Wonen, welzijn en zorg voor mensen met beperkingen in Helmond Ontwikkelingsprogramma voorzieningen 2009-2015
Concept ter besluitvorming, april 2009
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Deel 1
Kader
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Inhoudsopgave Deel I – Kader 1
Inleiding
5
2
Vraag, ambities en uitgangspunten
8
3
Analyse (toekomstige) vraag en (huidig) aanbod
14
4
Inrichting van de samenwerking
19
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
1
Inleiding
1.1
WWZ-plan
Voor u ligt het Ontwikkelingsprogramma Wonen, Welzijn & Zorg-voorzieningen 2009-2015 van de gemeente Helmond en haar partners; kortweg het WWZ-plan. In dit plan wordt op een rij gezet welke ontwikkelingen in het voorzieningenaanbod de gezamenlijke WWZ-partners voor de komende periode wenselijk achten voor het realiseren van de Wmo-ambitie: mensen met beperkingen kunnen zoveel mogelijk zelfstandig functioneren en participeren. Het plan is het afgelopen jaar ontwikkeld door de gemeente in een proces waarin ongeveer 30 organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het plan en waarin ruim 150 burgers in bijeenkomsten op wijkniveau hun mening hebben gegeven namens zichzelf, hun wijkgenoten of een van de talrijke bewonersen vrijwilligersorganisaties.1 Het WWZ-plan is een faciliterend plan waarop meerdere categorieën partijen (zorgaanbieders, woningcorporaties, projectontwikkelaars, welzijnsinstellingen, dienstenaanbieders, de gemeente, burgers) hun eigen plannen kunnen baseren. Het plan heeft daarbij een dynamisch karakter. Het geeft niet het eindplaatje voor 2015, maar een momentopname van wat anno 2008 de meest wenselijke ontwikkelingen zijn. Verdere ontwikkelingen in de omvang en inhoud van de vraag of bijvoorbeeld veranderingen in regelgeving en financiering kunnen reden zijn tot bijstelling. Het plan borduurt in hoge mate voort op bestaand beleid van alle partners. De ambitie is ook niet nieuw. De eerdere globale uitwerking van bovengenoemde Wmo-ambitie hebben we verder aangescherpt en geoperationaliseerd. Juist door met en dichterbij elkaar plannen, mogelijkheden en wensen tegen het licht te houden hebben we een start gemaakt met een proces dat de meeste winst zal opleveren. Het plan genereert een verbindende kracht voor de partners op alle gebieden die van belang zijn voor de kwaliteit van leven van mensen met een beperking. Gemeentelijke kaders voor het WWZ-plan Het voorliggende WWZ-plan is wat de gemeente betreft in hoofdzaak een uitwerking van een tweetal beleidskaders. In de eerste plaats is het een uitwerking van het Wmo-beleidsplan en de bijbehorende Startnotitie Wonen Welzijn Zorg. In het beleidsplan staat onder prestatieveld 5 als actie: Ontwikkelen Toekomstperspectief 2015 WWZ.2
1 2
Verslagen van deze bijeenkomsten worden ter inzage gelegd bij het raadsvoorstel (juni/juli 2009) Deze actie moet leiden tot een: • Vastgesteld referentiekader voor een basisniveau van voorzieningen op het terrein van WWZ met een prioritering in de uitvoering. • Notitie Toekomstperspectief: o visie op hoofdlijnen o vertaalslag naar acties vanaf 2009 via interactief proces o inspraak, intern en extern o besluitvorming, intern en extern o voorstel over inhoud en vorm regierol gemeente, intern en extern o Actueel overzicht met plannen en ideeën op WWZ-terrein voor de woonservicegebieden.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
5
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
In de tweede plaats is de in 2007 vastgestelde Woonvisie een kader voor het WWZ-plan. Bij de Woonvisie horen de nota ‘Opgave Wonen en Zorg 2015’, die in 2006 door een werkgroep van gemeente en partners is opgesteld, en de prestatieafspraken met woningcorporaties (2008). In de Woonvisie staat: “De gemeente stelt in 2008 een plan van aanpak op voor de periode 2009 – 2015 waarin een toekomstperspectief wordt geschetst voor het onderdeel Wonen, Zorg en Welzijn. Doelstelling is Helmonders kunnen gebruik maken van een volledig pakket aan voorzieningen die hen in staat stellen hun leven naar eigen inzicht in te richten. Het voorzieningenpakket (onder te verdelen in basis-, plus- en stedelijke voorzieningen) krijgt vorm via de concepten woonservicegebied en woonservicezone”3/4 Het WWZ-plan heeft daarnaast, zonder eerdere beleidskaders tekort te doen, een relatie met het Lokaal Gezondheidsbeleid (LGB). In de beleidsnota over dit onderwerp zijn in 2007 drie speerpunten vastgelegd: - wijkgerichte aanpak van gezondheidsachterstanden door inzet van een gezondheidsmakelaar - afstemmen preventieactiviteiten - 1e lijnszorgvoorzieningen
1.2
Afbakening WWZ-plan
Het Wmo-beleidsplan kent meerdere sporen, wat duidelijk maakt dat het WWZ-plan slechts één van de instrumenten is waarmee de ambities worden nagestreefd. Binnen het spoor ‘Voorzieningen optimaliseren en organiseren in woonservicegebieden’, waar het WWZ-plan onder valt, wordt bijvoorbeeld ook gewerkt aan een sociaal maatschappelijk infrastructuurplan, een nota accommodatiebeleid, een digitaal ketenportaal, een mogelijk investeringsplan toegankelijkheid openbare gebouwen in gemeentelijk bezit, een pilot woonservicediensten en een subsidieplan WWZ. Dit spoor heeft betrekking op het realiseren van een kwalitatief en kwantitatief voldoende aanbod van voorzieningen. Daarnaast kent het Wmo-plan nog een tweetal sporen waarbinnen wordt gewerkt aan - de manier waarop de aansluiting tussen individuele kenmerken, behoeften en mogelijkheden en anderzijds de eigen verantwoordelijkheden en het aanbod aan informele en formele voorzieningen wordt verbeterd (spoor 2: van indicatie naar advies) - het functioneren en participeren van burgers die dat niet op eigen houtje geregelde (kunnen) krijgen (spoor 3: aandacht voor niet zelfredzame groepen) Dit plan richt zich in hoofdzaak op voorzieningen vanuit een plannings-ambitie en heeft daardoor een grotendeels kwantitatieve en geografische insteek. De waarde van deze benadering schuilt in het gegeven dat het tijdig organiseren van voorzieningen – zeker als deze moeilijk te realiseren zijn en/of een lange realisatietermijn hebben – een belangrijke voorwaarde vormt voor het realiseren van onze ambities. 3
