N E L A H R E V N A V K I U UIT DE B
DRIES DE ZAEYTIJD & THOMAS AMEYE
N E L A H R E V N A V K I U UIT DE B N O T O L E HET P MET RECEPTEN VAN CLAUDIA ALLEMEERSCH
*
INHOUD
Inleiding Wielermuseum Roeselare Inleiding Dirk Nachtergaele
1 89
8
Michel Pollentier – Koersen op Côte d’Or Helemaal choco – Gebakken chocoladecrème Côte d’Or
8C 8D
C
Frans Verbeeck – Een melkboer wint Omloop Het Volk Zoetemelk – Pi:ige honingmilkshake
C9 CD
K
Tom Boonen – What’s in a name? Maillot vert – Soep van flageolets en honingtoast
K9 KD
O
Jean-Pierre Monseré – Biefstuk als paardenmiddel Biefstuk in de broek – Gebakken paardenbiefstuk met een stroop van port
O9 OD
T
Germain Derycke – Elke ronde een Rodenbach Konijn met Rodenbach Grand Cru-infuus
T9 TD
W
Freddy Maertens – Champagnecoureur! Coup de pédale – Champagnesabayon
W9 WD
1
Stijn Devolder – Geen koers zonder koffie Tiramisu de Colombia
19 1D
D
Briek Scho^e – Brood in de muse^e Briek Kramiek – Flandrienbrood met spekjes
D9 DD
5
_
Eddy Merckx – Een koersende kannibaal L’Américaine – Eigenhandig gehakt rundvlees met picklesmayonaise
_9 _D
89
Roger De Vlaeminck – Suiker voor Tsjeete Dama Bianca – Zelfgemaakt chocolade-yoghurtijs met mangosausje
899 89D
88
Eddy Planckaert – Frietjes voor, tijdens en na de koers Gestampte pata:en – Aardappeltaart met Emmentaler en rozemarijn
889 88D
8C
Johan Museeuw – Pasta met parmezaan Pasta grinta met broccoli en citroen
8C9 8CD
8K
Eloi Meulenbergh – Wereldkampioen op water Vals plat – Luchtige flensjes met sinaasappel
8K9 8KD
8O
Odiel Defraeye – Tourwinnaar wordt visser Pilootvis – Zeetong en versgepelde garnalen met puree en saffraansausje
8O9 8OD
8T
Fred De Bruyne – Koersen voor Coppi en Carpano Pot belge – Vijf cocktails op basis van cognac
8T9 8TD
8W
Rik Van Looy – Schi^eren voor Solo Botercombiné – Trio van samengestelde boters
8W9 8WW
Bronnen Dankwoord
8WD 81O
6
*
ENTREE
B
*zijn broodnodig. Hét moment om de energietank weer aan te vullen. Weinig sporten waar eten zo belangrijk is als wielrennen, zowel voor, tijdens als na de wedstrijd. Niet in het minst tijdens grote rondes als de Tour de France. Voldoende eten en drinken, het is zo oud als de straat. Maar een eeuw terug werd de ravitaillering toch wat liederlijker geïnterpreteerd. Zo moest water drinken lange tijd vermeden worden. Niet goed voor de maag, was de uitleg. Een bidon bier, een geut cognac of een slok champagne – al dan niet als stimulans tijdens de finale – dat ging er pas vlotjes in. Bevoorrading serveert de evolutie van voedingsgewoonten in de wielrennerij. In zestien gangen wordt de rijke geschiedenis van voeding in de koers behandeld. Zestien hoofstukken waarin het parcours van biefstuk, pasta, bier, boter, groenten en fruit… in het peloton wordt voorgeschoteld. Hoofdstukken die opgehangen worden aan smaakmakende renners van verschillende generaties. Maak je klaar voor culinaire verhalen uit debuik van het peloton: het ‘kannibalisme’ van Eddy Merckx, de biefstukken van Jempi Monseré, de chocoladeverslaving van Michel Pollentier, de‘champagnecoureur’ in Freddy Maertens en de ‘botervloot’ van Rik Van Looy. En cours de route word je ondergedompeld in de wielerwereld als geliefd schouwtoneel voor sponsors. Al snel werd koers ontdekt door drank- en voedingsmerken die in de vele toeschouwers potentiële kopers-consumenten zagen. Het ontstaan van de reclamekaravaan en het bergklassement, de ambush marketing van aperitiefdrank Martini en renners als sandwichmannen voor roomijs (IJsboerke), koffie (Faemino), bier (Munck-Beck’s) of frieten (Farm Frites); het komt allemaal aan bod. Verder is elk hoofdstuk doorspekt met kruidige
