luxebeesjes naar de verhalen van Gert Goovaerts
1 Robin stormde met zijn tablet opgewonden de leefruimte binnen. Net iets te enthousiast, want hij stoof recht op Kobe af die met een stapel heerlijk vettige gehaktballen naar zijn plaats trok. Robin probeerde de reus nog te ontwijken, maar het was te laat. Kobe had in normale omstandigheden een botsing met zijn kamergenoot kunnen vermijden, maar zijn gedachten waren te zeer bij de sappige gehaktballen op zijn bord om optimaal te reageren. Het onvermijdelijke gebeurde. Robin knalde met volle kracht tegen hem aan en Kobes gehaktballen vlogen in het rond. Een kwam terecht in de puree op het bord van Emma. Een andere rolde tussen de benen van Kat door. Joessef kon zich net op tijd bukken voor een bal, die uiteindelijk tussen de middenvelders en de aanvallers van de rode en blauwe ploeg van het tafelvoetbalspel terechtkwam. 5
‘Kieken!’ brulde Kobe tegen de onfortuinlijke Robin, die zelf was onderuitgegaan na de botsing met zijn beste vriend. ‘Oef! Mijn tablet werkt nog,’ stelde Robin opgelucht vast. ‘Wat kan mij jouw tablet schelen?’ brieste Kobe. ‘Dit waren de laatste gehaktballen. En ze waren superheerlijk.’ ‘Je mag gerust een bal van mij hebben,’ grinnikte Joessef. Free, Kat en Jamila kwamen niet meer bij van het lachen. Tante Tikka was meteen in actie geschoten en stond met haar vaatdoek bij Emma die helemaal onder de opgespatte puree zat. ‘En ik heb dadelijk training!’ sakkerde ze. Robin grimaste verontschuldigend van Emma naar Kobe en wees naar zijn tablet. ‘Misschien kan dit iets goedmaken: ik heb schitterend nieuws.’ ‘Het kan maar beter megaschitterend zijn,’ knorde Kobe humeurig en hij verzamelde op handen en voeten zijn gehaktballen. ‘We hebben dankzij Gossip ook buiten onze school supporters voor Driemteam,’ kondigde Robin niet een klein beetje fier aan. ‘Oh ja, hoera…’ schamperde Kat. Ze had zich duidelijk aan spectaculairder nieuws verwacht.
6
Robin liet zich niet van de wijs brengen. ‘Dit is een mail van onze hevigste supporter.’ Hij drukte zijn vrienden glunderend zijn tablet onder de neus. ‘Wie is dat dan?’ vroeg Free die intussen wel nieuwsgierig was geworden. ‘Jan-Lieven Bondelmax,’ las Jamila aarzelend hardop. ‘Ken ik niet,’ zei Joessef schouderophalend en hij ging zijn glas bijvullen. Hij was het gewend dat Robin met ‘groot nieuws’ aankwam. Vaak verkocht hij niet meer dan een zak lucht. Zoals vorige week. Robin had hem tijdens de tekenles drie keer proberen te bellen. Dan denk je toch dat er iets ernstigs aan de hand is? Joessef was met een smoes uit de klas vertrokken om hem terug te bellen. Wat was er zo dringend? Niks, zo bleek. Robin had net een goeie grap gehoord en moest die hoogdringend met iemand delen. ‘Bondelmax Computers? Zegt jullie dat niks?’ drong Robin aan. ‘En Bondelmax Telecom? En Bondelmax Software?’ ‘Ik ken Bondelmax Games,’ wierp Kobe op. Jamila trok een snoet. ‘Is hij onze grootste fan?’ ‘Niet Bondelmax zelf, maar zijn zoon Jan-Lieven. Lees maar als je mij niet gelooft.’
7
JLB@Bondelmax_Inc.com Driemteam
[email protected] Hooggeachte spelers van Driemteam, Ik volg jullie wedstrijden via Gossip en ik ben jullie grootste supporter. Ik wil jullie zeer graag persoonlijk ontmoeten en nodig jullie daarom uit om twee weken bij mij thuis te komen logeren. Het zal me een waar genoegen zijn om jullie te ontvangen. Hop hop hop! Driemteam aan de top! Jan-Lieven Bondelmax
Tikka keerde met haar vaatdoek terug naar de keuken. ‘Ik heb eens een artikel gelezen over zijn vader. Hij is multimiljardair. Ik geloof dat hij wel zeker vijftig bedrijven over de hele wereld bezit.’ Emma bekeek de mail met een schuin hoofdje. ‘En wij mogen twee weken bij hem gaan logeren? Twee weken dat is wel veertien dagen hé!’ Joessef was niet overtuigd. ‘Waarom zouden we dat doen? We kennen die gast niet eens.’ Robin pikte er meteen op in. ‘Ik heb eens gegoogeld en ben op enkele foto’s gebotst van het domein waar ze wonen.’ Met een veeg over het scherm verschenen beelden van een luxueuze villa, een azuurblauw subtropisch zwembad met een
8
wildwaterbaan, een golfterrein en een privépretpark. ‘Hij heeft de hoogste rollercoaster van Europa in zijn tuin staan,’ merkte Robin met een grijns op. Als dát geen beestig nieuws was. ‘Die iemand-die-wij-niet-kennen woont wel tof,’ gaf Free toe. Ook Jamila, Kat, Emma en Joessef knikten dromerig. In gedachten gingen ze al overkop en zaten ze te spetteren in het zwembad. ‘Kunnen ze daar geen kokkin gebruiken?’ schaterde tante Tikka. Robin keek zijn leefgroepsgenoten fijntjes aan. ‘Wat antwoord ik?’ ‘Ik heb al wat dingen gepland voor de vakantie,’ opperde Kat voorzichtig. ‘Maar ik wil die wel verzetten.’ ‘Ik ook,’ gaf Jamila toe. En daarmee was de kogel door de kerk. ‘We gaan!’ luidde het eensgezind in koor. Emma keek op haar gsm en besefte dat ze zich moest reppen. ‘Oh nee, oh nee! De coach staat al te wachten!’ Ze griste snel haar sportzak mee en liep de leefruimte uit. ‘Waar is Kobe eigenlijk?’ vroeg Joessef. De topscoorder was inderdaad al even nergens meer te bespeuren. Zijn wanhopige snoet dook op van achter de zetel. ‘Ik zit hier. Ik mis nog een gehaktbal.’
9
Emma snelde naar het tennisplein. Ze was vastberaden om aan Alec te bewijzen dat ze zijn raad gevolgd had en de hele week aan haar opslag had gewerkt. ‘Ik ben benieuwd!’ riep de coach haar van achter het net toe. Emma zipte haar trainingsjas open, pakte haar racket en plukte blindelings een van de tennisballen uit haar sporttas. Als ze ook maar even de moeite had genomen om die bal te bekijken, had ze gemerkt dat ze geen tennisbal vasthield, maar een gehaktbal. Niemand in de leefruimte had gezien dat een van de gehaktballen in de open sportzak van Emma gekatapulteerd was. ‘Ik zal je met verstomming slaan!’ riep ze Alec gezwind toe. Ze zette zich schrap en haalde met haar backhand krachtig uit. Het was een die de coach niet snel zou vergeten.
2 Het was al enkele dagen warmer dan normaal. Zeker de meisjes vonden dat niet erg. Het is immers veel leuker om met een koffer vol fleurige topjes en elegante jurkjes op vakantie te vertrekken dan met een stapel jeansbroeken en wollen truien. Emma, Kat, Free en Jamila hadden na de laatste les een rechtstreekse bus naar het shoppingcentrum genomen en al hun zakgeld opgedaan. Joessef had nog een keer alles gegeven tijdens zijn laatste training voor de vakantie en Kobe en Robin hadden de start van de vakantie gevierd met een eindeloos kussengevecht. De volgende ochtend verzamelden ze ongeduldig op het grasveld voor de schoolingang. Robin had teruggemaild naar Jan-Lieven Bondelmax en er was overeengekomen dat ze daar werden opgehaald. ‘Ik kan niet wachten tot we er zijn!’ gilde Jamila uitbundig. ‘Wat zit hier allemaal in?’ pufte Robin die de koffer van Free meesleurde. ‘Dit weegt zo zwaar als beton!’
10
11
‘Gewoon wat wetenschappelijke boeken om mij aan de rand van het zwembad bezig te houden,’ bekende Free die het duidelijk de normaalste zaak van de wereld vond. ‘Volgens mij zit er een hele bibliotheek in.’ ‘Emma heeft pas veel bij!’ Free wees naar de megagrote koffer van Emma. Je kon hem gemakkelijk herkennen aan de stickers van One Direction. De koffer zat zo vol dat hij elk moment kon ontploffen. En ze had nog een tweede grote tas bij met al haar make-up en verzorgingsproducten. ‘Ik heb nochtans streng geselecteerd,’ reageerde Emma verongelijkt. ‘De helft van wat ik wilde meenemen, ligt nog thuis.’
Het was de stem van Bunker. Robin zag meteen aan het gezicht van de materiaalmeester dat er iets goed mis was. ‘Hij heeft het tegen jou,’ merkte Free fijntjes op. ‘Dat weet ik ook wel,’ zuchtte Robin en hij trok met loden schoenen naar de materiaalmeester. Bunker wees met gekromde rug furieus naar de rij koffers voor de schoolingang. ‘Zijn die van jou en je vrienden?’ ‘Nee, van de paashaas,’ antwoordde Robin droogjes. Bunker kon het grapje duidelijk niet waarderen. Zijn neusvleugels zetten zich wijd open. Robin wist dat er een donderpreek zou volgen en kneep de ogen dicht.
12
‘Hebben jullie ooit al van vakantie gehoord? Dat is het moment dat er geen lessen plaatsvinden, dat de school verboden terrein is voor leerlingen en dat hardwerkende materiaalmeesters eindelijk eens wat rust krijgen in plaats van zich druk te moeten maken over het ontoelaatbare gedrag van leerlingen die nergens respect voor hebben en orde en gezag aan hun laars lappen.’ Robin kromp bij ieder woord van Bunker meer ineen. Jamila leefde met hem mee. ‘Arme Robin. Waarom is hij altijd de enige die onder zijn voeten krijgt? Wij staan hier toch ook?’ ‘Wat is anders zijn nut?’ grapte Joessef. Iedereen schoot in de lach. Robin wist precies hoe hij met de woede-uitvallen van Bunker moest omgaan. Hij had ooit eens een ‘rampenplan Bunker’ op Gossip gepost. Het artikel was in een mum van tijd honderd keer aangeklikt.
13
vakantie samenscholen. Ik ken haar. En ze zou nooit haar eigen regels met de voeten treden. Ik ben niet stom, Hoedemakers. Zeg me, welke idioot heeft jullie de toestemming gegeven?’
Bunker had moord en brand geschreeuwd. Maar de vorige directeur, meneer Van Daele, kon er wel om lachen. Bunker was uitgeraasd en Robin zag dat hij op een antwoord wachtte. Hij rechtte zijn rug en keek de materiaalmeester zelfzeker aan. ‘Wij gaan twee weken logeren bij een supporter en wij kregen de toestemming om hier te verzamelen.’ Het stond de knorrige bochelaar niks aan. ‘Van wie? Van meester Alec zeker?’ ‘Nee, van de wentelteef.’ Bunker keek Robin een seconde wantrouwend aan. ‘Dat kan niet,’ siste hij. ‘De directrice zou nooit toestaan dat jullie hier tijdens de
14
klonk het bedaard achter hem. Bunkers hart stond stil. Hij keek met een grimas om. Hij had de directrice tijdens zijn tirade niet naar buiten zien komen. Juf Lucy keek Bunker priemend aan. ‘Problemen?’ ‘I-in h-het geheel niet…’ stotterde Bunker. ‘I-ik zei net tegen Hoedemakers wat een geweldige directrice u bent. Zelfs op vakantiedagen staat de school open voor de leerlingen.’ ‘Naar binnen, Bunker. Maak je nuttig en haal mijn koffers. Ze staan in mijn kantoor. Hup hup hup!’ beval de directrice arrogant. Bunker knikte onderdanig en haastte zich naar haar kantoor. Onze vrienden wisselden een blik. ‘Uw koffers?’ peilde Kat voorzichtig. ‘Vertrekt u ook op reis?’ ‘Ik ga met jullie mee,’ antwoordde juf Lucy met een brede glimlach. Onze vrienden trokken grote ogen. Oh nee! Dit kon niet waar zijn! Ze waren bereid om iedereen erbij te nemen. Juf Sofia, coach Alec of tante Tikka. Zelfs Bunker mocht mee. Maar met de wentelteef erbij kon het nooit een ontspannen vakantie worden. De hoge verwachtingen die ze daarnet nog hadden, zonken meteen weg. ‘Waarom wilt u met ons mee?’ vroeg Emma sip. De directrice keek de tennisster hooghartig aan. ‘Iemand moet jullie toch in het oog houden? En meneer Bondelmax kan best wat hulp gebruiken met zo’n bende wildebrassen als jullie.’ Free wist wel waarom haar tante mee wilde. ‘En het feit dat meneer
15
Bondelmax weduwnaar is heeft daar niks mee te maken zeker?’ ‘Langs geen kanten! En nog minder dat de man stinkend rijk is!’ Lucy’s stem sloeg lichtjes over. Bunker kwam op dat moment kreunend onder een zware last naar buiten. De wentelteef had niet minder dan drie koffers klaargezet. Het leek wel of ze ginder ging wonen. Onze vrienden staken ogenblikkelijk de hoofden samen. Nu ze wisten dat de wentelteef meeging, hadden ze er geen van allen nog echt zin in. ‘Ze gaat niet mee om ons te controleren. Ze hoopt dat de papa van Jan-Lieven op haar verliefd wordt en met haar trouwt,’ fluisterde Free opgewonden. ‘Kan me niks schelen,’ zuchtte Joessef. ‘Als zij meegaat, blijf ik hier.’ ‘Da’s niet eerlijk!’ jammerde Emma. ‘Wij hebben die wildwaterbaan en die rollercoaster eerlijk verdiend!’ Net op dat moment kwam er een witte glimmende limousine het schooldomein opgereden. Kobe trok de ogen op. Hij had wel degelijk zes deuren geteld. Al wat hij kon uitbrengen was: ‘Jawadde…’ Ook Joessef kon zijn ogen niet geloven. ‘Komt die ons ophalen?’
hij brutaal of kortaf was. Hij was wat volwassenen zakelijk noemen. ‘Driemteam?’ ‘Dat zijn wij!’ jubelde Lucy. De vrienden keken haar kwaad aan maar kregen niet de tijd om te reageren. De chauffeur trok met een beleefde buiging het portier van de eerste achterbank open en de wentelteef sprong er meteen in. ‘Jij zorgt dat al mijn koffers mee zijn hé!’ riep ze Bunker nog toe. Die sleurde zonder protest Lucy’s zware bagage tot bij de chauffeur, die de koffer van de majestueuze wagen opende. Kat keek haar vrienden gespannen aan. ‘Wat doen we?’ Alle hoop was op Robin gesteld. Hij was de flauwste grapjas onder hen, maar als er problemen waren brachten zijn plannetjes vaak redding. Robin glimlachte pienter. ‘Gewoon instappen.’ ‘En twee weken met de wentelteef opgescheept zitten?’ Joessef zag het echt niet gebeuren. ‘Laat mij naast de wentelteef zitten,’ suste Robin die de daad bij het woord voegde en instapte.
Het was juf Lucy die haar geluk niet op kon. Ze keek verrukt naar de prachtige slee die voor hun neus halthield. De chauffeur, een lange magere man met een opvallende haakneus, stapte uit. Veel moeite om vriendelijk te zijn deed hij niet. Maar je kunt ook niet stellen dat
16
17
‘Mag dat allemaal mee?’ vroeg de chauffeur die de bagage van juf Lucy in de wagen had gepropt en nu naar de andere koffers wees. De anderen keken elkaar twijfelend aan. De volgende twee weken met de wentelteef doorbrengen, zag geen van allen zitten. Maar ze wilden ook niet de droomvakantie opgeven waar ze zo naar snakten. Dus knikten ze bevestigend en stapten een voor een in de limousine. De chauffeur wenkte Bunker die er net vanonder wou muizen. ‘Breng jij alles naar hier?’ Bunker kon wel huilen. In de limousine werd de pret bedorven door de verwonderde gilletjes van de wentelteef. ‘Oooh, die leren zetels… Voel eens hoe zacht. Alsof je op een waterbed zit. En zo veel ruimte. Kijk, ik kan mijn benen strekken. En kijk, hier een schattig frigootje en holala een televisietje…’ Joessef had zin om weer uit te stappen, maar Jamila stootte hem aan en gebaarde naar Robin. Die zat naast Lucy te krabben dat het een lieve lust was. Het begon de directrice te storen. ‘Stop nu toch eens met krabben,’ siste ze Robin toe. ‘Je verpest alle pret voor mij!’ ‘Sorry, maar het jeukt zo verschrikkelijk,’ grimaste Robin. ‘Was je dan beter!’ blafte de directrice. De chauffeur stapte in. ‘Kunnen we vertrekken?’
Robin negeerde de vragende blikken van zijn vrienden en krabde lustig verder. Met zijn elleboog prikte hij meermaals in de zij van Lucy. ‘Is ’t nu genoeg, ja?!,’ brieste de directrice geïrriteerd. ‘Ik kan er niet aan doen,’ pruttelde Robin zielig. ‘Ben je in een doos jeukpoeder gevallen of zo?’ gromde de directrice terwijl de chauffeur de limousine startte. ‘Erger,’ bekende Robin met enige schaamte en fluisterde haar iets in het oor. De directrice sloeg ogenblikkelijk wit uit.
De chauffeur keek geschrokken om en zag nog net hoe Lucy verafschuwd uit de luxewagen sprong.
gilde de directrice opnieuw.
18
19
Robin aarzelde geen seconde. Hij trok meteen het portier dicht en maande de chauffeur aan om snel op het gaspedaal te duwen. ‘Doorrijden! Gogogo!’ ‘Ja!’ riepen de jongeren in koor. ‘Ze hoort niet bij ons.’ De chauffeur gaf meteen gas. Kobe greep Robin bij de schouder. ‘Wat heb je tegen haar gezegd?’ Robin grijnsde triomfantelijk. ‘Dat ik last had van schurftluizen en dat die beestjes liefst op volwassenen overspringen.’ Er klonk wild gejuich en gelach uit de limousine die de schoolpoort uitreed. De luilekkervakantie was nog niet begonnen en ze was nu al top.
3 De limousine reed een schilderachtige zanddreef in met aan beide kanten hoge sparren. Achter de boomtoppen doken als je heel goed keek twee loopings van een achtbaan op. Jamila zag ze als eerste. ‘Daar moet het zijn!’ Het werd op slag rustig in de limousine. Van aan campus Rozenborg tot hier hadden de mondjes niet stilgestaan. Emma, Kat en Jamila hadden gezongen. Robin had flauwe moppen getapt waar niemand om lachte. En Kobe en Joessef hadden een spannend duel uit gevochten in Rat Race V, de nieuwste game van Kobe. De vrienden waren niks te kort gekomen. De frigo zat propvol ijsjes en frisdrank. De laden onder de zetels puilden uit van snoep en chips. De enige die zich niet had laten horen tijdens de rit was de chauffeur. Hij had zelfs niet een keer omgekeken. Het leek wel alsof hij ongevoelig was voor het kabaal achter in de limousine.
20
21
Ze naderden een reusachtige metalen poort van zeker twee meter hoog. De poort was de enige toegang naar het luxueuze domein dat volgens een website zo groot was als dertig voetbalvelden samen. Voor de rest schermde een dikke muur het privéverblijf van Bondelmax en zijn zoon af voor pottenkijkers, sensatiebeluste journalisten en indringers. De chauffeur hield halt voor de poort en drukte op een rood knopje naast het stuur. Er klonk een belgeluid dat deed denken aan een pompend alarm in een atoomcentrale. ‘Iedereen evacueren! Gasalarm! Kobe heeft zijn schoenen uitgedaan!’ schreeuwde Robin. Iedereen lag dubbel. ‘Hallo?’ Het was de stem van een vrouw. Ze klonk niet echt gastvrij, eerder terughoudend. ‘Ik ben het, Baldriaan. Ik breng de gasten voor meneer de jongeheer.’ Kobe en Joessef onderdrukten een lach. Meneer de jongeheer, wat een rare aanspreektitel is dat zeg! De chauffeur ontving een code die hij intikte op het klavier in het dashboard. Achterin verwachtte iedereen dat de poort zou opengaan, maar dat gebeurde niet. De chauffeur legde de motor stil en aan zijn geduldige blik te zien, kon het nog wel even duren voor ze binnen zouden rijden. Het was zeker tien minuten stil achteraan in de limousine. In hun buik voelden onze vrienden een mengeling van opwinding en spanning. Het grote moment
22
was aangebroken. De droomvakantie lag binnen handbereik. Het was alleen nog uitvechten wie eerst in de wildwaterbaan mocht en wie laatst. ‘Duurt het altijd zo lang, meneer Baldriaan?’ waagde Kat te vragen aan de chauffeur. Die keek verstoord om. Hij had duidelijk niet verwacht dat hij aangesproken zou worden. ‘De sluizen moeten eerst gesloten worden,’ antwoordde de chauffeur afstandelijk. ‘De sluizen van wat?’ vroeg Robin die zich niet kon voorstellen dat er door het domein een rivier stroomde waarop schepen voeren. Baldriaan draaide zijn hoofd weg en keek bedachtzaam voor zich uit. Robin had even de indruk dat hij geen antwoord zou krijgen, maar de chauffeur kraakte zijn vingers en antwoordde schor: ‘Van het leeuwenverblijf.’ ‘Leeuwen. Zitten hier leeuwen?’ De jongeren geloofden hun oren niet. Op dat moment kwam er eindelijk beweging in de automatische poort. Baldriaan startte de limousine en reed het domein binnen. De jongeren keken verwonderd rond. Ze hadden een heel ander uitzicht verwacht. Het leek alsof ze in een Afrikaans oerwoud waren terechtgekomen. Terwijl Free de verschillende tropische bomen en planten benoemde, hoopten de anderen als eerste een leeuw te spotten. ‘Ik denk dat de leeuwen ook met vakantie zijn,’ grapte Joessef en de hele groep schoot weer in de lach. Ze reden een tweede poort door en kwamen uit op het uitgestrekte landgoed dat ze herkenden van op de foto’s. Centraal gelegen, boven op de heuvel, stond een imposante witte villa.
23
‘Dit is niet zomaar een optrekje,’ wist Free. ‘De villa is ontworpen door de wereldberoemde architect Frank L. Baksteen en combineert modernisme met late barok, jugendstil en bon chic. De waarde van de villa alleen is geschat op dertien miljoen euro.’ ‘Amai, die Bondelmax is geen arme sloeber,’ merkte Emma op terwijl ze voorbij het zwembad met de wildwaterbaan reden. ‘Kijk!’ riep Jamila. ‘Er is zelfs een privéstrandje!’ ‘Ik weet al wat ik eerst ga doen,’ zei Joessef en hij wees naar de klimmuur die naast het golfterrein stond. ‘Ik volg je!’ jubelde Kat. Nadat ze ook voorbij het minipretpark gereden waren, parkeerde de limousine voor de villa. Vrijwel meteen kwam een jongetje in een Driemteam-truitje naar buiten gelopen. Hij was zichtbaar door het dolle heen. ‘Ja! Ja! Ze zijn er!’ gilde hij onophoudelijk. Onze vrienden wisselden een glimlachje. ‘Dat moet Jan-Lieven zijn.’
24
Hoewel hij een leeftijdsgenoot was van onze vrienden, was de gastheer eerder klein. Hij reikte amper tot de borst van Joessef. Hij had een stel behoorlijke flaporen en droeg een buitenbeugel die zijn vooruitstekende boventanden moest terugdringen. Het drukke kereltje stond te popelen om onze vrienden in levenden lijve te ontmoeten. Baldriaan stapte uit en opende plechtig het portier van Kat en Joessef. Jan-Lieven stormde op hen af en schudde hen de hand terwijl h ij diep boog. ‘I’m not worthy, I’m not worthy…’ Kat en Joessef glunderden onwennig bij deze ongewone ontmoeting. De anderen waren intussen ook uitgestapt en de jonge Bondelmax schudde nu ook hen de hand. Emma kreeg zelfs een handkus. ‘Dit is de mooiste dag van mijn leven!’ stamelde hij opgewonden. ‘Dat ik jullie in het echt mag ontmoeten…’ Onze vrienden moesten lachen van zo veel poeha. ‘Wij vinden het leuk dat wij mogen komen,’ bekende Kat. Ze wilde namens de groep Jan-Lieven bedanken voor de uitnodiging, maar de jonge gastheer ging te erg op in zijn enthousiasme om te luisteren. ‘Wacht! Blijven staan zo! Niet bewegen!’ Hij haalde een peperdure smartphone uit zijn achterzak en begon zijn helden te fotograferen. ‘Glimlachen!’ Het klonk als een bevel, maar onze vrienden stoorden er zich niet aan. Ze poseerden met veel plezier tot het kleine kereltje plots ophield met foto’s nemen.
25
‘Jullie hebben je speeloutfit niet aan,’ stelde hij ontnuchterd vast. ‘Nee. Die dragen we alleen als we trainen of wedstrijden spelen,’ legde Robin uit. De jonge Bondelmax dacht een tel na, draaide zich om en klapte kort in de handen. Vrijwel meteen kwam een chic geklede dame naar buiten gesneld. Ze droeg een knalrood mantelpakje waarop gouden kroontjes geborduurd waren en haar kapsel deed Kobe denken aan een gigantische suikerspin. Joessef wilde haar begroeten, maar de dame liep onze vrienden voorbij en keek Jan-Lieven star aan. ‘Wenst u iets, meneer de jongeheer?’ vroeg ze stijfjes. ‘Juffrouw Annie, ik wil dat mijn gasten hun speeloutfit aantrekken. Breng ze naar hun vertrekken.’ De dame knikte en deed teken naar de ploeg om haar te volgen. Onze vrienden aarzelden. Jamila keek Jan-Lieven met een ongemakkelijk glimlachje aan. ‘Wij hebben onze Driemteamoutfit eigenlijk niet bij.’ Jan-Lieven knipperde met de ogen. Heel even, niet langer dan een halve seconde, kon
26
je ontgoocheling in zijn blik bespeuren. Emma voelde dat ze iets moest zeggen. ‘Wij komen hier op vakantie en…’ ‘Geen probleem!’ onderbrak Jan-Lieven haar met de glimlach. Hij had zijn goed humeur op slag teruggevonden. ‘Ik heb truitjes voor jullie laten maken. Juffrouw Annie toont wel waar ze liggen.’ Hij porde de dame aan om vaart te maken. Onze vrienden wilden op hun koffers wachten, maar juffrouw Annie deed teken dat het niet nodig was. ‘Baldriaan brengt ze wel,’ zei ze en ze ging de jongeren voor op het grindpad naast de villa. Alle zeven waren ze onder de indruk van de vreemde ontvangst. Kat wilde het ijs breken en ging naast juffrouw Annie lopen. ‘Ik ben Kat. Ik ben de kapitein van de ploeg. En u bent?’ Bijna had ze gezegd ‘de meid’. Gelukkig wist ze op tijd haar zin af te breken. ‘Ik ben de gouvernante van meneer de jongeheer,’ antwoordde juffrouw Annie stug. ‘Ik heb de dagelijkse leiding over het huishouden en het is mijn taak om ervoor te zorgen dat meneer de jongeheer niks te kort komt en dat zijn wensen gerespecteerd worden.’ Plots weerklonk vanuit de groene zone aan de rand van het domein wild leeuwengebrul. Onze vrienden schrokken.
27
‘Hoe kan dat nu?’ merkte Free op. ‘Het leeuwenverblijf ligt toch aan de andere kant?’ ‘Het leeuwenverblijf loopt rond het hele domein,’ verduidelijkte juffrouw Annie. ‘Het zijn de beste waakhonden. Ze schrikken meer indringers af dan om het even welk alarm.’ En ze ging een luxueus paviljoen binnen. Onze vrienden keken nog heel even om naar de plek waar het gebrul vandaan kwam. Klik klak, klik klak. De hoge hakken van juffrouw Annie echoden door de marmeren gang. Iedereen was danig onder de indruk van zo veel pracht en praal. Robin hield een seconde halt bij een klein schilderijtje dat ietwat verscholen in een nis hing. ‘Da’s toch de Mona Lisa?’ ‘Niet de echte. Die hangt in het Louvre in Parijs,’ wist Free. Juffrouw Annie keek om. ‘Dit is wel de echte. Meneer Bondelmax, de vader van meneer de jongeheer, ondersteunt de kunst. Zonder hem geen Louvre. U begrijpt dat ze hem niks kunnen weigeren.’ En ze stapte weer door. Free blikte verbluft: amai. ‘En wanneer ontmoeten we meneer Bondelmax?’ polste Robin. ‘Ik ben namelijk journalist en ik zou hem dolgraag interviewen.’ ‘Meneer Bondelmax is hier zelden of nooit. Hij zit momenteel voor zaken in Québec en vanavond vliegt hij naar de hoofdzetel van een van zijn bedrijven in Cambodja. Van daar reist hij door naar New York en een week later naar Washington voor het verjaardagsfeestje van de Amerikaanse president.’ ‘Jan-Lieven is dus alleen thuis?’ ‘Nee,’ antwoordde juffrouw Annie zuur. Ze vond het duidelijk onfatsoenlijk dat Robin haar protegé bij de voornaam noemde.