De Woonvisie 2007-2015 en de Prestatie-afspraken 2008-2015 geven ook al een concretisering van de ambitie: In 2015 is tenminste 15% van de woningvoorraad van corporaties levensloopgeschikt. Om dit te realiseren zullen de corporaties in ieder geval tussen 2008 en 2010 1.750 woningen voorzien van een oppluspakket tussen 2008 en 2015 1.200 levensloopgeschikte woningen realiseren. Daarnaast stellen gemeente en corporaties integrale wijkperspectieven op, waarvan WWZ een vast onderdeel uit kan maken. 4 Voor een uitwerking van deze begrippen, zie paragraaf 2.3
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
6
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Deze benadering levert wel een beperkt beeld op van de wereld van wonen, welzijn en zorg. Ontwikkelingen op het niveau van (innovatie in) product-, diensten- en activiteitenontwikkeling alsmede zich op (te ontwikkelen) processen op klantniveau blijven goeddeels buiten beeld. Overigens zijn die ‘wensen’ op dit vlak die we in dit traject min of meer toevallig zijn tegengekomen, wel opgenomen in dit plan. Er is echter geen sprake van een uitputtend beeld. Over de kwalitatieve component van de vraagontwikkeling wordt in dit plan ook een expliciet vervolgproject voorgesteld (project 1, hoofdstuk 5) Daarnaast heeft dit plan alleen betrekking op mensen met beperkingen. Dat betekent dat voorzieningen op het gebied van jeugd en onderwijs, van algemeen welzijnsbeleid, sport en cultuur geen onderdeel van het plan uitmaken, hoe belangrijk ze ook zijn voor de sociale kwaliteit van Helmond. Tenslotte zij duidelijk vermeld dat: - dit plan geen eindbeeld oplevert, maar juist een momentopname, die als startpunt voor ontwikkelingen kan dienen; - de regionale dimensie van het WWZ-aanbod in dit plan als ‘context’ wordt beschouwd en niet is gekwantificeerd; - het in deze fase (nog) niet mogelijk was om een plan op dit abstractieniveau te voorzien van een financiële vertaling. Inzicht in de benodigde investeringen en overige financiële effecten zal op projectniveau moeten worden in kaart gebracht.
1.3
Doel WWZ-plan
Doel van dit plan is dat door de WWZ-partners op hoofdlijnen wordt vastgelegd welke voorzieningen in Helmond in de komende periode worden ontwikkeld zodat mensen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en leven (zie ook par. 2.2). Het plan wordt ontwikkeld op twee niveaus. In de eerste plaats is voor Helmond als geheel in kaart gebracht hoe het staat met het huidig en toekomstig voorzieningenaanbod in relatie met de (verwachte) behoefte. Het tweede niveau betreft de wijk. Op dat niveau kunnen zaken in een zodanige samenhang met elkaar worden ontwikkeld, dat de gebruikers er beter van worden en aanbieders efficiënt kunnen opereren. Dat wil overigens niet zeggen dat alle voorzieningen in elke wijk beschikbaar moeten zijn. Dit plan is bedoeld om mogelijkheden tot synergie te creëren en hebben vooral betrekking op inhoud en kwaliteit en op geografische vraagstukken. Door op tijd met elkaar af te spreken welke accenten worden gelegd, welke concepten kansrijk worden geacht, welke grenzen niet overschreden mogen worden en hoe ontwikkelingen worden gestuurd ontstaan arrangementen die elkaar versterken. Door duidelijk te maken hoe in de toekomst het voorzieningenaanbod geografisch is geclusterd, kunnen partijen (WWZ-partners en anderen) de juiste beslissingen nemen over waar te ontwikkelen en te investeren. Daarbij kan per wijk maatwerk worden geleverd op basis van demografische ontwikkelingen, beleidsmatige keuzes, aanwezige voorzieningen en zich voordoende kansen. Een van de eerste zaken waaraan voldaan moet zijn om goed te kunnen samenwerken is het hanteren van een gedeeld begrippenkader. In Bijlage I vindt u een begrippenkader dat de voorzieningen in de verschillende domeinen omschrijft en voorziet van een kwantitatief kader met referentiepunten en een geografisch kader.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
7
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
2
Vraag, ambitie & uitgangspunten
2.1
Vraag
Mensen met beperkingen We onderscheiden in Helmond verschillende doelgroepen voor wonen, welzijn en zorg.5 We onderscheiden in de eerste plaats fysieke, psycho-geriatrische, verstandelijke, (chronisch) psychische en psycho-sociale beperkingen. Daarbinnen kan een onderscheid worden gemaakt naar de ernst van de beperking6: Licht: De persoon ervaart beperkingen in het dagelijks leven, maar kan met eenvoudige aanpassingen en hulpmiddelen en eventueel lichte vormen van ondersteuning (op afspraak) gewoon zelfstandig functioneren en participeren. Onder deze categorie vallen bijvoorbeeld mensen met (alleen) een rollator, maar ook mensen met een lichte verstandelijke handicap, een manische depressie of een gedragsstoornis. Matig: De persoon heeft dusdanige beperkingen dat structurele (individuele) voorzieningen en aanpassingen nodig zijn en dat op afroep (met een responstijd van ongeveer een 20-30 minuten) zorg en ondersteuning beschikbaar zijn. Mensen die rolstoelgebonden zijn vallen minimaal onder deze categorie. In de sfeer van de verstandelijk gehandicapten en GGZ vallen onder deze categorie mensen die voldoende hebben aan regelmatige begeleiding maar verder zelfstandig wonen. Ernstig: De persoon heeft veel zorg nodig, die direct kan worden geleverd. Er moet daarom een zorgsteunpunt in de nabijheid zijn, waar binnen enkele minuten op een oproep kan worden gereageerd. De persoon is in staat zelf de regie te voeren over zijn leven en het aanbod aan wonen, zorg en welzijn. Voor verstandelijke gehandicapten en mensen met psychische problemen gaat het hier om mensen die structureel worden begeleid, maar in een open setting. Zeer ernstig: De persoon heeft intensief zorg nodig en is niet (langer) in staat zelf regie te voeren. Er is 24 uur per dag actief toezicht nodig. Onder deze categorie vallen mensen die een besloten of gesloten setting in de ouderenzorg, GGZ en gehandicaptenzorg nodig hebben.
