Schaal LC
0%
0%
O%
0%
0%
Schaal LB
0%
0%
O%
0%
4%
Schaal LA
88%
7%
87%
84%
OOP-ratio
6%
6%
6h
7%
7%
Mobiliteitsratio
2%
2%
0%
1%
4%
87h
Parttimerratio
52%
52h
5 1%
49%
47%
gemiddelde Ieeftijd directie + leraren (gewogen)
40,2
40,9
4 0,8
42,1
42,0
0h
0%
0%
0%
0%
50h
50%
SOS/a
verhouding LC 1DB en hoger toy Totaal vrouwen in managem. schaal DB en hoger
20h
25%
Bron: DUO, Centrale Administratie Salarissen Onderwijs (CASO), Integrale Personeelstelling Onderwijs (IPTO),
GMR In dit deel van het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de werkzaamheden die de GMR gedurende het jaar 2010 heeft uitgevoerd. De GMR Jan Ligthartgroep Tilburg,vertegenwoordigt de ouders en leerkrachten van de scholen die deel uitmaken van de Jan Ligthartgroep Tilburg te weten, le Jan Ligthartschool, Jan Ligthartschool Rendierhof, Jan Ligthartschool Huibeven en Jan Ligthartschool Driecant. De leden zijn dit jaar 7 keer bij elkaar gekomen ( 15 januari, 9 maart, 13 april, 8 juni, 13 juli, 11 oktober en 15 november) bij toerbeurt op de verschillende scholen. Naast deze reguliere vergaderingen zijn er een aantal extra bijeenkomsten geweest waar ØØn of meerdere leden van de GMR aanwezig zijn geweest. Dit zijn o.a. een bijeenkomst over het zorgplan WSNS en een voorlichtingsbijeenkomst over de functiemix. Samenstellina van de GMR
l Jan Licithartschool Angela Barendregt Marjolein Klomp Thierry van Rooden Anja Bertens
oudergeleding oudergeleding personeelsgeleding personeelsgeleding
Jan Liithartschool Rendierhof Leontine Kamps Annemarie van Mol (tot 01-08-2010) Ineke van Ommen Toni van Kampen (tot 01-08-2010) Barbara Sauvaitre (vanaf 01-08-2010)
oudergeleding oudergeleding personeelsgeleding personeelsgeleding personeelsgeleding
Y. : \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
17
Tor
entificatie
S Accountants/Adviseurs E hoven
Jan Liathartschool Huibeven Edwin Laureijsen Arno van Kauwen (tot 15-11-2010) Carien Somers (voorzitter) Saskia Overduin (secretaris)
oudergel ed in g oudergeleding personeelsgeleding personeelsgeleding
Jan Licithartschool Driecant Pettie Maas (vice-voorzitter) Jolanda Weststrate (penningmeester) Nannie de Kort Derk Lettink (tot 01-08-2010) Nathalie Janssen (vanaf 01-08-2010)
o ud e rge led i ng oudergeleding personeelsgeleding personeelsg eled i ng personeelsgeleding
Het college van bestuur is tijdens de GMR vergaderingen vertegenwoordigd in de persoon van Hans Tijssen.
Verantwoordinci van het iaa rverslaci
Door middel van dit jaarverslag wil de GMR verantwoording afleggen aan de medezeggenschapsraden van de Jan Ligthartgroep Tilburg, de ouders en het personeel. We willen onze achterban laten zien wat wij het afgelopen jaar hebben gedaan en wat de plannen voor het komend jaar zijn. Ook willen we proberen de betrokkenheid naar onze achterban in stand te houden en te vergroten. Naar directies, bestuur en de afzonderlijke MR-en willen we inzicht geven in de besluitvorming zoals die binnen de GMR heeft plaats gevonden.
Teruablik op het afcleloDen iaar
De vergaderingen worden gekenmerkt door een positieve, kritische sfeer, waarin een ieder namens zichzelf of zijn/haar school zijn/haar mening kan ventileren of vragen kan stellen. Het contact met het college van bestuur is ook dit jaar op een plezierige en open manier verlopen. Hieronder volgt een opsomming van de zaken waar wij ons als GMR mee hebben bezig gehouden in het afgelopen jaar. Besluitvorming met instemminci of Dositief advies van de GMR
- GMR reglement - Klachtenregeling - Bestuursformatieplan - Zorgplan - Protocol Grenzen aan Gedrag - Aanname en verwijderingsbeleid - Mobiliteits-overplaatsingsprocedure Overicie onderwerDen
-
Jaarplan GMR Jaarplan Jan Ligthartgroep Tilburg Comm unicatieplan Terugloop aantal leerlingen
Y. : \financien\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
Accountants/Adviseuls E hovj
Functiehuis/functiemix
Een groot deel van de vergadertijd is dit jaar besteed aan discussies omtrent het functiehuis en de functiemix. Alle functies die bestaan binnen de scholen van de Jan Ligthartgroep worden in het Functieboek beschreven. Bestaande functies worden opnieuw beschreven en gewogen volgens Fuwa P0. Alle huidige medewerkers in deze functie ontvangen die beschrijving en weging. Ingangsdatum: 01-01-2011. We hebben ingestemd met de invoering van Intern Begeleider als functie in schaal LB (los van de functiemix). De (P)GMR heeft ook in meerderheid ingestemd met de invoering van de nieuwe functie van Onderwijskundig Teamleider per 01-08-2011 in schaal LB (schaal 10). Elke school binnen het bestuur kan zeif bepalen hoeveel FTE directie en hoeveel FTE OIL wenselijk is. De personeelsgeleding van de MR heeft over het volumebeleid instemmingsrecht!! De functiemix loopt op schema. Per 01-08-2011 zal 16% van het personeel in een LB schaal zitten. Bezuinipincien
Ook de bezuinigingen zijn een vast punt op de agenda. De Tussentijdse Financiºle Rapportage laat helaas zien dat er een behoorlijk begrotingstekort is. Door allerlei zaken als bezuinigingen door het Rijk, terugloop leerlingaantal e.d. zal er een Actieplan Bezuinigingen moeten worden opgesteld. Het grootste deel van de begroting gaat naar personele lasten en daar zal dan ook in gesneden moeten worden. Functioneren van de GMR
De GMR vindt dat ze goed betrokken wordt blj het beleid van het College van Bestuur. De informatie die de GMR krijgt over de diverse ontwikkelingen binnen de Jan Ligthartgroep is zodanig dat de GMR op een afgewogen manier besluiten kan nemen. In de communicatie met het College van Bestuur voelt de GMR zich serieus genomen als gesprekspartner. Binnen de GMR is er een verdeling gemaakt van de belangrijkste taken: Carien blijft dit jaar voorzitter en Derk blijft secretaris tot einde schooljaar 2009-2010. Saskia neemt de taak van secretaris over per 01-08-2010. Pettie is waarnemend voorzitter. De volgende verdeling is gemaakt van subcommissies en personen: Personeelszaken/arbo/veiligheid/functiehuis: Nannie, Anja, Derk/Nathalie, Leontirte Zorgplan/jeugd en gezin: Saskia, Ineke en Carien Financiºn: Annemarie, Jolanda en Pettie Reglementen: Edwin PR & communicatie/website: Angela, Annemarie/Pettie De GMR in het iaar 2011
Functiehuis/functiemix; zal verder vormgegeven worden. Jaarplan 2011-01 Actieplan Bezuinigingen.
Klachten Eind 2009 vernam het bestuur en de directie van JL Driecant een op handen zijnde onrust op de Jan Ligthart Driecant. Hierbij is een groep ouders buiten de eigenlijke wegen om een statement aan het verspreiden over de school. Dit heeft veel impact op iedereen die met hart en ziel met de school verbonden is. Gevoelens van onveiligheid bij personeelsieden, onbegrip over de handelswijze van de diverse betrokkenen zullen nog
19
Y.:\financien\jaarverslag \bestuursverslag 2010 icr 4entificatte
Accountants/Adviseurs E’ i
lange tijd na-ijien in de organisatie. In het eerste kwartaal van 2010 keert de relatieve rust wel terug. Het zal zeker nog enige tijd duren voordat alle relaties hersteld zijn. Medio 2010 zijn er een tweetal klachten over een incident op IL Huibeven rond leerlingen van groep 8. Directie en bestuur proberen, door gesprekken aan te gaan met de ouders de problemen op te lossen. Voor een ouderpaar worden de problemen niet naar voldoening opgelost. De ouders besluiten geen officiºle klacht in te dienen. Sinds jaar en dag is er een kleine groep ouders op de Jan Ligthart Huibeven die problemen hebben met de ouderbijdrage van de school. Zij wensen alleen dat deel te betalen waar sprake is van schoolreisjes. Ondanks diverse gesprekken blijft dit een hardnekkig terugkerend probleem.
Personeel Uitgaande van het belangrijke principe dat een hoogwaardige onderwijskwaliteit afhankelijk is van de Ieerkracht, dient optimaal in personeel geInvesteerd te worden. In dit kader is in 2010 wederom veel gedaan door de directeuren aan de implementatie van het person eel sbeleid. Daarnaast werden met behulp van subsidies van het vervangingsfonds vanuit het aanvullend pakket en de subsidie stimulans individuen en groepen ondersteund met coaching en begeleiding. In twee situaties werd in het kader van een loopbaanwens gebruik gemaakt van de mogelijkheid te switchen door middel van een vaststellingsovereenkomst. Een persoon werd op eigen verzoek, na een ziekteperiode, uitgeleend aan het MET in Waalwijk. In het kalenderjaar 2010 was geen sprake van verplichte mobiliteit. Wel werd er geInvesteerd in de nazorg van een eerdere verplichte mobiliteit. Hierbij speelde het bestuurskantoor een nadrukkelijke rol en werd gebruik gemaakt van extern expertise en de huip van de arbodienst. Halverwege 2010 werd de stichting geconfronteerd met het vertrek van de directeur van Driecant. Na een 10 jarige loopbaan bij de stichting maakte hij een carriŁreswitch en werd directeur in Breda. Kort daarna verliet ook de adjunct directeur van Driecant de stichting. Per 1 januari ging hij werken als directeur in het oosten van het land. (Zie ook het onderdeel Onderwijs: veelzijdige ontwikkeling)
Personeelsbeleid Leeftijdsopbouw: Onderstaande grafiek laat zien dat ultimo 2010 het aantal medewerkers 160 bedraagt. Hierbij zijn onderwijsgevend personeel, onderwijsondersteunend personeel en management meegerekend. Hiervan waren 82,5 procent vrouwen. De gemiddelde leeftijd is 42,6 jaar. In vergelijking met 2009 is het aantal medewerkers lets gedaald en de gemiddelde leeftijd iets gestegen.
20
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 Ter identificatje
2th
i-s Accountants/Adviseurs oven
_
-
S
iMiw LIGTHRRTGRDEP
28-12-2010
97917 STICHTNG JAN LIGTI-IARTGROEP TILBURG
Totalen: Bestuur UitspIitsing vnaf 50 jar
Lf1iIdscategorie Mannen
Manrien
Aantal:
Vrouwen
Vrouwen
Aantal:
20-24
1
4
5
50
2
3
5
25-20
0
14
14
51
2
4
6
30-34
4
21
25
52
2
3
5
35-39
4
19
23
53
2
5
7
40-44
1
19
20
54
1
7
8
45-40
4
18
22
55
0
3
3
50-54
0
22
31
56
0
3
3
55-59
5
9
14
57
2
1
3
60-
0
8
8
58
3
0
3
28
132
160
59
0
2
2
80
0
2
2
61
0
1
1
62
0
2
2
Verdeling man -
63
17,EO
-
AanI:
MON.-
0
1
1
14
37
51
%
I
lAarflEfl
vtcuwen
Gemiddelde:I
Mannen 45,8
Vrouwen 41,9
Totaal 42,6
Leef1ijdspx,Iw man -
Verzuim Een wezenlijk onderdeel van het Personeelsbeleid is het verzuimbeleid. Kosten die in verband met ziekteverzuim gemaakt worden, zoals preventie- en begeleidingskosten, komen ten laste van het bestuur; de kosten van vervanging komen ten laste van het Vervangingsfonds. Opgemerkt moet worden, dat de cijfers van het vervangingsfonds per schooljaar worden weergegeven. Deze baten en lasten zijn 0,48 mm. groot. Bij de regeling BAPO "bevordering arbeidsparticipatie ouderen" kunnen ouderen vanaf 52 jaar extra verlof krijgen. Het betrokken personeelslid betaalt een deel van het verlof en
21
Y , :\finaricien\jaarverslag \bestuursverslag 2010 Ter (!C
& ACountaiits/Ac1 visufl-s Ihoven
de werkgever het restant; in het primair onderwijs gelden twee categorieºn, 25% en 35% bijdrage door werknemer. In de rijksbijdrage wordt een gemiddeld bedrag (2%) opgenomen voor BAPO, welk bedrag dus onafhankelijk is van de werkelijke kosten voor een bestuur. Het ziekteverzuim percentage van de stichting is 6,28% over 2010. De sturing vindt plaats op schoolniveau. De ziekteverzuim percentages per school: 10,33 % IL Rendierhof le IL school 1,51 % 5,57 % IL Huibeven 4,53 % JL Driecant 0,00% Bestuursbureau Uitleg begrippen: o
o
o
Verzu i m percentage = gemiddelde afwezigheid in periode I (gemiddelde bezetting in periode - gemiddelde BAPO in periode) x 100% Meld insfreguentie = (Aantal ziekmeldingen in periode / gemiddeld aantal werknemers in periode) x (aantal dagen in jaar / aantal dagen in periode) Gemiddelde verzuimduur = som van het aantal dagen van ziekmeldingen welke in de periode zijn beeindigd / aantal beeindigde ziektegevallen in de periode Benchmark SROL 2010
Best Practice SROL 2010
4,39% 1,15 17,52
6,44 % 0.96 22.30
4,30 o,/o 0.70 7.90
61,7 %
58,1%
42,2 %
JL groep Tilburg 2010
IL groep Tilburg 2009
Verzuimpercentage Meldingsfreguentie per jaar Gemiddelde verzuimduur in dagen
6,28% 1 1 22 20,93
Gebruiksopname % BAPO per 1-8
61,2 %
Het ziekteverzuimpercentage van de stichting is gestegen naar 6,28% tegenover 4,39% in 2009. Voornamelijk de Jan Ligthart Rendierhof en de Jan Ligthart Driecant zijn verantwoordelijk voor deze stijging. Ook de verzuimduur is met 3,41 dagen toegenomen. Het SROL-gemiddelde van 29 besturen met 308 scholen m.b.t. ziekteverzuim over 2010 bedraagt 6,44 0/s, Onderstaand volgen enkele dwarsdoorsneden op stichtingsniveau. Hieruit blijkt ondermeer dat, de hoogste score voor de Jan Ligthartgroep zit in de leeftijdscategorie 25-34 jaar, binnen de categorie OP. Verder is het opvallend dat er een flinke daling in augustus te zien is die vervolgens omgezet wordt in een flinke piek vanaf oktober.