28
‘Meneer de jongeheer is niet alleen. Wij zijn er om voor hem te zorgen.’ Ze versnelde haar pas om van nog meer vragen verlost te zijn. ‘Rare mensen hier,’ fluisterde Joessef. ‘Ja, het personeel is hier allesbehalve vriendelijk,’ vond Kobe. ‘Die chauffeur was niet meteen de grootste grappenmaker. En je moet eens naar haar mondhoeken kijken. ’t Zou me verbazen mocht ze de laatste tien jaar nog gelachen hebben.’ ‘Gelukkig ziet die Jan-Lieven er een ambiancemaker uit.’ ‘Ja, maar het is geen gewone,’ oordeelde Kat. ‘Een gewone of niet,’ gniffelde Emma. ‘Daar ga ik mij nu eens niks van aantrekken als ik naast het zwembad lig te zonnen.’ ‘Ik ook niet!’ schaterde Robin. En ook de anderen dachten maar aan drie dingen: genieten, genieten en nog meer genieten.
29
‘We zijn er.’ Juffrouw Annie opende een van de vele deuren in de eindeloze gang en keek de jongens aan. ‘Hier is jullie kamer.’ Joessef, Robin en Kobe staken nieuwsgierig hun hoofden naar binnen. Wat ze zagen, overtrof hun stoutste verwachtingen. Dit was geen slaapkamer, maar een suite van een vijfsterrenhotel! ‘Geweldig!’ riep Joessef. Hij had een vreugdedansje willen maken, maar dat leek hem ongepast in het bijzijn van juffrouw Annie. Die opende nu ook andere deuren. ‘Naast jullie kamer is de fitnessruimte. De sauna en het stoombad liggen aan de overkant. En naast de speelkamer ligt de eetkamer waar jullie maaltijden geserveerd worden.’ Juffrouw Annie richtte zich nu tot Kobe. ‘Ik moest van meneer de jongeheer zeker zeggen dat hij voor de upgrades van de games Fire Flight X en Microbe World War VII heeft gezorgd.’ Kobes mond viel open. ‘Die zijn nog niet eens in de handel verkrijgbaar!’ ‘Via zijn pa kan hij wellicht aan alles geraken,’ veronderstelde Free. Joessef en Kat piepten binnen in de fitnessruimte. ‘Die is ook goedgekeurd!’ Robin testte intussen een van de bedden en stak goedkeurend een duim op. ‘Ik blijf!’ ‘En waar slapen wij?’ vroeg Jamila benieuwd aan juffrouw Annie. ‘Kom maar mee.’ Dat lieten de meisjes zich geen twee keer zeggen. Kobe knipte intussen het licht in de badkamer aan. Dit moeten jullie zien. We gaan hier twee weken keihard het luxebeestje kunnen uithangen!’
‘ 30
‘Een minizwembad!’ schreeuwde Robin verrukt. Kobe grinnikte hoofdschuddend: ‘Da’s een jacuzzi, idioot.’ ‘Het maakt niet uit wat het is! Dit domein is crazy! Ik wil nooit meer naar huis!’ De meisjeskamer lag schuin tegenover die van de jongens en moest zeker niet onderdoen qua grootte en luxe. ‘Op het einde van de vakantie wil ik deze kamer in mijn koffer steken en naar huis meenemen,’ schaterde Emma. De meisjes lachten. De enige die zuur bleef kijken was juffrouw Annie. ‘Jullie outfits liggen in de kast,’ zei ze kil. ‘Meneer de jongeheer verwacht jullie over een kwartier weer buiten.’ ‘Als we vijf minuten later zijn zal het ook wel goed zijn, zeker,’ wierp Kat olijk op. Ze wou in de badkamer die regendouche met kleurrijke lichtjes en automatische massagespoeling wel eens uittesten. Maar juffrouw Annie tikte haar op de vingers. ‘Meneer de jongeheer wil dat zijn wensen strikt opgevolgd worden,’ stelde ze streng en ze vertrok. ‘Die is nog erger dan de wentelteef,’ oordeelde Jamila. Kat haalde de schouders op: niks van aantrekken. Ze liet haar blik vallen op het bed naast het raam. ‘Ik slaap hier!’ ‘Neeeee!’ gilde Free. ‘Dat bed heeft naar mij geknipoogd. Dat nachtkastje is perfect voor mijn boeken.’ ‘Mij kan het niet schelen. Zeg maar welk bed van mij is,’ zei Jamila terwijl ze de kleerkast verkennend opentrok. ‘Ik wil plaats bovenaan in de kast,’ riep Emma meteen al. ‘Anders moet ik mij altijd bukken om mijn kleren te pakken.’
31
Jamila reageerde niet. Ze gebaarde naar haar kamergenoten dat ze best even kwamen kijken. In de kast was plaats voorzien voor de vier meisjes. Hun namen stonden op de planken en op elke plank lag een stapel netjes opgevouwen Driemteam-outfits. ‘Dit is perfect mijn maat,’ stelde Kat verbaasd vast. ‘Hoe weet hij dat ik een small draag?’ Emma verdacht meteen Robin. ‘We moeten beter controleren wat Robin allemaal op Gossip zet.’ Free schudde het hoofd. ‘Van Robin kun je alles verwachten, maar ik geloof nooit dat hij onze maten zomaar op het net te grabbel gooit.’ ‘Er liggen vijf volledige outfits op mijn plank,’ telde Kat. ‘Bij mij ook,’ giechelde Emma. ‘Wanneer ga ik die allemaal dragen?’ ‘Dit is creepy,’ stamelde Free. Maar geen van haar vriendinnen stelde zich vragen bij de vreemde ontdekking. Ze kleedden zich lachend om. Free ging met een frons op het bed zitten. Wat scheelde er toch met haar? Ze had uitgekeken naar deze vakantie, maar sinds ze aangekomen waren had ze het gevoel dat ze snel weer weg wilde. Lag het aan de vreemde ontvangst? Of vielen
32
de zwijgzame chauffeur en de strenge gouvernante haar tegen? Ze kon er zelf niet goed aan uit. Ze was omringd met haar beste vrienden en op dit luxedomein kon je genoeg manieren vinden om je geen seconde te vervelen. Maar diep in haar had ze een naar voorgevoel.
33
4 Stipt een kwartier later stonden onze vrienden buiten op de plaats van afspraak. Na de verwittiging van juffrouw Annie hadden ze niet anders gedurfd. De zon stond hoog en deed planten en dieren puffen. Ze waren net op tijd, want daar kwam Jan-Lieven vrolijk claxonnerend aangereden op een golfkar, meteen gevolgd door een tweede met Baldriaan aan het stuur. ‘Wat vind je van de kleuren?’ gierde Jan-Lieven terwijl hij net niet over de tenen van Joessef reed om vlak bij Emma te stoppen. De golfkarretjes waren geschilderd in rood, blauw en wit, de kleuren van Driemteam. ‘Je had slechtere kleuren kunnen kiezen.’ Jan-Lieven flapperde grinnikend met zijn oren en deed teken om in te stappen. ‘En je foto’s dan?’ vroeg Free. Ze was nog altijd wat achterdochtig, al deed ze haar best om niet zo te klinken. ‘Ik weet een betere locatie voor een fotoshoot!’ luidde het antwoord van de jonge gastheer.
35
Kat, Free en Joessef stapten uitgelaten in. Jan-Lieven wenkte Emma om naast hem te komen zitten. ‘Ik heb dit zitje al voorverwarmd voor jou.’ Emma schrok om de speciale behandeling, maar nam dankbaar de uitnodiging aan. Robin, Jamila en Kobe namen plaats in de golfkar van Baldriaan. Voor Kobe was het de eerste keer dat hij een golfkar van dichtbij zag. Hij inspecteerde het rijtuigje bedenkelijk. ‘Hier zitten geen deuren aan. Als dat karretje maar geen scherpe bochten neemt.’ ‘Doe normaal,’ schamperde Robin. ‘Dat gaat nog trager vooruit dan een slak.’ Jan-Lieven wachtte tot iedereen was gaan zitten en keelde dan uit volle borst de leuze van zijn favoriete sportploeg: ‘Hop hop hop!’ De kreet werd door onze vrienden spontaan beantwoord: ‘Driemteam aan de top!’
gilde het rijkeluiszoontje wild en stampte op de gaspedaal. Het karretje schoot met een schok vooruit. Onze vrienden hadden er geweldig veel plezier in.
36
De twee golfkarretjes hobbelden onder de brandende zon over het immense domein. Wat zou een frisse duik nu deugd doen. Jan-Lieven genoot van de dolle bende die alsmaar meer leuke dingen op het luxueuze domein ontdekte. ‘Ik zie paarden!’ schreeuwde Emma verrukt. Ze was twee zomers geleden op paardenkamp geweest. Dat was enorm meegevallen, maar sindsdien was het er niet meer van gekomen. Ook de anderen zagen nu de twee hagelwitte hengsten door de weide galopperen. ‘Arabische volbloeden,’ legde Jan-Lieven uit alsof het de doodnormaalste zaak was. ‘Papa koopt die van een of andere sjeik.’ ‘Juffrouw Annie zei dat je papa hier niet vaak is. Mis je hem niet?’ vroeg Kat. Jan-Lieven schudde het hoofd. ‘Ik spreek hem elke avond via de computer.’ ‘Dat is toch niet hetzelfde?’ oordeelde Joessef. Jan-Lieven haalde zijn schouders op. ‘Jullie zien je ouders toch ook niet op internaat?’ Die zat. Free gooide het gesprek over een andere boeg. ‘Die outfits
37
zitten prima. Hoe wist jij eigenlijk welke maten we hebben?’ Jan-Lieven grijnsde en bekende ondeugend. ‘Ik heb Baldriaan op verkenning gestuurd.’ Free fronste. ‘Wat bedoel je met “op verkenning gestuurd”?’ Jan-Lieven tuitte de lippen en glimlachte mysterieus. ‘Jullie hebben niks gemist?’ ‘Gemist? Op welke manier?’ wou Emma weten. ‘Wel ja, gemist, zoals wanneer je iets kwijtraakt.’ ‘Wacht eens...’ Kat dacht spontaan terug aan het T-shirt van de Jongeren Olympiade dat zoek was geraakt. Ze was ervan overtuigd dat ze het had meegenomen naar het internaat, maar kort nadien kon ze het nergens meer terugvinden. En ook de appelblauwzeegroene short die ze van haar oma had gekregen, was ze kwijt. Maar daar had ze minder zwaar aan getild want ze vond hem spuuglelijk. ‘Ik ben ook van alles kwijt,’ realiseerde Emma zich geschrokken. ‘Een T-shirt van Miley Cyrus en een sportbroekje.’ ‘Ik ben een trui kwijt,’ besefte ook Joessef. Free reageerde bits. ‘Heb jij dan onze spullen gestolen?’ ‘Ik zal aan juffrouw Annie vragen dat ze jullie alles terugbezorgt,’ gniffelde Jan-Lieven. Onze vrienden stonden versteld. Was Baldriaan achter hun rug in leefgroep 3 spullen komen pikken? Welke zieke geest bedenkt zoiets? Jamila had de hele rit gezongen naast Kobe. Toen ze even opzij keek en de bleke snuit van de reus zag, wist ze dat er iets goed mis was. ‘Gaat het, Kobe?’ De reus schudde het hoofd. ‘Ik ben wagenziek.’
38
‘Nu? En in die limousine had je geen last?’ ‘Ik word misselijk als ik tegen de rijrichting in zit!’ Kobe hield zijn hand voor zijn mond omdat hij een oprisping uit zijn maag voelde aankomen. Jamila tikte op de schouder van Robin. Die zat naast de zwijgzame Baldriaan en vertelde honderduit over zijn plannen om een Engelstalige versie van Gossip op het net te posten. Hij was ervan overtuigd dat zijn journalistieke werk belangrijk was voor de hele wereld. Omdat Baldriaan niks terugzei, dacht Robin dat hij aan het luisteren was. Het moedigde hem aan om verder te vertellen. Hij reageerde dan ook lichtjes geïrriteerd omdat Jamila hem midden in zijn uiteenzetting stoorde. ‘Ik ben aan het praten hé.’ ‘Kobe voelt zich niet goed. Wil jij met hem van plaats wisselen?’ Robin baalde. ‘Moet dat echt?’ Kobe begon te kokhalzen. Robin sprong meteen op en wilde naar achteren kruipen.
Baldriaan botste bijna tegen de golfkar van Jan-Lieven. Hij moest serieus op de rem duwen om een aanrijding te vermijden. Robin werd met een ruk uit het karretje geslingerd. Zijn lange kreet werd tot in de eerste golfkar gehoord. Joessef, Kat, Free en Emma keken om en zagen nog net hoe Robin met een smak tegen de grond vloog. Dit moest pijn doen. Jamila blikte onbegrijpelijk naar Jan-Lieven. ‘Waarom stopte je zo bruusk?’
39
‘Omdat we er zijn,’ antwoordde Jan-Lieven kort en hij wees naar een outdoorbasketbalveld waar twee forsgespierde mannen een ballenrek klaarzetten. Free en Kat sprongen uit de golfkar en haastten zich naar Robin die nog steeds luid lag te janken. ‘Alles oké?’ ‘Oh ja, ik ben mij hier een beetje aan het aanstellen,’ kreunde Robin die een stekende pijn in zijn linkervoet voelde. ‘Kun je erop steunen, denk je?’ vroeg Free bezorgd. Robin schudde het hoofd. Iedereen was intussen uitgestapt. Het was duidelijk dat Robin geen komedie speelde. Baldriaan deed teken naar Tim en Tom, de twee sterke mannen op het basketbalveld. De broers, die er als maffiosi in een keurig zwart pak met hoed en zonnebril bijliepen, kwamen op een drafje aan. ‘Til hem voorzichtig op en leg hem in de golfkar van Baldriaan,’ beval Jan-Lieven.
40
Tim en Tom salueerden simultaan en voerden de opdracht meteen uit. ‘Voorzichtig!’ gebood Free bezorgd. Ook Baldriaan ontving nieuwe instructies van zijn jonge baas: ‘Breng hem naar de villa en vraag aan juffrouw Annie dat ze een dokter laat komen.’ ‘Ik wil meegaan,’ zei Kobe die zich schuldig voelde voor Robins onfortuinlijke val. ‘Niks van,’ besloot Jan-Lieven kordaat. ‘Jij moet hier blijven voor de foto’s.’ Het viel op dat hij Kobe net zo commandeerde als zijn personeel. ‘Zonder Robin kunnen we toch ook niet op de foto?’ repliceerde Jamila scherp. ‘Dan is onze ploeg niet compleet.’ De sfeer was helemaal omgeslagen. Jan-Lieven was duidelijk iemand die gewend was bevelen uit te delen en gehoorzaamd te worden. ‘Laat ons maar niet te moeilijk doen,’ fluisterde Kat. Iedereen zag in dat dat het beste was. Baldriaan startte de golfkar en reed met Robin terug naar de villa. Die zwaaide geruststellend naar zijn vrienden van op de achterbank. Voor Jan-Lieven was daarmee de kous af. Hij keek de resterende ploegleden geestdriftig aan. ‘Wat staan jullie hier nog te staan? Kriebelt het niet?’ ‘Wat moet er kriebelen?’ vroeg Emma beteuterd. Ze was nog steeds onder de indruk van het ongeval. Jan-Lieven wees met blinkende oogjes naar het basketbalveld. ‘Laat maar eens zien wat jullie waard zijn. Jup jup!’ Terwijl Tom het hek van de afsluiting rond het sportveld openhield, ontgrendelde Tim het ballenrek. Joessef was de eerste die een bal in handen kreeg. Hij keurde de bal, deed hem stuiteren en stoof e rmee
41
weg naar de ring. Met een dunk scoorde hij een driepunter. JanLieven zegevierde. Hij had het moment nog net kunnen vastleggen met zijn smartphone. Joessef wou andermaal zijn kunsten demonstreren, maar ook Kobe popelde nu om te laten zien wat hij kon. Hij ontfutselde Joessef de bal en scoorde spectaculair met zijn rug naar de ring. Jan-Lieven kon zijn geluk niet op. ‘Dit is waarom ik zo’n fan ben van jullie!’ riep hij overgelukkig uit. De spierrollerij van Joessef en Kobe was het signaal voor Free, Jamila, Kat en Emma om er ook in te vliegen. ‘Als die jongens denken dat ze kunnen basketten, hebben ze nog niks gezien!’ Robins val was snel vergeten. De zes vrienden haalden hun hart op en speelden dat het een lieve lust was. Maar de grootste enthousiasteling stond naast het veld. Jan-Lieven nam de ene foto na de andere en toen hij er genoeg van had, nam hij relax plaats op een kleine tribune die naast het veld stond opgesteld. Tim kwam meteen met een parasol aan om zijn kleine baas in de schaduw te zetten en Tom bood hem op een dienblad een sprankelend frisdrankje aan. Onze vrienden zagen dat de fotoshoot voorbij was en gaven er de brui aan. ‘Jullie zijn toch nog niet moe?’ lachte Jan-Lieven. ‘Bijlange niet,’ antwoordde Joessef en hij mikte de bal een allerlaatste keer in de ring. Jan-Lieven floot bewonderend op zijn vingers. Kat keek hun gastheer aan. ‘Je hebt blijkbaar genoeg foto’s, dus…’ Jan-Lieven slurpte van zijn drankje. ‘Trek jullie maar niks van mij aan. Spelen maar! Hop hop hop! Driemteam aan de top!’ ‘We hebben ook wel een klein beetje dorst,’ zei Kobe watertandend. ‘Als het dat maar is!’ Jan-Lieven knipte met de vingers en vrijwel onmiddellijk kwam Tom aanhollen met zes flesjes limonade.
42
43
‘Jullie zullen hier niks te kort komen,’ verzekerde het rijkeluiszoontje. Onze vrienden leken wel uitgedroogd. Ze dronken elk hun flesje tot de laatste druppel leeg. De zon stond op haar hoogste punt. Het was niet gezond om nu lang te sporten in open lucht. Maar dat was niet zoals Jan-Lieven het zag. ‘Pauzeren topsporters altijd zo lang?’ riep hij de spelers verveeld toe. ‘Wil je dat we nog verder basketten?’ vroeg Kat verrast. Het antwoord van Jan-Lieven liet geen twijfel. ‘Uiteraard!’ En hij ging relax achterover liggen op de tribune. Tom bracht een kussen opdat hij zachter zou liggen. ‘Ik zweet me kapot,’ pufte Kobe stilletjes. Emma goot ter verfrissing een beetje water over haar hoofd. ‘Ja. ’t Is snikheet.’ ‘Ik wil gaan kijken hoe het met Robin gaat,’ zei Free. ‘We hebben eigenlijk geen zin meer!’ riep Kat naar Jan-Lieven. Die ging met een verbaasde blik rechtop zitten. ‘Hoezo? Geen zin meer?’ ‘Wel ja,’ legde Kat vriendelijk uit. ‘Jij hebt je foto’s en wij zijn wel eens benieuwd naar wat op dit prachtige domein nog allemaal te beleven valt.’ ‘Ik wil je wildwaterbaan uitproberen,’ wierp Joessef op. Hij had alvast zijn shirt uitgetrokken. ‘En ik die achtbaan!’ kirde Jamila. ‘Het schijnt dat het de hoogste is van heel Europa. Is dat waar?’ Jan-Lieven zei geen woord. Hij keek hen aan alsof er iets was dat hij niet goed begreep. ‘Jullie willen niet meer basketten?’ De spelers fronsten. ‘Eu… nee. We hebben een heel jaar getraind en wedstrijden gespeeld en nu hebben we er even genoeg van.’
44
Jan-Lieven dacht na, wat onze vrienden een beetje vreemd vonden. ‘Dat kan niet,’ was zijn besluit. ‘Ik heb jullie uitgenodigd en jullie zijn op mijn uitnodiging ingegaan.’ Free wist nu zeker dat er iets niet in de haak zat. ‘Wij zijn naar hier gekomen om ons te amuseren.’ ‘Ja,’ voegde Kobe eraan toe. ‘En om uit te rusten en te genieten.’ ‘Dat kunnen jullie ’s avonds doen. Maar overdag wil ik dat jullie basketbal spelen.’ Emma’s oren tuitten. ‘De hele dag?’ ‘Niks is zo leuk als mijn favoriete ploeg zien spelen! Dat is de reden waarom ik jullie liet overkomen!’ Het was duidelijk dat Jan-Lieven het meende. De boodschap kwam bij onze vrienden aan als een donderslag bij heldere hemel. ‘Ik heb helemaal geen zin om een hele dag te basketballen,’ protesteerde Jamila. ‘Ik ook niet,’ zei Joessef. Hij trapte de basketbal tegen de omheining en wilde het veld verlaten. Tim sprong met gekruiste armen voor het hekje zodat Joessef niet weg kon. ‘Jullie blijven hier en jullie gaan spelen!’ riep Jan-Lieven verwend. ‘Dit loopt uit de hand,’ fluisterde Free. ‘Ik denk dat we krachtig moeten reageren.’ ‘Geen sprake van!’ slingerde Kat Jan-Lieven naar het hoofd. ‘Ik raak geen bal meer aan en mijn vrienden ook niet.’ Emma, Jamila, Free, Joessef en Kobe schaarden zich eensgezind achter hun kapitein. ‘Wij eisen vakantie! Speel zelf!’ Jan-Lieven had zich niet aan protest verwacht en schreeuwde verongelijkt: ‘Ik ben jullie grootste fan en ik wil jullie zien basketballen!
45
Ik heb ernaar uitgekeken om jullie een hele vakantie te zien spelen.’ ‘Heb jij ze niet alle vijf op een rijtje?’ snauwde Joessef. Dat had hij beter niet gezegd. Jan-Lieven verstarde en keek hem vernietigend aan. ‘Als jullie vanavond eten op jullie bord willen, dan zullen jullie moeten gehoorzamen,’ besliste hij knarsetandend. ‘Maar dat is misdadig!’ riep Free verontwaardigd. Jan-Lieven weigerde in discussie te gaan en verliet prompt het basketbalveld. Onze vrienden wilden hem volgen maar Tim en Tom sloten het hekje en vormden een muur opdat ze niet naar buiten konden. Emma verloor haar geduld en beukte met een kreet in op de twee lijfwachten. ‘Laat ons hieruit! Je hebt het recht niet om ons vast te houden!’ Maar de twee broers leken wel van staal en beton. Kobe en Joessef schoten Emma te hulp maar werden hardhandig door de krachtpatsers teruggeduwd. Er was geen ontkomen aan, zoveel was duidelijk. Jan-Lieven kroop achter het stuur van zijn golfkarretje en wees naar de camera’s die boven op de basketbaltorens bevestigd waren. ‘Ook als ik hier niet ben, zie ik jullie!’ schreeuwde hij en scheurde weg. Joessef, Kat, Emma, Free, Jamila en Kobe keken hem na als verdwaasde kippen in een ren.
46
Onze vrienden weigerden om hun lastige gastheer zijn zin te geven. Ze wilden geen bal meer aanraken en gingen in kleermakerszit bij elkaar zitten om te overleggen. Tim en Tom bleven post vatten bij het hek en doodden de tijd met een spelletje op hun smart phones.
47
5 ‘Die jongen is gevaarlijk!’ besloot Kat nadat ze ook aan Jamila en Kobe verteld had dat Jan-Lieven hun kleren liet stelen. ‘Als we straks op de kamer zijn, bel ik papa. Hij moet ons meteen komen halen,’ verzekerde Emma. ‘Ik blijf hier geen seconde langer! Voor geen honderd wildwaterbanen ter wereld!’ ‘We hoeven zo lang niet te wachten,’ besefte Jamila ineens. ‘Ik heb mijn gsm bij.’ ‘En dat zeg je nu pas!’ ‘Je kent mij, een vergeetkop hé!’ giechelde ze en ze nam haar gsm uit haar linkerkous. Joessef gebaarde om zo verdekt mogelijk te handelen. ‘Het is beter dat die twee niks merken,’ fluisterde hij en hij wees gespannen naar Tim en Tom. De kans dat die iets in de mot zouden krijgen, was klein. Ze gingen zo op in hun spel dat ze geen aandacht meer schonken aan de opgesloten ploeg. Van bellen kwam er echter niets in huis. ‘Geen bereik,’ stelde Jamila met een snoet vast. ‘Hoe kan dat nu?’ zuchtte Free geërgerd. ‘We zitten toch niet in de wildernis?’ ‘Op die paar uurtjes zal het nu niet aankomen,’ suste Kat. ‘Op de 49
kamer kunnen we allemaal onze ouders verwittigen.’ ‘Als hij ons hier niet tot morgen laat zitten,’ grimaste Kobe en hij keek omhoog naar de camera’s die hen onophoudelijk in het oog hielden. Kobes vrees was gelukkig ongegrond. Toen de zon onderging en de avond viel, ontgrendelden Tim en Tom het hek van het basketbalveld. Ze gebaarden naar de dorstige jongeren om mee te komen. De weg die ze eerder die dag afgelegd hadden met de golfkar, moesten ze nu te voet doen. Van achter de bomen weerklonk in de verte opnieuw het gebrul van leeuwen. Kobe legde zijn hand op zijn knorrende maag. ‘Ik denk dat ik nu wel een leeuw kan verslinden, in plaats van andersom.’ Onze vrienden konden opnieuw lachen. Ze waren er immers van overtuigd dat het einde van hun akelige vakantie in zicht was. In het paviljoen zouden ze hun ouders optrommelen en zo snel mogelijk naar huis vertrekken.
Free kwam met een ernstige blik naast Robin zitten. ‘Die Jan-Lieven is knettergek. Hij wil dat wij elke dag van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat basketbal spelen.’ Robin dacht eerst dat ze een grapje maakte. Maar toen hij de vermoeide gezichten van zijn vrienden zag, schoot hij verbaasd in de lach. ‘Allee jong! En waarom?’ ‘Omdat hij zo’n fan van ons is. Ons zien spelen is zijn grootste plezier.’ Robin lag in een deuk. Dit was het stomste dat hij ooit had gehoord. De anderen konden er allesbehalve om lachen. Maar ja, zij hadden
‘Hier zie! Die foto’s moesten zelf getekend worden zeker?’ Joessef, Kobe, Emma, Kat, Free en Jamila waren niet een klein beetje verbaasd toen ze een uitgelaten Robin op zijn bed aantroffen. Zijn voet zat in het gips. ‘Gebroken,’ verduidelijkte hij meelijwekkend. ‘Mijn luilekkervakantie zit erop. Gelukkig liggen in die speelkamer genoeg games en strips om mijn dagen mee te vullen.’ Hij had zich aan enthousiaste verhalen van zijn vrienden verwacht, maar die zwegen.
50
51
dan ook uren opgesloten gezeten op dat hete basketbalveld. ‘Ik hoop dat we toch iets te bikken krijgen,’ klaagde Kobe. ‘Dat zal dan een meevaller zijn,’ wist Robin. ‘Tante Tikka is een goeie kokkin, maar wat ze hier serveren is van een andere klasse.’ ‘Jij hebt al gegeten?’ vroeg Emma verbaasd. ‘Jullie dan nog niet?’ De hongerige snoeten van zijn vrienden spraken boekdelen. ‘Als ik het had geweten, dan had ik mijn dessertje gespaard voor jullie,’ stelde Robin. ‘Verdorie!’ Joessef toonde zijn gsm. ‘Ik heb ook geen bereik.’ ‘Dat kan niet,’ Free rukte de gsm uit zijn hand om het met haar eigen ogen te zien. Kobe checkte nu ook zijn gsm en schudde ontzet het hoofd. ‘Ik ook niet.’ ‘Dan sturen we een mail naar huis,’ besloot Joessef en hij legde het tablet van Robin op zijn schoot. ‘Dat zal niet gaan.’ Iedereen keek Robin verrast aan. ‘Er is internetverbinding, ik geraak op het net, maar ik krijg geen mails buiten. Chatten lukt ook niet.’ ‘We zijn dus afgesloten van de buitenwereld?’ concludeerde Free ontzet. Kat en Emma hadden intussen hun gsm gehaald en stelden vast dat niemand bereik had. ‘Hier moet toch ergens een zendmast staan?’ riep Jamila. Ze voelde zich moe en vuil. Het huilen stond haar nader dan het lachen. ‘Bereik of geen bereik, ik ben hier weg!’ brieste Emma. ‘Al is het te voet!’ Ze verkondigde de mening van allen.
52
‘Gaan ze ons wel laten vertrekken?’ vroeg Jamila zich af. ‘Dat ze ons maar eens proberen tegen te houden!’ sneerde Joessef strijdlustig. Aangezien hun koffers nog niet uitgepakt waren, stonden ze enkele minuten later in de hall van hun paviljoen, klaar om hun vakantieverblijf vroegtijdig te verlaten. Joessef droeg de koffer van Robin die meepikkelde met een kruk. Ver geraakten ze echter niet. Ook de uitgang van het paviljoen werd bewaakt door Tim en Tom. Met hun afgetrainde lichamen versperden ze de doorgang.