Vraag naar voorzieningen Niet iedereen met een beperking heeft ook behoefte aan (professionele) voorzieningen. Vooral voor mensen met fysieke beperkingen in de lichte en matige categorie – in kwantitatief opzicht zijn juist dit de grootste groepen - zijn voorzieningen vaak niet nodig. Mensen met (zeer) ernstige beperkingen hebben wel vaak behoefte aan voorzieningen. De kwantitatieve behoefte aan voorzieningen kan daarom niet rechtstreeks worden afgeleid uit de omvang van de doelgroepen. In plaats daarvan kan een raming worden gebaseerd op ervaringsgegevens. Deze raming dient als referentiepunt voor lange termijn ontwikkelingen. Voor de korte termijn moet altijd worden gezocht naar aanpassingen op basis van de daadwerkelijke vraag/behoefte van het moment.7 5
De notitie Aard en omvang Wmo-doelgroep (SGBO, 2006) geeft daarbij de aantallen op landelijk niveau. Als we deze voor Helmond vertalen gaat het om ongeveer 15.000 mensen met een lichte beperking, 7.500 met een matige, 3.000 met ernstige beperkingen en zo’n 700 mensen met zeer ernstige beperkingen. 6 In de praktijk zijn de grenzen tussen onderstaande begrippen diffuus. Ze zijn bedoeld om een werkbare indeling te geven om een voorzieningenaanbod WWZ op te baseren 7 De in dit plan gehanteerde ramingen vindt u in de referentiepunten in Bijlage 1.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
8
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Ontwikkeling in vraag naar voorzieningen In de komende decennia zal als een gevolg van de vergrijzing met name het aantal mensen met fysieke en psycho-geriatrische beperkingen fors stijgen. Uitgaande van de demografische ontwikkeling kan voor de komende 15 jaar een groei van gemiddeld 1,5% per jaar worden voorspeld – in deze ontwikkeling is het aantal oudere ouderen de drijvende factor. Daarna versnelt de groei zelfs nog verder. Net zo belangrijk als de kwantitatieve, is de kwalitatieve ontwikkeling van de vraag. Als een gevolg van de gestegen welvaart en veranderende sociaal-culturele patronen heeft de zorgvrager van vandaag andere behoeften dan de zorgvrager van 20 jaar geleden en zal de zorgvrager van over 20 jaar weer andere behoeften hebben. Gechargeerd geformuleerd was het WWZ-aanbod 15 jaar geleden nog grotendeels georganiseerd langs de lijnen van grootschalige zorgverlening. Mensen met beperkingen moesten verhuizen naar gebouwen waar goed zorg kon worden geleverd. Daar kwam men terecht in kamers of kleine appartementen en kon (moest) men gebruik maken van het ‘inhouse’ welzijnsaanbod. In de afgelopen jaren is dat zorggestuurde aanbod met zijn institutionele karakter aan het transformeren naar een aanbod dat meer recht doet aan de gedachte dat de beperkte burger meer is dan zijn beperking. Steeds vaker kan de burger bijvoorbeeld zelf kiezen in wat voor soort woning hij wil wonen, hoe hij zijn zorg geleverd wil krijgen en hoe hij zijn sociale leven wil inrichten. In de ouderenzorg zien we dit terug in het ontstaan van veelal kleinschalige en extramurale woonvormen. In de gehandicaptenzorg en de GGZ zijn de grenzen tussen klassieke vormen van instellings-wonen of ambulante hulpverlening meer en meer vervaagd en vervangen door een breed scala aan vaak semimurale woonzorgarrangementen. Deze beweging zal de komende decennia doorzetten. De nieuwe generatie zorgvragers is in meerderheid zelfbewust en mondig. De meesten van hen zullen alleen genoegen nemen met een WWZ-arrangement dat aansluit bij hun wensen en (financiële, lichamelijke en geestelijke) mogelijkheden. Aparte aandacht vraagt het ontstaan van een groep zorgvragers met een andere culturele achtergrond. In deze brede ontwikkeling is een tweetal zaken essentieel voor het plannen van voorzieningen. • Er is in afnemende mate sprake van ‘de zorgvrager’. De verschillen tussen wat mensen belangrijk of leuk vinden én tussen wat mensen voor mogelijkheden hebben om zaken – bijvoorbeeld financieel – zelf vorm te geven worden steeds groter. Dat betekent dat er een steeds grotere diversiteit ontstaat in ‘de vraag’; hierbij is ook aandacht voor culturele diversiteit nodig. • Hoewel smaken en wensen verschillen en gewaakt moet worden voor het heilig verklaren van één concept, is het aannemelijk dat de verschuiving van de vraag in de richting van kleinschaligheid en zelfstandig wonen zal doorzetten.