7
weetjes en sappige anekdotes, gaande van de dagelijkse horror van ‘Franse frieten’ in de Tour, over worstenhelmen, wielrenners-cafébazen en anorexia ciclista, tot pata^encoureurs en pilootvissen… Als uitsmijter trakteert Beste Hobbykok van Vlaanderen Claudia Allemeersch je op het einde van elk hoofdstuk op een hedendaags flandrienrecept. Verwen jezelf met een koolhydratenrijke ‘pasta grinta’ en ‘gestampte pata^en’, of verras je gasten met een ‘pot belge’ (aperitief) gevolgd door een ‘biefstuk in de broek’ (hoofdgerecht) en een ‘dama bianca’ (dessert). Je schotelt hen niet alleen een smakelijk menu, maar ook een flinke brok wielerjargon voor!Maar eerst dit boek verslinden…
8
9
*
PROLOOG Beste lezers van dit mooie boek, Een boek over bevoorrading schrijven, je moet er maar opkomen, niet? Maar als ik eens nadenk welke evolutie er in mijn 33-jarige loopbaan als wielerverzorger met een passie voor de juiste voeding voor mijn renners heer plaatsgevonden, word ik toch een beetje stil. Daarom mijn oprecht respect voor de initiatiefnemers van dit boek. Het rennersontbijt was vroeger een gewoon ontbijt, met dat verschil dat renners meer eten dan een ‘normaal mens’. Tot eind jaren tachtig was biefstuk met rijst dagelijkse kost. Kunt u zich dat voorstellen, een steak om zeven uur ’s morgens? Die rijst, dat ging nog. Die zit barstensvol koolhydraten. Maar dat vlees hoefde niet echt. Vlees bevat proteïnen en ve^en en is daardoor meer geschikt voor het herstel na een wedstrijd. Omdat de wielersport – nog altijd – vasthoudt aan tradities, heer het lang geduurd vooraleer er een echte ommezwaai kwam in de rennersvoeding. Sean Kelly en Claude Criquielion waren zowat de laatste der Mohikanen die bij een ontbijt met biefstuk zwoeren. Later waren er de ‘Brintapapjes’ en muesli. De eerste renners die daarmee begonnen, waren de Nederlanders Gerrie Knetemann en Henk Lubberding. Ik heb een paar winters in een Zwitserse sauna gemasseerd, en daar leerde ik de traditionele, heerlijke Birchermuesli maken, natuurlijk tot groot jolijt van mijn renners. Maar ook de bevoorrading tijdens de wedstrijd heer heel wat veranderingen ondergaan. Duizenden broodjes heb ik ’s morgens belegd met confituur, banaan, honing en ananas. Kortom, met alles wat een renner energie kon geven. Ook het koken van havermoutpap behoorde tot mijn ochtendlijke bezigheden. Om die als vloeibare voeding aan mijn renners te kunnen meegeven, lengde ik de pap aan met Roosviceesiroop. Begin jaren tachtig lanceerde de firma
10
Wander de allereerste echte sportvoeding met mueslibars en dorstlessers als Isostar, met mineralen die het vochtverlies konden compenseren. Nog later kwamen er echte koolhydraatdranken op de markt, waardoor het met het nu^igen van broodjes en taartjes steil bergaf ging. De gekende ‘gellekes’, eigenlijk echte energiebommen, vervingen het traditionele eten in de koers zowat helemaal. Als je een dagje hebt rondgereden, heb je na de koers ook wel honger. Lange tijd aten de renners soms nog een broodje ham of kaas. Nu zijn er de speciale shakes met eiwi^en, mineralen en koolhydraten om zo snel mogelijk te recupereren. Die staan al klaar op de bus nog voor de renners aankomen. Sommige jongens lusten na de koers weliswaar nog steeds een broodje ham. Wat ook te begrijpen is na alweer een