53
schreeuwde Free. Maar de twee trawanten bleven onvermurwbaar. ‘Jullie hebben niet het recht om ons hier vast te houden,’ riep Kat boos. ‘Ja! Wij willen naar huis!’ klonk het in koor. Er werd wat getrokken en geduwd maar de twee bodyguards wilden van geen wijken weten. Ze waren duidelijk een maatje te groot voor onze vrienden. Juffrouw Annie kwam aan en kreeg een zee van klachten over zich heen. ‘Zeg dat ze opzij moeten gaan!’ eiste Emma woest. ‘Ja. We willen naar huis!’ krijste Kat. Het geschreeuw van onze vrienden maakte weinig indruk op de stuurse gouvernante.
54
‘Dat zal niet gaan,’ zei ze in alle kalmte. ‘Meneer de jongeheer wil dat jullie blijven.’ ‘Hij verwacht dat wij hele dagen basketbal spelen,’ tierde Kobe ongelukkig. ‘Basketbal spelen. Is dat niet wat basketbalploegen doen?’ kaatste juffrouw Annie kil terug. Ze stuitte op een muur van protest. ‘Maar toch niet onder dwang! Wij zijn hier om van onze vakantie te genieten!’ riep Jamila in de hoop door het pantser van juffrouw Annie te breken. Tevergeefs. De gouvernante bleef doof voor hun beklag. ‘Waarom is hier geen bereik?’ vroeg Free uiteindelijk. Daar wilde juffrouw Annie wel op antwoorden. ‘We werken met een frequentie verstoorder. Niemand heeft hier bereik, behalve wie op het netwerk van meneer Bondelmax zit.’ ‘En hoe geraken wij op dat netwerk?’ ‘Met een code. Maar het is mij niet toegestaan om die aan jullie te geven.’ ‘Dus wij kunnen niet naar huis bellen?’ Juffrouw Annie schudde het hoofd. Het was een nieuwe klap voor onze vrienden. Het zag er niet naar uit dat ze hier snel weg konden geraken. De gouvernante keek Emma aan. ‘Maak jij je klaar om mee te gaan?’ Emma wees verbaasd naar zichzelf. ‘Ik?’ ‘Neem een douche en trek iets fleurigs aan. Met dat bezwete sporttruitje kom je niet aan tafel.’ Emma wist niet waar ze het had. ‘Waarom ik alleen? Behalve Robin heeft niemand van ons al gegeten!’
55
‘Het is de strikte wens van meneer de jongeheer dat jij alleen komt.’ ‘Ik weiger tenzij iedereen meegaat!’ Juffrouw Annie keek Emma streng aan. ‘Wat jij wilt is niet belangrijk, meisje. Hier geldt alleen wat meneer de jongeheer wilt.’ Emma’s geduld was op. Ook Joessef sprong bijna uit zijn vel. Hij wilde op de vuist gaan met Tim en Tom die als twee waakhonden achter juffrouw Annie stonden. Kat kon dat verhinderen en keek de gouvernante recht aan. ‘We zullen zorgen dat Emma over vijf minuten aan de villa staat.’ Emma geloofde haar oren niet. ‘Wat!?’ Kat gebaarde dat ze het straks zou uitleggen. Juffrouw Annie was zichtbaar blij met de medewerking van Kat. Ze boog zachtjes het hoofd en ging weg. Er zat voor onze vrienden niks anders op dan terug te keren naar hun kamers. Emma was furieus op Kat. ‘Waarom heb je dat beloofd? Ik wil die kwal niet zien!’ Ook de anderen begrepen de reactie van Kat niet. De gemoederen raakten verhit, maar hun kapitein bleef bij haar standpunt. ‘Dit is onze enige kans om hier weg te geraken. Als we in het paviljoen blijven, schieten we niks op. Als hij Emma wil zien, des te beter. Dan kan ze met hem onderhandelen.’ Dat was inderdaad zo stom nog niet. Emma zwichtte met een zucht. Robin deed teken dat hij iets belangrijks wilde zeggen. Iedereen zweeg meteen, want het zou niet de eerste keer zijn dat een plan van Robin hen uit een benarde situatie redde. Maar al wat de hoofdredacteur van Gossip over zijn lippen kreeg was: ‘Wie zet als eerste zijn naam op mijn gips?’
56
‘Als die snoeshaan denkt dat er met mij iets te regelen valt, heeft hij het verkeerd,’ prevelde Emma strijdlustig toen ze even later vertrok. Tot haar verbazing kon ze het paviljoen waar ze sliepen probleemloos verlaten. Tim en Tom zetten spontaan een stap opzij om haar door te laten. Er stond niemand om haar te begeleiden dus stapte ze geheel in haar eentje naar de villa. Even overwoog ze om ervandoor te gaan. Niks hield haar tegen om de andere kant uit te lopen, naar de poort. Die ferme klim erover schrok haar niet af. Maar toen hoorde ze in de verte weer een leeuw brullen. Ze herinnerde zich dat het hele domein omsingeld was door het leeuwenverblijf en zette een kruis over haar ontsnappingsplan. Binnen in de villa werd ze getroffen door de rijkdom. Overal waar ze keek, schitterden zilver en goud. Ze dacht dat alleen koningen en keizers zo woonden. Maar ze was hier niet om het interieur te bewonderen. Ze had honger en ze zou dat ettertje eens flink de waarheid zeggen. Hij moest niet denken dat ze zouden plooien. Hij moest hen meteen naar huis laten bellen. Of dacht hij dat ze na de gebeurtenissen van deze namiddag hier een uur langer wilden blijven? ‘Komt u mee?’ Emma keek om en meende voor de eerste keer een glimlachje op de lippen van juffrouw Annie te ontwaren. Het was geen glimlach uit vriendelijkheid, nee dat niet. Het was eerder een spottende glimlach. Dat maakte Emma nog achterdochtiger. Juffrouw Annie stapte naar een dubbele eiken deur die bijna tot aan het plafond reikte. Ze klopte zachtjes aan en opende ze zonder op een antwoord te wachten. Daarna zette ze een stap opzij en verzocht Emma om naar binnen te gaan.
57
De tennisster besefte dat het moment van de waarheid was aangebroken. Ze ademde diep in en stapte met opgeheven hoofd de eetzaal binnen. Jan-Lieven zat aan de kop van een uitgestrekte tafel die overvloedig gevuld was met lekkers. Op een porseleinen schaal lag een sappige braadkip. Daarnaast stond een kom met goudgele steppegrasfrietjes. Op een glazen schotel lagen varkensribbetjes die blonken van het vet en de honing. Er was lasagne en koude pasta. Naast de veelarmige kandelaar met druipkaarsen stonden ovenverse veelgranenbroodjes en bij de glimmende kerstomaatjes lagen pittig gekruide kippenboutjes. Kortom, er lag genoeg om een heel leger mee te voeden. Emma had zich aan alles verwacht, maar niet aan dit, niet aan deze… gezelligheid. Ze raakte bedwelmd door al die heerlijke geuren.
58
Jan-Lieven had net een kippenboutje afgeknaagd en gooide het botje in de open haard. De vlammen laaiden op. ‘Goeienavond,’ zei hij gastvrij en gebaarde naar een lege stoel aan de andere kant van de tafel. ‘Ga zitten en geniet.’ Baldriaan had zijn kostuum van chauffeur gewisseld voor dat van butler en schoof galant de stoel achteruit voor Emma. Ze aarzelde. Het was niet zo dat ze vergeten was wat ze allemaal tegen de jonge Bondelmax wilde zeggen. Ze werd immers niet gedwongen om te gaan zitten. Maar haar buikje knorde en ze kon moeilijk aan al dat lekkers weerstaan. ‘Wat had de juffrouw gewenst?’ vroeg Baldriaan aan Emma die verward ging zitten. De knoop was snel doorgehakt. Ze zou vanavond haar sportdieet aan haar laars lappen. ‘Van alles wat,’ antwoordde ze schuchter. Baldriaan boog gedienstig het hoofd en ging Emma’s bord vullen.
59
Emma gluurde naar de smakkende Jan-Lieven die een vork vol frietjes smakelijk in een kom verse mayonaise dipte. Waarom ben ik hier? vroeg Emma zich af. Waarom mochten haar vrienden niet mee komen genieten van deze smakelijke maaltijd? Wat was de bedoeling van Bondelmax? Emma wilde het tactisch aanpakken. Ze zou niks vragen en geduldig afwachten tot hij zelf een tip van de sluier oplichtte. Toen Baldriaan een goedgevuld bord voor haar neus zette, begon ze zwijgzaam te eten. Had ik maar een zak meegebracht, flitste het door haar hoofd. Dan kon ik van alles meesmokkelen naar het paviljoen. Haar oog viel op de stoffen servetten. Daar kon ze wel een en ander in wikkelen. Ook al was het niet veel, het was beter dan niks. Ze legde het servet open op haar knieën en ze pakte, zonder dat haar tafelgenoot het merkte, enkele knapperige broodjes en kippenboutjes in. Emma lachte in haar vuistje. De onnozelaar heeft niks in de mot, dacht ze. ‘Baldriaan?’ De butler stond in geen tijd bij de jongeheer. ‘Laat in de keuken een mand vullen voor Emma. Dat is handiger dan een servet.’ Emma verslikte zich. Ze was betrapt. Maar tot haar verbazing sprak niemand er haar over aan. Baldriaan trok gehoorzaam naar de keuken en Jan-Lieven liet er zijn eten niet voor staan. Het geknetter van de haard, het gescharrel in de kommen en het smakken van Jan-Lieven waren de enige geluiden in de kamer. Ook toen de borden leeggegeten waren en Baldriaan begon af te ruimen, bleef het ongemakkelijk stil aan de lange tafel. Nu haar honger gestild was, keerde Emma’s woede voor haar tafelgenoot
60
terug. Ze wilde hem net de volle laag geven, toen hij zelf zijn mond opentrok. ‘Vond je het lekker?’ polste hij. Emma was even uit haar lood geslagen door de vriendelijke manier waarop hij haar aansprak. Ze herpakte zich snel. ‘Nee,’ zei ze onomwonden. ‘Hoe kan het mij gesmaakt hebben? Mijn vrienden verhongeren.’ ‘Dat is hun eigen fout,’ kaatste de jonge Bondelmax streng terug. ‘Jullie hadden deze namiddag maar niet zo koppig moeten zijn.’ ‘Hoe kun je verlangen dat wij twee weken lang iedere dag basketbal spelen, enkel om jou te plezieren? Dat is toch krankzinnig?’ ‘Ik zou mij gevleid voelen in jullie plaats.’ ‘En je houdt ons gevangen!’ Jan-Lieven verdedigde zich fel. ‘Jullie zijn hier uit vrije wil,’ zei hij. ‘Als jullie wat meer begrip voor mij opbrengen, dan kunnen we hier samen een megafantastisch leuke tijd beleven.’ Emma kruiste haar armen en keek nukkig weg. Er viel met die rijke stinkerd niet te praten, besefte ze. Baldriaan kwam vragen of hij het dessert mocht serveren. Jan-Lieven knikte ontstemd. Emma besefte dat zwijgen niet de manier was om uit de impasse te geraken. Ze hervatte het gesprek op een vriendelijkere toon. ‘Waarom koos je mij om te onderhandelen?’ Jan-Lieven lachte. ‘Denk je dat ik je uitgenodigd heb om te onderhandelen?’ Zijn lach maakte Emma onzeker. ‘Waarom ben ik hier anders?’ Jan-Lieven staarde Emma met glinsterende oogjes aan. Emma werd er haast ongemakkelijk van. ’Kun je dat niet raden?’
61
Emma schudde het hoofd. Ze begon stilaan wel iets te vermoeden, maar ze gruwde bij de gedachte alleen al. ‘Ik ben een fan van Driemteam,’ sprak Jan-Lieven beminnelijk. ‘Ik vind jullie stuk voor stuk geweldige spelers. Maar er is één persoon die er voor mij met kop en schouders boven uitsteekt. Eén persoon die zo mooi is dat ik al weken niet meer kan slapen omdat ik dag en nacht aan haar moet denken. Eén persoon die zo mooi is dat zelfs de kostbaarste orchidee bij haar verbleekt. En die persoon, dat ben jij.’ Emma kreeg het benauwd. Haar knieën trilden en het zweet brak haar uit. Jan-Lieven stond op, kwam naar haar toe en nam vertederd haar hand. ‘Ik ben verliefd op jou,’ bekende hij zachtjes. ‘En ik hoop dat het wederzijds is.’ Voor Emma was dit de spreekwoordelijke druppel. Ze trok haar hand snel terug en schoot in de lach. ‘Jij denkt toch niet dat ik val op iemand als jij?’ ‘Er zijn slechtere partijen,’ stotterde Jan-Lieven die zich duidelijk aan een andere reactie had verwacht. ‘Mijn papa zal de beste tenniscoach ter wereld voor je inhuren en ik zal met je meereizen naar alle toernooien. Met mij aan je zijde zul je triomf na triomf behalen. Als je mijn liefje wordt, zul je nooit iets te kort komen.’ Emma had er genoeg van. ‘Ik heb jou niet nodig om kampioene te worden.’ ‘Dat geloof ik graag,’ zei Jan-Lieven snel. ‘Maar ik zal niet alleen klaarstaan als je wint. Ik zal je ook troost bieden op een mindere dag.’
62
Emma keek de verliefde miljardairszoon ongelovig aan. Was hij met haar voeten aan het rammelen? Maar Jan-Lieven meende ieder woord van wat hij zei. Ze stond op en liep naar de deur. ‘Ga niet weg,’ smeekte Jan-Lieven. Emma keek hem misprijzend aan. ‘Als je gelooft dat ik op een creep als jij val, ben je nog gekker dan ik dacht.’ Ze ging weg en trok de deur krachtig toe.
‘Tot morgenvroeg op het basketbalveld!’ hoorde ze de afgewezen gastheer nog roepen.
63
6 Emma voelde zich schuldig toen ze naar het paviljoen terugkeerde. Het was haar niet gelukt om met Jan-Lieven te onderhandelen en bovendien was ze de mand met lekkers vergeten te vragen. Haar vrienden hadden vast razende honger. Ze trok grote ogen toen ze de jongenskamer binnenging. De grond was bezaaid met lege zakjes en blinkende papiertjes. Kobe had genoeg snoep bij om een heel leger te bevoorraden. Kat was de eerste die benieuwd rechtsprong. ‘Hoe was ‘t?’ ‘Vreselijk!’ jammerde Emma. ‘Die engerd is verliefd op mij!’ Haar vrienden schoten spontaan in de lach, wat ze niet kon waarderen. ‘Dat is niet om te lachen!’ ‘Sorry, maar het lucht even op,’ grinnikte Kobe als excuus. ‘We zijn aan het overleggen,’ verduidelijkte Jamila. ‘Niemand wil hier blijven.’ ‘We moeten een manier vinden om te ontsnappen,’ zei Joessef met een vastberaden blik. ‘Dat zal niet gemakkelijk zijn met die gespierde bavianen voor de deur,’ oordeelde Emma.
65
‘En zelfs als we hen kunnen verschalken, hoe geraken we weg? Het domein is omsingeld door leeuwen,’ foeterde Free. ‘Waarom maken jullie alles zo moeilijk?’ klonk het vrolijk vanuit de badkamer. Het was de stem van Robin. ‘Hij zit in de jacuzzi,’ zei Kat tegen Emma. ‘Met zijn voet?’ ‘Die gips houdt Robin niet tegen om te genieten.’ En inderdaad. Robin lag gezellig in het bubbelende water met zijn linkervoet hoog en droog op de badrand. Hij keek zijn vrienden grijnzend aan. ‘De oplossing ligt toch voor de hand?’ Kat kruiste de armen. ‘Ah ja? Nu maak je mij wel heel nieuwsgierig.’ ‘Jullie spelen morgen de hele dag basketbal en ik zorg dat ik mij niet verveel. Dat moet wel lukken op dit domein, zelfs met een gebroken voet.’ Hij liet zich gniffelend dieper onder het schuim zakken. Omdat Kobe de enige was die ’s morgens niet misselijk was van al die snoep en omdat ze verlangden naar een deftige maaltijd, beslisten ze eensgezind om hun gastheer zijn zin te geven. Voorlopig althans, want onze vrienden waren vastberaden om hun vakantieverblijf te ontvluchten. Jan-Lieven kon zijn geluk niet op toen hij hoorde dat hij zijn slag had thuisgehaald en liet prompt een rijkelijk ontbijt leveren in het Driemteam-paviljoen. En toegegeven, de lastige gastheer verwende hen. Verse croissants, warme chocomelk, sandwiches met kaas en hesp, koffiekoeken, ontbijtgranen… Alles was in overvloed aanwezig en van de beste kwaliteit. Toen de magen gevuld waren, trokken de spelers hun Driemteamshirts aan en slenterden met tegenzin naar het basketbalveld.
66
Robin wuifde hen vrolijk uit. ‘Maak jullie maar geen zorgen om mij. Ik overleef het wel!’ Zijn leedvermaak leverde hem een paar boze blikken op. Jan-Lieven stond zijn favoriete ploeg al op te wachten. ‘Ik stel voor dat jullie na de opwarming een match drie tegen drie spelen. Ik heb al een ploegverdeling gemaakt.’ De spelers durfden niet te morren. Wat voor zin had het ook? Terwijl Tim en Tom bij het hekje verwoed op hun smartphones stonden te gamen, deden ze wat van hen verwacht werd. Ze gaven passes, dribbelden, gooiden naar de ring... Maar dit alles zonder veel overtuiging. Dat ontging Jan-Lieven niet en hij vuurde hen van op de tribune onophoudelijk aan om tot het uiterste te gaan. Hij wilde de ploeg zien die hij zo bewonderde. De zon stond hoog en schroeide op het basketbalveld. Jamila werd er moedeloos van. ‘Hier zitten we dan. Helemaal alleen. Niemand in de buurt die ons kent en ons kan helpen. Wat een ellende.’
67
Jamila vergiste zich. Er was wel degelijk iemand in de buurt die hen kende. Maar of die hen kon helpen, was een andere zaak. Het was juf Lucy. Ze was met Bunker de leerlingen van leefgroep 3 achterna gereisd. Voor Bunker was het driedubbel balen. Vandaag werd op Mega sport Channel het wereldkampioenschap darts voor slechtzienden in Székesfehérvár live uitgezonden. Het was vakantie, de school was toe, niks had hem kunnen verhinderen om te kijken. Maar dat was buiten de directrice gerekend. Zij had haar plan om kennis te maken met de papa van Jan-Lieven Bondelmax nog niet opgeborgen. Zij moest en zou de multimiljardair ontmoeten. Ze had intussen al zoveel over hem op het internet gelezen dat ze ervan overtuigd was dat het niet anders kon dan klikken tussen hen. Twee geniale geesten bij elkaar leveren gegarandeerd vuurwerk op, oordeelde ze en ze had Bunker opgetrommeld om haar te voeren. De toekomstige mevrouw Bondelmax kon toch niet aankomen zonder chauffeur? Bunker had tegengeprutteld, maar zoals gewoonlijk viel er met de wentelteef niet te discussiëren. Hij haalde braafjes zijn autootje van stal en bracht mevrouw de directrice naar het domein van de steenrijke magnaat. Met wat geluk konden ze op tijd terug zijn, dacht hij nog. Maar een ongeluk komt nooit alleen. Bunker reed lek. En toen hij vaststelde dat in zijn reservewiel nog minder lucht zat dan in de platte band, had hij het bij Lucy helemaal verkorven. Hij kreeg verwijten naar zijn hoofd die hij nooit eerder had gehoord. ‘Halfgaar garnaalskuiken! Driedubbele schimmelteen! Drooggelegde vissenkop!’ Lucy spaarde de arme Bunker niet. Ze had geen zin om urenlang aan de kant van de weg op wegenhulp
68
te wachten en had de rit te voet voortgezet. Bunker moest mee, want hij zou zich over haar koffers ontfermen die met Driemteam waren meegereisd. Na een voettocht van drie kwartier stonden ze eindelijk voor de toegangspoort van het luxueuze domein. ‘Wat er ook gebeurt, gedraag je!’ snauwde de wentelteef Bunker toe. ‘En recht je rug! Wat moet meneer Bondelmax wel denken?’ Ze fatsoeneerde haar kapsel en zocht een pose om aan te bellen. Het leed geen twijfel dat ze door een camera gekeurd zouden worden. Ook Bunker zette zijn beste beentje voor om voornaam over te komen en Lucy belde aan. Het was wachten voor er reactie kwam. ‘Ja?’ klonk het nors door de parlofoon. Het was de stem van Baldriaan. Lucy beantwoordde de begroeting met de zwoele stem die ze wel vaker gebruikte als ze iets wilde loskrijgen van iemand. ‘Hallokes. Mevrouw Lucy Duyvejonck hier. Ik kom voor meneer Bondelmax.’ Het bleef even stil aan de andere kant van de parlofoon, maar Lucy vond dat normaal. Wie iets wil bereiken in het leven, moet geduld hebben. ‘Hebt u een afspraak?’ gromde Baldriaan die duidelijk niet goed wist wat hij met de bezoekers moest aanvangen. ‘Niet echt,’ kirde Lucy overtuigd. ‘Ik ben de directrice van Campus Rozenborg. Enkele van mijn leerlingen zijn hier te gast en ik kom hen een bezoekje brengen. Mijn koffers zijn hier trouwens al. Ik had ze met de leerlingen meegegeven.’ ‘Ik kom eraan,’ zei Baldriaan en hing op. Lucy knipoogde zelfverzekerd naar Bunker. ‘Zo zie je maar. Voor wie vriendelijk is, gaan alle deuren open!’
69
Het duurde erg lang voor er reactie kwam. Als Bunker nog stiekem gehoopt had om de slotfinale in Székesfehérvár mee te pikken, mocht hij het nu helemaal vergeten. Lucy had echter alle geduld van de wereld. Het was een goeie oefening voor als ze getrouwd was met Bondelmax. Multimiljardairs hebben immers een druk agenda. Eindelijk hoorden ze geluid aan de andere kant van de stalen poort. Lucy’s hart leefde op. De poort kon nu elk moment opengaan. De laatste barrière tussen haar en haar toekomstige echtgenoot zou weldra sneuvelen. gilde Bunker plots. Lucy keek woest opzij. Wat kreeg die dwaze materiaalmeester ineens? Bunker gaf de directrice een stevige duw waardoor ze tegen de grond smakte.
70
Ze kon Bunker wel vermoorden, maar toen kwam een van haar kofneer op de plaats waar ze een tel eerder had fers met een gestaan. ‘Daar komt er nog één!’ krijste Bunker. Over de poort vloog een tweede koffer van Lucy. Ze zag met open mond toe hoe die met een doffe plof in de struiken naast de weg viel. Ook de derde koffer volgde en kwam midden in de dreef terecht. Door de sprong het slot open en Lucy’s garderobe werd in het rond geslingerd. De directrice was in alle staten. ‘Zijn die daarbinnen niet goed bij hun hoofd?’ ‘Ik denk dat meneer Bondelmax geen tijd heeft om je te ontvangen,’ schamperde Bunker terwijl hij een van Lucy’s slipjes opraapte. De wentelteef rukte het nijdig uit zijn handen. ‘Hoe kan dat nu? Hij moet toch beseffen wat een mooie kans op geluk hij laat liggen!’ Ze draaide zich naar de poort en riep driftig: ‘Ik mis mijn beautycase!’ Haar woorden waren nog niet koud of de beautycase werd over de poort gekatapulteerd. Lucy moest dekking zoeken om hem niet tegen haar smikkel te krijgen. Haar humeur werd er niet beter op. Ze vloekte en tierde. Bunker vond het beter om haar te laten bekoelen en verzamelde stilletjes al haar spullen. ‘Waar ga je naartoe?’ krijste Lucy. Ze begreep dat Bunker wilde terugkeren naar de auto. ‘We blijven hier! Al moet ik hier een maand bivakkeren! Ik laat mij niet wegjagen!’ Bunkers gsm rinkelde. ‘Wegenhulp,’ raadde hij en nam vlug op. Lucy gaf gefrustreerd een harde trap tegen de stalen poort. Haar voet ketste af en ze bezeerde zich aan haar enkel. Terwijl ze als een indiaan op oorlogspad rondhinkelde om haar pijn te bezweren, drukte Bunker af.
71
‘Ik moet terug naar de auto,’ zei hij schor. ‘Of ik blijf met twee platte banden zitten en dan geraken we nergens meer.’ Lucy besefte dat ze haar verstand moest gebruiken en meegaan met Bunker. ‘Maar ik geef me niet gewonnen,’ bezwoer ze tegen de gesloten poort. ‘De toekomstige mevrouw Bondelmax is een doordouwer.’ En ze hinkte achter Bunker aan die haar koffers in zijn eentje torste. Baldriaan sloot zorgvuldig de tweede poort die het domein scheidde van het leeuwenverblijf. ‘Hoeveel leeuwen zitten hier eigenlijk?’ Baldriaan draaide zich om en zag een glunderende Robin voor zijn neus staan. Hij steunde met een arm op zijn kruk en hield met zijn vrije hand zijn tablet als een microfoon in de richting van de butler. Die stond een tel met zijn mond vol tanden. Typisch een geval van microfoonangst, dacht Robin. Alle interviewers worden ermee geconfronteerd. Je kiest met zorg een target om te interviewen, je bereidt je voor, zoekt een ideale plek om het vraaggesprek te laten plaatsvinden, zorgt voor de juiste sfeer en baf, op het moment van de waarheid slaan ze dicht. Robin stelde Baldriaan op zijn gemak. ‘Aangezien ik uit de boot val en mijn vrienden fun maken zonder mij, werk ik aan een reportage voor onze schoolkrant.’ Baldriaan knikte achterdochtig. Robin gebaarde naar de omheining van het leeuwenverblijf. ‘Is ’t een koppeltje of een hele troep?’ ‘Ik weet niet of ik die informatie zomaar mag vrijgeven,’ antwoordde Baldriaan kortaf.
72
Robin gaf niet af: ‘Wanneer worden ze gevoederd? Ik zou ze wel eens willen zien.’ ‘Dat doet een gespecialiseerd bedrijf. Om ongelukken te vermijden willen ze geen pottenkijkers.’ ‘Kun je eens polsen of ze een uitzondering maken?’ ‘Dat kan niet,’ stamelde de butler overrompeld door Robins veelvragerij en hij stapte fors weg. Onder het motto ‘een goeie journalist laat zich niet afschepen’ pikkelde Robin hem achterna. ‘Ik ben het domein aan het verkennen. Maar het is hier zo uitgestrekt dat ik op plaatsen blijf uitkomen waar ik nog niet geweest ben. Kun je mij een rondleiding geven?’ ‘Het is beter voor je voet dat je je niet te ver van het paviljoen begeeft,’ antwoordde Baldriaan. Robin had gisteren al een halve dag in het paviljoen rondgehangen. Hij zag zich met dat warme weer niet nog een dag binnen tussen de strips en de games slijten. ‘Wat zit er in die loods achter dat heuveltje?’ drong Robin aan. Baldriaan schudde het hoofd als teken dat hij niet wilde antwoorden. Maar Robin kon zichzelf geen journalist meer noemen als hij zich zo snel gewonnen gaf. Niemand laat graag in zijn achtertuin kijken en multimiljardairs al zeker niet, wist Robin. Maar het is de heilige plicht van de journalist om het verborgene te ontbloten. ‘Meneer Bondelmax staat in de top tien van de rijkste mensen ter wereld. Hij moet toch veel mensen kennen? Beroemdheden zoals sportlui, zangers, politici… Wie is hier allemaal al over de vloer gekomen?’
73
Baldriaan kuchte ongemakkelijk. ‘Daar kan ik niks over zeggen.’ ‘Toe toe toe. Eén naam. Gewoon om een idee te hebben van hoe belangrijk meneer Bondelmax is.’ Robin begon Baldriaan lichtjes te irriteren. ‘Zal ik namen noemen? Ik las op een website dat One Direction het verjaardagsfeest van zijn zoon is komen opfleuren. Klopt dat?’ ‘Dat kun je beter aan meneer de jongeheer zelf vragen.’ ‘En de koning zou hier komen golfen als meneer Bondelmax thuis is.’ Hoezeer Robin ook aandrong, Baldriaan hield de lippen stevig op elkaar. Iedere redelijke interviewer zou bij zo veel standvastigheid zijn pogingen gestaakt hebben, maar Robin wist van geen ophouden. Hij vuurde de ene vraag na de andere af.
‘Mag ik enkele sfeerbeelden maken in de villa? Gewoon om te illustreren hoe mooi ze is. En waar gaat Jan-Lieven naar school? Ik kan mij niet inbeelden dat hij naar het dorpsschooltje gaat. Zit hij op internaat zoals wij? Of krijgt hij privéles?’ Een loeiende sirene maakte een abrupt einde aan Robins stroom van vragen. ‘Als je mij wilt excuseren. Het is tijd voor de picknick,’ zei de butler kortaf. Hij trok naar de achterkant van de villa en liet de lastige vragensteller op het grindpad achter. Robin drukte met een zucht zijn tablet uit. ‘Tot zover poging één.’ Hij wilde het etui van zijn tablet sluiten, maar merkte dat hij zijn pennetje verloren was. Oh nee! Waar had hij dat laatst gebruikt? Bij het leeuwenverblijf. Er zat niks anders op dan terug te pikkelen. Op de terugweg verzon Robin een hele resem vragen die hij bij gelegenheid aan Baldriaan of juffrouw Annie zou stellen. Hij zou hen de pieren uit de neus halen. Hij kwam op de open plek tussen de struiken waar hij daarstraks had gestaan, net voor hij Baldriaan was tegengekomen, en speurde rond. Hij zag nergens het pennetje liggen. Net als hij zijn zoektocht opgaf en naar het paviljoen wilde terugkeren, kreeg hij het in het vizier. Het lag binnen handbereik aan de andere kant van de afsluiting. Robin zette zijn kruk tegen een boom, legde zijn tablet neer, hurkte bij de tralies en reikte moeizaam naar het pennetje. Op het moment dat hij het met de toppen van zijn vingers kon aanraken, weerklonk een weerzinwekkend gebrul, luider en dichterbij dan daarvoor.