2.2
Ambitie
In het Helmondse Wmo-beleid is als ambitie vastgelegd dat Helmonders zoveel mogelijk zelfstandig moeten kunnen functioneren en participeren. Met behulp van het onderscheid in de ernst van beperkingen kan deze ambitie verder worden geconcretiseerd. Mensen met lichte en matige beperkingen kunnen overal in Helmond wonen en gebruik maken van de voorzieningen die zij nodig hebben om zelfstandig te functioneren en te participeren.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
9
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Vanwege hun beperkte mobiliteit kan deze ambitie niet voor mensen met ernstige beperkingen worden gerealiseerd. Het is immers niet mogelijk om overal in Helmond winkel- en welzijnsaanbod dat bereikbaar is voor mindervaliden te creëren én om de responstijd op oproepen voor zorg voldoende laag te krijgen. Wel is het mogelijk om in (vrijwel) iedere wijk een of meer kleinere gebieden aan te wijzen, waar wel alle voorzieningen op loopafstand liggen (of kunnen worden ontwikkeld) en waar wel een voldoende korte responstijd kan worden gerealiseerd. Voor mensen met ernstige beperkingen is deze korte responstijd cruciaal. Het realiseren van dit soort voorzieningen biedt daarbij vaak de gelegenheid om daarbij al dan niet geïntegreerd andere voorzieningen te positioneren c.q. de betreffende soort voorzieningen te realiseren in de nabijheid van andere voorzieningen. Dit noemen we een woonservicezone. De ambitie voor mensen met ernstige beperkingen is dat zij in elke wijk in Helmond kunnen wonen.8 Voor mensen met zeer ernstige beperkingen is intensieve, continue en vaak specialistische zorg nodig. Door de ernst van hun beperking is ‘normaal’ functioneren en participeren voor hen niet mogelijk. Zij zullen vaak gebruik moeten maken van een institutionele setting. Een stad als Helmond is groot genoeg om (vrijwel) al dit soort voorzieningen te kunnen aanbieden. De ambitie voor deze categorie mensen is dan ook dat zij in Helmond kunnen (blijven) wonen. Samengevat kan onze ambitie als volgt worden benoemd. • Mensen met lichte en matige beperkingen hoeven niet te verhuizen om de zorg, ondersteuning en mogelijkheden te krijgen om zelfstandig te wonen, functioneren en participeren • Mensen met ernstige beperkingen moeten misschien wel van woning veranderen, maar kunnen altijd in hun eigen wijk terecht • Mensen met zeer ernstige beperkingen kunnen te allen tijde in Helmond blijven als zij dat willen. Wel moeten zij wellicht verhuizen naar een voorziening in een andere wijk. Overigens zijn de Helmondse WWZ-partners bij het realiseren van deze ambitie in hoge mate afhankelijk van: - regelgeving en financiën van de Rijksoverheid en de Zorgverzekeraars - beschikbaarheid van personeel. Binnen de gegeven mogelijkheden spannen de partijen zich maximaal in om de voorzieningen te realiseren waarmee deze ambitie kan worden gerealiseerd. Waar juridische, inhoudelijke, logistieke of financiële kaders het wijksgewijs aanbieden van voorzieningen belemmeren, wordt wel gestreefd naar een zo goed mogelijke spreiding, bijvoorbeeld door te onderzoeken of in ieder geval in ieder ‘stadsdeel’ (West, Midden, Oost) een voorziening kan worden gerealiseerd. Tevens kan een aantekening worden gemaakt op het gebied van de GGZ. Hier zijn signalen dat er sprake is van een ‘revival’ van de behoefte aan wonen op instellings-terreinen. Omdat zo’n setting zich juist kenmerkt door een bewuste afstand tot de ‘reguliere maatschappij’, hoeven deze niet per se in Helmond te liggen.
8
In het Startdocument WWZ wordt gesproken over 7 nieuw te vormen woonservicegebieden. In tegenstelling tot wat in het startdocument WWZ nog werd gedacht, blijkt uit een nadere analyse van het potentiële draagvlak voor WWZ-voorzieningen in de Helmondse wijken, dat de meeste woonwijken daarbij voldoende potentiële zorgvragers hebben om zo’n aanbod structureel te kunnen realiseren. Dat geldt niet voor Dierdonk en Warande, maar die kunnen ook niet op een zinvolle manier worden gekoppeld aan andere gebieden.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
10
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
2.3
Uitgangspunten
De Helmondse WWZ-partijen willen zo goed mogelijk aansluiten bij de (veranderingen in de) vraag naar voorzieningen. Dat denken we te kunnen bereiken door in de komende jaren aanbod te ontwikkelen vanuit de volgende twee uitgangspunten Klant centraal: communiceren, anticiperen en diversificeren Alle WWZ-partners onderschrijven het uitgangspunt van het Wmo-beleidsplan dat de klant centraal moet staan. Hoe dit op het niveau van de individuele burger vorm krijgt wordt uitgewerkt in spoor 2 van het Wmo-plan. Hier gaan we in op de vraag wat dit uitgangspunt betekent voor het creëren van voorzieningen. De burger die voorzieningen nodig heeft is gebaat bij enerzijds maatwerk en anderzijds snelle levering. In de praktijk staan deze zaken soms op gespannen voet met elkaar. Immers, maatwerk ontstaat vooral als voorzieningen pas worden gecreëerd nadat in samenspraak met de burger is bepaald waaraan nu eigenlijk behoefte bestaat. Om snel te kunnen leveren is het echter handig als voorzieningen al bij voorbaat op de plank liggen. Onze strategie om met deze spanning om te gaan bestaat uit: • Communiceren: door in gesprek te gaan met potentiële zorgvragers en hun omgeving kan de vinger aan de pols worden gehouden wat betreft veranderingen in de vraag • Anticiperen: Sommige zaken – zoals demografische