STOP IN p.5
deSingel is multiple Muziek Anna Vinnitskaja p.9
Oktober in deSingel v.u. Jerry Aerts, Desguinlei 25, B-2018 Antwerpen t 32 (0)3 248 28 28
deSingel Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen
Maandkrant deSingel Oktober 2015 33ste jaargang Maandelijks behalve in juli P702096
Op reis naar Indonesië We nemen u mee naar Java, het culturele hart van Indonesië, een mozaïek van kleine dorpen en hectische moderne steden, een eiland van contrasten. In de hoofdstedelijke regio Jakarta leven twintig miljoen inwoners tussen luxueuze winkelcentra en glimmende kantoorgebouwen, maar evengoed te midden van een continu verkeersinfarct, vervuiling en sloppenwijken. ‘s Avonds wedijveren traditionele Indonesische spektakels en gamelanklanken met de beats van cutting edge nachtclubs. De recente groei van de economie, één van de snelste ter wereld, bracht de laatste jaren een steeds groter wordende middenklasse met zich mee, die elke nieuwe trend onmiddellijk assimileert.
De hedendaagse choreografen die we tijdens ‘Stop in Java’ presenteren, maken hun voorstellingen te midden van deze contradicties. In hun werk reflecteren ze over thema’s en kwesties uit de hele Indonesische archipel: de ontmoeting tussen traditie en vernieuwing, de positie van de vrouw, het klimaat, grootstedelijke uitdagingen. Dit laatste thema wordt ook besproken door filosoof Etienne Turpin. Zijn boodschap is positief: de megacity Jakarta is volgens hem geen probleem dat opgelost dient te worden, maar een bron van inspiratie voor de toekomst. We hopen dat u ons vergezelt op deze verrassende reis naar Indonesië vandaag, vol inspirerende ontmoetingen en artistieke ontdekkingen. Karlien Meganck, programma podiumkunsten
Afgiftekantoor: ANTWERPEN X
Maandkrant | oktober 2015
Theater
Stan Douglas: magic, thrilling, sophisticated!
Theater
Dans
Maandkrant | oktober 2015
Think & Talk
do 29
za 31 okt 2015
do 15
Stan Douglas Canadian Stage Helen Lawrence
zo 18 okt 2015
Anne Teresa De Keersmaeker Rosas Verklärte Nacht
concept en regie Stan Douglas tekst Chris Haddock spel Lisa Ryder, Crystal Balint, Greg Ellwand, Ryan Hollyman, Sterling Jarvis, Nicholas Lea, Allan Louis, Ava Jane Markus, Hrothgar Mathews, Haley McGee, Emily Piggford, Adam Kenneth Wilson
dans Samantha Van Wissen, Boštjan Antoncic, Nordine Benchorf
Om te beginnen met het voordoek … In ‘Helen Lawrence’ kijkt het publiek onveranderlijk doorheen de projectie naar de acteurs die zich op de scène bevinden. Het transparante voordoek onthult echter veel meer dan de scènes die zich erachter afspelen. Stilaan wordt duidelijk dat er vier camera’s opgesteld staan, tussen de acteurs en het gaas. Deze camera’s nemen de geprojecteerde beelden op die we op het gaasdoek zien als op een filmscherm. Het gaas ontsluit drie elementen. Allereerst de acteurs in de setting op de scène. Ten tweede, de geprojecteerde beelden hiervan die in real time verschijnen. Ten derde, de acteurs op de scène die de camera’s bedienen. Het gaasdoek verbergt voor een groot stuk de bediening van de camera’s, een beetje zoals het zwarte gewaad van de Japanse bunraku-poppenspeler zijn manipulatie van de poppen verbergt. Douglas’ voordoek speelt een belangrijke rol, zowel naar het mimetische als naar het verhalende aspect van ‘Helen Lawrence’. Wat het mimetisch karakter van het stuk betreft, refereert het gaas als filmscherm aan de atmosfeer van de enscenering: het mistige en nevelige Vancouver, het vale licht van het verre noorden in de winter, de donkere interieurs en de nachtelijke scènes. Wat het narratieve betreft, zorgt dit voordoek voor het donkere van de film noir, het genre waartoe ‘Helen Lawrence’ behoort, met zijn melodramatische plot van kleinsteedse criminelen en corrupte politiemensen, zijn onopgeloste moord en seksuele intriges. Maar hoezeer het ook functioneert als filmscherm, dit doek is geenszins een klassiek scherm zoals in de cinema, dat traditioneel bestaat uit een laag metaalkleurige verf om het geprojecteerde beeld terug te voeren naar de blik van het publiek. Voor mij heeft dit voordoek een materiële aanwezigheid omdat het de intersectie van de heen-en-weer-beweging van het theatrale naar het filmische vormt, de exacte locatie waar de betekenis van het stuk vorm krijgt. Doordat de acteurs tegelijkertijd en in real time op het scherm en op het podium verschijnen, kijken we naar hen in hun dubbele rol als film- en theaterpersonage. In hun derde rol van cameraman die de actie filmt, vullen zij als het ware de betekenisruimte tussen de theatrale en filmische wereld waarrond het stuk is opgebouwd. Het voordoek materialiseert die betekenisruimte. Zijn symbolische waarde bestaat uit de verbinding tussen de dramatische effecten van theater en de visuele effecten van film.
De zwarte gemeenschap van Hogan’s Alley In zijn bloeitijd was Hogan’s Alley het centrum van een etnisch diverse mix van migrantengemeenschappen, die ontstonden uit de Aziatische, Italiaanse en Afrikaanse diaspora. Deze periode situeert zich vóór de onomkeerbare stadsvernieuwing waarvoor Vancouver bekend staat. Die begon midden de jaren zestig met de vernieling van Hogan’s Alley om een verbindingsweg aan te leggen tussen de oost- en zuidkant van de stad. ‘Helen Lawrence’ reveleert dat de Alley ook een deel van de stad was waarin deze mix van verschillende culturen voor de meer welvarende burgers van Vancouver een plek was voor etnisch eten, entertainment en sex. De zoektocht van Helen Lawrence naar haar verrader (ze wordt beschuldigd van moord) voert ons naar Hogan’s Alley. Eens zij daar arriveert, ontvouwt zich één van de langste scènes van het stuk. We maken kennis met een schare personages die representatief zijn voor de overheersende zwarte cultuur in deze wijk anno 1948: de Afrikaans-Amerikaanse emigrant Buddy Black en zijn broer, Henry Williams; Buddy’s liefje, Mary Jackson; en het hoertje Rose George, een Japanse bewoonster van Vancouver die teruggekeerd
is uit een Jappenkamp. De personages zijn gebaseerd op historische figuren, en de nauwgezette beelden van de huizen waarin zij wonen, materialiseren een verleden dat de pointe van het stuk vormt. Hun precaire aanwezigheid in een nu zichtbaar gemaakte wijk geeft leven aan de veelvuldige betekenissen die vervat liggen in het stuk. De personages in Hogan’s Alley incarneren het historische verleden dat tot aan de creatie van ‘Helen Lawrence’ niet te zien noch geïntegreerd was in het collectieve bewustzijn. (...) Het verhaal van corruptie en desintegratie van Hogan’s Alley is gebaseerd op bronnenmateriaal uit kranten, gerechtsdossiers en getuigenissen uit de eerste hand. Het Black Star Archive, nu ondergebracht in het Ryerson Image Centre in Toronto, leverde heel wat visuele modellen voor de fotografische tentoonstelling ‘Midcentury Studio’, die Stan Douglas opzette als voorstudie van ‘Helen Lawrence’. (...) Hogan’s Alley is de enige plaats in Vancouver waar ooit een geconsolideerde Afrikaanse gemeenschap bestond. Door zijn vernieling en door de verspreiding van de zwarten van Vancouver, ontstond de laatste jaren een zekere mythevorming rond Hogan’s Alley. Niettemin bleef zijn plaats in de historische verbeelding van de stad tot nu onderbelicht. Op een minder lokale maar niet minder belangrijke schaal werken de effecten van de Afrikaanse diaspora in Groot-Brittannië en de Commonwealthlanden, waaronder Canada, nog steeds door, ook al lijken ze op het eerste gezicht onbestaand. De historische realiteit van deze personages tot uiting brengen, inclusief de duidelijke verschillen die er bestonden met de andere burgers van de stad, wijst op de complexiteit van etnische verschillen, zoals Kobena Mercer overtuigend geargumenteerd heeft in een essay over de diasporacultuur en de zwarte onafhankelijke film in Groot-Brittannië. Verder zorgt de verweving van media in ‘Helen Lawrence’ ervoor dat tekst, visuele effecten en theatrale ervaring los komen te staan van de conventies en verwachtingen die gewoonlijk bestaan in een meer mainstream historische voorstelling. Er bestaat een analogie met het doelbewust gebruik van
2
esthetische verschillen in films van zwarte Britse cineasten als John Akomfrah, Isaac Julien en het latere Black Audio Film Collective, zoals door Mercer geanalyseerd. Het naast elkaar plaatsen van theater en film - oorzaak van disjuncties in de narratieve logica - stelt ons in staat om scènes en personages dialectisch te lezen. Stan Douglas bedacht een veelheid aan digitaal gemanipuleerde beelden om tot een soort theater te komen dat beantwoordt aan een andere geschiedenis. Een lokaal verhaal krijgt een buitengewone betekenis. Zijn voorstelling draagt bij tot een breder onderzoek naar de betekenis van geschiedenis in kunst, in een tijd van historisch geheugenverlies. Bron: fragmenten uit een essay van Catherine Soussloff in ‘Stan Douglas. Mise en scène’, catalogus bij de tentoonstelling in Haus der Kunst in München, 20 juni-12 oktober 2014, curator en uitgever León Krempel, Prestel Verlag, München, 2014, pp. 106 ev.
do 29, vr 30, za 31 okt 2015 | Rode zaal | 20 uur € 28 (basis) | € 24 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) spreektaal Engels | boventiteling Nederlands/Frans
do 15, vr 16, za 17 okt 2015 | Rode zaal | 20 uur zo 18 okt 2015 | Rode zaal | 15 uur € 24 (basis) | € 20 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar)
Het werk van de Canadese videokunstenaar Stan Douglas toont een grote interesse in de naoorlogse (raciale) geschiedenis en het film-noirgenre. Voor zijn eerste theaterproductie schreef hij samen met scenarist Chris Haddock de multimediathriller ‘Helen Lawrence’, een verweving van 3D-film met theater. De voorstelling maakt gebruik van innovatieve technologie en hardboileddialogen. U kijkt tegelijk naar meesterlijk gespeeld theater én naar een verfilming hiervan, die op het voordoek geprojecteerd wordt. De acteurs bewegen op een naakte scène, maar op het scherm bevinden ze zich in een digitaal decor van straten en interieurs, een reconstructie van het Canada van de jaren veertig. In Vancouver anno 1948 arriveert een femme fatale, Helen Lawrence, om een oude schuld te vereffenen. Is zij slachtoffer of dader? Come and see!