dag vol zoetigheid. Op de bus staat soms ook pasta of rijst op het menu, of grote gekookte aardappelen. U merkt het al: alles draait altijd om calorieën en energie, zowel voor, tijdens als na de koers. En dan het avondmaal. Jaren terug moest je in de Tour eten wat de organisator je voorschotelde. Van pasta was er nog weinig of geen sprake. Groene bonen daarentegen! Die kreeg je op vierentwintig dagen wel ach^ien keer voor je neus gezet. We noemden ze op den duur ‘Franse frieten’. Vandaag is dat gelukkig allemaal veranderd, al blijr het avondmaal vrij eenvoudig: pasta, rauwe groenten, gevolgd door vis of vlees met warme groenten en puree of aardappelen en nog een dessert. Het is echter de kunst om in dit allereenvoudigst menu zo veel mogelijk afwisseling te brengen. Daarom hebben de meeste ploegen een eigen kok mee om alles te bereiden naar de persoonlijke smaak van de renners. Sommige teams gaan nog een stap verder, en laten hun koks eten bereiden in een speciale vrachtwagen met ingebouwde keuken. Wat is de volgende stap? Veel leesgenot en smakelijk!
Dirk Nachtergaele
11
1
R E I T N E L L O P L E H C I M R O ’ D E T Ô C P O N E KOERS
H
et Volk-journalist André Blancke beschouwde Michel Pollentier niet als een echte flandrien ‘omdat hij liever chocola eet dan biefstuk’. In tegenstelling tot veel collega’s was Pollentier niet wild van biefstuk. Het ontbijt van Pollentier bestond en bestaat nog steeds uit twee repen melkchocolade, bij voorkeur van Côte d’Or. Met medeweten van de ploegleiding vult Pollentier tijdens ri^enwedstrijden zijn voorraad aan. In het buitenland gaat zijn voorkeur naar het Franse chocolademerk Poulain. Flandriaploegleider Lomme Driessens is tegen het chocoladegebruik van zijn renner, maar vindt onvoldoende argumenten om Pollentier te doen afzien van zijn gewoonte. De chocoladezucht van Pollentier is een dankbaar item voor journalisten. Eén journalist noteert dat Driessens helemaal niet af weet van Pollentiers passie en dat de renner een geheime voorraad verbergt onder zijn matras…
B E K N O P T PA L M A R E S D I K S M U I D E , 1 3/ 0 2 / 1 9 5 1
Beroepsrenner van 1973 tot 1984 197766 Ronde van België 19 Trofeo Baracchi (met Freddy Maertens) 197777 Giro 19 Belgisch kampioen Ronde van Zwitserland 197788 Belgisch kampioen 19 197799 3de Vuelta 19 198800 Ronde van Vlaanderen 19 Brabantse Pijl 198822 2de Vuelta 19
12 Michel Pollentier
Chocolade in het peloton De legendarische soigneur ‘Roste Kegel’ getuigde dat de vaste bevoorradingspost in Luik–Bastenaken–Luik van 1910 bestond uit een tafel ‘vol met eiers, taarten, bananen en chocolade’. Was chocolade voor 1900 nog een luxeproduct, dan is het op dat moment veel goedkoper (door de mechanisatie van de productie) en bijgevolg bijzonder populair in ons land. Tijdens de Ronde van België van 1923 krijgen de renners twee repen vanillechocolade op de vaste bevoorradingspost. Anders dan vandaag stoppen renners in die tijd nog aan vaste bevoorradingstafels volgestouwd met etenswaar. Na de Tweede Wereldoorlog
Michel Pollentier wordt in 1977 Belgisch kampioen te Yvoir.
‘Verslaafd is een groot woord, maar ik heb mijn dagelijkse portie nodig, ook nu nog.’ (Michel Pollentier) krijgt de gewoonte van gevechtspiloten om tijdens de missie chocolade met amfetamines te eten, een vervolg in het peloton. Niet om wakker te blijven, maar om de prestaties gevoelig te verbeteren… De ‘zuivere’ renners houden het bij een reep pure chocolade in de achterzak.
Koersen op Côte d’Or 13
← Chocolade in de muse^e. Een gewoonte in de jaren dertig. Dertig jaar later promoot renner Eric Leman de ‘deugden’ van Mars.
Al Mars in 1970 zijn intrede doet, raakt het wielerpeloton heleAls maal in de ban van chocolade. Hein Verbruggen, marketingmanager van Mars (en later -opperhoofd), beslist dat jaar cosponsor te worden van de Belgische Flandriawielerploeg. Weinig later sieren ploegfoto’s van Mars-Flandria de kruidenierswinkels. Jean-Pierre Monseré, Roger De Vlaeminck en Joop Zoetemelk poseren op reclamefoto’s met slogans als ‘Mars geer u direkt weer energie’. In een advertentie met Eric Leman worden de ‘prestatiebevorderende eigenschappen’ van Mars vakkundig toegelicht: ‘kracht door romige karamel, uithoudingsvermogen door luchtige crème en topconditie door volle melkchocolade’. In ruil voor een volle Marsspaarkaart ontvangen klanten een wielertrui of prentenalbum met alle Marswielrenners. De renners van de succesformatie Flandria-Mars vinden Marsrepen in de eigen muse^e (etenszakje), een gewoonte die door andere ploegen wordt overgenomen.
Girowinnaar Franco Chioccioli werkt in zijn periode bij GB-MG (1992–1993) per dag een halve pot choco naar binnen en wil als bevoorrading niets anders dan broodjes met choco. Verzorger Dirk Nachtergaele slaagt er tot zijn ergernis maar niet in hem van de choco af te houden.
Een sterk toegenomen omzet doet Mars al in 1971 afzien van wielersponsoring om te focussen op een ander doelpubliek. Jammer voor chocoladelie~ebber Pollentier, die pas in 1973 zijn profdebuut maakt voor het toenmalige FlandriaShimano. Met de komst van de Belgische chocoladefabrikant Côte d’Or als cosponsor van de Dafploeg krijgt Mars in 1981 een opvolger. Toch blijr ook Côte d’Or maar één jaartje in het peloton. Het recentste voorbeeld is het Belgische Chocolade Jacques, dat drie seizoenen (2004–2007) een proream sponsort onder leiding van Jef Braeckevelt. ↑ Roger De Vlaeminck rijdt in 1981 voor Daf Trucks-Côte d’Or, de Australische Belg Ma^hew Gilmore fietst van 2005 tot 2007 in het shirt van Chocolade Jacques. ← In 1970 en 1971 is Mars cosponsor van de Flandriaploeg. Wereldkampioen Jean-Pierre Monseré is een van de speerpunten.
Er mogen dan wel geen chocoladesponsors meer zijn, de lekkernij heer nog steeds een plekje in het peloton. De Noor Thor Hushovd, bijgenaamd de ‘Beer van Grimstadt’, grijpt in volle finale van een uitgeregende, bi^er koude Kuurne–Brussel–Kuurne van 2010 naar een Snickers om een dreigende hongerklop af te wenden, maar tevergeefs… En na een inval van de Franse politie in de Quick-Stepploegbus tijdens de Tour van 2011 vertelt ploegleider Wilfried Peeters de pers dat de politie er enkel Bounty’s en Balisto’s kon aantreffen…
De roots van de reclamekaravaan In 1892 organiseert de Londense chocoladefabrikant Cuca Cocoa voor het eerst de Cuca Cocoa Challenge Cup, een uithoudingswedstrijd op de piste over 24 uur. Een zekere Williams doet de naam van de wedstrijd alle eer aan en drinkt volgens een krantenverslag vier flessen chocolademelk tijdens de race, naast eenzelfde hoeveelheid wi^e wijn. Twee jaar later wordt in Frankrijk
Koersen op Côte d’Or 15
↑ Chocolat Menier prijkt op de Tourmuse^es en sponsort vanaf 1933 als eerste het bergklassement. Poulain, een ander Frans chocolademerk, neemt eind jaren vijrig de fakkel over.
↑ Bouquet d’Or profileert zich regionaal en kleurt jarenlang het podium tijdens de Vierdaagse van Duinkerke. Ritwinnaars krijgen een vaantje en fungeren zo als sandwichman voor het merk. In 1974 wint Walter Godefroot de wedstrijd; Freddy Maertens is de beste in het puntenklassement.
een soortgelijke wedstrijd verreden onder de naam Bol d’Or. De Franse chocoladefabrikant Menier treedt op als hoofdsponsor. Menier ziet wel brood in het wielrennen als reclamemedium en lanceert medio 1920 een nieuwe strategie. Commercieel directeur van Menier Paul Thévenin laveert tijdens koersdagen met zijn bestelwagen op de Franse wegen en deelt en passant petjes met het bedrijfslogo uit.
Chromo’s Om de verkoop aan te zwengelen, verpakken chocoladefabrikanten vanaf 1930 kleurprentjes van renners, zogenaamde chromo’s, bij hun chocoladerepen. Het Brusselse koekjes- en chocoladebedrijf Victoria bijt de spits af en zet de trend in. In hun spoor volgen onder meer Aiglon, Nestlé, Lecocq en Christa. De prentenreeksen van renners worden echte verzamelitems. De vergelijkbare voetbalstickers van het Italiaanse Panini komen er trouwens pas vanaf 1961! ← Het album Vélo Prime (1932) van chocolade De Zwaan telde negentig rennerprentjes.
16 Michel Pollentier
In 1930 ruikt Thévenin zijn kans op meer. Tourbaas Henri Desgrange beslist om de Tour vanaf dat jaar met landen- in plaats van merkenploegen te betwisten en heer een nieuwe melkkoe nodig. Thévenin fluistert hem zijn idee in van een heuse publiciteitskaravaan in ruil voor een financiële bijdrage. De petjes en gratis chocoladerepen die Menier vanuit de –toen nog bescheiden– karavaan onder het publiek verdeelt, worden een hit. De Duitse Tourwinnaar (1997) Jan Ullrich ondergaat zowat elke winter een chocoladedieet en verschijnt steevast te dik aan de start van het seizoen. Ook in koers was chocolade nooit veraf voor Der Jan.
Ook de renners ontsnappen niet aan Menier. Op de musettes die ze voor de start en onderweg overhandigd krijgen, prijkt de merknaam Chocolat Menier. Boven op enkele cols kan het Tourpeloton proeven van een kop warme chocolademelk, wat vooral in barre weersomstandigheden in de smaak valt. Drie jaar later scheert Menier alweer hoge toppen. Naast de algemene rangschikking wordt in 1933 immers ook een bergklassement ingevoerd, gesponsord door de Franse chocoladefabrikant. Spandoeken met het opschrir ‘Chocolat Menier’ markeren vanaf dan de top van iedere col. De Spanjaard Vicente Trueba is de eerste bergkoning. Eind de jaren 1950 neemt Poulain –net als Menier een Franse chocoladefabrikant– die sponsorrol over. Poulain zet nog een tandje bij en kopieert zijn populairste verkooptruc in grootwarenhuizen (‘Win je eigen gewicht in chocolade!’) naar de Tour. Zo wordt bergkoning Lucien Van Impe in 1971 beloond met 57,5kilogram chocolade. Concurrent Bouquet d’Or, een Noord-Franse fabrikant van confiserie, blijr niet achter en geer de winnaar van de Franse wedstrijd Le Circuit de l’Aulne een identiek cadeau. In 1972 wint Cyrille Guimard deze wedstrijd, wat hem 66kilogram chocolade oplevert. Op de typische bolletjestrui voor de beste klimmer in de Tour is het nog wachten tot 1975. De keuze voor deze opvallende trui is te danken aan de karakteristieke rood-wi^e verpakking van Poulain. Ook vandaag draagt de leider in het bergklassement in de Tour een bolletjestrui, weliswaar zonder het kenmerkende veulentje van Poulain.
↓ Gesigneerde bolletjestrui van Robert Millar. Millar wint in de Tour van 1984 het bergklassement dat gesponsord werd door chocolademerk Poulain.