ontwikkelingen, veranderende regelgeving en in mindere mate verschuivende voorkeuren of veranderende (financiële) mogelijkheden van burgers – kunnen al een tijd van te voren worden voorzien. Door actief de toekomst te ‘scannen’ kunnen we anticiperen op toekomstige vraagstukken • Diversificeren: De zorgvragers van de toekomst zijn te verschillend van elkaar om te denken dat een bepaalde vorm van voorzieningen – hoe goed doordacht ook – in ieders behoefte kan voorzien. We zetten actief in op het tot stand laten komen van een divers aanbod, zodat er in de toekomst ‘voor elk wat wils’ is. Zelfstandig leven met beperkingen: basisvoorzieningen in woonservicezones en wijken De ambitie om het in iedere wijk mogelijk te maken dat mensen met ernstige beperkingen er kunnen wonen, functioneren participeren vraagt om de aanwezigheid van een basisvoorzieningenpakket. Waar het gaat om ‘haaldiensten’ moet een aantal voorzieningen gesitueerd zijn binnen een voor mensen met ernstige beperkingen ‘beloopbaar’ gebied: de woonservicezone. Voorzieningen in woonservicezone Wonen Verzorgd wonen Welzijn Adviseur ouderen/gehandicapten Ouderenwerk Voorziening voor ontmoeting, ontspanning & ontplooiing Voorziening voor opvang en begeleiding ouderen
Zorg Gezondheidszorg zonder indicatie (liefst in gezondheidscentrum; huisarts, tandarts, maatschappelijk werk, fysiotherapie, 9 apotheek ) Overig Winkel dagelijkse boodschappen
9
In de praktijk maken ook voorzieningen als ouder-kind-zorg en verloskunde onderdeel uit van dit soort centra. Deze vormen echter geen onderwerp van dit plan.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
11
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Daarnaast is er een aantal voorzieningen nodig, dat overal in Helmond beschikbaar is. Het gaat om woningen voor mensen met voldoende mobiliteit en om brengdiensten op het gebied van welzijn en zorg. Voorzieningen die op elke plek in Helmond beschikbaar zijn Wonen Zorg Zelfstandig wonen Zorg met indicatie: Geschikt wonen Huishoudelijke verzorging Persoonlijke verzorging Welzijn (Thuis-)Verpleging Opbouwwerk Structuurbiedende begeleiding Sociaal raadlieden (Thuis-)Behandeling (evt. wijkniveau)
In bijna elke wijk een woonservicezone Een eerste analyse maakt duidelijk dat het mogelijk moet zijn om in vrijwel alle Helmondse wijken een woonservicezone te realiseren. Uitzondering vormen Dierdonk en Warande, waar onvoldoende behoefte aan bepaalde voorzieningen bestaat. Op de volgende pagina vindt u een overzicht van de in dit plan voorgestelde woonservicezones. In Helmond-West en in Rijpelberg is de vraag naar woonzorgvoorzieningen beperkt, maar niet zo klein dat een goed aanbod niet mogelijk is. Bovendien laten de cijfers over het gebruik van Wmo-voorzieningen zien dat in deze wijken relatief veel mensen voorzieningen gebruiken. Voorzieningen in deze wijken zouden idealiter een bovenwijkse uitstraling moeten hebben. Bovenwijkse/Stedelijke voorzieningen Niet alle voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn en zorg kunnen in elke wijk worden gerealiseerd. In onderstaande tabel vindt u een overzicht van voorzieningen die we als stedelijke voorzieningen zien (soms zelfs met een regionale functie). Het betreft met name woonvoorzieningen voor mensen met zeer ernstige beperkingen en zorg- en welzijnsvoorzieningen met een specialistischer karakter (en dus een beperkte doelgroep). Stedelijke voorzieningen Wonen Beschermd wonen Welzijn Voorziening voor opvang en begeleiding gehandicapten/ GGZ Ondersteuningspunt vrijwilligers
Zorg Specialistische zorg en behandeling Ziekenhuis (algemeen en psychiatrisch) Overig Overige winkels Cultuur
Overigens geldt vanuit de algemene ambitie om te spreiden ook bij dit type voorzieningen dat we ze het liefst zo gespreid mogelijk realiseren. Als er draagvlak is voor meerdere voorzieningen van hetzelfde typen zullen we bijvoorbeeld bezien of we deze op stadsdeelniveau kunnen realiseren. De realiteit gebiedt om hier te benadrukken dat de ambitie om alle soorten voorzieningen – hoe bijzonder ook – in Helmond te realiseren nooit volledig gerealiseerd zal worden. Wel brengt de ambitie tot uitdrukking dat waar zich mogelijkheden voordoen, de gemeente een positieve grondhouding zal hebben.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
12
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
?
? ?
?
?
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
3
Analyse (toekomstige) vraag en (huidig) aanbod
De opgave tot 2015 bestaat uit twee delen. In de eerste plaats de actuele opgave anno 2008 en in de tweede plaats de opgave ten gevolge van een groei van de vraag. Let wel: het gaat om de voorzieningenopgave. Opgaven op het gebied van werkprocessen en organisatie maken onderdeel uit van andere sporen van het Wmo-beleidsplan. Opgave anno 2008 Een analyse van vraag en aanbod anno 2008 maakt duidelijk wat de stand van zaken is.10 Daarbij vallen een kwalitatieve, een kwantitatieve en een spreidingsopgave te onderscheiden. Op alledrie de dimensies kan worden vastgesteld dat het huidige aanbod in Helmond door de bank genomen op orde is:11 - mensen met beperkingen zijn over het algemeen tevreden met de kwaliteit van het voorzieningenaanbod; - het aanbod aan woonvormen voor mensen met beperkingen ligt voor de meeste categorieën binnen enkele procenten van de vraag-prognoses;12 - er zijn wachtlijsten voor bepaalde vormen van zorg, maar deze wijken niet sterk af van de rest van Nederland; - in een groot deel van de Helmondse wijken zijn de ingrediënten van een woonservicegebied (winkels, woonvormen en zorg- en welzijnsaanbod) voorhanden; - aanbieders van wonen, welzijn en zorg ervaren korte (onderlinge) lijnen en daardoor een behoorlijke daadkracht op klantniveau. Tegelijkertijd is er in 2008 een aantal aandachtspunten te benoemen. Op basis van een kwantitatieve en geografische analyse van vraag en aanbod – gecheckt in de wijkgesprekken - kan het volgende worden vastgesteld: -