74
75
Robin trok meteen zijn hand terug. Hij voelde zijn hart in zijn keel kloppen. Hier moest een leeuw zitten, achter die struik, op nog geen twee meter van hem. Het kon niet anders of het bloed dorstige roofdier hield zich daar schuil. Hij moet mij zien, besefte Robin. En hoewel er een stevige afsluiting met tralies tussen hem en het leeuwenverblijf stond, durfde hij zich minutenlang niet te verroeren. Het bleef ongewoon stil tussen de struiken. Zelfs de vogels waren opgehouden met fluiten. Maar de koning van de jungle vertoonde zich niet. ‘Hij is weg,’ besloot Robin die zowel opgelucht als ontgoocheld was. Hij wilde wegsluipen naar zijn kruk en zijn tablet nemen toen hij plots in het leeuwenverblijf iets donkers zag hangen, net achter de struik waar hij zonet nog de leeuw had horen brullen. Robin hinkte fronsend terug en toen de wind heel even door de bladeren ruiste, zag hij het klaar en duidelijk. Deze kostbare ontdekking kon de redding betekenen voor hem en zijn vrienden.
76
7 ‘Wie nog?’ Jan-Lieven wilde zich een prima gastheer tonen en ging eigenhandig met flesjes frisdrank rond. Onze vrienden zaten uit te blazen op de picknickbank naast de vijver. De hele voormiddag hadden ze in de volle zon getraind. Ze hadden niet de hele tijd met tegenzin gespeeld, maar genoeg was genoeg. Voor de rest van de dag konden ze geen basketbal meer zien. Wat een vreemde situatie! Deze plek had alles om er een top vakantie van te maken. De picknick van juffrouw Annie en Baldriaan smaakte overheerlijk en verderop aan een steiger lagen roeibootjes en waterfietsen te smeken om een namiddag dolle waterpret. Maar de enigen die zo’n trapboot mochten gebruiken, waren Tim en Tom. Zij dobberden lustig rond de weelderige fontein en tussen de sierlijke zwarte zwanen. Het was echter overduidelijk dat ze onze vrienden geen seconde uit het oog verloren. Jan-Lieven kwam naast Emma staan. De tennisster gruwde. De hele ochtend had hij haar kushandjes toegeworpen en speels naar haar geknipoogd. Uit zijn smachtende blik spraken zo veel hartstocht en verlangen dat Emma er lastig van werd. Ze hapte in haar sandwich
77
en hoopte dat hij snel zou weggaan. Maar de verliefde gastheer bleef staan. ‘Als je iets te kort komt, zeg je het maar. Jouw wensen zijn als bevelen voor mij.’ Emma keek hem kil aan. ‘Oh ja?’ Jan-Lieven schrok van haar vijandige toon maar liet zich niet uit het lood slaan. ‘Natuurlijk Emmaatje. Zeg maar wat je wilt. Ik zorg ervoor.’ ‘Ik wil naar huis,’ siste Emma en ze zette haar eis kracht bij door haar sandwich op de tafel te smakken. Jan-Lieven keek Emma nietbegrijpend aan.
78
‘Maar wat is jullie probleem toch? Ik nodig jullie uit, jullie kunnen op mijn kosten eten en genieten van dit prachtige domein en al wat jullie doen is klagen.’ Jamila sprong Emma bij. ‘Misschien zou het helpen als we écht konden genieten van dit prachtige domein. We moeten de hele dag basketten.’ ‘Je behandelt ons als gevangenen!’ sneerde Joessef. Jan-Lieven kruiste koppig de armen, flapperde met zijn oren en sloot zich af van alle kritiek. ‘Ik ben jullie grootste supporter. Jullie zouden vereerd moeten zijn.’ Free kneep de ogen dicht: met die gast valt niet te praten. Jan- Lieven was duidelijk op zijn tenen getrapt. Hij kroop misnoegd achter het stuur van zijn golfkar. ‘Over een half uur verwacht ik jullie weer op het basketbalveld. En deze namiddag verwacht ik spektakel. Dat slaapverwekkend balletjesgooien van deze ochtend is beneden jullie niveau! Ik wil dat mijn bezoekers zien dat jullie een topploeg zijn!’ Hij gaf gas en stoof weg. Onze vrienden wisselden een blik. Zijn bezoekers? Juffrouw Annie had de hele tijd zwijgzaam toegekeken en liet Baldriaan heen en weer lopen om de spijzen en drank aan te vullen. ‘Ik mis die jongen met zijn gebroken voet,’ realiseerde ze zich plots. ‘Haal jij hem uit het paviljoen, Baldriaan?’ ‘Hij is niet in het paviljoen,’ morde Baldriaan. ‘Hij verkent het domein en maakt filmpjes met zijn tablet.’ Juffrouw Annie keek de butler ontzet aan. ‘Met die gips aan zijn voet?’
79
‘Geloof me, die jongen is een doorzetter. Volgens mij gaan we daar nog last mee krijgen.’ ‘Dat moest er nog bijkomen,’ dacht juffrouw Annie en ze zuchtte diep. ‘Daar is hij trouwens,’ gromde Baldriaan. ‘Als je van de duivel spreekt…’ Robin kwam lustig aangepikkeld en glimlachte al van ver naar zijn vrienden. ‘Jullie laten toch iets over voor mij?’ ‘Wie niet basket, geen eten,’ schertste Kobe. Meer dan wat zuur gelach oogstte hij niet met zijn misplaatste grap. Free en Jamila hielpen Robin gaan zitten. ‘Ben je de jacuzzi nog niet beu?’ vroeg Joessef met een bittere ondertoon. ‘Hier is veel meer te beleven,’ zei Robin mysterieus. ‘Vertel mij wat,’ pufte Emma en haar blik dwaalde af naar Tim en Tom die schaterden omdat ze te dicht bij de fontein dreven en helemaal nat werden. Robin nam een schep van de Griekse salade op zijn bord, ver gewiste zich ervan dat juffrouw Annie en Baldriaan niet stiekem meeluisterden en wenkte zijn vrienden om de hoofden bij elkaar te steken. ‘Ik heb een keibelangrijke ontdekking gedaan. Het is niet zo moeilijk om hier weg te geraken.’ Daar hadden zijn vrienden wel oren naar. ‘Ik was daarstraks bij het leeuwenverblijf. Je gelooft nooit wat ik daar zag.’ ‘Een leeuw,’ raadde Joessef die vreesde dat Robin weer met veel geschreeuw en weinig wol aankwam.
80
‘Nee. Ik hoorde een leeuw brullen, vlak naast mij, achter een struik. Maar ik zag hem niet.’ ‘Geweldig,’ schamperde Emma. ‘We zijn gered!’ Robin gebaarde dat hij nog niet uitverteld was en dimde zijn stem opdat enkel zijn vrienden hem konden verstaan. ‘Ik hoorde het beest niet weglopen, dus ik was ervan overtuigd dat het ieder moment tevoorschijn zou komen. Maar dat gebeurde niet. Toen ik wou weggaan, zag ik dit.’ Robin zette zijn tablet aan en toonde een foto van een luidspreker die vastgemaakt was aan een boomstam. Free keek Robin verward aan. ‘Een luidspreker dus?’ Robin glom trots en hij liet met een veeg over het scherm nog meer foto’s zien van luidsprekers in bomen en struiken. ‘Allemaal genomen in het leeuwenverblijf.’ Jamila trok de wenkbrauwen op. ‘Ik ben niet mee. Hoe kunnen die luidsprekers ons helpen om te ontsnappen?’ ‘Ik weet het,’ zei Kobe met een bedachtzame blik naar Robin. ‘Jij denkt dat er geen leeuwen zijn hé?’ Robin knikte overtuigd. ‘Dat gebrul komt uit die luidsprekers.’ ‘Heb je dat ook kunnen vaststellen?’ vroeg Kat die het een straffe bewering vond. ‘Ik ben er bijna zeker van,’ bekende Robin met een hand op zijn hart. ‘Bijna,’ beklemtoonde Joessef bedenkelijk. Ook Emma dacht er het
81
hare van. ‘Waarom zouden ze doen alsof hier leeuwen zitten?’ ‘Om lastige buitenstaanders af te schrikken,’ giste Free die wel iets zag in Robins theorie. ‘Ik heb aan Baldriaan gevraagd of ik de leeuwen mocht zien,’ verdedigde Robin fel. ‘Het antwoord was nee. Waarom zouden ze die beesten verborgen houden als ze hier echt zaten?’ De vrienden wisselden een blik. Het was duidelijk dat de theorie van Robin aan geloof won. Als er geen leeuwen waren, konden ze inderdaad ontsnappen. Dan was het slechts een kwestie van Tim en Tom te misleiden en over de omheiningen te klauteren. ‘Ik weet niet of het zo simpel zal zijn,’ merkte Kat op. ‘Het stikt hier waarschijnlijk van de beveiligingscamera’s.’ ‘Er staat een alarm op de buitenste omheining,’ repliceerde Robin meteen en hij tikte een volgende foto aan. ‘Het is een infraroodbeveiliging,’ zag Kobe in een oogopslag. ‘Mijn pa plaatst die tegenwoordig veel omdat ze moeilijk te ontregelen zijn. Een ingebouwde batterij zorgt ervoor dat ze zelfs bij een elektriciteitspanne nog 48 uur lang blijven werken. Zo’n alarm passeer je niet ongemerkt.’ ‘Dat alarm is geen probleem,’ wierp Robin met een slim glimlachje op. ‘Laat het maar afgaan. Als ze reageren, zijn we allang weg.’ Kat dacht diep na. ‘Ik wil zekerheid dat er geen leeuwen zijn. Pas als je het gebrul daadwerkelijk uit een van die luidsprekers hebt gehoord, kunnen we het erop wagen.’ ‘Geen probleem,’ zei Robin die zijn tanden zette in een sappige appel. ‘Ik zal de hele namiddag postvatten bij het leeuwenverblijf.’ Emma gebaarde om stil te zijn. Juffrouw Annie kwam naar hen toe. ‘Heeft iedereen zijn buikje rond gegeten?’
82
‘Iwk nwog nwiet,’ smakte Robin. Juffrouw Annie richtte zich tot de spelers. ‘Jullie hebben een halfuurtje om jullie op te frissen en een schone outfit aan te trekken. Dan worden jullie op het sportveld verwacht.’ Protesteren had weinig zin, want Tim en Tom hadden aangelegd en kwamen aan wal om de jongeren naar het paviljoen te begeleiden. Kat wou toch nog een laatste ding kwijt aan juffrouw Annie. ‘Vindt u het normaal wat hier gebeurt?’ Juffrouw Annie aarzelde even, alsof de vraag haar overviel. Maar ze herpakte zich snel. ‘Het is niet mijn taak om vragen te stellen, jongedame, maar om te zorgen dat meneer de jongeheer krijgt wat hij wenst.’ En daarmee was de kous af. Onze vrienden gingen gedwee mee met Tim en Tom. En ook juffrouw Annie maakte aanstalten om terug te keren naar de villa. Voor ze wegging, richtte ze zich tot Robin die nog een halve druiventros achter zijn kiezen stak. ‘Baldriaan vertelt me dat je een reportage maakt over het domein?’ ‘Klopt!’ zei Robin. ‘Als u tijd hebt voor een interview… Ik kan mij voorstellen dat niemand meer weet over de eigendommen van meneer Bondelmax dan u.’ ‘Graag.’ Robin keek juffrouw Annie verbaasd aan. Zoveel medewerking had hij niet verwacht. Juffrouw Annie gebaarde naar de butler die de picknicktafels ontruimde. ‘Baldriaan zal je na de maaltijd naar het salon vergezellen. Daar kunnen we praten zolang we willen.’ ‘Kan het ook vanavond?’ vroeg Robin meteen. Zijn reportage was hem veel waard, maar hij wilde niet dat zijn missie bij het leeuwenverblijf in het gedrang kwam.
83
‘Nee,’ zei juffrouw Annie kil. ‘We doen het deze namiddag.’ Het was duidelijk dat ze geen tegenspraak duldde. Ze ging weg zonder Robin nog een blik te gunnen. Juf Lucy had maar de helft van haar bord leeggegeten. Nadat de wegenwachter Bunkers banden hersteld had, waren ze naar het dichtstbijzijnde dorp gereden om te lunchen. Omdat het zo’n stralend weer was, viel de keuze op een knus terrasje van een taverne. Erg gezellig was het echter niet. Lucy moest nog steeds bekomen van de schandalige manier waarop ze behandeld was. ‘Reken maar dat dit nog een staartje krijgt!’ dacht ze. ‘Van zodra ik mevrouw Bondelmax ben, vis ik uit wie van het personeel zich zo ontoelaatbaar gedraagt. Mijn straf zal niet licht zijn!’ Ze moest nu een andere manier bedenken om in contact te treden met de multimiljardair van haar dromen. De schande om een tweede keer slecht behandeld te worden aan de toegangspoort wilde ze zichzelf besparen. De kans was immers groot dat ze dezelfde schoft zou treffen. Nee, ze moest het anders aanpakken. Deze keer zou ze hulp van binnenuit inroepen. Maar sinds ze op het terras zat, had ze tevergeefs een keer of tien naar haar gehate nichtje gebeld. Ze belandde steevast op haar voicemail. De vriendelijke verzoekjes om zo snel mogelijk terug te bellen, evolueerden naar smeekbedes en naar razende tirades omdat haar oproepen genegeerd werden. In haar verbeelding zag Lucy haar nichtje met haar vrienden dollen in het subtropische zwembad en van attractie naar attractie hoppen in het pretpark. Het was niet eerlijk dat die jonge snuiters van al die luxe en weelde konden genieten terwijl zij, de toekomstige mevrouw Bondelmax, hier als een verwaarloosde straatkat moest
84
wachten op een telefoontje. De kelner die vriendelijk kwam vragen of mevrouw nog een dessert wenste, moest het ontgelden. ‘Wat!? Een dessertje? Denk je dat ik hier zit voor mijn plezier of zo? Het is al erg genoeg dat ik moet wachten tot mijn nichtje de tijd en goesting vindt om mij terug te bellen. Weet je hoe ik mij voel, meneer? Als iemand die uit zijn eigen huis is gezet. Want technisch gezien mag ik dan nog niet getrouwd zijn met mijn toekomstige echtgenoot, in mijn hart is het wel al zo.’ Ze had zeker nog een kwartier hysterisch doorgeraasd, als ze niet overstemd werd door het kabaal van een overvliegende helikopter.
Ze zag nog net het luchtvaartuig met zijn roterende wieken over het dak scheuren. ‘Er zijn weer gangsters ontsnapt,’ klaagde Lucy die aannam dat het een politiehelikopter was. ‘Dat denk ik niet,’ merkte de kelner op. ‘Het is de helikopter van meneer Bondelmax.’ En de arme man maakte zich uit de
85
voeten om een vriendelijke klant verderop van dienst te zijn. De helikopter van meneer Bondelmax… Lucy werd er helemaal warm van. Dat kon maar één ding betekenen. Ze sprong opgewonden op. ‘Bunker! Bunker, waar zit je?’ Nu pas viel haar op dat de materiaalmeester meer dan twintig minuten geleden naar het toilet was vertrokken en niet meer was teruggekeerd. Waar zat hij toch? Lucy stormde de taverne binnen en klampte de barman achter de toog aan. ‘Waar is het toilet?’ ‘Rechtdoor,’ stamelde de man stomverbaasd. Lucy liet hem los en liep het herentoilet binnen. Er was maar één toilet bezet. riep ze en ze trommelde met haar vuisten op de deur. ‘Ik kom,’ klonk het dunnetjes. De wc-deur werd ontgrendeld en tot haar verbazing kwam een bejaarde man met zijn broek op zijn enkels uit de deur piepen. Hij zag bleek van schrik. ‘Is de oorlog uitgebroken?’ vroeg hij bibberend en bevend. Lucy keek het oude ventje ontzet aan. ‘Waar is Bunker?’ schreeuwde ze overstuur en ze duwde het mannetje opzij om te zien of Bunker zich niet achter hem schuilhield. Haar reisgenoot was nergens te bespeuren. Lucy keerde over haar toeren terug naar het terras. Maar dan zag ze Bunker met een bruin biertje de spannende finale van een wielerwedstrijd op tv volgen. Ze trok hem van zijn stoel. ‘Tijd voor actie!’ riep ze met overslaande stem. ‘Ik wil mijn afspraak met de toekomst niet missen!’ Bunker begreep niet wat haar bezielde maar besefte dat hij maar best kon meegaan. Lucy stak zonder te kijken de straat over naar de auto. 86
‘Wat gaan we doen?’ vroeg Bunker die voelde dat iedereen op het terras hen nakeek. Lucy haalde diep adem en probeerde zo beheerst mogelijk haar nieuwe plan uit te leggen. ‘Bondelmax is daarnet met zijn helikopter overgevlogen. Snap je het al?’ ‘Euh… nee.’ De wentelteef sloeg de ogen op. Waarom moest zij altijd samenwerken met idioten? ‘Wie wegvliegt…’ zei ze nadrukkelijk in de veronderstelling dat Bunker de rest wel kon raden. Maar Bunker maakte niet meteen de klik. ‘… is weg?’ vulde hij onzeker aan. ‘Nee! Wie wegvliegt, komt vroeg of laat terug!’ gierde ze. ‘We gaan naar het domein en wachten hem daar aan de poort op. Als hij terugkomt, trekken we zijn aandacht. Van zodra onze blikken kruisen, zal hij weten dat ik de ware ben!’ ‘Onze blikken?’ herhaalde Bunker met gebrekkige stem. ‘Ik had het over Bondelmax, sufferd!’ zuchtte Lucy en ze stapte in. Bunker vond het beter om niet te veel vragen meer te stellen.
87
8 Robin was na de lunch door Baldriaan naar het salon gebracht. Daar zat hij nu geduldig te wachten op juffrouw Annie. Hij hoopte dat ze snel zou komen. Hoe vlugger het interview achter de rug was, hoe vlugger hij weer naar het leeuwenverblijf kon. Maar juffrouw Annie liet lang op zich wachten. Heel lang zelfs. Robin verveelde zich stierlijk. Er lagen enkele tijdschriften op de salontafel, maar die handelden maar over twee onderwerpen: hoe word je rijk en hoe word je nog rijker? Aan de muur hing een geschilderd portret van een man met een walrussnor. Robin vroeg zich af wie hij was. De man was zeker al lang dood, want de kleren die hij droeg, zag je alleen nog in kostuumfilms. Om de verveling te doden, doopte Robin de man Theodoor en liet hij zijn fantasie de vrije loop. Omdat
89
de man met de walrussnor tot het middel geportretteerd was, verzon Robin dat hij geboren was met drie benen. Het onhandige daaraan was dat het middenbeen altijd een andere kant wilde opgaan dan de twee buitenbenen. Robin hoorde stappen op de gang. Eindelijk, dacht hij en hij verwachtte dat juffrouw Annie zou binnenkomen. Maar dat gebeurde niet. De stappen in de gang stierven weg en het lange wachten keerde terug. Robin dacht aan zijn vrienden en zijn belofte om uit te zoeken of zijn theorie over de luidsprekers in het leeuwenverblijf klopte. Als juffrouw Annie nog lang zou wegblijven, kwam daar niks van in huis. Het was dus beter om niet langer af te wachten. Robin nam zijn kruk onder de arm en pikkelde naar de deur. Hij legde zijn hand op de klink en duwde ze omlaag om de deur te openen. Dat lukte niet. De deur was op slot. Robin was meteen in staat van alarm. Ze hadden hem opgesloten! Dat kon maar één ding betekenen: hij was te nieuwsgierig geweest en vormde een bedreiging. Robin aarzelde geen seconde en hinkte tot bij het raam. Hij probeerde het open te wrikken, maar het zat muurvast. Op dat moment hoorde hij de helikopter weer aankomen. Die was een half uur geleden op het domein opgestegen. Ook Bunker en Lucy hoorden de helikopter naderen. Bunker had zijn auto in een zijweg geparkeerd, dicht bij het domein van Bondelmax. Met een witte steen had Lucy in grote letters op de asfaltweg een boodschap geschreven die vanuit de lucht heel duidelijk leesbaar was.
90
De drie uitroeptekens moesten haar hartverscheurende oproep benadrukken. Even had ze overwogen om rond de tekst een groot hart te tekenen, maar dat was er misschien wat over. Bovendien was het niet slim om meteen open kaart te spelen over haar bedoelingen. Mannen houden van een beetje mysterie. Terwijl de helikopter koers zette naar het domein, voelde Lucy diep in zich een opwinding die ze zelden had gevoeld. Ze haastte zich naar Bunker die ze had opgedragen om een vuurtje te maken. ‘Gooi er zo veel mogelijk dode bladeren op zodat het gaat roken!’ riep ze. ‘Ik wil een rookpluim waar Bondelmax in zijn helikopter niet naast kan kijken!’ De directrice veegde een pak bladeren bij elkaar en dropte dat boven het vuurtje. De vlam sloeg neer en van onder de bladeren kwamen de eerste wolkjes vuilgrijze rook, net zoals Lucy wilde. Bunker volgde haar voorbeeld en tegen de tijd dat de helikopter boven de kruinen van de bomen verscheen, steeg vanuit het vuur een grijze rookpluim op.
91
Lucy zwaaide opgewonden met haar armen naar de helikopter om nog meer de aandacht te trekken en schreeuwde zich schor. ‘Meneer Bondelmax! Meneer Bondelmax! Landen alstublieft! Ik heb een belangrijke boodschap voor u!’ Ze verplichtte Bunker om haar voorbeeld te volgen. In plaats van te landen, scheerde de helikopter over. Lucy zag hem achter de muren van het domein verdwijnen en liet ontgoocheld de armen zakken. De helikopter landde naast het basketbalveld waar onze vrienden al de hele dag trainden. Na de middag was het van kwaad naar erger gegaan. JanLieven spoorde hen onophoudelijk aan van op de tribune.
92
‘Komaan zeg! Zijn jullie een topploeg? Jullie lopen niet, jullie kruipen als schildpadden. Vooruit Kat! Hop met de beentjes. Jullie zijn toch niet moe? En Kobe, wat mankeert jou? Jij mist anders nooit!’ De enige op het veld die het niet moest ontgelden was Emma. Zij kreeg het ene complimentje na het andere. Maar dat vond ze mogelijk nog erger. De komst van de helikopter zorgde voor een welkome onderbreking. Jan-Lieven riep de spelers bij zich. ‘Ik heb mijn beste vrienden uitgenodigd. Samen met hen wil ik een match tegen jullie spelen.’ ‘Zij spelen ook basketbal of wat?’ vroeg Joessef die er duidelijk weinig zin in had. ‘Niet echt. De meesten hebben nog nooit een basketbal van dichtbij gezien,’ gaf Jan-Lieven grif toe. ‘Wat voor match had jij dan voor ogen?’ siste Jamila geïrriteerd. ‘Een match die wij winnen. Mijn vrienden en ik verliezen niet graag,’ verduidelijkte de gastheer en hij flapperde opgewonden met zijn oren. ‘We moeten jullie dus laten winnen?’ Jan-Lieven schudde het hoofd. ‘Nee. Jullie moeten op niveau spelen, maar wij winnen. Is dat duidelijk?’ Op een antwoord wachtte hij niet. Hij rende naar de helikopter. Baldriaan die het gevaarte had bestuurd, hielp een vierkoppig gezelschap uitstappen. De jongelui waren uitgedost in Driemteamoutfit en uitermate opgewonden. Het leek wel alsof dit de uitstap
93
van hun leven was. Jan-Lieven verwelkomde zijn vrienden met open armen. ‘Jullie zijn toch in vorm hé? Want Driemteam zal geen cadeaus uitdelen!’
klonk het uitgelaten en ze stormden met de meest gesofisticeerde smartphones in de aanslag het basketbalveld op. De opdringerige bezoekers omsingelden onze vrienden en begonnen hen ongevraagd te fotograferen. ‘Smile!’ riep een jongetje met meer steenpuisten dan haren. Jamila kreeg een bal in haar handen geduwd en werd nogal brutaal verzocht om te dunken. ‘Ik haat dit,’ knarsetandde Joessef. Kat knikte met een zucht. ‘Ik hoop dat Robin gelijk heeft. Dan kunnen we vannacht weg.’ Kobe keek naar Tim en Tom die verderop onverstoord badminton speelden. ‘En die twee dan?’ ‘Daar vinden we wel iets op,’ besloot Kat. Jan-Lieven maakte abrupt een einde aan de chaotische fotoshoot. ‘Is iedereen klaar voor de match?’
te nemen op het veld. Hij had evenwel nog een laatste boodschap voor de spelers van Driemteam. ‘Veel succes! En vergeet onze afspraak niet.’ De match was een hel. Jan-Lievens vrienden speelden hopeloos slecht. De meesten konden niet langer dan vijf seconden een bal vasthouden. Hoe erg onze vrienden ook hun best deden om de tegenstanders niet omver te lopen of om niet te scoren, het lukte hen niet om op achterstand te geraken. Niemand in de tegenploeg
klonk het opnieuw enthousiast uit de monden van zijn losgeslagen vrienden. Jan-Lieven stelde Baldriaan aan als scheidsrechter, drukte hem een fluitje in de mond en verzocht iedereen om plaats
94
95
leek ook maar in staat om één keer een bal trefzeker naar de ring te gooien. Kat zag dat de zenuwen bij Jan-Lieven strak gespannen stonden en wierp ‘per ongeluk’ de bal in de verkeerde ring opdat de tegenploeg niet langer tegen een nul op het scorebord moest aankijken. De vreugde van Jan-Lievens vrienden was de moeite. Ze gilden en krijsten alsof ze een wereldbeker gewonnen hadden en gingen op een rijtje staan om een wave ten beste te geven. Tim en Tom hadden zich voor de gelegenheid uitgedost als cheerleaders en zwaaiden enthousiast met hun pompons om de ploeg van hun baas aan te moedigen. Om toch maar een beetje spelplezier te krijgen, volgden onze vrienden het voorbeeld van Kat. Ze scoorden het ene punt na het andere maar voor rekening van de tegenploeg. Zo kwam uiteindelijk Driemteam op een achterstand van 112-24, zonder dat ook maar iemand van Jan-Lievens bende een bal in de buurt van de ring had gekregen. Kobe, die als bankzitter het score bord bediende, werkte mee door hen in het geniep extra punten toe te kennen. Het gekke was dat niemand van de tegenploeg zich stoorde aan die bizarre situatie. Bij ieder punt gingen ze door het lint alsof ze zelf gescoord hadden. Onze vrienden begrepen er niks van. Wat een freaks, was het enige wat door hun hoofden ging. Toen Baldriaan eindelijk het einde van de wedstrijd floot, werden Jan-Lieven en zijn vrienden dol. ‘Het onmogelijke is gebeurd!’ riepen ze uit. ‘Wij hebben Driemteam verslagen.’ Onze vrienden keken van op de zijkant verweesd toe. Een overgelukkige Jan-Lieven kwam hen uit hun lijden verlossen. ‘Jullie mogen gaan douchen en uitrusten. Wij gaan onze overwinning vieren.’ Dat lieten onze vrienden zich geen twee keer zeggen. Ze waren
96
opgelucht dat ze eindelijk het veld mochten verlaten. Jan-Lieven hield Emma tegen. ‘Als jij wil, mag je meevieren,’ zei hij zachtjes. Emma kon haar misprijzen niet wegsteken. Als antwoord gaf ze hem een giftige blik. Daarna draaide ze zich om en ging mee met haar vrienden. Tim en Tom begeleidden hen naar het paviljoen. Hopelijk had Robin het bewijs gevonden voor zijn theorie. Maar hij was nergens in het paviljoen te bespeuren. ‘Hij zit zelfs niet in de jacuzzi,’ stelde Kobe vast. ‘Des te beter,’ lachte Emma. ‘Dan kunnen wij erin.’ Het bubbelbad zorgde voor een aangename ontspanning na die lange dag op het basketbalveld. Robin probeerde de hele namiddag de tijd te doden in het salon. Theodoor had al meerdere gefantaseerde levens beleefd en Robin kende de financiële trucjes om spaargeld op korte tijd te vertienvoudigen door en door. Af en toe had hij op de deur geklopt en geroepen in de hoop dat iemand kwam opendoen. Maar de villa leek verlaten. Hij had zelfs geen voetstappen op de gang meer gehoord. Tot juffrouw Annie laat in de namiddag de deur ontgrendelde. ‘Waarom heb je mij zo lang laten wachten? En waarom was de deur op slot?’ tierde Robin. Juffrouw Annie bleef er kalm onder. ‘We hebben het hier niet zo voor curieuzeneuzen. Meneer Bondelmax is gesteld op zijn privacy. Voortaan blijf jij in het paviljoen.’ De boodschap was duidelijk voor Robin. Er kwam geen interview. Hij had zich domweg laten opsluiten. Hij besefte ook dat protesteren geen zin had. Juffrouw Annie toonde zich tevreden. ‘Ik zal Baldriaan roepen. Hij zal je naar je vrienden brengen.’