‘Verklärte Nacht’ is een choreografie op Arnold Schönbergs laatromantische symfonische muziek uit 1899, geïnspireerd op een gedicht van Richard Dehmel. Hierin bekent een vrouw tijdens een door de maan verlichte nachtwandeling aan haar geliefde dat ze zwanger is van een andere man. Anne Teresa De Keersmaeker creëerde een liefdesduet vol passie en loutering, tot uiting gebracht in een voortdurend modulerende stroom van expressieve crescendo’s en diminuendo’s. Deze ontroerende en meeslepende pas de deux wordt voorafgegaan door een gedanste ontmoeting tussen de vrouw en de tweede man. Om de andere avond wisselen de mannelijke rollen af tussen de dansers Boštjan Antoncic en Nordine Benchorf. coproductie Ruhrtriennale 2014
coproductie Artsclub Theatre Company, The BANFF Centre, Stan Douglas Inc., Festival Transamériques (Montreal), National Arts Centre met de steun van Arts Partners in Creative Development, Canada Council for the Arts
© Anne Van Aerschot
© David Cooper
Deze maand opent in WIELS (Brussel) een grote overzichtstentoonstelling met recente video-installaties en grootschalig fotowerk van Stan Douglas. vr 9 okt 2015 wiels.org
zo 10 jan 2016
Stan Douglas (1960) woont en werkt in Vancouver. Sinds de late jaren tachtig maakt hij films, foto’s en installaties die locaties of gebeurtenissen uit het verleden heronderzoeken. Douglas maakt gebruik van zowel nieuwe als verouderde technologieën, waarbij hij zich bestaande Hollywoodgenres (waaronder thrillers en westerns) toe-eigent en klassieke literaire werken (Samuel Beckett, Herman Melville en Franz Kafka) ontleent om kant-en-klare contextuele kaders te scheppen voor zijn complexe, sterk doordachte projecten. Sinds 1990 worden zijn films, video’s en foto’s internationaal tentoongesteld, waaronder in Documenta IX, X en XI (1992, 1997, 2002) en drie biënnales van Venetië (1990, 2001, 2005).
di 27 okt 2015
Solotentoonstellingen van zijn werk werden gepresenteerd door de meest vooraanstaande musea in Europa en Noord-Amerika en een uitgebreid overzicht, ‘Past Imperfect: Works 1986-2007’, werd georganiseerd door het Württembergischer Kunstverein en de Staatsgalerie Stuttgart in de herfst van 2007. In 1986 organiseerde Douglas een rondreizende tentoonstelling van Samuel Becketts mediawerk voor de Vancouver Art Gallery, ‘Samuel Beckett: Teleplays’, en in 2006 was hij co-curator van ‘Beyond Cinema: Art of Projection’ voor de Hamburger Bahnhof, Berlijn. Van 2004 tot 2006 was hij professor aan de Universität der Künste in Berlijn.Op dit ogenblik doceert hij nog aan het Art Center College of Design in Californië.
gesprek met Stan Douglas over Samuel Beckett Muziekstudio | 11 Stan Douglas gaat in gesprek met Dr. Pim Verhulst (Universiteit Antwerpen, Journal of Beckett Studies) over zijn passie voor Samuel Beckett, gekoppeld aan de screening van twee
13 uur | gratis films: ‘Film’ (1965, 26’) van Samuel Beckett en ‘Vidéo’ (2007, 18’) van Stan Douglas, een hommage aan Becketts film.
In samenwerking met K oninklijk Conservatorium Antwerpen en Universiteit Antwerpen
3
Maandkrant | oktober 2015
Dans
Maandkrant | oktober 2015
Dans
STOP IN Hedendaagse dans en performance uit Indonesië We hebben voor u een selectie gemaakt van een aantal opmerkelijke kunstenaars die hun wortels hebben in Java. In hun werk reflecteren ze over belangrijke thema’s en kwesties uit de hele Indonesische archipel. Hun creaties zijn tegelijk geworteld in een verfijnde, zeer sterk verankerde danstraditie én in het dagelijks leven dat razendsnel evolueert.
za 3 okt 17 23 uur 19 uur 20 uur 21.30 uur doorlopend
streetfood stalls op plein deSingel Fitri Setyaningsih | Absorbing and Squeezing & I’m almost plastic Eko Supriyanto | Cry Jailolo Garin Nugroho | Nocturno installaties
zo 4 okt 15 uur 16.30 uur 17.30 uur doorlopend
za 3, zo 4 okt 2015
vr 16, za 17 okt 2015
vr 23, za 24 okt 2015
Eko Supriyanto
Melati Suryodarmo
Sisyphus
Choy Ka Fai
SoftMachine: Rianto
dans Veyndi Dangsa, Greatsia Yobel Yunga, Fernandito Wangelaha, Gerry Gerardo Bella, Noveldi Bontenan, Budiawan Saputra Riring, Geri Krisdianto
dans Agus Mbendhol Margiyanto, Cahwati Sugiarto, Retno Sulistyorini, Hendra Setiawan, Agung Wening Titis muziek Wukir Suryadi, Iqbal Ethnictro Lybus
concept, regie, multimedia Choy Ka Fai choreografie, dans Rianto dramaturgie Tang Fu Kuen geluidsontwerp Zulkifle Mahmod lichtontwerp Andy Lim Stage LIVE
Cry Jailolo
Eko Supriyanto | Cry Jailolo Fitri Setyaningsih | Absorbing and Squeezing & I’m almost plastic Garin Nugroho | Nocturno installaties
di 13 okt 20 uur Ioannis Mandafounis & Agus Margiyanto doorlopend installaties
vr 16 okt 20 uur Melati Suryodarmo | Sisyphus doorlopend installaties
za 17 okt 19 uur 20 uur 21.30 uur doorlopend
Garin Nugroho | Nocturno Melati Suryodarmo | Sisyphus Garin Nugroho | Nocturno installaties
ma 19 okt 20 uur Etienne Turpin doorlopend installaties
vr 23 okt 20 uur Choy Ka Fai | SoftMachine: Rianto doorlopend installaties
za 24 okt 20 uur Choy Ka Fai | SoftMachine: Rianto doorlopend installaties Met dank aan Goethe Instituut Zuid-Oost Azië voor het mede mogelijk maken van dit programma.
4
za 3 okt 2015 | Rode zaal | 20 uur zo 4 okt 2015 | Rode zaal | 15 uur ±60 min € 22 (basis) | € 12 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) In bijna elk gesprek over dans in Indonesië valt de naam van Eko Supriyanto. In Solo, waar hij vandaan komt, leerde hij als kind traditioneel Javaans dansen van zijn grootvader. Later specialiseerde hij zich in het vermengen van deze dans met Balinese en moderne dans. Hij werd wereldberoemd in eigen land toen Madonna hem uitkoos voor haar Drownedtour van 2001. In zijn meest recente creatie, die we voor u naar deSingel halen, danst hij niet zelf, maar maakt hij een betoverende choreografie voor zeven jonge mannelijke dansers uit Jailolo. Deze baai maakt deel uit van de Molukken, de legendarische Indonesische specerijeilanden met vooral ongerepte stranden en fantastische duiklocaties. Gedurende drie jaar reisde Supriyanto geregeld naar dit paradijselijke oord om er samen met lokale dansers aan ‘Cry Jailolo’ te werken. met de steun van Kantor Pemuda Olah Raga Kebudayaan Dan Pariwisata, Kabupaten, Halmahera Barat, Kompleks Sasadu Lamo, Acango Jailolo Halmahera Barat, Maluku Utara (Indonesia)
Theaterstudio | 20 uur ±70 min € 16 (basis) | € 12 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar)
Theaterstudio | 20 uur ±40 min € 14 (basis) | € 12 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar)
Melati Suryodarmo leeft in Solo en is beeldend kunstenares. Ze studeerde aan universiteiten in Indonesië en Duitsland, was leerlinge en later ook assistente van Marina Abramovic en haalde een postgraduaat in performancekunst. Onder invloed van haar grote Servische leermeesteres maakte Suryodarmo vooral soloperformances, waarin ze tijd nam om spanning op te bouwen en om de perceptie van de ruimte te vervormen. Met deze performances werd ze geregeld uitgenodigd door internationale festivals en musea hedendaagse kunst. ‘Sisyphus’, genoemd naar de Griekse mythologische figuur die tot het einde der tijden een rotsblok een berg op moet duwen, is haar eerste performance waarin ze met dansers werkt.
Maak kennis met Rianto, een bijzonder getalenteerde danser afkomstig van Java en gespecialiseerd in de traditionele, erotische dans ‘lengger’. Rianto beheerste het repertoire van deze genderover– schrijdende danstraditie al op heel jonge leeftijd. Sinds hij in 2003 naar Tokio verhuisde, ontwikkelt hij choreografieën die steeds vertrekken vanuit zijn traditionele Javaanse achtergrond. Rianto brengt onder de regie van Choy Ka Fai een hoogst persoonlijk autobiografisch portret. Hij vertelt over zijn Javaanse roots én over zijn leven vandaag, tussen Java en Tokio. En bovenal brengt hij voor u de mooiste dansen op scène, traditioneel én hedendaags.
coproductie deSingel internationale kunstcampus, Mousonturm (Frankfurt), Institute of Asian Cultural Development South Korea, Studio Plesungan (Solo) © Idea Seni
© Choy Ka Fai
Belgische première Belgische première
© Pandji Vascodagama
Belgische première
productie, technische leiding Y ap Seok Hui met de steun van National Arts Council Singapore, TheatreWorks Singapore, danceBox Kobe, Kyoto Experiment, Attakkalari Centre for Movement Arts Bangalore, Living Dance Studio Peking coproductie SoftMachine digitaal archief deSingel
5
Maandkrant | oktober 2015
Dans
Maandkrant | oktober 2015
Dans
za 3, zo 4 okt 2015
di 13 okt 2015
za 3, zo 4 , za 17 okt 2015
doorlopend van za 3 tem. za 24 okt
ma 19 okt 2015
Fitri Setyaningsih
Ioannis Mandafounis & Agus Margiyanto
Garin Nugroho
installaties
lezing
Choy Ka Fai
Etienne Turpin
Absorbing and Squeezing & I’m almost plastic
Nocturno (film)
toonmoment
documentair project SoftMachine Gang Beel laag niveau +1 | gratis Wat is Azië? Choy Ka Fai uit Singapore stelt vast dat het antwoord op die vraag veelal bestaat uit veralgemeningen en stereotiepen, terwijl Azië in werkelijkheid een continent is met achtenveertig verschillende landen. In een poging de clichés en exotismen te doorbreken, trok hij er vier jaar geleden op uit. Zijn missie: zichtbaarheid geven aan de veelheid van Aziatische culturen. In Japan, China, Indië, Singapore en Indonesië interviewde hij telkens twintig dansartiesten. coproductie deSingel
Katia Engel
za 3, zo 4 okt 2015 | parking Grand café | 19 uur zo 4 okt 2015 | parking Grand café | 16.30 uur ±40 min gratis Fitri Setyaningsih uit Jogjakarta wordt aanzien als één van de meeste opmerkelijke en beloftevolle jonge choreografen uit Indonesië. Haar prille oeuvre is doordrongen van traditie én vernieuwing. Ze leerde van jongs af klassiek Javaans dansen, gaandeweg ontwikkelde ze interesse in hedendaagse dans, die ze als vrijer ervaart, en die volgens haar meer aansluit bij de wereld rondom haar. In haar choreografisch werk creëert ze uitzonderlijke beelden die op het netvlies blijven kleven, vaak gevoed door kostuums die ze zelf maakt. Regelmatig werkt ze ook samen met hedendaagse beeldend kunstenaars. In deSingel zal Setyaningsih na een residentie van twee weken een site specific performance in open lucht creëren ter hoogte van het kunstwerk ‘Ballard Garden’. © Fitri Setyaningsih
Europese première made in deSingel
Theaterstudio | 20 uur ±60 min €5 Tijdens dit toonmoment kan u het resultaat zien van een ontmoeting tussen Ioannis Mandafounis, u welbekend als voormalig danser bij The Forsythe Company, en Agus Margiyanto, een Indonesisch danser die u ook aan het werk kan zien in ‘Sisyphus’ van Melati Suryodarmo. In december 2014 ontmoetten ze elkaar voor het eerst. In maart 2015 trok Ioannis Mandafounis drie weken lang naar Jakarta, om daar kennis te maken met de Indonesische danscontext. Tijdens dit toonmoment willen deze twee danstalenten de vruchten van hun ontmoeting graag met u delen. Een blik achter de schermen van een interculturele ontmoeting.