22
Y. : \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
ent ea e
s Accountants/Adviscurs goven
4’Lir4!IIiian al y s e Periode 201001 t/m 201012 97917
JRfl LIGTHTDEP 1
-
II
IU
STICHTING JAN LIGTHARTGROEP TILBURG
Veizuimpercentage Moand
B
lanuary 2010
7.58%
february 2010
6.75%
march 2010
6.74%
april2010
5.53%
may 2010
5.64%
1 une2010
6.74%
july 2010
5.48%
4%-
3%2%-
august 2010
4.56%
1%-
september 2010
4.69%
0%-
october 2010
6.75%
C
november2010
7.85%
december2010
6.08%
Kwartaal le kwartaal 2010
7.02%
2e kwartaal 2010
5-97%
3e kwartaal 2010
4-92%
4ekwartaal 2010
7.19%
00
2010 lekwt
0
-
C
-
00
2010 2e kwt.
0
20103ekwt
20104e kwl.
23
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 I’Cfllll4Cj
F
,teverzuim analyse Periode 201001 Urn 201012
ljRn LITMRRTROEP rILRURG
97917 STICHTING JAN LIGTHARTGROEP TILBURG
Mannen
Veizuimpercentage Leeftdscategorie
-24jaar 25-34jaar 35 -44 jaar 45 - 54 jaar 55- 64 jaar Totaal:
Mannen Vrouwen 1.02% 0.34%
10.81%
0.43% 8.97% 0.50%
3.59% 6.41%
4.89%
6.65%
3.95%
Totaal: 0.92% 9.69% 3.07% 7.23% 3.04% 6.28%
Functiecategone
Totaal:
25-34jaar
- 24jaar 55-64jaai
,35 44ja 45-E4jaar
oop
Mannen Vrouwen Directie OOP OP
Vrouwen
0.13%
0.24%
0.45% 6.86%
4.93% 6.92%
4.89%
6.65%
Totaa: 0.16% 3.54% 6.91 % 6.28%
Directie
OP
Landelijk verzuim Het Iandelijk gemiddelde verzuim basis onderwijs is gebaseerd op de publicatie Verzuim en vervanging in het primair onderwijs 2009 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De dalende trend van het Iandelijke ziekteverzuimpercentage is sinds 2007 ten einde gekomen. Bijgesloten figuur illustreert dat het verzu i m percentage voor onderwijzend personeel in het primair onderwijs (PO)is gestegen naar 6,14 % voor 2009.
24
Y. :\financien\ jaarversTag \bestuursverslag 2010 J’’r
flcatie
ACcoufltaJIts/Advjseurs oven ? I, ,
Verzuimpercentage sinds 1999 Fiyuur I Ziekteverzuimpercentaye onderwijzend personeel in BO en SBAOJWEC, 1999 -2009
11
10
9
8
-- 80 SWANK
7
6
5 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
De landelijke meld ingsfrequentie van ziektegevallen wijkt met 1,13 BO en 1,38 SO voor De 2009 niet of nauwelijks af ten opzichte van 2008 met 1,11 voor BO en 1,39 voor SO. De gemiddelde verzuimduur is in 2009 Iicht gestegen naar 17,5 dagen voor BO en 16,5 dagen voor SO. Voor Stichting Jan Ligthartgroep Tilburg bedragen deze cijfers voor 2010 1,22 resp. 20,93 dagen. De tabel vat dit Iandelijke beeld nogmaals samen. VZP
GZD
MF
2007
2008
2009
2007
2008
2009
2007
2008
2009
5,94 6,77 6,07
6,00 6,68 6,11
6,04 6,69 6,14
1,10 1,40 1,14
1,11
1,13
1,39 1,16
1,38 1,17
17,07 15,27 16,77
16,86 15,37 16,59
17,54 16,55 17,37
300 2,51 2,92
303 2,44 2,94
311
139 0,70 1,30
135
132 0,66 1,22
998 18,97 10,53
1065
1123
2,68 3,04
19,81 11,36
20,52 11,96
Ziekte-
verzuim BO SBAO/WEC P0
Overig verzuim BO SBAOIWEC P0
0,66 1,24
Onderstaand nog enige dwarsdoorsneden naar provincie en schoolgrootte. Deze cijfers laten zien dat het verzu i m percentage van de Stichting Jan Ligthartgroep hoger is clan gemiddeld. Het ziekteverzu i m percentage 2009 voor de provincie Noord-Brabant bedraagt 5,62%, nagenoeg gelijk aan 2008.
Y. \financiŒn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
25 ’lbr i(eEfaje C Accountants/Adviseu rs
E
oven
Onderwijssoort
Kenmerk
BO
Utrecht exclusief Utrecht-stad NoordHolland exelusief Amsterdam Zuid-Holland exc l. Den
BO
BO
Haag en 80 B0 BO
Rotterdam Zealand NoordBrabant Limburg
VZP07 VZP08 VZP09 MF07 MFOS MF09 GZD07 GZD08
5,65
5,67
5,68 1,05 1,08 1,12
581
5.52
5,75
5,65
5,72
5.39
GZD09
17,67 16,28
17,36
1,04 1,07 1,10
17,01
18,93
18,75
5,79
1,08
1,11
1,13
16,92
17,60
16,90
5,29
5,31
0,99
0,98
1,02
14,66
17,69
16,37
5,70
5,60
5,62
1,04
1 105
1,06
17,24
17,42
16,60
6,09
6,44
7,13
1,02
1,06
1,07
19,10
17,33
20,62
Landelijk gezien blijkt verder dat de kleinste besturen ook het Iaagste ziekteverzuim hebben. Onderwijssoort
BO BO BO BO
Kenmerk Schoolgroofte Kteinerdan 10 >=10en< 20 >=20en< 50 Groterdan 50
VZP07
VZP08 VZP09 MF07 MFOB MF09 GZD07 GZD08
GZD09
556
511
594
097
088
101
1706
1844
1869
585
576
595
098
098
104
1883
1744
1821
592
602
604
112
112
115
1672
1591
1757
635
635
630
129
133
130
16,08
15,80
1593
Landelijk gezien blijkt dat besturen met minder dan tien scholen een lager verzuim hebben dan de Jan Ligthartgroep met 6,28%.
V. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 20
26 fr .1
AccounWnt~,/Advise tjjs
hovr)
Financleel beleid Landelijke ontwikkeling P0 2006- 2009 Het primair onderwijs heeft in 2009, voor het eerst sinds de invoering van Iumpsum, verlies geleden. Primair onderwijs duikt de rode cijfers in met ruim 14 miljoen. Dit blijkt uit de gegevens over de jaarrekeningen 2009, die door het ministerie van OC&W zijn vrijgegeven. Het resultaat van de gezamenlijke schoolbesturen is 75 miljoen lager clan in 2008. Het ministerie van onderwijs heeft de gegevens over de jaarrekening 2009 openbaar gemaakt. Uit de gegevens blijkt dat het totaal resultaat van de gezamenlijke instellingen in het Primair Onderwijs over 2009 uitkomt op minus 14,2 miljoen. Ten opzichte van 2008 is dit een daling van 75 miljoen.
Totaal resultaat in miljoenen euro 200
2006
2007
2008
2009
-50
Als we nader naar de gegevens kijken valt op dat het resultaat over de financiºle baten en lasten in 2009 aanzienlijk is toegenomen. Ten opzichte van 2008 stegen deze met 27 miljoen tot 96,8 miljoen. Zonder de aanzienlijke financiºle baten was het tekort van de gezamenhijke instellingen binnen het PO-veld dus ruim boven de 100 miljoen geweest. Onder invloed van het negatieve resultaat is het eigen vermogen met ruim 30 miljoen afge no men. Ten opzichte van 2008 zijn alle kengetallen lets in waarde afgenomen en bevinden zich alle op het laagste niveau sinds de invoering van de Lumpsum. Voordat we verder inzoomen op de financiºle resultaten van het bestuur, onderstaand de Iandelijke ontwikkeling van de belangrijkste kengetallen. Hier wordt de neerwaartse tendens nogmaals transparant.
27
Y.:\finanden\jaarverslag \bestuursverslag 2010 Jr
iititicate Accountants/Advjseurs
~A
Solvabiliteit 1 0,62
0,54 0,52
---2006
---2007
2009
2008
Ka pita lisatiefactor 0,500
0,470 0,460 2006
:ft 0,025
-0,005 -- -2006
2007
2008
2009
Rentabiliteit
2007
2008
2009
De intenties van de minister om verder te bezuinigen op Passend onderwijs, worden later behandeld, maar hierdoor bestaat de verwachting dat de landelijke ontwikkeling van de neerwaartse trend bij kengetallen in de toekomst zeker niet zal worden omgebogen.
Financiºn op balansdatum: Onderstaand een overzicht en analyse van de financiºle situatie op de balansdatum. Aangezien financiºn op de balansdatum een momentopname betreft en sturing plaats client te vinden over]aren heen, is een trend in de ontwikkeling van de verhoudingscijfers inzichtelijk gemaakt. De bij de kengetallen getoonde grafieken zijn afkomstig van de publicatie financiºle gegevens van Dienst Uitvoering Onderwijs Centrale Financiºn Instellingen (DUO-CFI) en geven de scores voor de betreffende kengetallen voor de Jan Ligthartgroep weer in vergelijking met het landelijke gemiddelde voor schoolbesturen in het beleidsterrein P0 van gelijke grootte. Het balanstotaal van de Jan Ligthartgroep Tilburg bedraagt ultimo 2010 3.188.531 ten opzichte van een balanstotaal van 3.238.559 ultimo 2009. Dit is een afname van 1,5%. Het resultaat baten en lasten bedroeg over 2010 409.195 negatief ten opzichte van een negatief resultaat van 74.802 in 2009.
28
Y. \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 11., r
’Hflcatie
1101Accountants/Adviseurs W9 E
Actualiteit / Rich tlijnen voor de Jaarverslaggeving BAPO 2010 Afgelopen jaren is er veel discussie rondom de verwerking van de BAPO lasten geweest. Inmiddels is er in het najaar 2010 een ministeriºle regeling gepubliceerd die geldt voor het verslagjaar 2010. De verwerking van de BAPO lasten dient in de jaarrekening als periode lasten te worden opgenomen, waarbij geen sprake is van opbouw van rechten. Consequentie van deze regeling is dat de schoolbesturen die een voorziening voor de toekomstige BAPO-lasten hebben gevormd, deze moeten laten vrijvallen ten gunste van het eigen vermogen (stelselwijziging). De stand van de voorziening bij de Jan Ligthartgroep was per 31-12-2009 414.359. Begin verslagjaar 2010 is dit bedrag ten gunste van de algemene reserve gebracht.
Kapitalisatiefactor Eind 2009 heeft de commissie onderleiding van H.Don onderzoek uitgevoerd en aanbevelingen gedaan naar de financieringsstructuren en de financiºle risico’s van onderwijsinstellingen. Evenals het in kaart brengen van mogelijkheden tot optimalisatie van de financieringsstructuur. De aanbevelingen uit het rapport "Financieel beleid van onderwijsinstellingen" zijn op het gebied van goed financieel beleid en versterking van deskundigheid en tevens versterking van toezicht: + Alle instellingsbesturen zouden een meerjarige financiºle planning moeten opstellen en een op de eigen situatie toegesneden risico analyse. + Versterken van financiºle deskundigheid op zowel decentraal niveau als tot aan het toezichtorgaan toe. : Excessief spaargedrag nader onderzoeken indien instellingen de bovenste signaleringsgrenzen overschrijden. Voor een beoordeling van het vermogensbeheer door een onderwijsinstelling stelt de commissie als vertrekpunt de totale behoefte aan kapitaal centraal in plaats van omvang van vermogen.
Vermogensbeheer: Wat is de totale kapitaalbehoefte van de instelling? De commissie duidt dit aspect aan met het begrip vermogensbeheer. De wijze waarop de totale kapitaalbehoefte wordt gefinancierd met eigen of vreemd vermogen is een financieringsafweging die secundair is. Het meer gebruik gaan maken van de mogelijkheid van vreemd vermogen, binnen de draagkracht van de exploitatie, zou zelfs meer gangbaar en eenvoudiger moeten worden. Een onderwijsinstelling zou bovendien de mogelijkheid moeten hebben om minder liquide middelen, lees spaargeld, aan te houden ter opvang van risico’s, maar deze aan te wenden ter versterking van het onderwijs.
Kapitalisatiefactor: De commissie hanteert de kapitalisatiefactor als kengetal om te signaleren of onderwijsinstellingen hun kapitaal niet of inefficient benutten voor de vervulling van hun taken. Excessief spaargedrag nader onderzoeken indien instellingen de bovenste signaleringsgrenzen overschrijden.
Kapitalisatie factor gedefinieerd a/s (Totaal Kapitaa/ minus boekwaarde gebouwen en terreinen) gedeeld door Totale Ba ten (TK) / TB.
