Naar een Vlaams secundair onderwijs 2.0 De Open Vld visie op het secundair onderwijs van de 21e eeuw Tekst persconferentie 27 juni 2012 Vlaams Parlement
1
Vooraf De voorbije dagen kwam het debat omtrent de hervorming van het secundair onderwijs in een stroomversnelling. Niet omwille van de inhoud van de gedane voorstellen tot hervorming, wel omdat de meerderheidspartijen CD&V, N-VA en sp.a hierover van mening verschillen en omdat zij die meningsverschillen blijkbaar via de media willen uitvechten. Hoewel een oppositiepartij zijnde, schept Open Vld geen genoegen in dit zoveelste voorval van politiek gekibbel tussen de Vlaamse meerderheidspartijen. Integendeel zelfs, Open Vld beschouwt dit als onaanvaardbaar omdat het gaat over de toekomst van de Vlaamse schoolgaande jeugd in een globaliserende context en dus, bij uitbreiding, over de toekomst van Vlaanderen. Onze kinderen, ouders en leerkrachten verdienen beter dan dat over hun toekomst beslist moet worden door een kibbelende bende ministers. Open Vld deelt dus niet de mening van de minister-president dat dit dossier binnen de Vlaamse Regering moet worden besproken en beslecht. Open Vld deelt daarentegen wél de mening van de minister-president dat over dit dossier geen politiek steekspel mag worden gespeeld en dat dit dossier niet in een sfeer van politiek gekibbel mag ondergedompeld worden. Om die redenen is Open Vld van oordeel dat de hervorming van het secundair onderwijs geen dossier is dat aan deze meerderheid alleen mag worden overgelaten: deze meerderheid is duidelijk niet sterk genoeg om dit cruciale dossier tot een goed einde te brengen. Vlaanderen kan zich niet permitteren dit dossier te laten mismeesteren zoals dit bij andere dossiers gebeurde (Oosterweel, Uplace, etc...) . Dit dossier behoeft dan ook een breed, maatschappelijk debat: de toekomst van het Vlaams onderwijs en dus van onze kinderen is niet van deze meerderheidspartijen alleen. Open Vld positioneert zich daarom met deze nota in het debat door een duidelijke stellingname inzake de toekomst van het (secundair) onderwijs in Vlaanderen. Op die manier wil Open Vld een inbreng hebben in deze onmiskenbaar belangrijke materie.
1.De probleemstelling Het (secundair) onderwijs in Vlaanderen wordt, internationaal gezien, reeds decennia tot de betere van de klas gerekend. Onze afgestudeerden, in welke richting dan ook, worden reeds lang gekenmerkt als sterk gekwalificeerde mensen die in om het even welke omgeving sterk presteren.
2
Deze waardering mag ons evenwel niet blind maken voor problemen en bedreigingen die om de hoek kunnen schuilen. Zo mogen we in Vlaanderen niet blind zijn voor de niet-gekwalificeerde uitstroom van jongeren uit het secundair onderwijs. Afhankelijk van de gebruikte indicator (EAK of SSL) stroomt 8,60% resp. 12,4% van onze jongeren ongekwalificeerd uit het secundair onderwijs. Daarnaast stellen we vast dat door een gebrekkige talentherkenning en oriëntering heel wat jongeren terechtkomen in een verkeerde studierichting. Ouders mikken bij aanvang van het secundair onderwijs, bij gebrek aan een duidelijk beeld van het concrete talent van hun kind, onaangepast op een bepaalde studierichting en zien zich dan genoodzaakt om hun kind naar een andere richting te laten doorstromen omdat de schoolresultaten duidelijk maken dat hun kind niet in de studierichting zit die past bij zijn of haar talent. Tevens wordt vastgesteld dat de socio-economische context van het gezin waarbinnen kinderen leven, in een zekere mate bepaalt in welke richting elk kind het secundair onderwijs zal aanvatten. De oorzaak van deze vastgestelde problemen en bedreigingen wordt gelegd bij de leeftijd van het kind waarop moet gekozen worden voor een richting in het secundair onderwijs, nl. 12 jaar bij de overgang van het lager naar het secundair onderwijs. Deze keuze zou te vroeg vallen en, met andere woorden, door deze keuze op een latere leeftijd te laten maken, zou de kans op een betere studiekeuze kunnen stijgen, met minder ongekwalificeerde uitstroom, minder verkeerde studiekeuzes en minder invloed van socio-economische context tot gevolg. Het is in deze context dat de Vlaams minister van Onderwijs kiest voor een heel grote wijziging van het secundair onderwijs, met een brede, gemeenschappelijke eerste graad, een mogelijk schrappen van het B-attest, het wegwerken van de schotten tussen ASO, TSO, BSO en KSO, enz. Kortom, de minister trekt de kaart van een grote structuurhervorming als oplossing voor de vastgestelde problemen en bedreigingen.
2.Open Vld trekt een andere kaart Open Vld kijkt door een liberale bril naar de toekomst van het onderwijs in Vlaanderen. Onderwijs moet onze kinderen vormen en opleiden tot vrije, geëmancipeerde mensen die zich op basis van hun eigen, specifieke talenten en persoonlijkheid kunnen ontwikkelen tot volwaardige participanten van het maatschappelijke leven, zowel persoonlijk als professioneel. M.a.w. het beste uit elk kind halen. De overheid heeft daarbij tot taak ervoor te zorgen dat alle kinderen met gelijke kansen van een dergelijk onderwijs kunnen genieten. Gelijke kansen betekent evenwel niet een gelijke uitkomst! Elk mens heeft zijn eigen talenten, interesses, 3
vaardigheden en mogelijkheden en om die reden kan en mag het onderwijs niet streven naar het afleveren van al die talenten met eenzelfde uitkomst. De grote structuurhervorming die de Vlaams minister van Onderwijs nu proefballongewijs lanceert, biedt te weinig de mogelijkheid maatwerk te leveren voor elk kind. Waar alle grote internationale onderwijshervormingen in de richting gaan van maatwerk voor elk kind, gaat minister Smet de andere richting uit. De minister ziet in het hervormen van de structuren een oplossing voor het gebrekkig detecteren, ontwikkelen en sturen van elk individueel talent. Met andere woorden, de minister mikt op de hardware van het onderwijs. Open Vld volgt de minister op deze ingeslagen weg niet. Open Vld kiest voor een aanpassing van de software van het onderwijs, zijnde investeren in talentherkenning, talentoriëntering en talentontwikkeling. Door in te zetten op deze sleutelaspecten van het pedagogische proces kan men veel effectiever en efficiënter komen tot het oplossen van de vastgestelde problemen en tot het afwenden van de bedreigingen. Dit wil zeggen dat men vooral ook moet investeren in de leerkrachten. Met andere woorden, niet zozeer hervormen van de hardware, maar investeren in de software. Moderniseren van ons onderwijs is nodig, maar het weggooien van het kind met het badwater is dat niet. De voorstellen van de minister dreigen dit wel te doen. Een andere aanpak is dus vereist.
3.Iedereen is sterk ! Een opvallend gegeven in de benadering van de minister is dat hij blijft spreken over "sterke" en "zwakke" leerlingen. Open Vld wil, door de kaart te trekken van talentherkenning, talentontwikkeling en talentoriëntering, komen tot een mentaliteitswijziging bij kinderen, ouders en leerkrachten: iedereen is sterk! Elk talent verdient het om sterk genoemd te worden. Wanneer een dergelijke benadering de regel wordt en wanneer afgestapt wordt van het hiërarchiseren van menselijke talenten (met het intellectueel abstraherende talent bovenaan de ladder), dan pas kan men komen tot het juist begeleiden en oriënteren van onze kinderen. Open Vld pleit er dan ook voor om in de toekomst enkel nog te spreken over sterke leerlingen, telkens in functie van het specifieke talent: “abstraherend sterk”, “technisch sterk”, “creatief sterk” en “sportief sterk”, zonder enige hiërarchie tussen deze talenten. Geen hiërarchie betekent dan ook geen waterval. Deze mentaliteitswijziging en deze benadering van studieloopbaanbegeleiding behoeft evenwel geen structuurwijziging. Wel integendeel, het wijzigen van de 4
hardware, de structuren, zal er enkel toe leiden dat nog kwaliteitsverlies een bijkomende bedreiging om de hoek zal worden en dat oude wijn enkel in nieuwe zakken zal worden gegoten. De software, daar is het om te doen. De grootste hervorming die men in het secundair onderwijs kan doorvoeren, is er dan ook één die niet focust op het secundair onderwijs, maar wel op het basisonderwijs en op ons onderwijzend personeel. Open Vld zet dan ook ten volle in op deze twee factoren.
4.Inzetten op het basisonderwijs De Vlaams minister van Onderwijs wil komen tot een brede, gemeenschappelijke eerste graad in het secundair onderwijs om de studiekeuze uit te stellen en aldus de studiekeuze te verbeteren. Ironisch genoeg beschikt ons onderwijs nu al over een brede, gemeenschappelijke graad, zijnde het volledige basisonderwijs. Onze kinderen zitten van de kleuterschool tot en met het zesde leerjaar van de lagere school in een heterogene groep die eenzelfde leeraanbod voorgeschoteld krijgt. Vanuit dat perspectief kan men dus de studiekeuze aan het einde van het basisonderwijs veel performanter en dus juister maken door het vermogen tot en de aandacht voor talentherkenning, talentontwikkeling en talentoriëntering bij leerkrachten, scholen en CLB’s te verhogen. Men kan dus hetzelfde doel bereiken zonder over te moeten gaan tot een grote structuurhervorming waarvoor geen maatschappelijk draagvlak bestaat. Open Vld trekt dan ook die kaart: de Vlaamse overheid moet inzetten op een sterker basisonderwijs, o.m. via de volgende maatregelen: -
een verlaging van de leeftijd waarop de leerplicht start
-
een betere aansluiting van de derde graad van het lager onderwijs bij de eerste graad van het secundair onderwijs
-
aandacht voor vakken en vaardigheden zoals techniek, technologie, cultuur, creativiteit, kritisch denken
-
vroeger starten met vreemde talenonderricht
-
werken met meer vakleerkrachten in het lager onderwijs, bijv. voor het vak Frans
-
identificatie van talenten in het basis onderwijs i.p.v. het hiërarchiseren van talenten
5
-
meer aandacht voor remediëren van sociale ongelijkheid en een groter bewustzijn van het belang van talentontplooiing en de groeicurve van kinderen
-
CLB’s een grote rol geven in de studiekeuze en – begeleiding
-
een verplicht draaiboek voor elke school m.b.t. talentoriëntering van kinderen
-
een analyse van de beginsituatie van leerlingen om zo te komen tot een betere evaluatie van leerwinsten
-
talentoriëntering als element in de kwaliteitszorg van scholen
5.Inzetten op het onderwijzend personeel Talentherkenning, talentontwikkeling en talentoriëntering zijn kerntaken die we aan ons onderwijzend personeel toewijzen. Dat is hun fundamentele opdracht: kennis en vaardigheden overbrengen op een manier die past bij het talent van elk kind. Dit impliceert maatwerk, hetgeen op zijn beurt hoog kwalitatieve professionals impliceert. Vlaanderen is rijk aan dergelijke professionals, maar hun voortbestaan wordt al enige tijd bedreigd. Door de demografische evoluties, door het verlies van aantrekkingskracht van het beroep, door de te grote uitstroom binnen de eerste 5 jaar van wie aan het beroep is begonnen, door de te beperkte mogelijkheden om vanuit een andere sector in te stromen in het beroep, worden we met een tekort aan leerkrachten geconfronteerd dat tegen 2020 rond de 20.000 zal schommelen. Open Vld wil daarom zwaar inzetten op de lerarenopleiding en de lerarenloopbaan. Wat betreft de lerarenopleiding gaat het o.m. om de volgende maatregelen: -
opzetten van talentherkenning, talentontwikkeling en talentoriëntering als rode draad doorheen de opleiding
-
idem wat betreft het vermogen tot gedifferentieerd lesgeven
-
een verhoging van de talenkennis van de leerkrachten
-
meer aandacht voor aspecten zoals leren leren en sociale vaardigheden
-
meer praktijkervaring uitbouwen, bijv. al van in het secundair onderwijs voor wie interesse betoont voor het lerarenberoep
-
op termijn streven naar masters op alle niveaus
6
Wat betreft het verhogen van de aantrekkelijkheid, de waardering en de ondersteuning van de lerarenloopbaan denkt Open Vld o.m. aan: -
het wegwerken van de administratieve overlast
-
een verhoging van het werkcomfort en welbevinden
-
meer werkzekerheid voor jonge leerkrachten, bijv. via een vervangingspool
-
een onderzoek naar de mate waarin loon- en functiedifferentiatie mogelijk is binnen het lerarenkorps
-
het toelaten van oudere leerkrachten tot expertfuncties of ondersteunende functies
-
maatregelen om een flexibelere zij-instroom vanuit andere beroepen te faciliteren, o.m. via de verloning
-
maatregelen om meer mannen in het onderwijsberoep te krijgen
-
de organisatie van gedegen en frequente bijscholing en vorming teneinde de vereiste competenties actueel te houden
6.Om wat te bereiken? Het leerlingportfolio! Het eindresultaat van deze investeringen in het basisonderwijs en in het onderwijzend personeel moet zijn dat elk kind op maat van zijn of haar talent aan het einde van het lagere onderwijs kan beschikken over een eigen portfolio. In dit portfolio, dat elk jaar van de studieloopbaan wordt bijgehouden en aangevuld, wordt op maat van het eigen talent een juist(er) beeld gegeven van de talenten, de kennis, de leerwinst, de vaardigheden, de wensen, de ambities, tot zelfs de emoties van elk kind. Op basis van dit portfolio kan dan een gerichter oriëntering en advisering gegeven worden en een juistere beslissing genomen worden inzake de studiekeuze aan het begin van het secundair onderwijs, het probleem dat aan de grondslag ligt van de lopende discussie.
7
7.En dan ook het secundair onderwijs zelf Open Vld trekt niet de kaart van de grote hervorming van het secundair onderwijs. Zoals gezegd, de grootste hervorming van het secundair onderwijs moet plaats vinden via maatregelen in het basisonderwijs, in het lerarenberoep en in de lerarenopleiding. Dat neemt echter niet weg dat maatregelen in het secundair onderwijs zelf, weliswaar van een kleinere schaalgrootte, evenzeer nodig zijn. Open Vld wenst in deze o.m.: -
de mogelijkheid voor leerlingen om bepaalde vakken waarvoor ze meer talent hebben, verder uit te diepen zodat een echte differentiatie in functie van de eigen talenten en mogelijkheden ontstaat
-
meer aandacht voor vakken en vaardigheden zoals techniek, technologie, cultuur, creativiteit, kritisch en persoonlijk denken
-
meer investeringen in ICT om te kunnen differentiëren
-
een versterking van het TSB, BSO en KSO door een nauwere samenwerking met de arbeidsmarkt, o.m. via meer en intensievere stages
-
een versterking van de regionale technologische centra
-
een opwaardering van het ASO
-
de afschaffing van bepaalde studierichtingen
-
een onderzoek naar het nut van het C-attest aangezien wetenschappelijk onderzoek aantoont dat zittenblijven geen pedagogisch nut heeft, maar wel een kost ten belope van 230 miljoen euro met zich meebrengt
-
het wegwerken van de perceptie dat er een hiërarchie bestaat tussen ASO, TSO, BSO en KSO
8
8.Besluit Open Vld stapt enthousiast mee in het debat omtrent een hervorming van het (secundair) onderwijs. Een hervorming en modernisering is nodig, doch niet de hervorming die de minister nu voor ogen heeft. Open Vld neemt dus een standpunt in dat de het zwaartepunt van deze hervorming elders legt, nl. bij een versterking van het basisonderwijs en van het onderwijzend personeel. Daarnaast zijn er punctuele wijzigingen voorzien voor het secundair onderwijs zelf. Enkel op die manier kan men de studieloopbaanbegeleiding en de studiekeuzebegeleiding echt organiseren op een manier die op maat van elk talent is en die de vastgestelde problemen en bedreigingen kan bestrijden. Open Vld stapt niet mee in een groot structurendebat waar niemand zit op te wachten, waar niemand op voorbereid is en waar niemand het nut van in ziet. En waar blijkbaar deze Vlaamse Regering het nooit eens zal kunnen geraken. De toekomst van het onderwijs is van iedereen.
Brussel, 27 juni 2012
Marleen Vanderpoorten Irina De Knop Fientje Moerman Ann Brusseel Alexander De Croo
9