za 3 okt 2015 | Muziekstudio | 21.30 uur zo 4 okt 2015 | Muziekstudio | 17.30 uur za 17 okt 2015 | Muziekstudio | 19 uur, 21.30 uur ±35 min € 5 | gratis op vertoon van uw ticket voor Eko Supriyanto en Melati Suryodarmo
coproductie choreographers’ LAB / Indonesia LAB een project van Künstlerhaus Mousonturm en Goethe-Instituut Indonesië gesteund door Kulturstiftung des Bundes met de steun van Studio Plesungan (Surakarta), Komunitas Salihara (Jakarta), Indonesian National Committee Guest of Honour Program, Frankfurt Book Fair 2015, Duits Ministerie Onderwijs en Cultuur
Garin Nugroho, geboren in Jogjakarta in 1961, is een toonaangevend Indonesisch kunstenaar. Als een ware duizendpoot creëert hij speelfilms, documentaires, theater, opera, dans, installaties, schilderkunst en non-fictie. Hij wordt eveneens aanzien als een pionier van de avant-gardefilm na 1990. Zijn films kregen erkenning op verschillende grote filmfestivals waaronder dat van Cannes, Venetië en Berlijn. Zijn werk snijdt veelal Indonesische sociopolitieke thema’s aan en wordt gekenmerkt door magisch realisme. Zo ook ‘Nocturno’. Dit fascinerend kortfilmpareltje combineert dansfilm, documentair werk en installatiewerk, en put uit diverse culturen van de Indonesische archipel, van Java en Sumba tot Aceh en Papoea.
© Eline Ros
© Timur Angin
Belgische première
© Erik Prasetya
Europese première
documentair project Gusmiati Suid
Wat vertellen steden ons over de verlangens van hun inwoners?
Hede
n
se d daag
ans u
it Ind
ones
ië
Muziekstudio | 20 uur | gratis
Jakarta heeft de tweede grootste stedelijke voetafdruk van de wereld en is de snelst groeiende stad. Jakarta barst uit haar voegen en probeert een steeds groeiend aantal inwoners onder te brengen. Sloppenwijken, chaotisch verkeer en regelmatige overstromingen trekken de aandacht van onderzoekers, NGO’s en hulporganisaties uit de hele wereld. In deze lezing zal de filosoof Etienne Turpin betogen dat - in tegenstelling tot al diegenen die deze stad beschouwen als een probleem dat opgelost moet worden - Jakarta gezien kan worden als een toekomstbeeld dat vroegtijdig in het heden is aangekomen. Om Jakarta te begrijpen, en daarmee gepaard gaand de gevolgen van het antropoceen, moeten we onze assumpties over leefbaarheid, over verlangen en over de stad bijstellen.
Gang Beel laag niveau +1 | gratis Katia Engel is een Duitse choreografe die woont en werkt in Jogjakarta. Samen met coregisseur Faozan Rizal en dramaturge Helly Minarti werkt ze aan een documentair project over Gusmiati Suid (1942-2001). Deze choreografe was afkomstig uit West-Sumatra, waar de matriarchale Minangkabau-cultuur heerst.
3 kt za 24 o5 za 201
gg n i n i h h t t e e m m o o ss ll e e g g n i n i S S e e d d iinn 1
vraag het magazine aan
[email protected]
Sara Nuytemans
Observatory of the Self Inkomhal | gratis Sara Nuytemans groeide op in Antwerpen en leeft momenteel in Jogjakarta. Terwijl velen de cultuurverschillen benadrukken, geraakte zij gefascineerd door de gelijkenissen tussen Indonesië en een land als België. Waarom zijn we hier? Wat is onze rol als mens? Deze fundamentele vragen zijn overal ter wereld aan de orde. ‘Observatory of the Self’ kadert in een reeks installaties die reflecteren over het universum, over meditatie en zingeving.
© Erik Prasetya
6
N N I I P P O TO S ST
7
Maandkrant | oktober 2015
za 3 okt 2015
Collegium Vocale Gent & I Solisti del Vento olv. Philippe Herreweghe John Dowland/Luc Brewaeys Lachrimae or Seaven Teares Igor Stravinsky Mis, W87 Luc Brewaeys Sonnets to Sundry Notes of Music / Threnos (wereldcreatie)
Muziek
Shakespeare met kwarttonen en klokimitaties Interview met componist Luc Brewaeys door Maarten Beirens
Schrijven gaat niet meer zo snel als vroeger, vertelt Luc Brewaeys als we nog wat napraten na het interview. Zijn broze gezondheid heeft daar alles mee te maken. Een jarenlange strijd met kanker heeft zijn tol geëist en maakt dat de nodige energie om lang en hard te werken niet altijd op zijn oude niveau is. Maar de gedrevenheid waarmee hij over zijn muziek en zijn vele muzikale plannen vertelt (waaronder een orkestwerk voor het Koninklijk Concertgebouworkest en een pianoconcerto) is nog steeds dezelfde. Luc Brewaeys blijft een bron van wervelende muzikale fantasie die zijn werken een even originele als gedurfde combinatie van sonore zinnelijkheid en theatrale expressiviteit bezorgt. Die kwaliteiten komen ook naar voor in zijn nieuwe werk, ‘Sonnets to Sundry Notes of Music/Threnos’ voor het Collegium Vocale en I Solisti del Vento. Het beleeft zijn première in de niet-alledaagse combinatie met de Mis van Igor Stravinsky en … de ‘Lachrymae’ van John Dowland, maar dan wel in een Brewaeysbewerking voor de blazers van I Solisti del Vento. Blauwe zaal | 20 uur € 30, 25 (basis) | € 24, 20 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Yanick Maes | Blauwe foyer | 19.15 uur Something old, something new, something borrowed, something blue. Dit concert heeft alles in huis om van het huwelijk tussen het Collegium Vocale Gent, I Solisti del Vento en de eenentwintigste eeuw een succes te maken. Blauw en oud: de ‘Lachrymae or seaven teares’ van John Dowland. De zeven pavanes zijn evenveel variaties op een thema uit zijn beroemde lied ‘Flow my tears’. Zeven maal wordt de melodie gespeeld, omgewerkt, gespiegeld of doorweven met nieuw materiaal. Het is de kunst van hetzelfde, telkens weer anders. Geleend en nieuw: Luc Brewaeys zet het project verder in een bewerking van de heerlijke ‘Lachrymae’. Daarnaast gaat hij met poëzie uit de vroege zeventiende eeuw aan de slag. Het wordt een nieuw werk voor achtstemmig koor en veertien blazers, gebaseerd op sonnetten van Shakespeare. De Mis van Stravinsky is alles tegelijk. Geprikkeld door Mozarts rococo wilde hij naar eigen zeggen “een echte mis” schrijven. Het resultaat is een weldadig gestreng concertstuk. Middeleeuws, modern en eigenzinnig. © Michiel Hendryckx
wereldcreatie made in deSingel
Maarten Beirens: Je nieuwe werk is voor blazers en koor: dan vermoed ik dat de heel specifieke bezetting van de Mis van Stravinsky het uitgangspunt was? Luc Brewaeys: Dat is inderdaad zo. Toen we dit project jaren geleden voor het eerst bespraken met Collegium Vocale en Jerry Aerts van deSingel, was de vraag een antwoord te schrijven op de Mis van Stravinsky. Dat is een fantastisch werk - dat trouwens niet zo vaak wordt uitgevoerd - en Stravinsky is een van mijn favoriete twintigste-eeuwse componisten, dus dat verzoek sprak mij meteen aan. Nu, of het een echt muzikaal antwoord wordt is nog moeilijk te zeggen, maar het is in elk geval een stuk muziek dat erbij zal passen. De Mis van Stravinsky vind ik formidabel. Het is heel mooie muziek en ik heb gewoon geprobeerd om even goede muziek te schrijven (lacht).
Bij Dowland komen de dissonanten al uit de verf, maar ik ga dat nog wat duidelijker maken. Stravinsky’s Mis is voor een heel ongebruikelijke bezetting geschreven: koor en blazers. En die blazers zijn dan nog heel bizar gekozen: twee hobo’s, cor anglais, twee fagotten, twee trompetten en drie trombones. Ik heb voor mijn werk nog twee klarinetten en twee hoorns toegevoegd aan die combinatie. Bovendien zijn de blazers in ‘Sonnets to Sundry Notes of Music/Threnos’ opgedeeld in twee min of meer gelijke groepen die respectievelijk links en rechts op het podium geplaatst zijn. Werken met de ruimtelijkheid wordt bij mij dus ook een element - wat bij Stravinsky en bij de bewerkingen van Dowland dan weer niet het geval is. M.B.: Het is wel een uiteenlopende combinatie van werken. Hoe is die Dowland in het programma beland? L.B.: De link is eigenlijk William Shakespeare. Ik had vrij snel beslist, misschien zelfs als een van de eerste ideeën voor dit stuk, om met sonnetten van Shakespeare te werken. Met de intimistische en melancholische ‘Lachrymae’ van Dowland is er muziek van een quasitijdgenoot van Shakespeare, maar dan wel bewerkt voor dezelfde blazersbezetting als mijn werk. M.B.: Welke sonnetten heb je gekozen? L.B.: Wel, ik was eerst van plan gewone sonnetten van Shakespeare te nemen, maar in onze uitgave van het integrale werk van Shakespeare staat helemaal achteraan nog iets speciaals. Dat heet ‘Sonnets to
8
Sundry Notes of Music’. Dat zijn langere teksten die bovendien iets minder strak in dat keurslijf van die sonnetten zijn gewrongen. Het nadeel van ‘gewone’ Shakespearesonnetten is immers dat je daar altijd datzelfde metrum hebt (kort-lang, of eigenlijk: een afwisseling van onbeklemtoonde en beklemtoonde lettergrepen). Dat vaste patroon heb je in deze gedichten niet en dat geeft toch heel wat meer mogelijkheden, zeker voor ritmische variatie. Nu wordt er wel getwijfeld of die ‘Sonnets to Sundry Notes of Music’ authentiek van Shakespeare zelf zijn, maar dat ga ik me niet aantrekken. Ik heb dus delen van die sonnetten genomen als tekst, maar ik heb het zo behandeld dat het eigenlijk om het even welke tekst had kunnen zijn. Dus betekent het dat mijn muzikale idee vooropstaat en ik die tekst daar als het ware overheen ‘plak’. Waar het enigszins kan, doe ik dan wel aan tekstexpressie, maar dat is beperkt. Eigenlijk is zo’n ‘abstractere’ behandeling van de tekst wat vergelijkbaar met wat Stravinsky soms ook deed.