er zijn wachtlijsten voor verpleeghuisplekken voor demente ouderen (het aanbod neemt echter in 2008 fors toe) er is een fors tekort aan woningen voor mensen met lichte en matige (fysieke) beperkingen (geschikt en opgeplust wonen) de ambitie uit de Woonvisie en de prestatieafspraken is op de planningstermijn 2015 realistisch, maar dekt slechts 2/3e van de uiteindelijke behoefte af er is een tekort aan plekken in verschillende soorten voorzieningen in de maatschappelijke opvang en de GGZ het aanbod aan kleinschalige woonvormen voor verstandelijk gehandicapten is kleiner dan je van een stad als Helmond zou verwachten in wijken als Stiphout, Rijpelberg, West, Oost en Dierdonk ontbreekt verzorgd wonen als basisvoorziening er zijn in hele delen van de stad geen mogelijkheden tot dagbesteding voor verstandelijk gehandicapten en GGZ-cliënten binnen wijken is de spreiding van voorzieningen soms zo, dat van een woonservicezone nog geen sprake is er bestaat behoefte aan een Hospice
10
De analyse is bijgevoegd als bijlage 2 Wmo-enquete, klanttevredenheidsonderzoek Wmo, jaarverslagen en kwaliteitsonderzoeken aanbieders. 12 Een kwantitatieve analyse van het actuele welzijnsaanbod hebben we in het kader van dit plan (nog) niet kunnen uitvoeren. Wel zijn voor het eerst de referentiepunten bepaald, waarmee het bestaande aanbod kan worden bekeken. In de komende periode zal – als onderdeel van dit plan – een kwantitatieve analyse (moeten) worden gemaakt. Hiertoe wordt in hoofdstuk 4 een project geformuleerd. 11
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
13
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
3500
3194
3000 2500 1873
2000 1500
1098 1185
1000 500
258
301 78
106
0
50
44
177
114
222
be be sc sc he he rm rm d d wo wo ne ne n Be n be V V& sc sc &V V he he be rm rm h d oe d w wo f te on ne en n be Be G G G sc G sc Z Z he he b rm eh rm oe d d wo w fte on ne e n n G G H H Ve Z Z Ve b rz e r or zo h oe gd gd fte w w on on en e V& n V Ve Ve &V V rz rz be or o rg gd ho d ef w w te on on en en G G Ve G Ve G Z Z rz rz b or or e ho gd gd ef w w te on on en en ge G G sc H H hi Z Z kt b G e w ho es on ef ch en te ikt (a w lle on ca en t) be ho ef te
0
Tabel: aanbod irt behoefte 2008
Op basis van de wijkgesprekken kunnen hieraan nog de volgende inhoudelijke zaken worden toegevoegd. - de kwaliteit van vervoersvoorzieningen wordt door velen als onvoldoende beoordeeld - de toegankelijkheid van openbare ruimte en gebouwen kan beter - het aanbod aan brengdiensten – vooral op het gebied van welzijn – kan verder worden ontwikkeld - er is ook in Helmond veel eenzaamheid; het bereik van het welzijnsaanbod is in dat opzicht onvoldoende Opgave ten gevolge van demografische ontwikkelingen De kranten staan vol van de grote opgave van de vergrijzing. Een analyse van de voorspelde bevolkingsontwikkeling van Helmond maakt duidelijk dat dit voor Helmond op korte termijn niet het geval is.13 B evolking s ontwikkeling g emeente Helmond L eeftijds c at. Helmond
2008 88.394
%
2015 97.663
%
g roei t.o.v. 2008 10,5%
2030 101.846
%
g roei t.o.v. 2008 15,2%
55-75 jaar
17.415
19,7%
19.529
20,0%
12,1%
25.145
24,7%
44,4%
75+
4.541
5,1%
4.837
5,0%
6,5%
6.431
6,3%
41,6%
13
In voorjaar 2009 wordt een evaluatie van de Woonvisie opgesteld. Hierbij komt de realiteitswaarde van de bevolkingsprognose aan de orde. Er is inmiddels twijfel over de omvang van de bevolkingsgroei. Zo gaat een recente prognose van de provincie uit van een groei tot 94.560 (een halvering van de groei). De aanpassingen zullen waarschijnlijk geen grote impact hebben op de vraag naar zorg, omdat de aanpassing vooral betrekking heeft op jongere generaties. Mochten de cijfers daartoe wel aanleiding geven, dan wordt dat in het vervolgproces van dit plan meegenomen.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
14
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Deze cijfers laten zien dat het met de vergrijzing in Helmond in de periode tot 2015 erg meevalt. Tot 2015 groeit het aantal 55+ers in Helmond nauwelijks harder dan de totale bevolking. Het aantal 75+ers blijft zelfs bij de gemiddelde groei achter. Pas na 2015 is in Helmond echt sprake van vergrijzing. Dat maakt de timing van het voorliggende plan ideaal: de opgave is duidelijk zichtbaar, maar er is nog voldoende tijd om op de groei van de vraag te anticiperen. Het laat bovendien onverlet dat er tot 2015 een extra vraag naar met name ouderenzorg zal zijn van ongeveer 5%. In absolute zin gaat het dan om honderden plekken. Daarnaast zeggen de cijfers niks over de kwalitatieve en spreidingsopgave. Deze zijn beide aanzienlijk. We staan aan de vooravond van de ‘nieuwe generatie’ zorgvragers. Wordt momenteel de hoofdmoot van zorgvragers nog gevormd door mensen die tevreden zijn met het klassieke aanbod, binnen enkele jaren zal de nu nog kleine groep voorlopers die (veel) hogere eisen stellen aan zelfstandigheid, kwaliteit en keuzevrijheid de meerderheid van de zorgvragers uitmaken.