97
‘Wanneer is het onze beurt?’ Kobe en Joessef stonden aan de badkamerdeur te wachten. ‘Nog even!’ gilden de meisjes. Joessef overwoog om binnen te vallen, maar zag dan Robin met gebogen hoofd de kamer binnen hinkelen. Hij ging zwijgzaam met zijn tablet op het bed zitten. ‘En? Zitten er nu leeuwen of niet?’ peilde Kobe. ‘Geen leeuwen,’ antwoordde Robin overtuigd zonder Joessef aan te kijken. De meisjes kwamen in een handdoek gewikkeld uit de badkamer. Ze hadden gehoord dat Robin terug was en waren razend benieuwd. ‘Het gebrul komt dus uit die luidsprekers?’ drong Kat aan. ‘Je hebt dat met je eigen oren gehoord?’ Robin aarzelde even en knikte dan. ‘Geen vergissing mogelijk?’ vroeg Jamila die de lege leeuwenkooi te gek voor woorden vond. Robin staarde naar de grond. ‘Ik heb postgevat naast een luidspreker die vlak naast de omheining stond. Geloof mij, ik was bijna doof.’ Hij besefte dat hij zijn vrienden iets voorloog, maar hij was bang dat ze zonder sluitend bewijs het plan zouden uitstellen. De spelers van Driemteam schoten in de lach. ‘Ongelooflijk toch!’ ‘Hoe geraken we hier ongezien weg?’ vroeg Kat die geen tijd wilde verliezen. ‘Ik verzin wel een manier om die twee leeghoofden buiten te misleiden,’ zei Robin. ‘Maar om onze ontsnapping zo lang mogelijk geheim te houden, is het beter dat ik alleen ga.’
98
‘Jij alleen?’ Emma was niet de enige die schrok van Robins voorstel. ‘Van zodra ik buiten ben, bel ik mijn vader,’ legde Robin uit. ‘Wees gerust dat ik jullie hier weg krijg. Desnoods haal ik er de politie bij.’ ‘Ik begrijp dat we beter niet met z’n allen vertrekken,’ reageerde Kat verbaasd. ‘Maar hoe ga jij klimmen met je gebroken voet?’ ‘Die voet houdt mij niet tegen.’ ‘Larie,’ vond Joessef. ‘Ik ga.’ ‘En ik ga met je mee,’ pikte Kat in. ‘Met twee is beter dan alleen.’ ‘Nee, nee, nee!’ riep Robin die overtuigd was dat er op het domein even veel leeuwen zaten als bij hem thuis. Maar omdat hij loog over het bewijs, ondernam hij de risicovolle tocht liever zelf. Hij stuitte echter op weerstand. ‘Als jij je voet niet gebroken had, was het nog een optie geweest,’ vond Free. ‘Maar nu niet. Laat anderen maar de held uithangen.’ Robin legde zich mopperend bij de beslissing neer. Joessef en Kat zouden gaan. Na het avondmaal was het enkel wachten tot het donker werd.
99
9 Tim en Tom maakten zich klaar voor de nacht. Overdag hielden ze samen Driemteam in het oog, maar ’s nachts wisselden ze elkaar af. Achter het paviljoen stond een kleine camper waar ze om de beurt een paar uurtjes een uiltje vingen. Als het donker begon te worden en de eerste sterren aan de hemel verschenen, speelden ze nog een laatste spelletje op hun smartphones. Wie verloor trok als eerste de wacht op, wie won mocht als eerste zijn bed in. Tim was al twee nachten na elkaar de wacht begonnen, maar daar was geen onvertogen woord over gevallen. In feite maakten de twee broers zelfs nooit ruzie. En dat is opmerkelijk, want Tim en Tom leefden dag in dag uit samen. Ze sliepen in hetzelfde paviljoen, poetsten samen hun tanden, aten samen hun boterhammen en werkten talloze uren zij en zij aan hun spiermassa in de fitness.
101
Jaloezie kenden ze niet. Ze vertrouwden elkaar door en door en sprongen voor elkaar in de bres. Eén keer was het toch bijna tot een ruzie gekomen. Lang geleden, toen ze nog tieners waren, werden ze verliefd op hetzelfde buurmeisje. Het moeilijke aan de situatie was dat het buurmeisje het enige in haar soort was. Ze was immers enig kind. De twee verliefde broers probeerden elkaar te overtreffen om haar hart te winnen. Als Tom een blauwe klaproos schonk aan het felbegeerde meisje, zorgde Tim dat hij met een zeldzame orchidee meer indruk maakte. Als Tim een pakkend liefdesgedicht van dertien strofen voor haar schreef, componeerde Tom een zeemzoete liefdessymfonie. Het meisje genoot van de aandacht en aanvaardde elk cadeautje zonder een voorkeur uit te spreken voor een van hen. De sfeer tussen de twee broers verkilde en even leek er voorgoed een eind te komen aan hun sterke broederband. Maar op een dag stond er een rode scooter voor de deur van de buren. Tim en Tom vroegen zich af wie er op bezoek was. De verrassing was groot toen ze het buurmeisje arm in arm zagen buitenkomen met een blonde jongen. Tim en Tom hadden haar nog nooit met zulke fonkelende oogjes gezien. Toen de blonde jongen het buurmeisje op de mond kuste, stonden de harten van Tim en Tom een seconde stil. Het was een levensles geweest. Nooit zou iemand of iets nog tussen hen komen. Vandaag was het aan Tom om als eerste de wacht te betrekken. Tim wilde net naar de camper gaan toen Robin in paniek aankwam. ‘Jullie moeten komen!’ riep hij buiten adem. ‘Kobe heeft een aanval. Als we hem niet snel helpen, bijt hij zijn tong af!’ Tim en Tom renden met Robin naar binnen.
102
‘We maken best niet te veel lawaai,’ verwittigde Robin op weg naar de kamer. ‘Joessef slaapt al. En o wee als hij wakker gemaakt wordt. Dan is het kot te klein.’ De twee broers stelden er zich geen vragen bij. In de jongenskamer zagen ze in Joessefs bed zwarte krullen van onder het dekbed steken, maar hun aandacht ging naar Kobe, die op de grond van de badkamer met zijn tong uit zijn mond lag te beven en te schuimbekken. ‘Hij lijdt aan bekkenbodemstuipen, een zeldzame spierziekte,’ verduidelijkte Robin. ‘Je moet met twee zijn om hem te helpen. Iemand moet hem bij zijn armen nemen en een ander bij de voeten. En dan moet je keihard trekken tot zijn spieren weer ontspannen.’ De twee broers keken Robin aarzelend aan. Van bekkenbodem stuipen hadden ze nog nooit gehoord. ‘Snel!’ drong Robin aan. ‘Voor het erger wordt!’ Tim en Tom schoten in actie. Tom nam Kobe bij de armen, Tim nam de reus bij zijn voeten. En ze trokken zo hard ze konden om Kobe uit zijn lijden te verlossen. Wat de twee broers niet wisten, is dat Joessef en Kat intussen stilletjes de meisjeskamer verlieten en het paviljoen uit slopen. ‘Veel succes!’ gebaarden Free en Emma. In de badkamer van de jongens was de crisis bezworen. Kobe zat met zijn rug tegen de muur te bekomen en keek de twee broers opgelucht aan. ‘Bedankt, jongens. Gelukkig waren jullie er om mij te helpen.’ Tim en Tom wisselden een blik: was dit alles? Zouden ze geen dokter roepen? Moesten ze dit incident niet melden? Robin stelde de bonkige bewakers gerust. ‘Maak jullie geen zorgen.
103
Ik ken dit. Een keer om het half jaar komt dit voor. Het is een kwestie van trekken en Kobe is geholpen.’ Kobe bevestigde het verhaal. De broers leken genoegen te nemen met de uitleg en maakten aanstalten om weg te gaan. ‘Zijn jullie wel een beetje stil voor Joessef?’ fezelde Robin bekommerd. De broers liepen op hun tippen voorbij het bed van de ronkende triatleet. Van zodra Tim en Tom buiten waren schoten Kobe en Robin in de lach. ‘Goed gedaan,’ grinnikte Robin. ‘Precies echt.’ Kobe tastte lachend naar zijn rug. ‘Ze zijn wel sterk die twee. Ik zal dat nog een paar dagen voelen.’ Jamila kroop breedlachend van onder Joessefs dekbed. ‘En? Zijn Kat en Joessef goed vertrokken?’ Free en Emma trippeltrappelden de kamer binnen en staken een duim op. ‘Missie geslaagd.’ Iedereen was tevreden. Behalve Robin. Die dacht terug aan zijn leugentje. Hij kon alleen maar hopen dat hij zijn vrienden niet in gevaar bracht.
104
Joessef en Kat slopen over het domein in de richting van de uitgang. Om niet te veel in de kijker te lopen, waren ze ’m gesmeerd langs de achterkant van het paviljoen, over de weg die naar het pretpark liep. De attracties lagen er doods en verlaten bij. In het donker leek de kronkelende achtbaan op een reuzenslang in aanvalshouding. De clown die op de wand van het doolhof geschilderd was, lachte griezelig naar hen. Overdag was het een leuk zicht, maar ’s nachts was het een luguber tafereel. Kat en Joessef staken snel het glooiende golfterrein over, recht naar de groene zone aan de rand van het domein. ‘Ik hoop dat hier niet te veel beveiligingscamera’s hangen,’ fluisterde Joessef gespannen. Ze bereikten de lage struiken die tegen de
105
afsluiting van het leeuwenverblijf groeiden, vlak bij de plaats waar Robin de luidspreker had gezien. Kat wou de zaklamp die Free had meegegeven aanknippen, maar Joessef hield haar tegen. ‘Wacht daar nog maar even mee. Hoe later ze onze ontsnapping ontdekken, hoe beter.’ Kat besefte dat hij gelijk had en borg de zaklamp weer op. Samen met Joessef vond ze een plek waar ze het gemakkelijkst over de omheining konden klauteren. Er viel een heel eind te klimmen, maar dat hield de sportieve vrienden niet tegen. Toen ze bijna boven waren, floepte het buitenlicht van de villa aan. Kat en Joessef maakten zich klein en hielden hun adem in. Waren ze ontdekt? Ze durfden zich niet meer te verroeren en wachtten bang af. Het bleef stil rond de villa, wat Joessef deed besluiten dat het licht niks met hen te maken had. ‘Kom,’ fluisterde hij strijdvaardig. ‘Als we hierover zijn, kunnen ze ons niet meer zien.’ Kat en Joessef klommen over de omheining. Tot nu toe had het zwakke schijnsel van de maan hun vluchtweg enigszins verlicht, maar door de dichte begroeiing was het in het leeuwenverblijf pikdonker. Je kon er geen hand voor ogen zien. Er wachtte hen nu een gewaagde afdaling. ‘Zal ik nu bijlichten met de zaklamp?’ vroeg Kat. ‘Als dat kan,’ antwoordde Joessef. ‘Je zult je twee handen nodig hebben om veilig naar beneden te geraken.’ ‘Ik steek de lamp wel tussen mijn tanden,’ zei Kat. Ze ankerde zich met een arm stevig vast aan de tralies en nam de lamp. Op dat moment voelde ze iets aan haar neus kriebelen. Was het een mug, een nachtvlinder of een spin? Ze kon het niet zien. Kat liet zich normaal
106
niet afschrikken door die beestjes. Ze was Emma niet die tierend de gang opliep als er een huisspin zich schuilhield in de douche. Maar omdat het kriebelbeest zo onverwachts toesloeg, deinsde ze met een geschrokken gilletje terug. Een seconde van afleiding was voldoende om de greep rond de zaklamp te lossen waardoor hun enige lichtbron naar beneden viel. In haar val knakte de lamp enkele takjes af tot ze met een plof de bodem bereikt had. Kat verwenste zichzelf. ‘Verdorie! Die vinden we niet meer terug.’ ‘We redden het wel,’ zei Joessef. ‘Volg mij.’ Ze namen hun tijd om af te dalen. Bij iedere stap vergewiste Joessef zich ervan dat de plek waar hij zijn voeten neerpootte wel stevig genoeg was. Behendig klommen ze naar beneden tot ze eindelijk vaste grond voelden. ‘We zijn halfweg. Nu mag het niet meer fout gaan, merkte Joessef met een glimlachje op alsof deze ontsnappingspoging een alledaagse wedstrijd was. ‘Hoe weten we of we in de juiste richting lopen?’ vroeg Kat. ‘We vertrekken met onze rug naar deze afsluiting en blijven rechtdoor stappen, welke hindernis we ook tegenkomen. Dan kunnen we niet anders dan op de buitenmuur botsen.’ Dat klopte. Maar het idee dat ze altijd rechtdoor konden stappen was een illusie. Kat besefte dat, maar zweeg om de moed te bewaren. Mislukken was geen optie. Joessef nam de hand van Kat. ‘We lossen niet. Dan kunnen we elkaar niet kwijtraken.’
107
De twee vluchters haalden diep adem en begonnen aan hun tocht door de kleine jungle. Na een paar stappen voelde Kat dat ze tegen een voorwerp aanliep. ‘Stop eens.’ Ze bukte zich en tastte blind in het rond. ‘Wat is er?’ vroeg Joessef. Kat herkende het voorwerp meteen. ‘De zaklamp.’ Ze raapte ze op en drukte op de knop om ze aan te schakelen. Jammer genoeg werkte de lamp niet meer. Ze was wellicht kapot door de val. ‘We zullen toch in het donker voort moeten,’ besloot Kat ontgoocheld. In het duister merkten ze het stel katachtige ogen dat hen vanuit de struiken beloerde, niet op.
108
Van slapen kwam er in het paviljoen niks in huis. Daar waren de achterblijvers veel te opgewonden voor. En om niet de hele tijd in spanning te moeten afwachten, introduceerde Kobe de meisjes in de wereld van Fire Flight X. ‘Je bent piloot bij de AAMW, de Alliantie van Anti Mars Warriors,’ vertelde hij geamuseerd. ‘De wereld wordt aangevallen door marsmannetjes en met je gepantserde helikopter scheer je tussen de vlammen van de brandende hoofdsteden om zo veel mogelijk mensen te redden. Da’s niet zo simpel want je kunt geraakt worden door de vlammen, meegezogen worden in vuurtornado’s of verbrijzeld worden door brokstukken. Af en toe moet je de brandstof bijvullen of je stort neer.’ ‘Het is allemaal zo levensecht,’ merkte Jamila op. ‘Dat is net het geweldige eraan! Helikopterpiloten gebruiken dit spelletje zelfs tijdens hun opleiding.’ Free zag dat Robin tegen de bedrand zat te tobben. Ze kroop over het bed naar hem toe. ‘Maak je je zorgen om Kat en Joessef?’ Robin keek betrapt op. Uiteraard maakte hij zich zorgen, maar het leek beter om dat niet toe te geven. ‘Nee! Hoe kom je erbij? Als Kat en Joessef de klus niet kunnen klaren, wie dan wel?’ ‘Je ziet dus in dat jij niet de held moest gaan uithangen,’ glimlachte Free. Ze kwam naast Robin zitten. Robin wuifde het weg. ‘Het was mijn plan. Vandaar dat ik liever zelf ging. Dan kon niemand mij achteraf verwijten dat ik hen in gevaar bracht.’ ‘Als er geen leeuwen zijn, is er geen gevaar. En we zien wel wat er gebeurt als ze gevat worden.’
109
Robin knikte bedrukt. Hij moest terugdenken aan zijn leugentje. Free fronste. Dit was Robin niet. Hij was anders altijd zeker over de goeie afloop van zijn plannetjes, hoe riskant ze ook waren. ‘Je denkt toch niet dat juffrouw Annie of Baldriaan ons echt kwaad zullen doen?’ ‘Neen, natuurlijk niet,’ grimaste Robin. Hij deed zijn uiterste best om zo zorgeloos mogelijk te kijken. Maar Free voelde dat hem iets dwarszat. ‘Wat is er dan?’ ‘Nikske, nikske…’ foeterde Robin. ‘Zoals je zegt: als er geen leeuwen zijn, is er geen gevaar.’ ‘Er zijn geen leeuwen, want jij hebt gehoord dat hun gebrul uit luidsprekers kwam.’ Robin knikte half. Free voelde zijn onwennigheid en ging gealarmeerd rechtop zitten. ‘Zo is het toch hé?’ Het was zo moeilijk om nog een keer te liegen, zeker tegen Free. Haar mond viel open. ‘Oh nee…’ Robin verdedigde zich stotterend. ‘Juffrouw Annie had mij naar het salon gelokt en hield me daar de hele namiddag vast. Ik had geen kans om terug te keren naar het leeuwenverblijf.’ Free geloofde haar oren niet. ‘Jouw theorie over de luidsprekers en de leeuwen is dus niet bewezen?’ ’N-nee…’ gaf Robin met een benepen gevoel toe. Free aarzelde geen moment. Ze veerde recht en gebaarde wild naar Kobe, Jamila en Emma die druk bezig waren met de wereld te redden. ‘We hebben een probleem!’ riep ze met klem. Aan haar blik zagen de spelers dat hun virtuele wereld even op redding moest wachten. Robin stak zich beschaamd weg achter het voeteneinde van het bed. 110
Kat en Joessef doorkruisten de wildernis. ‘Overdag moet het hier heerlijk geuren,’ bedacht Kat. Joessef zei niks terug. Hij maakte zich zorgen. ‘We hadden al lang de buitenmuur moeten bereiken.’ ‘Waarschijnlijk lopen we in rondjes,’ zuchtte Kat die het met Joessef eens was. ‘Er zit niks anders op dan door te stappen. Vroeg of laat moeten we hem tegenkomen.’ ‘Ssst,’ onderbrak Kat hem ineens. Ze hield halt en kneep in de hand van Joessef. ‘Hier is iemand.’ Joessef spitste de oren maar hoorde niks. ‘Iemand zuchtte,’ zei Kat overtuigd. Ze bleven staan en luisterden. Het was ijzig stil tussen het gebladerte. ‘Ik moet het mij ingebeeld hebben,’ fluisterde Kat. Joessef trok aan haar mouw. ‘Kom, we moeten hier snel weg.’ Kat zette een stap en stootte tegen een tak. De zaklamp van Free viel weer op de grond. Door de val schoot ze aan en verlichtte hun voeten. Kat raapte ze verrukt weer op. ‘Ze werkt terug! Nu vinden we de weg wel.’ Kat belichtte hun weg. Ze zagen niks anders dan wilde varens, knokige wortels en pezige lianen. ‘Hier geraken we niet door,’ besloot Joessef. Kat scheen met de lamp rond om de omgeving te verkennen. Misschien vond ze wel een gemakkelijkere uitweg. Wat ze zag, bezorgde haar de schrik van haar leven. In de lichtstraal stond op nog geen drie meter van hen een leeuw. De koning van de jungle staarde hen grauwend aan.
111
10 ‘Hoe durf je het leven van Kat en Joessef zo in gevaar brengen?’ foeterde Jamila die helemaal van haar melk was. ‘Ik vergeef het je nooit als hen iets overkomt!’ zwoer Emma met opgestoken vinger. Robin verdedigde zich fel. ‘Er zitten geen leeuwen! Ik hoefde het niet uit die luidsprekers te horen om zeker te zijn.’ Kobe, Free, Emma en Jamila geloofden er geen sikkepit van. ‘Waarom sluiten ze me anders op? Om te vermijden dat ik hun geheim zou ontdekken,’ probeerde Robin hen gerust te stellen. Op dat moment brulde buiten in de verte een leeuw luid en dreigend als nooit voorheen. De stemmen in de kamer vielen stil. Kobe keek Robin vernietigend aan.
113
Ook bij Robin sloeg nu de twijfel om het hart. Wat als hij zich vergist had? In de villa had ook Baldriaan het gebrul gehoord. Het was niet normaal dat de leeuwen zo laat op de avond zich nog lieten horen. Uit voorzorg stak hij alle schijnwerpers op het domein aan. Het infraroodalarm was niet afgegaan, maar je wist maar nooit. Misschien probeerde die gekke directrice binnen te geraken. Hij had haar wel opgemerkt toen hij de vrienden van Jan-Lieven naar het domein vloog. Ze stond op de begane grond wild te zwaaien naar de helikopter terwijl ze vuur stookte. Toen hij die bende daarna naar huis bracht en terugvloog stond ze daar nog. Ze had driftig teken gedaan om te landen. Toen hij dat niet deed, had het zotte mens boos een tong uitgestoken. Wat wilde ze eigenlijk? Ze had haar koffers toch terug? Of maakte ze zich zorgen om haar leerlingen? Hij hoopte dat ze ondertussen vertrokken was. Baldriaan was niet de enige die zich in de koppigheid van Lucy vergiste. Ook Bunker had na de derde passage van de helikopter gehoopt dat de wentelteef opgaf en dat ze eindelijk terug naar huis konden. Maar daar was geen sprake van.
114
‘We blijven hier overnachten,’ had Lucy nijdig gesnauwd. ‘En morgen bedenk ik wel iets om binnen te geraken. Als die rotjongeren van leefgroep 3 hier welkom zijn, moet dat voor mij zeker gelden!’ Bunker had zich de adem en de energie bespaard om tegen haar in te gaan. Hij had de voorste zetels van zijn auto plat gelegd en uit de koffer het wollen dekentje gehaald dat hij uit voorzorg altijd in zijn wagen had liggen. Lucy wilde aanvankelijk niks van het dekentje weten. ‘Dat ding stinkt,’ had ze gezegd. Maar toen de nacht viel en de temperatuur zakte, had ze het helemaal naar zich toe getrokken zodat Bunker bloot lag. Terwijl Bunker wakker lag van de kou, pijnigde juf Lucy haar hersenen. Ze moest en zou een manier vinden om tot bij Bondelmax te geraken. Bij het gebrul was ze meteen overeind gaan zitten. ‘Heb je dat ook gehoord, Bunker? Ik had je daarstraks toch gezegd dat ik wilde dieren hoorde brullen. Geloof je me nu?’ Bunker krabbelde recht. Zijn rug deed nu al pijn. Wat zou het morgenvroeg zijn? ‘Wat denk je dat het was?’ Bunker krabde zich in het haar. ‘Een leeuw of zo.’ Lucy fronste. ‘Als ik mijn toekomstige man zie, moet ik hem daarover aanspreken. Ik ben allergisch voor katten.’ Ze ging weer liggen en trok het dekentje nog meer naar zich toe.
115
Kat klampte zich verkrampt vast aan Joessef. Het gebrul was door merg en been gegaan. ‘Blijf hem in de ogen schijnen,’ dicteerde Joessef haar gespannen. ‘Hij is verblind door de lichtstraal.’ Kat richtte de lichtstraal recht in de ogen van de leeuw. Het beest schudde woest met zijn rosse manen maar verzette geen poot. ‘Wat nu?’ piepte ze met een dun stemmetje. ‘Rustig blijven en niet bewegen,’ antwoordde Joessef koelbloedig. ‘Als we weglopen, zal hij instinctief achter ons aan rennen en aanvallen.’
116
Kat voelde het bloed door haar aders gieren. Op een ontmoeting met het meest bloeddorstige roofdier uit de jungle was ze niet voorbereid. Ze had Robin op zijn woord geloofd. Alles bij elkaar passeerde zo een minuut, maar voor de vrienden leek het een eeuwigheid. Iedere verkeerde beweging kon fataal zijn. Joessef kneep in Kats hand om te vermijden dat ze in een angstaanval toch zou weglopen of gaan schreeuwen en hoopte stellig dat het dier rechtsomkeer zou maken. Er klonk nog meer gegrauw achter de struiken. ‘Hij is hier niet alleen,’ snikte Kat bang. ‘Het stikt hier van de leeuwen.’ De aanwezigheid van zijn soortgenoten maakte de leeuw zenuwachtiger. Hij hief zijn machtige hoofd en gromde diep naar de indringers van zijn territorium. Kat kneep de ogen toe. ‘Het is gedaan met ons. Hij gaat aanvallen.’ Maar tegen alle verwachtingen in ging de leeuw op de grond liggen. ‘Dit is ons moment,’ fluisterde Joessef. ‘We gaan heel rustig achteruit, maar we blijven hem aankijken.’ Kat knikte enkel maar. Ze was bang dat ze zou gillen als ze haar mond opendeed. Op teken van Joessef zetten ze voorzichtig een stap achteruit. De leeuw reageerde meteen. Hij legde zijn oren plat en zwiepte heftig met zijn staart. Joessef wachtte even voor hij een tweede stap zette. Deze keer kwam er geen reactie van de leeuw. Bij hun derde stap wel. Het dier sprong op en maakte rechtsomkeer. Het leek alsof hij niet langer geïnteresseerd was in hen en hij verdween in de duisternis. ‘Lopen! Voor hij terugkeert en aanvalt.’
117
Joessef sleurde Kat mee en schoot als een pijl weg tussen de varens en de lianen. ‘Niet achteromkijken!’ schreeuwde hij uitzinnig. Ze konden maar beter snel uit het leeuwenverblijf geraken. Maar hoe? Ze waren verdwaald. Wie zei hen dat ze in de juiste richting renden? Misschien liepen ze net naar de troep leeuwen toe. ‘Daar!’ riep Kat plots. Tussen het gebladerte zagen ze een stuk van de afsluiting. Kat en Joessef slaakten een zucht van opluchting. Als ze er heelhuids over konden geraken, waren ze gered.
Intussen stonden in het paviljoen Free, Kobe, Jamila en Emma klaar om hun vrienden te gaan redden. Robin drong aan om kalm te blijven. ‘Het is nog altijd niet bewezen dat er leeuwen zitten,’ pleitte hij. ‘Het is niet bewezen dat er GEEN leeuwen zitten,’ sneerde Kobe kwaad. Robin schudde het hoofd. ‘En wat gaan jullie dan doen? Vergeet die twee gepimpte oliebollen voor de deur niet.’ ‘Kat en Joessef komen nu op de eerste plaats,’ siste Emma. ‘En als ik gelijk heb? Stel dat Joessef en Kat op dit eigenste moment aan het ontsnappen zijn? Dan verknoeien jullie alles.’ Robin had een punt. Wat konden ze doen? Kat en Joessef waren al ver vooruit. En als er leeuwen op het domein rondliepen, was het dom om ze zelf ongewapend te trotseren. ‘We moeten juffrouw Annie inlichten,’ besloot Free. ‘Alleen zij weet
118
of we ongerust moeten zijn of niet.’ ‘Jullie moeten niks,’ klonk het plots. Emma, Kobe, Free, Jamila en Robin draaiden zich om en zagen tot hun verrassing Kat en Joessef in het deurgat staan. Ze zagen eruit alsof ze maanden in de jungle hadden overleefd. Ze waren van top tot teen vuil en hadden talrijke schrammen in het gezicht. Maar ze leefden nog! De vrienden slaakten een zucht van opluchting. Jamila vloog de twee om de hals. ‘Goed dat jullie hier zijn! We waren zo ongerust.’ ‘Het is niet gelukt?’ stelde Free bekommerd vast. Joessef en Kat schudden het hoofd. ‘We zijn vlot in het leeuwenverblijf geraakt. Maar door de dichte begroeiing zijn we verdwaald. We vonden uiteindelijk een afsluiting, maar dat bleek niet de buitenmuur te zijn. We stonden weer binnen.’ ‘Er was hier wat ongerustheid over de leeuwen,’ merkte Robin droogjes op. ‘Oh ja?’ antwoordde Joessef die een eitje te pellen had met zijn spitsbroeder. Robin had echter nog niets in het snotje. Hij zag het feit dat zijn vrienden hier levend en wel stonden als het bewijs dat hij gelijk had over de leeuwen. ‘Ik moet toegeven dat ik een klein beetje gelogen heb,’ biechtte hij op. ‘Ik heb nooit gebrul uit die luidsprekers gehoord. Maar mijn theorie klopt hé? Hier zitten geen leeuwen.’ Er viel een stilte in de kamer. De boze blikken van Kat en Joessef maakten Robin een tikkeltje onzeker. Joessef wilde Robin eens stevig door elkaar schudden, maar Kat ging voor Robin staan en keek hem misprijzend aan.
119
‘Je bent de grootste idioot die ik ken,’ zei ze fel en ze verliet de kamer. Joessef volgde haar voorbeeld. ‘Wij hadden dood kunnen zijn, uilskuiken!’ De anderen begrepen nu ook de omvang van Robins blunder en gingen een voor een weg. Robin bleef verweesd achter.
‘Misschien brengt de nacht raad,’ opperde Free. ‘Of wat daar nog van overblijft,’ voegde Jamila daaraan toe. Buiten begonnen de eerste vogels te zingen.
Terwijl Kat een douche nam, vertelde Joessef aan de anderen hun spannende avontuur. ‘Nog nooit ben ik zo bang geweest,’ gaf hij ruiterlijk toe. ‘En ik heb nog nooit zo hard gelopen. Ik heb mijn eigen record verbroken, denk ik.’ ‘Maar jullie hebben het overleefd. Gelukkig maar,’ zuchtte Jamila opgelucht. Joessef knikte met gemengde gevoelens. ‘We waren liever buitengeraakt, maar ja...’ ‘Hebben Tim en Tom jullie zien terugkomen?’ wilde Free weten. Joessef schudde het hoofd. ‘Tim stond alleen op wacht. We hebben hem afgeleid door een keitje de andere kant op te gooien. Toen hij ging kijken, zijn we naar binnen geslopen.’ ‘Ze weten dus niet van onze ontsnappingspoging,’ juichte Emma. ‘Misschien maar beter zo,’ dacht Kobe. Kat kwam uit de badkamer. Ze had een handdoek rond haar lichaam gewikkeld en ging bij de vrienden zitten. ‘Ik ben tot veel bereid, maar niet tot een tweede bezoek aan die wilde poesjes.’ De vrienden lieten de spanning van zich af glijden en lachten. Heel even. Want allen dachten ze snel hetzelfde. Enkel Emma zei het hardop: ‘Dit was slechts onze tweede dag. Ik zie het niet zitten om hier nog twaalf dagen te blijven.’
