Tilburg University
Jaarverslag 2012
Tilburg University Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013 - 466 9111 www.tilburguniversity.edu
Jaarverslag
2012
Colofon Juni 2013, Tilburg University Samenstelling: Afdeling Strategy and Policy en Afdeling Financial Administration Productie: Communications and Marketing Opmaak en Drukwerk: PrismaPrint
Jaarverslag Tilburg University 2012
Stichting Katholieke Universiteit Brabant Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Telefoonnummer: 013 - 466 9111 E-mail:
[email protected] 1
in-
2
houdsopgave
7 8 11 11 12 12 13 14 16 16 18 19 20 22 22 22 24 24 27 30
33 33 33 35 36 36 38 41 43 43 44 46 47 47 54
Verslag van het Stichtingsbestuur Voorwoord van het College van Bestuur Hoofdstuk 1 Onderzoek en valorisatie 1.1 Verslag bestuursagenda 1.2 Voortgang prestatieafspraken 1.2.1 Onderzoek 1.2.2 Valorisatie 1.3 Rankings 1.4 Onderzoeksprogramma’s en -instituten 1.4.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit 1.4.2 Overzicht departementen en instituten 1.4.3 Centers of Excellence 1.4.4 Kwaliteitszorg onderzoek 1.5 Valorisatie 1.5.1 Tilburg Social Innovation Lab 1.5.2 Valorisatieplan West en Midden-Brabant 1.6 Kerncijfers onderzoek 1.6.1 Algemeen 1.6.2 Onderzoekssubsidies 1.6.3 Stichting Bijzondere Leerstoelen
Hoofdstuk 2 Onderwijs 2.1 Verslag bestuursagenda 2.2 Voortgang prestatieafspraken 2.3 Rankings 2.4 Onderwijsprogramma’s 2.4.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit 2.4.2 Accreditatie 2.5 Internationalisering 2.6 Verslag procedures klachten, beroepen en bezwaren 2.6.1 Centraal Klachtenloket 2.6.2 College van Beroep voor de Examens (CBE) 2.6.3 Commissie van advies voor de bezwaar en beroepschriften (CABB) 2.7 Kerncijfers onderwijs 2.7.1 Algemeen 2.7.2 TiasNimbas
3
55 55 63 63 63 64 64 64 65 65 67 68 69 70 70 72 73 74 74 74 76 78 80 81 81 82 82 83 83 83 83
4
Hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering 3.1 Verslag bestuursagenda 3.2 Voortgang prestatieafspraken 3.3 Ontwikkelingen bedrijfsvoering 3.3.1 ICT 3.3.2 Huisvesting 3.3.3 Human Resources 3.3.4 Communicatie & Marketing 3.4 Financiën 3.4.1 Toelichting geconsolideerde jaarrekening 3.4.2 Vooruitblik 2013 3.4.3 Risicobeheersing 3.4.4 Treasurybeleid 3.4.5 Tegemoetkomingen Profileringsfonds 3.4.6 Stimuleringsmiddelen joint degrees 3.4.7 Helderheidsaspecten 3.4.8 Declaraties College van Bestuur 3.4.9 Bezoldigingen College van Bestuur 3.5 Kerncijfers personeel 3.5.1 Algemeen 3.5.2 Onderverdeling naar functies en geslacht 3.5.3 Tijdelijk personeel 3.5.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw 3.5.5 Voltijd en deeltijd personeel 3.5.6 Salarisschalen 3.5.7 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages) 3.5.8 Instroom en uitstroom 3.5.9 KCS en uitzendbureaus 3.6 Overige 3.6.1 Beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag 3.6.2 Toegankelijkheid van de instelling
84 84 85 89 91 107 111
113 114
Hoofdstuk 4 Jaarrekening 2012 4.1 Kengetallen 4.2 Waarderingsgrondslagen activa en passiva 4.3 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo 4.4 Jaarrekening 4.5 Letter of representation 4.6 Accountantsverklaring
Bijlage 1 Organisatie en organogram Bijlage 2 Samenstelling en nevenfuncties Stichtingsbestuur
117
Bijlage 3 Samenstelling en nevenfuncties College van Bestuur
119
Bijlage 4 Lijst van afkortingen
5
6
Verslag van het Stichtingsbestuur Het Stichtingsbestuur vervult aan de universiteit twee hoofdtaken. Het bestuur oefent de wettelijke taken en bevoegdheden uit van een raad van toezicht bij openbare universiteiten. Daarnaast heeft het bestuur een speciale verantwoordelijkheid voor de bewaking van de bijzondere signatuur van de instelling. Voor de uitoefening van die taken en bevoegdheden onderhouden de leden van het Stichtingsbestuur nauwe banden met de universiteit, via veelvuldig contact met het College van Bestuur en het bijwonen van academische zittingen en belangrijke evenementen. In 2012 vergaderde het Stichtingsbestuur vijf keer in aanwezigheid van het College van Bestuur. Afhankelijk van de aard van het onderwerp adviseert het Stichtingsbestuur het College, neemt besluiten of verleent goedkeuring aan collegebesluiten. Onderwerpen van bespreking tijdens de reguliere vergaderingen zijn strategische beleidsthema’s, de daaruit voortvloeiende financiële consequenties en het toezicht op de realisering daarvan, evenals de relatie met de kerk en relevante wet- en regelgeving. Er heeft tweemaal regulier overleg plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de medezeggenschap. Belangrijke onderwerpen in 2012 waren de prestatieafspraken, andere ontwikkelingen in het rijksbeleid, de financiële gevolgen daarvan, en de voortgang van de bezuinigingoperatie en reorganisaties die binnen Tilburg University zijn afgekondigd. In het voorjaar van 2012 is rector magnificus Philip Eijlander herbenoemd. In diezelfde periode gaf Collegevoorzitter Hein van Oorschot aan de universiteit te gaan verlaten. Het Stichtingsbestuur heeft daarop de procedure voor werving van een nieuwe voorzitter gestart en kon in juli 2012 de benoeming bekend maken van Koen Becking. Per 1 oktober is het College van Bestuur in de nieuwe samenstelling voortvarend van start gegaan. Het Stichtingsbestuur is Hein van Oorschot erkentelijk voor zijn inspanningen voor de universiteit en voor de goede samenwerking. Het Stichtingsbestuur heeft per 1 januari 2012 mevrouw Ella Kalsbeek, voorzitter Raad van Bestuur van Altra Jeugdzorg en Onderwijs, verwelkomd als nieuw lid. In februari 2013 heeft het Stichtingsbestuur een auditcommissie benoemd. Het Stichtingsbestuur hanteert de Code Goed Bestuur van de VSNU als richtlijn en constateert dat de universiteit op een aantal punten voldoet en bezig is op een aantal aspecten nadere invulling aan de code te geven. Het Stichtingsbestuur heeft kennisgenomen van de bevindingen en Management Letter van de externe accountant. De jaarrekening is door het Stichtingsbestuur en College van Bestuur besproken met de externe accountant. De inbedding van beheersmaatregelen is zodanig dat de huishouding daardoor in control is. Het Stichtingsbestuur heeft daarbij gewezen op het belang van investeren, ombuigen en bezuinigen waar nodig, om de te verwachten financiële veranderingen in het hoger onderwijs het hoofd te kunnen bieden. Tilburg, juni 2013
Ruud Lubbers Voorzitter Stichtingsbestuur 7
Voorwoord van het College van Bestuur In het jaarverslag legt het College van Bestuur verantwoording af over de wijze waarop de werkzaamheden waarvoor de rijksbijdrage is verleend, zijn uitgevoerd. Deze verantwoording gebeurt mede in het licht van het instellingsplan en van het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsbeoordeling ten aanzien van de werkzaamheden van de instelling. In dit jaarverslag vindt u de feiten en cijfers op het gebied van onderwijs, onderzoek en valorisatie, en bedrijfsvoering Ambities In 2012 is verder invulling gegeven aan de implementatie van het Strategisch Plan 2010-2013. Dit plan plaatst de ambities voor deze periode in een maatschappelijke context die zich kenmerkt door een toenemende concurrentie binnen het hoger onderwijs en een groeiend belang van de (internationale) kenniseconomie. Daarnaast stond 2012 in het teken van het maken van prestatieafspraken met de minister van OCW. In de eerste helft van 2012 is gewerkt aan een voorstel voor deze prestatieafspraken, dat ondertekend is op 29 oktober 2012. Bestuursagenda 2012 In haar bestuursagenda legt Tilburg University jaarlijks vast op welke wijze zij in het betreffende jaar uitvoering geeft aan het vigerende Strategisch Plan. Belangrijke onderwerpen in de Bestuursagenda 2012 waren verhoging van de kwaliteit van het onderwijs, ontwikkeling van Centers of Excellence, internationalisering en valorisatie. In de volgende hoofdstukken wordt over de Bestuursagenda 2012 gerapporteerd. Onderwijskwaliteit Tilburg University hecht er groot belang aan de onderwijskwaliteit verder te verhogen. De rendementen van de studieprestaties moeten omhoog, het percentage studie-uitval omlaag. Ook in de prestatieafspraken gemaakt met de minister behoren deze elementen tot de zogenaamde verplichte indicatoren. In juni presenteerde Tilburg University haar geactualiseerde Onderwijsvisie. In november en december ontving Tilburg University de commissie Veldhuis in het kader van de instellingsaccreditatie Kwaliteitszorg. Medewerkers en studenten van alle faculteiten en diensten gaven daarbij acte de presence. Inmiddels (mei 2013) is bekend dat het traject heeft geleid tot een positief besluit van het bestuur van de NVAO om Tilburg University de accreditatie te verlenen. Deze kwalificatie geeft aan dat de universiteit ‘in control’ is waar het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Als universiteitsbestuur zijn wij trots op alle collega’s die samen dit resultaat hebben bereikt. Toponderzoek in internationaal verband Om in de nationale en internationale competitie voorop te kunnen lopen, wil het College van Bestuur enkele multidisciplinaire centra laten doorontwikkelen tot Centers of Excellence: internationale topinstituten met een bewezen excellente onderzoekskwaliteit van internationale faam. In 2012 was Netspar het tweede instituut dat zich met succes heeft gekwalificeerd als Center of Excellence.
8
Valorisatie Met de slogan Understanding Society ziet Tilburg University het als haar taak een wetenschappelijke bijdrage te leveren aan de maatschappij. In 2012 heeft de universiteit zich onder andere in het kader van de ontwikkeling van de prestatieafspraken gebogen over de vraag wat er binnen Tilburg University gebeurt op het gebied van valorisatie en of het wenselijk is deze vele activiteiten beter te structureren en voor het voetlicht te brengen. Er gebeurt veel, maar dat is voor de buitenwereld niet altijd zichtbaar. Deze discussie wordt, mede ondersteund door landelijke ontwikkelingen die resulteren in een set gedragen valorisatie-indicatoren, verder gevoerd in het kader van het nieuwe Strategisch Plan. Financiën In 2012 is volgens plan de eerste stap gezet in een operatie die vanaf 2016 een structurele bezuiniging van 15 miljoen euro moet opleveren bij de centrale diensten en de faculteiten. Het primaire proces wordt daarbij zoveel mogelijk ontzien. De bezuiniging is noodzakelijk om het hoofd te kunnen bieden aan de teruglopende inkomsten en ruimte te maken voor investeringen, met name in onderwijs. De langstudeermaatregel werd twee maanden na de invoering per 1 september 2012 weer ingetrokken waardoor de rijksbijdrage in 2012 redelijk op niveau is gebleven. De daling van het aantal ingeschreven studenten en daarmee de collegegeldopbrengsten kon echter niet meer worden voorkomen. Door de tegenvallende marktontwikkelingen zijn de baten uit werk in opdracht van derden in 2012 sterk afgenomen. Door alert bij te sturen op de lasten is uiteindelijk toch een beter resultaat gerealiseerd dan begroot. Dit beleid zal in 2013 met kracht worden voortgezet. Strategisch plan 2014-2017 Begin 2013 is binnen Tilburg University het proces, om tot een nieuw strategisch plan voor de periode 2014-2017 te komen, gestart. Hiervoor worden medewerkers, studenten en externe stakeholders breed geconsulteerd. Eind juni wordt een concept strategisch plan besproken met het Stichtingsbestuur en de Universiteitsraad. Het definitieve strategisch plan is in december gereed.
Koen Becking
Philip Eijlander
Voorzitter College van Bestuur
Rector Magnificus
9
10
Hoofdstuk 1
Onderzoek en valorisatie
1.1 Verslag bestuursagenda Versterking participatie Tilburg University in KP7, kaderprogramma’s, ERC Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel/omschrijving: In 2012 wordt het project ter stimulering van persoonsgebonden subsidies van NWO en ERC geëvalueerd. Daarnaast wordt een nieuw projectplan opgesteld met als doel de verhoging van Europese subsidies, met name KP7 en later Horizon 2020. Resultaat: Grotere deelname aan Europese onderzoeksprogramma’s. Middelen: FBI Actie: RM, CS/S&P Tijdschema: 2012 en verder Resultaat In 2012 is het project ter stimulering van persoonsgebonden subsidies van NWO en ERC positief geëvalueerd. Op basis hiervan is een plan voor een vervolgtraject opgesteld met als doel de verhoging van vooral Europese subsidies. Implementatie Centers of Excellence Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Om in de nationale en internationale competitie mee te kunnen doen zal Tilburg University een aantal van de multidisciplinaire onderzoekscentra door laten ontwikkelen tot een universitair Center of Excellence. De Centers of Excellence sluiten aan bij de profileringsagenda onderzoek. Resultaat: Oprichting van een Center of Excellence. Middelen: FBI Actie: RM, CS/S&P Tijdschema: 2012 Resultaat In 2012 heeft Netspar, als tweede na Intervict (2011), de status van Center of Excellence verworven. Tilburg Social Innovation Lab Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Doorontwikkelen en verduurzamen Tilburg Social Innovation Lab. Resultaat: TiSIL Middelen: k€40 per jaar en externe middelen (HBO’s, Midpoint en overige stakeholders) Actie: Vz, S&P Tijdschema: 2012-2014 Resultaat Zie paragraaf 1.5.1.
11
Transfer Office Aanleiding/kader: Valorisatieplan Midden en West Brabant Doel/omschrijving: De aanvraag in het kader van het Valorisatieplan Midden en West Brabant is toegekend. Dit betekent dat er voor drie kennisinstellingen (Tilburg University, Avans en NHTV) 5 miljoen euro beschikbaar is voor de inrichting van een Transfer Office per instelling en het vermarkten van maximaal 25 businesscases en drie expertisecentra. Resultaat: Inrichting van een Transfer Office. Middelen: Subsidies van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, provincie Noord-Brabant, deelnemende instellingen. Actie: StS Tijdschema: Het project heeft een looptijd van zes jaar. De eerste businesscases moeten in de loop van 2012 hun beslag krijgen. Resultaat In 2012 is de juridische structuur geformuleerd voor Tilburg University Ventures. Het proces op weg naar een businesscase en de rollen van Tilburg University Ventures, directeur holding, raad van selectie en College van Bestuur daarbinnen, zijn opgenomen in een procesvoorstel met de benodigde checks and balances. Er is een raad van selectie samengesteld en er is een voorlopig beleid voor Intellectueel Eigendom geformuleerd. De samenwerking met Nieuwbeeld heeft in een Collegebesluit vorm gekregen; Nieuwbeeld gaat binnen een gericht tijdpad aan de slag. De business developers scouten en screenen business cases. Er wordt bekeken op welke wijze de holding kan worden ingezet voor het verder vormgeven van het valorisatiebeleid van de universiteit.
1.2 Voortgang prestatieafspraken In het kader van de prestatieafspraken die Tilburg University in het najaar van 2012 maakte met de minister van OCW heeft de universiteit ambities geformuleerd op het gebied van onderzoek en valorisatie. 1.2.1 Onderzoek Op het gebied van onderzoek zijn in het kader van de prestatieafspraken ambities geformuleerd op een aantal niet-verplichte indicatoren.
12
Indicator
Realisatie 2007-2011 Ambitie 2012-2015 (5 jaar) (4 jaar)
Voortgang 2012
Gemiddeld aantal promoties per jaar 131
140
132
Aantal talentsubsidies nationaal (NWO-Vernieuwingsimpuls)
5 Vici 8 Vidi 19 Veni
4 Vici 7 Vidi 15 Veni
0 Vici 3 Vidi 5 Veni
Aantal ERC-Grants (Starting Grants, Advanced Grants)
1 Starting Grant 1 Advanced Grant
4 Starting Grant 2 Advanced Grants
0 Starting Grant 0 Advanced Grant
Aantal gesloten contracten KP7 & Horizon 2020
31
35
9
Aantal Centers of Excellence
2
5
2
Allen in ten minste 1 GC
-
Deelname multidisciplinaire onder- zoeksinstituten in Grand Challenges
Om de voorgenomen 140 promoties te realiseren zet Tilburg University de komende jaren in op verbetering van de begeleiding van promovendi. Dat krijgt onder andere vorm door de afspraak om altijd te werken met twee begeleiders. Ook zullen de buitenpromovendi, die Tilburg University traditioneel relatief veel heeft, nauwer betrokken worden bij de activiteiten in de Graduate Schools. Om de streefwaarden ten aanzien van het aantal subsidies te behalen zet Tilburg University het huidige kwaliteitsbeleid voort. Het vier-uit-vijf-kwaliteitsbeleid blijft ook de komende jaren leidend bij de bestuurlijke afhandeling van onderzoeksvisitaties. Daarnaast zetten de faculteiten en het College van Bestuur extra in op het stimuleren en faciliteren van onderzoekers die subsidieaanvragen willen indienen. Daartoe is onder andere het project Stimulering Onderzoekssubsidies geformuleerd. 1.2.2 Valorisatie Op het gebied van valorisatie is in het kader van de prestatieafspraken een kwantitatieve ambitie geformuleerd. Indicator
Realisatie 2011
Ambitie 2015
Voortgang 2012
Aantal projecten TiSIL
-
8
3
Verder is in het in 2011 opgestelde hoofdlijnenakkoord tussen de VSNU en de staatssecretaris de afspraak gemaakt dat universiteiten met de overheid indicatoren zullen ontwikkelen die op termijn kunnen worden gebruikt om inspanningen en resultaten op het gebied van valorisatie beter zichtbaar c.q. meetbaar te maken. Inzet is dat er in 2015 een gedragen set indicatoren ontwikkeld en getest is, waarmee de resultaten van de valorisatie-inspanningen in verschillende wetenschapsdomeinen kunnen worden gemeten en beschreven.
13
In VSNU verband is er door experts van diverse universiteiten, waaronder Tilburg University in 2012 gewerkt aan een raamwerk voor valorisatie dat eind 2012 door de VNSU is vastgesteld. Binnen dit raamwerk ontwikkelt de universiteit in 2013 een set indicatoren, die het best de eigen valorisatieactiviteiten vaststellen en tot 2015 testen. De keuze voor de set indicatoren zal aansluiten bij de ambities en het profiel van Tilburg University.
1.3 Rankings Tilburg University is verder gestegen naar plaats 222 op de overall ranking van Times Higher Education. Op de QS overall ranking staat Tilburg University op plaats 422 en bij de Sjanghai overall ranking op positie 500. Bij de QS ranking voor Economics & Econometrics behoort de universiteit met positie 45 tot de top 50 in de wereld. Bij QS rankings Economics & Econometrics, Accounting & Finance, Sociology, Social Sciences & Management en Statistics & Operational research heeft Tilburg de top 100 bereikt. Hetzelfde geldt voor de Sjanghai rankings Economics/Business en Social Sciences. Op de Dallas World Ranking Business Research is de universiteit gestegen naar plaats 38 en op de Tilburg World Ranking Economic Research naar de 22e plaats.
14
Positie van Tilburg University op vijf internationale rankings wereld
Europa
Nederland
2012
2011
2010
2012
2011
2010
2012
2011
2010
Economic/Business
53
61
58
7
8
9
2
2
3
Social Sciences
81
88
98
11
17
19
3
4
4
500 500+
219
216 500+
13
13
13
Sjanghai (ARWU)
500
Overall QS Economics & Econometrics
45
86
-
11
38
-
1
5
-
Accounting & Finance
67
148
-
18
57
-
3
6
-
Sociology
76
142
-
27
55
-
6
6
-
Social Sciences & Management
88
97
109
32
35
51
3
4
6
Statistics & Operational Research
91
110
-
21
38
-
4
6
-
Psychology
138
-
-
46
-
-
8
-
-
Arts & Humanities
366 300+
351400
-
-
-
-
-
-
Overall
422
402
514
186
186
241
13
13
13
Social Sciences
50+
50+
50+
-
-
-
-
-
-
Arts & Humanities
50+
50+
48
-
9
-
-
3
-
Clinical, Pre-clinical & Health
50+
50+
50+
-
-
-
-
-
-
Engineering & Technology
50+
50+
50+
-
-
-
-
-
-
Overall
222
256
345
98
107
150
13
13
13
Tilburg World Ranking Economics Research
22
25
24
4
6
6
1
2
2
Dallas World Ranking Business Research
38
41
44
4
3
3
1
1
1
Times Higher Education
-
gegeven ontbreekt / geen ranking
15
1.4 Onderzoeksprogramma’s en -instituten 1.4.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit Tilburg School of Economics and Management (TiSEM) TiSEM heeft haar hoge posities in de onderzoeksrankings weten te behouden. In Europa neemt de faculteit een derde positie in business in en een vierde plaats in economics, gebaseerd op totale onderzoeksoutput in wetenschappelijke toptijdschriften. De faculteit heeft diverse NWO-subsidies binnengehaald, waaronder een TOP-subsidie, een Vici, een Vidi en twee Veni’s. Drie Europese voorstellen zijn gehonoreerd, waaronder ENTR’ACTE, een samenwerkingsproject dat als doel heeft het beter duiden, begrijpen en modelleren van huidig en toekomstig Europees klimaatbeleid. Onder de vele andere toekenningen is een onderzoeksproject op het gebied van innovatie en economische groei in lage-inkomenslanden, in opdracht van het Engelse Department for International Development. Meerdere onderzoekers van de faculteit zijn in de prijzen gevallen. Stefan Trautmann bijvoorbeeld ontving de prestigieuze Pierson Medal. Deze prijs wordt om de drie jaar toegekend aan een jonge, veelbelovende onderzoeker op het gebied van economics en finance in Nederland, die op het punt staat internationaal door te breken. Hein Fleuren heeft samen met TNT Express en ORTEC de Franz Edelman Award gewonnen. In hun onderzoeksproject pasten zij operations research technieken toe voor het optimaliseren van distributienetwerken, resulterend in efficiëntere routes en beduidend minder vervoerskilometers. Tilburg Law School (TLS) Wat betreft onderzoek lag de nadruk op de uitvoering van de midterm review onderzoek 2009-2011 en op de voorbereiding op de nieuwe Europese onderzoeksagenda Horizon 2020. Voor de midterm review onderzoek zijn zelfstudies opgesteld die zijn beoordeeld door een commissie bestaande uit twee leden, onder wie een internationaal lid. In 2013 beoordeelt een internationale commissie het onderzoek binnen TLS als geheel. De door het faculteitsbestuur ingestelde ‘Steering Group Europe’ heeft geïnventariseerd op welke thema’s binnen Horizon 2020 er voor TLS kansen liggen. Vanuit instituuts- en departements overstijgende clusters zijn opinies geschreven ten aanzien van de thema’s: Secure, inclusive and innovative societies, Sustainability/Food Security, Healthy Ageing en Industrial Leadership. Het faculteitsbestuur wil deze ontwikkeling stimuleren door financiering van maximaal drie postdocs die een voortrekkersrol zullen vervullen bij het opbouwen van een consortium om vanuit de genoemde thema’s een aanvraag onder Horizon 2020 voor te bereiden. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TSB) In 2012 zijn de resultaten bekend geworden van de onderzoeksvisitatie van zes programma’s op het gebied van Psychologie en het programma Latent Variable Models van het departement Methoden en Technieken van Onderzoek. Aan de hand van deze visitatie is een reeds in gang gezette herordening van de psycho16
logiedepartementen verder vorm gegeven. Medische en Klinische Psychologie zijn samengevoegd tot één departement. Ontwikkelingspsychologie, Sociale Psychologie en Neuropsychologie vormen ieder een eigen departement. Aan elk van deze departementen is een onderzoeksprogramma verbonden. De Research Master Social and Behavioral Sciences heeft in december 2012 bericht ontvangen dat voor zes jaar heraccreditatie is verkregen. Begin 2012 is de Wetenschapscommissie TSB ingesteld. Deze Commissie heeft als doel de kwaliteit van de wetenschapsbeoefening bij TSB te optimaliseren. De Commissie zal zich in eerste instantie richten op de kwaliteit van de omgang met data en de rapportage van onderzoeksmethoden. De Commissie heeft hiertoe een richtlijn opgesteld. Tevens is in een reglement vastgelegd hoe de Commissie toezicht zal houden op de naleving van de richtlijn. Tilburg School of Humanities (TSH) Op 6 en 7 november 2012 vond het eerste lustrum van TSH plaats met als thema Humanities Perspectives: Understanding Communication and Culture. Mede op uitnodiging van het Nexus Instituut werd de openingslezing verzorgd door prof.dr. George Steiner. Prof.dr. Jan Blommaert voerde in een pamflet pleidooi voor een geest-rijke wetenschap, als opmaat voor het publieksdebat over de positie en de waarde van de geesteswetenschappen. In 2012 heeft TSH de strategische onderzoeksagenda verder uitgewerkt, met een focus op e-Humanities en multidisciplinariteit. Om dit perspectief TSH-breed te verankeren werd een facultair innovatieplatform gestart en werden extra investeringen gedaan in promovendi- en postdocplaatsen. Het valorisatieproject Religie in het publieke domein heeft een substantiële bijdrage geleverd aan de Diesviering met de onthulling van een beeld van Marga Klompé door Hare Majesteit Koningin Beatrix en de toekenning van een eredoctoraat aan Ellen Johnson Sirleaf, President van Liberia. De Max van der Stoel Human Rights Award 2012 werd toegekend aan dr. Nanda Oudejans voor haar dissertatie over de internationale reactie op het vluchtelingenprobleem vanuit juridisch en filosofisch standpunt. Tilburg School of Catholic Theology (TST) Het monitoren van de voortgang van promotietrajecten door het Onderzoeksteam heeft ertoe geleid dat het streefcijfer van drie promoties gehaald is. Verder zijn er regelmatig bijeenkomsten van promovendi georganiseerd. De bestaande wetenschappelijke contacten met Erfurt zijn versterkt; een nieuw strategisch partnerschap met Heythrop College (Londen) is afgesproken. Er hebben verkennende gesprekken over onderwijs- en onderzoeksamenwerking met de katholieke theologische faculteit in Oslo plaatsgevonden. Bij de contacten met de theologische faculteit van Kaunas (Litouwen) en Lviv (Oekraïne) gaat het vooral om studentuitwisseling en het onderzoeken van de mogelijkheden voor double degrees. Dit jaar stond ook in het teken van de onderzoeksvisitatie. Het rapport hiervan zal een instrument zijn om het onderzoeksbeleid verder aan te scherpen. Tevens is gestart met het ontwikkelen van twee digitale leergangen: Hebreeuws en Inleiding in de Theologie.