4000
3683
3500 3000 2500
2036
2000 1339 1284
1500 1000 500
405
326
102
118
0
49
50
196
114
245
be be sc he sch er rm m d d w w on on en Be e be V& n V sc & he sch V er rm be V m ho d d w ef w on on te e e n be n Be G G sc G G he sch Z Z er be rm m h d d oe w w fte on on en en G Ve G H Ve H rz Z Z rz or b e o gd ho gd w ef w on te on en en Ve V& Ve V& rz V r V z or b o eh gd rg d oe w w on fte on en en Ve G Ve GG G rz Z r Z z or be or gd gd ho w ef w on te on en en ge G sc G H H hi Z Z k be tw G es ho on ch ef en te ik tw (a l l on e ca en t) be ho ef te
0
Tabel: gepland aanbod 2015 irt behoefte
Overigens is zijn aanbod en behoefte niet gelijkmatig gespreid over de Helmondse wijken. In sommige wijken is sprake van bovengemiddelde tekorten en soms zelfs geen enkele aanbod, terwijl in andere wijken fors meer aanbod bestaat, dan bezien vanuit de wijk nodig is. De volgende tabellen geven inzicht per wijk.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
15
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Aanbod en behoefte beschermd wonen per wijk (2015) 250
213
200 150
Aanbod
115 92
100 35
50
Behoefte 48
37 36
0
33
16
0
11
12
25
0 7
6 6
0 4
12
23
Warande
Dierdonk
Brandevoort
Rijpelberg
Stiphout
West
Brouwhuis
Mierlo-Hout
Noord
Oost
Binnenstad
0
Aanbod en behoefte verzorgd wonen (alle doelgroepen) per wijk (2015) 600 483 452
500
395
400
Aanbod
300
Behoefte
75
100
123
98
63
45 0
12
80 0
28
22
0 15
0 0 Warande
139
Dierdonk
200
188 171 141
Brandevoort
Rijpelberg
Stiphout
West
Brouwhuis
Mierlo-Hout
Noord
Oost
Binnenstad
0
Aanbod en behoefte geschikt wonen (alle doelgroepen) per wijk (2015) 1000 900
922 823
800 700 537
600 500
412 404 327
400 300
284
Aanbod
455
448 285 234
165
200
307 334 219
Behoefte 278
289 211
176 0
0 Warande
100
Dierdonk
98
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
Brandevoort
Rijpelberg
Stiphout
West
Brouwhuis
Mierlo-Hout
Noord
Oost
Binnenstad
0
16
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Totale opgave 2015 Op basis van de actuele opgave en de opgave als gevolg van groei kan de totaal-opgave in beeld worden gebracht: 1) Verhogen vervoersmobiliteit mensen met beperkingen 2) Welzijnsaccommodaties, winkels en woonvormen liggen in wijken bij elkaar in de buurt 3) Realiseren betere ketens en samenwerkingsverbanden tussen voorzieningen 4) Integraal aanbieden van eerstelijnszorg (huisarts, tandarts, maatschappelijk werk, ouder-kindzorg, apotheek) – waar mogelijk aangevuld met tweedelijnsfuncties in iedere wijk 5) Realiseren beter aanbod aan breng- en haaldiensten op het gebied van welzijn 6) Ongeveer 4000 zelfstandige en geschikte woningen voor mensen met lichte en matige beperkingen realiseren, met voorrang in de wijken Binnenstad, Noord, Warande14, Stiphout en ’t Hout. 7) Gericht verbeteren toegankelijkheid van de openbare ruimte en openbare gebouwen 8) Versterken ‘sociale integratie’ van mensen met beperkingen (ouderen en jongeren; mensen zonder en mensen met een verstandelijke, geestelijke of psychosociale beperking). Hierbij is specifieke aandacht voor preventie en eenzaamheid belangrijk. 9) Realiseren uitbreiding van het aantal beschermde woonvormen voor ouderen (ongeveer 100) en GGZ (25)15. 10) Realiseren lichte uitbreiding van het aantal verzorgde woonvormen. Het accent hierbij moet liggen op extramurale, kleinschalige voorzieningen; nieuw aanbod in wijken waar nu geen aanbod bestaat. 11) Uitbreiding aanbod extramurale en kleinschalige woonzorgarrangementen én dagbesteding verstandelijk gehandicapten en GGZ-cliënten. 12) Uitbreiding voorzieningen en plekken Maatschappelijke Opvang. 13) Zoveel mogelijk realiseren van vormen van specialistische zorg die nog niet in Helmond aanwezig zijn
14
In Warande heeft geen wijkgesprek plaatsgevonden. We hebben de ‘papieren’ analyse dus niet kunnen checken. Wellicht is de behoefte in Warande minder groot, omdat veel mensen in hun eigen woningen – buiten zicht van gemeente en corporaties al voorzieningen hebben getroffen (of de woningen van zichzelf wat meer geschikt zijn). 15 In 2008 zijn de eerste 25 plekken reeds gerealiseerd
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
17
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
4
Inrichting van de samenwerking
Dit hoofdstuk gaat over de rollen en verantwoordelijkheden van de partners bij de samenwerking met in een aparte paragraaf aandacht voor het onderdeel communicatie. De rollen en verantwoordelijkheden zijn beschreven vanuit de regierol16, die de gemeente heeft op het terrein van wonen, welzijn en zorg.17 Elke fase in het samenwerkingsproces kent zijn eigen type regierol. Bij het ontwikkelen van het WWZ-plan als een gezamenlijke operationele beleidsvisie en de gecoördineerde uitvoering daarvan was en is in hoge mate sprake van visonaire regie. Bij de ontwikkeling van concrete uitvoeringsprojecten is de gemeente voor andere partijen voor een deel ook een faciliterende regisseur. Bij het realiseren van de projecten hebben de partners (gemeente en overige partners) een faciliterende regierol in geval men namens de anderen de regie voert of een beheersingsgerichte regierol wanneer het project één eigenaar kent, die bepaalt of en hoe het project gestalte krijgt. De samenwerkingsafspraken zijn ingedeeld naar de vier componenten van de gemeentelijke regierol en daarvan afgeleid de taken van de overige partners: - overzicht over de situatie - gemeenschappelijke beleidslijnen - organisatie van de samenwerking - verantwoording over het geheel De coördinerende regierol is in handen van de afdeling MOeD van de gemeente. Binnen deze afdeling is er één aanspreekpunt. Ook bestuurlijk is er één aanspreekpunt. Elke partner zorgt zelf voor de interne samenwerking, afstemming en besluitvorming.