Y. : \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
WO Tor Welitificatie Accountants/Advjseurs
Als instellingen meer kapitaal hebben clan past bij de jaarlijkse baten, wordt een deel van dat kapitaal kennelijk niet efficient benut. Het hanteren van signaleringsgrenzen is een instrument om het beeld bij deze veronderstel ling verder te vormen. Schoolbesturen in het primair onderwijs hebben zelden gebouwen en terreinen op hun balans staan. De commissie adviseert een pragmatische implementatie met toetsing van dit kengetal. Met als eerste benadering een bovengrens aan de kapitalisatiefactor van: 35 % voor grote instellingen met > 8 mm. jaarlijkse baten, 47,5 % voor middeigrote instellingen met 6.5 mm. jaarlijkse baten, 60 % voor kleine instellingen met < 5 mm. jaarlijkse baten. Uiteraard zullen er instellingen boven de signaleringswaarde uitkomen waarbij uit nader onderzoek zal blijken dat er toch geen sprake is van onderbenutting van kapitaal. De commissie adviseert om op basis van ervaringen met deze onderzoeken de signaleringsgrenzen in de toekomst bij te stellen. Om verwarring te voorkomen adviseert de commissie om het kengetal weerstandsvermogen niet meer te gebruiken. In plaats daarvan zou men enerzijds als bovengrens de kapitalisatiefactor en anderzijds de ondergrens aan het eigen vermogen, via het kengetal solvabiliteit moeten gaan hanteren. Met het oog op de kredietwaardigheid is het wenselijk dat het eigen vermogen toereikend is om de normale financiºle risico’s op te vangen. Omdat het voorzieningenbeleid tot de invoering van R3660 sterk uiteenlopend werd ingevuld, heeft de commissie in haar analyse alle voorzieningen tot het eigen vermogen gerekend. BAPO problematiek heeft daarom geen directe invloed op de aanbevelingen van de commissie. Solvabiliteit wordt gedefinieerd als (eigen vermogen + voorzieningen) / totale vermogen. Als ondergrens wordt aangehouden 0.2. De commissie benadrukt deze solvabiliteit te bezien in samenhang met de rentabiliteit. Rentabiliteit is in deze gedefinieerd als saldo baten lasten I totale baten. Waar rentabiliteit en solvabiliteit hoog zijn, kan sprake zijn van overmatig spaargedrag. Indien beide Iaag zijn, dreigt een probleem van oplopende financieringslasten en structurele tekorten in de staat van baten en lasten. Een negatieve rentabiliteit in enig jaar hoeft niet problematisch te zijn, indien de solvabiliteit hoog is. Wel client de gemiddelde meerjarige rentabiliteit over een periode van 3 tot 5 jaar binnen de signaleringsgrenzen te blijven van ondergrens 0 % en bovengrens 5 %. Budgetbeheer: Wat is de capaciteit van de instelling om tegenvallers op korte en middenlange termijn op te vangen? Er is een financiele buffer benodigd om niet beheersbare risico’s op te vangen. De risico’s zijn onder te verdelen in rubrieken: Risico’s ten aanzien van fluctuatie in leerlingen aantallen Risico’s t.a.v. de kwaliteit van het onderwijs (beoordeling door Inspectie) Risico’s t.a.v. personeel (arbeidsconflict, leeftijdsopbouw, salarisindexatie) Risico’s t.a.v. de organisatie (kwaliteit management rapportage, AO/IC) Risico’s t.a.v. huisvesting (stand van zaken onderhoud) Risico’s t.a.v. inventaris en apparatuur (gemiddelde ouderdom) Risico’s t.a.v. politiek bestuurlijke achtergrond (B&M vergoeding, MI indexatie) Omdat niet alle risico’s zich gelijktijdig zullen voordoen, leidt een eenvoudige optelsom tot overschatting van het totale risico. Afhankelijk van de grootte van de onderwijsinstelling wordt door de commissie een percentage van de totale baten geadviseerd als buffer.
Y , :\financien\jaarverslag \bestuursverslag 2010
30 Icatie
Aceountants/Adviseurs en
Risicomarges worden voor een eerste beoordeling als volgt gekwantificeerd: 5 % voor grote instellingen met > 8 mm. jaarlijkse baten, 7,5 % voor middeigrote instellingen met 6.5 mm. jaarlijkse baten, 10 % voor kleine instellingen met < 5 mm. jaarlijkse baten. Een dergelijke kwantificering is bruikbaar voor een eerste beoordeling, maar kan en mag niet in de plaats komen van een op maat toegesneden risico analyse. Een toekomstig aspect waar qua risico inschatting bijvoorbeeld rekening mee gehouden dient te gaan worden zijn de bezuinigingen op Passend Onderwijs van 300 mm. binnen de gehele sector. De invoering van de maatregelen zijn weliswaar vertraagd naar 2013, maar ze raken in eerste instantie vooral het speciaal onderwijs, maar ook de leraren in het reguliere onderwijs zullen de gevolgen in de klas gaan merken. Ze krijgen te maken met meer leerlingen, die extra zorg en aandacht nodig hebben en er is minder geld voor gespecialiseerde begeleiding. Bovendien kan het reguliere onderwijs door de bezuinigingen op ambulante begeleiding minder beroep hierop doen. Mogelijk gevoig is dat de werkdruk in het reguliere onderwijs toe gaat nemen. Waar de minister stelt dat bezuinigen gerealiseerd gaan worden door te schrappen in de bureaucratie, blijft het een risico aangezien passend onderwijs moeilijk is zonder passende bekostiging. Verder heeft de krimp in leerlingen aantallen gevolgen voor het onderwijs. Minder leerlingen betekenen minder inkomsten. Echter minder leerlingen leiden niet meteen tot minder kosten. Een klas die vijf leerlingen kwijtraakt, heeft nog steeds dezelfde leerkracht nodig en de verwarming blijft aan staan. Pas als de daling een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, kan er wellicht een Was worden opgeheven en een lokaal worden gesloten. Het sluiten van het lokaal is echter nog geen grote besparing. Daar is pas sprake van, als er een alternatieve bestemming gevonden is voor de overtollige vierkante meters, maar dat kost tijd. Bovendien zal de vraag naar vrije ruimten laag zijn in een krimpende regio. Dus de baten lopen sneller terug clan de lasten. Dit verschil heet kostenremanentie en wordt vaak gepresenteerd als een tijdelijk effect. Bij aanhoudende krimp is dat echter een permanent effect. De kosten per leerling stijgen en de school dient de daling uit eigen middelen op te vangen. Dit legaliseert het aanhouden van een buffer. Concreet betekent bovenstaand budgetbeheer en vermogenspositie voor de Jan Ligthartgroep groep Tilburg dat de flnanciºle benodigde buffer ter opvang van risico’s 420.000 bedraagt (5% v. totale baten van 8,4 min).
Kengetallen 2010 Hieronder volgt een nadere analyse van de kengetallen die op basis van de jaarcijfers over 2010 tot stand zijn gekomen. KaDitalisatiefactor: kapitalisatiefactor is:( totaal kapitaal exci boekwaarde gebouwen / terreinen ) / totale baten Realisatie Landelijk Gemiddelde Commissie Kapitalisatie gemiddelde SROL 3-5 Vermogensbeheer factor 3-5 scholen scholen Normering 2010 2009 2008
37,4 0/o 38 % 46,1 %
Nnb 52,46% 56,5%
40,6 0/o 42,6 0/o 40,5 0/o
35 % 35 % 35 %j
Met een kapitalisatiefactor van 37 1 4 0/o, afgezet tegen de norm 35 0/s, is de voorzichtige conclusie dat deze weliswaar de aangegeven normering overschrijdt, maar dat nader
31
Y. : \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
T’cr ideni ificatie Accountants/Adviseurs ovtn E
(
onderzoek door de Inspectie niet direct te verwachten is, mede ook ingegeven door de negatieve score van de rentabiliteit (-4,83%). De gemiddelde rentabiliteit over de afgelopen 4 jaren bedraagt ca -I- 2,5 0/o. Gezien de verwachte terugloop in leerlingenaantallen, hetgeen leidt tot minder baten en de gevolgen door de bezuinigingen in het kader van Passend Onderwijs blijft het zaak om in 2011 dit aspect te blijven monitoren.
60,00
40 , 00
"’
30,00--
KapithIisitiefactor
T
rr r-r --H
_______________________ -
Legendagrabeken
1 1
2005
2006
2008
2007
F1
instelfing I i
2009
E
qemid. sector
Weerstandsvermocjen: In hoeverre kan het bestuur zich een tekort in de exploitatie permitteren in relatie tot de opgebouwde reserves. Het geeft het bestuur inzicht in de capaciteit om onvoorziene tegenvallers in de exploitatie op te vangen. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een percentage van de jaarlijkse rijksbijdragen, omdat bij een goede kostenbeheersing met name een afname van de rijksbijdragen middels het weerstandsvermogen moet kunnen worden opgevangen. Een eenduidige norm is niet aan te geven. Bepalende factoren zijn: Het aantal scholen; hoe meer scholen bij het bestuur zijn aangesloten, des te meer mogelijkheid tot interne risicospreiding. Omvang bestuur; een grotere omvang geeft meer flexibiliteit in de kostenstructuur door de betere personele mobiliteit. Kostenbeheersing; vereist een goed functionerende p&c cyclus. Afwijkingen t.o.v. het Iandelijke gemiddelde; bij ongunstige afwijkingen wordt een hoger weerstandsvermogen geadviseerd. Onzekerheid in ontwikkelingen bekostigingsstelsel en toepasbaarheid nieuwe Richtlijn Jaarverslag Onderwijs in 2008. Het weerstandsvermogen is: (eigen vermogen -I- materiºle vaste activa) / totale rijksbijdragen Weerstandsvermogen %
Realisatie
Landelijk gemiddelde 3 tot 5 scholen BaO
Gemiddelde SROL 3 tot 5 scholen BaO
2010
5,29
nnb
15,48
2009
6,57
22,7
21,19
2008
9,32
25,5
17,21
DUO/CFInorm 15.0-20.0
Gezien de trend van de laatste jaren is er sprake van een matige score. De realisatie van de Jan Ligthartgroep is in 2010, evenals in 2009, aanzienlijk lager dan de DUO/CFI-norm. Het weerstandsvermogen steekt ook schraal af in vergelijking tot het landelijke en het SROL- gemiddelde voor besturen van gelijke grootte. Het SROL gemiddelde totaal bedraagt over 2010 11,2%. Echter, doordat bijna al deze besturen OLP niet activeren, geeft het SROL gemiddelde een vertekend beeld. Het activeren van OLP beInvloedt bij de JL groep het weerstandsvermogen met bijna 3% in 2010, hetgeen niet wegneemt dat ook indien OLP niet geactiveerd zou zijn het weerstandsvermogen zorgwekkend is.
32
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
i lic atte r
AccOuDtants/Adviseurs oven
De Iaatste jaren is er sprake van een neergaande Iijn in resultaten van dit kengetal bij de Jan Ligthartgroep. Het aandeel materiºle vaste activa stijgt en het eigen vermogen staat onder druk door de tegenvallende negatieve resultaten van de afgelopen jaren. Het weerstandsvermogen wordt in 2010 ook nog beInvloed door een aantal incidentele factoren. Door de stelselwijziging BAPO enerzijds (hetgeen een positief effect heeft gehad op het elgen vermogen) en anderzijds de extra dotatie aan de jubileavoorziening en de oriderhoudsvoorziening (hetgeen een negatief effect heeft gehad) wordt het kengetal in 2010 positief beInvloed. Zonder deze incidentele factoren zou het weerstandsvermogen 2,4 zijn geweest. Het weerstandsvermogen is conform definitie VO (formeel is voor het P0 geen definitie opgesteld): Eigen vermogen / Totale Baten (incl. financiºle baten, excl. buitengewone baten). Mede doordat de Jan Ligthartgroep een hoog saldo materiºle vaste activa heeft, scoort het weerstandsvermogen obv de vorige definitie laag. In onderstaande berekening is dit niet aan de orde. Landelijk gemiddelde 3 tot 5 scholen nnb
Gemiddelde SROL 3-5 scholen
Normering
29,24
10.0 - 40.0
Weerstands vermogen %
Realisatie
2010
20,0
2009
19,9
35,6
27,22
2008
21,9
20,3
22,54
Vuistregel is als dit kengetal tussen 10 en 40 % scoort er sprake is van het middengebied. Lager dan 10 % kan duiden op een risicovolle situatie met mogelijk te weinig reserves. Hoger dan 40% kan duiden op te grote financiºle reserves. Tegen het Iicht van deze vuistregel kan het weerstandvermogen van stichting betiteld worden als voldoende. Ten opzichte van het gemiddeide van 3-5 scholen scoort de IL groep minder goed. Ook bovenvermelde incidentele factoren beInvloeden het weerstandsvermogen. Zonder de incidentele factoren zou het weerstandsvermogen 17,5 bedragen. Weliswaar nog binnen de door DUO gestelde norm, maar met het teruglopende aantai leerlingen en een begroot negatief resultaat in 2011 blijft waakzaamheid absoluut geboden. Liguiditeit: De liquiditeit geeft aan of een organisatie voldoende geld beschikbaar heeft om aan de direct opeisbare betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Een goede liquiditeitsratio illustreert het vermogen van een organisatie om crediteuren tijdig (op korte termijn) te kunnen betalen. Liquiditeit (current ratio) is: (kortlopende vorderingen + liquide middelen) / kortlopende schulden Realisatie Liquiditeit Current ratio
Landelijk gemiddelde 3 tot 5 scholen BaO
Gemiddeide SROL 3 tot 5 scholen BaO
2010
1,72
nnb
1,55
2009
2,30
2,94
2,62
2008
3,24
3,00
2,65
DUO/CFInorm 1,20
Het bestuur hanteert als streefwaarde de DUO/CFI normering van 1.20.