De vraag was om een antwoord te schrijven op de Mis van Stravinsky. Dat is een fantastisch werk - dat trouwens niet zo vaak wordt uitgevoerd - en Stravinsky is een van mijn favoriete twintigste-eeuwse componisten, dus dat sprak mij meteen aan. M.B.: En wat zijn dan die muzikale vertrekpunten? L.B.: Het werk zal uit verschillende delen bestaan. In het eerste deel zijn bijna alle akkoorden in de basis klokimitaties. Zoals zo vaak in mijn muziek vertrek ik van spectrale harmonieën, die zijn afgeleid van de boventonen van instrumentale klanken. Klokspectra hebben een heel uitgesproken boventonenspectrum en daar werk ik graag mee. Die spectrale akkoorden vereisen eigenlijk ook extra kleine intervallen - kwarttonen - en die gebruik ik hier ook. Wel heb ik van in het begin beslist om voor het koor om praktische redenen geen kwarttonen te schrijven maar voor de blazers wel. Dus moest ik goed uitkijken, want ik wil vermijden dat de kwarttonen van de blazers tegen de tonen van de zangers aanschurken, want dat zou het weer lastiger maken om te zingen. Dus ik heb dat zo proberen op te vangen dat dat op een goede manier
Maandkrant | oktober 2015
Muziek
samenkomt. Het tweede deel is dan in snel tempo. Dat zal korter uitvallen dan voorzien gezien mijn gezondheidstoestand, want dat zijn veel noten voor weinig minuten muziek - zo gaat dat nu eenmaal met snelle delen: het is letterlijk veel schrijfwerk. Het begint met een knipoog naar de tweede ‘Notation’ van Pierre Boulez. In het laatste deel wordt het meer zangerig en we eindigen zoals we begonnen zijn met klokimitaties. Als ik zo bekijk wat er al af is en wat ik in mijn hoofd heb dat er nog op papier moet komen, verwacht ik dat het voor het koor niet te moeilijk zal worden. Dat heb ik bewust gedaan, want het Collegium Vocale is het minder gewend om hedendaagse muziek te zingen en dus zouden zeker wat complexere hedendaagse elementen voor hen meer tijd vragen om te studeren, dus dacht ik: laat ik het maar niet te ingewikkeld maken. Ritmisch is het voor mijn doen daarom zelfs relatief eenvoudig. Ik hoop toch dat het ondanks de eenvoud van de ritmes goed zal overkomen bij het publiek, maar dat valt af te wachten.
do 8 okt 2015
Luigi De Angelis, Sergio Policicchio & Spectra Ensemble olv. Filip Rathé
elektronische bewerking van Scelsi-opnamen Luigi De Angelis en Sergio Policicchio sound design Damiano Meacci (Tempo Reale) mezzosopraan Els Mondelaers Giacinto Scelsi Khoom, Sauh I en II
In Nomine Lucis
M.B.: Zat je al langer met Shakespeare in je hoofd? Je had al eens een sonnet van Shakespeare op muziek gezet voor ‘Speechless Song, Seeming many, being one’, het werk dat je in 2010 voor de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd zang componeerde, maar daar uiteindelijk niet aan bod kwam omdat het schijnbaar te moeilijk was. L.B.: Uiteindelijk werd het niet gebruikt in de wedstrijd, maar sindsdien is het toch tamelijk veel uitgevoerd, wat bewijst dat het werk perfect doenbaar was. Maar dat wist ik natuurlijk al lang op voorhand (grijnst). Het klopt dat ik toen een sonnet heb uitgeprobeerd omdat op dat moment al in mijn achterhoofd zat dat ik aan dit stuk voor Collegium Vocale en I Solisti del Vento zou beginnen en dat ik daarvoor Shakespeare zou kiezen. Achteraf gezien verklaart dat misschien ook wel de keuze voor Dowland. M.B.: Gaan die Dowlandbewerkingen een echte Brewaeystwist meekrijgen? L.B.: De vraag was om voor mijn arrangementen aan Dowlands muziek niets echt te veranderen. Daar zal ik mij ook aan houden, maar uiteraard met een paar kleine andere accenten: ik ga niets bijschrijven - alle noten zullen van Dowland zijn -, maar ik ben wel van plan dingen weg te laten. Ook ga ik proberen met octaveringen en registerkeuzes het toch wat vreemder te laten klinken. Af en toe laat ik noten wat langer doorklinken dan in de oorspronkelijke partituur. Dat geeft extra resonantie, maar het maakt de harmonie wat scherper: de noten vloeien dan hier en daar een beetje meer door elkaar. Bij Dowland komen de dissonanten al uit de verf, maar ik ga dat nog wat duidelijker maken.
Theaterstudio | 20 uur € 20 (basis) | € 16 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Pauline Driesen | Blauwe foyer | 19.15 uur De muziek van Giacinto Scelsi is van een bijna lijfelijke tastbaarheid. Tegelijk heeft ze een mystieke sereniteit die diep raakt. Dit concert vat zijn universum in een samenspel van een ruimtelijke installatie, live elektronica en ensemble. Luigi De Angelis en Sergio Policicchio maken samen met de sound-designers van Tempo Reale acht nieuwe elektronische composities op basis van het klankmateriaal uit het Scelsi-archief in Rome. Ze vormen een bedding waaruit de zeven hoofdstukken van een van Scelsi’s meesterwerken, ‘Khoom’, opduiken, naast de vocale solostukken
Zoals zo vaak in mijn muziek vertrek ik van spectrale harmonieën, die zijn afgeleid van de boventonen van instrumentale klanken. Klokspectra hebben een heel uitgesproken boventonenspectrum en daar werk ik graag mee.
‘Sauh I’ en ‘II’. Wat is het belang van de klank? Die vraag beantwoordt Scelsi door timbre centraal te stellen. Een zoektocht naar klankdimensies die zich verbergen in boven- en ondertonen. De elektronica laat toe infrageluid te manipuleren. Zo ontstaan klanklandschappen die in ons resoneren, als fysieke mystiek. Een stille dans tussen liefde en dood. coproductie deSingel internationale kunstcampus ism. Fondazione Isabella Scelsi
made in deSingel
do 29 okt 2015
Anna Vinnitskaja piano Johannes Brahms Chaconne in d voor de linkerhand Acht Klavierstücke, opus 76 Dmitri Sjostakovitsj Zeven poppendansen Sergej Prokofjev Pianosonate nr 6 in A, opus 82 Blauwe zaal | 20 uur € 24, 20 (basis) | € 20, 16 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Pieter Herregodts | Blauwe foyer | 19.15 uur
De Dowlandbewerking is voor mij echt iets om mij mee te amuseren. Ik heb al naar veel opnames geluisterd en het valt op hoe ver die van elkaar afwijken in tempo. Er zijn er die 25 minuten duren en er zijn er die veel langer zijn. Ik heb beslist dat ik gewoon ‘slow’ schrijf bovenaan de partituur en dan moeten de uitvoerders maar beslissen hoe langzaam ze hun tempo willen nemen. Oorspronkelijk was er een kwartier voorzien - dus een selectie uit de ‘Lachrymae’ van Dowland -, maar door mijn gezondheidstoestand zal ‘Sonnets to Sundry Notes of Music/Threnos’ wat korter uitvallen dan aanvankelijk gepland en bewerk ik misschien toch de hele ‘Lachrymae’. Ik vind het heel plezierig om zoiets te doen, een beetje zoals bij de Preludes van Debussy die ik voor symfonieorkest bewerkt heb. Dat was natuurlijk een grotere onderneming, omdat het complexere muziek is én omdat het voor groot orkest was, maar de aanpak is hetzelfde: niets veranderen aan het origineel en enkel door de keuzes van instrumenten en registers er iets creatiefs aan toevoegen.
Het is alweer van 2007 geleden dat Anna Vinnitskaja op een overrompelende manier de eerste prijs won op de Koningin Elisabethwedstrijd. Maar we zijn haar nog lang niet vergeten. Tijdens dit concert brengt Vinnitskaja haar Russische roots tot klinken in de beruchte Zesde Sonate van Prokofjev, die met een haast barbaarse elegantie wellicht de meest militante is van zijn drie ‘Oorlogssonates’. De zeven speelse ‘Poppendansen’ van landgenoot Sjostakovitsj bieden tegengewicht: wellicht één van zijn weinige werken die u aan het lachen kunnen brengen! Brahms’ warmromantische ‘Acht Klavierstücke’ bevatten de meest uiteenlopende muzikale karakters. Van intiem lyrisch tot uitbundig-extravert: acht keer maximale expressie in miniatuur. Liefhebbers van openhartige muzikale lyriek herkennen in Anna Vinnitskaja een zielsgenote. © Gela Megrelidze
© Paul De Smet
9
Maandkrant | oktober 2015
wo 28 okt 2015
The Colorist & Emilíana Torrini Emilíana Torrini zang W im De Busser piano Mathias Van den Plas cello Gerrit Valckenaers klarinet, electronics Amel Serra, Kobe Proesmans, Aarich Jespers percussie
Muziek
Een fascinatie voor ‘ingekleurde’ klanken Jerry Aerts in gesprek met Aarich Jespers en Kobe Proesmans
Aarich Jespers en Kobe Proesmans zijn percussionisten die van vele markten thuis zijn: ze spelen ook een actieve rol in muziektheater, theater, dans en installatiekunst. Samen werken ze al meer dan twee jaar aan een bijzonder project, The Colorist. Als volleerde ‘coloristen’ kleuren ze bestaande songs van popartiesten opnieuw in om ze samen met de oorspronkelijke vocalisten uit te voeren. In deSingel werkten ze al eerder met de ZweedsJapanse singer-songwriter Sumie Nagano en de Braziliaanse ‘tropical punk’-zangeres Cibelle.
Blauwe zaal | 20 uur € 24 (basis) | € 20 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) The Colorist is een bijzonder muzikaal project van Aarich Jespers (Zita Swoon) en Kobe Proesmans (oa. Gabriel Rios, El Tattoo Del Tigre). Allebei zijn ze percussionist, bouwen ze instrumenten en delen ze een liefde voor hedendaagse muziek die buiten de lijntjes kleurt. Met namen als Tom Zé, Moondog, Harry Partch, Luigi Russolo en David Byrne als grote voorbeelden. The Colorist wil bestaande muziek van andere popartiesten opnieuw inkleuren. Zelf ontworpen, voornamelijk akoestische melodisch-percussieve instrumenten roepen in combinatie met piano, klarinet en cello een intrigerende klankwereld op. Voor dit project nodigde The Colorist de IJslandse indiepopprinses Emilíana Torrini uit. Haar aanstekelijke hit ‘Jungle Drum’ zit ongetwijfeld in ieders geheugen. Op haar laatste plaat ‘Tookah’ slaat ze het elektronicapad in, met funky beats en hippe songs tot gevolg. Tegelijkertijd serveert ze indiepop die diep in de ziel snijdt. Welkom in het wonderland van The Colorist. made in deSingel
In oktober gaat The Colorist aan de slag met de IJslandse indiepopprinses Emilíana Torrini. Uit die keuzes blijkt een duidelijke voorliefde voor het werk van eigenzinnige chanteuses. Toeval? Aarich Jespers: Een vrouwenstem definieert zich makkelijker binnen de sound van The Colorist. Het contrast met de melodisch-percussieve arrangementen, die zich concentreren in het lage middenregister, laat veel ruimte voor de hogere vrouwenstem. Daarnaast zijn we ook enorm geboeid door de traditie van bigbands en orkesten met vrouwelijke vocalisten. Het heeft iets zeer gracieus en chique. Maar niets sluit uit dat we bij een volgende samenwerking een zanger uitnodigen! Kobe Proesmans: In onze zoektocht naar een eigen en coherent geluid van The Colorist werkt het maken van nieuwe arrangementen in uiteenlopende stijlen zeer inspirerend. We trachten steeds een experimenteel kader te maken voor toegankelijke popsongs. De kracht van het repertoire, de ‘body’ van de invité en zijn/haar songs zijn dan ook essentieel. De twee voorbije projecten resulteerden in zeer mooie concerten waarmee jullie echter beperkt toeren. Hoe komt dat? K.B. : Dat we weinig concerten spelen is een artistieke keuze. In creaties als deze is kortstondig samenwerken goed voor de synergie: een gezonde deadline pusht de artiesten naar de essentie van hun kunnen. En het beperkt aantal concerten geeft een exclusiever karakter aan ons programma. Onze aard van componeren en musiceren is niet alledaags. Eigenlijk zijn onze concerten een soort van liveremix, een omgekeerd karaokeproject. We vergelijken onze positie graag met projecten als Kronos Kwartet, Caribou of Four Tet.
