NAAR EEN INTEGRAAL BELEID VOOR WONEN, ZORG EN WELZIJN IN WAGENINGEN December 2003 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding
2
2. Ontwikkelingen en trends 2.1 de groeiende vraag 2.2 wonen 2.3 zorg 2.4 welzijn 2.5 veranderingen in de AWBZ
3
3. Beleidsafspraken
7
4. Aanbod woon-, zorg- en welzijnsvoorzieningen 4.1 aanbod woonvoorzieningen 4.2 aanbod zorgvoorzieningen 4.3 aanbod welzijnsvoorzieningen 4.4 informatie- en adviesfunctie
8
5. Doelgroepen en de vraag
12
6. Doelstellingen, ambities en uitgangspunten
13
7. De rol en betrokkenheid van partijen
14
8. Projectvoorstellen 8.1 woonzorgzone 8.2 woonzorgloket 8.3 consultatiebureau voor ouderen 8.4 participerende partijen 8.5 organisatie en financiën
15
9. Conclusies en aanbevelingen
18
10. Vervolgstappen
19
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
1
1. INLEIDING Het aantal ouderen is de laatste decennia flink toegenomen en de verwachting is dat de vergrijzing de komende jaren zal doorgaan. Ouderen blijven langer zelfstandig wonen en daarmee stijgt de vraag naar goede ouderenhuisvesting en voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn. Bovendien is er sprake zijn van grote veranderingen in de zorg voor ouderen en voor andere groepen zorgbehoevenden. Voorbeelden van deze veranderingen zijn de toename van het aantal ouderen, een verandering van de vraag, streven bij zorgaanbieders naar klantgerichte werkwijze en aanbod, wijziging van AWBZ-financiering en invoering PGB, de extramuralisering bij zorginstellingen. Een groot aantal organisaties in Wageningen speelt een rol bij het bevorderen van wonen, zorg en welzijn voor de inwoners van de gemeente. De recente ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat alle hierbij betrokken organisaties zoveel mogelijk overeenstemming hebben over de hoofdlijnen van het toekomstig beleid op het gebied van wonen, zorg en welzijn en de rol daarbij van de verschillende partijen. Daarom hebben deze organisaties een gezamenlijke werkconferentie georganiseerd om de consequenties in kaart te brengen en daarop maatregelen voor de toekomst af te stemmen. Op basis van de discussie in deze werkconferentie schetsen we in deze beleidsnota de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van wonen, zorg en welzijn en de doelstellingen en de visie van de betrokken partijen in Wageningen. Daarbij richten we ons op alle zorgvragers die voor deze voorzieningen in aanmerking komen en dus voor alle mensen met een fysieke of verstandelijke handicap. In de praktijk zullen de ouderen hiervan het grootste deel uitmaken, gezien de omvang van deze groep en de vaak grotere zorgvraag. Het is echter niet de bedoeling het te laten bij mooie woorden. Daarom is ervoor gekozen om de voornemens uit deze beleidsnota te concretiseren en een voorstel te doen voor een uitvoeringsprogramma in een drietal projecten. Immers, het beleid moet worden vertaald in een integraal en samenhangend aanbod met praktische projectvoorstellen die in samenwerking tussen de betrokken partijen worden gerealiseerd. Deze beleidsnota is tot stand gekomen op basis van een werkconferentie die heeft plaatsgevonden op 1 september 2003. Daarbij hebben de deelnemers van de werkconferentie de hoofdlijnen besproken van toekomstig beleid op het gebied van wonen, zorg en welzijn en zijn drie projecten voorgesteld. Aan de werkconferentie hebben deelgenomen: Gemeente Wageningen: Ria de Heer, Marije Roex De Woningstichting: Hans van Es Stichting Huisartsenzorg Wageningen: Ron van ’t Land WOW: Paula van Veersen, ouderenadviseur Stichting Zorg en Welzijn Wageningen (SZWW): Henriët Iestra Extern adviseur: Wim de Wildt van bureau van Nimwegen & partners. Dit voorstel wordt voorgelegd aan de WZW-kring. In hoofdstuk 10 is een voorstel opgenomen voor verdere behandeling en uitvoering van de beleidsvoornemens.
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
2
2. ONTWIKKELINGEN EN TRENDS Een belangrijke ontwikkeling in de afgelopen jaren was de toename van het aantal ouderen en de vergrijzing van de bevolking. In de komende decennia wordt, ook in Wageningen, een verdere stijging van het aantal ouderen verwacht. Een tweede ontwikkeling die in dit verband van belang is, is de veranderende vraag van ouderen. Dat heeft zowel te maken met de eisen die anno 2003 worden gesteld aan wonen, de verwachte zorg en de welzijnsvoorzieningen, maar ook met het gestegen opleidings- en inkomensniveau van deze doelgroep. Veel ouderen willen zelf hun levenswijze bepalen en zelf de regie in handen houden. Meer senioren dan ooit weten ook beter hun wensen naar voren te brengen. Tegelijkertijd zien we een tendens vanuit de aanbieders van wonen, zorg en welzijn om meer klantgericht te willen werken en de mens centraal te stellen. Het bewustzijn is gegroeid dat de samenhang tussen de drie elementen essentieel is voor een adequaat aanbod en voor het gewenste resultaat. Een integraal aanbod en samenhangend aanbod is dan ook een vereiste. Ook is het inzicht ontstaan dat de huidige intramurale voorzieningen voor een grote groep ouderen in de toekomst niet meer nodig en niet meer gewenst zijn. Veel ouderen willen en kunnen zelfstandig blijven wonen in hun vertrouwde omgeving, met zorg aan huis. Als gevolg daarvan heeft de extramuralisering in de afgelopen jaren zijn intrede gedaan en veel verzorgingshuizen worden dan ook afgestoten of omgebouwd en krijgen een andere zorgfunctie, bijvoorbeeld een verpleeghuis. Dat kan een oplossing bieden voor de groeiende vraag naar opvang van demente ouderen die nu veelal thuis moeten blijven en beter af zouden zijn in een verpleeghuis. Door het ontbreken van voldoende tussenvoorzieningen belanden vroegdementen soms weer te snel in een verpleeghuis. 2.1 de groeiende vraag Zoals aangegeven richten we ons in deze nota in principe op alle groepen die vanwege hun fysieke of psychische situatie aanspraak moeten kunnen maken op een adequaat aanbod van wonen, zorg en welzijn. Over de groep fysiek of verstandelijk gehandicapten en de vraag naar dienstverlening op het gebied van wonen, zorg en welzijn zijn momenteel geen cijfermatige gegevens beschikbaar. Over de groei van het aantal senioren is wel een aantal gegevens beschikbaar. Landelijk zien we een stijging van het aantal senioren. Demografische prognoses wijzen uit dat in 2015 vier van de tien huishoudens uit 55-plussers bestaan en binnen die categorie groeit het aantal 75-plussers snel1. Tegelijkertijd is er een verdere vergrijzing van de bevolking en dus een relatieve toename van deze doelgroep. In Nederland stijgt de levensverwachting van mannen momenteel sterker dan van vrouwen. Toch blijven vrouwen sterk oververtegenwoordigd en worden mannen nu gemiddeld 76 en vrouwen ongeveer 81 jaar2. Oudere vrouwen wonen vaker in een zorginstelling dan mannen en ook is de financiële situatie van vrouwen vaak slechter dan van mannen. 1 2