33
Y. :\finariciºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
rr i(enticatie
- Accountants/Adviseurs E
Liquiditeit (current ratio) 400,0% 300,0%
r]-i
200,0%
------- ir--1 i- i Legendagrafieken
100,0%
0,0% _____________________________ Li 2009 2008
I
instelling gernid. sector
De liquiditeit Iaat een daling zien toy 2009,maar ligt nog boven de DUO/CFI-norm. Het saldo liquide middelen is gedaald met 109.903 (7%) ten opzichte van 2009 voornamelijk door de flinke investeringsuitgaven in 2010. De kortlopende vorderingen zijn eveneens gedaald met 42019 (9%). De kortlopende schulden zijn gestegen met 208.835 (24%). Al met al een daling in de liquiditeit ten opzichte van 2009. Solvabiliteit: De solvabiliteit is een graadmeter voor de financiºle onafhankelijkheid van een organisatie en geeft aan of de organisatie aan haar financiºle verplichtingen kan voldoen. Bij onderwijsorganisaties is sprake van 2 solvabiliteit ratio’s. Het verschil tussen beide wordt veroorzaakt door voorzieningen groot onderhoud en personeel. Solvabiliteit 1 is eigen vermogen / totaal vermogen Solvabiliteit 2 is (elgen vermogen + voorzieningen) / totaal vermogen Solvabiliteit 1
Realisatie
Landelijk gemiddelde
Gemiddelde SROL
3 tot 5 scholen BaO
3 tot 5 scholen BaO
0,3
2010
0,53
Nnb
0,56
2009
0,52
0,66
0,62
2008
0,48
0,64
0,55
Solvabiliteit 2
Realisatie
Landelijk gemiddelde
Gemiddelde SROL
3 tot 5 scholen BaO
3 tot 5 scholen BaO
2010
0,66
Nnb
0,71
2009
0,73
0,77
0,76
2008
0,78
0,76
0,74
DUO/CFInorm
DUO/CFInorm
0,50
De solvabiliteit van de Jan Ligthartgroep is goed en Iigt boven de door DUO/CFI aangegeven norm. De solvabiliteit 1 van de Jan Ligthart:groep is nagenoeg gelijk aan vorig jaar, maar is lager clan het landelijke gemiddelde van de afgelopen jaren. Uit de benchmark van SROL kan worden afgeleid dat de scores van besturen van gelijke grootte een daling vertonen in 2010 toy 2009.
34
Y. : \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
Ei4ovefl
Ook hier geldt weer voor de Jan Ligthartgroep, net als bij het weerstandsvermogen, dat dit kengetal in 2010 positief beInvloed wordt door de incidentele factoren van de Bapo stelselwijzigirig en de extra dotaties aan de jubilea- en onderhoudsvoorziening. Zonder dit zou de solvabiliteit 1 0,47 zijn geweest. Sotv3biliteit I
n rn
2005
2005
2007
rn ru 2008
Legenda grafieken
Li LI
200
instelling gemid. sector
Rentabiliteit: Rentabiliteit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsvoering in relatie tot de baten. Rentabiliteit is resultaat van baten en lasten uit gewone bedrijfsvoering Rentabiliteit
Realisatie
%
2010 2009 2008
/ totale baten
Landelijk gemiddelde
Gemiddelde SROL
3 tot 5 scholen BaO
3 tot 5 scholen BaO
nnb
-/- 4,93
-I- 4,83 -/- 0,88 -I- 1,94
-I- 0,8 0,7
-
I-
DUO/CFInorm
1.0/4.0
1,66 1,07
Het rentabiliteitspercentage is in 2010 beduidend meer negatief dan in 2009. Budgettair over 2010 bestond de verwachting dat het rentabiliteitpercentage -I- 1,8 zou bedragen. De ontwikkelingen bij de Jan Ligthartgroep zijn minder dan gemiddeld. Incidenteel een negatieve rentabiliteit is niet verontrustend, maar het mag absoluut niet structureel worden, want dan blijf je interen op je reserves. De Iaatste jaren is er sprake van een negatieve rentabiliteit. Door een aantal, al eerder genoemde incidentele factoren in 2010 zoals de extra dotatie aan de onderhoudsvoorziening, de jubilea voorziening en de kosten BAPO, is het resultaat in 2010 funk negatief beInvloed en is het negatiever dan begroot. Bij de toelichting op de resultatenrekening wordt hier nog uitgebreid op ingegaan. Aanvullende acties voor de komende jaren blijven noodzakelijk en zijn in 2011 serieus ingezet. Kostenbesparing door inkrimping in de bezetting is onvermijdelijk en moeten in de komende jaren leiden tot een stijging in de resultaten. Serieuze plannen van aanpak zijn hiervoor gemaakt. Voor 2011 is wederom een negatieve rentabiliteit ingezet van -I3,7 0/o. Dalende Ieerlingenaantallen leveren minder inkomsten op terwijl de daling in formatie niet in hetzelfde tempo gerealiseerd kan worden. Het opzetten van een meerjarenbegroting Ieidt tot meer stuurinformatie en zal de komende jaren noodzakelijk blijven.
35
Y. :\finar,ciºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
1r keii1ilicatie Accountants/Adviseurs I- . oven
(o\
Rentabilite it 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% -2,0% -4,0% 2005
2006
2008
2007
2009
Legenda grafleken instelling gemid. sector
Kasstroom overzicht Het kasstroom overzicht geeft inzicht in de geldmiddelen die gedurende 2010 en 2009 beschikbaar komen en in het gebruik daarvan. Zie hiervoor de paragraaf B4 van de j aa rre ken in g. Onderstaande tabel geeft het verloop van de liquide middelen over de afgelopen 3 jaren weer:
I Realisatie 2010
rkstroom Mutatie liquide middelen
-I-
109.903
Realisatie 2009 -I- 538.870
Realisatie 2008 -I- 227.839
Personele Lasten: Het aandeel van personele lasten uitgedrukt als aandeel van de totale lasten. Verhouding in bested ingspatroon aan personele lasten en materiºle lasten. Aandeel Personeelslasten % 2010
Realisatie 83,6
Landelijk gemiddelde 3 tot 5 scholen BaO Nnb
Gemiddelde SROL 3 tot 5 scholen BaO 82,3
2009
84,7
82,3
84,4
2008
83,4
82,4
84,8
Bovenstaande tabel toont dat dit aandeel gedaald is in 2010, maar nagenoeg in Iijn ligt met andere schoolbesturen. Het begrote aandeel personele lasten bedraagt voor 2010 83,6%. Er dient wel opgemerkt te worden dat het aandeel personele lasten beinvloed wordt door de personele lasten vervangingsfonds. Deze zijn uiteindelijk resultaat neutraal. Realisatie is ca 90.000 hoger dan beg root. Personele las ten / Totale lasten 1,00
2009
200
1
gemid. sector
Als het intern sturen op het aandeel personele lasten uitgedrukt in totale lasten gezien wordt als ultiem instrument, houdt dit een risico in. Indien de niet-personele lasten in absolute zin sterk stijgen (bijv. onderhoud gebouwen), kan dat misleidend zijn indien het
36
Y. : \finandºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
flr 1. v E
(ifka(e Acountants/Mvjseu Ii\4
bevoegd gezag alleen stuurt op personele lasten / totale lasten. Voorts rekent DUO de financiºle lasten tot de totale lasten. Hoge koersverliezen kunnen in enig jaar het beeld vertekenen, bijv. 2008. Het kengetal Personeel I Rijksbijdragen benadert de personele lasten vanuit de baten kant. Personele lasten nj ksbijd rag en
/
2010 2009
Realisatie
83,5 % 84,7%
Vermogenspositie Reserves en voorzienincien Onderstaand volgt een uiteenzetting van de ontwikkeling van de reserves en voorzieningen. Gebaseerd op leerlingenaantallen per 1 oktober 2010 (1.822) en 1 oktober 2009 (1.847). Reserves en Voorzieningen Per 31 december
Mutatie in 2010
Algemene reserve Bestemmingsreserve Subtotaal
Voorziening onderhoud Voorziening personeel Subtotaal Totaal
-IC
Saldo eind 2010
Per leerling Saldo eind 2009 2010
Per leerling 2009
90.255
923.186
507
832.931
451
85.091
779.996
428
865.087
468
5.164
C 1.703.182
C 1.698.018
C 919
C 935
78.793
298.531
164
219.738
119
71.539
91.700
50
434.520
235
C 150.332
C 390.231
C155.496 C 2.093.413
C 214
C 654.258
C 1.149
C 2.352.276
C 354 C 1.273
Aloemene reserve: De algemene reserve stijgt in 2010 t.o.v. 2009. Enerzijds is er sprake van een negatief resultaat waardoor de reserve daalt, maar anderzijds is in 2010 sprake geweest van een stelselwijziging BAPO waardoor de voorziening BAPO geheel is toegevoegd aan de algemene reserve, hetgeen resulteert in een flinke toename van de algemene reserve. Bestemmincisreserve: De bestemmingsreserves (herwaarderingsreserve initiºle activa en bestemmingsreserve privaat algemeen) nemen in 2010 af met in totaal 85.091. De bestemmingsreserve privaat wordt gevoed vanuit de ontvangen ouderbijdragen minus bestedingen. Cumulatief voor alle scholen is er in 2010 een positief resultaat op niet subsidiabel van 6.101, hetgeen ten gunste van de reserve is gebracht. Te verdelen in: 08CP JL Rendierhof -I- 2.866 226 15DX le Jan Ligthart -I722 23DW IL Huibeven -I27CC IL Driecant 9.915
37
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 tr d (cvc
tcatie
\ccountants/Ath’iseurs Ei oven
Voorzieninci onderhoud: De onderhoudsvoorzieningen zijn gebaseerd op meerjaren onderhoudsplannen van de scholen met het doel uitgaven te kunnen betalen en de gebouwen in degelijke staat te houden. Vanaf 2009 wordt de dotatie aan de onderhoudsvoorziening gebaseerd op de meerjaren onderhoudsplannen, opgesteld in samenwerking met SROL. In 2010 heeft een additionele dotatie aan de onderhoudsvoorziening plaatsgevonden naar een niveau dat volgens de accountant acceptabel is. Vandaar de stijging t.o.v. 2009. Voorzieninp personeel: De voorziening personeel ultimo 2009 bestaat uit de voorziening BAPO, de voorziening ouderschapsverlof en de voorziening jubilea. In 2010 is zowel de BAPO voorziening als de voorziening ouderschapsverlof opgeheven conform de nieuwe richtlijnen voor de jaarverslaggeving. De voorziening BAPO is geheel overgebracht naar het eigen vermogen (de algemene reserve) en de voorziening ouderschapsverlof is ten gunste gebracht van het resultaat. Ultimo 2010 bestaat de voorziening personeel alleen nog uit de voorziening jubilea. Deze voorziening is in 2010 op het niveau gebracht dat voorgeschreven wordt door de accountant. Belangrijkste wijziging ten opzichte van voorgaande jaren is dat bij de bepaling van de hoogte van de voorziening niet meer wordt uitgegaan van de jubilealasten voor de komende 10 jaren, maar voor het gehele personele bestand.
ResumØ per leerlina van de reserves en voorzieninaen 2010
2009
2008
Algemene reserve
507
451
441
977
Bestemmingsreserves
428
468
491
200
C 935
C 919
C 932
C 1.177
Voorziening onderhoud
164
119
179
254
Overige voorzieningen
50
235
421
45
Subtotaal
Subtotaa/
Totaal
214
1.149
354
C 1.273
SROL gemiddelde 3-5 scholen 2010
C 299
600
C 1.532
1
C 1.476
Samenvattend tonen de reserves en voorzieningen per leerling een afname van 9,7% ten opzichte van 2009. Ten opzichte van het SROL gemiddelde voor besturen van vergelijkbare grootte is de algemene reserve per leerling Iaag te noemen. Dit is een zorgwekkende situatie. Een aantal jaren een negatief saldo van baten en lasten heeft de reserves doen sunken. Investeringsbeleid Er wordt binnen de Jan Ligthartgroep gewerkt met een meerjaren investeringsplan voor OLP, ICT en Inventaris. In de jaarverslaggeving worden aLP, ICT en Inventaris gewaardeerd op de balans. Voor investeringen gelden de volgende uitgangspunten: maand van aanschaf is bepalend voor het tijdstip waarop wordt gestart met afschrijven alle investeringen boven de 500,- worden geactiveerd
38
Y.:\financien\jaarverslag \bestuursverslag 2010 Ter (n
g E
ntjfjratje
Accountants/Adviseurs O\Cfl
Inventaris (meubilair), OLP en ICT worden geactiveerd en ook afgeschreven conform de met de directie afgesproken afschrijvingstermijnen. onderhoud wordt niet geactiveerd en dus niet afgeschreven In 2010 is een bedrag van 302.156 geInvesteerd. Over de activa is in het verslagjaar 200.263 afgeschreven, waarvan 91.192 ten behoeve van initiºle activa. Hoofdstuk B5 van het jaarverslag maakt het verloop van de diverse categorieºn gedurende het verslagjaar inzichtelijk. De Iaatste jaren heeft er een soort van inhaalslag plaatsgevonden en zijn de uitgestelde investeringen gerealiseerd. Verstandig is het om de toekomstige investeringsambitie te bewaken. Met het oog op de toekomstige liquiditeit is het maken van een liquiditeitsbegroting en de bewaking hiervan wellicht raadzaam.
Risico beheersing: Binnen het bestuur wordt intern gewerkt met een risico beheersingsysteem. De financiºle en personele administratie zijn uitbesteed aan het administratiekantoor, Mutaties in de administratie worden regulier verwerkt na codering en goedkeuring vanuit de directie. Bij het administratiekantoor vindt er een controle plaats op juistheid codering en autorisatie. Jaarlijks wordt de jaarrekening opgesteld met toetsing door de accountant en verantwoordt aan het ministerie. Gedurende het jaar wordt maandelijks beoordeeld of de realisatie van baten en lasten synchroon loopt met de door het bestuur geaccordeerde begroting. Begroting wordt ingezet als stuurinstrument voor de beheersing van activiteiten. Reserves en voorzieningen worden bewust gevormd en onderbouwd met meerjaren plannen. Afwijkingen worden geanalyseerd en bepaald of er aanvullende actie noodzakelijk is om op koers te blijven. M.i.v het verslagjaar 2009 wordt een half jaar analyse opgesteld. Met de managementinformatie kan het bestuur gedurende het jaar tijdig bijsturen. Naast de sturing op geld wordt er gerapporteerd over zaken als leeftijdsopbouw en ziekteverzuim. Risico’s ten aanzien van ontwikkelingen van leerling aantallen worden hierbij in acht genomen. Om ook toekomstige ontwikkelingen inzichtelijk te hebben, is er een meerjarenbegroting opgesteld. Het bestuur beoordeelt of de financiºle realisatie binnen de kaders van het financiºle meerjaren beleidsplan past en of de uitvoering nog financiºle ruimte biedt of niet. Gaat alles naar wens en is de inzet van middelen passend? Geldstromen worden gevolgd en in verband gebracht met toekomstige investeringen. Het bestuur legt ondermeer verantwoording af aan het rijk, ouders en personeel over het gevoerde beleid en of de inzet van personeel, huisvesting en geld effectief en efficient heeft plaats gevonden. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het bestuur en de directeur zijn expliciet vastgelegd in het management statuut. Het statuut client als basis voor een weloverwogen inbedding van het financiºle beleid op basis van beginselen van een verantwoord beheer. Denkend aan controleerbaarheid, functiescheiding en afbakening van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Een toekomstig aspect waar qua risico’s op geanticipeerd moet gaan worden zijn de keuzes die het kabinet gaat maken bij de invulling van de taakstelling passend onderwijs van 300 mm. De invoering van deze maatregel is weliswaar vertraagd naar 2013, maar zal uiteindelijk in de toekomst toch doorgang vinden. Het reguliere onderwijs wordt zoveel mogelijk ontzien, omdat daar de zorgplicht primair moet worden waargemaakt. Tot nu toe heeft het kabinet gekozen voor drie uitgangspunten: Bezuinigen op bureaucratie, projecten en aanvullende bekostiging 124,7 min. Minder uitgaven aan ambularite begeleiding 90,8 min. Besparen door grotere klassen in het (voortgezet) speciaal onderwijs 84,5 min,
We
Y. \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
ie ntants/Adviseu rs 9~~
Uiteindelijk zullen de leraren in het reguliere onderwijs de gevolgen in de Was ook gaan merken. Ze krijgen te maken met meer leerlingen, die extra zorg en aandacht nodig hebben en er is minder geld voor gespeclaliseerde begeleiding. Hierdoor zal de werkdruk zeker niet verminderen. Verder zal vanuit de beleidsvoering het op de loer liggende probleem van krimp aangepakt dienen te gaan worden. Constateren is ØØn ding, het probleem oplossen is lets heel anders. Naast het financiºle effect kan dit ook gevolgen hebben voor de kwaliteit van het onderwijs.
Gang van zaken gedurende het verslagjaar De Jan Ligthartgroep sluit 2010 af met een negatief resultaat baten en lasten van 409.195. Budgettair over 2010 bestond de verwachting dat het resultaat baten en lasten 147.433 negatief zou bedragen. Verslagjaar 2009 werd afgesloten met een negatief resultaat baten en lasten van 74.802. Staat van baten en lasten
Realisatie 2010
Begroting 2010
Afwijk. %
Afwijking % 2010 vs. 2009
Realisatie 2009
Baten
8.477.277
8.236.666
2,9 %
8.473.832
Lasten
8.927.160
8.429.099
/ 5,9%
8.605.623
Saldo baten en lasten
Financiºle baten (beleggingsgelden)
Resultaat
-/- 449.883
-I-
40.688
-I- 409.195
192.433
-I-
147.433
/ 3,7 %
131.791
56.989
45.000
-I-
0,04%
-I-
74.802
Ten opzichte van vorig jaar laten de lasten een stijgende Iijn zien terwiji de baten nagenoeg gelijk blijven aan 2009. Het saldo baten en lasten Iaat dan ook een flinke verslechtering zien. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door een aantal incidentele factoren (stelselwijziging BAPO, additionele dotatie aan de onderhoudsvoorziening en de jubilea voorziening), anderzijds is er sprake van te hoge personele lasten in verhouding tot de baten. Acties om het personele bestand in verhouding met de baten te brengen, zijn al in gang gezet.
Financiºle beschouwing baten Op 1 augustus 2006 is de lumpsumfinanciering ingevoerd in het primair onderwijs. Sindsdien ontvangt de school voor het personeel geen formatierekeneenheden meer, maar euro’s. De lumpsum is gebaseerd op het aantal leerlingen per 1 oktober van het voorgaande jaar. In deze vergoeding wordt rekening gehouden met het felt dat ouder personeel meestal duurder is. Dit wordt gedaan door de lumpsum deels afhankelijk te maken van de zogenaamde GGL: de gewogen gemiddelde leeftijd van de leerkrachten.
40
Y. : \firianciºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 c-lificatie
ccountants/Advjs eu ftti
Er is maar ØØn Iumpsumbudget ter dekking van alle kosten, opgebouwd uit drie geldstromen: geldstroom voor de formatie; geldstroom voor personeels- en arbeidsmarktbeleid (P&A) geldstroom voor materiºle instandhouding (MI) Vergoedingen worden over het algemeen toegekend op schooljaarbasis en zijn in de versiaggeving toegerekend naar kalenderjaar. De baten zijn direct gekoppeld aan het aantal leerlingen. Mocht in de toekomst het aantal leerlingen binnen Jan Ligthartgroep blijven afnemen, clan komen de baten verder onder druk te staan. Om een gezond financieel resultaat te realiseren is in dat opzicht kostenbeheersing van belang. In de praktijk komt dat vooral neer op het vermogen tijdig personele verplichtingen aan te passen aan een teruglopende lumpsum vergoeding. Voor de Jan Ligthartgroep betekent dit dat vanaf 2011 ingrijpende maatregelen genomen worden om het personele bestand aan te passen aan de teruglopende baten. Onderstaand een overzicht van de afzonderlijken baten (excl. financiºle baten) Baten
2010
2010
Afwijking
2009
realisatie
begroting
2010
real isatie
real vs begr (Rijks)bijdragen Min. OCW Overige overheidsbijd rage Overige baten
7.605.265 111.598 760.414
7.500.554 102.137 633.975
Totaal
8.477.277
8.236.666
1,4% 9,3% 19,9% 2,9%
7.597.904 117.661 758.267 8.473.832
De totale baten zijn in 2010 met 2 1 9% gestegen ten opzichte van de opgestelde begroting over 2010. Rijksbijdragen: De totaal gerealiseerde Rijksbijdragen van het Ministerie in 2010 zijn 104711 hoger clan begroot. Bij opmaak van de begroting waren de definitieve parameters voor de bekostiging nog niet bekerid en is op basis van voorzichtigheid begroot. Allereerst heeft het Ministerie van OC&W aan het einde van schooljaar 2009/2010 de bekostigingsbedragen voor de lumpsum vergoeding aangepast en in juni 2010 uitgekeerd over het schooljaar 2009-2010. Dit is niet meegenomen in de begroting. Bovendien zijn de inkomsten impuisgebieden hoger clan begroot. Daarentegen zijn de inkomsten bestuur en management lager clan begroot. avenge baten: deze baten zijn hoger doordat de inkomsten OBD te laag begroot waren. avenge baten: de baten vervangingsfonds (VF) zijn 89.000 hoger dan begroot. Dit is echter resultaatneutraal omdat de kostenpost is opgenomen bij de overige personele lasten. Daarnaast is er sprake van een niet gebudgetteerde post bij de overige baten, zijnde de vordering van de Akros rente 2007 ( 11.000). Daarnaast zijn de baten van de ouderbijdragen hoger clan begroot ( 18.000).
Financiºle beschouwing kostenontwikkeling Personele lasten: Zoals reeds opgemerkt bij de analyse van de kengetallen over 2010 worden de totale lasten voor het grootste deel gevormd door de personele lasten. In 2010 bedraagt dit aandeel 83,6% van de totale lasten en in 2009 84,74%. Het is van het grootste belang
41
Y. \firiancien\ jearversiag \bestuursverslag 2010
i’
ilwac
’i’.Acwflta1itSJAdvjseurs
om de ontwikkeling van deze Iasten nauwgezet te volgen en waar nodig tijdig de benodigde actie te ondernemen. Onderstaand een overzicht van de opbouw van de persoriele lasten in verhouding tot begroting 2010 en realisatie 2009. Personele lasten C
2010 realisatie
2010 begroting
Lonen en salarissen Ov. personele lasten
7.131.709 326.713
6.786.859 260.950
Totale personele lasten
7.458.422
7.047.809
Afwijking 2010 real vs begr
5,1% 25,2%
2009 realisatie
6.982.906 303.446
5,8 0/0
7.286.352
Ten opzichte van 2009 is er een toename van de lonen en salarissen (2%). Aihoewel er een afname is van 3,3 fte, is er sprake van een toename in absolute bedragen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door CAO-verhogingen en anderzijds door de kosten van de BAPO die vanaf 2010 in de exploitatie worden geboekt en dus niet meer via de voorziening ]open. Deze is immers door een verandering in de richtlijnen voor de jaarverslaggeving met ingang van 2010 opgeheven. Ten opzichte van de begroting 2010 is er een afwijking van 5,1%. Ook hier geldt dat de salariskosten 2010 negatief beInvloed worden door de niet begrote stelselwijzing BAPO en ouderschapsverlof. Als gevoig van deze stelselwijziging zijn de salariskosten 145.000 hoger dan begroot. Zoals bij de overige baten reeds opgemerkt, zijn de baten en lasten vervangingsfonds 89.000 hoger dan begroot. Hoewel het effect resultaatneutraal is, heeft het bij de afzonderlijke baten en lasten wel consequenties. Indien we de meerkosten van BAPO en het VF in de realisatie buiten beschouwing laten, hadden de lonen en salarissen geen 7,1 mln bedragen, maar 6,9 mm, hetgeen een afwijking is van 1,6%. Hoofdoorzaak is dat het aantal werkelijke FTE’s hoger is dan begroot doordat de verwachte besparingen die in de begroting zijn ingezet niet volledig zijn gerealiseerd. Trendontwikkeling leerlingen en FTE’s Onderstaande tabellen geven de trendontwikkeling van het aantal leerlingen en FTE’s weer.
Aantal leerlingen Per lokt van het jaar Aantal groepen (MI) per 1 okt van het jaar Aantal FTE’s (excl.BAPO)
2010
2009
2008
2007
1.822 78
1.847 80
1.903 83
1.890 81
119,1
122,4
120 1 6
117 1 8
15,3
15,1
15,8
Aantal leerlingen : aantal FTE
ElE 6
De Jan Ligthartgroep Tilburg is het bevoegd gezag van 4 scholen voor basisonderwijs in de gemeente Tilburg. Het totale leerlingenaantal van de Jan Ligthartgroep laat een daling zien van 1,5% ten opzichte van 2009.
42
Y.:\financien\jaarverslag \bestuursverslag 2010 T’ (-;o.
entificatie
N Accountants/Advjseurg
Ei oven
Aantal leerlingen 08CP 1 5DX 23DW 27CC
JL Rendierhof le Jan Ligthartschool JLHuibeven JL Driecant JL groep Tilburg
1-10-2010
1-10-2009
620 266 477 459 1822
649 266 496 436 1847
Uit bovenstaand overzicht van de scholen van de stichting valt af te lezen dat 2 scholen een dalend leerlingenaantal hebben gekend, en dat alleen de JL Driecant een stijging laat zien. De toekomstige baten zijn gekoppeld aan het aantal leerlingen. Een van de uitgangspunten van de Iumpsum bekostiging is structurele uitgaven te dekken met structurele baten. Door een daling in het Ieerlingenaantal komen de baten onder druk te staan. Verdere bezuinigingen en een verwachte daling in Ieerlingenaantal geven noodzaak tot ingrijpen in het personele bestand. Acties hiertoe zijn reeds in gang gezet en zullen vanaf 2011 en zeker vanaf de jaren 2012 zichtbaar worden. Onderstaande grafiek Iaat de trend zien tussen de aantallen FTE’s en de Ieerlingenaantallen.
Ontwikkeling aantal Fte’s vs. Leerlingenaantal per I okt 125
1920 1900
120 1360 -
1860
N\.\
115
I
begroting
Ftes
\2011
1840
un
110
1820 105 1800 1780
100
I
1-10-2007
1-10-2003
1-10-2009
1-10-2010
De overige personele lasten stijgen met 25% ten opzichte van de begroting. Enerzijds is er sprake van een onderrealisatie ten opzichte van de begroting omdat de begrote dotatie aan de BAPO voorziening is teruggedraaid en anderzijds is de dotatie jubilea hoger dan begroot vanwege een inhaalslag. Daarnaast zijn de overige kosten hoger dan begroot voornamelijk door meer cursussen voor directie en management. Gebouwafhankeliike kosten
571.010 versus een begroting van 488.552 en De totale huisvestingslasten bedragen (483.126 in 2009. Gebaseerd op 80 groepen per teldatum 1 oktober 2009 (83 in 2008) ontvangt de stichting een Londo-vergoeding voor 2010 van 5.119 per groep. De materiºle
43
Y. \financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 fl4 ficatie
ccountants/Adviseurs Eiven
bekostiging kent een aflopend tarief per groep. Zo bedraagt de vergoeding voor een school met 12 groepen 5.463 per groep. Voor een school met 28 groepen, zoals de Rendierhof, bedraagt de gemiddelde vergoeding per groep 4.942. Onderstaand de ontwikkeling 2010 van gebouwafhankelijke kosten in vergelijking tot bench-mark kengetallen over alle besturen in het basisonderwijs aangesloten bij SROL. De benchmark gegevens betreffen de cijfers van 20 besturen basisonderwijs met in totaal 2.690 groepen.
Kosten (p/g)
per groep
Realisatie 2010
Begroting 2010
Benchmark SROL(BM) 2010
Realisatie 2009
Londo 2010
2.003
1.476
1.814
1.251
1.037
70
38
87
39
63
Energiekosten/water
1.667
1.513
2.069
708
1.419
Schoonmaak
1.771
1.484
2.394
1.601
1.736
209
172
225
179
176
1.331
1.338
288
0
1.285
7.051
6.021
6.877
3.778
5.716
Gebouw onderhoud Tuinonderhoud
Publieke heffingen Overig (huur)
Subtotaal p/g
In vergelijking met vorig jaar en de benchmark SROL laten de totale huisvestingslasten een stijging zien. Ook ten opzichte van de begroting is er spraken van een overschrijding. De kosten van het gebouw onderhoud zijn hoger clan in 2009 ( 74.212) en hoger clan de begroting ( 42.160). Dit wordt veroorzaakt doordat in 2010 op verzoek van de accountant de hoogte van de voorziening onderhoud opnieuw is vastgesteld op basis van de nieuwe richtlijnen voor de jaarverslaggeving. Dit resulteerde in een additionele dotatie van 45.000. Dit was niet begroot. De kosten voor energie en water zijn hoger clan begroot ( 12.400). Dit zit voornamelijk in de sterk gestegen energiekosten. De schoonmaakkosten zijn 22.900 hoger clan begroot voor 2010. Geconcludeerd kan worden dat de gebouwafhankelijke kosten sterker stijgen dan de inkomsten. Concreet betekent dit dat per groep meer kosten gemaakt worden clan dat er aan inkomsten binnenkomt ( 1.932). Dat is een tekort van 38% (12% in 2009). Voor 80 groepen betekent dit een tekort van 155.000.
Leerlinci afhankeliike kosten Onderstaand de ontwikkeling 2010 van de leerling afhankelijke kosten in vergelijking met begroting en met benchmark kengetallen over 2010 van alle besturen betreffende primair onderwijs aangesloten bij SROL. Het betreft in totaliteit 67.234 leerlingen over 20 besturen op peildatum 1 oktober 2010, waarvan 1.821 leerlingen van de Jan Ligthartgroep. Opgemerkt wordt dat bij de meeste scholen in de benchmark de investeringen OLP niet geactiveerd worden, maar als lasten worden verantwoord.
44
Y. \finandºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
fer iificutte SCC(ItitfltS/AdjSeurs
OV( S
Ei
"Vi
n
Kosten per leerling (p/I) in 2010
Realisatie 2010
Realisatie 2009
Benchmark SROL(BM) 2010
Begroting Londo JL 2010 2010
115
116
84
143
99
46
36
68
47
42
Afschrijvingskosten
110
130
0
70
94
Totaal p/1
271
282
152
260
235
Onderwijs leerpakket ICT leermiddelen
In 2010 bedragen de lasten voor leermiddelen, OLP en ICT 292.773 versus 276.000 begroot en 261.221 vorig jaar. OLP is nagenoeg gelijk aan de begroting terwiji ICT een overschrijding laat zien ( 17.800). Ten opzichte van 2009 is OLP hoger ( 26.000) evenals ICT ( 5.200). De lasten OLP zijn aanzienhijk lager clan de benchmark. Hierbij client echter opgemerkt te worden dat bij de meeste besturen waarmee vergeleken wordt, de uitgaven voor OLP niet geactiveerd worden, maar volledig in de exploitatie verantwoord zijn. Dit wordt dan gecompenseerd door de afschrijvingskosten. De gerealiseerde afschrijvingskosten op stichtingsniveau bedragen 200.263 ten opzichte van een begroting van 236.546 en vorig jaar 175.158. De afwijking toy vorig jaar zit voornamelijk in het feit dat er meer geInvesteerd is. Overicie instellingslasten In het algemeen client opgemerkt te worden dat de vergelijking van de overige instellingslasten per leerling niet altijd even zuiver is, omdat kosten voor bijvoorbeeld administratie, begeleiding en advies en accountant niet bij alle schoolbesturen op schoolniveau worden gerapporteerd. Dit geldt ten aanzien van de administratiekosten zeker voor de Jan Ligthartgroep. Derhalve volgt oriderstaand een kortŁanlysevh de belangrijkste afwijkingen in de overige instellingslasten conform de jaarrekening.
avenge instellingslasten
Realisatie 2010
Begroting Realisatie 2010 2009
Totaal
404.692
380.192
399.765
Grotere afwijkingen ten opzichte van de begroting en vorig jaar in: avenge bestuurskosten. Deze zijn hoger dan begroot en vorig jaar door o.a. de junidische kosten van de rechtszaak tegen Akros. Administratie en beheer bovenschools. Voornamelijk de kosten van het administratiekantoor zorgen voor de overschrijding ten opzichte van de begroting. Verdere bijzonderheden in 2009 zijn de fusiekosten en de werving- en selectiekosten voor het werven van een nieuwe directeur voor de 1eJL.
45
V.: \firianciºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010 ’let’
itiflcatie
T
’ oNsccountaiits/Adviseurss n
Treasury Het bestuur van de Stichting heeft een treasury statuut vastgesteld per 12.12.2006. De algemene doelstellingen van het treasurybeleid tuiden: Het zorgdragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geidmiddelen tegen acceptabele condities (beschikbaarheid); Het minimaliseren van de kosten van teningen (kostenminimalisatie) Het optimaliseren van het rendement van de overtollige tiquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie) Het beheersen en bewaken van financiºte risico’s die aan de financiºte posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie) Het bestuur treedt niet als bankier op. Het treasurybeleid is gericht op het uitsluiten danwel minimaliseren van het debiteurenrisico, het renterisico en het interne Iiquiditeitsrisico. De financiºte baten over 2010 bedragen 41.587. Begroot was een opbrengst van 45.000 en vorig jaar bedroegen de financiºle baten 56.989.
Toekomstige ontwikkelingen Becirotinci: Onderstaand volgt een samenvatting baten en lasten 2011 van de Jan Ligthartgroep Tilburg. Samenvatting staat van baten en lasten begroting: Staat baten en lasten
Begroting 2011
Baten Lasten
8.389.897 8.746.805
Saldo baten en lasten
-/-356.909
Financiºle baten en tasten Resultaat na res.bestemming
45.000 -
1- 311.909
Realisatie 2010 8.477.277 8.927.160
-/-
449.883
40.688
-/-
409.195
Begroting 2010 8.236.666 8.429.099 -/-192.433 45.000 -/-147.433
Het tekort in 2011 wordt voornamelijk veroorzaakt door teruglopende rijksbijdragen als gevolg van onverwacht tegenvallende leerlingenaantallen en de nog niet volledig hierop aangepaste bezetting. Actieplannen om de personele bezetting aan te passen aan de krimp in leerlingenaantallen zijn in 2011 ingezet en ingrijpen is onvermijdelijk. Alleen clan kan toegewerkt worden naar een exploitatie resultaat dat acceptabel is. Voor de jaren 2012-2014 wordt een meerjarenbegroting opgesteld en het effect van de ingrijpende maatregelen die genomen moeten worden in de personele bezetting, zullen dan zichtbaar worden. Investerinpen In 2010 zijn de individuele meerjaren investeringsplannen per school geactualiseerd op het gebied van OLP, ICT en inventaris met een blikveld van 2011 tm 2020. Er wordt voor 2011 een bedrag van 394.030 aan investeringen verwacht. 190.916 OLP
Y. :\financiºn\ jaarversag \bestuursverslag 2010 Tr uen(ificate (_c Ei;i
ccountants/Adviseurs VCI)
ICT Meubilair
110.750 92.364
De verwachte investeringen zullen wel hun weersiag hebben op het kengetal van het weerstandsvermogen en de liquid iteitspositie. Een Iiquiditeitsprognose kan hierbij een stuurinstrument vormen. Personele en leerlingen ontwikkelincien Het aantal leerlingen heeft direct effect op de toekomstige inkomsten. Het leerlingen aantal is wederom gedaald en bedraagt per 1-10-2010 1821 (in 2009 1.847). Per individuele school verschilt dit. Positief kenmerk is dat 52% van het aantal leerlingen per 1 oktober 2010 jonger dan 8 jaar is (dit was 49% per 1 oktober 2009). Voor deze groep wordt immers 495 meer inkomsten ontvangen van OC&W. Dit facet is nagenoeg gelijk aan het landelijk gemiddelde (51%), zie grafiek Onderwijs in Cijfers, verdeling percentage naar Ieeftijd 2010-2011. OiC Verdeling naar percentage Ieeftijd naarjaar 10-11 OiC - verdeling percentage naar Ieeftijd ]aar 10/11
www.dotnetcharthig.com Dc
_
r
tVerion: Not for proudionuse.
( IM
97917
=
4 War
tandolijk (1065 inst.)
5 lar =6jair =7jar =8Iar =9jr El10jar =11 jaar =12ja ar
J
Het blijft zaak om tijdig op deze toekomstige ontwikkeling te anticiperen. Het management van de stichting is acties gestart om het bewustzijn te vergroten en aan het beraden hoe hier verder mee om te gaan.
Bijiage:
EFJ Jaarrekening 2010
Y. :\financiºn\ jaarverslag \bestuursverslag 2010
47 fer in( I tic "11 ic, (Ic)vc AccounEaiits/Ajvj Eli oven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
FINANCIELE POSITE
Ter verkrijging van een inzicht in de financiºle positie van het schoolbestuur dienen de navolgende overzichten. Deze zijn gebaseerd op de gegevens uit de jaarrekeriing. Ter analyse van de financiºle positie dient de volgende opstelling, welke is gebaseerd op de gegevens uit de geconsolideerde balansen: Vergelijkend balansoverzicht
31-12-2009
31-12-2010
%
% ACTIVA
Materiele vaste activa Vorderingen Liquide middelen
1.300.130 434.073 1.454.328
40,8 13,6 45,6
1.198.236 476.092 1.564.231
37,0 14,7 48,3
3.188.531
100,0
3.238.559
100,0
1.703.182 390.231 1.095.118
53,4 12,2 34,4
1.698.018 654.258 886.283
52,4 20,2 27,4
3.188.531
100,0
3.238.559
100,0
PASSIVA
Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden
-
47 n haven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg RESULTAAT 74.802 Het geconsolideerde resultaat over 2010 bedraagt negatief 409.195 tegenover negatief over 2009. De geconsolideerde resultaten over beide jaren kunnen ats volgt worden samengevat: Realisatie 2010
Begroting 2010
Reaisatie 2009
Baten (Rijks)bijdragen 0GW Overige overheidsbijdragen Overige baten
7.605.265 111.598 760.414
7.500.554 102.137 633.975
7.597.904 117.661 758.267
Totaal baten
8.477.277
8.236.666
8,473.832
Personele lasten Afschrijvingen Overige materiºle lasten
7.458.422 200.263 1.268.475
7.047.809 236.546 1.144.744
7.286.353 175.158 1.144.112
Totaal lasten
8.927.160
8.429.099
8.605.623
-449.883
-192.433
-131,791
40.688
45.000
56.989
-409.195
-147.433
-74.802
Lasten
Saldo baten en fasten Financiºle baten en lasten Resultaat baten en lasten
-48-
Tcr i entifica6e ’ouNffl /Adviseu is l(ahoven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg KENGETALLEN Met de kengetallen kan de financiºle toestand van de stichting worden beoordeeld en gemeten. De kengetallen geven de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. 2010
2009
1,72
2,30
* 100%)
53,42
52,43
* 100%)
65,65
72,63
-4,83
0,88
5,29
6,57
83,55
84,67
16,45
15,33
37,43
37,96
Liquiditeit (Vlottendo activa/kortlopende sc/wIden)
Solvabiliteit 1 (eigen vermogen (excl. voorzieningen)/totaaipassiva
Solvabiliteit 2 (cigon vermogen (incl. voorzieningen)/totaalpa.ssiva
Rentabiliteit (saldo gewone bedrijfsvoering/totale baton
* 100%)
Weerstandsvermogen ((Eigen vermogen -I- materible vaste activa) Itotale rijksbijdragen
* 100%)
Personele lasten I totale lasten Materiºle lasten 1 totale lasten Ka pitalisatiefacto r (balans totaal -I- boekw. geb. & terr.) / (totaal baton + fin, baton) * 100 %
- 49 1br jd ii(ilictjc’ Accountants/Ad ViseuI’s hoven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg 61 GRONDSLAGEN ALGEMEEN VersIaqgevinsvoorschriften De jaarrekening is (voorzover niet anders vermeld) opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiºle versiaggeving, zoals weergegeven in Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, met in het bijzonder RJ 660 (Onderwijsinstellingen). Eventuele stelselwijzigingen zijn verwerkt conform RJ 140208. Algemeen Voorzover bij de afzonderlijke posten niet anders is vermeld, zijn de activa en passiva voor de nominale waarde opgenomen. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Met ingang van 1 januari 2009 heeft een fusie paatsgevonden tussen Stichting Bijzonder Neutraal Onderwijs Tilburg West (97917) en de Stichting Jan Ligthartschool Tilburg (97904). Deze twee besturen zijn opgegaan in de Jan Ligthartgroep Tilburg (97917). De activa en passiva van beide besturen zijn administratief per 1 januari 2009 samengevoegd. De exploitatiecijfers geven de exploitatie weer van de gefuseerde besturen op jaarbasis.
Geldeenheid en taal De jaarrekening en het jaarverslag wordt in de Nedertandse taal opgesteld en gepubliceerd en in euro’s uitgedrukt.
Stelselwiiziginci verwerking voorziening BAPO Met ingang van 1 januari 2010 is de Regeling jaarverslaggeving onderwijs gewijzigd ten aanzien van de BAPO, waarbij de jaarlijkse BAPO-asten als periodelasten in de staat van baten en lasten dienen te worden verantwoord. Het vormen van een voorziening BAPO is daarmee met ingang van 2010 niet meer toegestaan. De aanwezige voorziening BAPO per 31 december 2009 client in 2010 vrij te vallen ten gunste van het eigeri vermogen. Deze wijziging is weergegeven in de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 september 2010, nr. WJZ-237131 (3849), tot wijziging van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs in verband met de verwerking van de kosten van de BAPO-regeling en de SOP-regeling in de vorm van periodelasten’.
-
50 -
Ter jil ntiflcatie AccountafltS/A(1v1SeU1S GO
F~O oven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN ACTIVA EN PASS! VA Algemeen
Activa Materiºe vaste activa Inventaris, apparatuur en overige materiºle vaste activa De inventaris, apparatuur en overige niateriºle vaste activa zijn in de balans gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs verminderd met de afschrijvingen. Deze vaste activa worden Iineair afgeschreven op basis van de verwachte economische Ievensduur. De activeringsgrens is gesteld op 500. Boekresultaten op materiele vaste activa worden in de baten en lasten verantwoord. Initiºle activering per 1-1-2005 VOr 1-1-2005 zijn aangeschafte inventaris, apparatuur en overige materiºle vaste activa nooit geactiveerd, maar rechtstreeks ten laste van de baten en lasten gebracht. De op 1 januafi 2005 aanwezige inventaris, apparatuur en overige materiºle vaste activa zijn daarom op basis van nulmeting gewaardeerd (initiºle actvering). Hierbij zijn de aanschaffingen in de jaren 2001 tIm 2004 geactiveerd. Deze initiºle activering is verwerkt via het eigen vermogen. De per 1 januari 2005 opgenomen initiele activa worden in 10 jaar Iineair afgeschreven.
Viottende activa Vorderinqen De vorderingen zijn gewaardeerd op de balans tegen nominale waarde onder aftrek van een (eventueei) noodzakehjk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Prolecten De onder overige vorderingen en overige schu!den opgenomen projecten worden gewaardeerd op basis van de opgeboekte lasten verminderd met de reeds ontvangen vergoedingen. Na afloop van het project wordt het projectresultaat ten gunste van of ten laste van de baten en lasten geboekt. Uitzondering hierop zijn de projecten m.b.t. huisvesting en schades. Resultaten op dit soort projecten worden verwerkt via de voorziening groot onderhoud. Wanneer voorzien kan worden dat er verlies wordt geeden op een bepaald project, wordt bij de waardering rekening gehouden met een voorziening voor het te verwachten verlies. Liguide middeten De liquide middelen zijn opgenomen tegen nominate waarde. Tenzij anders vermeld staan de liquide middelen ter vrije beschikking van het bevoegd gezag.
- 51 -
Icr 1entilicate Accountants/Adiseurs Eitr5roven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
Passiva Eien vermoqen Bestemmingsreserve (privaat en publiek) en bestemmingsfonds (privaat en publiek) Indien een deel van het eigen vermogen is afgezonderd omdat daaraan vanwege het bevoegd gezag een beperktere bestedingsmogelijkheid is gegeven wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsreserve. Als deze beperking is aangebracht vanwege derden wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds Voorzieningen Voorzieningeri warden gevarmd vaor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnhijk is dat een uitstroom van middelen noadzakelijk is en waarvan de amvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voarzieningen warden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die naodzakelijk zijn am de verptichtingen per balansdatum af te wikkelen. De vaorzieningen warden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting naodzakelijk zijn am de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichting vergaedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal warden antvartgen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans apgenomen. Voar uitgaven voar graot anderhaud wordt een voarziening gevarmd am deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Kartlopende schulden De kartlapende schulden hebben een verwachte Iooptijd van maximum een jaar. De schulden worden gewaardeerd tegen naminale waarde. Pensioenen De instelling heeft de toegezegde pensioenregelingen bij bed rijfstakpensioenfondsen verwerkt als zou er sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. Vaor taegezegde bijdrageregeflngen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensiaenfandsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van de premies heeft de instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregeling. De premies worden verantwaard als persaneelskasten als deze verschuldigd zijn. Vaoruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting Ieidt of tot een vermindering van toekamstige betalingen.
-
52 Ir e C ov El oven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg STAAT BATEN EN LASTEN Alciemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten (subsidies en overige baten) en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen Fasten. De Fasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.
Baten (Rijks)bijdraqen 0GW De in de baten en Fasten opgenomen (normatieve) rijksbijdrage 0GW sluit aan op de Rijksbijdragebrieven van 0GW, hierbij zal rekening gehouden moeten worden met de segmentatievoorschriften ingeval sprake is van verschillende onderwijssectoren en -wetten. Onder (normatieve) rijksbijdrage wordt verstaan: de vergoeding voor personele en materiºle kosten, toegerekend naar het verslagjaar. De overige 0CW-subsidies worden gespecificeerd per toekenning in de specificatie van de overlopende passiva met betrekking tot Ministerie 0CW (model
G). Lasten Afschrivinqen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende immateriºle en materiele vaste activa. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven. 3-20 jaren lOjaren 8-16 jaren
Inventaris Initiele activa Leermiddelen (P0) Personele Fasten
Onder de personele Fasten worden alleen de lasten van de medewerkers in dienstverband vermeld. Uitbestede werkzaamheden vallen onder de baten en Fasten.
OVERIGE TOELICHTING Bepaling van het resultaat Onder baten en lasten wordt verstaan het resultaat op de staat baten en Fasten van de scholen en het bestuur van de stichting, na dotaties, afschrijvingen of onttrekkingen aan de voorzieningen. Bij de bepaling van bet baten en lastenresultaat geldt het voorzichtigheidsprincipe: Lasten en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De financiºle en buitengewone baten en Fasten worden afzonderlijk verantwoord in de staat baten en Fasten. Het resultaat wordt verwerkt in het eigen vermogen (onder de algemene reserve, waarna op grond van bestuursbesluiten eventueel een toedeling kan plaatsvinden aan bestemmingsreserves clan wel bestemmingsfondsen) in de balans op basis van (het voorstel voor) de bestemming van het resultaat.
-53-
icr k1cn(fflcac G o vers Accowqjjits// d v i scurs ~
Eindh
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
Kasstroom overzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, inclusief initiºle activa. Conform Model C RJ 660.
-
54 in
s Acc:ounlantsiAdviseurs 1iovtii
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
B2 BALANS PER 31 DECEMBER 2010
31 december2010
31 december2009
ACT! VA Vaste activa Materiºle vaste activa
Inventaris en apparatuur Leermiddelen InitiºIe activa
456.099 205.713
330.644 138.082
rS’fl "SAn
7n^
rAn
1.300.130
1.198.236
Viottende activa Vorderingen
373.026
Ministerie van OCW Overige vorderingen en overlopende activa
4
Liquide middelen
-
,..*
.4
317.824
7
4
co
0
434.073
476.092
1.454.328
1.564.231
3.188.531
3.238.559
55 Ter entitcatke
6 ,2VAccountants/Advise urs hoven
31 december2010
31 december2009
PASSIVA Eigen vermogen
Algemene reserve Bestemmingsreserves (publiek en privaat)
923.186
832.931
779.996
865.087 1.703.182
1.698.018
Voorzien i ngen
Onderhoudsvoorziening Overige voorzieningen
298.531 91.700
219.738 434.520 390.231
654.258
Kortlopende schulden
Crediteuren Overige belastingen en premies sociale verzekering Overige schulden en overlopende passiva
151.215
57.146
374.838
406.149
569.065
422.988 1.095.118
886.283
I LU.J.J I
-56-
Thr ientiticae C )V Accountallts/Advjsew.s oven E
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
B3 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2010
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Baten
(Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
7605.265 111.598 760.414
7.500.554 102.137 633.975
7.597.904 117.661 758.267
Totaal baten
8.477.277
8.236.666
8.473.832
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Leermiddelen (P0)
7.458.422 200.263 571.010 404.692 292.773
7.047.809 236.546 488.552 380.192 276.000
7.286.353 175.158 483.126 399.765 261.221
Totaal lasten
8,927.160
8.429.099
8.605.623
-449.883
-192.433
-131.791
Financiºle baten Financiele lasten
41.587 899
45.000 -
56.989 -
Financiºle baten en lasten
40.688
45.000
56.989
Resultaat baten en lasten
-409.195
-147.433
-74.802
Lasten
Sldo baten en lasten Financiºle baten en lasten
-
57 -
r
Ter hi ntificatie il-"Accountants/Advjseti (i o
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
B4 KASSTROOMOVERZICHT 2010
Het onderstaande kasst room overzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Hierbij wordt het exploitatieresuftaat als uitgangspunt genomen, waarop vervolgens correcties worden aangebracht voor verschillen tussen opbrengsten en ontvangsten en kosten en uitgaven. 2009
2010
Kasstroom ult operationele activiteiten
Aanpassingen voor: Overige mutaties eigen vermogen Afsch rijvi ngen Mutatie voorzieningen
-131.791
-449.883
Resultaat 414.358 200.263 -264.027
175.158 -489.157 -313.999
350.594 Verandering in viottende middelen: - Vorderingen - Kortlopende schulden
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
46.319
42.019 208.835 250.854
123.328
151.565
-322.462 56.989
41.587
I!I;1
40.688 Kasstroom uit operationee activiteiten
192.253
-265.473
.1 C, /I
-273.397
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiele vaste activa
-538.870
Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middeen Mutatie liquide middelen
2.103.101 -538.870
1.564.231 1.454.328
Eindstand liquide middelen
-58-
J br (7
1.564.231
ficaie
yen
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg B5 TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS PER 31 DECEMBER 2010
ACTIVA
VASTE ACTIVA 31-12-2010 31-12-2009
Materiºle vaste activa Inventaris en apparatuur Leermiddelen (P0) IniflØle activa
Verkrijgingsprijs tim 2009
Afschrijvi ng t/m 2009
Boekwaarde 31-12-2009
Investering 2010
456.099 205.713
330.644 138.082
I.)UU.I)U
I.JO.ZOO
Boekwaarde 31-12-2010
Afschrijving 2010
Inventaris en apparatuur Leerm iddelen (P0) Initiºle activa
850.637
519.993
330.644
204.106
78.652
456.099
362.114 2.022.717
224.032 1.293.207
138.082 729.510
98.050 -
30.419 91.192
205.713 638.318
Totaal materiºle vaste activa
3.235.468
2.037.232
1.198.236
302.156
200.263
1.300.130
Afschrijvingstermijnen 3-20 Jaren lOjaren 8-16jaren
Inventaris en apparatuur Initiele activa Leermiddelen (P0)
-
59 Tºr Go
tdei’I
Accountants/AdviSeuts
EIVO IMICI)
Jan Ugthartgroep Tilburg te Tilburg
VLOTTENDE ACTIVA 31-12-2010
31-12-2009
Vorderingen 373.026
317.824
Overige vorderingen Overige subsidies gemeente inzake schades Overige projecten I detacheringen Overige projecten! reintegratie Overige projecten I visie school Overige projecten I werkplekaanpassing Overige projecten I directiebegeleiding Overige projecten / communicatieverbetering
1.496 1.375 305 1.200 2.264 -
3.413 25.840 1.208 609
Totaal overige vorderingen
6.640
31.070
Overige overlopende activa Loonkosten VF Debiteuren
8.475 45.932
9.025 118.173
Totaal overlopende activa
54.407
127.198
434.073
476.092
595.826 713.640 86.612 1.114 56.104 1.032
27.505 100.029 133.027 1.937 1.301.733 -
1.454.328
1.564.231
Ministerie van 0GW
Totaal vorderingen
Liquide middelen Betaalrekeningen bestuur Spaarrekening Bankrekeningen scholen . Kasscholen Deposito’s Kruisposten
-
60 nificatie ccountants/Advjsej Een
TI IA)
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
PASSIVA
31-12-2010 31-12-2009
Eigen vermogen
Algemene reserve Bestemmingsreserves
Saldo 31-12-2009
Stelselwijziging
923.186 779.996
832.931 865.087
1.703.182
1.698.018
Bestemming resultaat
Saldo 31-12-2010
832.931
414.359
-324.104
923.186
729.540
-
-91.192
638.348
Reserve algemeen
135.547
-
6.101
141.648
Totaal bestemmingsreserves
865.087
-
-85.091
779.996
1.698.018
414.359
-409.195
1.703.182
Algemene reserve Bestemmingsreserves publiek
Reserve initiºle herwaardering activa Bestemmingsreserves privaat
Eigen vermogen
De bestemmingsreserves privaat algemeen is gevormd met als doel de kosten van toekomstige buitenschoolse activiteiten op te vangen. Stelselwijziging BAPO
Als gevoig van de stelselwijziging BAPO (zie waarderingsgrondslagen) is in 2010 de voorziening BAPO verplicht vrijgevallen. Hierbij is een bedrag van 414.359 ten gunste van het elgen vermogen verantwoord als directe vermogensmutatie (buiten de staat van baten en lasten). Het effect op het vermogen en het resultaat van deze stelselwijziging is dat zonder deze stelselwijziging het resultaat 78.658 hoger zou zijn geweest in 2010. Het eigen vermogen zou zonder deze stelselwijziging 335.700 lager zijn geweest per 31 december 2010.
-61J’’t jd(r1I fica( Ic
Accountants/Advjseu
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg 31-12-2010 31-12-2009
Voo rzie n ingen Onderhoudsvoorziening Overige voorzieningen
Saido 31-12-2009
Dotatie 2010
Stelselwijziging
298.531 91.700
219.738 434.520
390.231
654.258
Onttrekking 2010
Saldo 31-12-2010
Onderhoudsvoorziening Overige voorzieningen
219.738
-
112.624
-33.831
298.531
Voorziening BAPO Overige voorzieningen
414.359 20.161
-414.359 -
77.882
-6.343
91.700
434.520
-414.359
77.882
-6.343
91.700
654.258
-414.359
190.506
-40.174
390.231
Totaal voorzieningen
Onderhoudsvoorziening betreft een egalisatievoorziening gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De overige voorzieningen betreffen de voorziening ouderschapsverlof en jubilea. De voorziening ouderschapsverlof is in 2010 geheel ten gunste van het resultaat vrijgevallen. Stelselwijziging BAPO Als gevoig van de stels&wijziging BAPO (zie waarderingsgrondslagen) is in 2010 de voorziening BAPO verplicht vrijgevallen. Hierbij is een bedrag van 414.359 ten gunste van het eigen vermogen verantwoord als directe vermogensmutatie (buiten de staat van baten en lasten). De voorziening voor Jubilea wordt bij opmaak van de begroting voorafgaand aan het kalenderjaar beoordeeld en berekend op basis van de op balansdatum bestaande aanspraken. Waar dit voorheen gebeurde op basis van de aanspraken voor de komende 10 jaren, gebeurt dit flu voor het totale personele bestand. Verder is de berekeriing gebaseerd op: - Leeftijd per medewerker - Gehele personeelsbestand - Jaren dienstverband per medewerker - Omvang dienstbetrekking - Jubileum bij 25-jarige diensttijd 50% gratificatie, bij 40-jarige diensttijd 100% gratificatie. - Gratificatie berekend op individuele salarisgegevens rekening houdend met verwachte gemiddelde salarisstijging op lange termijn en een verdisconteringsvoet - Berekening tegen contante waarde - Rekeninghouderid met een blijfkans.
-
62 -
F
v s Aecountaiits/Advjseu oven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg Korfiopende Langlopende deel < 1 jaar deel> 1 jaar
Totaal
Onderverdeling voorzieningen Onderhoudsvoorziening Overige voorzieningen
65.000 5.200
233.531 86.500
298.531 91.700
Totaal voorzieningen
70.200
320.031
390.231
31-12-2010 31-12-2009
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekering
151.215 374.838
57.146 406.149
Overige kortlopende schulden Overige subsidies gemeente inzake huisvesting / uitbreiding Overige subsidies gemeente inzake schades Overige projecten I techniek Overige projecten / taalpilot Overige projecten I passend onderwijs 09-10 Overige projecten / directiebegeleiding Overige projecten I pabo Overige projecten / zorgverbreding Overige projecten I taal-rekenen Overige projecten I studieverlof lerarenbeurs Spaarverlof Nag te betaen vakantie-uitkering Overige kortlopende schulden
174.825 4.141 2.065 17.361 1.669 8.860 7.745 27.999 19.253 15,800 228.359 35.134
5.550 1.221 9.333 27.399 58.722 375 10.000 17.379 239.524 44.313
543.211
413.816
25.854
9.172
1.095.118
886.283
Overlopende passiva Overige subsidies OCW I geoormerkt doorlopend
-63-
Ter ideuiflcatie C. s Accountit s/Advisws Ei yen
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
Model G: Geoormerkte doelsubsithes OCW
97917
Bestuursnummer: Omsch rijAng
jaar
Kenmerk
Brinnr
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Investeringen Saldo
toewijzing
1-1-2010
in 2010
in 2010
in 2010
31-12-2010
Geoormerkt en aflopend op 31-12-2010 Subs idieregeling scholing overblijfmedewerkers P02009-2010
2007
POIZO-2007112884
Maatschappelijke stage VO 2009-2010
2009
2009N0/BV81128542
Doororitwikkeling PRO 2009-2010
2006
V0/OK-2006/31322
1 000,00
-
1.000,00
70000 -
-
70000
-
700,00
-
-
-
70000
Geoormerkt en drlopend na 31-12-2010 Aanpassing subsidieregeling scholing
2010
WJZ/222620 (2725)
2008
PO&K/00/40032
2009
PO-20091117098
Regelirig voor het verstrekkeri van een stimuleringssubsidie Passend Onderwijs 2008-2010
2008
JOZ/62235
Pas send Onderwijs 2008-2009
2008
JOZ/62235
Pas send Onderwijs 2009-2011
2009
JOZ-2009/1 18800
Passend Onderwijs 2010-2012
2010
J0Z1212385
Pakketmaatregel AWBZ
2010
JOZ11 85521
r 2.000,00
-
2.000,00
-
-
2 000,00
overblijfmedewerkers P02010-2011 Regeling versterking cultuureducatie P0
61.116,30 847103
32.232,22
16.848,88
2008-2011 Subs idieregeling onderwijstijdverlenging basisonderwijs
-
Totaal
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
63,1i6,30 847103
-64 Waarmerk accountant
-
3423222 1684888
2585437
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
B6 NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN
-
65 Th1 icntt1riC
.8>
AcCOuntaflts/Adviseurs E&hoveil
(0
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
68 TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2010 Baten
Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
(Rijks)bijdragen Ministerie van OCW
(Normatieve) rijksbijdrage Ministerie van OCW Overige subsidies Ministerie van OCW Rijksbijdragen MI Rijksbijdragen P&A-beleid Rijksbijdragen Bestuur en Management
5.840.031
5.726.050
-
-
1.030.745 680.530 53959
1.024.757 660.523 89.224
5.766.252 2.000 1.069.035 671.515 89.102
Totaal (Rijks)bijdrage Ministerie van OCW
7.605.265
7.500.554
7.597.904
111.598
102.137
117661
WSNS (solidariteit en fusie) Ouderbijdragen Vergoedingen salaris VF Opbrengst verhuur Overige
29.749 185.857 483.436 43.082 18.290
34.795 167.680 394.500 37.000 -
57.446 187.588 414.947 41.911 56.375
Totaal overige baten
760.414
633.975
758.267
Lonen en salarissen Dotatie BAPO Dotatie overige personele lasten Arbobeleid Nascholing Overige Vrijval personele voorziening
7.131.709
6.786.859 45.000 40.000 21000 61.000 91.950
6.982.907 45.000 94.051 31.334 55.334 77.727
-
-
Totale personele lasten
7.458.422
7.047.809
7.286.353
Salarissen vervangingsfonds
483.436
394.500
414.947
Transporteren
483.436
394.500
414.947
Overige overheidsbijdragen
Gemeentelijke bijdragen
Overige baten
Laste n Personele lasten -
78.806 26.768 57.231 164.832 -924
Lonen en salarissen
-
66 Ter iclefltkfic flI1: (ii v . \ CCU1 o\’eP El
UIS
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg Realisatie 2010
Transport Salariskosten OP Salariskosten directie Salariskosten OOP Vakantie uitkering Eindejaarsuitkering Kosten BAPO Kosten ouderschapsverlof Salariskosten bovenschools Overige lonen en salarissen
Begroting 2010
Realisatie 2009
483.436
394.500
414.947
4,980.873 429.199 246.445 395.949 318.600 123.658 20.951 132.598 -
5.476.423 496.934 284.173 134.829 -
4.932.487 497.015 292.276 349.093 327.719 126.579 42.791
7.131.709
6.786.859
6.982.907
De lonen en salarissen zijn inclusief 15,55% sociale lasten en inclusief 14,7% pensioenpremies (van het brutosalaris). Personele lasten naar kostend ragers
DIR OP OOP Bovenschools Overig
2010
2009
Fte
Fte
6,383 100,656 8,004 1,600 2,454
7,321 105,802 7,687 1,600 -
119,097
122,410
De FTE’s bij het bevoegd gezag hebben betrekking op het gemiddelde aantal werkzame medewerkers gedurende het boekjaar. Deze totale person eelsbezetting is bijvoorbeeld inclusief eigen medewerkers die werkzaam zijn voor projecten en exciusief externe inhuur. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) is niet van toepassing.
-
67 rcr id Accountaflts/Ad’viSeU G
j
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
Bezold iging bestuurders en commissarissen
2009
2010
103.207
Bezolding H. Tijssen
Realisatie 2010
Begroting 2010
99.907
Realisatie 2009
Afschrijvingen
65.670 5.732 7.250 91.192 30.419
78.774 2.385 15.674 90.476 49.237
50.075 7.676 5.586 91.189 20.632
200.263
236.546
175.158
Huur Dotatie onderhoudsvoorziening Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
113.392 112.624 47.637 133.384 136.914 16.688 10.371
114.000 67.602 50.500 121.000 117.750 13.700 4.000
115.393 43.820 42.230 117.739 137.604 14.622 11.718
Totaal huisvestingslasten
571.010
488.552
483.126
Administratie en beheer Reis- en verblijfskosten Telefoon- en portokosten e.d. Begeleiding/advies Overige bestuurskosten Administratie en beheer bovenschools Bestedingen niet subsidiabel Huishoudelijke uitgaven Werving en selectie Fusiekosten Contributies MR/GM R Verzekeringen
10.152 1.448 11.991 262 42.332 127,478 144.419 13.067 3.838 3.748 4.169
7.335 2.200 13.300 3.000 27.300 115.200 132.145 12.550 6.240 11.422 4.200
6.889 1.696 11.091 2.901 29.574 114.326 147.657 12.019 8.257 10.602 2.626 2.727 4.162
Transporteren
362.904
334.892
354.527
CT Inventaris en apparatuur Meubilair I Machines en installaties lnitiºle activa OLP Totaal afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
f(rOco0iit. die s j\cuUautsIAdviscui’s ioven E
(JO
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg
Realisatie 2010
Transport
Beg roting 2010
Realisatie 2009
362.904
334.892
354.527
41.788
45.300
45.238
404.692
380.192
399.765
OLP/ICT CT
209.463 83.310
210.500 65.500
183.126 78,095
Totaal leermiddelen (P0)
292.773
276.000
261.221
41.587
45.000
5.647 51.342
41.587
45.000
56.989
899
-
-
40.688
45.000
56.989
Overige instellingslasten Totaal overige instel I ingslasten
Leermiddelen (P0)
Financiºle baten en lasten Financiºle baten
Rentebaten Opbrengsten beleggingen
Financiºle lasten
Rentelasten Totaal financiºle baten en lasten
Analyse resultaat
Voor een nadere toelichting op het resultaat wordt verwezen naar het onderdeel financiºn in het bestuursverslag.
-
69 -
pr id.fltit cane c.couiitantsJAdvisenra -
I i(
GOVERS
Postbus 657, 5600 AR Eindhoven / Beemdstraat 25, 5653 MA Eindhoven Telefoon: (040) 250 45 04/ Fax: (040) 250 45 991 E-mail:
[email protected] www.govers. ii
ACCOUNTANTS/ ADVISEURS SINDS 1927
Controleverkiaring van de onafhankelijke accountant Aan de Raad van Toezicht van Stichting Jan Ligthartgroep Tilburg Postbus 1185 5004 BD Tilburg
Verkiaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg gecontroleerd. Dezejaarrekening bestaat uitde balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondsiagen voor financiºle versiaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw Client weer te geven, aismede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiºle rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is tenslotte verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse control estandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&l 2010. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van control e-i nform atie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan aismede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiºle verslaggeving en de gebruikte financiºle rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
ACCOUNTANTS/BELASTINGADVISEURS/BEDRIJFSKUNDIGEN/ AUTOMATISERINGSDESKUNDIGEN
UHU
A member of LIHY, an international association of independent accountilig and consulting firms
Opal onzc dienstverlening ziin de algemenc voorwaardea vair bypassing, zoals vaslgesteld door het Overlegorgaan Opcnbare Accountantskanloren (OPAK) van het KonakIik NIVRA. Dezc algerncnc s’oorwaarden ci a gedeponeerd hij de grillic van de arrondissernen[srechtbaak be Anisterdani en daar geregistrccrd oader nurnnier 107/2003. Op vcrzoek ivordt yen exeniplaar toegczondeii.
GOVERS
Postbus 657, 5600 AR Eindhoven / Beenidstraat 25, 5653 MA Eindhoven Telefoon: (040) 250 45 04 / Fax: (040) 250 45 99 / E-mail:
[email protected] w\w.govers. n I
ACCOUNTANTS/ ADVISEURS SINDS 1927
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Jan Ligthartgroep Tilburg per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010 voldoen aan de eisen van financiºle rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het o nderwijscontrole protocol OCW/EL&l 2010. Verkiaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde elsen
Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met g BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Eindhoven, 8juni 2011 Govers Acc u ta s/Adviseurs
Drs. A.A.J. Vogels RA
ACCOUNTANTS/BELASTINGADVISEURS/BEDRIJFSKLINDIGEN/ AUTOMATISERINGSDESKUNDIGEN
1JHJ
A member of UI IY, an international association of independent accounting and consulting firms
Op al onze diensiverlening ziin de algeniene i’oorwaarden van toepassing, zoals vastgcsteld door het Overlegorgaan Openbare Accountantskantoren (0155K) van hel Koninkh)k NI\’RA. Deze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bi( de grilfie van de arrondissemcntsrcchtbank Ic Amsterdam en daar gcregistreerd order nnnirner 07/2005. Op verzock nordt yen exemplaar tocgezondcn.
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg C2 (VOORSTEL) BESTEMMING VAN RESULTAAT
BATEN EN LASTEN
De verdeling van het exploitatiesaldo over 2010 is vooruitlopend op de goedkeuring door het bestuur al in deze jaarrekening verwerkt. Algemene reserve Bestemmingreserve initiºle activering Bestemmingreserve privaat
-324.104 -91.192 6.101 -409.195
-
72 -
Tcr identificaV v Accountant SIAd\ oven
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg C3 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
-73-
Pr id:i)ttficatie (Liv i\ccountants/Advjseurs fl HVCfl
Jan Ligthartgroep Tilburg te Tilburg Dl GEGEVENS RECHTSPERSOON *
Naam en adres van de instelflng
* *
Telefoonnummer Faxnummer
* *
Bestuursnummer 97917 Naam contactpersoon ’boor het jaarerslag Stichting SROL, dhr E.V. Cools Postbus 196 6400 AD HEERLEN Telefoonnummer contactpersoon 045-8504760 Faxnummer contactpersoon 045-5804799 E-mailadres contactpersoon
[email protected]
* * * * 08CP 15DX 23DW 27CC
Brin-nummer + NAW gegeens school Jan Ligthartschool Rendierhof Lerste Jan Ligthartschool Tilburg Jan Ligthartschool Huibeen Jan Ligthartschool Driecant
Jan Ligthartgroep Tilburg Dr. Hub van Doorneweg 91 5026 RB Tilburg 013-4630300 013-4609990
Prof.Verbernelaan 5 5037 AD Tilburg Ringbaan Oost 275 5014 GE Tilburg Glimmenstraat 7 5043 MZTUburg 5035 LZTilburg Dalemdreef 25
-75-
1’t’r i ’if- (bAcc(iui1tants/AdvJseurs