Filmische en percussieve muziek die zich situeert tussen klassieke minimal, primitiefetnisch, elektronica en erotica. A.J. : We bewegen ons voorlopig uitsluitend in Vlaanderen. Maar onze samenwerking met internationale artiesten zal ongetwijfeld uitmonden in buitenlandse toernees. Ondertussen zijn we zeer blij dat we de afgelopen twee jaar ons artistiek project van The Colorist konden onderzoeken en ontwikkelen op kunstcampus deSingel. Met ‘Jungle Drum Emilíana Torrini’ hebben jullie alvast gekozen voor een zangeres die bekend is bij het brede publiek. Mogen wij ons verwachten aan
10
nieuwe versies van nummers uit ‘Tookah’, haar recente cd? A.J. : Na de concertreeksen met Sumie Nagano en Cibelle voelde een samenwerking met een artieste als Emilíana Torrini logisch aan. Haar naam garandeerde ons een grotere respons bij pers, organisatoren en publiek. The Colorist is ondertussen voldoende “gerijpt” om die uitdaging aan te gaan. K.B. : En aangezien wij het spijtig vinden dat mensen Emilíana Torrini enkel kennen van haar monsterhit ‘Jungle Drum’ - en dat is niet eens ons favoriete nummer uit haar oveigens zeer rijk en gevarieerd repertoire - gaan wij daar samen met haar zeker iets aan doen. A.J. : Wist je trouwens dat zij ook ‘Slow’ van Kylie Minogue op haar palmares heeft staan? En ‘Gollum’s song’, de titelsong van ‘The Two Towers’, het tweede deel van ‘The Lord of the Rings’? Het is dus wel duidelijk dat zij populaire songs kan schrijven. Onze favoriete cd is haar recentste, ‘Tookah’. We maakten nieuwe arrangementen voor een groot aantal nummers van die plaat, aangevuld met ouder werk en songs die ze met Kid Koala aan het voorbereiden is. In welke mate is Emilíana betrokken bij jullie creatieproces? A.J. : Het creatief proces start met het maken van maquettes. Kobe en ik maken een demoversie in de studio waarbij we een schets maken van het arrangement. We knutselen vaak aan grooves en riffs, en zoeken uit hoe we puzzelpartituren kunnen maken met de verschillende elementen in het orkest. K.B. : In een eerste fase zijn we vaak op zoek naar een manier om het nummer via een andere invalshoek te benaderen, waarbij het hart van de song en de zanglijnen behouden blijven. Tijdens het componeren zijn het instrumentarium van The Colorist en de aard van de geëngageerde muzikanten zeer bepalend. Vervolgens sturen we een eerste versie naar Emilíana en dan wachten we haar reactie af! Op dit moment (begin augustus) hebben we haar al zeven nummers bezorgd, die ze stuk voor stuk enthousiast onthaalde. Enkele dagen vóór de première vervoegt Emilíana The Colorist voor de finale repetities. In deze fase wordt er hier en daar nog wat bijgestuurd, maar het grote werk, het arrangeren, is dan eigenlijk al achter de rug. De gastzangeres wordt dus letterlijk ondergedompeld in onze wereld. De onorthodoxe klanken van jullie zelf ontworpen percussie-instrumenten - die jullie overigens ook zelf bespelen - ondersteunen jullie met traditionele instrumenten. Voor welke bezetting hebben jullie deze keer gekozen? A.J. : We vullen ons akoestische percussief kabinet
Maandkrant | oktober 2015
Muziek
graag aan met klassieke melodische instrumenten. Zo hebben we voor dit project viool, altviool, contrabas, vleugel en geprepareerde piano, basklarinet, marimba en/of vibrafoon toegevoegd. Belangrijk is dat we de traditionele elementen van een rock- of popgroep proberen te ontwijken. Daarom geen drums, basgitaar en gitaar. Gewoon omdat ze té dominant zijn en veel plaats vragen in een arrangement, waardoor er bijna geen ruimte meer zou zijn voor meer detail en geluidsexperimenten.
Door te werken met de originele zang en het arrangement helemaal opnieuw te bedenken en in te kleuren, hopen we iets tot stand te brengen dat ergens tussen remix en cover zijn plaats kan vinden.
vr 16 okt 2015
Christoph Prégardien tenor & Christoph Schnackertz piano Franz Schubert Ausgewählte Lieder Max Bruch Ausgewählte Lieder enjamin Britten Winter Words, opus 52 (Thomas Hardy) B
Hou zou je de sound van The Colorist omschrijven? A.J. : Filmische en percussieve muziek die zich situeert tussen klassieke minimal, primitief-etnisch, elektronica en erotica. Jullie verweven ook de de functie van percussie, bas en melodie, waardoor nummers een soort van puzzel worden. Leggen jullie dat patroon strak vast of is er ook ruimte voor improvisatie? A.J. : Door onze achtergrond als drummer of percussionist zijn repetitieve elementen vaak de basis van een arrangement. Voornamelijk de beat en de baspartij worden verdeeld over drie à vier muzikanten en/of partijen. Daardoor ontstaat er inderdaad een patchwork, een puzzel die het fundament vormt voor het volledige arrangement. Harmonische en melodische bewegingen zweven over dit ritmisch gebeuren. K.B. : Aarich en ik bereiden alles voor op partituur. Bij de uitvoering is er zo goed als geen ruimte meer voor improvisatie. Aangezien we onze muzikanten zeer specifiek kiezen op basis van smaak en persoonlijkheid vragen we in de repetitiefase aan elke muzikant om de partituur naar zijn kunnen te detailleren. Daardoor zijn de partijen wel vaak gemodelleerd naar een meer organisch spelen. Vanwaar die fascinatie voor ‘ingekleurde’ klanken? A.J. : Als muziekliefhebber is het altijd fijn om te botsen op alternatieve versies van gekende nummers. Vaak schuilen daar zeer pure elementen in die in een originele versie glad gestreken zijn of anders belicht worden. Een bewerking van bestaande popmuziek is toch vaak een dance remix van een bepaald nummer, of een coverversie. Door te werken met de originele zang en het arrangement helemaal opnieuw te bedenken en in te kleuren, hopen we iets tot stand te brengen dat ergens tussen remix en cover zijn plaats kan vinden. Heel jullie instrumentenwinkel klinkt niet alleen fantastisch, maar ziet er ook geweldig uit. Blijft het voor jullie ook een speeltuin? A.J. : Met nieuwe instrumenten, zoals we er enkele gebouwd hebben, kan je kiezen hoe je ze bespeelt waardoor je er onderzoekend mee kan omgaan. Het klankonderzoek en hoe dit te bekomen is primair ten opzichte van het bespelen van traditionele instrumenten. Veel instrumenten die we inzetten, hebben een percussieoorsprong. Om die te bespelen, gebruik je grote bewegingen. Dat en de vaak bijzondere esthetiek van deze instrumenten maakt dat het gebeuren op het podium ook zeer visueel is. Jullie hebben nu een mooie binnenlandse tournee met Emilíana Torrini. Wie staat er op jullie verlanglijstje voor de volgende jaren? K.B. : David Byrne prijkt ergens bovenaan, naast Damon Albarn en Sylvan Esso. Namen als Emily Haines, Leslie Feist en Olivia Bouyssou Merilahti zijn reeds gecontacteerd. Maar de eerstvolgende periode is er een van studiowerk, het maken van remixes. En natuurlijk het concretiseren van die volgende internationale samenwerkingen!
Blauwe zaal | 20 uur € 24 (basis) | € 20 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Jasper Gheysen | Blauwe foyer | 19.15 uur Op algemeen verzoek maar ook vanuit een diepe persoonlijke behoefte nodigen we Christoph Prégardien opnieuw uit in onze liedreeks. Met zijn vertolkingen van Schubertliederen zette hij na het Fischer-Dieskautijdperk een nieuwe standaard waarop de jonge generaties liedvertolkers nog lang zullen teren. Schubert en het Duitse lied blijven uiteraard zijn eerste liefde, maar de laatste jaren gaat hij graag eens vreemd in Engels repertoire. U houdt beslist ook uw
adem in tijdens Prégardiens vertolking van ‘Winter Words’, een van Brittens meest intrigerende liedcycli op prachtige gedichten van Thomas Hardy. Vooral het typisch Schubertiaanse samengaan van muzikale eenvoud en verfijnde lyriek vindt men ook bij Britten terug. Christoph Schnackertz © Clärchen en Hermann Baus Christoph Prégardien © Marco Borggreve
za 17 & zo 18 okt 2015
Publieke masterclasses zang olv. Christoph Prégardien Kleine zaal | vanaf 10 uur gratis voor toehoorders en zonder reservering Naast zijn concertactiviteiten besteedt Christoph Prégardien ook veel aandacht aan het lesgeven. Van 2000 tot 2005 leidde hij de zangklas aan de Musikhochschule van Zürich. Sinds 2004 is hij professor zang aan de Musikhochschule van Keulen. Tijdens deze tweedaagse publieke masterclasses werkt Prégardien met een achttal studenten aan zangtechnische problemen en sleutelt hij aan hun interpretatie van zowel liederen, oratorium- als opera-aria’s.
11
Wil u op de hoogte blijven van onze publieke masterclasses en van de exacte lesuren? Schrijf u in voor de e-nieuwsbrief via
[email protected] In uw e-mail met onderwerplijn ‘masterclasses’ graag vermelden: naam, straat, huisnr., woonplaats, tel.nr.