120
121
11 Robin zag er tegenop om Joessef en Kat terug onder ogen te komen. Hij besefte dat zijn roekeloze gok zijn vrienden in gevaar had gebracht. Dat viel maar op één manier goed te maken: hij moest met een nieuw en beter plan aankomen. Er was onderling afgesproken om Robin bij het ontbijt te negeren. Ze keken dus met weinig enthousiasme op toen die hun aandacht vroeg. ‘Ik geef toe dat er gisteren een en ander is foutgelopen,’ begon hij met enige schroom. ‘Laat het, Robin,’ foeterde Kat. ‘We zitten niet op je excuses te wachten.’ ‘Maar misschien wel op een nieuw plan om hier weg te geraken,’ probeerde hij met een zuur glimlachje. De anderen schudden het hoofd. ‘We zweten gewoon die vakantie uit,’ gromde Joessef. ‘Die twaalf dagen zullen snel voorbij zijn.’ Jamila sloot zich daarbij aan. ‘Laat ons er het beste van maken. Overdag geven we dat ettertje zijn zin en ’s avonds maken we zo veel mogelijk plezier.’
123
‘De volgende keer denken we twee keer na voor we zomaar op een uitnodiging ingaan,’ oordeelde Free. Robin geloofde zijn oren niet. ‘En twee weken vakantie verloren laten gaan? Beseffen jullie wel hoeveel lol we aan onze neus laten voorbijgaan?’ Kobe wilde zijn ontbijt niet laten vergallen. ‘Hou op, joh. We hebben genoeg van je plannetjes.’ En om zijn woorden kracht bij te zetten draaide hij zich met zijn rug naar Robin. Die ging met een zucht zitten. ‘Oké. Niet dan. Maar het is wel een goed plan,’ benadrukte hij beteuterd. Een half uur later verlieten onze vrienden gapend het paviljoen. De weinige uurtjes slaap wogen. Het beloofde een lastige dag te worden. Ze wilden net onder begeleiding van Tim en Tom naar het basketbalveld vertrekken, toen Jan-Lieven toeterend op zijn golfkar aankwam. Hij was duidelijk goedgemutst. Zijn oren flapperden en hij zwaaide al van ver. ‘Ik krijg de kriebels van dat ventje,’ morde Free. ‘Jij hebt nog geluk,’ pufte Emma. ‘Jij wordt niet de hele dag overladen met kushandjes en complimentjes.’ Jan-Lieven stopte zijn golfkar netjes naast het paviljoen en stapte uit. ‘Mijn vrienden waren gisteren in de wolken. Ik heb voorgesteld dat ze terugkomen.’ Onze vrienden knepen de ogen dicht: oh nee… ‘Maar niet vandaag,’ kwetterde de gastheer vrolijk. ‘Voor vandaag heb ik een voorstel.’
124
De verwachtingen van onze vrienden waren allesbehalve hooggespannen. Het was dan ook met weinig animo dat ze Jan-Lieven aankeken. ‘Jullie krijgen vandaag vrijaf,’ kondigde hij blij aan. Dat was het laatste wat de vrienden verwacht hadden. ‘Jullie mogen je een hele dag naar hartenlust amuseren,’ ging hij verder. ‘Ik heb aan Baldriaan gevraagd om het pretpark open te stellen.’ Het foutgelopen nachtelijke avontuur en het gebrek aan slaap waren de spelers van Driemteam op slag vergeten. De nachtmerrie leek voorbij. Eindelijk konden ze doen waarvoor ze gekomen waren. ‘Er is wel één voorwaarde.’ Onze vrienden hielden hun adem in. ‘Dat was te verwachten,’ fluisterde Free die zich al vragen stelde bij de plotse ommezwaai van Jan-Lieven.
125
De gastheer sloeg heel even de ogen neer, onderdrukte een verlegen glimlachje en lonkte dan verliefd naar Emma. ‘Dat jij deze dag met mij doorbrengt.’ Emma had een groot hart. Ze was altijd bereid om haar vrienden een pleziertje te gunnen. Maar dit verzoek was er ver over. ‘Ik denk er niet aan!’ snauwde ze. Jan-Lieven stond perplex door de botte afwijzing. ‘Je weet niet wat je mist. Ik heb een superromantische dag voor ons tweetjes in petto.’ ‘Ik trek niet op met creeps als jij,’ bitste Emma. ‘En als je mij dwingt, maak ik van je dag een hel!’ Kat, Jamila, Joessef, Free en Kobe schrokken, ook al begrepen ze de weigering van hun vriendin. En hoewel ze allen snakten naar een luilekkerdagje, dacht geen van hen eraan om haar van het tegendeel te overtuigen. Jan-Lieven was niet gewend om een ‘nee’ te krijgen en drong bij Emma aan. ‘Toe… Ik zal je alles geven wat je hartje verlangt.’ Kat zag haar kans schoon om te onderhandelen. ‘Als zij een dag met jou optrekt, mogen wij dan naar huis bellen? Onze ouders maken zich waarschijnlijk ongerust.’ ‘Ka-at!’ Emma was duidelijk niet opgetogen met de bemiddelingspoging van Kat. Jan-Lieven begreep dat Emma niet van gedachte zou veranderen en keerde pissig terug naar zijn golfkar. ‘Goed dan. Jullie moeten het maar weten. Dan gaan jullie een hele dag basketten.’ De moed zakte Joessef en Kobe in de schoenen. Ze smeekten
126
Emma: ‘Eén dagje is zo erg toch niet?’ Maar Emma bleef onwrikbaar. Jan-Lieven reed weg en Tim en Tom porden onze vrienden aan om naar het basketbalveld te stappen. Bunker liet zich de koffiekoeken die hij in de vroegte in het dorp was gaan halen, smaken. Hij had zich als een versleten matras gevoeld na een nacht op de autozetel, maar de korte wandeling naar het dorp had deugd gedaan. En hij genoot nu van het ontbijt in de vrije natuur. Boven zijn hoofd hopten twee eekhoorntjes speels van tak tot tak. Ze voerden een dennenappeltje mee. Bunker verbeeldde zich dat ze rugby speelden. Juf Lucy genoot minder van het ontbijt aan de kant van de weg. Ze had weinig geslapen en Free had nog altijd niet teruggebeld. Ze had ten einde raad naar tante Tikka gebeld om de gsm-nummers van alle leerlingen uit leefgroep 3 te vragen. Ze belde hen een voor een op, maar niemand nam op. ‘Dat kan toch niet!’ sneerde de directrice tegen Bunker. ‘Anders lopen die rotjongeren de hele dag rond met hun gsm. Zonder kunnen ze niet leven. En nu vertikken ze het om op te nemen.’ ‘Kijk, hoe lief, die eekhoorntjes in de bomen,’ antwoordde Bunker ontwijkend. Lucy knorde nukkig. ‘Er zit maar één ding op en dat is volhouden! De aanhouder wint!’ Ze stapte met grote passen naar de toegangspoort van het luxueuze domein en belde aan. Het was weer even wachten op een reactie. Deze keer klonk juffrouw Annies stem door de parlofoon. ‘Ja?’ Lucy deed haar best om zo ontspannen mogelijk te klinken.
127
‘Halloooo… Ik ben de directrice van Campus Rozenborg. Een paar leerlingen van mij logeren hier op uitnodiging van meneer Bondelmax junior. Een van hen is mijn nichtje Free. Ze heeft me gisteravond gebeld, maar ik had mijn gsm niet bij. Ik dacht nu, ik spring eens binnen. Gewoon om dag te zeggen tegen haar. En tegen haar vrienden. En tegen meneer Bondelmax natuurlijk. Ik wil hem bedanken omdat hij zo gastvrij is voor mijn leerlingen.’ Het bleef stil aan de andere kant van de parlofoon. Bunker hield de lucht boven de poort angstvallig in het oog. Een koffer van Lucy konden ze niet meer gooien. Maar misschien gebruikten ze nu wel grovere middelen om hen weg te jagen. ‘Hallo?’ ‘Ja!’ antwoordde Lucy verrukt. ‘Uw nichtje zegt dat alles goed gaat. Ik moest u veel groeten doen.’ Juf Lucy liet zich niet afpoeieren. ‘Ik moet haar persoonlijk zien! Ik heb een zeer belangrijke boodschap voor haar. Iets wat familieleden enkel onder elkaar kunnen bespreken.’ ‘Dag mevrouw.’ Het gekraak maakte duidelijk dat er werd opgehangen. Lucy ging door het lint. Waarom lieten ze haar niet binnen? Oké, ze was kardinaal noch koning, maar hoe durfden ze haar als een schooier te behandelen! Lucy mocht stampvoeten zoveel ze wilde, de
128
poort bleef potdicht voor haar. Ze keerde woest terug naar Bunker. ‘Een rozijnenkoekje?’ probeerde hij, maar hij kreeg het deksel op de neus.
Bunker zag nog hoe de eekhoorntjes geschrokken wegsprongen. In hun haast lieten ze de dennenappel vallen, recht op het hoofd van de directrice. ‘De hele wereld is tegen mij!’ riep ze en ze begon hartverscheurend te huilen. Bunker zat er maar onwennig bij. ‘Zal ik eens proberen binnen te geraken?’ vroeg hij. Lucy keek briesend op. ‘Waarom zouden ze jou binnenlaten? Een halvegare!’ ‘Ik kan het maar proberen,’ zei de materiaalmeester overmoedig. ‘Doe maar. Ik hou je niet tegen.’ Bunker ging staan, sloeg de kruimels van zijn stofjas, rechtte zijn rug en stapte naar de gesloten poort. ‘Pas maar op dat ze geen ketel brandende pek over je hoofd kieperen,’ riep Lucy en ze ging op een bolletje zitten mokken. Bunker dacht even na en belde aan. Het was opnieuw juffrouw Annie. ‘Hallo?’ Bunker grijnsde vriendelijk naar de camera. ‘Hallo. Ik kom de ketel van de centrale verwarming nakijken.’ Het bleef even stil aan de andere kant van de parlofoon. ‘Uw afspraak staat niet in mijn planning.’
129
‘Ze staat in mijn planning. Is dat niet genoeg?’ grapte Bunker in de hoop dat het de gespannen situatie zou ontmijnen. Weer liet juffrouw Annie een stilte vallen. Uiteindelijk had ze een vreemd verzoek. ‘Kijk nog eens in de camera.’ Bunker deed wat gevraagd werd. Hij zette zijn vriendelijkste glimlach op. Het werd nogmaals stil aan de andere kant van de parlofoon. Bunker vreesde dat zijn poging mislukt was. Maar toen klonk de stem van juffrouw Annie. ‘Niet weglopen.’ ‘Ik heb tijd,’ antwoordde Bunker vrolijk. Lucy keek op. Het was op zich al een wonder dat Bunker niet werd uitgekafferd zoals zij. Maar waarom mocht hij niet weglopen? Ook Bunker was er niet helemaal gerust in, maar hij wachtte geduldig af. Een minuut werd vijf minuten. Vijf minuten werden een kwartier. Bunker legde er zich net bij neer dat ze hem aan het lijntje hielden, toen de poort knarsend openging. Juf Lucy geloofde haar ogen niet. Ze sprong recht en wilde naar Bunker lopen, maar ze bleef met haar rok hangen aan een braamstruik. Ze probeerde zich voorzichtig los te maken maar de doornen waren weerspanniger dan gedacht. Ze besefte dat ze geen tijd mocht verliezen en bevrijdde zich met een ruk. Dat had ze beter niet gedaan, want haar rok scheurde van onder tot boven. Ze moest de lappen stof bij elkaar houden of de rok viel af. Tegen de tijd dat ze aan de ingang kwam, was Bunker al naar binnen en was de poort weer gesloten. Ze bonkte met haar vuisten op de metalen constructie.
Deze derde dag was de zwaarste voor Driemteam. Niemand had de energie om alles te geven. Ze stonden in een kring en gooiden lusteloos balletjes naar elkaar. Jan-Lieven had zich de hele dag niet meer vertoond, ook niet bij de lunch. Ze voelden zich stilaan als vergeten huisdieren. Emma leed nog het ergste onder de situatie. De vrienden hadden niets durven te zeggen over haar afwijzing, maar zij had de hele dag het gevoel dat ze haar stilletjes verwijten maakten. Ze voelde het aan hun gedrag en zag het in hun ogen. Met het vorderen van de dag voelde Emma zich triester en triester worden. Het was dus niet verwonderlijk dat ze na een slordige bal van Kobe brak. ‘Kan jij niet beter gooien?’ krijste ze en ze spuwde de opgekropte gevoelens er nu allemaal uit. ‘Ik weet wel waarom je zulke slechte passen geeft. Je vindt mij een egoïstische trien omdat ik die griezel zijn zin niet wilde geven.’
Maar de directrice kreeg geen gehoor.
130
131
‘Dat is niet waar,’ stotterde Kobe overdonderd. ‘Ik verwijt je helemaal niks.’ Kat trad Kobe bij. ‘Niemand verwijt jou iets.’ Emma barstte in tranen uit en ging aan de kant zitten. ‘Maar ik mezelf wel! Door mijn fout staan we hier terwijl jullie lekker in het zwembad hadden kunnen liggen.’ Free ging naast Emma zitten en legde haar arm over haar schouder. ‘Er is niks zo verkeerd als iets doen waar je je niet goed bij voelt.’ ‘Ik wil hier weg,’ pruilde de tennisster. Free knikte begripsvol. Tom rammelde met de grendel van het hek om duidelijk te maken dat er moest gebasket worden. Niemand protesteerde, maar de maat was vol. Zoveel was duidelijk. Robin was dan ook niet een klein beetje verrast toen ’s avonds zijn vrienden rond zijn bed kwamen staan. ‘Zeg eens, Hoedemakers,’ begon Joessef. ‘Wat is dat fameuze plan van jou?’ Robin knipperde verwonderd met de ogen, maar toen hij zag dat de vraag gemeend was, grijnsde hij ondeugend naar Kobe. ‘Fire Flight X, de real thing. Zegt jou dat iets?’
132
12 ‘Nee, nee en nog eens nee!’ Kobe zag Robins plan niet zitten. Robin probeerde zijn kameraad te kalmeren. ‘Slaap er eens over.’ ‘Ik moet er niet over slapen. Je hebt Joessef en Kat al bijna de dood ingejaagd. Ik ga mijn nek niet riskeren.’ ‘Je zegt zelf dat helikopterpiloten de game gebruiken om te oefenen tijdens hun opleiding.’ ‘Ik vlieg niet met een echte helikopter!’ ‘En als ik meega?’ Het voorstel kwam van Jamila. ‘Ben je je leven beu misschien?’ ‘Nee, ik vertrouw jou. Ik heb je zien vliegen tussen die torenhoge vlammen en explosies. Dat lijkt me veel moeilijker dan opstijgen op dit vlakke domein en op de markt van het volgende dorp landen.’ Kobes mond viel open. ‘Jij vindt dit dus een goed plan?’ stamelde hij ongelovig. De ogen van Jamila zeiden genoeg. Kobe keek in een ruk de anderen aan in de hoop dat iemand hem gelijk zou geven. Maar er was niemand die het voor hem opnam. Niet dat ze hem zouden dwingen om met de helikopter te vliegen, dat niet. Ze wisten heel goed dat daar risico’s aan verbonden waren. Maar gold dat niet voor alle
133
plannetjes van Robin? ‘Niet alleen Jamila gaat mee,’ bracht Kat voorzichtig aan. ‘We gaan allemaal mee.’ Het zweet brak Kobe uit. Zijn hoofd tolde. ‘Ben ik dan de enige met gezond verstand?’ Dat laatste had hij met nadruk tot Free gericht. Zij was de wijste van de groep. Zij kon hier toch niet in geloven? Free legde haar hand geruststellend op de schouder van Kobe. ‘Het is riskant. Niemand zal dat tegenspreken. Maar ik geloof dat jij dit kunt.’ Kobe liet zich met een bezorgde zucht op zijn bed vallen. ‘Als Kobe het niet ziet zitten, gaat het niet door,’ besliste Joessef. ‘We zullen iets anders moeten verzinnen.’ ‘Mijn inspiratie is voorlopig op,’ pufte Robin en zapte de televisie aan. ‘Ik zal het wel doen,’ besloot Kobe onverwachts. ‘Als jullie zo in mij geloven, kan ik jullie niet in de steek laten.’ ‘Je moet dit alleen doen als je zeker bent dat je het kunt,’ zei Jamila bedaard. ‘Hoe kan ik dat weten? Ik heb nog nooit in een helikopter gezeten.’ Free had een voorstel. ‘Als het controlepaneel er compleet anders uitziet dan in jouw game, dan stappen we weer uit.’ Kobe keek Robin vastbesloten aan. ‘Waar staat die vliegmachine?’
134
‘Geen idee.’ ‘Ik kan dat wel te weten komen,’ zei Emma schuchter. Ze had zich de hele tijd op de achtergrond gehouden. Jan-Lieven zat in zijn speelkamer met tegenzin een supergesofisticeerde basketbalgame te spelen. Het was een spelconsole met vier schermen die rond de speler waren opgesteld. Je bevond je als speler dus midden in de virtuele wereld, wat voor een geweldige echter-dan-levensechte ervaring zorgde. Bovendien was je via sensoren verbonden met het stuurprogramma. Dat zorgde er via complexe wiskundige berekeningen voor dat de tegenstanders in het spel je als een virtueel 3D-element beschouwden en je dus maximaal konden bestrijden. Een hyperbole wavesimulator in het stuurprogramma stuurde dan weer via de sensoren prikkels naar de hersenen van de speler. Wat je zag, beleefde je op die manier echt. Een virtuele trap tegen je schenen deed net zo hard pijn als een trap in de werkelijkheid. Het was de enige game in zijn soort. Jan-Lievens papa had het speciaal door een leger Japanse gamegenieën voor zijn zoon laten ontwerpen. Maar zoals altijd was zoonlief het na enkele weken al beu. Hoe sensationeel deze game ook was, niks was cooler dan echte spelers en een echte basketbal. Waarom doen die van Driemteam zo verdomd tegendraads? dacht Jan-
135
Lieven, gekwetst door zo veel onbegrip. De alarmknop knipperde. Het signaal dat juffrouw Annie of Baldriaan hun jonge baas wilde spreken. Jan-Lieven rukte de sensoren van zijn armen en hoofd en drukte op de escape-knop, waardoor de virtuele wereld rond hem stilviel en wegflitste. De vier schermen schoven over elkaar zodat hij de spelconsole kon verlaten. Het was Baldriaan die zich had aangemeld. ‘Wat is er?’ ‘U hebt bezoek, meneer de jongeheer.’ ‘Ik wil geen bezoek! Ik ben niet in de stemming!’ ‘Excuseer, meneer de jongeheer. Mag ik u erop attent maken dat dit bezoek u blij zal maken?’ Jan-Lieven had de butler nog niet zo vaak weten tegenspreken. Meestal gehoorzaamde hij bij een vingerknip. ‘En waarom denkt u dat?’ ‘Zal ik de juffrouw binnenlaten?’ Jan-Lieven knikte overrompeld. Een meisje? Was het Kat die namens die stijfkoppen kwam onderhandelen? Of was het… Baldriaan liet Emma binnen. Ze begroette haar gastheer met een bedeesd glimlachje. ‘Hi.’ Jan-Lieven had het gevoel dat iemand zijn luchtpijp toekneep. ‘Stoor ik?’ vroeg Emma stilletjes. ‘Nee hoor. Ik vind het juist leuk dat je hier bent. Ga zitten.’ Emma had altijd gevonden dat haar ouders groot woonden. Ze was fier als ze haar ruime slaapkamer aan vriendinnen liet zien. De meesten moesten met veel minder tevreden zijn. Maar deze kamer was zo groot als de turnzaal op school en ze puilde uit van het speelgoed en de hebbedingetjes.
136
‘Zullen we naar mijn slaapkamer gaan?’ vroeg Jan-Lieven die de aarzeling bij Emma zag. ‘Daar hebben we meer plaats.’ Emma trok grote ogen. ‘Als jouw slaapkamer nog groter is, dan kun je er een tennistoernooi houden.’ Daar moest Jan-Lieven erg om lachen. Emma zocht een plekje op de knalgroene fauteuil in de vorm van een racewagen. De jonge gastheer kwam met flapperende oren naast haar zitten. ‘Waarom ben je van gedachte veranderd?’ vroeg hij met enige schroom. ‘Omdat ik vanmorgen niet vriendelijk tegen je was. Dat kwam omdat ik kwaad was. Het is niet oké dat je ons gevangen houdt.’ ‘Ik zet jullie toch niet achter tralies!’ ‘Nee, maar we mogen niet gaan waar we willen, niet doen wat we willen, niet rusten wanneer we willen. En die twee gorilla’s bewaken ons dag en nacht.’ ‘Ik nodigde jullie uit omdat ik fan ben. Als jullie het vertikken om basketbal te spelen, dan vind ik dat zeer onbeleefd.’ ‘Wij namen de uitnodiging aan in de veronderstelling dat wij hier twee weken op onze luie krent konden liggen aan het zwembad.’ ‘Wat heb ik daaraan?’ Emma kneep de ogen toe. Ook Jan-Lieven vond dat het gesprek de verkeerde richting uitging. Hij legde zijn hand op haar hand en keek haar teder in de ogen. ‘Zullen we samen iets leuks doen?’ Emma voelde een siddering door haar lichaam gaan. Ze vond het vreselijk dat die engerd zo dicht bij haar zat. Maar wat kon ze doen? Het plan ging voor.
137
‘Goed idee,’ zei Emma met een geforceerde glimlach. ‘Ik ben niet naar hier gekomen om te bekvechten.’ Jan-Lieven sprong op, holde naar de grote ingebouwde muurkasten en trok de deuren met een zwaai open. Emma kwam naast hem staan. ‘Mag ik een spel kiezen?’ Jan-Lieven knipperde onthutst met de ogen. Hij bepaalde de regels. Hij zou kiezen wat er gespeeld werd. Emma zette haar liefste gezichtje op: ‘Please.’ ‘Goed dan. Kies jij maar. Dat is eens iets anders.’
‘Er is niks aan,’ verzekerde Jan-Lieven haar en hij rende enthousiast naar een volgende kast. Daar haalde hij fier een minihelikopter uit. ‘En hier is de afstandsbediening.’ Emma snapte het misverstand. ‘Die bedoel ik niet,’ zei ze met een schattig snoetje. ‘Ik bedoel je echte helikopter, die waar Baldriaan je vrienden mee bracht.’ Jan-Lieven bulderde het uit. ‘Hahaha. Nu begrijp ik het. Je hebt gelijk. Deze is keisaai. Ik heb er een keer mee gevlogen en daarna nooit meer.’ ‘Kan het?’ drong Emma met smekende oogjes aan. Geduld is een schone zaak, zeker voor een directrice, dacht Lucy. Maar dat Bunker daar al zo lang binnen zat zonder iets te laten weten, kon er bij haar niet in. Was die kwibus werkelijk de ketel van de centrale verwarming aan het inspecteren? Hij moest toch al lang door de mand gevallen zijn? Die komedie duurde toch geen volledige dag? En ze werd gek van die gescheurde rok. Aangezien er geen levende ziel te bekennen was, trok ze hem uit en ging in haar bagage op zoek naar een andere.
Emma deed alsof ze nadacht. Maar haar keuze lag al lang vast: ‘Ik zou die helikopter van jou wel eens willen zien.’ Jan-Lieven was duidelijk verrast door haar voorstel. Maar het viel zeker niet in slechte aarde. ‘Weet je wat? Je mag er zelfs mee vliegen!’ Emma geloofde haar oren niet. ‘Ik?’ ‘Als je belooft om hem niet te laten neerstorten.’ ‘Ik heb nog nooit met een helikopter gevlogen,’ stamelde ze.
138
Het autootje van de postbode passeerde haar rakelings. Lucy trok snel haar jasje fors naar beneden zodat het leek alsof ze een kort jurkje aanhad en haastte zich naar de man. ‘Hebt u post voor meneer Bondelmax?’ ‘Wie bent u?’ stamelde de man argwanend. Hij werd niet elke dag aangesproken door een vrouw in een slipje.
139
‘Ik ben zijn nieuwe secretaresse,’ loog Lucy en ze strekte haar hand uit om de post in ontvangst te nemen. ‘Ik moet de post in de kluis steken. Dat zijn mijn strikte orders.’ Juf Lucy zag nu het luikje in de metalen poort, met ernaast een klavier. ‘De kluis is kapot,’ verduidelijkte ze met een pokerface en ze drong aan om haar de post te overhandigen. De postbode bleef halsstarrig weigeren. ‘Dat wil ik nog wel eens zien,’ zei hij en hij trok naar de kluis. De postbode wilde de geheime code intikken, maar Lucy stond opdringerig op zijn vingers te kijken. De man maakte met een kuchje duidelijk dat hij haar nieuwsgierigheid niet kon waarderen. ‘Stoor je maar niet aan mij,’ giechelde de wentelteef. ‘Ik ken de code. Meneer Bondelmax en ik hebben geen geheimen voor elkaar.’ De postbode vertrouwde het duidelijk niet en schermde met zijn lichaam het klavier af opdat Lucy niet kon zien welke code hij intikte. De kluis klikte automatisch open en de postbode legde de post voor meneer Bondelmax er netjes in. Lucy stond op de tippen van haar tenen en probeerde over zijn schouders mee te kijken. Nee, de kluis was te klein om erin te passen. Langs hier kon ze niet naar binnen. Ze baalde maar bleef vriendelijk. ‘Tot de volgende!’ kirde ze vrolijk toen het postautootje rechtsomkeer maakte. Maar van zodra de bezoeker uit het zicht verdwenen was, zakte haar humeur naar een absoluut dieptepunt. Twee uur, een nieuw rokje en drie droge koffiekoeken later, ging de poort eindelijk weer open. Bunker stapte relax naar buiten. ‘Hou die poort open!’ krijste Lucy zo hard ze kon. Het mocht niet
140
141
baten. De poort sloeg dicht nog voor ze er een voet kon tussen steken. Bunker keek haar met een waterige blik aan. ‘Oeps.’ Lucy had hem kunnen wurgen, maar ze was te nieuwsgierig. ‘Waar zat jij!?’ gierde ze. ‘Binnen.’ ‘Dat weet ik ook wel. Maar wat heb je daar gedaan? Ze moeten toch gezien hebben dat jij niks van centrale verwarming kent!’ ‘Oh ja. Meteen,’ antwoordde Bunker met een binnenpretje. ‘Hier aan de poort al.’ Lucy moest haar zenuwen in bedwang houden. Ze had veel zin om Bunker de huid vol te schelden, maar het was hem gelukt waar zij in mislukt was. Misschien kon hij haar tippen over hoe ze wel binnen kon geraken. Ze probeerde dus kalm te blijven. ‘Waarom lieten ze jou dan binnen?’ ‘De gouvernante kent mij nog van op school.’ Lucy keek Bunker verrast aan. ‘Annie en ik hebben jaren samen in de klas gezeten. Zij had mij meteen herkend.’ Er viel een rust over de directrice. Dit was een meevaller van formaat. ‘Heb je meneer Bondelmax gezien?’ Bunker schudde het hoofd. ‘Maar je hebt jouw oude schoolvriendinnetje gevraagd of we hem konden ontmoeten?’ Bunker trok een gezicht als een boer met kiespijn. ‘Niet aan gedacht,’ gaf hij stilletjes toe. Lucy slikte. Alleen kalmte kon haar redden.
142
‘Je hebt je vriendinnetje toch over mij verteld?’ ‘Vergeten.’ Juf Lucy slaakte een kreet die de leeuwen achter de muur jankend van angst onder de struiken deed kruipen. ‘Hoe kun je dat nu vergeten!?’ schreeuwde ze uit. ‘We hadden zoveel te vertellen,’ grimaste Bunker. ‘Jij belt meteen weer aan en zorgt ervoor dat we binnen mogen,’ beval de directrice. ‘Annie had geen tijd nu. Maar ik zie haar morgen weer.’ Lucy trok een wenkbrauw op. ‘Ze heeft me uitgenodigd om te komen lunchen.’ Dat was alles wat de directrice moest horen om opnieuw in een rooskleurige toekomst te geloven. Het was bijna middernacht toen Emma het paviljoen binnenstormde. ‘Het is me gelukt,’ hijgde ze opgelucht. ‘De helikopter staat in de hangar achter het pretpark. Die is beveiligd met een code maar die zit in mijn hoofd. Als je binnen in de elektriciteitskast de hendel omhoog duwt, schuift het dak open.’ Ze kreeg een stevige knuffel van Jamila en Kat. ‘Kobe heeft de hele avond Fire Flight X gespeeld.’ ‘Deze keer is het redden van de mensheid een bijzaak,’ grinnikte de reus. ‘Viel het een beetje mee?’ vroeg Joessef aan Emma en hij verwelkomde haar op zijn beurt met een knuffel. ‘Ik heb op mijn tanden moeten bijten om lief en vriendelijk te blijven,’ pufte Emma moe. ‘Ik ben nog nooit zo’n vervelend ventje tegengekomen.‘
143
Kobe keek haar van achter zijn console aan. ‘Morgen zijn we hier weg.’ ‘Geen dag te vroeg,’ blies Emma. ‘Heb je de bestelling kunnen doorgeven?’ wilde Robin weten. Emma knikte met een glimlach. ‘Jan-Lieven vond het een vreemd verzoek maar ik heb uitgelegd dat we op een bijzonder sportdieet staan. Hij zou het aan de keuken laten weten. We krijgen morgen twintig kilo gehaktballen als ontbijt.’ ‘Gehaktballen als ontbijt! Bah!’ lachte Free. ‘Mijn maag protesteert nu al als ik eraan denk.’ ‘Maar ze zullen smaken!’ knipoogde Kat strijdlustig.