Brief van ministeries van VROM en VWS aan de Tweede Kamer Bron CBS, 2002
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
3
Demografische gegevens en prognose senioren Wageningen leeftijd 0-54 55-64 65-74 75-84 85+
1-1-1995 25.976 79% 2527 8% 2302 7% 1389 4% 505 2%
1-1-2003 27.110 78% 3160 9% 2254 6% 1647 5% 632 2%
Prognose 1-1-2010 26.785 75% 3856 11% 2630 7% 1708 5% 643 2%
Prognose 1-1-2015 26.270 73% 4054 11% 3314 9% 1785 5% 668 2%
totaal 32.699 34.803 35.624 36.091 Bron: afdeling Babz gemeente Wageningen (1995 en 2003) en Provincie Gelderland (prognose 2010 en 2015)
Wat is de huidige omvang van de doelgroep senioren in Wageningen en wat zijn de verwachtingen voor de komende jaren? Uit het bovenstaande overzicht blijkt vooral een sterke groei van de groep van 55 tot 75 jaar en in mindere mate van de oudere leeftijdsgroepen van 75 tot 85 jaar en de groep ouder dan 85 jaar. De leeftijdsgroep tot 55 jaar neemt absoluut en relatief enigszins af. Landelijk is in 2003 13.7% van de bevolking 65 jaar of ouder. In Wageningen is dat 13%. Gezien de grote groep studenten in Wageningen is dit toch een relatief hoog percentage. Op basis van de prognose groeit de groep 55-plussers van 7.693 in 2003 naar 8.839 in 2010 en 9.821 in 2015. Een groei van 2.128 personen, terwijl de totale bevolking in die periode met 1.288 toeneemt. De toekomstige ouderen in Nederland zullen een hoger opleidingsniveau en daarmee ook een hoger inkomensniveau hebben dan momenteel en het aantal ouderen dat alleen afhankelijk is van AOW neemt af. Dat betekent tegelijkertijd een hogere mate van zelfredzaamheid en behoefte aan keuzevrijheid. Zij zullen hogere kwaliteitseisen stellen aan wonen, zorg en welzijnsvoorzieningen. Er zal echter altijd een groep ouderen blijven, vaak alleenstaande vrouwen, die niet heeft geprofiteerd van de pensioenvoorzieningen en gestegen welvaart. Deze beide groepen zullen aandacht moeten krijgen. 2.2 wonen De huidige maatschappelijke trend is dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig in hun huidige woonomgeving willen blijven wonen. Steeds meer ouderen wonen in een ruime huurwoning of een koopwoning en willen hun wooncomfort behouden. Dat geldt zowel voor de zelfstandige woning, maar ook voor het verblijf in een intramurale voorziening. Een meerpersoonskamer of een kleine kamer zal voor weinig ouderen meer acceptabel zijn. Het voorgaande betekent dat het wonen in een intramurale voorziening zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Dat sluit ook aan bij de landelijke tendens van extramuralisering, waarbij ernaar gestreefd wordt om wonen en zorg te scheiden en de traditionele verzorgingshuizen vooral te bestemmen voor personen die intensieve zorg nodig hebben. Wanneer ouderen langer zelfstandig willen blijven wonen, betekent dit een uitbreiding van het aantal te bouwen woningen dat voor deze doelgroep geschikt is, maar tegelijkertijd impliceert het de noodzaak van aanpassing van de huidige woningvoorraad en van de woningen waarin ouderen nu wonen. Tevens stelt het eisen aan de woonomgeving t.a.v. toegankelijkheid en veiligheid.
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
4
Veel senioren wonen in een huurwoning. In Wageningen zijn dat in de meeste gevallen woningen van De Woningstichting. De Woningstichting is een van de deelnemers aan de WZW-kring en onderneemt een groot aantal activiteiten om bestaande woningen geschikt te maken voor ouderen, onder andere via het zogenaamde opplussen van woningen. Daarnaast wordt bij herstructurering en nieuwbouw het aantal seniorenwoningen in de huursector uitgebreid. De wat oudere seniorenwoningen voldoen vaak niet meer aan de huidige vraag: ze zijn te klein, zowel in oppervlakte als aantal kamers en er ontbreken specifieke voorzieningen voor ouderen. Een toenemend deel van de senioren woont in een koopwoning. Dat aantal zal de komende jaren nog verder toenemen. Een deel van hen wil verhuizen naar een huurwoning, maar een groot aantal ouderen wil blijven wonen in de huidige woning. Dat houdt in dat in toenemende mate een beroep zal worden gedaan op de WVG-regeling voor aanpassing van woningen en op onderhoudsdiensten voor bijvoorbeeld het woning- en tuinonderhoud. 2.3 zorg De zorg, huisartsenzorg, thuiszorg zullen in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen wanneer ouderen zo lang mogelijk in hun eigen woning willen blijven wonen. Daarbij zal naar verwachting het persoonsgebonden budget (PGB) en extramurale zorg een belangrijker plaats krijgen in de toekomstige zorg voor ouderen. Dit betekent wel dat de zorginfrastructuur zodanig geschikt moet zijn dat binnen korte termijn een passend aanbod kan worden gedaan. Dat vereist dat hierover afstemming plaatsvindt tussen de verschillende zorgaanbieders. In de sectoren verstandelijk gehandicapten (VG) en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) is een aantal ontwikkelingen gaande met als belangrijkste principe zoveel mogelijk te normaliseren. Dit betekent een omvangrijke trans- en extramuralisering. Het gevolg is een toenemende vraag naar thuiszorg, beschermde woonvormen en verpleeghuiszorg. Huisartsen hebben te maken met een hoge werklast, onder andere omdat veel ouderen bij de huisarts met problemen komen die meer thuishoren bij andere hulpverleners. Wanneer dit beter wordt opgepakt kunnen huisartsen zich meer concentreren op hun eigenlijke taak. 2.4 welzijn Welzijn vormt in feite de basis voor de elementen wonen en zorg. Immers, goede huisvesting en zorg zijn niet voldoende wanneer er bijvoorbeeld sprake is van eenzaamheid en het ontbreken van contacten. In het kader van de hiervoor genoemde ontwikkelingen is er een steeds grotere vraag en druk op de beschikbaarheid en het leveren van welzijnsvoorzieningen. Ook door de extramuralisering neemt de vraag naar de diverse voorzieningen op dit gebied toe. Voor de voorzieningen voor de ouderen hebben we te maken met een aantal opvolgende niveaus: - als basis woningcorporaties en welzijnswerk - het volgende niveau de thuiszorg
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
5
- vervolgens tussenvoorzieningen als dagopvang en woonzorg complexen - de verzorgingshuizen - de verpleeghuizen en hospices Met optimale voorzieningen in de basisniveaus moet de opwaartse druk naar de volgende niveaus afgeremd/voorkomen kunnen worden. De rol van welzijnswerk is het vroegtijdig signaleren en ingrijpen op verschillende terreinen en daarmee voorkomen dat mensen een beroep moeten doen op de volgende niveaus. Dit in samenhang met de wijkteams die in Wageningen worden opgericht. Het welzijnswerk biedt daarbij de functies signalering, activering, verbinding en vangnet, preventie, educatie, participatie en recreatie. Dit uit zich onder andere in: sociale activering, ouderenadviseur, steun mantelzorg, dagopvang, alarmering, (multifunctionele) activiteitencentra, maaltijdvoorziening, VTZ, samen eten, stimulering mobiliteit (buurtbus, regiotaxi), intergeneralisatieproject, deelname aan leefbaarheid in de woonomgeving (betrokken zijn bij en invloed kunnen uitoefenen op die woonomgeving). Naast de noodzakelijke dienstverlening dient er vooral aandacht te zijn voor optimale zelfregie, intergenerationele relaties, ervaren van een zinvolle dagbesteding en hebben van betekenisvolle kontakten. Eigen keuzes kunnen maken, het leven inrichten naar eigen inzicht en het bevorderen en/of ondersteunen van zelforganisatie zijn hierbij elementen om negatieve zelfwaardering en maatschappelijke uitsluiting tegen te gaan of een eigen leefstijl en identiteit vorm te geven. Daarbij is de kern van de welzijnscomponent: het instandhouden en zonodig versterken en ondersteunen van de communicatieve zelfsturing. Het vermogen om zelf vorm te geven aan de leefsituatie en daarover adequaat te communiceren met de sociale omgeving. Mensen worden uitgedaagd om hun eigen levensstijl te ontwerpen en volgen. Communicatieve zelfsturing is wenselijk op alle relevante levensdomeinen zoals gezondheid, sociale relaties materiële zekerheid, maatschappelijke participatie, c.q. integratie en zingeving. Waar deze zelfsturing afkalft zijn interventies wenselijk om het beschikbare vermogen tot communicatieve zelfsturing te herstellen, te bevorderen, te ondersteunen en/of in stand te houden. Specifieke kernfuncties3 voor het welzijnswerk daarbij zijn: • maatschappelijke activering van ouderen in m.n. de 3e levensfase (55-75 jr.) • sociale preventie met het oog op de te verwachten problemen in de 4e levensfase (75 jaar en ouder) • persoonsgerichte ondersteuning van m.n. zorgbehoevende ouderen (75+) 2.5 veranderingen in de AWBZ • De veranderingen in de AWBZ hebben nogal wat consequenties voor zowel de zorgvragers als de zorgaanbieders. De zorgvrager gaat zelf bepalen hoe hij de zorg geleverd wil hebben, in welke vorm, op welk moment en door welke aanbieder. Een mogelijkheid daarbij is het persoonsgebonden budget (pgb), waarmee hij zelf de zorg kan inkopen en kan bepalen. 3
onder functie wordt hier verstaan: een bundeling van met elkaar samenhangende hulpverleningsactiviteiten gericht op een bepaald specifiek doel
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
6
•
•
•
•
Voorts wordt er een scheiding aangebracht in de verschillende vormen van zorg. Er worden zeven verschillende zorgfuncties onderscheiden (huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling en verblijf). Elke zorgaanbieder mag overigens al sinds april 2003 binnen zijn eigen sector alle functies aanbieden, de zogenaamde flexibilisering van de zorg. De zorgaanbieder moet dan wel een toewijzing hebben van het zorgkantoor. Daarnaast komt er een uniform protocol voor cliëntregistratie en zorgindicatie. Het RIO fungeert daarbij als onafhankelijk indicatiesteller voor verpleging en verzorging, de gehandicaptenzorg en de geestelijke gezondheidszorg. Er komt een ontschotting tussen de drie sectoren in de AWBZ-zorg: elke zorgaanbieder krijgt meer ruimte en mag in elk segment zorg gaan leveren. Het gevolg is het ontstaan van nieuwe zorgarrangementen en van nieuwe zorgaanbieders, hetgeen kan leiden tot meer marktwerking en concurrentie. Van belang zijn de kabinetsvoornemens voor 2004 die betrekking hebben op de zorgsector, met name t.a.v. de AWBZ en het wetsontwerp voor de Wet Maatschappelijke Zorg die naar verwachting najaar 2004 gereed komt en in 2006 van kracht moet worden. In de Kabinetsvisie zijn van belang • de eigen verantwoordelijkheid van de burger voor de zorg achter de voordeur • de bezuinigingen in de zorg, o.a. de verhoogde eigen bijdrage en eventuele gevolgen voor de vraaguitval • ontbreken in de thuiszorg, verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg van financiële middelen voor zorgvernieuwing.
3. BELEIDSAFSPRAKEN •
•
•
4
Provincie Gelderland De provincie Gelderland heeft een nota ouderenhuisvesting "Keuzevrijheid & identiteit; veilig en comfortabel wonen voor senioren" uitgegeven.4 In de nota kiest de provincie voor het uitgangspunt dat de wensen van burgers richtinggevend moeten zijn voor het beleid. De provincie is van mening dat voor senioren een kwalitatief hoogwaardig en gedifferentieerd aanbod van wonen, welzijn en (thuis)zorg moet worden geschapen, afgestemd op hun wensen (vraaggericht). Per wijk of kern moet er voldoende aanbod zijn van voor senioren geschikte woningen nabij voorzieningen, waaronder een soort dienstenknooppunt of zorgsteunpunt. Gemeente Wageningen De gemeente Wageningen is voornemens om in 2004 een nota ouderenbeleid uit te brengen. Daarbij zullen de uitgangspunten en voorstellen uit deze beleidsnota worden betrokken. Deze nota zal de nota Ouderenbeleid van 1992 vervangen. De Woningstichting Door De Woningstichting is, mede in relatie tot de prestatie-afspraken met de gemeente Wageningen, een voorstel gemaakt voor de ontwikkeling van een
Provincie Gelderland: 3 december 2002
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
7
•
integraal aanbod van wonen, zorg en welzijn voor senioren in Wageningen5. Dit voorstel vormt mede de basis voor deze beleidsnota. Nota lokaal gezondheidsbeleid. Er is een ontwerpnota Lokaal Gezondheidsbeleid voor de regio WestVeluwe/vallei van december 2001. Hieraan wordt momenteel door de gemeente een lokale paragraaf voor Wageningen toegevoegd die naar verwachting medio 2004 gereed zal zijn.
Bij de beleidsontwikkeling en de innovatie op dit gebied zijn onder andere betrokken het Platform Regiovisie Ouderenzorg Gelderse Vallei en de Stichting Integratie Wonen Zorg en Welzijn Gelderse Vallei (IWZW). 4. AANBOD WOON-, ZORG- EN WELZIJNSVOORZIENINGEN 4.1 Aanbod woonvoorzieningen Daarbij gaat het vooral om de geschiktheid van bestaande woningen. Voldoen deze woningen aan de vereisten om thuiszorg te kunnen leveren en kunnen senioren met fysieke beperkingen in de woning blijven wonen? Voor de thuiszorg geldt bijvoorbeeld dat op basis van ARBO-eisen vertrekken in de woning aan bepaalde vereisten ten aanzien van oppervlakte en vloerbedekking moeten voldoen om zorg te kunnen verlenen. Voor de bestaande woningen geldt dat deze kunnen worden aangepast door zg. opplussen of door een persoonsgebonden aanpassing via de WVG. opplussen Bij opplussen gaat het om aanpassen van een groot aantal woningen in een woningcomplex. Dat betekent dat een geheel blok of complex woningen in een keer op een beperkt aantal punten wordt aangepast, zodat in de toekomst geen verbouwingen nodig zijn wanneer de bewoner te maken krijgt met licht fysieke beperkingen. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om het verwijderen van drempels, aanpassen van de entree tot de woning of het gebouw, aanbrengen van handgrepen en verlaagde raamboompjes. Bij huurwoningen van De Woningstichting worden de kosten ervan voor tweederde door de corporatie en voor eenderde door de gemeente gedragen. Bij de eigenaar-bewoners zullen in het algemeen geen opplus-activiteiten plaatsvinden, pas bij gebleken noodzaak zal de woning worden aangepast, waarbij dan soms een beroep wordt gedaan op de WVG-regeling. De provincie kent een woontoets voor particulieren. Deze komt grotendeels overeen met de eisen van Opplussen. Daarmee kunnen particulieren zelf hun woning laten toetsen of benodigde aanpassingen kunnen/moeten worden aangebracht. Op basis daarvan kunnen zij dan de woning aanpassen. De gemeente zou dit wellicht kunnen subsidiëren, net als het opplussen van huurwoningen. Bij de bestaande woningen zou door de Thuiszorginstellingen moeten worden beoordeeld welke problemen men hier tegen kan komen indien hier zorg geleverd moet gaan worden en welke aanpassingen vereist zijn om zorg te kunnen leveren. 5
Voorstel april 2003
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
8
WVG-voorzieningen Op basis van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) vindt door de gemeente uitvoering plaats van deze regeling. Daarmee kunnen woningen op basis van deze regeling worden aangepast op basis van individuele zorgbehoefte van de bewoners. Naast de huidige mogelijkheden van woningaanpassing kan daarbij tevens gedacht worden aan domotica-pakketten, mobiele cabines (o.a. bij terminale situaties). De rol van zorgaanbieders ligt met name op het gebied van adviseren en zoeken naar innovatieve toepassingen (samen met de woningcorporatie). Deze regeling zal in veel gevallen ertoe kunnen leiden dat bewoners langer zelfstandig in hun huidige woning kunnen blijven wonen en dat, indien nodig, adequate zorg verleend kan worden. Echter, wanneer bepaalde vertrekken te klein zijn en daarmee niet voldoen aan de eisen om intensieve zorg te kunnen verlenen, biedt de WVG geen oplossing en zal alsnog verhuizing naar een andere woon(zorg)voorziening moeten plaatsvinden. Ook moet beoordeeld worden of een steunpunt in de wijk voor de zorgverleners noodzakelijk is om intensieve zorg te kunnen verlenen. nieuwbouw Wanneer er nieuwbouw in de wijk plaatsvindt of woningen worden gesloopt die vanwege herstructurering plaats moeten maken voor nieuwbouw, zijn er meer mogelijkheden om de woningen geschikt te maken voor senioren. Dat geldt ook bij ingrijpende renovatie. Dat betekent dat rekening moet worden gehouden met wensen en eisen van de doelgroep zoals bouwen zonder drempels, personenalarmering, woningen die rolstoeltoegankelijk zijn. Woonkeur In verband met de toegankelijkheid van de woningen moet beoordeeld worden wat de mogelijkheden zijn om ervoor te zorgen dat de nieuwbouwwoningen voldoen aan de eisen van Woonkeur. In dat geval wordt voldaan aan de eisen van het seniorenlabel, het Politiekeurmerk Veilig Wonen, het Handboek voor toegankelijkheid en de Kwaliteitswijzer van de VAC. Met het Woonkeurlabel wordt aandacht besteed aan de kenmerken van de woning en de woonomgeving. Zowel in de nota ‘Woonbeleid met kwaliteit’ als in de prestatie-afspraken is Woonkeur als uitgangspunt voor nieuwbouwwoningen genomen. Door de corporaties en de gemeente zal moeten worden beoordeeld in hoeverre toepassing van Woonkeur leidt tot kostenstijgingen en wat daarvan de consequenties zouden zijn. Op basis hiervan kan worden aangegeven welke elementen uit Woonkeur in ieder geval zouden moeten verwerkt in de nieuwbouwplannen. In overleg met de zorgverleners zal dit moeten worden besproken. Woonvoorzieningen met intensieve zorg Voor een deel van de doelgroep senioren is een meer intensieve zorgvoorziening noodzakelijk die niet meer in de thuissituatie kan worden geleverd. Dit kan worden veroorzaakt doordat de woning hiervoor ongeschikt is, of dat de zorgvraag zodanig omvangrijk en intensief is dat hiervoor verhuizing naar een specifieke woonvoorziening vereist is. Daarbij kan het zowel gaan om tijdelijke of om structurele opvang.
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
9
a. tijdelijke voorziening als intervalmogelijkheid voor opvang. Er wordt een meer gedifferentieerd aanbod ontwikkeld voor tijdelijke opnames. In crisisachtige situaties, tijdelijke psycho-geriatrische problematiek of vanwege andere redenen is er toenemende behoefte aan tijdelijke opvang. De huidige dagopvangmogelijkheden zullen op geleide van vraagontwikkelingen worden uitgevoerd. Hiermee wordt ook tegemoet gekomen aan mogelijkheden voor ontlasting mantelzorg / informele zorg (AWBZ). b. structurele opvang in een kleinschalige woonvoorziening. Op basis van vraag / behoefte aan meer kleinschaligheid wordt met partners gezocht naar mogelijkheden voor kleinschalige woonvoorzieningen / woongroepen. Daarbij wordt uitgegaan van groepen van 8 à 10 bewoners die op basis van een persoonsgebonden (PGB) of persoonsvolgend (PVB) budget of reguliere financiering (in- en extramuraal) worden gefinancierd. Hierbij valt ook te denken aan een kleine woonzorgcomplex-achtige vorm die onderdeel vormt van een woonzorgzone. Deze woonvormen kunnen worden aangeboden aan verschillende doelgroepen: ‘somatisch’ of 'psychogeriatrisch. Een voorbeeld hiervan is De Melkweg. Welke woningen en woonvoorzieningen zijn momenteel in Wageningen beschikbaar voor ouderen en voor mensen met een fysieke of verstandelijke handicap? •
• •
• •
De Woningstichting verhuurt 450 zelfstandige woningen die geschikt voor ouderen, waarvan er inmiddels 138 zijn opgeplust. Tot en met 2005 zullen nog eens 140 woningen worden opgeplust, waarbij een gedeeltelijke financiering door de gemeente plaatsvindt op basis van het regionaal vollkshuisvestingsfonds. Samen met de groot- onderhoudswerkzaamheden zullen 750 eengezinswoningen in de Bloemenbuurt worden opgeplust, zodat ook hier ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Over 10 jaar als de werkzaamheden zijn afgerond, zijn er dus nog eens 750 woningen voor ouderen bijgekomen. Bovendien houdt De Woningstichting rekening met woningen voor ouderen bij de herstructureringsplannen. In 2004 start De Woningstichting met ‘Verzilverd Wonen’, waarbij de eigenaar-bewoner de woning aan de corporatie verkoopt, maar in de woning kan blijven wonen. Het Kruiswerk West-Veluwe verstrekt hulpmiddelen om langer zelfstandig thuis te wonen, adviseert bij woningaanpassing en biedt training voor ouderen door ergotherapeuten aan huis. De Stichting Zorg en Welzijn Wageningen beheert twee verzorgingshuizen in Wageningen: Rustenburg en De Nudehof. In Rustenburg betreft het 140 intramurale plaatsen, 4 woningen voor tijdelijke opname (TOP) en is er een dagopvang voor maximaal 12 personen. Daarnaast zijn er 14 aanleunwoningen. In het toekomstplan wordt uitgegaan van 80 intramurale plaatsen, 64 aanleunwoningen en een dagopvang. Het verzorgingshuis De Nudehof heeft nu 100 intramurale plaatsen, 4 woningen voor tijdelijke opvang. Daarnaast zijn er 44 aanleunwoningen. In Dennenrust, een verzorgingshuis voor Indische Nederlanders zijn 136 intramurale plaatsen, 2 TOP-woningen en is er 3x8 dagopvang. Voor de toekomst wordt uitgegaan van 100 intramurale plaatsen, 60 verpleegplekken, 4 TOP-woningen en 36 tot 50 aanleunwoningen.
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
10
•
• • • •
Pieter Pauw, centrum voor verpleeghuiszorg, een gecombineerd verpleeghuis heeft 130 intramurale plaatsen, waarvan 90 voor psychogeriatrische en 40 voor somatische bewoners (30 chronische en 10 reactivering en revalidatiebedden). Daarnaast zijn er 12 plaatsen voor dagbehandeling en biedt het centrum extramurale verpleeghuisproducten aan. Het seniorencomlex De Roosebrink omvat 88 twee- en driekamerhuurwoningen. De serviceflat Belmonte heeft circa 100 koopappartementen. De Melkweg, een woonzorgvoorziening voor lichtdementerende ouderen beschikt over drie woningen voor elk 6 bewoners en over 4 logeerkamers voor daartoe geïndiceerde mensen. De voorziening Dijkzicht voor dagverzorging van ouderen, is op 1 november 2003 opgeheven.
In de bijlage bij deze nota zijn deze gegevens in een overzicht opgenomen. 4.2 aanbod zorgvoorzieningen Naast goede en passende huisvesting voor senioren is een (potentieel) aanbod op het gebied van zorg en welzijn van belang. Door de huidige zorgaanbieders in Wageningen worden de volgende zorgactiviteiten aangeboden: • thuiszorgproducten: - alfahulp - verzorging - verpleging - gespecialiseerde verzorging en verpleging - voedings- en dieetadvisering - ergotherapie aan huis - uitleen van hulpmiddelen • preventieactiviteiten. Onder de noemer advies, instructie, voorlichting en psychosociale begeleiding, zijn mogelijk producten beschikbaar die erop gericht zijn vragen en problemen te voorkomen of beter te begeleiden, bij voorkeur in nauwe samenwerking met huisartsen vanwege de laagdrempeligheid. • •
•
•
Verzorgingshuis-/verpleeghuisactiviteiten thuis. Gebruik maken van expertise van verzorgings- en verpleeghuis in de thuissituatie. Bereikbaarheid / alarmering / ongeplande zorg. - Vanuit een 'vliegend' team 24 uur per dag binnen 15 à 20 minuten ongeplande zorg verlenen - ambulante verpleegkundig nachtzorg thuis. - verpleegkundige achterwacht bij alarmering Toezicht bewaking Indien voor een woonzorgzone wordt gekozen kan in de directe omgeving een bepaalde mate van toezicht worden gegarandeerd. Beoordeeld moet worden welke mogelijkheden er zijn om het fysieke toezicht uit te breiden met internetmogelijkheden zoals de webcam. Inventarisatie vraagontwikkeling.
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
11
4.3 aanbod welzijnsvoorzieningen In verschillende wijken zijn multifunctionele accommodaties die voor diverse activiteiten voor de verschillende doelgroepen kunnen worden gebruikt. De volgende voorzieningen zijn in Wageningen beschikbaar. De activiteiten worden vooral georganiseerd door de medewerkers van de SWOW en vele vrijwilligers. • maaltijdvoorzieningen (thuis of in restaurantomgeving); • ontmoetingsmogelijkheden en recreatieve activiteiten • ontmoetingsbijeenkomsten voor allochtone senioren • muziektherapie (thuis of gezamenlijk); • schuldhulpverlening (AMW) + administratieve ondersteuning; • vervoersmogelijkheden; • zorgpluspakket: op basis van vragen / behoeften worden activiteiten aangeboden waar behoefte aan is en die niet door andere partijen geboden kunnen worden. Een klussendienst, alarmering • computercursussen • Meer Bewegen Voor Ouderen (MBVO) • Kruiswerkproducten, zoals bemiddeling bij diensten (pedicure, opticien en kapper) 4.4 informatie- en adviesfunctie Om senioren zelf de mogelijkheid te kunnen bieden om een afgewogen keuze te kunnen maken uit het aanbod van de diverse aanbieders, is een goede informatie- en adviesmogelijkheid over de mogelijkheden van o.a. huisvesting en van het welzijns- en zorgaanbod een vereiste. De ouderenadviseur die werkzaam is bij WOW vervult deze rol. Uit het door het Kruiswerk West-Veluwe uitgevoerde enquête tijdens een werkconferentie blijkt dat een centraal meldpunt in de gemeente voor diensten met informatie en advies als belangrijkste voorziening wordt gezien voor ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. 