Maandkrant | oktober 2015
Muziek Think & Talk
wo 7 okt 2015
za 17 okt 2015
Stephen Hough piano
La Grande Chapelle
ranz Schubert Pianosonate in a, D784 F César Franck Prélude, choral et fugue Claude Debussy Estampes Franz Liszt Valses oubliées nrs 1 en 2 Uit ‘Etudes d’exécution transcendante’: nr 10 (zonder titel), nr 11 Harmonies du soir
olv. Albert Recasens La policoralidad en el Nuevo Mundo werk van Juan Gutiérrez de Padilla, Tomás de Torrejón y Velasco, Antonio de Salazar, Roque Jacinto de Chavarria, Juan de Araujo, Gaspar Fernandes
wo 21 okt 2015 za 10 jan 2016 Architectuurtentoonstelling
Verkavelingsverhalen open wo zo | 14 18 uur en bij avondvoorstellingen Wandelgangen | gratis info www.vai.be en www.desingel.be opening en panelgesprek di 20 okt 2015 Muziekstudio | 20 uur gratis | reserveren via www.vai.be/inschrijven
Blauwe zaal | 20 uur € 32, 26, 22 (basis) | € 26, 22, 18 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Adeline Boeckaert 19.15 uur | Blauwe foyer Albert Recasens is een van de grote specialisten van de meerkorige Spaanse en koloniale muziek uit de renaissance en barok. Samen met zijn vocaal en instrumentaal ensemble La Grande Chapelle opent hij onze cyclus Carmina Latina met een bijzonder aantrekkelijk programma: villancicos en antifonen uit LatijnsAmerikaanse archieven en codexen van de ‘época virreinal’, de koloniale periode in de Spaanse Gouden Eeuw. De partituren combineren echo’s uit de traditionele muziek met indrukwekkend contrapuntisch meesterschap dat verwijst naar de Europese polyfone stijl.
Blauwe zaal | 20 uur € 24, 20 (basis) | € 20, 16 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding David Vergauwen | Blauwe foyer | 19.15 uur Na dit concert zal het u niet verbazen dat de Britse pianist Stephen Hough tot de allergrootsten gerekend wordt. Met een scherpe intelligentie bekijkt hij elk repertoire vanuit een originele invalshoek, die telkens tot nieuwe ontdekkingen leidt. Hough noemt het grappig en paradoxaal dat organisten zich verwonderen over hoe pianistiek Franck schreef, terwijl pianisten opkijken hoe zijn pianomuziek zo orgelachtig klinkt. Hoe dan ook, Francks ‘Prélude, choral et fugue’ toont hem als misschien wel de meest onderschatte componist van Belgische bodem.
In zijn Sonate in a, D784 legde Schubert voor het eerst zijn romantisch gekwelde geest bloot. Bezwerend betrekt hij elke luisteraar in zijn eenzaamheid. Het contrast met Debussy’s verstrooiende en exotische ‘Estampes’ kan nauwelijks groter zijn. Deze delicate klankmeditaties doen zelfs de meest nuchtere toehoorders zweven. Debussy op z’n best. Met de ‘Valses Oubliées’ kiest Stephen Hough voor het getemperde en melancholische repertoire van de late Liszt. Onder de technische complexiteit verbergen ook diens ‘Transcendentale Etudes’ een diepe warmte en intimiteit, die Hough eveneens in de vingers heeft. Muziek voor de poëtische ziel. © Sim Canetty-Clarke
do 8 okt 2015
Publieke masterclasses piano olv. Stephen Hough podium Blauwe zaal | 10 uur 13 uur gratis voor toehoorders en zonder reservering De virtuositeit van de Britse pianist Stephen Hough begint daar waar ze voor de meeste pianisten eindigt. Voor het label Hyperion maakte Hough reeds meer dan 50 cd-opnamen, waaronder een hele reeks waarin hij de Centraal-Europese pianoconcerti exploreert. Hough is onder meer gastprofessor aan de Royal Academy of Music in Londen en aan het Royal Northern College in Manchester. Naast pianist is hij tevens componist en auteur van enkele belangrijke
essays over muziek. Wij geven een aantal musici van bij ons de kans om met deze grootmeester aan de slag te gaan. Ook voor toehoorders een bijzonder leerrijke en inspirerende ervaring.
telkens op dinsdag | Gele zaal | 19 uur gratis | reservering verplicht via www.ap.be/studium Als vanzelfsprekend beschouwen wij onze samenleving als geseculariseerd. We plaatsen haar daarbij vaak lijnrecht tegenover religieuze inspiratie. Intussen verliezen we de levensvisies uit het oog die aan de basis lagen van wat onze samenleving kwaliteit verleent. De reeks Studium Generale nodigt tien gastsprekers uit ons een blik te gunnen op wat er huist in het diepst van hun ziel en hoe hun leven daardoor heeft vorm gekregen. organisatie Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen ism. deSingel internationale kunstcampus
Deze maand komen aan bod:
In uw e-mail met onderwerplijn ‘masterclasses’ graag vermelden: naam, straat, huisnr., woonplaats, tel.nr.
di 6 okt 2015
Naema Tahir juriste mensenrechten Gesluierde vrijheid
al-Mawada Charity Peace and Unity Event 2015 Presentatie Humanitaire Projecten al-Mawada Hamza Talbi & Kinderkoor ussein & Muhsin stand-upcomedy uit Marokko Salaheddine tv-maker H rof. Imaam Sulayman van Ael motivational speaker Harris J Awakening Records artiest P 19 uur | € 12 (basis) | € 10 (-15 jaar)
al-Mawada Charity is een Belgische humanitaire organisatie die zich nationaal en internationaal inzet om de levensomstandigheden van de minderbedeelden te verbeteren, ongeacht hun etnische achtergrond, religie en geslacht. Tegelijkertijd wil ze u en ons aansporen om een actieve rol te spelen in de verbetering van het lot van de zwakkeren van bij ons en
Studium Generale 2015-2016 Uit het diepst van mijn ziel: levensbeschouwing als bron van handelen
Wil u op de hoogte blijven van onze publieke masterclasses en van de exacte lesuren? Schrijf u in voor de e-nieuwsbrief via
[email protected]
zo 18 okt 2015
Blauwe zaal | 14.30
di 6, di 20 okt 2015
elders. Het ‘al-Mawada Charity Peace and Unity Event 2015’ is dé gelegenheid bij uitstek om de verschillende humanitaire projecten te ontdekken in een programma dat eveneens bekende artiesten en sprekers een podium biedt.
spreektaal Engels
di 20 okt 2015
Mieke Van Hecke politica CD&V, onderwijskundige, voormalig directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs. Het belang van de aanwezigheid van religie in de publieke ruimte
Maandkrant | oktober 2015
Architectuur
Verkavelingswijken krijgen het vandaag zwaar te verduren. De dichtheid zou er veel te laag zijn, het woningaanbod te weinig gedifferentieerd, de openbare ruimte te schraal, de ecologische voetafdruk te hoog, … Tegelijkertijd blijft de verkavelingswijk voor heel wat mensen de ideale plek om te wonen, net omdat het er rustig, groen en herkenbaar is. Dit sluit niet uit dat verkavelingsbewoners experimenteren met collectieve woonvormen, kleinschalige bedrijvigheid, het samen opwekken van hernieuwbare energie of waterzuivering op schaal van de wijk. ‘Verkavelingsverhalen’ grijpt experimenten aan om een breed debat op te starten rond de toekomst van de Vlaamse verkavelingswijk. Met de reeks ‘Projecties’ bieden het Vlaams Architectuurinstituut en deSingel het bestaand onderzoek in Vlaanderen een podium. Leidraad bij de keuze van de projecten zijn maatschappelijke thema’s en/of het bevragen van de rol van de discipline architectuur in de samenleving. organisatie Vlaams Architectuurinstituut, deSingel internationale kunstcampus curator Oswald Devisch (hoofddocent Universiteit Hasselt), Stefan Siffer (Vlaams Architectuurinstituut) gebaseerd op onderzoek ‘Verkavelingsverhalen/Tales of the alotment’, Faculteit Kunst en Architectuur, UHasselt onderzoekers Oswald Devisch, Barbara Roosen, Marijn van de Weijer in samenwerking met UHasselt www.verkavelingsverhalen.be Verkavelingsverhalen, Hasselt © Iwert Bernakiewicz
made in deSingel
De verkavelingswijk zal divers zijn of niet zijn Hoe kunnen we onze verkavelingswijken klaarstomen voor de toekomst? Dat is het uitgangspunt van een onderzoek dat vijf verhalen bundelt die zich afspelen in een Vlaamse verkavelingswijk. Het Vlaams Architectuurinstituut sprak met curator Oswald Devisch, hoofddocent Architectuur aan de Universiteit Hasselt. “De huidige verkavelingswijken zijn niet klaar voor diversiteit en verandering.” ‘Verkavelingsverhalen’ presenteert de eerste resultaten van een onderzoek rond de toekomst van de Vlaamse verkavelingswijk. Waarom is het belangrijk dat we hier nú over nadenken? Oswald Devisch: Eerst en vooral is er het feit dat Vlaanderen afstevent op een vastgoedcrisis. Het aanbod aan bouwgrond in Vlaanderen is nu al bijna dubbel zo hoog als de vraag ernaar. Dit betekent dat heel wat eigenaars hun woning of bouwgrond niet verkocht zullen krijgen. Tenzij deze woningen goed gelegen zijn, van uitzonderlijke kwaliteit of erg goedkoop. Helaas is dit voor heel wat verkavelingswoningen niet het geval. Een tweede reden is dat verkavelingswijken meer en meer te maken krijgen met de uitdagingen van een stad. Heel wat verkavelingswijken zijn in de jaren 1960, ’70 en ‘80 gebouwd. De oorspronkelijke bewoners, vandaag senioren, kiezen voor een aangepaste woning. De vrijgekomen woningen worden opgekocht door jonge gezinnen. In heel wat gevallen hebben deze gezinnen een andere etnische achtergrond. Net zoals de diversiteit in onze steden in de jaren 1960 toenam, zien we dit fenomeen vandaag ook in de verkavelingswijken. Met gelijkaardige spanningen en uitdagingen als gevolg. Maar er is hoop. Zo zien we dat een aantal verkavelingsbewoners erg inventief omgaan met deze uitdagingen: zolders worden verhuurd aan studenten, bewoners openen hun zwembad gedurende de zomer voor de kinderen uit de wijk, ... Dergelijke initiatieven blijven vandaag echter nog erg bescheiden en komen zelden boven de radar.