13 Lucy had twee kamers geboekt in een nabijgelegen hotelletje. Nu ze zeker was dat ze bij Bondelmax kon binnengeraken, was ze in een opperbeste stemming. Van toen ze vertrokken waren aan het domein tot ze opsplitsten om naar hun kamers te gaan, had ze aan een stuk gezongen. Tot ergernis van Bunker. ‘Hoe laat word jij daar verwacht?’ ‘Tegen een uur of twaalf,’ antwoordde Bunker na enige aarzeling. ‘Goed zo. Dan slaap ik lekker uit, neem ik ontbijt op bed en duik ik daarna de badkamer in voor een complete make-over. Ik moet toonbaar zijn voor de eerste ontmoeting met mijn toekomstige echtgenoot. Ik wil dat hij in vuur en vlam staat zodra hij mij ziet. We treffen elkaar stipt om half twaalf aan de receptie. Geen minuut later. Afgesproken?’ Bunker durfde niet anders dan instemmend te knikken. De directrice trok tevreden haar kamerdeur toe.
144
145
Een nieuwe nacht viel over het domein van Bondelmax. Een voor een gingen alle lichten uit. Emma, Jamila, Free en Kat trokken naar hun kamer en ook Joessef en Robin maakten zich klaar om te gaan slapen. Kobe bleef verwoed Fire Flight X spelen. Hij wilde voorbereid zijn voor morgen en was bereid om voort te spelen tot zijn duimen blauw zagen. Robins plan verschilde niet veel van zijn vorige plannen. Het was even krankzinnig als gedurfd. Kobe zou op het basketbalveld doen alsof hij opnieuw een aanval van bekkenbodemstuipen kreeg. Op die manier zouden ze Tim, Tom en Jan-Lieven op het veld lokken. Van de afleiding konden de vrienden gebruik maken om het veld heimelijk te verlaten. Kobe zou als laatste ontkomen, terwijl de rest Jan-Lieven en de twee lijfwachten op een afstand hielden door hen te bekogelen met gehaktballen. Ze zouden hen opsluiten en zo snel mogelijk naar de helikopterloods lopen. Juffrouw Annie en Baldriaan zouden hen wellicht proberen tegen te houden, maar terwijl Kobe de helikopter zou starten, zouden de anderen hen bestoken met de laatste gehaktballen. Lang hoefde de helikoptervlucht niet te duren. Van zodra ze het domein uit waren, konden ze ergens landen. Dan waren ze vrij. ‘Leg dat ding opzij. Je kunt het,’ riep Robin met zijn mond vol tandpasta vanuit de badkamer. ‘Ik ga niet kunnen slapen,’ gromde de dikkerd. ‘Een piepklein foutje van mij morgen en we zijn er allemaal aan.’ Joessef en Robin wisselden in de badkamerspiegel een blik. Kobe had natuurlijk gelijk. Maar niemand wilde hier ook maar een dag langer blijven.
146
‘Ik heb eens gehoord dat een helikopter besturen gemakkelijker is dan met de auto rijden,’ zei Joessef. ‘Ja, zelfs ik zou het kunnen,’ pikte Robin in. Kobe dacht even na en sloot zijn laatste spel af. Hij wrong zich tussen zijn twee vrienden aan de lavabo en nam zijn tandenborstel. Plots begon hij te grinniken. ‘Weet je wat? Ik beeld me gewoon in dat de wereld in brand staat. Dan geraken we zeker en vast veilig thuis.’ Zijn twee kamergenoten schoten mee in de lach. Maar diep in zichzelf bleven ze onrustig. Dit kon wel eens hun laatste nacht zijn. Ook de meisjes beseften dat. ‘Als je wist dat morgen je laatste dag was, wat zou je dan zeker nog willen doen?’ vroeg Emma toen ze in bed kropen. Kat schrok. ‘Wat vraag jij nu?’ ‘Denken jullie daar nooit over na?’ ‘Ik had graag eens een liedje ingezongen in een echte studio,’ bekende Jamila. ‘Dat zou de max zijn.’ ‘En ik zou nog snel mijn studie over bacteriën afmaken,’ bedacht Free. ‘Wie weet krijg ik na mijn dood nog een Nobelprijs.’ ‘Ik zou snel wat met mijn broertjes gaan spelen,’ gaf Kat toe. ‘En hopen dat er leven is na de dood. Dan zie ik mama terug.’ ‘En wat zou jij doen?’ vroeg Free nieuwsgierig aan Emma. Haar pretoogjes glommen. ‘Ik zou een vet feestje bouwen samen met mijn beste vrienden.’ Dat was maar een woord. De meisjes sprongen uit hun bed en stormden de jongenskamer binnen. ‘Hey, jullie waren toch niet van plan om te gaan slapen?’ ‘Wij willen onze laatste avond hier vieren.’
147
Free zapte naar een muziekkanaal op de televisie en het kot stond op stelten. Tot in de vroege uurtjes… Onze vrienden werden gewekt door Baldriaan die met het ontbijtkarretje het paviljoen binnenreed. Joessef trok zijn ogen moeizaam open. ‘Wat is die muffe geur?’ ‘Raad eens,’ klonk het dof van onder de berg lakens op Robins bed. ‘Gehaktballen,’ walgden de jongens gezamenlijk. Ook de meisjes konden de vettige baklucht in de ochtend maar matig waarderen. Maar het vooruitzicht dat dit hun laatste dag in gevangenschap was, maakte veel goed. Baldriaan had de ontbijttafel gedekt. ‘Meneer de jongeheer verwacht jullie over drie kwartier op het basketbalveld,’ deelde hij nog stijfjes mee en ging weg. De jongeren gluurden met bedenkelijke blikken naar de schotels vol gehaktballen. ‘Ik heb ooit eens spaghetti gegeten ’s morgens,’ grinnikte Robin. ‘De eerste hap doet raar, maar nadien gaat het vlot naar binnen. Zeker met wat bruine suiker.’ Iedereen haalde zijn neus op. ‘Jij bent echt walgelijk, Hoedemakers,’ sneerde Joessef en daar was de rest het mee eens. ‘We kunnen straks gezellig keuvelen,’ merkte Kat nuchter op. ‘Nu is het tijd om in actie te schieten.’ Emma haalde haar zwemgerief uit haar schoudertas en staarde bezorgd naar de stapel jurkjes en topjes in de kast. ‘Ik kan mijn spulletjes toch niet zomaar achterlaten?’ ‘We halen ze nadien wel op,’ suste Kat.
148
149
‘En wat als die Jan-Lieven uit woede alles laat vernietigen?’ ‘Dan zal hij alles dubbel en dik moeten vergoeden en dan kun je nieuwe spulletjes gaan kopen,’ troostte Free. ‘Hij zal dat niet doen. Hij zal zo al genoeg uit te leggen hebben aan de politie,’ snoof Jamila. Ze waren van plan om na hun ontsnapping een klacht in te dienen. Je houdt immers niemand ongestraft vast. Al beseften ze ook wel dat het hun woord tegen dat van Jan-Lieven, juffrouw Annie en B aldriaan was. Die zouden zeker alles ontkennen. En papa Bondelmax was rijk genoeg om de beste advocaten in te huren. Emma maakte van haar hart een steen, sloot de kast en trok met haar lege schoudertas naar de speelkamer. Daar stond Kobe zijn rugzakje te vullen met gehaktballen. ‘Je hebt er toch nog geen binnengesmikkeld achter onze rug?’ ‘De verleiding is groot,’ gaf de reus toe. ‘Maar we hebben onze munitie nodig.’ Tim en Tom waren verbaasd toen de basketbalploeg voor het eerst met rugzakken en schoudertassen opdaagde. ‘We hebben ons bij de situatie neergelegd,’ verklaarde Kat. ‘We willen niet meer zoals de vorige dagen wat aanmodderen. Vanaf vandaag gaan we ervoor. We zullen meneer de jongeheer geven wat hij van ons verwacht. Vandaar dat we handdoeken, verzorgings producten en reserveshirts bij hebben.’ ‘En we willen dat Robin meegaat,’ vulde Free aan. Robin stak zijn hoofd van achter de brede schouders van Kobe en zwaaide met een brede grijns naar de twee broers. ‘Hij is onze mascotte,’ voegde Joessef er nog snel aan toe.
150
De twee lijfwachten stelden zich geen vragen en begeleidden de jongeren naar de golfkarretjes die klaarstonden naast het paviljoen. ‘Hey, gaan we niet te voet vandaag?’ merkte Jamila argwanend op. Tim en Tom schudden simultaan het hoofd en geboden onze vrienden om in te stappen. Die gehoorzaamden, maar niet zonder enige twijfel. ‘Ik hoop dat dit niks aan onze plannen verandert,’ fluisterde Kat gespannen. De twee zwijgzame spierbundels namen plaats achter het stuur en reden met onze vrienden weg. De vrees van Kat was gegrond. Ze reden de totaal andere kant uit. ‘Gaan we niet naar het basketbalveld?’ vroeg Joessef ongerust aan Tom. Die antwoordde niet, maar het was duidelijk dat ze niet zomaar een omweg maakten. Dat zorgde voor zenuwachtigheid achter in de golfkarretjes. ‘Wat nu?’ vroeg Emma zorgelijk. ‘Kalm blijven en afwachten,’ oordeelde Kat. ‘Bedenk maar al een plan B,’ fluisterde Free in Robins oor. ‘Plan B is eenvoudig,’ antwoordde hij meteen met een piepstemmetje. ‘We ontsnappen niet.’ Onze vrienden wilden er niet aan denken. Ze waren helemaal klaar voor hun ontsnapping. ‘Ik zie al waar we naartoe gaan,’ morde Jamila nadat ze het pretpark waren gepasseerd. Ook de anderen zagen nu dat een hyper nerveuze Jan-Lieven hen in een Nijntjes-zwembroek bij het subtropische zwembad stond op te wachten. Hij zwaaide van zodra hij onze vrienden zag aankomen. ‘Glimlachen,’ beval Joessef ogenblikkelijk. ‘Hij moet denken dat we blij zijn.’
151
Tim en Tom parkeerden voor het zwembad en lieten onze vrienden uitstappen. ‘Ha! Jullie hebben je zwemgerief bij!’ riep de jonge Bondelmax opgetogen en hij wees naar de rugzakjes en schoudertassen van onze vrienden. Kat liet haar verbazing blijken. ‘Bijlange niet. Dit zijn onze spullen om een hele dag te basketten.’ Joessef speelde er meteen op in. ‘Ja. Nu hadden we er eens zin in.’ Jan-Lieven leek verbaasd. ‘Heeft Baldriaan jullie niet gezegd dat jullie vandaag een frisse duik mogen nemen?’ De ploegleden van Driemteam schudden het hoofd. ‘Kunnen we die niet uitstellen tot na de middag?’ probeerde Emma. ‘Na een paar uur keihard sporten gaat een frisse duik nog meer deugd doen.’ ‘We kunnen na de lunch onze zwempakken oppikken,’ drong Free aan. Het subtropische zwembad met zijn wildwaterbaan oefende geen enkele aantrekkingskracht meer uit op onze vrienden. Het enige waar ze naar verlangden was zo snel mogelijk naar huis gaan. ‘Ik ga niet in mijn blootje zwemmen,’ stelde Kobe kordaat. Jan-Lieven schoot in de lach. ‘Dat is niet nodig.’ En hij wees naar de kleedhokjes. ‘Ik heb om jullie te verrassen zwembroeken en badpakken laten maken in de kleuren van Driemteam. Jullie vinden ze in de hokjes.’ Het was een opdoffer voor onze vrienden, maar ze lieten niks blijken. ‘Hoe lief,’ grimaste Jamila.
152
Jan-Lieven porde de vrienden aan. ‘Omkleden!’ Er zat niks anders op dan met Tim en Tom mee te gaan naar de kleedhokjes. Jan-Lieven gluurde aarzelend naar Robin, die naast hem bleef staan. Met zijn gebroken voet kon hij niet in het water. Dit was het ideale moment om hem uit te horen. ‘Heeft Emma het vaak over mij?’ peilde de jonge Bondelmax schoorvoetend. Robin was eerst verrast door de vraag, maar glimlachte meteen terug. ‘Oh ja. De hele tijd.’ Jan-Lieven leefde zichtbaar op. ‘En wat zegt ze dan allemaal?’ ‘Gewoon. Dat ze jou knap vindt. En lief. En leuk. Ze is nog nooit iemand tegengekomen die haar zo aan het lachen kan brengen.’ Jan-Lieven hapte naar adem. Hij wist dat hij een enorme aantrekkingskracht had. Hij kreeg soms brieven van meisjes die hij van haar noch pluim kende. Maar dat hij zo’n indruk had gemaakt op Emma had hij nooit durven dromen. Robin genoot ervan om er nog een schepje bovenop te doen. ‘En ze vindt jou enorm verstandig. Einstein verbleekt naast jou.’ Jan-Lieven liep met zijn hoofd in de wolken. ‘Ze is dus verliefd op mij?’ polste hij overgelukkig. Met die positieve woorden van Robin kon het niet anders. Robin liet de gehate gastheer enkele seconden in de waan, maar schudde dan het hoofd en sabelde alle hoop neer: ‘Verliefd? Nee, in geen honderd jaar. Daarvoor vindt ze jou een veel te grote schlemiel.’ Jan-Lieven stond paf. Robin hinkte met een grijns weg.
153
Emma en Free keken in hun kleedhokje op. Free had de stem herkend. ‘Robin?’ ‘Jan-Lieven en zijn twee brulapen staan aan de andere kant van het zwembad. Ze kunnen ons niet horen.’ ‘Kunnen we niet weg geraken als Kobe nu zijn aanval krijgt?’ vroeg Kat meteen uit het andere kleedhokje. ‘Laat mij eerst mijn zwembroek aantrekken,’ mummelde Joessef vanuit nog een ander kleedhokje. ‘Ik wil niet in mijn blootje op de vlucht gaan.’ Robin moest zijn vrienden ontgoochelen. ‘Ik zie hier nergens een plek waar we hen kunnen opsluiten. Het zwembad is niet omheind. En we hebben niet genoeg gehaktballen om hen tijdens een lange achtervolging op een afstand te houden.’ ‘Dus?’ drong Free aan.
154
‘We moeten onze ontsnapping uitstellen tot na de middag, op het basketbalveld.’ Er klonk gemor uit alle kleedhokjes. ‘Bekijk het langs de positieve kant. Die wildwaterbaan ziet er mega uit,’ monterde Robin hen op. ‘Die wildwaterbaan kan mij gestolen worden,’ pufte Jamila. En daar waren de anderen het mee eens.
155
14 Klokslag half twaalf stond Lucy aan de receptie. Waar bleef Bunker toch? Ze had er zo op gedrukt dat hij op tijd moest zijn. Ze mochten niet te laat komen op de afspraak. Ze beval de receptionist naar zijn kamer te bellen. ‘Euh… meneer Bunkermans is uitgecheckt.’ Even bekroop Lucy de angst dat de materiaalmeester zonder haar naar het domein was teruggekeerd. Ze liep als een opgejaagd konijn naar de parking van het hotel. Tot haar opluchting stond Bunkers auto er nog. ‘Waar zit die clown toch?’ De woorden waren nog niet uit haar mond wanneer ze Bunker op z’n dooie gemak zag aankomen. ‘Wel? Kan dat niet wat vlugger?’ Bunker toonde fier het fleurige pak dat hij in het dorp was gaan kopen. ‘Ik kan toch niet in mijn stofjas gaan dineren?’ ‘Wat kunnen mij jouw kleren schelen! Het gaat over mij! Deze keer mag het niet misgaan!’ Bunker liet de directrice betijen en keurde zijn aankoop in de zijspiegel van zijn autootje.
157
‘Ik heb vannacht nagedacht,’ hervatte Lucy in alle kalmte. ‘Dat personeel heeft duidelijk een pik op mij. Misschien doen ze moeilijk als ik mij met jou aan de poort vertoon.’ Bunker had dat ook al gedacht, maar hij had er niks over durven te zeggen. ‘Ik kan het dus maar beter slim aanpakken,’ vervolgde Lucy. ‘Ze mogen mij niet zien, dus zal ik mij in je koffer verstoppen. Als jij binnen geparkeerd staat, wacht ik een kwartiertje en dan kruip ik eruit om Bondelmax te zoeken. Wat denk je daarvan?’ ‘Geniaal,’ zei Bunker droogjes en hij tikte op zijn horloge om duidelijk te maken dat ze dringend moesten vertrekken. Ook Lucy wilde geen tijd meer verliezen. Ze kroop in de koffer en peperde Bunker zijn instructies in: ‘De koffer niet toeduwen. Ik hou de klep vanbinnen dicht. Je hoeft je van mij verder niks aan te trekken. Jij gaat naar jouw afspraakje en ik trek mijn plan.’ Bunker stapte in. Hij zag de klep van zijn koffer naar beneden zakken en startte de auto. De rit was geen pleziertje voor juf Lucy. Het was stikdonker in de koffer en door haar bagage bleef er maar weinig plaats over. Ze stootte meermaals haar hoofd tegen het kofferdeksel en in de scherpe bochten prikte de opgevouwen gevarendriehoek venijnig in haar zij.
158
Eindelijk hield de auto halt. Ze hoorde Bunker uitstappen en het portier dichtslaan. ‘Ik ga nu aanbellen en dan rij ik naar binnen,’ fluisterde hij. Na enkele minuten afwachten, hoorde ze hem terugkeren en weer in de auto stappen. Hij vertrok niet meteen, maar dat verbaasde Lucy niet. Gisteren duurde het ook lang voor ze Bunker binnenlieten. Ook Bunker wachtte geduldig. En toen eindelijk de metalen poort openging, reed hij naar binnen. Bunker raakte niet uitgekeken op de exotische tuin waar hij door reed. Ook gisteren had hij zich vergaapt aan de wildgroei van lianen, boomvarens en palmen. Pufpufpufpuf… Bunker voelde dat zijn auto stilviel. Wat was er nu weer? Toch niet weer een platte band? Nee. Hij zag meteen wat er schortte: geen benzine meer. Hij had al gezien dat hij moest gaan tanken, maar deze ochtend was hij dat compleet vergeten. Hoe dom! Bunker nam zijn gsm en belde naar juffrouw Annie. ‘Ik sta binnen, maar ik ben zonder benzine gevallen.’ ‘Ben je al door de tweede poort?’ Bunker zag op het einde van de weg de tweede poort openstaan. Gisteren had hij die hele weg te voet afgelegd. ‘Nee.’ ‘Wandel ernaartoe. Ik kom eraan.’ ‘Tot zo.’ Bunker deed wat juffrouw Annie had gezegd. Hij stapte uit en wandelde naar de tweede poort. Daar zag hij zijn oude klasgenote naar hem toe komen. Ze omhelsde hem hartelijk. ‘Je bent nog altijd even vergeetachtig als toen,’ giechelde ze. A chter
159
hen ging de tweede poort dicht. ‘En mijn autootje?’ ‘Ik vraag aan Baldriaan om hem straks vol te tanken,’ zei juffrouw Annie. ‘De leeuwen worden zenuwachtig als ze te lang opgesloten zitten. Zeker als ze nog niet gevoederd zijn en honger hebben.’ Bunker schrok niet een klein beetje. ‘Zitten hier dan toch leeuwen?’ ‘Oh ja. Een zevental.’ Juffrouw Annie zag de blik van Bunker en stelde hem gerust. ‘Wees maar niet bang. Aan jouw autootje doen ze niks.’ Ze nam Bunker gezellig bij de arm en troonde hem mee naar de villa. Bunker keek nog heel even achterom. Ik had misschien beter iets tegen de directrice gezegd, dacht hij nog. Lucy wist niks af van de lege tank. Ze had gevoeld dat ze gestopt waren en ging ervan uit dat Bunker zijn auto ergens op een parking op het domein had achtergelaten. Ze had Bunker horen vertrekken en wachtte geduldig af tot een kwartier verstreken was. Pas dan liet ze de koffer zachtjes opengaan. Ze was niet een klein beetje verbaasd toen ze de omgeving zag. ‘Wat een rare parking. Het lijkt hier wel een botanische tuin.’ De geur van wilde orchideeën kwam haar neusvleugels tegemoet. ‘Mmmm… heerlijk.’ Ze klom uit de koffer en huppelde
160
verkwikt op de bloemen af. Ze sloot de ogen en raakte bedwelmd door de zoete geur die uit de immense kelken dwarrelde. Ik wed dat de aftershave van Bondelmax net zo goed ruikt, dacht ze. Ze ontwaakte uit haar dagdroom door beweging in de struiken. Ze was meteen op haar hoede. Stel dat Bunker gelijk had, dat hier werkelijk leeuwen zaten… Ze ontspande toen een leeuwenwelpje uit het gebladerte sprong. ‘Je bent een nog grotere stomkop dan ik dacht, Bunker,’ lachte ze. ‘Je leeuwen zijn poesjes.’ Het welpje kwam voor Lucy’s voeten op zijn rug rollen en rekte zich uit. ‘Weg jij. Ik ben allergisch voor katten. Tssss tssss…’ Omdat het speelse welpje niet wilde wijken, trapte Lucy het opzij. ‘Wie niet horen wil, moet voelen. Uit mijn zicht, luizige haarbal.’ Het welpje vond het duidelijk niet leuk om een trap te krijgen. Het gromde dreigend en toonde zijn nagels. ‘Je hebt wel behoorlijke klauwen, vriend,’ stelde Lucy vast. Ze had geen oog voor de leeuwin die achter haar uit de struiken kwam. Het had een heerlijke ochtend kunnen zijn voor onze vrienden. Het subtropische zwembad bood een welkome verfrissing, zelfs in de voormiddag. En voor een rit door de wildwaterbaan hadden ze elders uren willen aanschuiven. Dit was de droomvakantie zoals ze die zich ingebeeld hadden. Maar de aanwezigheid van Jan-Lieven en het besef dat ze gevangen waren, verpestten alles. Ze konden dus maar half genieten van de waterpret, al deden ze hun best om dat te verbergen voor hun gastheer. Je kon nooit weten dat hij argwaan zou krijgen.
161
‘Weet je,’ zei Joessef. ‘Eigenlijk speelde je wel verrassend goed in die wedstrijd met jouw vrienden.’ ‘Vind je dat echt?’ Je zag aan zijn ogen dat Jan-Lieven zulke dingen graag hoorde. Free pikte er met een ernstige snoet op in. ‘Je zou perfect in ons team passen.’ Jan-Lieven blikte naar Robin die aan de overkant van het zwembad met Tim en Tom stond te praten. ‘Ik zou mijn mannetje kunnen staan. Zeker als ik mijn spel met dat van hem vergelijk.’ Jamila had het gesprek gehoord en kwam bij hen staan. ‘Waarom kom je niet bij de ploeg? Je kunt de plaats van Robin innemen.’ ‘Mag dat dan? Ik zit niet bij jullie op school.’ ‘Ik ben zeker dat er iets te regelen valt met onze directrice,’ zei Free ernstig. Kat knikte instemmend. ‘Speel straks met ons mee.’ Het idee stond Jan-Lieven zichtbaar aan. Eindelijk was het middag. Baldriaan kwam melden dat de picknick klaarstond naast het basketbalveld. Onze vrienden kleedden zich
162
razendsnel om en ook de picknick werkten ze in een sneltempo naar binnen. Niet dat ze zo’n grote honger hadden, maar het moment van de ontsnapping naderde. Toen ze het basketbalveld betraden, stond de spanning op hun gezichten af te lezen. Er was in stilte afgesproken dat Robin het signaal zou geven. Hij had van op de tribune immers het beste zicht op de situatie. Jan-Lieven beleefde de dag van zijn leven. Hij was zo blij om samen met zijn favoriete ploeg op het veld te staan dat hij Tim en Tom tot de fotografen van dienst had gepromoveerd. Jan-Lieven noch de twee gespierde broers leken zich aan een ontsnappingspoging te verwachten. Bunker veegde met zijn servet zijn mondhoeken schoon en keek juffrouw Annie voldaan aan. Ze had hem in een van de vele zaaltjes in de villa getrakteerd op een heerlijke maaltijd. En ze hadden vooral veel gelachen met fratsen die ze tijdens hun schooltijd hadden uitgehaald. ‘Eigenlijk vond ik jou toen maar een rare snuiter,’ bekende juffrouw Annie eerlijk. ‘En ik jou maar een saaie trien,’ kaatste Bunker terug en ze schoten allebei weer in de lach. ‘Goed dat we onze vergissing nu inzien,’ luidde de conclusie van juffrouw Annie. Bunker erkende dat en nam nog een stukje van de heerlijke frambozentaart. ‘Het is lang geleden dat ik nog zo gegierd heb,’ gaf juffrouw Annie ruiterlijk toe. Die bekentenis verraste Bunker enigszins. ‘Het moet hier toch plezant werken zijn?’
163
Juffrouw Annie haalde de schouders op. ‘Dat gaat.’ Bunker knipperde met de ogen. ‘Zo’n domein. En je zegt dat je baas hier bijna nooit is. Was dat voor mij ook maar het geval.’ ‘Soms wilde ik dat hij hier meer was,’ zuchtte juffrouw Annie zorgelijk. ‘Waarom dan?’ ‘Voor zijn zoon. Hij is onhandelbaar.’ ‘Luistert hij niet naar jou?’ ‘Hij behandelt mij en Baldriaan als zijn knechten. Het is echt een verwend ettertje.’ ‘Ik ken dat,’ knikte Bunker terwijl hij het puntje van zijn stuk taart naar binnen werkte. ‘De jongeren bij ons op school zijn ook een stelletje ongeregeld.’ ‘Ik denk niet dat dat hetzelfde is,’ zei juffrouw Annie. Ze liet een stilte vallen, maar besloot dan toch om openhartig te zijn tegen Bunker. ‘Meneer de jongeheer verwacht van ons zaken die tegen mijn geweten indruisen.’ ‘Zoals?’ ‘Hij heeft een basketbalploeg uitgenodigd waar hij supporter van is. Die jongelui dachten dat ze hier een leuke vakantie konden beleven, maar meneer de jongeheer wil dat ze hele dagen voor hem basketbal spelen.’ ‘Kan ik inkomen,’ smakte Bunker. ‘Ik kan ook hele dagen naar sportwedstrijden kijken. Het verveelt me nooit.’ ‘Die jongelui protesteerden en wilden weer vertrekken. Maar meneer de jongeheer wil ze niet laten vertrekken. Op zo’n moment denk ik: wat moet ik doen? Ingrijpen met de kans dat meneer de
164
jongeheer zijn beklag doet bij zijn vader en ik mijn job verlies? Of alles zijn gang laten gaan?’ Bunker dacht na. ‘Die ploeg heet toch niet toevallig Driemteam?’ ‘Ik geloof het wel. Ken je ze?’ vroeg de gouvernante verbaasd. ‘Hou ze nog maar een tijdje hier,’ gniffelde Bunker. ‘Dan heb ik er geen last van.’ Juffrouw Annie knipperde ontzet met de ogen. ‘Grapje,’ grinnikte Bunker terwijl hij met zijn vinger de kruimels van zijn bord oppikte. ‘Als Hoedemakers en zijn vrienden naar huis willen, moet jouw jongeheer ze laten gaan.’ Op dat moment klonk buiten uit het leeuwenverblijf luid gebrul.
Bunker schrok. ‘De leeuwen krijgen eten,’ verklaarde juffrouw Annie. Bunker hoopte dat juf Lucy zo slim was om in de koffer te blijven zitten. Jan-Lieven mikte voor de veertigste keer naar de ring, maar miste opnieuw. Toch oogstte hij applaus bij de omstanders. ‘Doe ik het dan goed?’ ‘Ik was erger dan jij,’ loog Emma. ‘Bij mij duurde het drie weken voor ik kon scoren.’ Jan-Lieven moest en zou indruk op haar maken. Hij liep naar de ring, sprong, gooide en miste.
165
‘Ik ben te klein!’ vloekte hij gefrustreerd. Hij deed teken naar Tim om te komen. ‘Ik wil op je schouders zitten. Misschien lukt het dan.’ Tim tilde zijn baas op en gaf hem een bal aan. Maar zelfs van die hoogte miste het verhitte baasje doel. Kat gluurde ongemerkt naar Robin op de tribune. Die voelde dat de tijd rijp was en knipoogde naar Kobe. De reus knikte en stortte enkele seconden later met een kreet in elkaar. ‘Hij heeft weer een aanval!’ krijste Free. Tim en Tom renden naar hem toe. ‘Een aanval van wat?’ schreeuwde Jan-Lieven die ook kwam kijken. ‘Van bekkenbodemstuipen. Je lijfwachten weten hoe ze het moeten aanpakken,’ zei Emma met valse tranen in de ogen. Tim en Tom namen Kobe bij zijn armen en benen, net zoals ze die nacht hadden gedaan, en trokken. Jan-Lieven keek verbijsterd toe en zag niet hoe achter zijn rug de leden van Driemteam hun spullen namen en een voor een het basketbalveld verlieten. Robin was de laatste die door het hekje verdween. Nu was het erop of eronder. Robin floot hard op zijn vingers. Tim, Tom en Jan-Lieven keken om en zagen de hele ploeg buiten de omheining staan. ‘Waar gaan jullie naartoe?!’ riep Jan-Lieven niet-begrijpend. Tim en Tom die les één in de lijfwachtenschool – vertrouw nooit een toevallige samenloop van omstandigheden – hadden onthouden, lieten Kobe ogenblikkelijk los. Die aarzelde geen moment, kroop overeind en schoot als een vuurpijl voorbij Jan-Lieven en zijn lijfwachten. ‘Houd hen tegen!’ bulderde Jan-Lieven die begreep dat ze in de val waren gelokt. Tim en Tom zetten de achtervolging in, maar een hagelbui van gehaktballen remde hen af. Kobe geraakte tijdig buiten en Joessef sloot het hek achter hem. Fase één van het plan was
166
gelukt. Jan-Lieven was in alle staten. ‘Sla alarm!’ krijste hij tegen Tom. ‘Houd hen tegen! Ze mogen niet weggeraken!’ Terwijl Tim in zijn eentje het hekje probeerde te rammen, zette zijn broer met de smartphone het alarm in gang. Over het hele domein ging een sirene af. ‘Dus daarvoor dienen die luidsprekers,’ merkte Robin op terwijl ze op de golfkarretjes sprongen. Joessef en Jamila namen het stuur. gilde Kat. Terwijl ze wegstoven, zagen ze hoe Tim en Tom met vereende krachten het hekje molesteerden. De achtervolging was begonnen.
167
15 De golfkarretjes scheurden over het glooiende domein, recht op hun doel af: de helikopterloods. Joessef en Jamila reden zo snel dat hun reisgenoten zich goed moesten vasthouden om niet uit de rijtuigjes gekatapulteerd te worden. ‘Eruit donderen doet pijn!’ brulde Robin. ‘Ik raad het niemand aan.’ Kat pakte Emma beet. ‘Jij kent de code van de loods hé?’ ‘Jaja. Eén acht zeven drie!’ Kat knikte tevreden. ‘Of was het nu één zeven acht drie?’ voegde Emma er lichtjes on zeker aan toe. ‘Het kan ook wel drie acht één zeven zijn.’ Free kneep de ogen toe: oh nee. Joessef hoorde Kobe prevelen. ‘Ben je de startprocedures aan het overlopen?’ De reus schudde het hoofd. ‘Ik doe een schietgebedje. Als ik het verknal en we halen het niet, weet dan dat ik jullie graag heb gezien.’ Joessef sloeg de ogen op. ‘We zijn er!’ Jamila duwde hard op de rem. De golfkarretjes waren amper tot stilstand gekomen of iedereen
169
sprong eruit. Er viel geen seconde te verliezen. Emma en Kat liepen voorop naar de toegangspoort. ‘Hier is het,’ hijgde Emma en ze wees naar het klavier met een knipperlichtje naast de poort. Kat keek haar vriendin bezwerend aan. ‘Doe het! Nu!’ Emma tikte de eerste code in die bij haar opkwam: één acht zeven drie. Het rode knipperlichtje maakte duidelijk dat de code foutief was. Niemand durfde te sakkeren uit vrees dat ze dan tilt zou slaan. Maar toen ook haar tweede poging mislukte, begon het eerste gemor. ‘Misschien veranderen ze dagelijks de code,’ snikte Emma zenuwachtig. Joessef keek om en zag een stofwolk naderen. Jan-Lieven, Tim, Tom en Baldriaan hadden de achtervolging ingezet op quads. Jan-Lieven vuurde hen aan met een megafoon. ‘Sneller! Sneller! Het is mijn Driemteam! Ze mogen niet ontsnappen!’ ‘Ik zou mij haasten als we hier weg willen geraken,’ pushte Robin. Emma panikeerde nog meer en klapte helemaal dicht. ‘Ik weet de code niet meer,’ griende ze. Free greep ogenblikkelijk in. Ze nam de hand van haar kamergenote en keek haar overtuigend in de ogen. ‘Komaan Emma. Je kunt het.’ Frees aanpak miste haar uitwerking niet. ‘Ik weet het weer! De code kwam overeen met jouw verjaardagsdatum.’ ‘Komaan snel! Tik in!’ Emma had het deze keer bij het rechte eind. Het knipperlichtje flikkerde groen en de grendels van de deur klapten een voor een open. Onze vrienden vluchtten naar binnen en barricadeerden de poort met alle zware voorwerpen die ze konden vinden. Net op tijd want de quads kwamen aan.
170
‘Hou ze tegen!’ tierde Jan-Lieven door de megafoon. Tim en Tom sprongen van hun quad en probeerden de toegang te forceren. Kobe kroop met Robin in de cockpit van de helikopter en probeerde aan de besturingstools uit te raken. Emma liep met Kat naar de elektriciteitskast waar de hendel zat om het dak open te schuiven. Buiten gaf Jan-Lieven Tim en Tom op hun donder omdat ze de toegangspoort niet open kregen. ‘Ze willen met de helikopter ontsnappen!’ schreeuwde hij tegen Baldriaan en hij gebaarde naar Tim en Tom om op het dak te kruipen. De broers volgden trouw alle bevelen van hun jonge baas op en beklommen de loods. Ze stonden nog maar net op het dak toen de grond onder hun voeten begon te trillen. Ze moesten zich vasthouden om er niet af te vallen. ‘Hou dat dak toe!’ gilde Jan-Lieven furieus. Maar hoe de kleine Bondelmax zich ook opwond, de twee gorilla’s konden niet vermijden dat het openschoof. Onze vrienden waren intussen allemaal in de helikopter gaan zitten en knepen in elkaars hand. Alles hing nu van Kobe af. De reus was in opperste staat van concentratie. Het zweet drupte van zijn voorhoofd. Eén kleine onzorgvuldigheid in de startprocedure kon hen allen het leven kosten. Maar er was geen weg terug. Hij zou doen wat hij al zo vaak had gedaan, maar dan in het echt en niet virtueel in een game. Kobe greep de besturingshendel stevig vast en gaf die een ruk naar rechts tot hij vastklikte. Daarna hield hij de startknop ingedrukt.
171
‘Is dat getik normaal?’ vroeg Jamila bang. ‘De brandstof loopt nu naar de motor,’ zei Kobe geconcentreerd. Hij hield de meters op het controlepaneel nauwgezet in het oog. Er mocht geen druppel te veel doorstromen. Hij telde tien seconden en liet de startknop weer los opdat de toevoer werd afgesloten. ‘Daar!’ schreeuwde Joessef. De hoofden van Tim en Tom verschenen over de rand van het open dak. Kobe liet zich niet afleiden. Hij bracht de hendel nu met bibberende hand in vliegpositie. De wieken van de helikopter begonnen te draaien. Al wat hij nu nog moest doen, was de startknop op het juiste moment opnieuw indrukken om op te stijgen. Tim en Tom waren intussen naar binnen geklommen en stonden klaar om de helikopter te enteren. Joessef en Jamila bestookten hen met de laatste gehaktballen. Maar door het getril van de helikopter gooiden ze maar zelden raak. ‘Komaan, Kobe! Gaan!’ keelde Robin. Kobe drukte de startknop in en de helikopter kwam met een schok van de grond. Hij moest snel bijsturen of hij raakte met de wieken de rand van het open dak. Jan-Lieven zag hen uit de loods opstijgen en schreeuwde zich schor. ‘Ik verbied jullie om weg te vliegen! Landen, zeg ik! Landen!’ De onervaren piloot trachtte de helikopter onder controle te krijgen. Dat lukte hem beter dan verwacht en al gauw won het toestel aan hoogte.
172
Kobe durfde eindelijk om te kijken naar zijn passagiers. ‘We gaan naar huis,’ zei hij opgelucht en niet een klein beetje fier. Onze vrienden juichten dat het een lieve lust was. Robin kon het niet laten om een bek te trekken naar hun akelige gastheer die als een verwende kleuter over de grond rolde. Baldriaan aanschouwde zijn baas met een bedenkelijke blik en wilde weggaan. Maar Jan-Lieven gaf zich nog niet gewonnen. ‘Haal de jachtgeweren van mijn vader,’ blafte hij de butler toe. Die trok geschrokken een wenkbrauw op. De helikopter scheerde over het domein. Eens de omheining over moesten ze een plek vinden om weer veilig aan de grond te geraken.
173
‘Wat is dat daar?’ gilde Kat plots. Ze wees naar een savanneboom midden in het leeuwenverblijf. ‘Het lijkt wel alsof er iemand in de top van die kale boom zit.’ ‘Dat is precies… mijn tante,’ stamelde Free. De jongeren in de helikopter geloofden hun ogen niet. ‘Wat doet zij daar?’ Lucy beleefde de bangste uren uit haar leven. Toen ze het welpje een tweede trap had willen geven, was plots de moeder tussenbeide gesprongen. De directrice had zich te pletter geschrokken en had op de slechtst mogelijke manier gereageerd. Ze was beginnen te gillen en was gaan lopen, zo hard ze kon. De woeste leeuwin was haar achterna gehold en Lucy was in blinde angst de eerste de beste boom in geklauterd. Tot
174
haar verschrikking was het wilde dier haar achterna geklommen. Toen Lucy de top van de boom had bereikt, had ze benauwd haar ogen toegeknepen. Ze verwachtte dat ze opgepeuzeld zou worden. Maar tegen alle verwachtingen in was de leeuwin niet tot bij haar geklommen. Het beest was rustig op een van de lager hangende takken gaan liggen en wachtte daar geduldig af tot de belager van haar welpje weer zou afdalen. Lucy had zichzelf vervloekt omdat ze haar handtas in de koffer van de auto had laten liggen. Ze had het vreselijke dier misschien kunnen wegjagen door het allerlei spulletjes naar zijn kop te slingeren. Of ze had iemand kunnen bellen om haar uit deze hachelijke situatie te redden. Om hulp had ze niet durven te roepen, want ze wilde de leeuwin niet nog meer op stang jagen. De wentelteef had de omgeving afgespeurd in de hoop dat ze iemands aandacht kon trekken. Vanuit de boomtop had ze immers een wijd uitzicht over het domein van Bondelmax. Haar toekomstige echtgenoot is zo dichtbij en toch zo ver, had ze beseft en ze was zachtjes beginnen te huilen. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Ze had in de verte het dak van de loods zien openschuiven en de helikopter zien opstijgen. Haar angst was weggevallen en had prompt plaats gemaakt voor een warm gevoel. Bondelmax in hoogst eigen persoon kwam haar redden! Hoe romantisch!
De leeuwin werd opgeschrokken door de naderende helikopter en legde haar oren plat. Het wilde dier werd nu ook opgemerkt vanuit de helikopter.
175
‘De wentelteef is op leeuwenjacht,’ spotte Joessef. ‘Zullen we naar haar zwaaien en doorvliegen?’ Iedereen lachte, maar niemand dacht er echt aan om de directrice aan haar lot over te laten. ‘Kunnen we haar oppikken?’ vroeg Kat aan Kobe. De piloot schatte de situatie in. ‘Ik kan het proberen.’ ‘Neem geen overbodige risico’s,’ prevelde Emma gespannen. ‘Zorg dat iemand klaarstaat om haar naar binnen te trekken,’ zei Kobe en hij zwenkte naar de boom. De ronddraaiende wieken zorgden ervoor dat Lucy zich ferm aan de stam moest vastklampen om niet weg te vliegen. Van de leeuwin was geen spoor meer te bespeuren. Die was er al vandoor. Kobe manoeuvreerde de helikopter naast de boom en bleef op gelijke hoogte met Lucy hangen. Joessef opende het portier. ‘Springen! Nu!’ Hij gebaarde naar de wentelteef dat ze haar zouden opvangen. Lucy gluurde naar de diepte tussen de boom en de helikopter en schudde bleek het hoofd. ‘Hoe zit het?’ vroeg Kobe ongedurig. ‘Ik kan hier niet langer blijven hangen.’ ‘Ze durft niet,’ verduidelijkte Kat. ‘Dan moet ze het zelf maar bekijken,’ meende Jamila. ‘Niks van,’ zei Joessef. Hij greep zich stevig vast aan een ijzeren stang in de helikopter en strekte zijn arm uit naar de directrice. ‘Geef mij een hand!’ De wentelteef kneep haar billen toe. Ze begreep dat het haar enige uitweg was. Op de grond wachtten haar wellicht nog meer leeuwen. Ze haalde diep adem, greep naar de hand van Joessef en liet zich met gesloten ogen in de helikopter hijsen.
176
‘Opstijgen en wegwezen!’ riep Free naar Kobe. Terwijl Lucy op de bodem van de helikopter zat te bekomen, scheerde de helikopter over de buitenmuur van het domein, de vrijheid tegemoet.
177
16 Terwijl Kobe een geschikte plek zocht om te landen, liet Lucy stoom af. ‘Amuseren jullie je een beetje, ja? Ik hoop dat meneer Bondelmax beseft welk risico hij neemt als hij jullie met zijn helikopter laat spelen!’ ‘Wij zijn op de vlucht,’ beet Free terug. ‘De zoon van Bondelmax hield ons gevangen.’ Lucy keek haar nichtje ongelovig aan. Kat viel haar bij. ‘Ja, we riskeren onze nek om daar weg te geraken.’ ‘En om jou uit die boom te halen,’ sneerde Jamila. ‘Wat doe jij hier eigenlijk?’ wilde Robin weten. De wentelteef antwoordde niet meteen. Oppassen nu, dacht ze. Al wat ik zeg, kan nadien tegen mij gebruikt worden. ‘Ik kwam jullie redden,’ antwoordde ze losweg. ‘Ons redden?’ ‘Wist jij dan dat ze ons vasthielden?’ ‘Ik heb jullie meermaals proberen te bellen, maar jullie namen niet op. Jullie belden zelfs niet terug. Mijn gevoel zei mij dat er iets niet pluis was.’ De jongeren wisten niet wat ze ervan moesten geloven.
179
‘Bunker is hier trouwens ook,’ ging Lucy verder. ‘Hebben jullie hem niet gezien?’ Onze vrienden schudden het hoofd. ‘Iedereen gaan zitten!’ riep Kobe van achter zijn stuurknuppel. ‘We gaan landen.’ In geen tijd zat iedereen netjes op zijn plaats. Ze vlogen laag over een sparrenbos. Daarachter lag een open plek, vlak naast de weg. Lucy loerde argwanend naar Free. ‘Waar heeft hij eigenlijk leren vliegen?’ ‘Nergens,’ antwoordde die doodleuk. Lucy schrok. ‘Hoezo nergens?’ Free zei niks meer. Ze haalde met een monkellachje haar schouders op. De directrice zag dat haar nichtje de waarheid sprak en reageerde ontzet. ‘Heeeelp! Jullie zijn gek! Vlieg mij onmiddellijk terug naar die boom!’ ‘Zitten en zwijgen!’ blafte Joessef. Op dat moment raakte het onderstel van de helikopter een paar keer de grond. Het was niet bepaald een zachte landing, maar het belangrijkste was dat ze uiteindelijk zonder brokken op de begane grond stonden. Kobe balde de vuisten: ‘Gelukt!’ Hij kreeg instant applaus van de inzittenden. ‘Oh ja,’ schamperde Lucy zuur. ‘Moedig hem nog wat aan om van zulke krankzinnige toeren uit te halen.’
180
‘We hadden haar beter in die boom laten stikken,’ grapte Emma terwijl iedereen uitstapte. ‘Ik hoor je!’ siste Lucy. ‘Sssst!’ Robin gebaarde dat iedereen stil moest zijn. Naast het veld stopte een witte limousine. Krek dezelfde als die waarmee ze waren afgehaald. ‘Jan-Lieven is daar!’ panikeerde Jamila. ‘Snel. Verstop je!’ Iedereen stoof weg om een schuilplaats te zoeken, behalve Free. Die bleef staan. Ze voelde dat er iets niet klopte en wachtte tot de bestuurder en de passagier uitgestapt waren. De chauffeur was alvast niet Baldriaan en ook de passagier, een volwassen man met een zonnebril, kende ze niet. Ze zag wel dat hij dezelfde flaporen had als Jan-Lieven. ‘Zoekt u iets?’ riep ze stoutmoedig. De chauffeur wilde reageren, maar de man met de zonnebril gebaarde dat hij zou antwoorden. ‘Hoe komt u aan die helikopter?’ Robin herkende de man. ‘Da’s de papa van Jan-Lieven. Da’s meneer Bondelmax.’ Lucy verliet terstond haar schuilplaats en liep zwaaiend naar de man. ‘Joehoe, meneer Bondelmax. U kunt zich niet voorstellen hoe blij ik ben om u te ontmoeten. Ik…’
181
Ze had niet gezien dat er tussen de weg en het open veld een modderpoel lag. Haar voet zonk weg in het slijk en de directrice viel in de smurrie. Kat kwam naast Free staan. ‘Bent u echt de papa van Jan-Lieven?’ Papa Bondelmax haalde de zonnebril van zijn neus. ‘Kennen jullie mijn zoon?’ Ook Kobe, Jamila, Emma, Robin en Joessef kwamen nu bij Free en Kat staan. Ze knikten met een veelzeggende blik. ‘U wilt niet weten hoe goed,’ zei Emma met een pruillipje. ‘Wil iemand mij helpen?’ klonk het jammerend uit de modderpoel. Juffrouw Annie en Bunker wandelden arm in arm naar buiten. ‘We moeten dit nog eens overdoen.’ ‘Graag. Als ik de tijd heb tenminste,’ getuigde Bunker eerlijk. ‘De komende weken kan ik niet weg. Ze zenden heel wat belangrijke sportwedstrijden live uit.’ Op dat moment kwam Baldriaan aan. ‘De jongeren zijn ontsnapt met de helikopter en meneer de jongeheer wil hen achterna gaan met de jachtgeweren,’ hakkelde hij over zijn toeren. Zonder zich nog om Bunker te bekommeren, haastte juffrouw Annie zich naar het kabinet waar papa Bondelmax zijn wapens bewaarde. Toen ze daar binnenkwam, hadden Tim en Tom ze al uit de kasten gehaald. ‘Wat zijn we van plan?’ vroeg juffrouw Annie verbijsterd. Jan-Lieven verpinkte niet. ‘Da’s toch duidelijk? Die verdomde basketbalploeg is ervandoor met de helikopter. We halen ze terug.’ En hij gebood de gouvernante om hen door te laten. Juffrouw Annie dacht er niet aan en reageerde scherp.
182
‘Ik heb veel te lang gezwegen, meneer de jongeheer. Maar ik kan niet anders dan u vandaag op de vingers tikken: u gaat te ver.’ Jan-Lieven liep rood aan. Hij haatte het om tegengesproken te worden. En zeker door personeel. ‘Je bent ontslagen, juffrouw A nnie!’ riep hij kattig. ‘Vanavond bel ik mijn vader.’ ‘Dat hoeft niet, jongen.’ Jan-Lievens vader stapte achter de rug van juffrouw Annie het kabinet binnen. Er ging een schok door het driftige ventje. ‘Papa? Wat doe jij hier?’ ‘Ik had het gevoel dat ik je te lang alleen liet deze keer,’ zei papa Bondelmax bedaard. ‘Veel te lang, moet ik vaststellen.’ Jan-Lieven begreep dat zijn vader op de hoogte was van alles wat er de laatste dagen op het domein gebeurd was en liet zijn hoofd zakken. Onze vrienden verzamelden hun bagage voor het paviljoen en Baldriaan propte ze in de koffer van de limousine. Hij zou hen naar huis brengen. Eindelijk, want alle zeven keken ze ernaar uit om echt aan de vakantie te beginnen. Ze was dan wel slecht begonnen, ze wilden er nog een fantastisch vervolg aan breien. ‘Mijn broer heeft een huis gekocht. Ik ga hem een paar dagen helpen met de verbouwing,’ zei Joessef. ‘En ik ga een paar dagen bij mijn nichtje logeren,’ juichte Emma. ‘Heeft zij ook een rollercoaster in haar tuin staan?’ vroeg Jamila een tikkeltje beteuterd. Ze keken allemaal om naar de verlaten rollercoaster die nu al dagen naar hen lonkte. ‘De grootste overkop van Europa en we hebben hem niet eens uitgetest,’ mijmerde ze.
183
Free haalde de schouders op. ‘Rollercoasters en wildwaterbanen kunnen mij gestolen worden!’ Zo dacht Kat er ook over. ‘Ik zou niet willen ruilen met Jan-Lieven. Wat is hij met al die luxe? Hij zit hier altijd alleen. Als ik moest kiezen tussen dit en mijn vrienden, ik zou niet twijfelen…’ ‘Ik ook niet,’ grinnikte Robin die Kobe zijn koffer liet dragen. ‘Ik zou kiezen voor de rollercoaster.’ Iedereen lachte, want ze wisten dat hij dat niet meende. ‘Er komt iemand afscheid nemen,’ merkte Joessef stilletjes op. Op het grindpad kwam Jan-Lieven aan. Hij had nu duidelijk veel minder noten op zijn zang en liep met gebogen hoofd naast zijn vader. ‘Mijn zoon wil jullie iets zeggen,’ verkondigde papa Bondelmax streng en hij porde hem aan. ‘Het spijt me,’ lispelde de fanatieke supporter aangeslagen. ‘Ik had jullie niet mogen verplichten om te spelen. Het is niet omdat ik jullie grootste fan ben, dat ik kan beslissen over wat jullie moeten doen.’ ‘En het is fout om mensen gevangen te houden,’ lepelde Joessef hem kwaad in. Jan-Lieven knikte berouwvol. ‘Ik was bang dat jullie naar hier gekomen waren voor het zwembad en het pretpark en dat jullie je zonder mij wilden amuseren. Het gaat altijd zo als ik iemand uitnodig. Ze zien al die leuke dingen en laten mij staan.’
184
‘Het zou misschien helpen mocht jij niet altijd je zin willen krijgen,’ opperde Kobe. Jan-Lieven liet het hoofd weer zakken. ‘Het is allemaal mijn fout,’ gaf zijn vader toe. ‘Ik ben veel te vaak van huis. En als ik thuis ben, wil ik dat goedmaken door hem altijd zijn zin te geven.’ De multimiljardair nam de hand van zijn zoon. ‘Maar we gaan daaraan werken. Voortaan blijf ik vaker bij jou.’ Daar kikkerde Jan-Lieven van op en hij nam afscheid van Driemteam. ‘Het was fantastisch om jullie in het echt te mogen ontmoeten,’ zei hij gemeend. ‘Jullie zijn een superploeg en ik blijf jullie grootste supporter. Hop hop hop!’ ‘Driemteam aan de top!’ klonk het uit zeven kelen. Emma zette een stap naar voren. Jan-Lieven werd rood en keek onwennig weg. ‘Je bent een lieve jongen. Maar ik heb geen gevoelens voor jou,’ bekende de tennisster zachtjes. ‘Maar als je je leven betert, wil ik wel je vriend zijn.’ De mond van de miljardairszoon viel open. ‘Meen je dat?’ Emma knikte en gaf hem een kusje. Jan-Lieven lachte zijn tanden bloot en flapperde met zijn oren als nooit tevoren. ‘Ik ga meteen een fanpage op Feestboek voor jullie maken!’ riep hij opgetogen en hij huppelde naar de villa. Onze vrienden lachten: zo kenden ze hem weer. Baldriaan sloeg de koffer van de limousine dicht. ‘Jullie mogen ook hier blijven,’ beklemtoonde papa Bondelmax. ‘Het domein staat ter jullie beschikking. Jullie kunnen zwemmen, paardrijden, golfen… Doe maar alsof jullie thuis zijn.’
185
Onze vrienden wisselden een aarzelende blik. Maar hun besluit stond vast. ‘We gaan liever naar huis,’ antwoordde Kat namens de groep. Dat verbaasde papa Bondelmax ietwat, maar hij aanvaardde het. ‘Als er iets anders is waarmee ik jullie kan plezieren, zeg maar…’ De ploeg schudde stilletjes het hoofd. Papa Bondelmax nam afscheid met een stevige handdruk. ‘Laat af en toe eens iets van jullie horen. Jan-Lieven zou dat wel waarderen en ik ook.’ En de multimiljardair stapte weg. Robin blikte gealarmeerd naar Kobe. Die keek met blinkende oogjes om naar Emma. Zij keek op haar beurt paniekerig naar Joessef en Kat. Jamila zag de blikken van haar vrienden en stootte Free aan. Die reageerde terstond. ‘Excuseer… meneer?’ Papa Bondelmax draaide zich om. Free glimlachte schoorvoetend. ‘Er is toch iets dat u voor ons kunt doen voor wij naar huis gaan.’ Juffrouw Annie had Lucy na de ongelukkige val in de modderpoel een bad aangeboden. Wat had de wentelteef genoten in die badkamer met gouden kranen en marmeren vloer. Ze had zich al helemaal mevrouw Bondelmax gewaand. Toen ze in vol ornaat eindelijk naar buiten kwam, stond Bunker haar al naast zijn autootje op te wachten. ‘En deze keer gaan we niet stilvallen!’ verzekerde hij haar goedgemutst. ‘Ik heb volgetankt aan de privépomp van meneer Bondelmax.’ De directrice veegde Bunker de mantel uit.
186
‘Jij hebt mij opzettelijk bij die wilde beesten achtergelaten.’ De materiaalmeester zwaaide schichtig met de handjes. ‘Da’s niet waar. Ik…’ ‘Luister. Ik vergeef het je onder één voorwaarde. Je onthult nooit ofte nimmer de ware reden waarom wij hier waren. De leerlingen moeten denken dat ik hen kwam redden.’ Bunker wilde dat zelfs zweren als het moest, maar Lucy had al geen oog meer voor hem. Ze zag papa Bondelmax van het paviljoen terugkeren en danste naar hem toe. Meneer Bondelmax.’ ‘ Jan-Lievens vader reageerde onwennig op de dartele begroeting. ‘Dag mevrouw. Alles naar wens?’ ‘Méér dan dat!’ gibberde Lucy. ‘Een badje in jouw fantastische villa en ik voel mij een andere vrouw. Ik zou het hier snel gewoon kunnen worden!’ Papa Bondelmax lachte uit beleefdheid en wilde zijn weg vervolgen, maar Lucy liet hem niet gaan. ‘Ik heb mij nog niet voorgesteld. Ik ben de directrice van Campus Rozenborg. U weet wel, de school van die bende jongeren die zo weinig respect tonen voor uw zoon.’ Papa Bondelmax kuchte smalletjes. ‘Ik ben eigenlijk heel blij dat ze in opstand gekomen zijn. Iemand moest hem aan het verstand brengen dat hij niet altijd zijn zin kan krijgen.’ Lucy’s lach verstarde, maar ze viel meteen weer op haar pootjes. ‘Dat is wat ik wilde zeggen. Uw zoon kan een beetje leiding gebruiken. Ik denk dat u op zoek moet naar een geschikte moeder voor hem.’
187
Papa Bondelmax keek Lucy overdonderd aan. ‘Pardon mevrouw?’ ‘Ja, sorry dat ik het zo vrank en vrij zeg, maar het is de waarheid. Jan-Lieven heeft moederliefde nodig. En u eerlijk gezegd ook. En u mag mij gerust Lucy noemen,’ voegde ze er zwierig aan toe. Papa Bondelmax knikte bedachtzaam. ‘U hebt gelijk. We missen hier een vrouw in huis.’ Lucy kon haar geluk niet op. Nu moest ze hem er alleen nog van overtuigen dat zij de ideale partij was. Ze wilde net haar sterke punten opsommen, toen papa Bondelmax haar in vertrouwen nam. ‘Dat is ook de reden van mijn onverwachtse terugkeer. Ik kom mijn zoon vertellen dat ik ga hertrouwen.’ Lucy verslikte zich. ‘H-hertrouwen?’ Papa Bondelmax knikte. ‘Met een gravin die ik in Zürich heb leren kennen. Ze heeft zelf twee dochters en is een supermama. Zoals u zegt, net wat Jan-Lieven nodig heeft.’ Lucy’s gezicht sloeg alle kleuren van de regenboog uit. Ze kreeg geen letter meer over haar lippen. Papa Bondelmax nam met een beleefd knikje afscheid van haar en liep de villa binnen. De wentelteef kreeg ter plekke een crisisaanval. Haar geschreeuw werd echter overstemd door het opgewonden gegil van onze vrienden die overkop gingen in de grootste rollercoaster van Europa.
188
189
Gent, België
[email protected] www.borgerhoff-lamberigts.be ISBN 9789089314376 Nur 280 D/11.089/100837 © 2014, Borgerhoff & Lamberigts nv - Ketnet Tekst & illustraties: Pats Boem Eindredactie: Sofie Renier Coördinatie: Cleo Vandenbosch & Joni Verhulst Coverbeeld: Bart Misschoot (front) en Lies Willaert (back) Coverontwerp: Evelien Degeyter Zetwerk: Wendy De Vlaeminck Gedrukt in Nederland Eerste druk: maart 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.