5. DOELGROEPEN EN DE VRAAG Wij richten ons op alle zorgvragers. In de praktijk zullen de senioren hiervan het grootste deel uitmaken, gezien de omvang van deze groep en de vaak grotere zorgvraag. De doelgroep senioren is zeer divers, zowel naar leeftijd, leefstijl als naar zorgvraag. Voor een grote groep senioren geldt dat zij kunnen worden beschouwd als een doelgroep die momenteel geen zorgvraag heeft. Daarnaast onderscheiden we doelgroepen met een zg. enkelvoudige, een meervoudige of een complexe zorgvraag. Nader zal moeten worden beoordeeld wat de omvang en aard is van de huidige en toekomstige vraag en welk aanbod op het gebied van wonen, zorg en welzijn momenteel al beschikbaar is. Op basis hiervan kan worden bepaald op welke wijze aan de behoefte kan worden tegemoet gekomen en welke partijen daarbij een rol spelen. In overleg kan dan worden beoordeeld welke faciliteiten in de wijk nodig zijn om deze voorzieningen te kunnen leveren De doelgroep senioren is ook zeer divers naar inkomen. Een deel van de senioren moet rondkomen van AOW met een klein pensioen, maar veel senioren beschikken over een goede pensioenvoorziening en hebben een eigen
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
12
huis met daarmee een aanmerkelijk opgebouwd vermogen. Daarmee is de kwalitatieve vraag van senioren naar wonen en zorg dan ook zeer uiteenlopend. Geconstateerd moet worden dat het huidige aanbod aan (intra- en extramurale) voorzieningen onvoldoende aansluit bij de wensen en behoeften van toekomstige ouderen. Daarbij gaat het zowel om de aard, de omvang als de kwaliteit van het aanbod. Bovendien is het aanbod te versnipperd en niet transparant. 6. DOELSTELLINGEN, AMBITIES EN UITGANGSPUNTEN De centrale doelstelling van deze beleidsnota is het ontwikkelen van een gemeenschappelijke visie op wonen, zorg en welzijn in Wageningen. Deze gezamenlijke visie van alle betrokken partijen moet leiden tot concrete beleidsvoornemens, tot uitvoeringsactiviteiten en een adequate uitvoeringsorganisatie. De volgende doelstellingen en ambities staan daarbij centraal: a. De oudere en overige zorgbehoevenden moeten centraal staan. Het aanbod moet dan ook worden afgestemd op de vraag van deze groepen. b. Ouderen, gehandicapten en overige zorgbehoevenden moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in de door hen gekozen woonomgeving. Zij moeten zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven behouden. Om dit te realiseren moet zorg aan huis geleverd kunnen worden en moeten zij gebruik kunnen maken van adequate welzijnsvoorzieningen. c. Belemmeringen om deel te nemen aan het maatschappelijk leven moeten worden voorkomen. Senioren moeten maatschappelijk actief kunnen blijven. d. Kwalitatief goede en professionele zorg- en de welzijnsvoorzieningen moeten kunnen worden geleverd, ongeacht de huisvestingssituatie en de inkomenssituatie van de zorgvrager. e. De organisatie en het aanbod van wonen, welzijn en zorg dient sterk vraaggericht te zijn en moet een onderlinge samenhang vertonen in de vorm van een integraal aanbod. De volgende uitgangspunten zijn daarbij van belang. 1. Uitgangspunt is om klant- en vraaggericht te werken. Voorwaarde hiervoor is dat klanten uit diverse groepen bij de ontwikkeling en uitwerking van de uitvoeringsplannen worden betrokken. Niet alleen bij de ontwikkeling moeten de diverse doelgroepen worden betrokken, ook bij de uitvoering van de beleidsvoornemens uit deze nota moeten de gebruikers een rol krijgen. Zo bepalen zij mede aan welke vorm van zorg- en dienstverlening behoefte is en in welke mate en zorgt het voor draagvlak bij de gebruikers. Dat garandeert ook dat het aanbod voortdurend wordt aangepast aan daarmee aansluit bij de vraag. 2. Het aanbod van wonen, zorg en welzijn moet zoveel mogelijk flexibel zijn om aan te kunnen sluiten bij veranderende klantbehoeften. Dit vereist dat de afzonderlijke aanbieders hun interne organisatie en dienstenpakket hierop afstemmen. 3. Uitgangspunt is openheid over het aanbod dat de verschillende partijen kunnen en bereid zijn te leveren. Hiervoor is noodzakelijk dat een goede
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
13
afstemming en samenwerking plaatsvindt tussen de diverse aanbieders. Door de veranderende financiering van de zorg- en welzijnssector kan er in de komende tijd door de introductie van de marktwerking een zekere concurrentie ontstaan tussen de diverse aanbieders. Het is belangrijk dat dit onder ogen wordt gezien en dat afspraken worden gemaakt over de wijze waarop hiermee wordt omgegaan en op welke wijze de onderlinge afstemming van het aanbod plaatsvindt. 4. De activiteiten moeten resultaatgericht zijn. Dat impliceert dat de aanbieders voortdurend de voortgang en de resultaten van de diverse projecten moeten laten zien en daarbij aangeven hoe deze aansluiten bij de doelstellingen. Bij voorkeur wordt gestart met een beperkt aantal activiteiten die langzamerhand worden uitgebouwd, zodat ook in het begin al het resultaat kan worden getoond. De samenwerking tussen partijen moet zich niet beperken tot afspraken op beleidsniveau, vooral de uitvoerende medewerkers zullen hierbij moeten worden betrokken om het tot een succes te maken. 5. Bij het aanbieden van een integraal aanbod van wonen, zorg en welzijn, wordt uitgegaan van de noodzaak van een scheiding van deskundigheden tussen de verschillende aanbieders. Dit betekent dat elke organisatie vanuit de eigen deskundigheid, de expertise en ervaring inbrengt op zijn eigen werkterrein. De woningcorporatie levert bijvoorbeeld geen zorg- of welzijnsvoorzieningen maar concentreert zich op het aanbod op het gebied van wonen. 6. Om klanten de mogelijkheid te kunnen bieden om zelf een goede keuze te kunnen maken uit het aanbod, is het noodzakelijk dat er een goede informatie- en adviesfunctie beschikbaar is. Daar moet ook de bemiddeling voor een adequaat en samenhangend aanbod tussen de verschillende aanbieders plaatsvinden. Ook moet er duidelijkheid zijn over de grenzen van de mogelijkheden van het aanbod. 7. ROL EN BETROKKENHEID VAN PARTIJEN Welke rol spelen de diverse aanbieders en wat is daarbij de rol van de gemeente? Om de doelstellingen uit deze beleidsnota te realiseren moeten alle aanbieders uitgaan van de volgende voorwaarden: a. bereidheid tot informeren van overige deelnemende partijen over het aanbod dat zij willen en kunnen leveren; b. zorgen voor een kwalitatief goed aanbod en een goede afstemming van de beleidsafspraken met de uitvoerende medewerkers c. zorgdragen voor een aanbod dat klantgericht is, aansluit bij de diverse klantengroepen en flexibel kan worden toegepast op basis van veranderende behoeften d. bereid zijn tot samenwerking en afstemming met de overige partijen om een integraal aanbod te kunnen leveren e. bereidheid om individuele initiatieven te toetsen aan de gezamenlijke beleidsdoelstellingen. Voor de gemeente geldt dat zij een dubbelrol heeft. De belangrijkste rol is het voeren van de regie over het lokale beleid op het gebied van welzijn, gezondheid en wonen. Daarbij hoort het stimuleren, initiëren, faciliteren en
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
14
coördineren van initiatieven op deze terreinen en zorgdragen voor de onderlinge afstemming, zowel t.a.v. beleid als de uitvoering. Uiteraard kunnen een of meer van deze taken in overleg aan de betrokken organisaties worden gedelegeerd. De tweede rol is ook uitvoerder van onderdelen van het beleid, zoals het realiseren van voorzieningen in de woonomgeving ten behoeve van de bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. Uitgangspunt van dit voorstel is dat aan alle bewoners adequate en kwalitatief goede zorg kan worden verleend. Daarbij zal worden beoordeeld of voor doelgroepen met een zeer complexe en intensieve zorgvraag (somatisch en/of psycho-geriatrische-zorgvraag) een (semi)-intramurale voorziening kan worden aangeboden in de wijk of dat een bovenwijkse voorziening kan worden aangeboden. De participatie van bewoners is noodzakelijk voor zowel het vraaggericht ontwikkelen van het aanbod als voor de betrokkenheid en het draagvlak bij bewoners en de verschillende doelgroepen. Op deze wijze kan het aanbod zo optimaal mogelijk aansluiten bij de vraag van gebruikers. Het betrekken van partijen bij de plannen kost tijd, maar de praktijk wijst uit dat de geïnvesteerde tijd in het begin van het traject in een latere fase ruimschoots wordt terugverdiend. Er zijn diverse vormen van participatie mogelijk. Bij de verdere uitwerking van dit voorstel zullen concrete voorstellen worden ontwikkeld, zoals informatiebijeenkomsten, klantenpanels en excursies naar voorbeeldprojecten. Hieraan zal bij de uitwerking van de projecten apart aandacht worden besteed in een beknopt communicatieplan. 8. PROJECTVOORSTELLEN Om de doelstellingen en ambities uit deze beleidsnota te realiseren zijn drie voorstellen voor projecten ontwikkeld. In deze projecten zijn de doelstellingen verwerkt uit deze nota. Het betreft de volgende projecten: a. een woonzorgzone in een wijk in Wageningen b. een woonzorgloket c. een consultatiebureau voor senioren. 8.1 een woonzorgzone Een woonzorgzone (woonservicezone) is een gebied met een zodanige sociale en fysieke infrastructuur dat ouderen, gehandicapten en overige zorgbehoevenden in staat zijn zo lang mogelijk zelfstandig in hun huidige woonsituatie en woonomgeving te blijven wonen. Om dit te kunnen realiseren zullen alle doelstellingen en randvoorwaarden uit deze beleidsnota in de woonzorgzone moeten terugkomen, zoals het leveren van een integraal aanbod, deelname van diverse aanbieders, afstemming en samenwerking tussen deze partijen, klant- en aanbodgericht werken. Alhoewel het wenselijk is dat in de toekomst alle wijken in Wageningen aan deze criteria voldoen, wordt voorgesteld om te starten we met één wijk als pilot. Dat biedt de mogelijkheid om de voorgestelde integrale aanpak in een beperkt gebied te testen en bij de start goed op elkaar af te stemmen. Daarbij kunnen de
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
15
werkwijze en samenwerking tussen partijen zo nodig worden aangepast. Wanneer de pilot is geslaagd kunnen de ervaringen ook in andere wijken worden toegepast. Een geschikte locatie lijkt daarvoor de wijk Wageningen West. In de wijkcentra in dit gebied worden al diverse activiteiten georganiseerd die aansluiten bij de uitgangspunten voor een woonzorgzone en zijn immers al diverse zorgaanbieders gehuisvest. Ook wonen er in dit gebied relatief veel senioren. In de woonzorgzone moeten de volgende voorzieningen aanwezig zijn en moet de volgende zorg geleverd kunnen worden: a. huisarts, tandarts, fysiotherapeut b. voldoende geschikte woningen voor de doelgroepen c. zorgcontinuüm (tussenvoorziening, evt. verpleeghuisfunctie) d. welzijnsaanbod met activiteiten en contact- en ontmoetingsmogelijkheden, maaltijdvoorziening e. toegankelijke en veilige woonomgeving en adequate vervoersmogelijkheden. f. informatie- en adviesfunctie en coördinatiepunt g. integraal aanbod van wonen, zorg en welzijn op basis van continue inventarisatie en klantgerichte aanpak h. een multifunctionele voorziening waarin een aantal voorzieningen kan worden ondergebracht en tevens kan dienen als steunpunt voor zorgverleners. Het is de bedoeling dat begonnen wordt met een beperkt aanbod dat langzamerhand wordt uitgebreid. Voorts zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij bestaande voorzieningen en activiteiten. Beoordeeld moet worden of de ontwikkelde kennis en het budget dat beschikbaar was voor de mobiele bus hiervoor kan worden ingezet. 8.2 woonzorgloket Het woonzorgloket biedt de meld-, informatie- en adviesfunctie voor alle mensen met een hulpvraag die noodzakelijk is voor het goed functioneren van een woonzorgzone. Bewoners van de wijk kunnen daar terecht voor informatie over de mogelijkheden van het aanbod en voor advies over hun specifieke situatie en de voor- en nadelen van de verschillende keuzemogelijkheden. Deze adviesfunctie zal in toenemende mate een belangrijke rol gaan spelen bij de invoering van het persoonsgebonden budget. Het woonzorgloket krijgt daarbij tevens de rol om een integraal aanbod te kunnen doen op basis van de vraag en dit af te stemmen met de verschillende aanbieders. Een klant hoeft dan niet meer alle zorgaanbieders af te gaan, maar kan rekenen op een integraal aanbod, waarbij door het woonzorgloket achter de schermen afstemming tussen de verschillende partijen plaatsvindt. Belangrijk is dat het woonzorgloket een onafhankelijke informatie- en adviesrol kan vervullen vanuit de belangen van de bewoners. Het woonzorgloket bevindt zich in de woonzorgzone, zodat alle inwoners van het gebied het eenvoudig kunnen bezoeken. Maar huisbezoeken behoren ook tot de mogelijkheden. Als potentiële locatie voor het woonzorgloket kan worden gedacht aan Het Palet of aan het nieuwe wijkcentrum aan de Buurtseweg.
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
16
De activiteiten van het woonzorgloket kunnen beperkt worden tot het gebied van de woonzorgzone. Ook kan worden beoordeeld of het werkgebied van het woonzorgloket kan worden verruimd naar meerdere wijken in Wageningen of naar de hele gemeente. 8.3 consultatiebureau voor ouderen Een consultatiebureau voor ouderen heeft vooral een preventieve functie ten aanzien van de gezondheid en het welzijn van ouderen. Dit bureau kan tijdig gezondheidsproblemen of bijvoorbeeld eenzaamheidsproblemen signaleren en hiervoor oplossingen bieden of verwijzen naar organisaties die hiervoor een aanbod kunnen leveren. (zie positieve voorbeelden in Leiden en Zeeland). Via het consultatiebureau kan een periodieke gezondheidsscreening en daarmee een vroegsignalering plaatsvinden voor de groep boven een bepaalde leeftijdsgrens bij bepaalde gezondheidsklachten. De uitvoering vindt plaats in samenwerking tussen de huisartsen in Wageningen en het Kruiswerk West-Veluwe. Hiervoor zijn financieringsmogelijkheden beschikbaar. Het is van belang de ontwikkelingen te blijven volgen en te beoordelen op welke wijze dit project aansluit bij de overige projecten. 8.4 welke partijen Voor de realisatie van een woonzorgzone en een woonzorgloket wordt uitgegaan van de participatie van de volgende organisaties. •
Gemeente Wageningen
Wonen • De Woningstichting • SSHW Zorg • Verzorgingshuizen Rustenburg, Nudehof, Pieter Pauw, Dennenrust • SMD voor Thuiszorg • Kruiswerk West-Veluwe / IWZW • Huisartsen • Prikpost (bloedprikken) • De Riethorst (GGZ) • De Grift (verslavingszorg) Welzijn • SMD voor Algemeen Maatschappelijk Werk / sociaal raadslieden • WOW en ouderenadviseur • Welvada • Stichting Stibas • Sociale Dienst / Stadskantoor • Minderhedenwerk: La Fraternité en Vluchtelingenwerk • Platform Regiovisie Ouderenzorg Gelderse Vallei • Kruiswerk West-Veluwe, afdeling services Voor het consultatiebureau wordt uitgegaan van deelname door de volgende organisaties: • Huisartsen
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
17
• •
Kruiswerk West-Veluwe Project preventie en vroegsignalering gezondheidsklachten ouderen.
8.5 organisatie en financiering Voor de realisatie van de voorgestelde projecten is een gestructureerde samenwerking en afstemming tussen de gemeente, zorgaanbieders, welzijnsinstellingen en woningcorporaties noodzakelijk. Op deze wijze kan een totaalpakket worden geboden van op elkaar afgestemde woon-, welzijns- en zorgvoorzieningen. Dit betekent dat tussen partijen over het totale plan en over de uitvoering van onderdelen en de afstemming van werkzaamheden afspraken moeten worden gemaakt. Een apart aandachtspunt vormt de financiering, zowel voor de uitwerking van de projecten als gedurende de uitvoering. De financieringsmogelijkheden hiervoor verschillen tussen de deelnemende organisaties. Eventueel zal hierover tevens overleg moeten plaatsvinden met het zorgkantoor en met de zorgverzekeraars. 9. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 1. Het aantal ouderen is de laatste decennia flink toegenomen en de verwachting is dat de vergrijzing de komende jaren zal doorgaan. Ouderen blijven langer zelfstandig wonen en daarmee stijgt de vraag naar goede ouderenhuisvesting en voorzieningen op het gebied van zorg en welzijn. Bovendien is er sprake van grote veranderingen in de zorg voor ouderen en voor andere groepen zorgbehoevenden. 2. Een tweede ontwikkeling is de veranderende vraag van ouderen. Dat heeft zowel te maken met de eisen die anno 2003 worden gesteld aan wonen, de verwachte zorg en de welzijnsvoorzieningen, maar ook met het gestegen opleidings- en inkomensniveau van deze doelgroep. Veel ouderen willen zelf hun levenswijze bepalen en zelf de regie in handen houden. Meer senioren dan ooit weten ook beter hun wensen naar voren te brengen. 3. Er is een tendens vanuit de aanbieders van wonen, zorg en welzijn om meer klantgericht te willen werken en de mens centraal te stellen. Het bewustzijn is gegroeid dat de samenhang tussen de drie elementen essentieel is voor een adequaat aanbod en voor het gewenste resultaat. Ook is het inzicht ontstaan dat de huidige intramurale voorzieningen voor een grote groep ouderen in de toekomst niet meer nodig en niet meer gewenst zijn. Veel ouderen willen en kunnen zelfstandig blijven wonen in hun vertrouwde omgeving, met zorg aan huis. Als gevolg daarvan heeft de extramuralisering in de afgelopen jaren zijn intrede gedaan en veel verzorgingshuizen worden dan ook afgestoten of omgebouwd en krijgen een andere zorgfunctie. 4. Tegelijkertijd zijn er ingrijpende veranderingen in de financiering van de zorg en van de regelgeving in de AWBZ, waaronder de invoering van het persoonsgebonden budget, de kabinetsplannen (ontmanteling van de AWBZ, bezuinigingen en komst van Wet Maatschappelijke Zorg). 5. Momenteel sluit de omvang en de aard van het aanbod aan voorzieningen onvoldoende aan bij de behoeften van de verschillende doelgroepen. Ook ontbreekt een integraal aanbod. 6. In de komende tijd zal voortdurend onderzoek moeten worden gedaan naar de vraag van de diverse doelgroepen, zodat het aanbod op basis daarvan kan worden aangepast.
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
18
7. Deze ontwikkelingen vereisen een gezamenlijke toekomstvisie van de aanbieders van wonen, zorg- en welzijnsvoorzieningen in Wageningen. Dit moet leiden tot een integraal en samenhangend aanbod aan voorzieningen, zowel intramuraal, trans- en extramuraal. Openheid over het aanbod en bereidheid tot afstemmen en samenwerken tussen de verschillende aanbieders is daarvoor noodzakelijk. 8. Een aantal organisaties in Wageningen heeft tijdens de werkconferentie op 1 september 2003 de bereidheid getoond zich in te zetten voor een integraal aanbod. Als uitvoeringsprogramma zijn hierbij drie projecten voorgesteld waarin de doelstellingen en uitgangspunten uit deze nota kunnen worden gerealiseerd, namelijk: ontwikkelen van een pilot voor een woonzorgzone, opzetten van een woonzorgloket en het instellen van een consultatiebureau voor ouderen. Voorgesteld wordt om op basis van de toekomstvisie in deze nota te starten met de verdere uitwerking van de voorgestelde projecten. 10. VERVOLGSTAPPEN Voor het vervolg op deze nota wordt uitgegaan van de volgende stappen: a. Deze nota is besproken in de WZW-kring op 25 september en zal opnieuw worden geagendeerd voor de vergadering van de WZW-kring op 27 november 2003. Met eventuele wijzigingen zal de nota worden vastgesteld. b. Op basis van de uitkomsten van het overleg in de WZW-kring zal worden besloten over de uitwerking van de voorgestelde projecten. c. De uitwerking van de projecten door de deelnemende organisaties wordt vastgelegd in een plan van aanpak en een intentie-overeenkomst, die is gericht op de samenwerking tussen partijen totdat een uitgewerkt plan voor de projecten gereed is. In de intentie-overeenkomst worden onder andere afspraken gemaakt over de keuze voor een pilotwijk, de personele en financiële inzet, de planning en fasering en de projectleiding. d. De uitgewerkte plannen voor de projecten worden besproken in de WZWkring. Vervolgens besluit elke organisatie over deelname aan de uitvoering. e. Tussen de organisaties die besluiten deel te nemen aan de uitvoering van de projecten wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten.
Wageningen: beleidsnota Wonen, zorg en welzijn (dec. 2003)
19