De ‘verhalen’ zijn het resultaat van een collectieve zoektocht waarin zowel bewoners, overheden als middenveld samen naar antwoorden zoeken. Hoe terecht is de kritiek die verkavelingswijken, onder meer vanuit ecologische hoek, te verduren krijgen? O.D.: Die kritiek is zeker terecht. Verkavelingswijken consumeren erg veel ruimte omdat alle woningen vrijstaand zijn. Bovendien verbruiken ze meer materiaal en energie dan bijvoorbeeld rijwoningen. Daarnaast staan ze duurzame mobiliteit in de weg: het merendeel van de verkavelingswijken ligt ver weg van lokale centra en tewerkstellingsplekken. Hierdoor zijn de bewoners afhankelijk van de auto voor quasi elke verplaatsing. Dus ook al zouden alle bewoners hun woning transformeren tot een nul-energiewoning, dan nog blijft de ecologische voetafdruk erg hoog in vergelijking met stedelijke centra waar openbaar vervoer meer toegankelijk is. De kritiek op verkavelingswijken is trouwens niet enkel ecologisch, maar ook sociaal. Zo zijn deze wijken opgebouwd uit slechts één woningtype, namelijk de vrijstaande woning, gebouwd op maat van de traditionele familie met kinderen. Voor meer hedendaagse woonvormen is er geen ruimte. Denk aan zorgwoningen, kangoeroewoningen, collectieve woningen, ... Ook economisch valt er iets te zeggen over verkavelingswijken. Zo zijn ze volledig gericht op wonen. Er is weinig of geen ruimte voor werkgelegenheid. Dit gaat in tegen de groeiende zoektocht naar lokale voedselproductie en ‘korte-keten-economie’. Die vragen juist om een mix van wonen, werken en recreëren. Hoe is het onderzoeksproject opgebouwd en wat zal hiervan in de tentoonstelling te zien zijn? O.D.: ‘Verkavelingsverhalen’ omhelst vijf verhalen over mensen of instanties die greep proberen te krijgen
organisatie al-Mawada Charity ism. d eSingel internationale kunstcampus
12
13
op een typische problematiek van de verkavelingswijk. De ‘verhalen’ zijn het resultaat van een collectieve zoektocht waarin zowel bewoners, overheden als middenveld samen naar antwoorden zoeken. Ook al zijn de verhalen soms erg verschillend, ze hebben gemeen dat er een verschuiving optreedt bij de actoren in de manier van kijken naar hun verkavelingswijk. Wat eerst als een probleem gezien wordt, blijkt uiteindelijk niet zo problematisch meer. Zo groeit in één wijk bijvoorbeeld het bewustzijn onder de bewoners dat ze ook zelf een voorziening (zoals een leegstaande kerk) kunnen beheren en niet moeten wachten tot een lokale overheid iets onderneemt.
Net zoals de diversiteit in onze steden in de jaren 1960 toenam, zien we dit fenomeen vandaag ook in de verkavelingswijken. ‘Verkavelingsverhalen’ is een tentoonstelling met een interactief luik. Hoe krijgt dit in de praktijk vorm? O.D.: De collage waarmee elk verhaal eindigt, geeft slechts één antwoord op één van de uitdagingen waar verkavelingswijken voor staan. Bovendien blijft dit antwoord erg abstract. De bedoeling is om dit antwoord tijdens de tentoonstelling concreter te maken én om alternatieve antwoorden te formuleren. Om deze reden zal er bij elke collage ook een stelling staan die de bezoeker aan het denken wil zetten. Hoe zit het bijvoorbeeld met het eigendomsrecht als je tuinen begint te delen? En zijn woningen nog wel betaalbaar als deze met herbruikbare bouwmaterialen ontworpen worden? En waar moet de auto naar toe als je het openbaar domein wil gebruiken voor bijkomende ecologische verbindingen? Concreet zullen we een reeks workshops organiseren waarop we juristen, economen, architecten, natuurbeheerders, en bewoners uitnodigen om met deze vragen en stellingen aan de slag te gaan. Tijdens elke workshop zal een nieuwe collage geproduceerd worden. Wat is voor u de ideale verkavelingswijk? O.D.: Moeilijke vraag. Een duurzame verkavelingswijk moet vooral ruimte laten voor diversiteit, zowel op vlak van bewoners en woningtypes als op gebied van ruimtegebruik en openbare ruimte. De wijk moet daarnaast ook verandering toelaten. Elke generatie leeft namelijk anders en heeft andere verwachtingen over haar dagelijkse leefomgeving. Wat vandaag een woning is, moet morgen kunnen functioneren als woon-werkplek of als meergezinswoning. Deze overgang naar duurzame verkavelingswijken is niet enkel een ruimtelijk vraagstuk, maar heeft ook een juridisch en cultureel luik. De wetgeving laat vandaag bijvoorbeeld niet veel diversiteit toe in een verkavelingswijk. En de woonwens van de meeste Vlamingen blijft een vrijstaande woning in een groene en rustige omgeving. Zolang deze mentaliteit niet verandert, blijven we tevergeefs dromen van verkavelingswijken die een antwoord bieden op de sociale en ecologische uitdagingen van de 21ste eeuw.
Wat vandaag een woning is, moet morgen kunnen functioneren als woon-werkplek of als meergezinswoning. Gelukkig bestaan er al heel wat initiatieven die alternatieven bieden. Buren die hun tuinen delen en samen een moestuin aanleggen. Of een villa die ingericht is als buurtschool. Goede voorbeelden zijn er dus. Wat nodig is, zijn nog meer projecten die bewoners, lokale overheden en organisaties aanzetten om deze voorbeelden te volgen. Als ‘Verkavelingsverhalen’ daartoe kan inspireren, zijn we in ons opzet geslaagd.
Maandkrant | oktober 2015
Architectuur
zo 11 okt 2015
vr 25 sep 2015
zo 10 jan 2016 | architectuurtentoonstelling
Levensecht. De performantie van de moderne stad
Rondleiding gebouw deSingel architect Léon Stynen, Stéphane Beel start bezoek 11.30 uur | duur ± 1,5 uur gratis | reservering verplicht via
[email protected] of +32 (0)3 248 28 28
open wo zo 14 18 uur en bij avondvoorstellingen Expo I €5 I info www.vai.be en www.desingel.be gesloten ma, di en op feestdagen opening vr 25 sep 2015 I Tom Avermaete Blauwe zaal I 20 uur gratis | reserveren www.vai.be/inschrijven rondleiding zo 11 okt 2015 | 14 uur € 5 | reservering
[email protected] groepsrondleiding op aanvraag | max. 20 pers. € 60 | reserveren via antwerpenaverechts.be Een stad die vijftig jaar geleden uit het niets werd opgetrokken en toen gold als hét prototype van een moderne samenleving. Is dergelijk ontwerp bestand tegen de tand des tijds? Tom Avermaete, hoogleraar aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft, onderwierp iconische steden als Brasilia, Casablanca en Chandigarh aan een grondige analyse. Het resultaat is een tentoonstelling met een hoopvolle boodschap: goede architectuur is in staat haar eigen fundamenten te moderniseren. De tentoonstelling illustreert dat architectuur niet alleen tot stand komt via een ontwerp, maar evenzeer vorm krijgt door haar gebruikers.
De architecturale uitstraling van deSingel maakt het gebouw tot een attractiepool op zich. Het is in oorsprong een ontwerp van Léon Stynen (1899-1990). Stéphane Beel (°1955) nam de afgelopen decennia een aantal kleinere toevoegingen voor zijn rekening. Daarbij bleek hij de architectuurtaal van Léon Stynen zeer goed aan te voelen. Hij was dan ook de uitgelezen persoon om de uitbreiding met 12.000 m² voor zijn rekening te nemen. Beels ontwerp getuigt van autonomie en een groot respect voor Stynens architectuur. Samen met een gids bezoekt u deze indrukwekkende architecturale realisatie. Onze tip: aansluitend op de rondleiding is ons Grand café een absolute aanrader. En om 14 uur start de rondleiding in de tentoonstelling ‘Levensecht’.
organisatie Vlaams Architectuurinstituut, Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) en deSingel Internationale Kunstcampus curator Tom Avermaete (Leerstoel Methode en Analyse, Faculteit Bouwkunde, TU Delft) mmv. A ntje Adriaens, Agnieszka Batkiewicz, Christian Maijstré t entoonstellingsontwerp en grafiek BC Architects & Studies, Brussels in samenwerking met TU Delft , University of Technology met steun van de Vlaamse Overheid Chandigarh, India. Een moderne woonwijk getransformeerd door de bewoners © Tom Avermaete
made in deSingel
© Eline Ros
Architectuur maken en meemaken za 10 okt 2015
zo 11 okt 2015
Avond van de Architectuur
Dag van de Architectuur
Rode zaal | 20 uur gratis | reserveren
tal van locaties in Vlaanderen en Brussel | 10 www.dagvandearchitectuur.be
www.vai.be/inschrijven
Op 10 oktober reikt minister van Cultuur Sven Gatz de prestigieuze Vlaamse Cultuurprijs voor Architectuur uit. Voorafgaand aan deze prijsuitreiking zetten we de rol van publieke betrokkenheid bij de realisatie van architectuur in Vlaanderen in de kijker: architectuur als gedeelde opdracht. Waar staan we en waar gaan we naartoe? Dat is de centrale vraag op de Avond van de Architectuur. Onze steden zijn in snel tempo aan het veranderen. De impact van de bevolkingstoename, migratie, klimaatverandering en de aanhoudende economische crisis zijn steeds nadrukkelijker aanwezig in het straatbeeld. Hoe kan architectuur bijdragen aan belangrijke maatschappelijke transities? Architectuur zélf moet de lenigheid hebben om zich aan te passen aan deze nieuwe realiteit. Met andere woorden: hoe maken we een architectuurcultuur voor de 21ste eeuw? Dat deze verantwoordelijkheid niet enkel rust op de schouders van de architect mag duidelijk zijn, het is een gedeelde opdracht. Wie moet allemaal mee in het bad? Dat verneemt u tijdens de panelgesprekken op de Avond van de Architectuur. Untitled from series ‘Fictions’ © Filip Dujardin
14
18 uur
Geen opdracht zonder bouwheer, geen gebouw zonder bouwers, geen vergunning zonder overheid, geen draagvlak zonder burgers, geen architectuur zonder architect. Architectuur is een gedeeld avontuur dat zich genesteld heeft in alle hoeken van de samenleving. Bijzondere gebouwen maken deel uit van ons dagelijks leven, nu eens prominent, dan weer heel discreet. Crèches en verzorgingstehuizen, scholen en universiteiten, rijhuizen en groepswoningen, cultuurhuizen en nutsvoorzieningen … Elke dag opnieuw geeft architectuur vorm aan onze leefwereld. Op zondag 11 oktober nodigen tientallen gastvrouwen en -heren u uit om samen architectuur te beleven. Dankzij hun gastvrijheid kan u in Vlaanderen en Brussel meer dan zeventig opmerkelijke gebouwen bezoeken. Veel van die gebouwen zijn het resultaat van de Open Oproep, een initiatief van de Vlaams Bouwmeester dat publieke opdrachtgevers ondersteunt en helpt bij het kiezen van de juiste ontwerper voor hun project.
Maandkrant | oktober 2015
Think & Talk
Maar ik de wereld ik zie jou
Onder deze titel, ontleend aan het werk van Rémy Zaugg dat sinds 2005 op de binnengevel van onze kunstcampus prijkt, presenteren we een maandelijkse rubriek reisverhalen. We vragen aan kunstenaars waarmee we samenwerken om een verhaal te schrijven vanuit de plek waar ze op dat moment zijn neergestreken. Of het nu Azië of Afrika is, Noord- of Zuid-Amerika. Of ergens in Europa. Via onze artiesten halen we de wereld naar binnen. Jeremy Denk staat op zaterdag 6 februari 2016 om 20 uur voor het eerst in onze Blauwe zaal. Met op het programma J.S. Bachs ‘Goldbergvariaties’. Voorafgaand aan het concert, om 18 uur, geeft hij een lecture recital. Op zijn veelgelezen blog ‘Think Denk - the glamorous life and thoughts of a concert pianist’ deelt Denk zijn ideeën over muziek met de rest van de wereld. Zijn teksten zijn onweerstaanbaar boeiend en geestig. Hieronder een staaltje van zijn schrijfkunst.