4.1
Samenwerkingsafspraken
Overzicht over de situatie Wie
Wat onderwerp Gemeente WWZ monitor over a) vraag en aanbod b) maatschappelijke ontwikkelingen c) klanttevredenheid d) regelgeving en financiële randvoorwaarden; In vergelijking tot situatie 2008 Andere Partners NTB18
Wanneer taak 1. opstellen monitor 2. uitvoeren monitor 3. publicatie monitor aan partners (en burgers?) 1. bijdrage aan ontwikkeling monitor 2. gegevens verschaffen
jan-juni 2009 vanaf 2010 janjuni tweejaarlijks vanaf 2010 september jan-juni 2009 vanaf 2010 janjuni tweejaarlijks
16
De gemeente hanteert het onderscheid van Propper c.s. (2004) in vier regierollen: beheersingsgerichte, uitvoeringsgerichte, visionaire en faciliterende regisseur. 17 Op deelterreinen hebben andere organisaties een regierol zoals het Zorgkantoor op het terrein van de zorg. 18 Nader te benoemen.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
18
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Gemeenschappelijke beleidslijnen Wie
Wat onderwerp Gemeente Visieontwikkeling
Andere Partners NTB Gemeente Evaluatie
Wanneer taak 1.Ontwikkelen visie op gedifferentieerde toekomstige vraag (project) 2. Zonodig initiatief voor visieontwikkeling andere onderwerpen. Bijdrage aan visieontwikkeling Opstellen evaluatiedocument op basis van monitor met ev. voorstel bijstelling kaderstelling en uitvoeringsprogramma
jan-juni 2009 e.v.
1x per 2 jaar vanaf 2010 in juli/september
Organisatie van de samenwerking Wie Gemeente
Wat Onderwerp Organisatiestructuur netwerkbijeenkomsten: 1. Bestuurlijk overleg - over resultaten proces en projecten, wwz-monitor en ev. bijgesteld (bij te stellen) convenant
Wanneer Taak
1.1 Voorzitten bestuurlijk overleg
1. 2x per jaar vanaf 2010 in juni / november
1.2. Voorzitten en voorbereiden beleidsoverleg/kerngroep
2. Beleidsoverleg
2. 2x per jaar vanaf 2010 in maart en oktober
- voorbereiding Bestuurlijk Overleg 1.1. Voorbereiden van overleggen
Alle Partners
1.2. Deelnemen aan overleggen Kernpartners19 3. Kerngroep - informele vinger aan pols uitvoeringsproces
1.1. Voorbereiden en deelnemen aan kerngroep
3. 2x per jaar vanaf 2010 in januari en september
19
In het op te stellen convenant wordt vastgelegd wie de kernpartners zijn. Gestreefd wordt naar een vertegenwoordiger per categorie organisaties.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
19
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Gemeente
Gemeente
Toetsing bereidheid samenwerking
Convenant 2009
Alle Partners
Trekkers projecten
Projectcontract
Deelnemers projecten
1. Bilaterale gesprekken met andere partners en ev. nieuwe partners over blijvende bereidheid, lopende zaken en ev. obstakels 2. Bestuurlijk overleg bij obstakels 1. Opstellen concept convenant 2. organisatie bijeenkomst ondertekening convenant 1. beoordelen concept convenant 2. deelname bijeenkomst Opstellen contract per project met gespecificeerde afspraken Aanleveren bijdrage voor contract
1. 1x per jaar vanaf 2009 in april/mei
2. 1x per jaar vanaf 2009 in juni 1. April/mei 2009 2. mei 2009 1. April/mei 2009 2. mei 2009 2009 e.v.
2009 e.v.
Verantwoording over geheel
Wie Gemeente (één bestuurlijk en één ambtelijk aanspreekpunt)
Wat centrale postbus voor vragen burgers en initiatieven organisaties/instellingen
1. Ontvangst van meldingen, opvattingen, vragen etc. over wwzplan 2. Notitie over berichten voor netwerkbijeenkomst beleid Berichten aan centrale postbus
Andere Partners en derden Gemeente
Informatie-uitwisseling
Gemeente
Verslaglegging voortgang
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
Wanneer 1. doorlopend
2. 1x per jaar in juli/augustus
doorlopend
Zie paragraaf communicatie Zie onder organisatie samenwerking
20
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
4.2
Communicatie
Na vaststelling van het gezamenlijk WWZ-plan is communicatie nodig over de vaststelling en de voortgang in de uitvoering (zowel uitvoering benoemde projecten, verdere visieontwikkeling en te verwachten bijstelling van beleid en uitvoering). Het WWZ-plan is immers een dynamisch plan. In het vervolgproces wordt door de gemeente en deels door alle partners stapsgewijs aan diverse doelgroepen duidelijk gemaakt: • wat het plan inhoudt en in hoeverre het plan wordt aangepast • welke rol de diverse de doelgroep(en) daarin hebben en wat er van hen wordt verwacht • wat de voordelen zijn (What’s in it for me?) Doelstellingen: • De doelgroepen weten wat het WWZ-plan inhoud. • De doelgroepen zijn overtuigd van de meerwaarde van dit plan voor de stad Helmond. • Voor de doelgroepen is duidelijk wat hun rol is bij zowel de verdere ontwikkeling van het plan als de implementatie en uitvoering daarvan. • De interne doelgroep voelt zich mede verantwoordelijk voor de inhoud en de uitvoering van het WWZ-plan. Doelgroepen20 : • inwoners van de gemeente Helmond • partnerorganisaties en -instellingen • inspraakorganen • organisaties en bewonersplatforms op wijkniveau Middelen: • brief en/of e-mail: één op één berichten aan partners • wijkbijeenkomsten / wijkbladen / wijkwebsites: overleg met wijkraden bv. 1x per jaar; voor communicatie in wijkbladen/-websites nog een plan van aanpak op te stellen met uitvoering al naargelang de nieuwswaarde • digitaal ketenportaal: nieuws en achtergronden bij ‘ingang’ • internet: partners plaatsen nieuws en achtergronden op eigen websites • informatiepagina De Trompetter: gemeente verzorgt rond ondertekening convenant een “special” (dubbele pagina) en voor het overige plaatsing persberichten • persberichten: een persbericht wordt voor diverse media opgesteld zodra er echt iets nieuws is te melden • Gemeente Helmond tv (GHTV): visuele presentatie van uitvoering WWZ-plan • Wmo-inwonersenquête: burgers worden 1x per jaar of per 2 jaar gevraagd naar gebruik van en tevredenheid over voorzieningen • Kabelkrant (Kanaal Helmond): kernachtige boodschappen over uitvoering WWZ-plan
20
Elke partner zorgt zelf voor de communicatie met interne doelgroepen.
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
21
Ontwikkelingsprogramma WWZ-voorzieningen 2009-2015, Concept voor besluitvorming, april 2009
Behoort bij Raadsvoorstel 73 - 2009
22