17
1.4.2 Overzicht departementen en instituten Overzicht departementen / onderzoeksprogramma’s per faculteit Tilburg School of Economics and Management Accounting Econometrics & Operations Research Economics Finance Fiscal Economics Information Management Marketing Organization & Strategy Tilburg Law School Center for Company Law (CCL) Center for Transboundary Legal Development (CTLD) Department of Criminal Law Department of Social Law and Social Policy Statelessness Programme Tilburg Research Group ‘A Legal Perspective on Governance Chains and Networks’ Tilburg Research Group ‘Constitutional Dialogues’ Tilburg Research Group for Methodology of Law and Legal Research Tilburg Institute for Interdisciplinary Studies of Civil Law and Conflict Resolution Systems (TISCO) Tilburg Institute for Law, Technology and Society (TILT) Tilburg School of Politics and Public Administration Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Cognitive Neuropsychology Developmental Psychology Human Resource Studies Medical and Clinical Psychology Methodology and Statistics Organization Studies Social Psychology Sociology Tranzo Tilburg School of Humanities Communication and Information Sciences Culture Studies Philosophy 18
Tilburg School of Catholic Theology Christian identity in a pluralistic context: continuity and discontinuity (Re)actualizing Catholic identity in advanced modernity Overzicht onderzoeksinstituten Intervict
International Victimology Institute Tilburg
www.tilburguniversity.edu/intervict Netspar
Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement
www.netspar.nl TILEC
Tilburg Law and Economics Center
www.tilburguniversity.edu/tilec Babylon
Center for Studies of the Multicultural Society
www.tilburguniversity.edu/babylon Tiber
Tilburg Institute for Behavioral Economics Research
www.tilburguniversity.edu/research/institutes-and-research-groups/tiber TiLPS
Tilburg Center for Logic and Philosophy of Science
www.tilburguniversity.edu/research/institutes-and-research-groups/tilps CIR
Center for Innovation Research
www.tilburguniversity.edu/cir CoRPS
Center of Research on Psychology in Somatic diseases
www.tilburguniversity.edu/corps TICC
Tilburg Centre for Cognition and Communication
www.tilburguniversity.edu/ticc EBC
European Banking Center
www.tilburguniversity.edu/ebc ReflecT
Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion
www.tilburguniversity.edu/reflect TSC
Tilburg Sustainability Center
1.4.3 Centers of Excellence Tilburg University wil de continuïteit van de multidisciplinaire onderzoekscentra duurzaam blijven stimuleren. Hiertoe kunnen de beste van deze centra zich doorontwikkelen tot een universitair Center of Excellence. Om te bepalen welke instituten voldoen aan de eisen om een Center of Excellence te kunnen worden, is er een onafhankelijke commissie ingesteld onder voorzitterschap van professor Douwe Breimer, die de kwaliteit van de bestaande instituten kan beoordelen en het brede veld waarbinnen aan de universiteit onderzoek wordt uitgevoerd kan overzien. De commissie heeft het College van Bestuur tot nog toe twee keer geadviseerd. Dit heeft geleid tot de benoeming van twee onderzoekscentra tot Center of Excellence: Intervict en Netspar. 19
Intervict In 2012 heeft de staf van Intervict met succes gewerkt om de status van ‘Center of Excellence’ waar te maken. Zo werd prof. Rianne Letschert benoemd tot lid van De Jonge Akademie, onderdeel van de KNAW. In juni werd aan prof. Jan van Dijk de prestigieuze ‘Stockholm prize in criminology’ uitgereikt door koningin Sylvia van Zweden. Intervict werd verder versterkt door de benoeming van prof. Peter van der Velden op de Pieter van Vollenhoven leerstoel voor victimologie. In mei was Intervict hoofdverantwoordelijk voor de organisatie van het driejaarlijkse congres van de World Society of Victimology, in Den Haag. Sprekers van topuniversiteiten uit de hele wereld bevestigden de academische reputatie van dit vakgebied. In september startte het nieuwe masterprogramma ‘Victimology and Criminal Justice’. Dit programma is inhoudelijk uniek in de wereld. Ruim veertig studenten schreven zich in, waarvan vele uit het buitenland en van andere universiteiten. Intervict produceerde in 2012 zeventig wetenschappelijke publicaties. Er waren vier promoties. Intervict heeft bijgedragen aan valorisatie van kennis door onder meer mee te werken aan de tekst van een Europese Richtlijn voor slachtofferrechten die in 2012 werd aangenomen. Verheugend is voorts dat Intervict het jaar 2012 afsloot met een positief resultaat op de begroting van € 42K. Netspar De commissie Breimer oordeelde: “Netspar is unique in the world when it comes to the field of pensions research and easily surpasses its competitors in terms of the quality and quantity of its research output.” Sinds 1 januari 2012 opereert Netspar als Netspar-Center rechtstreeks onder het College van Bestuur. De inbreng van de private sector is georganiseerd via een nieuw opgerichte Stichting Netspar die de benoeming van de directeur en de jaarstukken van Netspar-Center goedkeurt. NWO heeft Netspar uitgenodigd het onderdeel Sociale Zekerheid van de Sociale Infrastructuur Agenda (onderdeel van het topsectorenbeleid) voor haar rekening te nemen en heeft daartoe M€1,5 subsidie beschikbaar gesteld. Netspar participeert in een Europees consortium waaraan door de EU ruim M€5 is verstrekt. In dit programma ‘Mobilising the potential of active ageing in Europe’ is Netspar verantwoordelijk voor het onderdeel ‘Pension systems, savings and financial education’. Kennisdeling en valorisatie krijgen veel aandacht binnen Netspar. In 2012 waren er ruim 35 kennisevents en is met TiasNimbas de masterclass cyclus Pensioeninnovatie gestart. Hiervoor was overweldigende belangstelling. 1.4.4 Kwaliteitszorg onderzoek Tilburg University hecht grote waarde aan de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek. Het College van Bestuur streeft er dan ook naar dat alle onderzoeksprogramma’s elke zes jaar een onderzoeksvisitatie ondergaan. Voor een retrospectief en prospectief beeld van deze visitaties vindt drie jaar na een beoordeling ook een zogenaamde mid-term review plaats waarbij een 4-uit-5 kwaliteitsbeleid wordt gehanteerd. Van onderzoeksprogramma’s die niet aan deze eis voldoen, wordt verwacht dat er op zeer korte termijn een actieplan komt om de kwaliteit op het vereiste niveau te brengen, dan wel dat het programma niet wordt gecontinueerd.
20
In 2012 hebben de volgende onderzoeksvisitaties plaatsgevonden: - In 2011 zijn de onderzoeksprogramma’s van de verschillende departementen Psychologie en Methoden en Technieken van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences door een externe evaluatiecommissie beoordeeld. De resultaten van deze evaluatie zijn in 2012 bekendgemaakt. De kwaliteit van het onderzoek werd uitstekend genoemd, maar met enige variatie tussen de verschillende programma’s. De faculteit heeft naar aanleiding van de evaluatie actie ondernomen om de kwaliteit van alle programma’s naar een hoger niveau te brengen. Overzicht resultaten onderzoeksvisitatie TSB Kwaliteit
Productiviteit
Relevantie
Vitaliteit
Attachment, Emotion Regulation and Psychopathology*
-
-
-
-
Cognitive Neurosciences
5
4
5
4
Cross-cultural Psychology
3
5
4
3
Developmental Psychology
4
3
4,5
3
Latent Variable Models
4,5
4
4,5
5
Medical Psychology
3,5
5
5
4
Social Decision-Making
4
4
5
4
* Omdat dit programma pas recentelijk is gestart heeft de visitatiecommissie besloten geen cijfer toe te kennen. - De Tilburg Law School heeft een mid-term review uitgevoerd voor het departement Bestuurskunde. De visitatiecommissie meldde dat het departement zich positief heeft ontwikkeld sinds de laatste beoordeling in 2008 en dat het departement een sterke bijdrage levert aan de bestuurskundige discipline. - De Tilburg School of Humanities heeft een onderzoeksvisitatie georganiseerd voor het departement Communicatie- en Informatiewetenschappen. Daarnaast heeft een mid-term review plaatsgevonden bij het departement Cultuurwetenschappen. Het departement Filosofie heeft deelgenomen aan de landelijke visitatie Filosofie. Alle resultaten worden verwacht in 2013. - De Tilburg School of Catholic Theology heeft in 2012 deelgenomen aan de landelijke onderzoeksvisitatie Theologie. De resultaten van deze visitatie zijn in 2013 beschikbaar. Voor 2013 zijn de volgende onderzoeksvisitaties gepland: - Tilburg Law School voert in 2013 een mid-term review uit voor al haar programma’s. - Voor 2013 staan vier visitaties gepland bij de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences. Het betreft de departementen Sociologie, Organisatiewetenschappen, Personeelswetenschappen en Tranzo.
21
1.5 Valorisatie 1.5.1 Tilburg Social Innovation Lab (TiSIL) In 2012 heeft TiSIL zich vooral gericht op het versterken van het regionale Social Innovation ecosysteem. Daartoe is het project Innovative Contract Design van start gegaan waarin onderzoekers en business partners een tool ontwikkelen voor het begeleiden van social innovation processen. In samenwerking met Midpoint en de Gemeente Tilburg is een lobbystrategie ontwikkeld om Social Innovation sterker in de (inter)nationale programma’s te verankeren. Daartoe is onder meer het position paper Midpoint 2014-2020 verschenen. TiSIL heeft de onderlinge samenwerking tussen de universiteit en Avans, Fontys en NHTV verder versterkt waarbij diverse gezamenlijke projecten op het gebied van zorg, social entrepreneurship en bibliotheekvernieuwing zijn opgestart. 1.5.2 Valorisatieplan West en Midden-Brabant De uitvoering van het Valorisatieplan West- en Midden Brabant is in volle gang en loopt van 2011 tot en met 2016. Het Valorisatieplan richt zich op drie pijlers: Pijler 1 - Ondernemerschaponderwijs- en voorlichting Het Brabant Center of Entrepreneurship (BCE) verzorgt de activiteiten binnen deze pijler. Er wordt onderscheid gemaakt tussen voorlichtingsactiviteiten en onderwijsactiviteiten. In 2012 is vanuit BCE via diverse events voorlichting gegeven aan studenten over ondernemerschap. Zo is een Pressure Cooker georganiseerd om studenten te stimuleren tot ideegeneratie en was er tijdens de Global Entrepreneurship Week een debatdag. Aan de debatdag namen in totaal 8 MBO, HBO en WO-instellingen vanuit heel Noord-Brabant deel. Binnen het ondernemerschaponderwijs is begonnen met het verduurzamen van de ‘on top of’ certificaatprogramma’s die door BCE worden aangeboden op bachelor en master niveau. Per september 2013 worden beide programma’s aangeboden als een minor cq master track, met in de vakken geïntegreerde vaardigheidstrainingen. Pijler 2 Ondersteunen van startende ondernemingen Hier worden startende ondernemers met een innovatief idee dat de potentie heeft om uit te groeien tot een succesvolle onderneming gescout, gescreend en ondersteund. Starters krijgen individuele begeleiding, opleiding, coaching, kunnen gebruik maken van huisvesting en komen in aanmerking voor pre-seedkapitaal. Er zijn bijeenkomsten georganiseerd om startende ondernemers met elkaar in contact te brengen. In 2012 is het Juridisch Adviesspreekuur weer ingevoerd bij het Ondernemerscentrum om ondernemers bij juridische vraagstukken beter te kunnen ondersteunen. Kwaliteit van ondernemerschap is een belangrijk speerpunt geweest in 2012, en zal dat ook blijven in 2013.
22
Realisatie omzet en arbeidsplaatsen Cat
2011 # bedrijven
2012 omzet
arbpl
# bedrijven
Omzet
Arbpl
1
2
max. € 100 k
1
2
max. € 100 k
1
2
6
max. € 300 k
≤5
6
max. € 300 k
≤5
3
1
max. € 600 k
≤ 10
1
max. € 600 k
≤ 10
4
1
> € 600 k
≥ 10
1
> € 600 k
≥ 10
totaal
10
961.408,00
26,7
10
3.365.000,00
35
Realisatie scouting, screening en deelname Scouting - generen van zoveel mogelijk goede aanmeldingen RESULTAAT: # Gescoute starters
44
Screening – selecteren van de juiste deelnemers A2
# intakegesprekken (aantal deelnemers gescreend)
57
A3
# deelnemers Profiel Workshop
12
A4
# starters voor screeningcommissie
2
RESULTAAT: # nieuwe deelnemers 2012
0
Ondersteuning – efficient ondersteunen met doel ‘een geslaagde onderneming’ A5
# deelnemers aan Business Atelier
1
A6
# deelnemers die gebruik maken van coaching
5
A7
# deelnemers die worden doorverwezen naar goede buren
6
A8
# deelnemers die gebruik maken van huisvesting
7
A9
# nieuwe pre-seed leningen verstrekt
0
A10
# deelnemers doorleiden naar vervolgfinanciering
1
Totaal # deelnemers Starterslift in ondersteuning in 2012
13
Pijler 3 Realiseren van nieuwe bedrijvigheid (Transfer Office) Het Transfer Office heeft als doel om door de deelnemende kennisinstellingen ontwikkelde kennis in de vorm van producten, diensten en concepten te vercommercialiseren (economische valorisatie). In 2012 is Tilburg University Ventures gestart. Een drietal business cases is inmiddels door de business developers opgepakt. In 2013 zal een commercieel directeur voor de holding worden benoemd die TiU Ventures gaat aansturen. Samenwerking drie pijlers Er zijn brainstormsessies georganiseerd waarin BCE, Starterslift en Academic Business Club (ABC) hebben nagedacht over hoe ze de samenhang in activiteiten nog meer op kunnen zoeken. Er is in 2012 een opstart gemaakt met een grootschalige gezamenlijke communicatieactie om ondernemerschap onder de aandacht te brengen op de campus. In 2013 zal deze verder worden uitgevoerd. Daarnaast zijn alle drie de partijen actief geweest in de voorbereidingen van The Road, een groot jaarlijks symposium over studentondernemerschap. Het symposium wordt in het voorjaar van 2013 opnieuw georganiseerd en trekt gemiddeld 300 23
ondernemende studenten van hoger onderwijs instellingen in de regio. Starterslift en BCE maken nu ook deel uit van het Stichtingsbestuur van ABC. TiU Ventures en BCE werken samen om onderzoekers te attenderen op de mogelijkheden van door hen ontwikkelde ideeën en de rol die TiU Ventures kan vervullen bij het vercommercialiseren van die ideeën. Wanneer er venture cases beschikbaar zijn, is het streven om via BCE studenten te werven om mee te werken aan relevant onderzoek voor deze ventures. Naar verwachting zal dit in 2013 van start gaan.
1.6 Kerncijfers onderzoek 1.6.1 Algemeen Promoties 1) 2008
2009
2010
2011
2012
TiSEM
27
17
23,5
37,5
34
TLS
16
19
19
24
24,5
TSB
27
30
47,5
43
45
TSH
13
15
20
21,5
24,5
TST
2
3
0
3
3
1
2
TiasNimbas Tilburg University
85
84
111
131
132
2008
2009
2010
2011
2012
TiSEM
400
344
344,5
410,5
418
TLS
656
632
609
685
493,5
TSB
561
512
545,5
664
636
TSH
314
329
355
410,5
396,5
TST
91
119
87
108
105
2.022
1.936
1.942
2.280
2.049
1) bij een gezamenlijke promotie wordt deze over de twee faculteiten verdeeld
Wetenschappelijke publicaties 1) 2)
Tilburg University 1) inclusief proefschriften, monographs en edited books
2) een niet geheel getal komt doordat gezamenlijke promoties over twee of meer faculteiten verdeeld worden
24
Output Tilburg University volgens SEP-indeling 1) 2008
2009
2010
2011
2012
1.040
869
886
1.036
1.054
38
176
152
161
123
693
683
647
789
621
166
123
146
164
119
85
85
110
128
132
2.022
1.936
1.941
2.278
2.049
738
655
525
573
633
2008
2009
2010
2011
2012
257
230
248
262
288
6
5
3
6
5
97
79
63
93
83
Monographs en edited books
13
13
7
12
8
PhD Theses (diss. I en II)
27
17
23,5
37,5
34
400
344
344,5
410,5
416,5
111
94
52
98
95
308
142
142
177
145
-
146
124
130
90
249
264
242
274
177
Monographs en edited books
83
60
82
80
57
PhD Theses (diss. I en II)
16
20
19
24
24,5
Totaal wetenschappelijke publicaties
656
632
609
685
493,5
Professional publications and products
382
363
275
235
260
361
367
365
438
475
0
0
4
1
1
143
100
112
150
96
Academic
In refereed journals
Publications
In other journals Bookchapters
Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II) Totaal wetenschappelijke publicaties Professional publications and products
1) Standard Evaluation Protocol dat wordt gebruikt bij de beoordeling van onderzoek
Output volgens SEP-indeling per faculteit Academic
In refereed journals
Publications
In other journals Bookchapters
Totaal wetenschappelijke publicaties Professional publications and products Tilburg Law School Academic
In refereed journals
Publications
In other journals Bookchapters
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Academic
In refereed journals
Publications
In other journals Bookchapters
25
Monographs en edited books
30
15
17
32
18
PhD Theses (diss. I en II)
27
30
47,5
43
46
561
512
545,5
664
635
89
88
79
115
99
Totaal wetenschappelijke publicaties Professional publications and products Tilburg School of Humanities Academic
In refereed journals
97
102
110
133
124
Publications
In other journals
12
14
10
14
19
164
176
182
212
197
Monographs en edited books
28
22
33
31
32
PhD Theses (diss. I en II)
13
15
20
20,5
24,5
Totaal wetenschappelijke publicaties
314
329
355
410,5
396,5
Professional publications and products
64
45
66
59
95
Bookchapters
Tilburg School of Catholic Theology Academic
In refereed journals
17
28
21
26
22
Publications
In other journals
20
11
11
10
8
Bookchapters
40
64
48
60
68
12
13
7
9
4
2
3
0
3
3
Totaal wetenschappelijke publicaties
91
119
87
108
105
Professional publications and products
92
65
53
66
84
Monographs en edited books PhD Theses (diss. I en II)
26
Gemiddeld cumulatief promotierendement per HOOP-gebied HOOP-
instroom
promotie
2002 t/m 2008
< 4 jr
4-5jr
5-6 jr
> 6 jr
181
25%
58%
67%
72%
93
6%
28%
38%
42%
G&M
134
16%
48%
60%
62%
T&C
64
11%
25%
47%
56%
472
17%
45%
56%
61%
1e
2e
3e
Totaal
geldstroom
geldstroom
geldstroom
116,6
33,7
9,5
159,8
TLS
37,7
10,9
13,9
62,4
TSB
77,7
24,3
22,2
124,2
TSH
60,5
22,7
7,2
90,5
TST
13,6
0,0
2,3
15,9
306,1
91,6
55,0
452,7
2010
2011
2012
3.583.526
835.077
4.135.726
TLS
1.405.000
458.193
-
TSB
7.797.648
1.392.674
2.233.529
TSH
100.000
1.138.269
1.124.609
TST
-
-
-
Netspar
-
-
1.619.000
CenterData
-
-
245.000
12.886.174
3.824.213
9.357.864
gebied Economie Rechten
Tilburg University Onderzoeksinzet 2012
TiSEM
Tilburg University 1.6.2 Onderzoekssubsidies
Tabel toegekende subsidiebedragen NWO (in euro’s) 2010, 2011 en 2012 TiSEM
Totaal
27
Tabel toegekende NWO-subsidies (in euro’s), uitsplitsing 2012 Persoonsgebonden Overige NWO-subsidies subsidies overig TiSEM
Totaal
3.161.691
974.035
4.135.726
TLS
-
-
-
TSB
2.014.076
219.453
2.233.529
TSH
232.000
892.609
1.124.609
TST
-
-
-
750.000
869.000
1.619.000
-
245.000
245.000
6.157.767
3.200.097
9.357.864
Netspar CenterData Totaal
Tabel toegekende subsidiebedragen EU (in euro’s) 2010, 2011 en 2012 2010
2011
2012
1.485.344
369.486
868.265
TLS
912.000
739.226
1.796.441
TSB
586.273
3.019.787
1.544.696
TSH
-
-
-
TST
-
-
-
Overige
1.511.000
-
612.896
Totaal
4.494.617
4.128.499
4.822.298
TiSEM
28
Tabel EU-subsidies 2012
Acroniem / Naam
Regeling
Aanvrager
Subsidie (aandeel TiU)
TiSEM
ENTR’ACTE
KP7 Cooperation, Environment
S. Smulders
TiSEM
MINO
KP7 People, Marie Curie ITN
E. de Klerk
TiSEM
COBACORE
KP7 Cooperation, Security
B. van de Walle
224.234
TLS
TRAFSTAT
DG Home Affairs, ISEC
L. van der Knaap
227.380
TLS
Human Trafficking
DG Home Affairs, ISEC
C. Rijken
106.631
TLS
A4CLOUD
KP7 Cooperation, ICT
R. Leenes
852.000
TLS
EEO 2012/2013
European Employment Observatory
S. Bekker
25.036
TLS
POEMS
DG Justice, Daphne III
S. van der Aa
162.502
TLS
PROFILING
DG Justice, FRAC
R. Leenes
22.000
TLS
EUPC
KP7 People, Marie Curie IRSES
F. Elsweier
10.500
TLS
STEUERN D-NL
INTERREG IV
E. Kemmeren
TSB
CIRCLES4EU
DG Justice, Daphne III
S. Bogaerts
30.000
TSB
HOWCOME
KP7 ERC, Starting Grant
C. de Wilde
1.200.396
TSB
Project Integrate
KP7 Cooperation, Health
B. Vrijhoef
TSB
Local Pass
DG Justice, DPIP
J. Mathijssen
Netspar
MOPACT
KP7 Cooperation, SSH
F. van der Duyn Schouten
220.720
CenterData
DASISH
KP7 Capacities, Infrastructures
M. Das
352.576
LIS
eCloud
CIP ICT
M. van den Berg
39.600
388.800 255.231
291.800
Totaal
22.500
4.822.298
Toegewezen 1e geldstroom (onderwijs en onderzoek) per faculteit in € x 1.000 2010 Netspar TiSEM 27.674 TLS 14.751 TSB 17.566 TSH 13.301 TST 4.481 Totaal
390.392
77.773
2011 29.013 15.975 16.937 14.441 4.508
2012 200 28.490 15.407 17.987 13.616 4.038
80.874
79.738
29
Ontvangsten 2e en 3e geldstroom per faculteit/instituut 2e geldstroom
3e geldstroom
2010
2011
2012
2010
2011
2012
-
-
852.127
-
-
1.517.454
5.745.620
3.425.194
2.470.888
6.435.204
6.850.158
5.980.811
TLS
951.375
1.091.298
769.276
5.259.708
4.071.764
3.768.196
TSB
2.841.675
3.651.696
3.503.154
3.879.706
3.112.802
3.313.406
TSH
1.178.378
1.534.099
1.453.363
734.616
714.695
617.400
TST
-
-
-
178.938
112.826
206.490
10.717.048
9.702.287
9.048.808
16.488.172
14.862.245
15.403.757
Netspar TiSEM
Totaal
De 1e geldstroombaten betreffen de modelmatige toewijzingen voor onderwijs en onderzoek vanuit de ontvangen rijksbijdrage en collegegelden. De ontvangsten 2e geldstroom betreft de bijdragen van NWO en KNAW. In de kolom 3e geldstroombaten zijn de baten opgenomen voor contractonderwijs, contractonderzoek zoals EU-projecten en overige inkomsten. 1.6.3 Stichting Bijzondere Leerstoelen In 2012 zijn twee nieuwe bijzondere leerstoelen gevestigd, er zijn tien bijzondere leerstoelen beëindigd. Reden voor beëindiging is in de meeste gevallen dat de middelen ontbraken om de bijzondere leerstoel voort te zetten. De werkzaamheden van de Stichting Bijzondere Leerstoelen (SBL) hadden in 2012 vooral betrekking op de voorbereiding van de vestiging van bijzondere leerstoelen, de benoeming van bijzonder hoogleraren en het in overleg met de contactpersonen van de faculteiten sluiten van overeenkomsten met de vestigende instanties. Ook zijn evaluaties en verlengingen van de leerstoelen in gang gezet. In februari 2013 zijn met de contactpersonen gesprekken gevoerd over de voortgang van de bijzondere leerstoelen en de eventuele acties die in 2013 moeten worden ondernomen in verband met mogelijke verlenging van de leerstoelperiode. Het overzicht van de bijzondere leerstoelen is naar aanleiding van de gesprekken geactualiseerd. In 2012 zijn de volgende leerstoelen gevestigd: Tilburg School of Social and Behavorial Sciences Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H.G.Roozen Titel Verslaving Initiatiefnemer Novadic Kentron
30
Tilburg School of Economics and Management Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A. van der Born CFA Titel Creatief ondernemerschap Initiatiefnemer FNV / KIEM In 2012 zijn de volgende bijzondere leerstoel beëindigd: Tilburg School of Economics and Management Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H.J. Blommestein Titel Financiële dienstverlening Initiatiefnemer PWC Tilburg School of Social and Behavorial Sciences Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. K.Henkens Titel Pensioensociologie Initiatiefnemer NIDI-KNAW en NETSPAR Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. G.P.Westert Titel Kwaliteit van Huisarts- en Ziekenhuiszorg Initiatiefnemer RIVM Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P.Winsemius Titel Management van duurzame ontwikkeling Initiatiefnemer Sustainability Challenge Foundation Tilburg Law School Naam bijzonder hoogleraar prof.mr. I.N. Tzankova Titel Collectieve rechtspleging en rechtsvergelijking Initiatiefnemer NautaDutihl N.V. Tilburg School of Humanities Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A.J.Baart Titel Presentie en Zorg Initiatiefnemer Stichting Maatschappelijke Activering Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. A. Goossensen Titel Presentie en Geestelijke Gezondheidszorg Initiatiefnemer Stichting Maatschappelijke Activering Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. R.F. Poell Titel Diversiteit in schoolgebonden opleiden van leraren Initiatiefnemer OMO 31
Tilburg School of Catholic Theology Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. P.J.J. van Geest Titel Bijzondere leerstoel Augustijnse Studies Initiatiefnemer Nederlandse provincie van de orde der Augustijnen Naam bijzonder hoogleraar prof.dr. H.J.M. Schoot Titel De Theologie van St. Thomas van Aquino Initiatiefnemer Stichting Thomas Fonds Ontwikkeling bijzonder hoogleraren in aantal 2008 - 2012 2008
2009
2010
2011
2012
12
11
12
11
11
TLS
9
7
8
9
8
TSB
14
15
17
19
17
TSH
11
13
15
12
9
TST
5
6
8
8
6
TiasNimbas
2
4
7
9
9
53
56
67
68
60
TiSEM
Totaal
32
Hoofdstuk 2
Onderwijs
2.1 Verslag bestuursagenda Kwaliteit en studiesucces Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013, strategische agenda OCW Doel/omschrijving: Selectie aan de poort, studiekeuzegesprekken, intensivering onderwijs, professionalisering docenten, verhoging BSA-norm Resultaat: Verhoging studiesucces en verbetering kwaliteit van het onderwijs. Middelen: FBI, algemene middelen Actie: RM, CS/S&P Tijdschema: 2012 en verder Resultaat Binnen alle faculteiten is in 2012 gewerkt aan verdere verbetering van kwaliteit en studiesucces; in paragraaf 2.4.1 schetsen de faculteiten de belangrijkste ontwikkelingen. Verhoging van de BSA-norm is in 2012 niet doorgevoerd; de resultaten van de evaluatie gaven daartoe aanleiding. In 2013 zal opnieuw bekeken worden of de BSA-norm wordt verhoogd naar 48 ECTS. Differentiatie onderwijs Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013, strategische agenda OCW Doel/omschrijving: Verder vormgeven aan onderwijs voor excellente studenten, uitbouwen Liberal Arts & Sciences, verkennen mogelijkheden voor meer differentiatie in het onderwijs. Resultaat: Meer op verschillende groepen studenten toegesneden onderwijs. Middelen: FBI, algemene middelen Actie: RM, CS/S&P Tijdschema: 2012 en verder Resultaat In 2012 is gewerkt aan gezamenlijke profilering van het aanbod voor excellente studenten. De opleiding Liberal Arts & Sciences is in 2012 geheraccrediteerd. De Sirius-monitoringcommissie beoordeelde het Outreaching-programma inhoudelijk positief. Aandachtspunt is de continuering van het programma na de lopende subsidieperiode.
2.2 Voortgang prestatieafspraken Op het gebied van onderwijs zijn in het kader van de prestatieafspraken ambities geformuleerd op een aantal verplichte indicatoren.
33
Indicator
Realisatie 2011/2012*
Ambitie 2015/2016
Voortgang 2012/2013*
4,5%
30,0%
12,0%
32,0%
100,0%
57,0%
Uitval
24,4%
22,0%
24,7%
Switch
13,0%
11,0%
9,5%
Rendement
59,7%
70,0%
69,5%
NSE: Aandeel studenten dat (zeer) tevreden is over de opleiding in het algemeen
80,5%
80,5%
79,9%
Onderwijskwaliteit – input Percentage docenten met BKO Percentage bacheloropleidingen met ten minste 420 geprogrammeerde contacturen Onderwijskwaliteit output
* Realisatie 2011/2012 betreft het gemiddelde van de laatste drie cohorten. Voortgang 2012/2013 betreft het laatste cohort.
Hoewel de afspraken met de minister pas in het najaar van 2012 officieel zijn gemaakt, heeft Tilburg University in 2012 al concreet gewerkt aan het realiseren van deze doelstellingen. Dat kon omdat het verbeteren van de onderwijskwaliteit binnen de universiteit al een aantal jaren hoog op de agenda staat. De ambities die de universiteit heeft geformuleerd zijn een aanscherping van de ambities die al in het kader van het Strategisch Plan 2010-2013 waren geformuleerd. In de periode 2013-2015 zullen de maatregelen en acties ter verbetering van kwaliteit en studiesucces verder worden uitgerold. Op het gebied van onderwijs zijn tevens ambities geformuleerd op een aantal niet-verplichte indicatoren. Indicator Onderwijsportfolio - differentiatie Aandeel studenten in excellentieprogramma’s Onderwijsportfolio - internationalisering Aantal bachelorprogramma’s aangeboden in het Engels Aantal masterprogramma’s aangeboden in het Engels Percentage inkomende buitenlandse uitwisselingsstudenten Percentage buitenlandse instroom in Engelstalige bacheloropleidingen Percentage buitenlandse instroom in Engelstalige masteropleidingen Onderwijs - output Percentage bachelors met buitenlandervaring Percentage masters met buitenlandervaring
34
Realisatie 2011/2012
Ambitie 2015/2016
Voortgang 2012/2013
5,9%
7,0%
-
4
6
4
37 4,0%
37 4,0%
37 3,8%
31,0%
34,0%
32,0%
22,0%
30,0%
25,6%
15.0% 8,0%
18,0% 10,0%
16,1% -
2.3 Rankings Elsevier 2012 Tilburg University is door de hoogleraren en hoofddocenten voor het zesde achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste specialistische universiteit in het jaarlijks onderzoek van het weekblad Elsevier. Bijna 2.500 hoogleraren en hoofddocenten van universiteiten deden mee aan het jaarlijkse onderzoek van Elsevier, dat voor de zeventiende keer werd uitgevoerd. Dertien universiteiten werden onder de loep genomen en onderverdeeld in drie groepen: brede, specialistische en technische universiteiten. Keuzegids Universiteiten 2012 Tilburg University is ten opzichte van 2011 iets beter beoordeeld in de Keuzegids Universiteiten 2012. De universiteit is over alle studies gemeten, beoordeeld met 61 (gemiddeld) punten. Hiermee stijgt zij iets ten opzichte van 2011 (59). Wat vooral opvalt, is de beoordeling van Fiscaal Recht. In 2006 werd deze bachelor nog met 38 punten beoordeeld. In 2012 is Fiscaal Recht de beste bachelor van Nederland met 66 punten. Ook Communicatieen Informatiewetenschappen, Psychologie, Organisatiewetenschappen, Economie- en Informatica, Fiscale Economie, Internationaal- en Europees Recht stijgen de afgelopen jaren. Andere bachelors lijken zich te herstellen van een teruggang in 2011. WO-monitor 2011 De resultaten van het tweejaarlijkse onderzoek onder onze masteralumni zijn in februari 2012 gerapporteerd. De WO-monitor geeft inzicht in de ervaren kwaliteit van het onderwijs, de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de huidige positie van de alumni op de arbeidsmarkt. Tilburg University krijgt goede rapportcijfers als het gaat om de inbedding van de opleiding in wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden. Minder tevreden zijn de respondenten over de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk, internationale oriëntatie en de voorlichting over studie- en beroepsmogelijkheden. Hier scoort Tilburg University lager dan het landelijk gemiddelde. Van de onderzochte alumni heeft 86% betaald werk. Daarvan werkt 69% procent op een functie waarvoor minimaal WO-niveau is vereist. Gemiddeld verdienen alumni van Tilburg University twee jaar na het afstuderen een bedrag van 2.458 euro bruto per maand. Dit is 69 euro minder dan het landelijk gemiddelde. Positie van TiasNimbas op Financial Times ranglijsten in 2012 Ranglijst
Programma
Wereld
Europa
Nederland
European Business School Ranking
Alle programma’s
-
26
2
EMBA Ranking
EMBA
86
30
3
Masters in Management
International MSc in Business Administration
54
50
3
Executive Education – Customized CSP programma’s
46
20
1
Executive Education – Open
56
25
2
Open programma’s
35
2.4 Onderwijsprogramma’s 2.4.1 Relevante ontwikkelingen per faculteit Tilburg School of Economics and Management (TiSEM) TiSEM heeft besloten Research Based Learning (RBL) te gaan toepassen in al haar onderwijsprogramma’s. RBL is een onderwijsbenadering waarbij onderzoek stevig in het curriculum is ingebed. Dit gebeurt door onderzoekselementen in verschillende vormen te integreren (o.a. leren over onderzoek, participeren in onderzoek en het zelf uitvoeren van onderzoek). Ook het gebruik van diverse innovatieve lesmethoden, tussentijdse toetsing en opdrachten om studenten te activeren, en een ondergrens voor het aantal contacturen per vak maken deel uit van deze benadering. RBL is in september 2011 als pilot geïmplementeerd in het bachelorprogramma Bedrijfseconomie. Uit enquêtes blijkt dat studenten het nieuwe programma uitdagender vinden dan het oude, meer tijd besteden aan hun studie en de link tussen onderzoek en de programmaonderdelen herkennen. Met ingang van het collegejaar 2013/2014 zullen alle bachelor- en masterprogramma’s van de faculteit RBL in hun curriculum hebben verwerkt. Vanaf september 2012 biedt TiSEM een vernieuwd masterprogramma International Management aan. Elementen van ‘corporate responsibility’ zijn verwerkt in alle vakken. Dit leidt tot een meer coherent programma met een heldere positionering van ‘understanding society’ en ‘societal impact’. Tilburg Law School (TLS) De in 2010 ingezette redesign-operatie van het bacheloronderwijs binnen TLS heeft verder vervolg gekregen. Met dit redesign wil de faculteit het onderwijs inhoudelijk en beheersmatig verder optimaliseren. In augustus is gestart met herzieningen voor het tweede jaar van de bacheloropleidingen. Voor de Engelstalige bachelor Global Law is een programma opgezet en er is gestart met de internationale werving. Ook in de masteropleidingen zijn veranderingen doorgevoerd. De LLM Rechtsgeleerdheid heeft een rationalisatie doorgemaakt, mede naar aanleiding van de visitatiecommissie Rechten in 2011. De MSc Victimology and Criminal Justice is op 1 september 2012 van start gegaan. Voor de LLM International Business Taxation is het accreditatietraject afgerond. Deze begint op 1 september 2013. De faculteit is bezig om op onderdelen een beleid van selectie aan de poort te introduceren. Zo is in 2012 voor het eerst een selectieprocedure voor premasterstudenten gehanteerd. Verder is de voorbereiding in volle gang voor de invoer van een numerus fixus voor de vier juridische bacheloropleidingen in collegejaar 2013/2014. Hierbij zal 20% van de studenten toegelaten worden via centrale loting en 80% via decentrale selectie. In het najaar is de voorlichtingscampagne begonnen en de selectieaanpak nader uitgewerkt. Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TSB) Op 1 september 2012 is TSB gestart met een nieuw studierooster dat voorziet in uitbreiding van het aantal onderwijsweken van 28 naar 34. In elk opleidingsjaar wordt nu gewerkt met vier blokken. Bovendien is een aantal didactische vernieuwingen doorgevoerd in het eerste bachelorjaar: er wordt toegezien op een norm van 8 contacturen per ECTS, en minimaal de helft van het eerstejaars onderwijs wordt aangeboden in kleinschalige werkgroep- of practicumvorm. 36
Begin 2012 is in samenwerking met de universitaire toetsdeskundige de pilot ‘Toetsen van toetsen’ uitgevoerd. Op basis van het resultaat is een aantal beleidswijzigingen doorgevoerd, bijvoorbeeld ten aanzien van het verplicht gebruik maken van toetsspecificatietabellen en antwoordmodellen. De pilot heeft een systematiek opgeleverd die de Examencommissie vanaf september 2012 hanteert om haar wettelijke taak voor interne kwaliteitsborging van de toetsing adequaat te kunnen vervullen. Alle TSB-opleidingen (behalve Medische Psychologie) zijn in 2012 gevisiteerd in het kader van de reguliere heraccreditatieprocedure die onderdeel is van de externe kwaliteitszorg. Voor de beoordeling van de opleidingen is het beperkt beoordelingskader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) gehanteerd. De visitatiecommissies hebben voor alle opleidingen een positief advies tot heraccreditatie afgegeven. Tilburg School of Humanities (TSH) Tijdens de eerste lustrumviering van TSH op 6 en 7 november 2012 nam onderwijsinnovatie een belangrijke plaats in. TSH concretiseert haar onderwijsinnovatie in curriculaire vernieuwing, vooral in het domein van cultuurwetenschappen, en in didactische innovaties zoals team teaching, de inzet van e-learning, en de gedifferentieerde inzet van toetsvormen. In 2012 is de bacheloropleiding Liberal Arts and Sciences geheraccrediteerd. De inbedding van het toetsbeleid van deze opleiding, dat model staat voor het toetsbeleid van alle TSH-opleidingen, is in de Instellingstoets Kwaliteitszorg als goed beoordeeld. In september 2012 ging het Honors Program Discourses on Europe van start waartoe TSH het initiatief heeft genomen. Het programma biedt aan excellente studenten van Tilburg University intensieve cursussen met een academische oriëntatie op Europese cultuur en identiteit. Tilburg School of Catholic Theology (TST) De samenwerking met Fontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing is geëvalueerd in een gezamenlijk rapport dat is aangeboden aan de beide Colleges van Bestuur met de aanbeveling deze verder voort te zetten. De faculteit streeft naar de accreditatie van een nieuwe masteropleiding Religieuze Educatie. Deze tweejarige opleiding zal het huidige driejarige uitstroomprofiel in de master Theologie vervangen. Om de band tussen onderwijs en onderzoek te versterken zal twee maal per jaar een zogenaamde ‘Wetenschapsweek’ georganiseerd worden voor docenten en studenten. In maart 2013 vindt voor het eerst een dergelijke week plaats. Docenten van de bachelor- en masteropleiding Theologie komen samen in nieuwe kernteams. In deze teams wisselen zij hun onderwijservaringen uit en bespreken zij de studievoortgang van studenten.
37
Voorafgaand aan de onderwijsvisitatie in 2013 heeft TST een zelfevaluatie uitgevoerd. Daaruit concludeert de faculteit dat zij haar opleidingen goed op orde heeft, beschouwd naar eindkwalificaties, onderwijsleeromgeving en toetsing. De ontwikkeling van de studentenaantallen vraagt en krijgt aandacht, en dat geldt evenzeer voor de verdere professionalisering van de toetsing. TiasNimbas Business School Een belangrijke vorm van kennisoverdracht aan de samenleving is het executive of post-experience onderwijs. TiasNimbas is zowel de business school van Tilburg University als van de Technische Universiteit Eindhoven en heeft vestigingen in Tilburg, Amsterdam, Utrecht en Taipei. De missie is: “Developing leaders and professionals to make a difference in their lives, their organisations and society”. De kwaliteit van TiasNimbas werd in 2012 bevestigd door de accreditatie door de AACSB. Het productportfolio bestaat uit diverse MBA opleidingen, executive master opleidingen, een MSc opleiding, korte executive programma’s, een doctoraalprogramma en company specific programma’s. De algemene onderwijsvisie is gebaseerd op de principes ‘ontdekken’, ‘betrekken’ en ‘verbinden’. Binnen TiasNimbas zijn verschillende research labs actief die gezamenlijk de research infrastructuur van TiasNimbas vormen en zorg dragen voor de ontwikkeling van hoogstaand onderzoek en de vertaling daarvan naar de verschillende onderwijsprogramma’s, het bedrijfsleven en de maatschappij als geheel. Op deze wijze versterken de labs de reputatie van TiasNimbas als kennisinstelling. 2.4.2 Accreditatie Tilburg School of Economics and Management B Bedrijfseconomie B Econometrie en Operationele Research B Economics B Economie en Bedrijfseconomie B Economie en Informatica B Fiscale Economie B International Business Administration M Accounting M Econometrics and Mathematical Economics M Economics M Economics and Finance of Aging M Finance M Fiscale Economie M Information Management M International Management M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Algemene Economie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Management en Organisatie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Wiskunde 38
februari 2017 februari 2017 mei 2013 februari 2017 februari 2017 februari 2017 december 2013 februari 2017 februari 2017 februari 2017 februari 2017 februari 2017 februari 2017 februari 2017 februari 2017 juni 2016 juni 2016 juni 2016
M Marketing Management M Marketing Research M Operations Research and Management Science M Quantitative Finance and Actuarial Science M Strategic Management M Supply Chain Management M Research Master in Business M Research Master in Economics Tilburg Law School B Bestuurskunde B Fiscaal Recht B Internationaal en Europees Recht B Rechtsgeleerdheid B Ondernemingsrecht M Bestuurskunde M Fiscaal Recht M International and European Public Law M International Business Law M Law and Technology M Ondernemingsrecht M Rechtsgeleerdheid M Victimology M Research Master Grondslagen en Methoden van de Rechtswetenschap M Research Master Public Administration and Organizational Science Tilburg School of Social and Behavioral Sciences B Organisatiewetenschappen B Personeelwetenschappen B Psychologie B Sociologie B Vrijetijdwetenschappen M Human Resource Studies M Leisure Studies M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Maatschappijleer M Medische Psychologie M Organisation Studies M Psychologie en Geestelijke Gezondheid M Social Psychology M Sociology M Research Master Social and Behavorial Sciences
februari 2017 februari 2017 februari 2017 februari 2017 februari 2017 februari 2017 augustus 2015 augustus 2015
april 2018 maart 2018 maart 2018 maart 2018 maart 2018 april 2018 maart 2018 maart 2018 maart 2018 maart 2018 maart 2018 maart 2018 februari 2018 februari 2016 april 2017
december 2013 december 2013 december 2013 december 2013 december 2013 december 2013 december 2013 juni 2016 augustus 2017 december 2013 december 2013 december 2013 december 2013 december 2013
39
Tilburg School of Humanities B Algemene Cultuurwetenschappen B Communicatie- en Informatiewetenschappen B Liberal Arts and Sciences B Religie in Samenleving en Cultuur B Wijsbegeerte M Communicatie- & Informatiewetenschappen M Filosofie M Kunst- & cultuurwetenschappen M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Filosofie M Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Nederlands M Opleiding tot leraar v.o. van de 1e graad in Religie in Samenleving en Cultuur M Theologie & Religiewetenschappen: varianten R&R en ZEB M Research Master Communicatie- & Informatiewetenschappen M Research Master Filosofie M Research Master Theologie & Religiewetenschappen
december 2014 december 2014 januari 2016 mei 2014 februari 2017 december 2014 februari 2017 december 2014 juni 2016 juni 2016 december 2014 december 2014 maart 2017 februari 2016 februari 2016
Tilburg School of Catholic Theology B Theologie M Theologie M Theologie & Religiewetenschappen: variant Chr. and Soc.
december 2014 december 2014 december 2014
TiasNimbas Business School Executive Master of Actuarial Science Executive Master of Business Valuation Executive Master in Finance Executive Master of Health Administration Executive Master of Information Management Executive Master of IT-Auditing Executive Master of Management and Organisation Executive Master of Management in Education Executive Master of Operations and Supply Chain Excellence Executive Master in Public and Non-Profit Management International Full-Time MBA International MSc in Business Administration Register Controller / Executive Master of Finance and Control
oktober 2017 november 2016 november 2016 september 2017 november 2017 augustus 2013 oktober 2016 maart 2017 oktober 2017 maart 2017 oktober 2013 mei 2016 april 2018
N.B. TiasNimbas Business School is een aparte rechtspersoon onderwijs en valt daarom niet onder de instellingsaccreditatie/instellingstoets voor Tilburg University.
40
2.5 Internationalisering
Afgestudeerde bachelor studenten met ervaring in het buitenland
2008-2009 10,2%
2009-2010 12,4%
2010-2011 14,9%
2011-2012 16,1%
Tilburg University heeft in 2009 de ambitie uitgesproken dat minimaal 30% van de afgestudeerde studenten een deel van de studie in het buitenland heeft gedaan. De ‘Study Abroad’ voorlichtingscampagnes zijn de afgelopen jaren geïntensiveerd. Ook is er meer variatie in het aanbod. Het effect van deze maatregelen is zichtbaar in een stijgend percentage van afgestudeerde studenten met buitenlandervaring. Uitgaande mobiliteit Europa Canada/US Latijns Amerika Afrika Australië/Nieuw Zeeland Azië Midden Oosten Totaal
2008/2009 125 40 15 8 18 20 0 226
2009/2010 138 34 11 17 18 20 0 238
2010/2011 191 47 29 8 11 44 1 331
2011/12 185 56 23 14 16 65 1 360
Tilburgse studenten gaan steeds vaker op exchange buiten Europa. Vooral Azië, Canada/Verenigde Staten en Australië zijn gewild. Door uitbreiding van het partnernetwerk met universiteiten in deze regio’s probeert Tilburg University aan de groeiende vraag van studenten te voldoen.
Inkomende mobiliteit Europa Canada/US Latijns Amerika Afrika Australië/Nieuw Zeeland Azië Midden Oosten Totaal
2008/09 216 46 23 0 12 36 0 333
2009/10 261 47 19 3 17 33 0 380
2010/2011 274 38 33 4 21 49 1 420
2011/2012 325 38 49 4 14 58 2 490
De stijging van het aantal inkomende exchange studenten draagt bij aan het aanbod van onderwijs in een international classroom.
41
Tilburg University Summer School Editie
Deelnemers
Cursussen
2009
100
5
2010
150
9
2011
215
12
2012
255
14
Het cursusaanbod van de Summer School is verder uitgebreid. Bijzonder is het internationale karakter van de Summer school. De helft van de deelnemers bestaat uit internationale studenten, afkomstig uit meer dan 54 landen. Huisvestingsbemiddeling Ruim 665 internationale studenten hebben in 2011/2012 via de website www.yourroomintilburg.nl, een kamer in Tilburg gevonden. De website is een gezamenlijk initiatief van de universiteit en Tilburgse woningcorporaties. Tilburg University China Office Op 1 januari 2012 is het China Office gestart. Een academic liaison officer, ondersteund door een kleine staf, richt zich op het intensiveren van de samenwerking met Chinese universiteiten. Ook onderhoudt het kantoor de relaties met alumni, lokale wervingsagenten en beursverstrekkende organisaties. Tot slot speelt het China Office een belangrijke rol in de toelatingsprocedure voor Chinese studenten. Internationale joint programs Gezamenlijke internationale programma’s verrijken het bestaande opleidingsaanbod. Studenten volgen een curriculum dat door meerdere universiteiten in verschillende landen wordt verzorgd. Zij zijn hierbij verplicht om te reizen, waardoor het programma bijdraagt aan de mobiliteit. Tilburg University biedt diverse internationale joint programs aan. Tilburg School of Economics and Management - Multiple degree International Master in Information Technolgy, in samenwerking met IAE Aix-en-Provence en University of Helsinki. - Multiple degree International Master in Service Engineering, in samenwerking met University of Stuttgart en University of Crete. - Double degree Information management (Bachelor) in samenwerking met Bentley University (USA). Tilburg Law School - Double degree in European Tax College in samenwerking met Katholieke Universiteit Leuven. - Participeert in European Master in transnational trade law and finance, in samenwerking met Deusto, Frankfurt en Straatsburg.
42
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences - Double degree Leadership, Organisational Psychology and Organisational Studies in samenwerking met BI Norwegian School of Management in Oslo, Noorwegen. - Double degree Sociology in samenwerking met University of Trento.
2.6 Verslag procedures klachten, beroepen en bezwaren Tilburg University heeft vanaf 1 september 2010, conform artikel 7.59a WHW, een eenduidige faciliteit ingericht waar studenten (en ‘betrokkenen’ in de zin van de wet) terecht kunnen voor het inwinnen van advies over procedures en waar zij klachten, beroepen en bezwaren kunnen indienen: het Centraal Loket Geschillen en Klachten (CLGK). Het CLGK heeft een website waar informatie te vinden is over de verschillende procedures waar studenten van Tilburg University die een administratienummer hebben kunnen inloggen en hun klacht, beroep of bezwaar online kunnen indienen. Dit systeem bevestigt de ontvangst van de klacht, het bezwaar of beroep onmiddellijk. Betrokkenen die geen administratienummer van TiU hebben worden verwezen naar de mogelijkheid om per brief een klacht, beroep of bezwaar in te dienen. Het CLGK is te vinden op de volgende website: www.tilburguniversity.edu/nl/studenten/studeren/klacht-beroep/. Een uitgebreid jaarverslag van het CLGK is te raadplegen op: www.tilburguniversity.edu/nl/studenten/studeren/ klacht-beroep/cbe/uitspraken/. 2.6.1 Centraal Klachtenloket De inrichting van het klachtenloket en de administratieve procedure is ingericht volgens de wettelijke vereisten uit titel 9.1 van de Awb zoals artikel 7.59b WHW dat vereist. De studentendecaan beoordeelt op welk organisatieonderdeel de klacht betrekking heeft, en zendt de klacht ter afhandeling naar de directeur van de betreffende faculteit of dienst, uiteraard indien de directeur niet degene is op wie de klacht betrekking heeft. Deze gaat in alle gevallen de feiten en omstandigheden na waar de klacht betrekking op heeft. Indien nodig wordt de klager om nadere toelichting gevraagd. De studentendecaan/beheerder van het klachtenloket monitort de afhandelingstermijn van de klacht. In 2012 kwamen 90 klachten binnen, dat is een stijging ten opzichte van het jaar daarvoor. (2011:70). Het gemiddelde van de afgelopen jaren is daarmee gestegen naar 85 klachten per jaar (2011:75). 49 Klachten waren bestemd voor de faculteiten, 41 zijn voor afhandeling doorgestuurd naar de diensten. Van de klachten voor de diensten gaat het overgrote deel naar Student Services en daar is ook een opvallende stijging in de afhandeling van het aantal klachten te merken (2011: 12, 2012: 33). Daarvan gingen 13 klachten over de planning en organisatie van tentamens, 6 over inschrijving en collegegeld, 4 klachten over gedrag en service van medewerkers van de universiteit en 4 klachten zijn via de studentendecanen afgehandeld omdat de klacht ingetrokken was of er informatie werd verstrekt over procedures. De overige klachten hadden diverse typeringen. 65% van de klachten is terecht ingediend (50% in 2011). Ongeveer 5 % is ‘ongegrond’ verklaard (11% in 2011). In 43% van de gevallen is tekst en uitleg verschaft over regelingen, voorzieningen en beslissingen (30% in 2011). Hieruit blijkt dat de klachtenprocedure voldoet aan de behoefte en het doel wordt bereikt: 43
studenten willen gehoord worden en kunnen toch tevreden gesteld worden, ook al kan niet altijd aan hun wensen tegemoet worden gekomen. studenten van
af handeling door
studenten van
af handeling door
2012
2012
2011
2011
38
25
24
15
TSH
7
5
12
7
TST
0
0
0
0
TLS
23
13
21
17
TSB
22
6
13
8
TiSEM
FS
5
7
GS
0
1
StS
33
12
LIS
3
3
Totaal
90
90
70
70
Totaal Diversen
12
Scriptie
6
Onderwijs
8
Tentamens
43
Voorlichting
3
Examencommissie
2
Medewerkers Tilburg University
7
Voorzieningen Tilburg University
9
Totaal
90
2.6.2 College van Beroep voor de Examens (CBE) Art. 7.61 van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) geeft een lijst van beslissingen waartegen studenten beroep kunnen instellen bij het CBE. Hieronder vallen bijvoorbeeld beslissingen van een examencommissie, beslissingen omtrent het BSA en toelating tot een masteropleiding. De beroepen bij het College van Beroep voor de Examens zijn ingediend door studenten van de faculteiten TiSEM, TLS, TSB en TSH. 95 beroepen werden ingediend door studenten van TLS (53 %), 49 door studenten van TiSEM (27%), 34 door studenten van TSB (19%), 2 door studenten van TSH (1%). Er zijn dit jaar geen beroepen ingediend door studenten van TST. In 2012 werden door studenten in totaal 180 beroepen ingesteld (2011: 138, 2010: 93). In 18 gevallen werd het beroepschrift doorgestuurd (2011: 25), in 38 gevallen werd het beroep ingetrokken (2011: 38), in 88 44
gevallen werd er minnelijk geschikt (2011: 58), 2 zaken werden niet-ontvankelijk verklaard (2011: 3) en in 36 zaken deed het College van Beroep voor de Examens uitspraak (2011: 14). Overzicht ingediende beroepen per faculteit
TST
0%
TSH
1%
TSB
19%
TLS
53% 27%
TiSEM Overzicht af handeling ingediende beroepen
36
uitspraak minnelijke schikking
88 38
ingetrokken doorgezonden totaal
18 180
In 2012 heeft het CBE in 36 zaken uitspraak gedaan (2011: 17): in 2 gevallen werd appellant niet-ontvankelijk verklaard (2011: 3). 7 beroepen werden gegrond verklaard, en derhalve werden 27 beroepen ongegrond verklaard (2011: 14). De beroepen die niet-ontvankelijk werden verklaard, werden ingesteld door studenten van TLS. In tegenstelling tot 2011 waarin 0 beroepen gegrond waren verklaard zijn dit jaar 7 beroepen gegrond verklaard. Alle 7 beroepen werden ingesteld door studenten van TLS. De beroepen hadden betrekking op tentamenvoorziening (extra tentamengelegenheid; 6 beroepen) en het BSA (1 beroep).
45
2.6.3 Commissie van advies voor de bezwaar en beroepschriften (CABB) Indien een student met een besluit geconfronteerd wordt dat door of namens het instellingsbestuur is genomen, kan een student hiertegen bezwaar aantekenen. Hierbij kan gedacht worden aan inschrijving, inschrijving met terugwerkende kracht, uitschrijving en restitutie van collegegeld. Op grond van artikel 7.63a WHW en hoofdstuk 4 van het Bestuurs- en Beheersreglement van Tilburg University, heeft Tilburg University een geschillenadviescommissie (de Commissie van advies voor de bezwaar en beroepschriften) die aan het instellingsbestuur advies uitbrengt over deze bezwaren, na te zijn nagegaan of er een minnelijke schikking tussen partijen mogelijk is. In 2012 zijn in totaal 57 bezwaren ingediend door studenten (2011: 30). 10 zaken zijn ingetrokken, 4 zaken zijn doorgezonden, in 27 zaken werd een minnelijke schikking bereikt (2011: 19), en 16 zaken zijn nog niet afgehandeld, omdat die in het kader van de wetswijziging ten aanzien van de Wet verhoging collegegeld langstudeerders tijdelijk zijn opgeschort. De voorzitters van de CABB maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van TiU (dit is in lijn met het bepaalde in artikel 7.63a WHW en artikel 7.13 Awb). De leden zijn wel onderdeel van de wetenschappelijke staf van TiU. Een nadere procedure met betrekking tot de afhandeling van de bezwaren door de CABB en het CvB is neergelegd in het Bestuurs- en beheersreglement van TiU. Overzicht ingediende beroepen bij het CABB
nog niet afgehandeld
16
minnelijke schikking
27
ingetrokken doorgezonden totaal
46
10 4 57
2.7 Kerncijfers onderwijs 2.7.1 Algemeen Als gevolg van de ingetrokken maatregel voor langstudeerders is het aantal afgegeven bachelor- en masterdiploma’s in 2011/2012 beduidend hoger dan in 2010/2011. Deze toename van het aantal afgestudeerden en de daling van het aantal eerstejaars heeft ertoe geleid dat het aantal ingeschreven studenten in 2012/2013 voor het eerst sinds jaren is gedaald. Diploma’s
2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
TiSEM
598
574
696
792
TLS
354
301
321
406
TSB
328
371
339
394
TSH
73
104
121
169
TST
20
15
14
18
1.373
1.365
1.491
1.779
TiSEM
877
884
1.027
1.359
TLS
387
491
515
636
TSB
431
473
473
498
TSH
162
151
198
316*
TST
11
16
9
6*
1.868
2.015
2.222
2.815
TiSEM
0
0
0
0
TLS
0
0
0
0
TSB
0
0
0
0
TSH
1
0
0
1
TST
6
1
2
5
Totaal
7
1
2
6
Totaal initiële opleidingen
3.839
3.381
3.340
4.600
Postdoctorale opleidingen
57
72
52
67
Bacheloropleidingen
Totaal Masteropleidingen
Totaal Doctoraalopleidingen
* De diploma’s van de variant Christianity and Society van het brede masterlabel Theologie en Religiewetenschappen van TST zijn meegeteld bij TSH. Dit betreft 7 diploma’s.
47
Het aantal eerstejaars met een buitenlandse nationaliteit is in 2012/2013 gedaald naar 560 studenten. Door de relatief grote uittocht van Nederlandse afgestudeerden is het aandeel buitenlandse ingeschreven studenten in 2012/2013 licht gestegen naar 9%. Net als in 2011/2012 bestaat de studentenpopulatie voor 48% uit vrouwen. Het aantal deeltijdstudenten is opnieuw gedaald tot 358 (3%). Aantal eerstejaars (eerstejaars instelling WO-I) 2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
3.522
3.425
3.649
3.273
468
465
594
560
13,3%
13,6%
16,3%
17,1%
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
TiSEM
5.690
5.927
5.963
5.558
TLS
3.061
3.135
3.296
3.070
TSB
2.557
2.605
2.706
2.723
TSH
1.215
1.322
1.496
1.491*
TST
155
164
138
110*
12.678
13.153
13.599
12.952
totaal buitenlandse studenten % buitenlandse studenten Aantal ingeschrevenen
Totaal
* De ingeschreven studenten van de variant Christianity and Society van het brede masterlabel Theologie en Religiewetenschappen van TST zijn meegeteld bij TSH. Dit betreft 16 studenten.
Ingeschrevenen naar geslacht en naar opleidingsvorm 2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
man
6.739
7.027
7.115
6.714
vrouw
5.939
6.126
6.484
6.238
47%
47%
48%
48%
12.173
12.668
13.118
12.594
deeltijd
505
485
481
358
% deeltijd
4%
4%
4%
3%
% vrouw voltijd
De eerdergenoemde daling van het aantal eerstejaars in 2012/2013 is bij alle faculteiten zichtbaar. Het aantal eerstejaars in de bachelor- en pre-masterfase is afgenomen. Het aantal eerstejaars masterstudenten dat zich voor het eerst bij Tilburg University inschrijft is echter toegenomen. Het aantal contractstudenten is in het verslagjaar afgenomen en ongeveer gelijk aan het aantal in 2010/2011.
48
Aantal eerstejaars (eerstejaars instelling WO-I) naar faculteit en fase
TiSEM
TLS
TSB
TSH
TST
Tilburg University
2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
totaal
1.587
1.553
1.633
1.464
bachelor
1.020
997
1.046
898
premaster
378
360
325
299
master
189
196
262
267
totaal
789
724
781
657
bachelor
504
438
452
429
premaster
178
207
224
118
master
107
79
105
110
totaal
736
739
761
694
bachelor
527
561
542
449
premaster
140
109
146
169
master
69
69
73
76
totaal
392
381
460
446
bachelor
205
199
225
210
premaster
157
158
177
147
master
30
24
58
89*
totaal
18
28
14
12
bachelor
12
16
6
7
premaster
4
4
1
3
master
2
8
7
2*
totaal
3.522
3.425
3.649
3.273
bachelor
2.268
2.211
2.271
1.993
premaster
857
838
873
736
master
397
376
505
544
* Het aantal eerstejaars van de variant Christianity and Society van het brede masterlabel Theologie en Religiewetenschappen van TST zijn meegeteld bij TSH. Dit betreft 7 studenten.
49
Aantal contractstudenten 2009/10
2010/11
2011/12
2012/13
TiSEM
42
34
28
24
TLS
85
70
102
86
TSB
96
16
31
18
TSH
25
16
11
16
TST
4
5
3
4
252
141
175
148
Tilburg University
Het aantal studenten met een positief bindend studieadvies (bsa) is in 2011/2012 met 4%-punt gedaald naar 74%. Het aandeel is ongeveer gelijk aan het aandeel in 2010/2011. Deze verlaging is mogelijk het effect van de verhoging van de bsa-norm: studenten dienen vanaf 2011/2012 in het eerste jaar minimaal 42 studiepunten te halen in plaats van 36. Aandeel studenten met positief bindend studieadvies 2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
TiSEM
72%
69%
77%
69%
TLS
70%
69%
71%
62%
TSB
72%
80%
83%
87%
TSH
75%
82%
86%
84%
TST
100%
57%
100%
100%
72%
73%
78%
74%
Tilburg University
In 2011/2012 voldeed 63% van de studenten aan deze nieuwe bsa norm. In 2010/2011 heeft 61% - onder de oude norm van 36 punten- 42 studiepunten behaald en in 2009/2010 was dat 57%. Het aandeel loopt uiteen van 62% (TLS), 84% (TSH) en 100% voor TST.
50
Aandeel voltijds studenten die voldoen aan de bsa norm 100% 90% 80% 70%
65%
69%
67% 57%
60%
61%
63% 48%
50%
52%
55%
2009/2010 2010/2011 2011/2012
40% 30% 20% 10% 0% Norm 36 ECTS
Norm 42 ECTS
Norm 48 ECTS
Gemiddeld hebben bachelorstudenten in 2011/2012 in hun eerste jaar 40 studiepunten behaald tegen 41 punten van de eerstejaars van 2010/2011. Over de faculteiten varieert dit gemiddelde tussen de 35 (TLS) en 45 punten (TSB), waarbij TST vanwege het kleine aantal buiten beschouwing blijft. Het aantal eerstejaarsstudenten dat in de bachelorfase 2011/2012 tussen de 48 t/m 59 studiepunten heeft behaald is met 3%-punt toegenomen tot 26%. Verder valt op dat het aantal bachelorstudenten in 2011/2012 zonder studiepunten met 3% punt is toegenomen tot 12%. Dit komt overeen met het percentage in 2008/2009 en 2009/2010. Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd) (gemiddeld aantal behaalde studiepunten 1) binnen de opleiding) 2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
TiSEM
39
38
41
39
TLS
40
36
40
35
TSB
36
40
40
45
TSH
41
42
43
43
TST
34
31
38
64
Tilburg University
38
38
41
40
1)
inclusief studenten met nul studiepunten
51
Eerstejaarsvoortgang bachelor (voltijd) (frequentieverdeling behaalde studiepunten) 2008/09
2009/10
2010/11
2011/12
12%
12%
9%
12%
1 - 11
8%
9%
8%
7%
12 - 23
8%
8%
7%
8%
24 - 35
7%
6%
7%
6%
36 - 41
8%
8%
8%
4%
42 - 47
9%
9%
9%
9%
48 - 59
21%
23%
23%
26%
60 of meer
26%
25%
29%
29%
100%
100%
100%
100%
0
Van het cohort 2009/2010 heeft een kwart van de bachelorstudenten binnen drie jaar (in 2011/2012) het diploma behaald. De helft van de bachelorstudenten van cohort 2008/2009 heeft binnen vier jaar het diploma gehaald. Van de zes voorgaande lichtingen heeft ongeveer 45% van de studenten het diploma binnen de vier jaar gehaald. Gemiddeld is 66% van de studenten binnen zeven jaar afgestudeerd. Rendement bachelor (voltijd) cohort
aantal eerste jaars
geslaagd binnen 3 jaar
geslaagd binnen 4 jaar
geslaagd binnen 5 jaar
geslaagd binnen 6 jaar
geslaagd binnen 7 jaar
geslaagd binnen 8 jaar
geslaagd binnen 9 jaar
2002/03
1.688
23%
46%
57%
64%
66%
67%
68%
2003/04
1.837
25%
47%
59%
65%
68%
69%
70%
2004/05
1.842
21%
44%
55%
61%
63%
65%
2005/06
1.795
25%
45%
57%
63%
65%
2007/08
1.832
23%
46%
61%
2008/09
2.082
24%
51%
2009/10
2.162
25%
Het eerdergenoemde effect van de ingetrokken maatregel voor langstudeerders op het aantal afgestudeerden is zichtbaar in het verhoogd bachelorrendement van cohort 2007/2008 en 2008/2009. Ook is een verhoogd masterrendement zichtbaar van de cohorten 2009/2010 t/m 2011/2012. Het aantal bachelorstudenten met een positief bsa dat binnen drie jaar afstudeert is de afgelopen jaren gestegen tot 39%. In 2011/2012 blijkt dat 77% van cohort 2009/2010 binnen vier jaar een bachelordiploma heeft gehaald. Bij de voorgaande cohorten schommelt dit aandeel rond de 65%. Ook hier is het effect van de ingetrokken maatregel van OCW zichtbaar. 52
Post-bsa bachelorrendement bachelor (voltijd) aantal studenten
geslaagd binnen 2 jaar *
geslaagd binnen 3 jaar
geslaagd binnen 4 jaar
geslaagd binnen 5 jaar
geslaagd binnen 6 jaar
geslaagd binnen 7 jaar
geslaagd binnen 8 jaar
2004/05
921
35%
66%
81%
88%
91%
92%
92%
2005/06
890
29%
64%
80%
86%
89%
90%
2006/07
1.149
38%
67%
83%
90%
92%
2007/08
1.211
35%
64%
80%
88%
2008/09
1.211
34%
66%
85%
2009/10
1.274
38%
77%
2010/11
1.364
39%
* is nominale studiejaar van drie jaar; 2004/05 sluit aan bij cohort 2003/04 van bachelorrendement
Masterrendement (voltijd; 1-,2,- en 3 jarige opleidingen; start: 1 september) cohort
aantal eerste jaars
geslaagd binnen 1 jaar
geslaagd binnen 1,5 jaar
geslaagd binnen 2 jaar
geslaagd binnen 2,5 jaar
geslaagd binnen 3 jaar
geslaagd binnen 4 jaar
geslaagd binnen 5 jaar
2005/06
1.071
36%
58%
78%
84%
88%
91%
92%
2006/07
1.566
28%
52%
73%
82%
87%
90%
92%
2007/08
1.757
26%
50%
72%
81%
88%
92%
94%
2008/09
1.892
22%
41%
64%
75%
83%
89%
2009/10
1.823
24%
45%
70%
80%
87%
2010/11
2.030
27%
52%
80%
2011/12
2.156
33%
Het zogeheten post-bsa bachelorrendement wijkt af van het rendement van herinschrijvers dat in het kader van de prestatieafspraken wordt gehanteerd. In de volgende tabel zijn de twee type rendementen naast elkaar gezet. Daaruit blijkt dat het bachelorrendement van herinschrijvers lager uitvalt dan het post-bsa rendement. In het rendement volgens de Prestatieafspraak zijn alle studenten meegenomen die zich een jaar later opnieuw bij de universiteit hebben ingeschreven inclusief de studenten die zich met een negatief bsa hebben ingeschreven bij een andere opleiding (switchers). In het post-bsa rendement zijn uitsluitend studenten meegenomen die een positief bsa ontvingen. Studenten die met een negatief bsa aan een nieuwe opleiding beginnen zullen veelal later dan hun jaargenoten (met positief bsa) afstuderen of geen diploma halen, wat de lagere uitkomst van het rendement van herinschrijvers verklaart. Het kengetal post-bsa rendement is ontwikkeld om te monitoren wat de studievoortgang en uitval is van studenten met een positief advies. Het aantal herinschrijvers is kleiner dan het aantal het aantal post-bsa studenten, omdat voor de Prestatieafspraak wordt uitgegaan van studenten die zich voor het eerst in het hoger onderwijs inschrijven (eerstejaars HO) en geen studiehistorie hebben. Bij het post-bsa rendement wordt uitgegaan van studenten die zich voor het eerst bij Tilburg University hebben ingeschreven (eerstejaars-instelling, WO-I) en dit is inclusief studenten met een studieverleden in het HO. 53
Post-bsa bachelorrendement versus rendement herinschrijvers Kengetal
Kengetal
Post bsa bachelorrendement eerste jaar
Bachelorrendement herinschrijvers 2)
1)
cohortjaar post-bsa
studenten
geslaagd binnen 4 jaar 3)
cohortjaar
2006/07
2007/08
1.211
64,2%
2006/07
1.164
58,7%
2007/08
2008/09
1.211
65,6%
2007/08
1.110
60,4%
2008/09
2009/10
1.274
77,0%
2008/09
1.252
69,5%
1) 2)
her- 2) geslaagd inschrijvers binnen 4 jaar 3)
Uitsluitend studenten die zich met een positief bindend studieadvies herinschrijven Studenten die zich in hun tweede jaar opnieuw inschrijven, inclusief studenten met een negatief bsa mee die zich voor het eerst in het HO inschrijven (eerstejaars HO). Het post-bsa rendement is gebaseerd op de eerstejaarsinstelling (WO-I). Dit is inclusief studenten met een studiehistorie in het HO.
2.7.2 TiasNimbas Instroomgegevens TiasNimbas Business School 2007
2008
2009
2010
2011
2012
MBA programma’s
127
162
156
144
117
111
Company specific programma’s
973
539
530
535
921
676
Executive Masterprogramma’s
292
337
407
326
412
293
Executive Programma’s
252
417
400
535
421
441
MSc Programma’s
77
78
98
89
91
65
DBA Programma’s
18
20
18
19
17
0
401
404
468
522
483
559
2352
2112
2408
2640
3039
2779
Aantal uitgegeven diploma’s Aantal ingeschreven studenten
In 2012 was het aantal deelnemers in de MBA programma’s en Executive programma’s op het niveau van 2011. Na het hoogtepunt van 2011 voor de Company specific programma’s was het aantal deelnemers in 2012 terug op het eerdere niveau. De Executive Masters en de MSc-programma’s werden geconfronteerd met een daling in het aantal deelnemers. Deze daling is deels te verklaren door de verslechterde economische omstandigheden. De samenwerking met Bradford University voor onder meer het DBA-programma is verdisconteerd in 2011. In 2012 heeft TiasNimbas Business School contact gelegd met een andere partner voor het opzetten van een gezamenlijk doctoraal programma.
54
Hoofdstuk 3
Bedrijfsvoering
3.1 Verslag bestuursagenda Organisatieontwikkeling Uitvoering reorganisatie diensten Aanleiding/kader: Strategische aanleiding bezuinigingen Tilburg University 2011-2015 Doel/omschrijving: Realiseren en implementeren van de bezuinigingen voor de diensten zoals vastgelegd in de strategische nota en het daarvan afgeleide personeelsplan en sociaal plan. Resultaat: Realisatie en implementatie bezuinigingen Middelen: Reorganisatiefonds, reguliere middelen Actie: Vz, CS/CPM Tijdschema: 2012 en verder Resultaat De realisatie en implementatie van de bezuinigingen is verlopen conform de planning in het reorganisatieplan. De bezuinigingen die voor 2011 en 2012 waren voorzien, zijn gerealiseerd. Redesign organisatie diverse beleidsterreinen Aanleiding/kader: In de notitie “Strategische aanleiding bezuinigingen Tilburg University 2011-2015” is vastgesteld dat er een nadere beoordeling op samenhang en uitvoering zal worden gedaan met betrekking tot universiteitsbrede activiteiten. Doel/omschrijving: Het doel is kritisch te bezien hoe de werkzaamheden zijn verdeeld tussen faculteiten en diensten en of dat wijziging behoeft. Daartoe is een aantal werkgebieden benoemd die nauwkeurig onderzocht worden. De werkgebieden zijn: Communicatie & Marketing, Onderwijsondersteuning, Internationalisering en HRM. Resultaat: a) Verbetering van samenwerking en afstemming tussen faculteiten en diensten b) Verbetering of handhaving van de kwaliteit per werkgebied c) Het primaire proces is in staat het ondersteunende proces te sturen door onder andere duidelijk sturingsproces, duidelijke belegging verantwoordelijkheden en bevoegdheden, benutting mogelijkheden efficiëntiewinst Middelen: Niet van toepassing Actie: Vz, RM Tijdschema: Start najaar 2011. Afronding van het traject wordt verwacht voor de zomer 2012. Resultaat In 2012 heeft dit geleid tot een nieuwe inrichting van het werkgebied Communicatie & Marketing. De afdeling Communicatie en Marketing en de communicatieafdelingen van de faculteiten zijn samengevoegd en vervolgens opgesplitst in twee afdelingen: Corporate Communication en Education & Research Marketing. Deze laatste afdeling opereert onder aansturing van een bestuurscommissie bestaande uit de decanen. De discussies over de werkgebieden Internationalisering en HRM hebben in 2012 nog niet tot een eindconclusie geleid; deze worden naar verwachting in de eerste helft van 2013 afgerond.
55
Studentenzaken Student Desk Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 en StS 2010-2013 Doel/omschrijving: In 2011 is de nieuwe Student Desk van start gegaan met het oog op een verbeterde dienstverlening aan Nederlandse en internationale studenten. Het is een samenvoeging van het Studenten Service Centrum en de Studentenbalie. Het is de bedoeling dat bij succes de faculteiten ook aansluiten. Op die wijze biedt de universiteit één loket op de campus voor alle zaken die voor studenten gemeenschappelijk zijn geregeld. Om dit proces verder te professionaliseren is een digitale kennisbank aangekocht om telefonisch of per e-mail gestelde vragen te beantwoorden en bezoekersstromen te leiden. Ook is een ticketapparaat aangeschaft waardoor balies kwalitatief gericht functioneren. Resultaat Een professioneel opererende Student Desk en zoveel mogelijk één loket. Professionalisering, goede evaluatie en eventuele bijstelling blijft opportuun in 2012. Middelen: Reguliere middelen StS Actie Vz, StS Tijdschema: In 2012 vindt evaluatie en verdere professionalisering plaats. Resultaat In 2012 heeft een uitgebreide evaluatie plaatsgevonden, evenals verdere professionalisering. Dat wil zeggen: de werkprocessen met de back offices hebben verder hun beslag gekregen, in de zomer is met eigen middelen van Student Services geëxperimenteerd met de extra inzet in de piek van een team speciaal opgeleide studenten. De dienst Library and IT Services heeft tijdens de piekdrukte een plek aan de balie bemand en in het najaar is de economische faculteit met haar onderwijsbalie in een pilot van een jaar ingetreden in de Student Desk.
Herijking stelsel van bestuursbeurzen/subsidies Student Services Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 en bezuinigingen Doel/omschrijving: Het stelsel van bestuursbeurzen en subsidies van Student Services is toe aan een herijking. Het is van belang om daarbinnen een kwaliteitsslag aan te brengen, meer consistentie en om heldere uitgangspunten te formuleren op grond waarvan een transparante beleidslijn wordt ontwikkeld. Studentenorganisaties worden hierbij betrokken. Resultaat: Consistent stelsel bestuursbeurzen/subsidies. Middelen: Reguliere middelen. Overschrijding begrotingspost dient te worden voorkomen. Actie: Vz, StS Tijdschema: De afdelingen Academic Forum en Student Advisory Office gaan in het academisch jaar 2012-2013 op de nieuwe wijze werken. Resultaat Het stelsel van bestuursbeurzen is in 2012 volledig herijkt, waardoor een transparant en uitlegbaar systeem is geïntroduceerd. Dit heeft geresulteerd in de instelling van een Commissie Bestuursbeurzen, die op grond van het door de Universiteitsraad 56
geaccordeerde stelsel een reglement gaat opstellen en criteria voor toewijzing gaat vaststellen. Dit vindt voor een deel in het voorjaar van 2013 plaats.
Communicatie en Marketing Marketingstrategie Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Actualiseren marketingstrategieën voor werving bachelor- en masterstudenten en internationale werving Resultaat: Nieuwe marketingstrategie studentenwerving. Middelen: Reguliere middelen GS/C&M, desgewenst extra inzet per faculteit Actie: Vz, GS/C&M in overleg met de faculteiten. Tijdschema: 2012 Resultaat Een strategische nota internationale werving is gerealiseerd en aangeboden. Tevens wordt intensiever en doelmatiger gecommuniceerd met potentiële internationale studenten tijdens de toelatingsprocedure om de conversie te verhogen. Met betrekking tot de werving voor bachelorstudies is in 2012 onderzoek gedaan naar de parameters die op deze werving van invloed zijn. Het samenstellen van een nieuwe wervingsstrategie is uitgesteld door de reorganisatie van de communicatiekolom. De nieuwe afdeling Education and Research Marketing zal de strategie formuleren. In 2013 worden voor alle opleidingen marketingplannen gemaakt op basis van door onderzoek verworven inzichten. Voor de werving van masterstudenten is intensiever ingezet op de voorlichting naar studenten van andere universiteiten wat heeft geresulteerd in een stijgende belangstelling van deze studenten bij onze voorlichtingsactiviteiten. Van offline naar online communicatie en marketing Aanleiding/kader: Strategisch Plan 2010-2013 Doel/omschrijving: Aansluiten bij behoeften en verwachtingen doelgroepen en meer effectiviteit en efficiency Resultaat: Webbased communicatie en marketing. Middelen: Reguliere middelen GS/C&M, bezuinigingstaakstelling Actie: Vz, RM, GS/C&M in overleg met faculteiten en diensten Tijdschema: 2012-2014 Resultaat De ingezette koers van ‘online tenzij…’ is in 2012 vastgehouden en verder doorgevoerd. In toenemende mate zijn ook faculteiten gaan participeren in online campagnes. Social media advertising (SMA) en search-engine advertising (SEA) zijn standaard onderdeel van de activiteiten. Daarnaast is in 2012 de website verder geoptimaliseerd zowel aan de voorkant, zichtbaar voor bezoekers, als aan de kant van de invoer en optimalisatie van content. Steeds meer maken online componenten deel uit van de reguliere activiteiten. In het Webproject 2.0 zijn de volgende deelprojecten opgeleverd: kwaliteitsverbetering content, inrichting nieuw Content Management Systeem, nieuwe versie Studentenportal, bètaversie intranet en nieuwe versies van 57
een aantal websites van instituten. Afronding van dit project staat gepland voor 2013. Op het terrein van social media is gestart met het opstellen van kanaalstrategieën voor o.a. Facebook, LinkedIn, Twitter en is een tool in gebruik genomen voor social media monitoring. Voor de voorlichtingsdagen is een speciale app voor smartphones gelanceerd.
Huisvesting en faciliteiten Ontwikkelen verhuurmodel voor kantoorruimtes Aanleiding/kader: Strategische aanleiding bezuinigingen Tilburg University 2011-2015 Doel/omschrijving: Implementatieplan voor een verhuurmodel voor kantoorruimtes. Resultaat: Een werkend model om het gebruik van kantoorruimtes te optimaliseren. Middelen: Geen additionele middelen. De kosten van de implementatie worden gekwantificeerd op het moment dat de uitgangspunten en het concreet ingevulde model vastliggen. Actie: Vz, FS Tijdschema: 2012 Resultaat In 2012 is het ‘verhuurmodel’ verder uitgewerkt als een normatief ruimteverdeelmodel zonder financiële verhuurcomponent. Ruimtes worden in dat model toegewezen op basis van met name fte’s en UFO-profielen. Het model is klaar en zal in 2013 worden vertaald in zogenaamde vlekkenplannen, waarna de noodzakelijke verhuisbewegingen in gang gezet kunnen worden. Implementeren van het inkoopbeleid Aanleiding/kader: Strategische aanleiding bezuinigingen Tilburg University 2011-2015 Doel/omschrijving: Het door het College van Bestuur vastgestelde inkoopbeleid moet de komende tijd worden geïmplementeerd. Dit mede in het licht van de voorgenomen bezuiniging van m€ 1,8 op inkoop. Hierbij moet zowel de verdeling van deze bezuiniging worden vastgelegd, als ook de middelen die nodig zijn voor goede inkoop. Resultaat: a) Een verdeling van de bezuinigingstaakstelling op inkoop die gebaseerd is op reëel te verwachten inkomsten door efficiëncywinst op inkoop. b) Een werkend inkoopportal. c) Voldoende menskracht om de noodzakelijke aanbestedingen uit te kunnen voeren. Middelen: Resultaat a) wordt uitgevoerd door Facility Services en vraagt geen middelen. Voor resultaat b), het inkoopportal, wordt een projectorganisatie opgezet, waaruit op 1 mei 2012 een voorstel wordt voorzien voor de aanschaf en implementatie van een inkoopportal. Voor de kosten van het systeem zal een beroep worden gedaan op het Subcompartiment ICT. Voor resultaat c) zijn volgens prognose twee extra inkopers noodzakelijk. Voor deze inkopers komen in 2013 middelen beschikbaar uit de te realiseren inkoopvoordelen. In 2012 zal door Facility Services één inkoper worden gefinancierd. Actie: Vz, FS Tijdschema: Resultaat a) wordt bereikt op 1 mei 2012 58
Resultaat b) wordt bereikt op 1 juli 2012 Resultaat c) wordt bereikt op 1 januari 2012 voor 1 fte en op 1 januari 2013 voor de 2e fte. Resultaat De taakstelling is verdeeld en het aanbestedingsvoordeel is op dit moment al ruim M€ 1,2. De implementatie van het inkoopportal is vertraagd, maar zal in de loop van 2013 zijn beslag krijgen. De inkooporganisatie van FS is georganiseerd en werkt.
ICT Nieuw bibliotheeksysteem Aanleiding/kader: Memo voor Stuurgroep Informatisering en Automatisering van 13 maart 2007 ten behoeve van TMP 2008-2011 (Nieuwe Search Engine en vervanging bibliotheeksystemen). In het voorjaar van 2011 is gekozen voor de bibliotheeksystemen Webbased Management Services (WMS) en WorldCat van OCLC. Dit zijn cloudoplossingen. Tilburg University heeft de eerste universiteitsbibliotheek in Europa die op deze systemen zal overstappen. Doel/omschrijving: Vervanging van het bibliotheeksysteem en van de zoekdienst Get It! Resultaat: Nieuw bibliotheeksysteem. Middelen: De kosten van de nieuwe systemen worden gedekt door bestaande posten in het Subcompartiment ICT. Projectkosten en de bemensing van het project zijn voor rekening van Library and IT Services en van de leverancier Ohio College Library Center (OCLC). Actie: Vz, LIS Tijdschema: Het invoeringstraject loopt van augustus 2011 tot augustus 2012. De systemen worden in het eerste weekeinde van juli 2012 in productie genomen. Resultaat Het project ter invoering van een nieuw bibliotheeksysteem ‘uit de cloud’, ter vervanging van het oude LBS-systeem, is in 2012 gesplitst in een projectfase voor de ‘voorkant’ (zoekmachine, discovery) en een fase voor de ‘achterkant’ (catalogus, backoffice, delivery). Dit om vertraging van het project als geheel te voorkomen. In 2012 bleek dat de achterkant van het bibliotheeksysteem onvoldoende functionaliteit bezat om geaccepteerd te kunnen worden. Dus is in augustus 2012 de voorkant, WorldCat Local, in gebruik genomen en is oplevering van het backend-systeem, Worldshare Management Services (WMS) uitgesteld tot begin 2013. Daarmee heeft de universiteit nog altijd de eerste universiteitsbibliotheek in Europa die voor het gehele bibliotheeksysteem overgaat ‘naar de cloud’. Studentenadministratiesysteem en Studielink Aanleiding/kader: Studenten Informatie Systeem (SIS): afhankelijk van gekozen scenario: SaNS of nieuw project/kader. Studielink: het landelijke SaNS-project en het project voor de implementatie van Oracle Campus Solutions (CS) bij de universiteit, MySIS, vragen in 2012 onverminderd de aandacht van LIS. Eind 2011 wordt, na consultatie van de SaNS-partners, een definitief besluit genomen over het voor Tilburg University meest wenselijke 59
scenario. Ongeacht het scenario, zal het zeker in 2012 nog veel tijd in beslag nemen. Inmiddels begint de noodzaak tot afbouw van bestaande systemen die al geruime tijd end-of life zijn een belangrijk criterium in de overwegingen te vormen. Deze systemen, het oude SIS voorop, vormen een bedrijfsrisico. Voor het kunnen inschrijven van masterstudenten via Studielink zal een vervolgtraject op het in 2011 afgesloten project Studielink voor de bachelorfase moeten worden gestart. Doel/omschrijving: Invoering nieuw studentenadministratiesysteem. Inschrijven masterstudenten via Studielink. Resultaat: Efficiënt studenteninformatiesysteem. Middelen: SIS: Subcompartiment ICT. Studielink: aan te vragen op basis van projectvoorstel, Subcompartiment ICT. Actie: Vz, LIS, StS, faculteiten en afhankelijk van het gekozen scenario: SaNS-partners Tijdschema: MySIS-Volg “light”: eind 2011-eerste helft 2012 Studielink masterfase: 2012, operationeel voor studiejaar 2012-2013. Resultaat Werkzaamheden aan het nieuwe studenteninformatiesysteem MySIS zijn in 2012 doorgegaan, maar niet altijd met de intensiteit die nodig was om de planning te halen. Daardoor zal oplevering van ‘MySIS Volg light’ pas in 2013 kunnen plaatsvinden waardoor het bedrijfsrisico dat door het oude SIS veroorzaakt wordt steeds nijpender wordt. Library and IT Services heeft maatregelen getroffen, maar in 2013 verdwijnt ook de kennis van het oude systeem. Gedeeltelijk heeft de vertraging te maken met het feit dat er in 2012 vier projecten in het onderwijs(logistieke) domein tegelijkertijd moeten worden uitgevoerd. Na de invoering van Studielink 1, inschrijving van bachelorstudenten, in 2011, is in 2012 begonnen met de tweede en laatste fase van de aansluiting van Tilburg University -systemen op Studielink, nu voor de inschrijving van masterstudenten en herinschrijvers. Dit project ligt op schema en zal in 2013 worden afgerond. Het project wordt uitgevoerd met middelen die uit het project Studielink 1 waren teruggevloeid. ICT Governance en ICT-architectuur Aanleiding/kader: Bij Tilburg University is de besturing van ICT-ontwikkelingen en de besluitvorming rond ICT-projecten in 2011 enigszins in het slop geraakt. Gevaar voor verlies aan doelmatigheid dreigt door gebrek aan sturing en daardoor uitwaaierende ontwikkeling of ‘eilandautomatisering’. Dit kan leiden tot versplintering, incompatibiliteit, dubbel werk, lagere betrouwbaarheid en suboptimale functionaliteit en dus tot hogere kosten. De aansturing van ICT-ontwikkelingen en projecten moet weer op de rails worden gezet, aangepast aan recente inzichten en ontwikkelingen. Tevens is het nodig om de ICT-architectuur, voor het laatst vastgesteld in 2008, te moderniseren en opnieuw als richtinggevend kader aan te bieden. Doel/omschrijving: Verbetering van de besluitvorming ten aanzien van ICT-dossiers (projecten, innovatie) en van de doelmatigheid op lange termijn van ICT-activiteiten door het bieden van een richtinggevend kader. Resultaat: Aanscherping ICT-governance en geactualiseerd ICT-architectuurplan. 60
Middelen: Niet van toepassing Actie: Vz, LIS, informatiemanagers Tijdschema: 2012 Resultaat Het eerdere voorstel om te komen tot een Stuurgroep Informatisering en Automatisering (SIA) wordt nieuw leven ingeblazen. De aansturing van ICT-projecten is op basis van het in 2012 herziene ICT-projectenprotocol verbeterd, maar in 2012 is tevens duidelijk geworden dat de universiteit eigenlijk instrumenten ontbeert voor multi-projectmanagement (portfolio-management, programmamanagement). Op verzoek van het College van Bestuur is LIS in 2012 begonnen met modernisering van de uitgangspunten ten aanzien van de ICT-architectuur. Deze uitgangspunten zijn richtinggevend voor vernieuwing van de ICT-voorzieningen binnen Tilburg University. Deze exercitie kon in 2012 nog niet worden afgerond wegens afgenomen capaciteit op het terrein van informatiemanagement.
Financiën Evaluatie intern bekostigingsmodel Aanleiding/kader: Het intern bekostigingsmodel (IBM) is in 2008 geëvalueerd met het oog op het TMP 2009-2012. Inmiddels is het externe bekostigingsmodel ingrijpend gewijzigd. De parameters voor de onderwijsbekostiging, de bekostigingsgewichten en de tarieven zijn aangepast. Verder wordt de bama-overgangsmaatregel voor de diplomabekostiging beëindigd en de bekostiging beperkt tot EER-studenten en wel tot één opleiding. Daarnaast heeft de regeling langstudeerders met ingang van 1 september 2012 consequenties voor de collegegelden en de externe bekostiging. Verder moeten de bezuinigingen bij de diensten in het IBM worden verwerkt. Ten slotte heeft OCW aangekondigd een bonus/malus systeem te willen invoeren op basis van in de eerste helft van 2012 te maken bilaterale afspraken over onderwijskwaliteit en de realisatie daarvan. Doel/omschrijving: Evaluatie van het huidige IBM Resultaat Een vernieuwd IBM in het TMP 2013-2016 Middelen: Niet van toepassing Actie: Vz, CS/P&C Tijdschema: 2012 Resultaat Het IBM is geëvalueerd en herzien. Er is naar gestreefd om het model zoveel mogelijk te vereenvoudigen, aan te sluiten op het externe bekostigingsmodel, de time lag tussen prestatie en bekostiging te verkorten en de reallocatie-effecten bij de overgang te beperken. De universiteit wil de maatschappelijke impact van haar onderzoek versterken en heeft daarom een nieuw valorisatiecompartiment geïntroduceerd. Verder is de verhouding tussen de middelenverdeling op basis van onderwijs- en onderzoeksparameters meer in evenwicht gebracht. Het nieuwe model is toegepast in het TMP 2013-2016.
61
Personeel Strategische personeelsplanning en talentmanagement Aanleiding/kader: Optimaal benutten van talent in krappe arbeidsmarkt Doel/omschrijving: Op het juiste moment kunnen beschikken over benodigde kwaliteiten en ervaringen binnen Tilburg University om hoge kwaliteit te kunnen blijven leveren aan studenten, medewerkers en de samenleving, afgestemd op de strategische doelen van de universiteit. Tevens wordt verdere modernisering van de communicatie met de arbeidsmarkt opgepakt. Ook zal in 2012 de interne mobiliteit verder worden gestimuleerd. Resultaat: De juiste medewerker op de juiste plaats. Middelen: Reguliere middelen Actie: Vz, GS/HR Tijdschema: 2012-2013 Resultaat In lijn met de implementatie van de Resultaat en Ontwikkelings (R&O)-gesprekken is met de directeuren onderzocht hoe te komen tot een meer strategische personeelsplanning en juiste inzet en mobiliteit van medewerkers. Met de ‘vlootschouw’ wil de organisatie aangeven dat er naast de menscyclus van afspraken maken, beoordelen en ontwikkelen ook een organisatiecyclus is in de vorm van afdelingsplannen en managementinformatie om de voortgang en ontwikkeling van de organisatie of afdeling te monitoren. Welke afspraken worden met medewerkers gemaakt om doelen te bereiken en de talenten van de medewerkers hierin te ontwikkelen of mobiliseren? En hoe wordt de stuurinformatie verkregen die daarvoor nodig is? In 2013 wordt de discussie rondom de vlootschouw nader uitgewerkt in de vorm van instrumenten en ingebed in de R&O-cyclus. Dit in lijn met de uitspraken in de CAO rondom Intensivering systematisch personeelsbeleid en Duurzame inzetbaarheid. Sturen op prestaties en talent met een bijbehorend bewust beloningsbeleid Aanleiding/kader: Strategisch plan 2010-2013 en 11 puntenplan P&O 2009-2013, P-enquête 2009 en Organisatiemonitor. Dit onderwerp stond in 2011 reeds op de agenda. In 2011 is een nieuwe regeling vastgesteld die het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken vervangt door het voeren van Resultaat & Ontwikkelingsgesprekken. Er is bijbehorend instrumentarium ontwikkeld ter ondersteuning. In 2012 vindt de daadwerkelijke implementatie plaats. Doel/omschrijving: Het doel van het voeren van R&O gesprekken is meerledig: Resultaat: a) Door afspraken te maken (afgeleid van de afdelingsplannen) en de bereikte resultaten te evalueren, wordt er bewuster gestuurd op het bereiken van gewenste prestaties. b) Aanwezig potentieel/talent wordt beter zichtbaar. c) Onderpresteren wordt beter zichtbaar. Middelen: Coaching wordt via lopende middelen gefinancierd. Training wordt gefinancierd uit decentrale arbeidsvoorwaardengelden. Actie: Vz, GS/HR 62
Tijdschema: 2012-2013 Resultaat In 2012 zijn voor het eerst R&O-gesprekken gevoerd met de medewerkers. De focus lag vooral op het maken van de juiste afspraken over resultaten en ontwikkeling van medewerkers (plannen van afspraken). In 2013 worden deze afspraken beoordeeld en worden nieuwe afspraken gemaakt. Tevens worden dit jaar de uitgangspunten geformuleerd voor een meer resultaat- en ontwikkelingsgericht beloningsbeleid, dat geëffectueerd wordt in 2014.
3.2 Voortgang prestatieafspraken Op het gebied van organisatie en bedrijfsvoering zijn in het kader van de prestatieafspraken ambities geformuleerd voor de ontwikkeling van de generieke overhead volgens de definitie van Berenschot. Indicator Percentage generieke overheadformatie van totale formatie
Realisatie 2010
Ambitie 2015
Voortgang 2012
21,8%
<21,0%
<21,8%
3.3 Ontwikkelingen bedrijfsvoering 3.3.1 ICT In 2012 heeft de dienst Library and IT Services (LIS) op de campus de AV-voorzieningen in onderwijsruimten en de draadloze netwerkvoorzieningen vernieuwd waarbij de capaciteit werd uitgebreid zodat er effectiever gebruik gemaakt kan worden van smartphones en tablets. Studenten en medewerkers kregen een e-mail- en werkomgeving aangeboden gebaseerd op Google Apps for Education, een cloudoplossing. Het project Identity Management is succesvol afgesloten waardoor gebruikersaccounts nu vanuit de centrale bronsystemen (SAP en MySIS) kunnen worden gemaakt, beheerd en verwijderd. Binnen het project De Nieuwe Werkplek zijn de file & print services vernieuwd en is Sharepoint geïntroduceerd. Er is een goed bezochte Teaching Meeting georganiseerd onder de noemer ‘What makes a good teacher!’ en er was een bijeenkomst voor beleidsmakers over onderzoeksdata, mede naar aanleiding van de Stapel-affaire. De zestiende en laatste TICER Summer School on Digital Libraries in augustus is heel succesvol verlopen.
63
3.3.2 Huisvesting Vastgoed en campus beginnen in functionaliteit te verouderen en sluiten minder aan bij de hedendaagse wensen op het gebied van onderwijs en kantoorruimtes. In 2012 is gestart met de ontwikkeling van een strategische vastgoedvisie. Hierbij wordt ondermeer gekeken naar de toekomst van onderwijszalen, nieuwe kantoorconcepten, duurzaamheid en modernisering van leef-/studiegebieden voor studenten. De definitieve visie wordt vastgesteld als het nieuwe Strategisch Plan bekend is. Het belangrijkste project in 2012 was de renovatie van gebouw Cobbenhagen. Het pand is opgeleverd binnen de oorspronkelijke planning en tijdens de opening van het nieuwe academisch jaar feestelijk in gebruik genomen. In het najaar is gestart met de renovatie van de betonconstructie van de gevel van Koopmans. Verder is gewerkt aan de voorbereiding van de renovatie van Olympia (Sportcentrum) die in 2013 begint. In 2012 heeft het College van Bestuur ingestemd met de invoering van het RuimteVerdeelModel (RVM) in 2013. Een normeringsmodel waarbij voor alle faculteiten en diensten op dezelfde wijze een m2-norm wordt toegepast in toewijzing van ruimte naar medewerkers. Op basis van deze normering wordt een besparing in kantoorruimtes gerealiseerd. Mede naar aanleiding van bezettingsmetingen, waarbij op piektijden ongeveer 40% van de kantoren bezet bleek, is vastgesteld dat een verlaging van het aantal kantoren mogelijk is. 3.3.3 Human Resources (HR) Het jaar 2012 stond voor een belangrijk deel in het teken van de begeleiding van bezuinigingen/reorganisaties. Daarbij is veel aandacht besteed aan de samenvoeging van de Communicatie & Marketing kolom en het succesvol begeleiden van medewerkers van werk naar werk. Voor de HR-kolom is besloten om steviger in te zetten op proces- en informatiemanagement en te komen tot een procesuniformering en digitaliseringsagenda voor de komende 3-5 jaar (eHRM). Daarnaast zijn scenario’s uitgewerkt om te komen tot een bezuiniging van 10% op de totale HR kolom. Duidelijkheid hierover volgt in 2013. Er is gestart met het verkrijgen van het HR Logo Excellence in Research en de haalbaarheidsstudie naar vestiging van een internationale school in Tilburg is afgerond. Er is onderzoek gedaan naar de financiële, fiscale en administratieve gevolgen van de invoering van de Werkkostenregeling. Tevens is er een mobiliteitsonderzoek uitgevoerd in het kader van Duurzaamheid. Tilburg University heeft het voorzitterschap op zich genomen van de contactgroep Sociale Zekerheid en Pensioenen, waarin naast alle universiteiten, ook wetenschappelijke instituten en het ABP, Loyalis en UWV zijn vertegenwoordigd. Net als voorgaande jaren is gewerkt aan het bevorderen van meer vrouwen in hogere wetenschappelijke functies en continue aandacht voor Arbo & Milieu. 3.3.4 Communicatie & Marketing Bij de viering van het 17e lustrum is stilgestaan bij de 100ste geboortedag van Marga Klompé. Marga Klompé is een bron van inspiratie, om de wijze waarop zij als eerste vrouwelijke minister opkwam voor de positie van meisjes en vrouwen. Dat inspireerde ook twee staatshoofden om Tilburg University op 9 november te bezoeken. Koningin Beatrix onthulde het borstbeeld van Marga Klompé en President Ellen Johnson Sirleaf van Liberia sprak de diesrede uit en ontving een eredoctoraat.
64
Op 28 november kreeg de universiteit veel aandacht in binnen- en buitenland bij de presentatie van het eindrapport van de onderzoekscommissies in de zaak Stapel. De fraude werd in 2011 ontdekt door drie jonge Tilburgse wetenschappers. Het universiteitsbestuur beschermde de klokkenluiders en liet de fraude tot op de bodem uitzoeken. De samenleving moet kunnen vertrouwen in de wetenschap en in de universiteit en wetenschappers moeten elkaar kunnen vertrouwen. Daarom gaat Tilburg University voor zero-tolerance: wie hier werkt, fraudeert niet; wie fraudeert, werkt hier niet.
3.4 Financiën 3.4.1 Toelichting geconsolideerde jaarrekening De geconsolideerde jaarrekening 2012 van Tilburg University is inclusief de deelnemingen TiasNimbas Business School BV en UvT-Holding BV en de stichtingen IVA, IVO en Universiteitsfonds. Deze paragraaf bevat een analyse op hoofdlijnen van de financiële ontwikkelingen in 2012. De financiële exploitatie ziet er verkort als volgt uit: Exploitatie 2012 geconsolideerd (€)
2012
Begroting 2012
2011
109.503.865
102.914.000
106.300.870
Collegegelden
23.707.927
24.400.000
23.621.062
Baten werk in opdracht van derden
46.765.161
54.887.000
51.344.097
Overige baten
18.553.895
19.352.000
17.808.402
Baten totaal
198.530.848
201.553.000
199.074.431
Personele lasten
146.622.147
149.240.000
149.288.883
54.365.620
56.715.000
53.429.215
200.987.767
205.995.000
202.718.098
-2.456.919
-4.402.000
-3.643.667
Saldo financiële baten en lasten
952.540
677.000
1.179.797
Belasting
206.149
0
7.570
Aandeel derden
108.816
0
113.971
-1.601.712
-3.725.000
-2.357.469
Rijksbijdrage OC&W
Overige lasten Lasten totaal Saldo baten en lasten
Exploitatieresultaat
Het exploitatieresultaat 2012 bedraagt -m€ 1,6. Dit is beter dan vorig jaar en positiever dan begroot. Het resultaat 2012 is inclusief de niet begrote kosten van beëindiging van activiteiten van de stichtingen IVA en IVO. Het exploitatietekort is in mindering gebracht op het eigen vermogen. Per ultimo 2012 bedraagt het eigen vermogen m€ 132. Hiermee blijft Tilburg University financieel gezond. De liquiditeit en de solvabiliteit zijn stabiel gebleven. In 2012 is net als in 2011 kostenbewust en tijdig bijgestuurd op de externe ontwikkelingen. Bij de deelnemingen zijn ingrijpende maatregelen getroffen om het hoofd te bieden aan de voortdurend ongunstige marktomstandigheden. Bij de centrale diensten en de faculteiten worden met ingang van 2012 meerjarige bezuinigingen doorgevoerd die leiden tot een structurele besparing vanaf 2016 van in totaal m€ 15.
65
In de begroting zijn de rijksbijdrage en de lasten gecorrigeerd voor inkomensoverdrachten (-m€ 4) die uiteindelijk substantieel lager zijn uitgevallen. De vergelijking tussen realisatie en begroting wordt wat betreft de rijksbijdrage en de collegegelden vertekend doordat de langstudeermaatregel per 1 september 2012 kort na invoering weer werd ingetrokken. Daardoor is de rijksbijdrage hoger uitgevallen dan begroot en zijn de collegegelden lager uitgevallen. De rijksbijdrage is in de loop van 2012 verhoogd voor nominale ontwikkelingen (pensioenpremies) en verlaagd voor de achteraf te hoge referentieraming studentenaantallen van OC&W. Dit was niet begroot. De baten werk in opdracht van derden en de overige baten zijn lager uitgevallen dan begroot. De lasten zijn in verband daarmee in de loop van het jaar naar beneden bijgestuurd. Ter toelichting op de verschillen tussen de realisatie 2012 en 2011 het volgende. Ondanks bezuinigingen op het macrokader was de rijksbijdrage 3% hoger dan in 2011. De achterstand in de bekostiging van alfa-gammaonderzoek en de jonge universiteiten is in 2012 verder ingelopen. Het Canada-akkoord is nog niet volledig uitgevoerd. Het aandeel van Tilburg University in de bekostiging is door betere prestaties licht toegenomen. Het macrokader is verhoogd in verband met de groei van het aantal studenten in het hoger onderwijs. De gestegen pensioenpremies zijn gedeeltelijk gecompenseerd. Dit geldt ook voor de meerkosten van de invoering en intrekking van de langstudeermaatregel. Tussen 2008 en 2011 zijn de collegegelden uit initiële opleidingen jaarlijks met gemiddeld 8% gegroeid. Hieraan is in 2012 een einde gekomen. Het aantal ingeschreven studenten is in 2012 gedaald omdat studenten in het zicht van de langstudeerheffing sneller zijn afgestudeerd en er zijn minder eerstejaars ingestroomd. Door de voortdurende economische malaise zijn de baten uit werkzaamheden in opdracht van derden voor het tweede achtereenvolgende jaar met 9% gedaald. De daling van de omzet uit contractonderwijs (-5%) vlakt af in vergelijking met 2011 (-15%). Contractonderwijs is grotendeels geconcentreerd bij TiasNimbas BV. De daling van de omzet uit contractonderzoek (-13%) is groter dan in 2011 (-4%). Dit hangt samen met de afbouw van activiteiten van de stichtingen IVA en IVO maar ook de 2e geldstroombaten (NWO en KNAW) en de inkomsten van internationale organisaties waaronder de EU zijn gedaald. Tilburg University had in 2012 minder overhead dan in 2010. Het ondersteunend personeel in loondienst is in twee jaar met 9% gedaald en het wetenschappelijk personeel met 3%. In de prestatieafspraken met het ministerie van OC&W zijn doelstellingen voor de vermindering van overhead vastgelegd. Tilburg University had ultimo 2012 inclusief deelnemingen in totaal 1.792 fte personeel in dienst (vast en tijdelijk). Dat is 2% minder dan het jaar daarvoor. De kosten van personeel in loondienst zijn ten opzichte van 2011 bijna 2% gedaald. Dit ondanks hogere pensioenpremies en hogere premies sociale lasten. Door lagere kosten voor uitzendkrachten en minder dotaties personeelsvoorzieningen zijn de overige personeelslasten 3% gedaald. De overige lasten zijn 2% gestegen. Dit wordt veroorzaakt door de kosten van asbestsanering (m€ 1,7) bij de renovatie van het Cobbenhagen gebouw. Het saldo financiële baten en lasten bedraagt bijna m€ 1. Dit is iets lager dan in 2011 maar beter dan begroot. De onderscheiden posten zijn nader toegelicht in de paragraaf over het treasurybeleid.
66
De waarde van de materiële vaste activa is gestegen van m€ 122 naar m€ 128. De planmatige investeringen bedroegen m€ 15 en de afschrijvingen m€ 9. De financiële vaste activa zijn door investeringen en desinvesteringen per saldo met m€ 1 gedaald tot m€ 13. De liquide middelen zijn met m€ 11 afgenomen en bedragen per ultimo 2012 ruim m€ 92. De langlopende schulden zijn door aflossingen gedaald tot m€ 40 en de kostlopende schulden zijn gedaald tot m€ 78. Ondanks de terugloop van de kortlopende schulden met m€ 8 was de kasstroom uit operationele activiteiten ruim m€ 4 positief. De kasstroom uit investeringsactiviteiten was m€ 14 negatief. Als gevolg van reguliere aflossing van langlopende schulden was de kasstroom uit financieringsactiviteiten bijna m€ 2 negatief. 3.4.2 Vooruitblik 2013 Exploitatie geconsolideerd (€) Rijksbijdrage OC&W Correctie inkomensoverdrachten Collegegelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Baten totaal Personele lasten Overige lasten Lasten totaal Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Belasting Aandeel derden Exploitatieresultaat
Begroting 2013 108.342.000 -424.000 23.200.000 49.240.000 16.566.000 196.924.000 144.345.000 55.392.000 199.737.000 -2.813.000 535.000 0 0 -2.278.000
De rijksbijdrage zal in 2013 onder het niveau van 2012 uitkomen. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat de bekostiging van doorstromers uit het HBO in 2013 een jaar opschuift en verdere bezuinigingen op het macrokader voor het hoger onderwijs. In 2012 is een begin gemaakt met de externe bekostiging op basis van prestatieafspraken met het ministerie van OC&W. Tilburg University heeft intern afspraken gemaakt voor de vertaling hiervan in de interne bekostiging vanaf 2017. Het marktaandeel van Tilburg University voor de bacheloropleidingen, waar de meeste studenten instromen, staat al enkele jaren onder druk. Dit heeft op termijn ongunstige gevolgen voor de rijksbijdrage. Het aantal op 1 oktober ingeschreven studenten is in 2012 met 5% afgenomen waardoor de collegegeldinkomsten in 2013 zullen dalen. De meeste faculteiten en Netspar verwachten in 2013 hogere baten uit werk in opdracht van derden waaronder de 2e geldstroom (NWO en KNAW) en de EU. De ontwikkeling zal nauwlettend worden gevolgd en indien nodig zal op de kosten worden bijgestuurd. De begroting van de faculteiten en diensten is taakstellend. De begrote exploitatieresultaten moeten minimaal worden gehaald en lagere resultaten zijn niet toegestaan. TiasNimbas Business School heeft een herstructurering doorgevoerd en is bezig met verdere 67
bezuinigingen om met een lagere omzet vanaf 2013 weer winstgevend te zijn. De activiteiten van stichting IVA en stichting IVO zijn of zullen op korte termijn worden beëindigd. Onderzocht wordt of een groot meerjarig project van stichting IVO binnen TiSEM kan worden voortgezet. De overige baten zijn voorzichtig begroot. De onlangs vernieuwde CAO Nederlandse Universiteiten leidt tot hogere kosten van personeel in loondienst. Dit zal binnen de begroting moeten worden opgevangen. De financiële baten zullen in 2013 onder druk blijven staan en zijn voorzichtig begroot. Er is een blijvend kostenbewustzijn nodig om in 2013 alert in te kunnen spelen op de lagere inkomsten als gevolg van overheidsbezuinigingen, de onzekere marktomstandigheden en de kostenstijging als gevolg van CAO, hogere premiedruk en de btw-verhoging. Bij de faculteiten en diensten ligt de uitvoering van de bezuinigingen op schema. Daarnaast zijn verdere besparingen in voorbereiding. Voor structureel betere resultaten zijn besparingen alleen niet voldoende. Om de toekomst slagvaardig tegemoet te kunnen treden, zal in het nieuwe strategisch plan 2014-2017 de aanzet worden gegeven voor nieuwe investeringen in combinatie met verdergaande efficiencymaatregelen, minder overhead en een grotere kostenflexibiliteit. Voor 2013 is een bedrag van m€ 17 begroot voor investeringen in bestaande gebouwen (renovaties en functionele aanpassingen waaronder onderwijsruimten). Daarvan is m€ 5 gereserveerd in afwachting van nadere planuitwerking. De investeringen zullen zoveel mogelijk uit eigen middelen worden gefinancierd. 3.4.3 Risicobeheersing Management control is gericht op het realiseren van de strategische doelstellingen door sturing en voortgangsbewaking. Tilburg University heeft strategische doelstellingen geformuleerd en leidt daaruit jaarlijks een bestuursagenda af. Er worden diverse systemen en procedures gehanteerd voor het beheersen van risico’s. Er liggen risico’s op het gebied van de strategische doelstellingen, de wetenschappelijke reputatie, de onderwijskwaliteit, de financiën, het personeel (kwalitatief en kwantitatief) en de huisvesting. Enkele instrumenten voor de interne risicobeheersing die gehanteerd worden zijn (niet limitatief): • Het Strategisch Plan voor de middellange termijn en de jaarlijkse bestuursagenda; • Het Bestuurs- en Beheersreglement met de bevoegdheden van faculteiten en diensten; • De Mandaatregeling waarin de bevoegdheden van beheersfunctionarissen zijn opgenomen; • Code of Conduct waarin duidelijke waarden voor het gedrag voor werken en studeren bij de universiteit zijn opgenomen; • Periodiek bilateraal overleg tussen College van Bestuur en faculteiten over doelstellingen en realisaties op het gebied van onderwijs, onderzoek, financiën en personeel. • Stuurkaarten voor onderwijs, onderzoek en personeel per faculteit met prestatie-indicatoren die zijn afgeleid van het Strategisch Plan; • Normen voor de ontwikkeling van exploitatieresultaten en reserves van faculteiten en diensten; • De reguliere financiële planning- en controlcyclus met de middelenverdeling en de door het Stichtingbestuur goedgekeurde meerjarenbegroting; • Periodieke financiële managementrapportages waarin beheerseenheden minimaal viermaandelijks rapporteren over de financiële ontwikkelingen in de loop van het jaar; 68
• Het Treasurystatuut dat voldoet aan de regeling beleggen en belenen en cashflow prognoses van de treasurer; • Internal Audits met reviews door de externe accountant en de accountantsverklaring bij de jaarrekening; • Letter of Representation. De rol van het College van Bestuur en het Stichtingsbestuur op het gebied van interne beheersing voldeden in het verslagjaar aan de wettelijke kaders zoals die zijn opgenomen in de WHW en aan de ‘Code goed bestuur universiteiten’. Tilburg University is van mening dat de huidige beheersstructuur en –systemen toereikend zijn en voldoende waarborgen bieden voor een tijdige signalering van de diverse risico’s en de beheersing daarvan. De bestaande instrumenten voor risicobeheersing worden regelmatig getoetst, geëvalueerd en verbeterd. 3.4.4 Treasurybeleid Het Treasurystatuut van Tilburg University is goedgekeurd door het Stichtingsbestuur en sluit volledig aan bij de Regeling beleggen en belenen voor instellingen voor onderwijs en onderzoek. De liquiditeitsprognoses en de cashflow planningen voor de komende vier jaar zijn o.a. gebaseerd op het Taken Middelenplan, de (meer)jarenbegroting en historische informatie. De problemen binnen de EU zijn nog niet structureel opgelost en de financiële markten zijn in 2012 nerveus gebleven. Herstel lijkt een kwestie van lange adem. Binnen de gegeven beperkingen kon toch nog een goede beleggingsopbrengst worden bereikt ad € 3,7 m€. De achteruitgang ten opzichte van 2011 (€ 4,1 m€) wordt veroorzaakt door het lagere liquiditeitsvolume, lagere deposito- en obligatierente en minder gerealiseerde koersverschillen. Op de markt zijn er nauwelijks kwaliteitsobligaties beschikbaar die passen binnen het Treasurystatuut c.q. de Regeling Beleggen en Belenen. In combinatie met verkoop en uitloting waren daardoor per ultimo 2012 minder obligaties in portefeuille. Slechts drie fondsen werden aan de portefeuille toegevoegd. De verkoop en uitloting hebben per saldo een koerswinst ad € 38.858 opgeleverd. Er wordt voortdurend aandacht besteed aan het minimaliseren van de rekening-courantsaldi zonder de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar te brengen. Het resterende liquiditeitsvolume werd belegd in deposito’s waarbij door het openen van ondernemersspaarrekeningen het rendement nog enigszins op niveau kon worden gehouden met hogere percentages dan het Eonia en Euribor en de daar aan gekoppelde depositorente. Door de combinatie van spaarrekeningen en deposito’s kan toch nog enig rendement worden gegenereerd. Gemiddeld werd op spaar(deposito’s) 2012 een rendement behaald van 2,0149% (2011: 2,0574%). Vanwege jaarrekening- en waarderingsvoorschriften moeten de koersen per ultimo op de balans tegen de werkelijke waarde worden gewaardeerd. In verband hiermee is de herwaarderingsreserve effecten ultimo 2012 opgewaardeerd met € 205.176. Dit heeft tevens een positief effect gehad op de beleggingsopbrengsten ad € 24.575 in verband met ongerealiseerde koersresultaten. Dit bedrag is toegevoegd aan het resultaat 2012. 69
Door de onzekerheid over de financieringproblemen van de zuidelijke eurolanden is de kredietcrisis nog niet voorbij. De verwachting voor 2013 is dat de beleggingsopbrengst ongeveer gelijk zal zijn aan 2012. In 2007 werd de ABN AMRO bank overgenomen door het bankentrio RBS, Santander en Fortis. Om een faillissement te voorkomen is de Nederlandse tak van Fortis in 2008 overgenomen door de Nederlandse Staat. Er ontstond een ABN AMRO nieuwe stijl waarna de EU als voorwaarde stelde dat een deel doorverkocht zou moeten worden. Tilburg University bankierde bij dit deel dat verkocht werd aan Deutsche Bank. In september 2012 heeft de migratie plaatsgevonden naar het platform Internet bankieren van Deutsche Bank. Deze migratie is niet probleemloos verlopen omdat alle overgenomen ABN AMRO- klanten gelijktijdig gemigreerd zijn in plaats van afzonderlijk. Het heeft enkele maanden geduurd alvorens alle problemen waren opgelost. Tilburg University (Treasury en Financial Administration) heeft in 2012 een faciliteit ontwikkeld voor betalingen aan de universiteit met IDEAL respectievelijk creditcard. Daarvoor was dit alleen incidenteel mogelijk. Voortaan worden alle inschrijvingen voor activiteiten zoals congressen die door middel van een website worden aangeboden, gekoppeld aan deze betaalfunctie. Inschrijving, betaling en administratieve verwerking geschiedt voortaan volledig in een geautomatiseerde workflow. Op termijn zullen incassomachtigingen/of losse betalingen op de universitaire bankrekening ten behoeve van relatief kleinschalige activiteiten komen te vervallen. 3.4.5 Tegemoetkomingen Profileringsfonds Studenten die studievertraging hebben opgelopen door overmacht en niet in aanmerking komen voor of niet voldoende hebben aan verlenging van de prestatiebeurs, ontvangen Financiële Ondersteuning Studenten. De bestuursbeurs die studenten ontvangen volgens de regeling Profileringsfonds, is gelijk aan het individueel toegekende bedrag prestatiebeurs plus eventueel aanvullende beurs; voor studenten zonder prestatiebeurs gelijk aan het bedrag prestatiebeurs voor uitwonenden. De Excellence Scholarships zijn beurzen van €2500 tot maximaal €7500 voor excellente studenten, bedoeld voor een research master of buitenlandse master. In 2012 zijn de volgende vergoedingen uit het Profileringsfonds verstrekt: Herkomst Aantal studenten Vergoeding (€) EER 553 753.586 Niet-EER 7 17.396 Totaal 560 770.982 3.4.6 Stimuleringsmiddelen joint degrees Het ministerie van OCW heeft middelen beschikbaar gesteld aan de Nederlandse universiteiten ter stimulering van joint degrees. Het betreft de stimulering van zowel BA, MA als PhD degrees. Het gaat voor Tilburg University om een bedrag van k€404 in de periode 2009-2013. Er is besloten deze middelen als volgt aan te wenden: k€260 voor de stimulering van joint BA en MA degrees, en k€144 voor de stimulering van joint PhD degrees. 70
De stimulering van joint BA en MA degrees heeft zijn uitwerking gekregen in het ‘Tilburgs kader en stimuleringsmaatregel joint degrees’. Het International Office is verantwoordelijk voor de coördinatie hiervan. De stimulering van joint PhD degrees heeft zijn uitwerking gekregen in een ‘Stimuleringsregeling joint doctorates’. De afdeling Strategy & Policy is verantwoordelijk voor de coördinatie hiervan. Stimuleringsmiddelen joint BA en MA degrees In 2012 heeft het College van Bestuur acht projectaanvragen voor het opzetten van een internationaal gezamenlijke programma (Bachelor/Master) gehonoreerd met een bedrag van k€25 ieder als bijdrage in de ontwikkelingskosten. Daarnaast is er k€10 toegekend aan het International Office als bijdrage voor de coördinatie van de diverse projecten. De faculteiten zullen middels periodieke rapportages verslag leggen over de vorderingen van de verschillende projecten. In 2013 zullen er nog twee aanvragen worden toegekend. Programma
Bedrag
Joint master program in Service Engineering met twee universiteiten in Australië
€25.000
Joint bachelor program Liberal Arts and Sciences, Major Humanities/Law met twee nader te bepalen universiteiten in Europa
€25.000
Joint bachelor program Liberal Arts and Sciences, Major Social Sciences/Business & Management met twee nader te bepalen universiteiten in Europa
€25.000
Joint master program Transnational Labour Law and Governance of Labour met KU Leuven (België)
€25.000
Joint master program TSB Cross Cultural & Work and Organizational Psychology, met Universitat Osnabruck (Duitsland) als beoogd partner
€25.000
Joint master program Sociology and Socio-demographic research, met Universitat Pompeu Fabra, Barcelona (Spanje) als beoogd partner
€25.000
Joint master program Leadership, organizations and Human Resources met nader te bepalen partners
€25.000
Joint master program Master Governing Modern Cities met Universiteit van Gent (België), Universitat Potsdam (Duitsland) en Montfort University (Engeland).
€25.000
International Office, projectcoördinatie
€10.000
Totaal besteed 2011/2012
€210.000
Middelen nog te besteden
€50.000
Stimuleringsmiddelen joint PhD degrees Het College van Bestuur heeft in de periode 2011 en 2012 acht projectaanvragen voor het opzetten van internationale PhD programma’s gehonoreerd. De bijdragen verschillen per project, mede afhankelijk van het aantal betrokken universiteiten en het verwachte aantal promovendi. De faculteiten zullen met periodieke rapportages verslag leggen over de vorderingen van de verschillende projecten. Zo lang er nog middelen zijn kunnen er ook in 2013 en verder aanvragen worden gedaan door de faculteiten.
71
Joint PhD programma met:
Bedrag
Universidad del Rosario, Bogotá, Colombia (TSH)
€12.500
o.a. Beijing Language and Culture University, Peking University en Nanjing University (TSH)
€20.700
Sydney Law School, Sydney, Australië (TLS)
€19.400
University of Queensland, Brisbane, Australië (TSB)
€6.500
Friedrich Schiller University, Jena, Duitsland (TSB)
€7.100
Budapest University of Technology and Economics, Boedapest, Hongarije (TSB)
€8.060
University of Helsinki, Helsinki, Finland (TSB)
€8.700
o.a. University of Bologna, University of Luxembourg, University of Torino, Autonomous University of Barcelona and Mykolas Romeris University of Lithuania (TLS)
€16.400
Totaal besteed 2011/2012
€99.360
Middelen nog te besteden
€44.640
3.4.7 Helderheidsaspecten In deze paragraaf wordt beschreven hoe Tilburg University in 2012 is omgegaan met de thema’s uit de notitie Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs van het Ministerie van OC&W d.d. 29 augustus 2003. • Deelname eigen personeel aan opleidingen In 2012 hebben in totaal 122 medewerkers ingeschreven gestaan voor het volgen van onderwijs aan de eigen instelling. Betrokkenen hebben zelf hun collegegeldverplichting voldaan. • Uitbesteding (delen van) Croho-geregistreerde opleidingen Tilburg University heeft in 2012 geen (delen van) geregistreerde opleidingen uitbesteed uit aan private organisaties en andere instellingen. • Investeren van publieke middelen in private activiteiten Tilburg University heeft in 2012 geen Rijksbijdrage aangewend voor de uitvoering van private activiteiten. • Verlenen van vrijstellingen Het verlenen van vrijstellingen is binnen Tilburg University alleen mogelijk op verzoek van de individuele student. Vrijstellingen kunnen worden verleend door de examencommissie; de gronden waarop zijn vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling. • Bekostiging van buitenlandse studenten Buitenlandse studenten worden door Tilburg University alleen ingeschreven als zij volledig voldoen aan de inschrijvingsvoorwaarden. Ingeschreven studenten worden alleen dan voor bekostiging in aanmerking gebracht als zij volledig voldoen aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving. Uitwisselingsstudenten en buitenlandse studenten die slechts een gedeelte van een opleidingsprogramma volgen worden ingeschreven als contractcursist conform de Tilburg University-regeling contractcursisten aanschuifonderwijs. 72
• Collegegeld niet betaald door student zelf De inschrijfprocedures van Tilburg University zijn conform de wet- en regelgeving voor collegegelden. De universiteit besteedt geen rijksbijdrage aan het op enige manier compenseren van het door studenten betaalde collegegeld. Indien het collegegeld namens een student door derden wordt betaald, dan staat dit aangegeven op de door de student afgegeven machtiging. • Studenten volgen modules Studenten die slechts een gedeelte van een opleidingsprogramma volgen worden als contractcursist ingeschreven conform de regeling contractcursisten aanschuifonderwijs van Tilburg University. • Studenten volgen een andere opleiding Studenten geven zelf aan voor welke opleiding(en) zij zich aanmelden en inschrijven zonder tussenkomst van Tilburg University. De universiteit schrijft studenten niet in voor andere opleidingen dan waarvoor studenten zich hebben ingeschreven. • Maatwerktrajecten voor bedrijven of organisaties: Tilburg University heeft in het studiejaar 2011-2012 één maatwerktraject georganiseerd voor KPMG Meijburg & Co, Baker & McKenzie, Loyens & Loeff, Ministerie van Financiën / Belastingdienst, PriceWaterhouseCoopers en Ernst & Young ten behoeve van 38 voltijd – en 3 deeltijdstudenten. 3.4.8 Declaraties College van Bestuur Hein van Oorschot (tot 1/9/2012)
Koen Becking (vanaf 1/10/2012)
Philip Eijlander
Representatiekosten
2.907
969
3.875
Reiskosten Binnenland
3.945
2.555
9.011
Reiskosten Buitenland
12.078
0
5.576
0
0
0
18.930
3.524
18.462
Per categorie (in euro’s)
Overige Kosten
Het College van Bestuur van Tilburg University bestaat uit twee personen. De genoemde bedragen betreffen declaraties van door de leden zelf betaalde onkosten, rechtstreeks door de universiteit betaalde rekeningen en betaling van onkosten met universitaire creditcards. De binnenlandse reiskosten zijn inclusief de kosten van een chauffeurspool bestaande uit studenten waar incidenteel gebruik van wordt gemaakt en de brandstofkosten van twee leaseauto’s. De contractkosten van de leaseauto’s en de vaste maandelijkse onkostenvergoeding zijn onder de bezoldigingen opgenomen.
73
3.4.9 Bezoldigingen College van Bestuur Het bezoldigingsbeleid voor de leden van het College van Bestuur is vastgesteld door het Stichtingsbestuur. Het salaris is afgeleid van het maximum van salarisschaal 18 volgens de CAO Nederlandse Universiteiten. Voor leden van het College van Bestuur geldt een bestuurstoelage variërend tussen 20% en 37,5%. De vakantie-uitkering bedraagt 8% en er is een eindejaarsuitkering waarop werknemers van de universiteit aanspraak kunnen maken op grond van de CAO Nederlandse Universiteiten (8%). De pensioenregeling van het ABP is van toepassing. Bezoldigingen (in euro’s)
Hein van Oorschot (tot 1/9/2012)
Koen Becking (vanaf 1/10/2012)
Philip Eijlander
149.773
52.778
215.209
Totaal
Een specificatie is opgenomen in de jaarrekening (hoofdstuk 4). De bedragen zijn inclusief vakantie-uitkering en werkgeversdeel sociale premies en pensioenpremies. De bezoldiging bevat ook de vaste maandelijkse onkostenkostenvergoeding en de kosten van het autolease contract. De bedragen wijken af van het eveneens in hoofdstuk 4 opgenomen WOPT-overzicht (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens), omdat deze het belastbaar loon als grondslag heeft waardoor de vakantie-uitkering, de onkostenvergoeding en de leaseauto anders worden meegeteld.
3.5 Kerncijfers personeel 3.5.1 Algemeen Stand van zaken per 31 december 2012: aantal medewerkers in personen en fte onderverdeeld naar geslacht 2010 Personen Fte’s
2011
2012
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
1135
1140
2275
1051
1084
2135
1050
1070
2120
907,9
834,1
1742,0
855,9
805,1
1661,0
848,1
797,7
1645,8
De gemiddelde omvang van een dienstverband van een universiteitsmedewerker is 0,78. Dat betekent dat de gemiddelde medewerker ongeveer 29,6 uur per week werkt. Vrouwen werken gemiddeld 28,3 uur. Mannen werken gemiddeld iets meer (30,7 uur).
74
Ontwikkeling personeelsformatie in fte
De universiteit is in het afgelopen jaar in omvang afgenomen (-0,9%). TST (-5,8%) en TLS (-3,8%) daalden het hardst, TSH groeide met (+ 1,3%). De lichte stijging van personeel bij de diensten kan worden verklaard door het feit dat (OBP) personeel van de faculteiten is ondergebracht bij de diensten. Dit geldt bijvoorbeeld voor 9,7 fte van Netspar, die in 2011 nog onder TiSEM werd vermeld. Aantal medewerkers per faculteit en de diensten
TISEM is de faculteit die de meeste medewerkers in dienst heeft. Bij TISEM werken 37% vrouwen. TSB is de faculteit waar naar verhouding de meeste vrouwen werkzaam zijn namelijk 61%. Binnen Tilburg University is de verdeling man/vrouw nagenoeg gelijk namelijk 49,6% mannen en 50,4% vrouwen.
75
Ontwikkeling personeelsbestand in fte en personele lasten In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling weergegeven van de personeelsaantallen in fte en de personele lasten. 2009
2010
2011
2012
1692
1742
1661
1646
Wetenschappelijk personeel
992 (59%)
1016(58%)
986(59%)
963(58,5%)
Ondersteunend beheerspersoneel
700 (41%)
726 (42%)
675(41%)
683(41,5%)
128
134
131*
132
Personeelsbestand TiU (in fte’s)
Totaal personele lasten (in m€) * gecorrigeerd cijfer t.o.v. jaarverslag 2011
3.5.2 Onderverdeling naar functies en geslacht De volgende tabellen geven een beeld van de aantallen WP en OBP medewerkers in fte per faculteit en voor de diensten onderverdeeld naar mannen en vrouwen. Tevens wordt in de volgende tabellen het wetenschappelijk personeel nader uitgesplitst naar functiecategorieën. WP, OBP en totaal in fte naar geslacht WP
OBP
Totaal
% WP
M
V
totaal
M
V
totaal
M
V
totaal
242,6
77,6
320,2
23,3
76,5
99,8
265,9
154,1
420,0
76%
TLS
98,8
90,6
189,4
11,2
45,9
57,1
110,0
136,5
246,5
77%
TSB
110,1
143,9
254,0
21,7
51,0
72,7
131,8
194,9
326,7
78%
TSH
93,7
65,0
158,7
11,8
28,7
40,5
105,5
93,7
199,2
80%
TST
28,5
5,2
33,7
6,8
6,9
13,7
35,3
12,1
47,4
71%
Diensten
3,0
3,9
6,9
196,6
202,5
399,1
199,6
206,4
406,0
2%
TOTAAL
576,7
386,2
962,9
271,4
411,5
682,9
848,1
797,7
1645,8
59%
TISEM
In de laatste kolom is het percentage wetenschappelijk personeel opgenomen ten opzichte van het totaal aantal medewerkers (in fte). Van de faculteiten hebben TSH en TSB het hoogste percentage wetenschappers (resp. 80% en 78%).
Wetenschappelijke functies hoogleraar, UHD en UD, in fte naar geslacht In de onderstaande grafiek wordt weergegeven hoe de ontwikkeling is van de functies Hoogleraar, Universitair hoofddocent (UHD) en Universitair Docent (UD) vertaald in fte. Daarnaast is gekeken naar de onderverdeling man/vrouw. De organisatie-opbouw bij mannen is een omgekeerde piramide, hoewel het aantal hoogleraren in 2012 is gedaald van 166,2 fte naar 158,0 fte. Bij de vrouwen is het beeld juist omgekeerd. Wel is er sprake van een lichte daling van het aantal vrouwelijke hoogleraren 19,8 fte ten opzichte van 21,8 fte in 2011. Daarentegen is het aantal vrouwelijke UHD’s gestegen van 23,0 fte naar 25,0 fte en is ook het 76
aantal vrouwelijke UD’s gestegen van 66,2 fte naar 71,2 fte, terwijl het aantal mannelijk UHD’s en UD’s licht is gedaald.
Promovendus en overig wetenschappelijk personeel in fte naar geslacht In de volgende grafiek worden de ontwikkelingen in de functies promovendus en overig WP geschetst. Overig WP zijn onder andere de docenten en onderzoekers. Te zien is dat het aantal mannelijke promovendi in het afgelopen jaar licht is gestegen, terwijl het aantal vrouwelijke promovendi verder is gedaald. Ten aanzien van het overig wetenschappelijk personeel is er per saldo sprake van een daling, waarbij het aantal vrouwen afneemt en het aantal mannen een lichte stijging laat zien.
77
3.5.3 Tijdelijk personeel De ontwikkeling van tijdelijk personeel in dienst van de universiteit in verhouding tot het totale personeelsbestand (onderverdeeld naar mannen en vrouwen) wordt weergegeven in de volgende tabellen. Vooral de faculteiten hebben met hun promovendi en student-assistenten veel tijdelijk personeel in dienst. Ontwikkeling tijdelijk personeel in % van het personeelsbestand naar geslacht (per 31 december 2012) 2010
2011
2012
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
TISEM
52,5
54,4
53,2
47,2
46,4
46,9
46,5
47,0
46,7
TLS
48,8
54,6
52,0
46,9
52,7
50,1
43,7
51,8
48,2
TSB
46,9
73,0
62,6
42,3
70,9
59,7
44,1
67,1
57,8
TSH
42,1
52,6
46,7
41,3
55,2
47,8
43,9
52,5
47,9
TST
12,9
45,6
22,2
19,3
37,9
24,7
24,1
29,8
25,5
Diensten
19,1
23,4
21,1
8,5
11,7
10,1
9,5
9,7
9,6
TOTAAL
39,9
50,8
45,1
35,2
46,1
40,5
35,8
43,5
39,5
Het totaal aantal medewerkers in tijdelijke dienst is ten opzichte van de voorgaande jaren afgenomen. Het percentage tijdelijke medewerkers is per ultimo 2012 is gedaald van 40,5% naar 39,5% ten opzichte van 2011. Ontwikkeling WP in tijdelijke dienst (uitgezonderd promovendi en student-assistenten) in fte per 31 december Als promovendi en student-assistenten buiten beschouwing worden gelaten, twee groepen die per definitie een tijdelijk contract hebben, dan had op 31 december 2012 14,8 procent van het wetenschappelijk personeel een tijdelijk contract. De functies van UD (tenure track), docent en onderzoeker vormen de grootste groepen. 2010
2011
2012
man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
Man
vrouw
Totaal
TISEM
67,3
29,9
97,2
54,8
25,1
79,9
50,8
20,5
71,3
TLS
37,6
34,0
71,6
26,5
37,1
63,6
22,2
36,3
58,5
TSB
29,9
49,2
79,0
26,7
51,5
78,2
31,5
42,6
74,1
TSH
12,0
12,1
24,1
15,1
17,3
32,4
17,4
17,9
35,3
TST
3,5
1,4
4,9
4,0
0,6
4,6
3,5
0,6
4,1
Diensten
0,0
0,7
0,7
0,0
0,8
0,8
0,0
0,7
0,7
TOTAAL
150,2
127,2
277,4
127,1
132,4
259,5
125,4
118,6
244,0
Ontwikkeling promovendi in fte per 31 december Het aantal promovendi vertoont het afgelopen jaar een lichte daling. Bij TSH en TST valt daarentegen een verhoogde instroom te constateren. 78
2010
2011
2012
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
Man
Vrouw
totaal
TISEM
64,8
42,1
106,9
67,0
37,4
104,4
67,2
35,5
102,7
TLS
18,8
26,5
45,3
19,9
24,8
44,7
18,4
21,4
39,8
TSB
24,6
76,2
100,8
21,8
73,9
95,7
20,8
69,1
89,9
TSH
23,8
19,9
43,7
23,8
22,7
46,5
25,8
24,5
50,3
TST
0,8
2,5
3,3
2,6
1,7
4,3
3,8
1,0
4,8
Diensten
0,0
0,3
0,3
0,0
0,3
0,3
0,0
0,3
0,3
TOTAAL
132,8
167,5
300,3
135,1
160,8
295,9
136,0
151,8
287,8
Ontwikkeling student-assistenten in fte per 31 december Student-assistenten verrichten werkzaamheden ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. In deze tabel zijn geen werkstudenten opgenomen. Dit zijn studenten die ondersteunende werkzaamheden verrichten voor het bestuur en beheer van de universiteit zoals voorlichting of studenten die boeken terugplaatsen in de bibliotheek of werkzaam zijn op een IT helpdesk. In deze tabel staan alleen de student-assistenten die een arbeidsovereenkomst hebben met de universiteit. In 2010 en 2011 stelde TiSEM student-assistenten aan via KCS resp. 17,9 fte en 11,9 fte.Hiervan zijn geen cijfers opgenomen in onderstaande tabel. Het totaal aantal student-assistenten is ten opzichte van vorig jaar substantieel gedaald. 2010
2011
2012
man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
Man
vrouw
totaal
TISEM
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2,6
2,4
5,0
TLS
4,3
9,4
13,7
6,4
7,1
13,5
3,9
4,9
8,8
TSB
4,6
11,1
15,6
4,1
9,4
13,5
4,0
7,7
11,7
TSH
1,0
3,1
4,1
1,8
5,2
7,0
1,6
4,7
6,3
TST
0,4
0,5
0,9
0,1
0,7
0,8
0,3
0,5
0,8
Diensten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
TOTAAL
10,2
24,0
34,2
12,4
22,4
34,8
12,4
20,2
32,6
79
3.5.4 Ontwikkeling leeftijdsopbouw In de ontwikkeling van de leeftijdsopbouw door de jaren heen is te zien dat de verdeling over de leeftijdsklassen redelijk gelijk blijft. Ontwikkeling leeftijdopbouw in procenten
Leeftijdsopbouw WP/OBP onderverdeeld naar geslacht in procenten
80
Het aandeel jonge vrouwen in de wetenschap blijft onverminderd hoog. Bijna 80% van de vrouwelijke wetenschappers is jonger dan 40 jaar. Bij de mannelijke collega’s ligt het percentage op 49%. Bij de ondersteunende functies is te zien dat 53% van de mannen en 65% van de vrouwen jonger is dan vijftig jaar. 3.5.5 Voltijd en deeltijd personeel Voltijd en deeltijd personeel naar geslacht in personen
Van de mannelijke medewerkers heeft 37% een deeltijdaanstelling (in 2011 35%). Bij de vrouwen ligt dit percentage aanzienlijk hoger en heeft 63% een deeltijdaanstelling (in 2011 62%). 3.5.6 Salarisschalen Salarisopbouw per functiecategorie en geslacht in personen (per 31 december) Uit onderstaande tabel valt af te leiden dat vrouwen t/m schaal 9 meer dan evenredig vertegenwoordigd zijn. Dat het aantal mannen en vrouwen in de salarisschalen 10 t/m 12 gelijk vertegenwoordigd zijn en dat vanaf schaal 13 het aantal vrouwen minder dan evenredig vertegenwoordigd is. WP
OBP
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
schaal 1 t/m 5
1
0
1
21
33
54
22
33
55
schaal 6 t/m 9
199
264
463
136
326
462
335
590
925
schaal 10 t/m 12
230
197
427
137
169
306
367
366
733
schaal 13 en 14
93
37
130
15
12
27
108
49
157
schaal 15 en 16
109
21
130
9
4
13
118
25
143
schaal 17 en hoger
99
7
106
1
0
1
100
7
107
TOTAAL
731
526
1257
319
544
863
1050
1070
2120
81
3.5.7 Ontwikkeling ziekteverzuim < 1 jaar (in percentages)
Ziekteverzuimpercentage Meldingsfrequentie Gemiddelde verzuimduur (in dagen)
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2,9
2,5
2,5
2,5
2,5
2,2
0,98
0,92
0,93
0,87
0,82
0,78
14
11
11
13
14,5
12,7
Het verzuimcijfer voor de gehele universiteit is in de afgelopen jaren gedaald van 2,9% in 2007 naar 2,2% in 2012. Ook de verzuimfrequentie is gedaald van 0,98 naar 0,78 in 2012. Verzuim heeft constant de aandacht van het management. Niet alleen door gerichte cursussen verzuimbegeleiding voor leidinggevenden, maar ook door regelmatig overleg tussen leidinggevende, personeelsfunctionaris en bedrijfsarts. 3.5.8 Instroom en uitstroom Voor de berekening van de in- en uitstroomcijfers worden de gegevens uit de stuurkaart Personeel gebruikt. Daarnaast worden de instroomcijfers tevens uitgedrukt in een percentage van het totaal personen op 31 december 2012. Instroom in personen naar faculteiten en diensten 2009
2010
2011
2012
TISEM
132 (25%)
120 (22%)
77 (16%)
122 (24%)
TLS
159 (37%)
141 (36%)
97 (27%)
101 (30%)
TSB
171 (38%)
163 (35%)
127 (29%)
135 (32%)
TSH
69 (30%)
79 (31%)
106 (40%)
81 (30%)
TST
14 (25%)
9 (13%)
13 (19%)
11 (16%)
Diensten
131 (23%)
130 (22%)
84 (19%)
61 (12%)
TOTAAL
676 (30%)
642 (28%)
504 (24%)
511 (24%)
2009
2010
2011
2012
TISEM
102 (18%)
102 (18%)
128 (26%)
97 (19%)
TLS
182 (46%)
182 (46%)
142 (40%)
122 (37%)
TSB
142 (30%)
142 (30%)
157 (36%)
150 (35%)
TSH
47 (18%)
47 (18%)
90 (34%)
83 (31%)
TST
5 ( 7%)
5 ( 7%)
12 (17%)
14 (21%)
Diensten
108 (19%)
108 (19%)
132 (26%)
67 (13%)
TOTAAL
586 (25%)
586 (25%)
661 (31%)
533 (25%)
Uitstroom in personen naar faculteiten en diensten
82
3.5.9 KCS en uitzendbureaus Door de universiteit wordt gebruik gemaakt van KCS en van uitzendbureaus voor het inhuren van personeel. De exacte omvang daarvan in fte’s is moeilijk te bepalen, omdat deze niet in het personele informatiesysteem worden vastgelegd. Wel is de omvang in geld uit te drukken, en te relateren aan de totale personele lasten. In de volgende tabel worden deze cijfers gepresenteerd over de afgelopen zes jaren. Inhuur van derden in K€, en als % van de totale personele lasten KCS
Uitzendbureaus
2007
2.012 (1,9%)
992 (1,0%)
2008
1.972 (1,7%)
1.513 (1,3%)
2009
2.574 (2,0%)
1.642 (1,3%)
2010
3.307 (2,5%)
912 (0,7%)
2011
2.992 (2,3%)
2240 (1,7%)
2012
2.465 (1,9%)
1.901(1,4%)
3.6 Overige 3.6.1 Beheersing van uitgaven inzake uitkeringen na ontslag Als eigen risicodrager, begeleidt de universiteit haar medewerkers die recht hebben op een WW-uitkering. Deze begeleiding wordt of door de HR-afdeling van de betrokkene of door het Career Center verzorgd (de ‘van werk naar werk’ begeleiding). Het beleid is gericht op: het opstellen van een zoekprofiel, ondersteuning bij de arbeidsmarktoriëntatie, netwerken en solliciteren alsmede de doorzending van vacatures van partnerinstellingen en intermediair bij outplacementtrajecten. Momenteel is Tilburg University bezig om de uitvoering van dit beleid nog systematischer aan te pakken. 3.6.2 Toegankelijkheid van de instelling In 2012 is er door HR, in samenwerking met de dienst Student Services, een beleidsnotitie ‘Studeren zonder belemmering’ opgesteld voor studenten met een functiebeperking. Er wordt voor studenten (maar ook voor medewerkers) met een functiebeperking al veel gedaan (denk aan fysieke toegankelijkheid van gebouwen, het ter beschikking stellen van hulpmiddelen en bijzondere tentamenvoorzieningen). Het is het streven van Tilburg University om studenten met een lichamelijke handicap, chronische ziekte, psychische klachten of dyslexie zoveel mogelijk een gelijke kans op studiesucces te bieden als de studenten zonder functiebeperking.
83
Hoofdstuk 4
Jaarrekening 2012
4.1 Kengetallen Kengetallen 1)
2008
2009
2010
2011
2012
3.083
3.562
3.425
3.649
3.273
11.900
12.678
13.153
13.599
12.952
270
236
193
208
198
2.112
2.408
2.640
3.309
2.779
145
7
1
2
6
Studenten Eerstejaars (WO/I) Ingeschrevenen initiële opleidingen Ingeschrevenen postdoctorale opleidingen 2) Ingeschrevenen TiasNimbas Business School Onderwijs Doctoraal diploma's Postdoctoraal diploma's
72
57
72
52
67
Bachelor diploma's
1.474
1.373
1.365
1.491
1.779
Master diploma's
1.704
1.868
2.015
2.222
2.815
Onderzoek Promoties 3) Wetenschappelijke publicaties
4)
85
85
111
131
132
2.025
1.936
1.939
2.280
2.049
117
108
106
106
110
17
19
20
24
24
Exploitatie Rijksbijdragen (in m€) College- en examengelden (in m€) Overige baten (in m€)
68
70
73
69
65
Exploitatie resultaat (in m€)
21,1
3,8
-6,1
-2,4
-1,6
Eigen vermogen (in m€)
138
142
136
134
132
Vreemd vermogen (in m€)
114
121
138
135
126
Liquide middelen (in m€)
111
104
106
104
92
Vermogen
Liquiditeit Netto werkkapitaal (in m€)
66
64
62
56
48
Current ratio
1,9
1,8
1,7
1,7
1,6
Current ratio alle universiteiten
0,9
0,9
0,9
1,0
pm
Solvabiliteit
0,6
0,5
0,5
0,5
0,5
Solvabiliteit alle universiteiten
0,6
0,5
0,5
0,5
pm
Personeelsbestand Tilburg University 5)
1.579
1.746
1.742
1.661
1.646
Personeelsbestand verbonden partijen
167
168
164
166
146
Wetenschappelijk personeel
931
993
994
986
963
Ondersteunend beheerspersoneel
815
921
912
841
829
Totale personeelslasten (in m€)
130
143
151
149
147
Personeel
1) 2) 3) 4) 5)
De cijfers inclusief de gegevens van de deelnemingen en verbonden partijen. Exclusief TiasNimbas Business School. Inclusief dubbelprmoties; in afwijking van het aantal bekostigde proefschriften die in het TMP staan vermeld. Inclusief proefschriften, monographs en edited books Fte's op basis van Wopi-cijfers (peildatum 31/12), cijfers 2010 zijn gecorrigeerd.
84
4.2 Waarderingsgrondslagen activa en passiva Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigings¬prijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Continuïteit De in de geconsolideerde jaarrekening gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de instelling. Grondslagen voor de consolidatie In de consolidatie zijn de financiële gegevens van Tilburg University opgenomen samen met die verbonden partijen waarbij sprake is van een meerderheidsbelang dan wel van beslissende zeggenschap. Indien sprake is van een meerderheidsbelang van minder dan 100% dan is separaat in zowel het resultaat als in het groepsvermogen een aandeel derden opgenomen. In de consolidatie zijn de volgende partijen betrokken: - Tilburg University (TiU) - UvT Holding B.V. • KUB Career Services B.V. - TiasNimbas Business School B.V. • TiasNimbas Business School Utrecht B.V. • TiasNimbas Business School Germany GmbH - Stichting IVA, Instituut voor sociaalwetenschappelijk onderzoek - Stichting Instituut voor ontwikkelingsvraagstukken (IVO) - Universiteitsfonds Tilburg Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Er is geen sprake van andere verbonden partijen dan de in de consolidatie betrokken verbonden partijen. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. 85
Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van de Tilburg University zich een oordeel over verschillende zaken en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Immateriële vaste activa Goodwill De goodwill is gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen. De goodwill wordt lineair afgeschreven waarbij de goodwill inzake TiasNimbas Business School Eindhoven B.V. wordt afgeschreven over een periode van 10 jaar en de goodwill inzake TiasNimbas Business School Utrecht B.V. en TiasNimbas Business School Germany GmbH wordt afgeschreven over een periode van 20 jaar. TiasNimbas verwacht gedurende deze periode significante voordelen te behalen zoals bijvoorbeeld reputatie, marktaandeel en alumni. Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen De terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde en worden niet afgeschreven. De gebouwen inclusief vaste installaties, alsmede de inrichting van terreinen zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomische levensduur. De bouwrente als gevolg van investeringen wordt geactiveerd, voorzover sprake is van financiering met vreemd vermogen. Apparatuur en inventarisgoederen Apparatuur en inventaris zijn geactiveerd voor zover de aanschafwaarde per activum groter is dan € 11.500. Geactiveerde apparatuur en inventaris zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingen zijn lineair en gebaseerd op de aanschafwaarde en verwachte bedrijfseconomische levensduur. Technische vervangingen Technische vervangingen worden niet geactiveerd, maar in de exploitatie verantwoord. Bijzondere waardevermindering Op balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Eventuele bijzondere- waardeverminderingsverliezen worden direct als last verwerkt in de staat van baten en lasten.
86
Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de nettovermogenswaarde. Effecten Effecten worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden de onder financiële vaste activa opgenomen effecten gewaardeerd tegen reële waarde. Waardevermeerderingen van deze effecten worden rechtstreeks verwerkt in de herwaarderings-reserve. Op het moment dat de desbetreffende effecten niet langer in de balans worden verwerkt, wordt de cumulatieve waardevermeerdering in het eigen vermogen verwerkt in de winst- en verliesrekening. Indien van een individueel effect de reële waarde onder de (geamortiseerde) kostprijs komt, wordt de waardevermindering verwerkt ten laste van de winst-en-verliesrekening. Voor rentedragende financiële activa vindt verwerking van de rentebaten plaats tegen de effectieve-rentemethode. Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen historische kostprijs. Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten). Indien van toepassing, worden de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen hierop in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Indien nodig wordt een voorziening voor oninbaarheid getroffen. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht. Algemene reserve gebouwen Deze reserve is ontstaan uit het saldo eigen vermogen in materiële vaste activa in het kader van de Integrale Verantwoordelijkheid Huisvesting (IVH)-operatie per 1 januari 1995. De reserve muteert als gevolg van desinvesteringen.
87
Algemene reserves Dit zijn de vrij besteedbare middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar. Bestemde reserves Dit zijn de reeds bestemde middelen op balansdatum van de exploitatiesaldi tot en met het verslagjaar. Herwaarderingsreserve Indien herwaarderingen in de herwaarderingsreserve zijn verwerkt, worden de gerealiseerde herwaarderingen ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Aandeel derden Het aandeel derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd tegen het bedrag van het nettobelang in de netto-activa van de betreffende verbonden partij. Voorzieningen Wachtgelden De wachtgeldvoorziening is gebaseerd op de per balansdatum afgegeven beschikkingen in het kader van wachtgeld en (bovenwettelijke) WW-uitkeringen. De voorziening is bepaald op 75% van de berekende maximale verplichtingen. Uitzondering hierop vormen de beschikkingen van vóór 1991, die voor 100% zijn voorzien. Betaalde uitkeringen worden aan de voorziening onttrokken. Spaarverlof De voorziening spaarverlof is gevormd in verband met verplichtingen die samenhangen met het meerjarig sparen van verlofdagen. WIA/WGA Eigen Risico De Tilburg University is sinds 1 juli 2004 eigenrisicodrager voor de WIA/WGA. De voorziening is gebaseerd op de verplichtingen in verband met toegekende WIA/WGA-uitkeringen na (gedeeltelijk) ontslag wegens arbeidsongeschiktheid. Jubilea Deze voorziening is gevormd in verband met de verplichtingen die samenhangen met toekomstige 25-jarige en 40-jarige jubileumuitkering van het personeel. Overige voorziening Dit betreft naast een voorziening voor buitengewone verlofconstructies, een voorziening voor een aantal projecten binnen IVO en een voorziening binnen IVA in verband met afronding van lopende activiteiten. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs en hebben een looptijd korter dan 1 jaar.
88
Gebeurtenissen na balansdatum Er is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum met belangrijke financiële gevolgen.
4.3 Grondslagen voor bepaling exploitatiesaldo Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten Rijks- en overige bijdragen Dit betreft de rijksbijdrage die volgens de modelmatige verdeling door de minister is toegewezen, alsmede de toegekende doelsubsidies. College en examengelden Dit betreft de ontvangen college- en examengelden voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toegerekend. Opbrengst werk voor derden Dit betreft opbrengsten uit contractonderwijs en contractonderzoek met betrekking tot afgesloten projecten en opbrengsten van lopende projecten tot een bedrag van de gemaakte projectkosten. Eventuele positieve resultaten worden gerealiseerd bij afsluiting van het project. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de exploitatie verwerkt. Overige opbrengsten Dit betreft de opbrengsten uit alle andere activiteiten voor zover deze aan het verslagjaar kunnen worden toegerekend. Rentebaten De rentebaten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Lasten Personele lasten Hier zijn de lasten opgenomen in verband met de beloning voor verrichte arbeid, inclusief sociale lasten en pensioenpremies, alsmede overige personeelskosten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar. Tilburg University heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies betaald door de instelling. De premies worden verantwoord als 89
personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa en materiële vaste activa worden met ingang van het jaar van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Overige lasten Dit zijn alle overige lasten voor zover deze betrekking hebben op het verslagjaar. Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de staat van baten en lasten, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
90
4.4 Jaarrekening
4.4 Jaarrekening
Geconsolideerde balans per 31-12-2012 (na resultaatbestemming, alle bedragen in €)
Geconsolideerde balans per 31-12-2012 (na resultaatbestemming, alle bedragen in €) Activa
Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
31-12-2012
4.842.875 128.487.058 12.956.693
Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
31-12-2011
5.220.242 121.934.281 14.362.266 146.286.626
141.752 19.615.304 92.316.412
141.516.789 120.801 23.273.120 103.672.851
Totaal vlottende activa
112.073.468
127.066.772
Totaal activa
258.360.094
268.583.561
31-12-2012
31-12-2011
132.488.301 594.528 133.082.829
133.849.168 703.344 134.552.512
Passiva
Groepsvermogen Eigen vermogen Aandeel derden Voorzieningen
7.543.998
6.296.753
Langlopende schulden
40.217.422
42.186.588
Kortlopende schulden
77.515.845
Totaal passiva
125.277.265
258.360.094
85.547.708
134.031.049
268.583.561
91 Pagina 7 van 23
Geconsolideerde exploitatierekening (alle bedragen in €) Geconsolideerde exploitatierekening 2012 2012 (alle bedragen in €) 2012
Baten
Rijksbijdragen OCW Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
109.503.865 23.707.927 46.765.161 18.553.895
Totaal baten
Lasten
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
146.622.147 9.196.767 11.420.900 33.747.953
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering vóór belastingen
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering na belastingen Aandeel derden
Exploitatieresultaat
102.914.000 24.400.000 54.887.000 19.352.000 198.530.848
Totaal lasten
Belasting resultaat uit gewone bedrijfsvoering
2011
106.300.870 23.621.062 51.344.097 17.808.402 201.553.000
149.240.000 9.756.000 8.478.000 38.481.000
199.074.431
149.288.883 8.805.554 9.478.527 35.145.134
200.987.767
205.955.000
202.718.098
-2.456.919
-4.402.000
-3.643.667
952.540
677.000
1.179.797
-1.504.379
-3.725.000
-2.463.870
206.149 -1.710.528 108.816
-1.601.712
Pagina 8 van 23
92
Begroting 2012
-3.725.000 -
-3.725.000
7.570 -2.471.440 113.971
-2.357.469
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012 (alle bedragen in €) Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2012 (alle bedragen in €) Kasstroom uit operationele activiteiten
Saldo baten en lasten Belastingen
Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: Voorraden Vorderingen Schulden
9.196.767 1.247.245 -20.951 3.657.816 -8.031.863
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
2.756.865 -1.804.325 -
-2.456.919 -206.149
-3.643.667 -7.570
10.444.012
-4.394.998
8.805.554 -132.281 -75.969 182.633 -824.505
952.540
-15.372.177 2.000 1.403.573
3.061.480 -1.881.683 -
Mutatie liquide middelen
1.179.797
-10.294.132 7.000 4.505.260
-1.969.166
Kasstroom uit overige balansmutaties
-717.841
5.483.992
-13.966.604
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
8.673.273
4.304.195
4.338.486
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
2011
3.385.946
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in immateriele vaste activa Desinvesteringen in immateriele vaste activa Investeringen in materiele vaste activa Desinvesteringen in materiele vaste activa Investeringen in deelnemingen Mutaties leningen Overige investeringen in financiële vaste activa
2012
-5.781.872 -1.969.166
-1.969.166
-1.969.166
240.847
-180.798
-11.356.437
-2.447.844
93 Pagina 9 van 23
Toelichting op de onderscheiden posten van de geconsolideerde balans Activa Immateriële vaste activa
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2011 t/m 2011
Boekwaarde Investeringen Desinves- Desinves- Afschrijvingen 31-12-2011 2012 teringen teringen 2012 2012 AW 2012 AFS
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2012 t/m 2012
Boekwaarde 31-12-2012
Goodwill
7.322.421
2.102.179
5.220.242
-
-
-
377.367
7.322.421
2.479.546
4.842.875
Totaal immateriële vaste activa
7.322.421
2.102.179
5.220.242
-
-
-
377.367
7.322.421
2.479.546
4.842.875
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2012 t/m 2012
Boekwaarde 31-12-2012
Materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen (incl. inrichting) Terrein TFT
Inventaris en apparatuur
Totaal materiële vaste activa
Aanschaf Afschrijvingen prijs t/m 2011 t/m 2011
Boekwaarde Investeringen Desinves- Desinves- Afschrijvingen 31-12-2011 2012 teringen teringen 2012 2012 AW 2012 AFS
171.879.973 13.730.789 882.408
74.897.673 1.899.129 -
96.982.300 11.831.660 882.408
11.287.206 2.396 -
-
-
4.533.449 186.907 -
183.167.179 13.733.185 882.408
79.431.122 2.086.036 -
103.736.057 11.647.149 882.408
186.493.170
76.796.802
109.696.368
11.289.602
-
-
4.720.356
197.782.772
81.517.158
116.265.614
29.997.278
17.759.365
12.237.913
4.082.575
-
-
4.099.044
34.079.853
21.858.409
12.221.444
29.997.278
17.759.365
12.237.913
4.082.575
-
-
4.099.044
34.079.853
21.858.409
12.221.444
216.490.448
94.556.167
121.934.281
15.372.177
-
-
8.819.400
231.862.625
103.375.567
128.487.058
De afschrijvingen worden vanaf het jaar van ingebruikname van het actief berekend over de aanschafwaarde en zijn gebaseerd op de volgende percentages: Goodwill Terreinen Inrichting van terreinen Gebouwen Apparatuur en inventaris
94
5% - 10% 0% 3,3% 3,3% 10% - 25 %
Financiële vaste activa Financiële vaste activa Overige leningen u/g
Plaats
ESN
Tilburg
Totaal overige leningen u/g
Boekwaarde 31-12-2011
Verstrekkingen 2012
Aflossingen 2012
12.000
2.000
12.000
-
Boekwaarde 31-12-2012 10.000
2.000
10.000
De renteloze lening aan ESN heeft een looptijd van 3 jaar. De resterende looptijd is 2 jaar. Effecten
Boekwaarde 31-12-2011
Investeringen in 2012
Desinvestering in 2012
Boekwaarde 31-12-2012
Obligaties
14.350.266
2.056.485
3.460.058
12.946.693
Totaal effecten
14.350.266
2.056.485
3.460.058
12.946.693
De actuele waarde van de effecten per 31-12-2012 is € 12.946.693. Totaal financiële vaste activa
14.362.266
12.956.693
Vlottende activa 31-12-2012
31-12-2011
Gebruiksgoederen
141.752
120.801
Totaal voorraden
141.752
120.801
10.736.685
13.027.440
Voorraden
Vorderingen Debiteuren Overige vorderingen: Kaskortingen OCW Overige Totaal overige vorderingen
201.247
Overlopende activa: Vooruitbetaalde kosten Nog te factureren kosten contractonderzoek Verstrekte voorschotten Overige Totaal overlopende activa
2.359.280 4.350.825 81.902 1.885.365
Totaal vorderingen
201.247
8.677.372
537.611
3.706.049 3.416.205 198.062 2.387.753
537.611
9.708.069
19.615.304
23.273.120
Liquide middelen
31-12-2012
31-12-2011
Banken Kasmiddelen Deposito's
13.734.345 29.960 78.552.107
15.262.303 14.106 88.396.442
Totaal liquide middelen
92.316.412
103.672.851
De vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
Deposito's zijn voor € 53.000.036 niet direct opeisbaar. Geen van de deposito's heeft een looptijd langer dan 12 maanden. Totaal vlottende activa
112.073.468
Pagina 11 van 23
127.066.772
95
Passiva Passiva
Groepsvermogen Groepsvermogen Eigen vermogen
Saldo 31-12-2011
Bestemming resultaat 2012
Overige Mutaties
Saldo 31-12-2012
Algemene reserve publiek
76.693.166
10.277.973
-381.275
86.589.863
Algemene reserve privaat
11.243.360
-2.550.458
-
8.692.901
Bestemmingsreserve publiek: Reserve huisvestingsbeleid Bestemde reserves
14.493.931 30.416.072
-8.795.108
381.275
14.493.931 22.002.238
Bestemmingsreserve privaat: Eigen vermogen geconsolideerde verbonden partijen
787.262
-534.119
-
253.143
Herwaarderingsreserve effecten
215.376
-
240.847
456.223
133.849.168
-1.601.712
240.847
132.488.301
Aandeel derden
Saldo 31-12-2011
Bestemming resultaat 2012
Overige Mutaties
Saldo 31-12-2012
Aandeel derden
703.344
-108.816
-
594.528
Totaal aandeel derden
703.344
-108.816
-
594.528
Saldo 31-12-2011
Dotaties 2012
Onttrekkingen 2012
Vrijval 2012
Saldo 31-12-2012
Wachtgelden Spaarverlof WIA/WGA eigen risico Jubilea Voorziening belastingen Overige voorzieningen
1.085.918 3.118.497 841.049 903.606 55.683 292.000
1.228.317 47.163 16.136 127.273 1.752.468
887.148 632.795 154.475 119.385 24.044 106.265
-
1.427.087 2.532.865 702.710 911.494 31.639 1.938.203
Totaal voorzieningen
6.296.753
3.171.357
1.924.112
-
7.543.998
< 1 jaar
1>5 jaar
> 5 jaar
Totaal
Wachtgelden Spaarverlof WIA/WGA eigen risico Jubilea Voorziening belastingen Overige voorzieningen
615.005 253.287 107.696 97.409 31.639 1.741.803
707.655 1.013.146 415.744 359.841 196.400
104.427 1.266.433 179.270 454.244 -
1.427.087 2.532.865 702.710 911.494 31.639 1.938.203
Totaal voorzieningen
2.846.839
2.692.786
2.004.374
7.543.998
Totaal eigen vermogen
Voorzieningen
Bestedingen van het saldo per 31-12-2012
Langlopende schulden
BNG 32 jaar (renteperc. 4,4%) BNG 30 jaar (renteperc. 4,0%) BNG 25 jaar (renteperc. 4,0%) BNG 17 jaar (renteperc. 3,5%) Totaal langlopende schulden
Plaats Den Haag Den Haag Den Haag Den Haag
Saldo 31-12-2011
Verstrekking 2012
Saldo leningsovereenkomst 31-12-2012
Aflossingsverplichting 2013
Balans 31-12-2012
22.215.873 6.062.500 14.400.000 1.477.381
-
945.356 250.000 600.000 173.811
21.270.517 5.812.500 13.800.000 1.303.571
945.356 250.000 600.000 173.810
20.325.161 5.562.500 13.200.000 1.129.761
44.155.754
-
1.969.167
42.186.588
1.969.166
40.217.422
Van deze langlopende schulden heeft € 34.309.924 een looptijd langer dan 5 jaar.
96
Aflossingen 2012
Kortlopende schulden Kortlopende schulden Vooruitontvangen termijnen OHW Crediteuren Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Aflossingsverplichting langlopende schulden Penvoerderfondsen Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT1 Flankerend Sociaal Beleid Theologieopleidingen UvT2 Winstaanspraken derden Overige Totaal overige kortlopende schulden
1.969.166 1.364.818 359.358 418.587
Overlopende passiva Vooruitontvangen collegegelden Vooruitontvangen collegegeld contractonderwijs Vakantiegeld Vakantiedagen Overige Totaal overlopende passiva
10.309.071 13.639.198 3.823.295 3.063.861 12.319.226
Totaal kortlopende schulden 1 2
31-12-2012
31-12-2011
13.910.943
15.343.472
7.951.545 5.000.635 528.346 1.038.423 1.819.373
9.556.361 4.785.556 386.840 910.792 1.668.803
4.111.929
43.154.651
1.969.166 1.083.404 352.752 551.095 238.918 426.352
10.063.560 15.245.488 3.930.816 3.183.343 15.850.990
77.515.845
4.621.687
48.274.197 85.547.708
De kortlopende schuld Rijksbijdrage Theologieopleidingen UvT (€ 352.752) is opgenomen als bestemde reserve. De kortlopende schuld Flankerend Sociaal Beleid theologieopleidingen UvT (€ 551.095) is afkomstig van de geïncorporeerde Stichting TFT en is opgenomen als bestemde reserve.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Leaseverplichtingen De Universiteit van Tilburg heeft een operationeel autoleasecontract gesloten met een maximale looptijd van 5 jaar. De jaarkosten bedragen € 85.591, waarvan € 19.069 bij TiasNimbas Business School B.V. Investeringsverplichting De Universiteit van Tilburg is geen investeringsverplichting aangegaan in 2013. Ondershoudscontracten De Universiteit van Tilburg heeft een niet uit de balans blijkende verplichting voor onderhouds- contracten met een verplichting van € 2.858.814 in 2013, een verplichting van € 672.773 tussen 2014 en 2017 en een verplichting van € 83.030 vanaf 2018. ICT Met betrekking tot de ICT is een onderhoudscontract afgesloten met een jaarlijkse verplichting van € 251.000 voor een looptijd van 3 jaar.
Pagina 13 van 23
97
Toelichting onderscheiden posten vanvan de geconsolideerde exploitatierekening Toelichtingop opdede onderscheiden posten de geconsolideerde exploitatierekening Baten
2012
2011
Normatieve Rijksbijdrage UvT (WO) Overige overheidsbijdragen en -subsidies
109.177.430 326.435
105.849.283 451.587
Totaal rijksbijdragen
109.503.865
106.300.870
College- en examengelden
23.707.927
23.621.062
Totaal collegegelden
23.707.927
23.621.062
21.996.865
23.118.223
Rijksbijdragen OCW
3
Collegegelden
4
Baten werk in opdracht van derden Contractonderwijs Contractonderzoek Internationale organisaties Nationale overheden NWO KNAW Overige non-profit organisaties Bedrijfsleven Totaal contractonderzoek Overige baten in opdracht van derden Totaal baten werk in opdracht van derden
4.049.758 2.885.142 10.938.188 1.623 2.903.903 2.263.641
23.042.255
5.017.864 4.060.005 12.283.527 26.280 3.037.622 2.169.067
26.594.364
1.726.041
1.631.510
46.765.161
51.344.097
458.326 1.029.104 3.355.523 4.905.336 1.402.282 745.945 6.657.379
394.417 1.168.126 2.281.952 5.544.335 1.417.805 662.920 6.338.847
18.553.895
17.808.402
Overige baten Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Subsidies/bijdragen studentactiviteiten Overige subsidies Dienstverlening/personele ondersteuning Verkoop sportkaarten Overige baten Totaal overige baten
98
Pagina 15 van 23
4
Lasten
2012
2011
99.368.986 10.283.810 14.980.970
102.446.926 9.958.680 14.194.867
Personele lasten Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Overige personele lasten Uitzendkrachten Dotatie personele voorzieningen Overige Totaal overige personele lasten
17.445.750 1.097.151 4.261.590
Uitkeringen (-/-)
22.804.491
17.849.786 1.579.286 4.036.520
23.465.592
-816.110
-777.182
146.622.147
149.288.883
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
377.367 8.819.400
377.368 8.428.186
Totaal afschrijvingen
9.196.767
8.805.554
717.536 283.903 3.042.154 2.016.621 1.739.822 574.031 3.046.833
718.448 201.018 1.195.949 1.999.164 1.727.386 544.382 3.092.180
11.420.900
9.478.527
Administratie- en beheerlasten Accountantskosten Inventaris en apparatuur Boeken/literatuur Subsidies/inkomensoverdrachten Licenties Reis- en verblijfkosten Beurzen Overige
286.535 256.803 1.058.059 2.114.477 4.797.951 2.109.097 3.357.399 2.484.362 17.283.270
367.990 275.267 1.054.757 2.123.967 5.636.090 2.054.272 3.305.901 2.924.312 17.402.578
Totaal overige lasten
33.747.953
35.145.134
Totaal personele lasten
3
Afschrijvingen
Huisvestingslasten Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige Totaal huisvestingslasten
Overige lasten
Accountantskosten Honorarium onderzoek jaarrekening Honorarium andere controle werkzaamheden Honorarium fiscale advisering Honorarium andere niet-controlediensten Totaal
Financiële baten en lasten Rentebaten Waardeveranderingen financiële activa Overige opbrengsten financiele activa Rentelasten Saldo Financiële baten en lasten
2012 191.275 33.006 15.841 16.682 256.803
3
2011 156.134 78.657 13.286 27.190 275.267
2012
2011
2.148.317 187.601 420.947 -1.804.325
2.327.323 154.157 580.000 -1.881.683
952.540
1.179.797
99 Pagina 16 van 23
Overzicht verbonden partijen Meerderheidsdeelneming
Juridische Statutaire vorm zetel
(BV of NV)
TiasNimbas Business School UvT Holding Totaal meerderheidsdeelneming
Beslissende zeggenschap
BV BV
Tilburg Tilburg
Juridische Statutaire vorm zetel
(stichting of vereniging)
IVA IVO Universiteitsfonds Tilburg Totaal beslissende zeggenschap
stichting stichting stichting
Tilburg Tilburg Tilburg
Code activiteiten 1 4
Vermogen Exploitatie 31-12-2012 saldo in 2012 2.972.637 434.248 3.406.885
Code activiteiten 2 4 4
Omzet in 2012
Verklaring art. 2:403 BW
Deelname
Consolidatie
N N
80% 100%
Ja Ja
-544.082 11.867 -532.215
22.385.820 3.016.390 25.402.210
Vermogen Exploitatie 31-12-2012 saldo in 2012
Omzet in 2012
Verklaring art. 2:403 BW
2.440.505 267.167 301.451 3.009.123
N N N
-2.297.899 253.143 -2.044.756
-1.325.440 -1.503.782 -2.796 -2.832.018
Toelichting code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige. Gemiddeld aantal medewerkers: TiasNimbas 108 (2011:117), UvT Holding 1 (2011:1), IVA 33 (2011:42), IVO 4 (2011:6).
Overige verbonden partijen
(minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap)
Stichting Steun Sportcentrum KUB Stichting Bijzondere Leerstoelen
Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
stichting stichting
Tilburg Amsterdam
4 4
Overzicht bezoldigingen CvB / RvT Is er een bezoldiging van bestuurders? Is er een bezoldiging van toezichthouders?
Bestuurders Mr. H.M.C.M. van Oorschot Dr. K.M. Becking Prof. Dr. Ph. Eijlander
Ja Ja
Duur arbeidsovereenkomst/ werkzaamheden Vanaf Tot
Ingangsdatum
Taakomvang Fte
In dienst of interim D of I
01-01 01-10 01-01
01-05-04 01-10-12 20-11-08
1,0 1,0 1,0
D D D
01-09 31-12 31-12
Totaal bestuurders Toezichthouders Prof. dr. R.F.M. Lubbers Dhr. W.I. van Beek Mevr. drs. R.I. Doerga RA Mevr. dr. A. Esmeijer Mevr. mr. N.A. Kalsbeek Ir. B.W.M. Koeckhoven Drs. M.A.M. Leers
3,0
01-01 01-01 01-01 01-01 01-07 01-01 01-01
31-12 31-12 31-12 31-12 31-12 31-12 31-12
I I I I I I I
Totaal toezichthouders 3 4
Betreft reclass van inkomensoverdrachten naar personele/overige lasten. Betreft verschuiving gedeelte instellingscollegelden.
Pagina 17 van 23
100
Periodieke beloningen 2012
Bonus betalingen 2012
Pensioen Uitkeringen bijdragen einde dienst 2012 2012
131.142 45.569 187.515
-
18.631 7.209 27.694
-
364.226
-
53.534
-
11.000 5.500 5.500 5.500 2.750 5.500 8.250
-
-
-
44.000
-
-
-
Enkelvoudige Jaarrekening2012 2012 Enkelvoudige Jaarrekening Enkelvoudige balans perper 31-12-2012 (na resultaatbestemming, alle bedragen in €) Enkelvoudige balans 31-12-2012 (na resultaatbestemming, alle bedragen in €) Activa
31-12-2012
31-12-2011
Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen Terreinen Gebouwen in uitvoering en vooruitbetalingen
103.736.057 12.529.557 -
Inventaris en apparatuur
116.265.614 11.826.956
91.231.326 12.714.068 5.750.974
128.092.570 Financiële vaste activa Deelnemingen Overige leningen u/g Effecten
2.812.355 10.000 12.946.693
Totaal vaste activa
15.769.048
109.696.368 11.738.548 121.434.916
3.235.754 12.000 13.930.516
17.178.270
143.861.618
138.613.186
141.752
120.801
Vlottende activa Voorraden Gebruiksgoederen Vorderingen Debiteuren Verbonden partijen Kasstortingen OCW Overige vorderingen Nog te factureren kosten contractonderzoek Overlopende activa
5.550.406 414.005 2.292 3.731.770 3.579.030
13.277.503
6.261.771 370.008 23.690 2.605.278 5.101.098
14.361.845
Af: voorzieningen wegens oninbaarheid
-2.127.099
-575.000
Liquide middelen
79.565.138
88.749.092
Totaal vlottende activa
90.857.294
102.656.738
234.718.912
241.269.924
Totaal activa
Pagina 18 van 23
101
Passiva Eigen vermogen Algemene reserve publiek Algemene reserve privaat Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat Herwaarderingsreserve
Voorzieningen Wachtgeld Overige
31-12-2012 84.462.763 8.178.445 36.496.170 2.812.355 456.223
1.427.087 4.602.004
Langlopende schulden Overige langlopende schulden Kortlopende schulden Vooruitontvangen termijnen contractonderzoek Crediteuren Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen Aflosverplichting langlopende schulden Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
6.029.091
76.118.164 8.007.605 44.910.003 3.235.754 215.376
1.085.918 5.113.295
40.217.422
13.152.619 6.924.839 4.245.591 467.655 1.038.423 1.775.650 1.969.166 1.799.094 24.693.406
Totaal passiva
56.066.443
234.718.912
Pagina 19 van 23
102
132.405.956
31-12-2011
132.486.902
6.199.213
42.186.588
13.377.058 8.168.009 4.254.952 229.023 910.792 1.635.051 1.969.166 2.372.055 27.481.115
60.397.221
241.269.924
Enkelvoudige exploitatierekening 20122012 Enkelvoudige exploitatierekening 2012 Baten Rijksbijdragen OCW Collegegelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
109.503.865 23.707.927 24.403.795 19.086.966
Totaal baten Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
Begroting 2012
107.275.000 24.400.000 27.761.000 15.957.000 176.702.553
131.807.564 8.615.369 10.800.150 25.947.018
2011
106.300.870 23.621.062 25.959.066 18.596.605
3 4 4
175.393.000
132.614.000
174.477.603
133.257.507 8.177.838 8.758.015 27.333.470
46.581.000
3
3
177.170.101
179.195.000
177.526.830
-467.548
-3.802.000
-3.049.227
Financiële baten en lasten
569.154
279.000
901.505
Resultaat
101.606
-3.523.000
-2.147.722
Saldo baten en lasten
Resultaat deelnemingen
-423.399
Exploitatieresultaat
-321.793
3 4
-405.824 -3.523.000
-2.553.546
Betreft reclass van inkomensoverdrachten naar personele/overige lasten. Betreft verschuiving gedeelte instellingscollegelden.
Pagina 20 van 23
103
Toelichting opdedeenkelvoudige enkelvoudige jaarrekening Toelichting op jaarrekening Financiële vaste activa Deelnemingen
Plaats
Boekwaarde 01-01-2012
Investeringen 2012
UvT Holding B.V. Tilburg TiasNimbas Business School B.V. Tilburg
422.381 2.813.374
-
Totaal deelnemingen
3.235.755
-
Desinvestering 2012
Resultaat 2012
Boekwaarde 31-12-2012
-
11.867 -435.266
434.248 2.378.108
-
-423.399
2.812.356
UvT Holding B.V. is een door de Tilburg University opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap, met een maatschappelijk kapitaal van € 226.890 waarvan € 113.445 geplaatst en € 90.756 gestort is. UvT Holding B.V. neemt voor 100% deel in KUB Career Services B.V. TiasNimbas Business School B.V. is een door de Tilburg University opgerichte en door haar gefinancierde vennootschap met een maatschappelijk kapitaal van € 12.500.000, waarvan geplaatst en gestort € 2.500.000. TiasNimbas Business School B.V. neemt voor 100% deel in TiasNimbas Business School Eindhoven B.V., TiasNimbas Business School Utrecht B.V. en TiasNimbas Business School Germany GmbH en deze deelnemingen zijn betrokken in de consolidatie. De 100% deelneming in VRZ Tilburg B.V. is niet meegenomen in de consolidatie. Op 31 maart 2011 zijn TiasNimbas Business School Eindhoven B.V. en VRZ Tilburg B.V. geliquideerd. Tilburg University heeft een 80% deelneming in TiasNimbas Business School B.V.
Eigen vermogen
Saldo 31-12-2011
Bestemming resultaat 2012
Overige Mutaties
Saldo 31-12-2012
Algemene reserve publiek: Algemene reserve centraal Algemene reserve gebouwen Algemene reserves decentraal
12.934.357 24.900.596 38.283.211
8.891.779 -165.905
-381.275
21.826.136 24.900.596 37.736.031
Algemene reserve privaat: Algemene reserves decentraal
8.007.605
170.840
33.940.827 10.969.176
-8.795.108 -
3.235.754
-423.399
Bestemmingsreserve publiek: Bestemde reserves Bestemde reserve huisvestingsbeleid Bestemmingsreserve privaat: Reserve deelnemingen Herwaarderingsreserve effecten Totaal eigen vermogen
215.376 132.486.902
-321.793
381.275 -
8.178.445 25.526.994 10.969.176 2.812.355
240.847
456.223
240.847
132.405.956
Aansluiting tussen de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening Vermogen
31-12-2012
31-12-2011
Eigen vermogen Tilburg University Eigen vermogen I.V.A. Eigen vermogen I.V.O. Eigen vermogen Universiteitsfonds Tilburg
134.533.055 0 -2.297.899 253.143
133.061.904 1.325.440 -794.117 255.941
Geconsolideerd eigen vermogen
132.488.300
133.849.168
2012
2011
Exploitatiesaldo Tilburg University Exploitatiesaldo I.V.A. Exploitatiesaldo I.V.O. Exploitatiesaldo Universiteitsfonds Tilburg
1.230.306 -1.325.440 -1.503.782 -2.796
-1.978.546 -278.527 -311.468 211.072
Geconsolideerd exploitatiesaldo
-1.601.712
-2.357.469
Exploitatiesaldo
Resultaatbestemming 2012 104
Het exploitatieresultaat 2012 bedraagt -/- € 1.601.712 en zal als volgt worden bestemd: Resultaatbestemming 2012 Aan de algemene reserves op centraal en decentraal niveau wordt € 7.727.515 toegevoegd. Het exploitatieresultaat 2012 bedraagt -/€ 1.601.712 zal € als8.795.108 volgt worden onttrokken. bestemd: Aan diverse bestemde reserves wordten-/Aan dehet algemene reserves op centraal en decentraalpartijen niveau wordt € 7.727.515 toegevoegd. wordt € 534.119 onttrokken aan Van resultaat van de verbonden ad. -/- € 2.832.018 Aan diverse bestemde reserves wordt -/- € 8.795.108 onttrokken. Van het resultaat van de verbonden partijenpartijen; ad. -/- € 2.832.018 wordt € 534.119 het eigen vermogen van deze het restant looptonttrokken via de aan algemene reserve. het eigen vermogen van deze partijen; het restant loopt via de algemene reserve. Deze resultaatbestemming is in de jaarrekening verwerkt.
Deze resultaatbestemming is in de jaarrekening verwerkt. Geoormerkte Doelsubsidies OCW Geoormerkte Doelsubsidies OCW Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Subsidie Subsidieregeling Sirius Programma Subsidieregeling Progr. Akademie-ass.
Kenmerk
Jaar
Bedrag van toewijzing
Saldo t/m 2011
Ontvangen t/m verslagjaar
705AO-2184
2009
949.050
17.873
593.400
393.090
780.418
-187.018
OND/ODB-2010/41411 U
2010
279.000
279.000
112.145
183.559
95.441
872.400
505.236
1.228.050
17.873
Lasten Totale kosten in 2012 31-12-2012
963.977
Saldo nog te besteden ultimo verslagjaar
-91.577
105 Pagina 22 van 23
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen Instellingen zijn niet langer verplicht een WOPT-toelichting op te nemen in de jaarrekening. In het kader Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen van van de maatschappelijke transparantie heeft Tilburg University besloten dit overzicht wel te publiceren. Instellingen zijn niet langer verplicht een WOPT-toelichting op te nemen in de jaarrekening. In het kader van van de maatschappelijke Het betreftheeft de functionarissen metwel een gemiddeld jaarloon boven normsalaris transparantie TiU besloten dit overzicht te publiceren. Hetbelastbaar betreft de functionarrisen met een het gemiddeld belastbaan(gemiddeld jaarloon boven het normsalaris (gemiddeld belastbare jaarloon van de ministers) van € 194.000. belastbare jaarloon van de ministers) van € 194.000. Nr.
Functie
Belastbaar loon 2012
Pensioenafdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2012
1.
Voorzitter CvB
112.954
28.651
141.605
8
38,0
162.075
40.258
202.333
12
38,0
2.
Lid CvB (rector)
163.277
42.559
205.836
12
38,0
163.042
39.479
202.521
12
38,0
3.
Hoogleraar/ decaan
132.006
58.619
190.625
12
26,6
158.749
74.694
233.443
12
34,2
4.
Hoogleraar
150.785
50.645
201.430
12
38,0
149.430
51.098
200.528
12
38,0
5.
Hoogleraar
184.101
102.398
286.499
12
38,0
184.837
97.600
282.437
12
38,0
6.
Hoogleraar
173.104
49.524
222.628
12
38,0
172.660
46.150
218.810
12
38,0
7.
Hoogleraar
136.749
48.653
185.402
12
34,2
145.508
56.139
201.647
12
34,2
8.
Hoogleraar
156.777
44.840
201.617
12
38,0
156.760
41.592
198.352
12
38,0
9.
Hoogleraar
140.542
69.539
210.081
12
38,0
142.645
65.925
208.570
12
38,0
10.
Hoogleraar
153.735
43.278
197.013
12
38,0
151.742
41.441
193.183
12
38,0
11.
Hoogleraar
32.198
9.055
41.253
12
7,6
37.116
5.714
42.830
12
7,6
12.
Hoogleraar
156.058
45.012
201.070
12
38,0
159.140
39.477
198.617
12
38,0
13.
Hoogleraar
188.486
58.819
247.305
12
38,0
147.774
49.638
197.412
12
38,0
14.
UHD
26.937
5.671
186.592
12
12,4
71.840
16.887
88.727
12
38,0
Toelichting: Ad 1 en 2: Ad 3: Ad 4 t/m 13: Ad 14:
106
Ontslagvergoeding
153.984
Totaal 2012
Duur Contractdienst- uele uren verband per week in maanden 2012
Belastbaar loon 2011
Pensioenafdrachten en overige voorzieningen betaalbaar op termijn 2011
Totaal 2011
Duur Contractdienst- uele uren verband per week in maanden 2011
Dit betreft de leden van het College van Bestuur met een salaris van resp. 137,5% en 135% van het maximum van salarisschaal 18 volgens de CAO Nederlandse Universiteiten. Dit betreft een decaan met een bijzondere bestuurstoelage. Dit betreft hoogleraren die een persoonlijke toelage ontvangen vanwege hun bijzondere verantwoordelijkheid voor het wetenschappelijk ondezoek. Dit betreft een universitair hoofddocent met wie een beëindigingsovereenkomst is gesloten per 1-4-2012, waarbij de (langdurige) ontslaguitkeringen zijn afgekocht.
Pagina 23 van 23
4.5 Letter of representation
107
108
109
110
4.6 Accountantsverklaring
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het College van Bestuur van Stichting Katholieke Universiteit Brabant
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Katholieke Universiteit Brabant te Tilburg gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2012, de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2012 en de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, lid 3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., Flight Forum 840, 5657 DV Eindhoven, Postbus 6365, 5600 HJ Eindhoven T: 088 792 00 40, F: 088 792 94 13, www.pwc.nl ‘PwC’ is het merk waaronder PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. (KvK 34180285), PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. (KvK 34180284), PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. (KvK 34180287), PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. (KvK 51414406), PricewaterhouseCoopers Pensions, Actuarial & Insurance Services B.V. (KvK 54226368), PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 34180289) en andere vennootschappen handelen en diensten verlenen. Op deze diensten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin onder meer aansprakelijkheidsvoorwaarden zijn opgenomen. Op leveringen aan deze vennootschappen zijn algemene inkoopvoorwaarden van toepassing. Op www.pwc.nl treft u meer informatie over deze vennootschappen, waaronder deze algemene (inkoop)voorwaarden die ook zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam.
111
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Katholieke Universiteit Brabant per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2012 voldoen, in alle van materieel belang zijnde aspecten, aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.4 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Eindhoven, 6 juni 2013 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
Origineel getekend door: drs. Th.A.J.C. Snepvangers RA
Pagina 2 van 2
112
Bijlage 1
Organisatie en organogram
Tilburg University is een bijzondere instelling en gaat uit van een privaatrechtelijke rechtspersoon, de Stichting Katholieke Universiteit Brabant. Tilburg University heeft een godsdienstige (katholieke) signatuur. Het doel en de regels van de stichting worden geregeld bij de statuten. De stichting wordt bestuurd door een Stichtingsbestuur. De leden daarvan worden door de Nederlandse Bisschoppenconferentie benoemd. De van de stichting uitgaande universiteit heeft een eigen bestuur: het College van Bestuur. De bestuurs- en beheersbevoegdheden zijn statutair toegekend aan het College van Bestuur. De Collegevoorzitter heeft een algemene volmacht om voor de universiteit op te treden in en buiten rechte. Het College van Bestuur is verantwoording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur. Het bestuur, de inrichting van de universiteit en de medezeggenschap wordt, conform de verplichting daartoe in artikel 9.51 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, geregeld in de Structuurregeling. Het Bestuurs- en beheersreglement bevat de toedeling van bestuurs- en beheersbevoegdheden naar organen binnen de universiteit. De mandatering van bevoegdheden is verder geregeld in de Mandaatregeling.
Board of Governors
University Council
Doctorate Board
Executive Board
University Labor & Representation Board
Secretary General/ Managing Director
Tilburg School of Economics and Management
TiasNimbas Business School
Corporate Staff Netspar General Services
Tilburg Law School
Library & IT Services
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences
Student Services
Facility Services Tilburg School of Humanities
Univers
Tilburg School of Catholic Theology
113
Bijlage 2
Samenstelling en nevenfuncties Stichtingsbestuur
Tilburg University is een zogenoemde ‘bijzondere universiteit’. Anders dan de openbare universiteiten ressorteert Tilburg University onder een privaatrechtelijke stichting. Het Stichtingsbestuur bewaakt de doelstellingen van de stichting, waaronder de open katholieke identiteit. Ook benoemt het Stichtingsbestuur de leden van het College van Bestuur. Het Stichtingsbestuur oefent tevens de taken en bevoegdheden uit die de wet toekent aan de Raden van Toezicht bij openbare universiteiten. Op 31 december 2012 was het Stichtingsbestuur als volgt samengesteld: - Prof.dr. R.F.M. Lubbers, voorzitter - De heer W.I.I. van Beek - Mevr. Drs. R.I. Doerga RA - Mevr. Dr. A. Esmeijer - Mevr. Mr. N.A. Kalsbeek - Ir. B.W.M. Koeckhoven - Drs. M.A.M. Leers, vice-voorzitter De commissie Remuneratie / Benoemingen van het Stichtingsbestuur bestond op 31 december 2012 uit: - Prof.dr. R.F.M. Lubbers, voorzitter - Drs. M.A.M. Leers, plaatsvervangend voorzitter Het Stichtingsbestuur wordt ondersteund door het hoofd Strategy & Policy / adjunct-secretaris van de universiteit, mevrouw drs. D.M.W. de Vet. Nevenfuncties Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het Stichtingsbestuur: Prof.dr. R.F.M. Lubbers • • • • • • •
Minister van Staat Lid en honorary co-chair Earth Charter Commission Voorzitter Curatorium VNO-NCW Honorary chair Council Rotterdam Climate Initiative Voorzitter Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF Lid directie Breesaap B.V. Voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University
De heer W.I.I. van Beek (Lid Tweede Kamer) • Voorzitter Raad van Toezicht Catharina Ziekenhuis Eindhoven • Voorzitter Raad van Toezicht van Stichting De Stilte (dansgezelschap voor de Jeugd) 114
• Lid van de Raad van Toezicht Nationaal Monument Kamp Vught • Lid Raad van Commissarissen Brabanthallen ’s-Hertogenbosch • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Mevr. Drs. R.I. Doerga RA (Directeur Corporate Internal Audit APG groep) • Lid Raad van Commissarissen Rabo Amsterdam • Lid Raad van Commissarissen Havenbedrijf Amsterdam / voorzitter Audit Committee • Voorzitter Ledengroep Interne en Overheidsaccountants Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants( NBA) • Member of the Edenburgh Group (internationale Accountantsorganisatie SMP/SME) • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Mevr. Dr. A. Esmeijer (Directeur-bestuurder Prins Bernhard Cultuurfonds) • • • • • • • • • •
Vice-voorzitter Raad van Toezicht van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Lid bestuur Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland Lid bestuur Stichting Collecteplan Lid bestuur Goede Doelen Platform Lid van het bestuur van het Blockbusterfonds Lid Board van de European Cultural Foundation Lid Advisory Council van de European Cultural Foundation Secretaris bestuur van The Hague Club (Europees netwerk van vermogensfondsen) Directeur Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen Lid Stichtingsbestuur Tilburg University
Mevr. Mr. N.A. Kalsbeek (Voorzitter Raad van Bestuur Altra) • Voorzitter Raad van Toezicht Nederlands Jeugdinstituut • Voorzitter Raad van Toezicht COA • Voorzitter van de Stuurgroep Actieplan Professionalisering Jeugdzorg (ingesteld door de Minister van Jeugd en Gezin) • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Ir. B.W.M. Koeckhoven (Sr. Manager Achmea Agro/Directeur NV Hagelunie) • • • • • •
Voorzitter Raad van Commissarissen Recreatie Noord-Holland NV Voorzitter Raad van Toezicht AOC Helicon Lid Raad van Commissarissen LTO-Groeiservice BV Lid Adviesraad Social Sciences Group Wageningen UR Penningmeester Adrianusfonds en Fonds Antonianum Lid Ereraad Katholieke Studenten Vereniging (KSV) 115
• Lid Bestuur Stichting ‘Eigen Huis’ • Lid Stichtingsbestuur Tilburg University Drs. M.A.M. Leers (Voormalig voorzitter Raad van Bestuur CZ Zorgverzekeringen) • • • • • • • • • •
Lid bestuur Stichting Nederlandse Lourdesbedevaart voor Zieken Voorzitter programmacommissie Thema 2 (Positie van de cliënt en patiënt) van het Nationaal Actieprogramma Diabetes (NAD) Lid Raad van Toezicht St. Maartenskliniek Nijmegen Lid Raad van Toezicht Thebe Zorg Tilburg Lid Raad van Advies Meduon Holding Lid Toetsingscommissie RvvZ Zeist Voorzitter stichting Perspekt Keurmerk in de Zorg Utrecht Voorzitter Kenniscentrum Zorg en Ervaringsdeskundigheid Tilburg Lid Raad van Advies Nederlandse Zorgautoriteit Vice-voorzitter Stichtingsbestuur Tilburg University
116
Bijlage 3
Samenstelling en nevenfuncties College van Bestuur
Het College van Bestuur vormt het dagelijkse bestuur van de universiteit. Het is belast met alle bestuurlijke aangelegenheden en met het beheer van de universiteit. Het College van Bestuur is onder meer belast met het doelmatig beheer van financiën, de zorg voor het personeelsbeheer en het zorg dragen voor de veiligheid, de gezondheid en de overige arbeidsomstandigheden. Het College van Bestuur is verantwoording verschuldigd aan het Stichtingsbestuur. Per 31 december 2012 bestond het College van Bestuur uit twee personen: - Dr. K.M. Becking MPA, voorzitter - Prof.dr. Ph. Eijlander, rector magnificus Het College van Bestuur wordt ondersteund door de algemeen directeur / secretaris van de universiteit, mevrouw E.A.C.M. Zwaans MMO. Nevenfuncties Een overzicht van de belangrijkste nevenfuncties van de leden van het College van Bestuur: Dr. K.M. Becking (Voorzitter Tilburg University) • Lid bestuur Vrienden van Nieuwspoort, tevens lid Stuurgroep Vernieuwing Nieuwspoort (niet uit hoofde van functie, onbezoldigd) • Lid adviesraad Internationalisering, Public Affairs en Branding Provincie Noord-Brabant (uit hoofde van functie) • Lid Algemeen Bestuur VSNU (uit hoofde van functie) • Lid Algemene Presidenten Vereniging (uit hoofde van functie) • Lid VSNU Stuurgroep Internationalisering (uit hoofde van functie) • Lid bestuur Brainport (uit hoofde van functie) • Voorzitter bestuur Starterslift (uit hoofde van functie) • Lid bestuur Stichting prof. Cobbenhagen (alumni) (uit hoofde van functie) • Lid Raad van Afgevaardigden SURF (uit hoofde van functie) • Lid Stuurgroep Brabant Centre for Entrepreneurship (uit hoofde van functie) • Lid Raad van Advies Nexus Instituut (uit hoofde van functie) Prof.dr. Ph. Eijlander (Rector Magnificus Tilburg University) • Voorzitter SER-Commissie Monitoring Code Goed Bestuur Product- en Bedrijfschappen (niet uit hoofde van functie, onbezoldigd) • Voorzitter Comité 4 mei Tilburg (niet uit hoofde van functie, onbezoldigd) • Lid VSB-fonds adviescommissie WO (uit hoofde van functie) • Lid Adviesraad Nuffic (uit hoofde van functie) 117
• Lid van de Board of Trustees CASE Europe (uit hoofde van functie) • Vice-voorzitter Raad van Commissarissen TiasNimbas (uit hoofde van functie) • Vice-voorzitter Dagelijks Bestuur Midpoint (uit hoofde van functie)
118
Bijlage 4 BaMa BKO BSA CAO CentER CIR CoRPS CPM CPO CRIS CS CvB CvP EBC ECTS ERISS EZ FBI FS fte GS HBO HL HOOP HR ICT Intervict IO ISI IVA IVO KNAW KP7 LIS MBA MKB Netspar NVAO NWO OBP OCW PhD
Lijst van afkortingen Bachelor-Master Basiskwalificatie Onderwijs Bindend Studie Advies Collectieve Arbeidsovereenkomst Center for Economic Research Center for Innovation Research Center of Research on Psychology in Somatic diseases Corporate Program Management Centrum voor Patristisch Onderzoek Current Research Information System Corporate Staff College van Bestuur College voor Promoties European Banking Center European Credit Transfer System European Research Institute in Service Science Economische Zaken Fonds Beleidsinitiatieven Facility Services Fulltime-equivalent General Services Hoger Beroepsonderwijs Hoogleraar Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan Human Resources Informatie en Communicatie Technologie International Victimology Institute Tilburg Internationale Office Institute for Scientific Information Instituut voor sociaal-wetenschappelijk beleidsonderzoek en advies Instituut voor Ontwikkelingsvraagstukken Koninklijke Nederlandse Akademie voor Wetenschappen Zevende Kaderprogramma Library and IT Services Master of Business Administration Midden- en Kleinbedrijf Network for Studies on Pensions, Aging and Retirement Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Ondersteunend en beheerspersoneel Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Doctor of Philosophy / Promovendus 119
QANU ReflecT S&P SBL SEP SIA SIS StS TiasNimbas Tiber Tilec TiLPS TILT TiSEM TiSIL TiU TLS TMP TSH TSB TST UD UHD VSNU VWO WHW WIA WO Wopi WP
120
Quality Assurance Netherlands Universities Research Institute for Flexicurity, Labour Market Dynamics and Social Cohesion Strategy & Policy Stichting Bijzondere Leerstoelen Standard Evaluation Protocol Stuurgroep Informatisering en Automatisering Studenten Informatie Systeem Student Services TiasNimbas Business School Tilburg Institute for Behavioral Economics Research Tilburg Law and Economics Center Center for Logic and Philosophy of Science Tilburg Institute for Law, Technology and Society Tilburg School of Economics and Management Tilburg Social Innovation Lab Tilburg University Tilburg Law School Taken Middelen Plan Tilburg School of Humanities Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Tilburg School of Catholic Theology Universitair Docent Universitair Hoofddocent Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen Wetenschappelijk Onderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Personeels Informatie Wetenschappelijk Personeel
Tilburg University
Jaarverslag 2012
Tilburg University Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013 - 466 9111 www.tilburguniversity.edu
Jaarverslag
2012