Debuut van een meesterpianist in het woonzorgcentrum van zijn ouders in New Mexico De luchthaven van El Paso was heel rustig om middernacht. Ik rolde met mijn koffer richting de koele woestijnnacht die zij aan zij gaat met de hitte die afstraalt van de trottoirs. Het is een onvoorstelbaar bizarre luchthaven, in een drukke straat met alle mogelijke fastfoodtenten, maar vanuit het vliegtuig zie je alleen maar onbewoond gebied, eindeloos zand en creosootstruiken. Er is niks, niks, niks, en dan ineens sta je op de grond, midden in een stad, alsof de stad een façade is die amper gescheiden is van de droogte, een plek met een ziel van stof. Het was nog een uur rijden naar New Mexico, waar mijn ouders wonen. Ik ging dus slapen in de Radisson, een oase dwars over de parking. De inrichting was Italiaans, een Venetiaanse kamer (!), een slaapcentrum. ... Mijn ouders hadden uiteindelijk besloten om te verhuizen uit het huis waar ik was opgegroeid, om ergens te gaan wonen met minder verantwoordelijkheid, minder dingen om voor te zorgen. Ik was een beetje jaloers. Ze hebben een leuk nieuw appartement, maar er is daar ook een gemeenschappelijke eetzaal met supercomfortabele stoelen op wieltjes, en rijen hoge ramen vol blauwe lucht. … In een hoek van die grote eetzaal stond een piano verborgen, ver genoeg weg zodat ik het instrument grotendeels kon negeren. Maar mijn moeder had waarschijnlijk tijdens een of andere maaltijd laten vallen dat ik pianist was, en na een drietal gratis maaltijden in de eetzaal, kwam de grote baas naar me toe. “Ik hoor dat u pianist bent”, zei ze. “Dat kan kloppen”, antwoordde ik. Ze bekeek me even en stelde toen een voor haar logische vraag: “Wat doet u nu?” Ik had geen idee wat ze bedoelde. “U bent toch geen professionele muzikant meer?” Ik begreep in een flits dat ze ervan uitging dat iemand van mijn leeftijd geen muziek meer speelde als beroep, muziek was iets waar jongeren zich mee bezighielden. “Jawel,” zei ik lichtjes knarsetandend, “pianospelen is mijn beroep, geloof het of niet.” Ze ging weg. Later stuurde ze iemand anders, en echt, alleen een mens met een ijskoud hart had kunnen weigeren om te spelen. Ze wilden dat ik even keek of de piano goed genoeg was. Het was een elektrische Baldwin die moest doorgaan voor een kleine vleugel. De rest van de week, moet ik toegeven, dacht ik niet veel aan mijn nakende debuut in het woonzorgcentrum van mijn ouders. Ik was een beetje blasé over de hele zaak. Ik kwam zelfs te laat omdat ik aan het oefenen was en de tijd uit het oog verloren had. Een grote, stille groep mensen zat te wachten, in een slordige halve cirkel, mogelijk wat misnoegd. …
Het eerste probleem was dat de piano niet ingesteld was om piano te zijn. Ze bracht een trompetachtig geblèr voort. Ik probeerde aan het publiek uit te leggen, een beetje zwetend, dat de piano’s waar ik normaal op speel, échte piano’s zijn. Ze leken niet onder de indruk. Een blinde man op de eerste rij was de enige die het leek te begrijpen. “U bent een moedig man”, zei hij. De eerste knop die ik indrukte, deed een oorverdovende bossanova door de zaal galmen. Het personeel snelde toe en probeerde te helpen, maar ik denk dat ik het ten slotte na vijf minuten zelf in orde heb gekregen door op goed geluk op alle knoppen te drukken die belangrijk leken. Uit het instrument kwam nu iets wat ooit ergens van een echte piano gesampled was. Toen ik op de pianobank ging zitten, brak het koude zweet me uit. Ik besefte dat ik eigenlijk geen muziek had voor deze gelegenheid. Mijn moeder had me strikt verboden om iets te spelen dat te twintigste-eeuws was, met dezelfde stem als waarmee ze me verbood weg te blijven na negen uur ’s avonds toen ik vijftien was. Dus vol goeie moed begon ik aan de ‘Goldbergvariaties’, met het idee te stoppen als er iemand gilde … Het toetsmechaniek van de piano bezat een interessante onvoorspelbaarheid: het produceerde een mooi zachte klank tot bij een zekere mate van druk, en werd dan ineens ongelooflijk luid, met wat distorsie bovenop. Ik bleef in het luide register, probeerde de volumeknop bij te stellen, besefte dat ik echt wel een soundcheck had moeten doen. Na de tiende variatie stopte ik gewoon. Middelmatig applaus. Ik besloot nu ‘The Alcotts’ uit de Concordsonate te proberen. Ik zag achteraan in de zaal mijn ouders op hun voorhoofd slaan. Het was een
15
rampzalige keuze, maar kort. De imitatiepiano had geen waarneembaar kleurenpalet, en daarom had dit stuk totaal geen zin. Het was ongeveer 17.10 uur, het eten werd pas om 17.30 uur geserveerd. Twintig lege minuten om te vullen. Wat zou ik nu spelen? Ik had recent Opus 111 van Beethoven opgenomen, maar dat stuk op deze piano spelen, zou een misdaad zijn tegen de menselijkheid. Ik besefte dat ik moest eindigen met iets opzwepends, indrukwekkends. Ik wilde niet dat mijn ouders beschaamd naar de grond zouden moeten kijken in de gangen van hun nieuwe thuis. Ik begon aan het eerste deel van de Waldsteinsonate. Dat was beter. Het ritme verdoezelde de tekortkomingen van de piano. In mijn enthousiasme rukte ik een blad uit mijn partituur. Het glipte weg naar de deur, het hoopte vast te ontsnappen. Ik hoorde iemand zeggen: “Hij is zo boos.” Had ik maar uit mijn eigen lichaam kunnen wegglippen! Ik die als een dwaas probeerde expressief te zijn op dat niet expressieve elektrische ding, het had iets van een belachelijke vertoning, iets bizars, een soort tragikomisch meesterwerk. Maar de ergste vernedering moest nog komen. Ik had het netjes zo getimed dat het stuk precies op tijd zou stoppen, vóór het eten, maar het personeel wist dat niet. Ik kwam net bij de coda, bij het moment waar Beethoven even trippelt op de dominant. En daar perfect dansant op aansluitend, alsof ze de partituur geanalyseerd had en begrepen had wat het meest broze moment was, trippelde een personeelslid naar me toe en fluisterde in mijn oor: “We eten over vijf minuten.” Ik zeg ‘fluisterde’, maar het was hoorbaar tot in Albuquerque. Er steeg een instemmend gemompel op in het publiek. “Dat is waar”, zei iemand. Ze wisten niet dat het stuk bijna afgelopen was. Toen ik de finale cadens uit de piano liet donderen, leek het vast alsof ik die er gauw had aan geplakt. Ik stond op en kreeg een opgeluchte ovatie. Een andere baas kwam naar me toe en richtte zich tot het publiek. “Willen we hem graag nog een keer?” vroeg hij met een mengeling van oprecht enthousiasme en aarzeling. Het publiek applaudisseerde zo’n beetje, er kwam geen hoorbaar protest. Maar ik moet hem raar aangekeken hebben. Hij zei tegen me, vertrouwelijk: “We zullen u betalen.” Ik was niet beledigd toen ze me wilden doen stoppen voor het eten, maar het idee dat ik hengelde naar geld … wel, dat kwam verkeerd aan. Samuel Beckett zegt: “Tegen een gebaar van liefdadigheid is er geen verweer”, maar ik vind van wel. Zeker wel. Als troost deed ik dan maar extra veel pikante saus op mijn quesadilla. Mijn vaders evaluatie zat er pal op: “Ik denk niet dat ze onze huur zullen verlagen,” zei hij, “hopen maar dat ze hem niet verhogen.” We lachten allemaal.
Maandkrant | oktober 2015
Oktober Levensecht | tentoonstelling p.14 Dans STOP in Java | installaties p.7
zo 10 jan 2016 Architectuur za 3
za 24
za 3, zo 4
Dans STOP in Java | Eko Supriyanto | Cry Jailolo p.5 Dans STOP in Java | Fitri Setyaningsih | Absorbing and .... p.6
za 3, zo 4, za 17
Dans STOP in Java | Garin Nugroho Nocturno (film)
za 3
Muziek Collegium Vocale Gent & I Solisti del Vento p.8
di 6
Think & Talk Studium Generale p.12
wo 7 do 8
Muziek Stephen Hough p.12 Muziek Stephen Hough | masterclasses p.12
do 8
Muziek Luigi De Angelis,Sergio Policicchio & Spectra Ensemble p.9
za 10
Architectuur Avond van de Architectuur p.14
zo 11
Architectuur Dag van de Architectuur p.14 Architectuur Levensecht | rondleiding tentoonstelling p.14
za 3, zo 4
zo 11 zo 11
p.6
Architectuur rondleiding gebouw deSingel p.14 Dans STOP in Java | Mandafounis & Margiyanto | toonmoment p.6
di 13
vr 16, za 17
Dans Anne Teresa De Keersmaeker | Verklärte Nacht p.3 Dans STOP in Java | Melati Suryodarmo | Sisyphus p.5
vr 16
Muziek Christoph Prégardien & Christoph Schnackertz p.11
za 17
Muziek La Grande Chapelle p.12 Muziek Christoph Prégardien | masterclasses p.11
do 15
zo 18
za 17, zo 18 zo 18 ma 19
Think & Talk al-Mawada Charity Peace and Unity Event 2015 Dans STOP in Java | Etienne Turpin (lezing)
di 20
Architectuur Projecties 5 | opening tentoonstelling p.13
di 20 vr 23, za 24
Think & Talk Studium Generale p.12 Dans STOP in Java | Choy Ka Fai | SoftMachine: Rianto p.5
di 27
Think & Talk Gesprek met Stan Douglas over Samuel Beckett
wo 28
Muziek Emilíana Torrini & The Colorist p.10 Theater Stan Douglas | Helen Lawrence p.3
do 29 do 29
za 31
p.12 p.7
p.3
Muziek Anna Vinnitskaja p.9
Abo & tickets t +32 (0)3 248 28 28 | www.desingel.be | f deSingelArtCity Desguinlei 25, B-2018 Antwerpen
Openingsuren bespreekbureau ma vr 10 18.30 uur za 16 18.30 uur
www.desingel.be altijd meest recente informatie over programma, bezetting, duur van de voorstelling, pauze(s), inleidingen, boventiteling / vanaf een drietal dagen vóór de voorstelling is het mogelijk om het programmaboekje van een voorstelling te downloaden in pdf-formaat
Openingsuren Grand café alle dagen 9 24 uur www.grandcafédesingel.be drankjes, hapjes, snacks, uitgebreid tafelen
el deSingel
Parkeren - grote parking langs de Desguinlei voor bij het kruispunt aan deSingel richting Zuid op slechts 5’ à 10’wandelen - parkeerplaatsen op J. Van Rijswijcklaan & Le Grellelaan - beperkt aantal betalende plaatsen voor het gebouw van deSingel (€ 2/uur | € 5/voorstelling) - 5 betalende parkeerplaatsen voor andersvaliden vlakbij de hoofdingang van deSingel - x2
Fiets velo-antwerpen.be + trein, + tram, + bus, + auto x450 x6 x36 Openbaar vervoer vanuit Centraal Station - 20’ tram 2 richting Hoboken - 20’ tram 6 richting Olympiade, halte deSingel vanuit Antwerpen Zuid - 15’ te voet langs de Desguinlei - 5’ met Velo-fiets
mediasponsors deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid