museum NIEUWS www.persmuseum.nl w
112 FFEBRUARI 2006
Column van Erik van Gruijthuijsen
OHC had tsaar als abonnee
Stichtingsbestuur verbreedt basis
Bewegende prenten van Joep Bertrams
pagina 3
pagina 4/5
pagina 6
pagina 7
Spraakmakende dagbladaffiches door
Bert Steinmetz
Léés die krant! De fameuze slo gan die Het Parool jarenlang h e ef t ge br ui k t, d i en t n u al s motto van de nieuwe expositie in het Persmuseum. Van 9 febru ari tot en met 2 april zijn daar dagbladaffiches uit de afgelopen honderd jaar tentoongesteld. De grafisch ontwerper Anthon Beeke mocht de expositie openen met een serie kanttekeningen van een insider. Hij deed dat in de vorm van wat we vroeger nog een lezing met lichtbeelden noemden, maar tegenwoordig een powerpoint-presentatie heet. Zo leerden de aanwezigen van de belangrijke rol die de grote tekenaars in hun tijd hebben gespeeld bij de krantenaffiches van begin vorige eeuw. Albert Hahn, Leen Jordaan, Albert Hahn jr. (stiefzoon van de ‘grote’ Albert Hahn) en Maurits Aronson waren verantwoordelijk voor spraakmakende affiches vóór de Tweede Wereldoorlog. Het leverde beelden op met krachtige tekeningen, waarin nogal eens een kakelende haan de hoofdrol speelde om duidelijk te maken dat het een ochtendblad betrof. Een affiche van De Maasbode uit 1920 valt wat dat betreft uit de toon, met zijn simpele schreefloze belettering. ’Calvinistisch’, oordeelde Beeke. ,,En dat bij een rooms-katholiek dagblad’’, werd meteen door een van de toehoorders opgemerkt.
Typisch Duits Bij een affiche voor de Deutsche Zeitung in den Niederlanden (uit 1940) bleef Beeke even hangen
Grafisch ontwerper Anthon Beeke opent de expositie.
bij het typische gebruik van gotische letters voor krantentitels. ,,De Fraktur, zoals die letter heet, gaat door voor typisch Duits’’, legde hij uit, ,,maar toen iemand in de gaten kreeg dat dat lettertype semitische tekens bevatte, hebben de nazi’s de Fraktur snel vervangen door moderner ogende schreefloze letters’’.
Tot en met 2 april te bekijken in het Persmuseum Na de oorlog kwamen nieuwe kranten op de markt, die waren ontstaan in de illegaliteit. De Waarheid zocht het met affiches
FOTO: ANOUK CUSTERS
van de tekenaar Ies Spreekmeester in de gezelligheid; Beeke typeerde het als ‘een Jip en Janneke-stijl’. Trouw daarentegen, ook uit het verzet voortgekomen, maakte (toen al) reclame met superstrakke affiches.
Vervolg op pagina 2
museum nieuws
pagina 2
Op de tentoonstelling Léés die krant! Dagbladaffiches 1905-2005 hangt een keuze uit honderd jaar reclame-affiches voor de krant. Een wandeling door de museumzaal in het Persmuseum geeft niet alleen een beeld van het veranderende krantenlandschap, maar biedt ook een eigenzinnige kijk op de Nederlandse geschiedenis.
Een spiegel van de samenleving door
Niels Beugeling
gevouwen Waarheid staat een groep mensen. Zij symboliseren de diversiteit van de lezers van De Waarheid; arbeiders, militairen, boeren en de gewone man.
H e t dag bl ad af f i c he k an , m i s schien nog wel meer dan de krant zelf, gezien worden als de s p i e g e l v a n d e s a m e n l e v i ng . Kwesties als verzuiling, oorlog en politieke strijd manifesteren zich in talloze afbeeldingen. Een mooi voorbeeld op de tentoonstelling is een uit 1922 stammend affiche voor Het Volk. De beroemde politiek tekenaar Leen Jordaan maakte de prent in het licht van de opkomst van de arbeidersbeweging. Afgebeeld is een gevaarlijke tijger, voorstellende het kapitalisme, die een arbeider tegen de grond drukt. Maar ook al is de ’kapitalisme-tijger’ immens groot en wreed, hij krijgt de arbeider er niet onder, zo blijkt uit de in zijn rug geplante vlaggetjes van Het Volk waarmee hij tot bloedens toe wordt bestookt. ’Het volk werkt voor u’ staat er dan ook boven.
Sprekend beeld Zo bieden de affiches niet alleen mooie plaatjes, maar ontvouwt zich tevens een sprekend beeld van de Nederlandse geschiedenis. De ontwikkeling van de krant tot massamedium begint rond 1900. Daarmee samen hangen de stijgende opbrengsten uit reclamegelden, verbeterde druk-
Trouw, Wim van der Valk, 1946
technieken en een spectaculaire stijging van het aantal abonnees. ’Ochtend en avondeditie’ staat in vette letters op een futuristisch vormgegeven affiche dat Maurits Aronson in 1930 maakte voor De Tijd. Telegraafdraden brengen het nieuws in de stad die op de achtergrond zichtbaar is. De zon schijnt krachtig, alles is helder. Het zijn symbolen die op veel meer affiches te zien zijn. De stad staat ook op een ontwerp uit 1950 van Arthur Goldsteen voor de Volkskrant, waarop de stad samen met een ander veelgebruikt symbool voorkomt: de haan, de vogel die de mensen ’s morgens wakker schudt.
In de huidige tijd werpt de krant zich regelmatig op als bron van kennis. Interessant in dit verband is de leus van NRC Handelsblad: ’Voor wie de nuance zoekt’, waarmee een beroep wordt gedaan op het zelfdenkend vermogen van de lezer. De krant is niet meer alleen een verkondiger van het nieuws of van een mening. Steeds meer ontwikkelt zij zich in de richting van een product. Reclame maken wordt een vanzelfsprekendheid.
Megafusies Vooral in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, waarin de krantenwereld te maken krijgt met verschillende megafusies, ontstaat een enorme opleving in krantenreclames. Beroemd zijn pakkende slogans als Het Parool, léés die krant en De Telegraaf. Krant van wakker Nederland. En zo volgt elk dagblad zijn eigen weg bij het verleiden van de lezer. De tentoonstelling is ook op de website te bekijken: www.persmuseum.nl/dagbladaffiches
Huisvriend
Affiche van L.J. Jordaan uit 1922
De affiches uit de begintijd weerspiegelen meestal één specifieke kant van het politieke en culturele spectrum. Het dagblad is een soort huisvriend waarmee de lezer zich kan identificeren. Op een gegeven moment lijkt ieder geloof en politieke overtuiging zo zijn eigen krant te hebben. De Waarheid, een krant die zich profileerde als ’enige echt linkse krant’, heeft echter ook geprobeerd er voor iedereen te zijn. Dat is mooi te zien op een affiche uit 1945 gemaakt door Ies Spreekmeester, ook bekend van een groot aantal kinderboeken over de belevenissen van enkele kleurpotloden. Achter een open-
Ontwerper Beeke: affiches niet te mooi maken Vervolg van pagina 1 Zeker die uit de jaren negentig hebben niet de voorliefde van Beeke, liet hij duidelijk blijken. Ook de campagne uit die tijd waarin NRC Handelsblad achter alles een vraagteken zet, kan hem niet bekoren. ,,Meer advertenties dan affiches’’, oordeelde de ontwerper. Ter vergelijking liet hij ook een aantal buitenlandse affiches zien, met name uit Frankrijk van de top-ontwerper A.M. Cassandre. ,,Je moet ze niet te mooi maken! Voor je het weet verkoop je esthetisch geleuter.’’ Als voorbeeld toonde Beeke een affiche van de Süddeutsche Zeitung, opgebouwd uit gekleurde vlakken. ,,Dat kan net zo goed reclame voor een lampenfabriek zijn’’, motiveerde Beeke zijn afwijzing. Zo zette hij ook naast elkaar de affiches waarmee Trouw en Het Parool de lezers duidelijk maakten dat zij overstapten op tabloidformaat (Trouw noemt het liever ’compact’). Die van Het Parool bekoorde hem het meest: een lezer staat in Amsterdam, de armen gestrekt alsof hij een krant in het oude formaat vasthoudt, met daartussen de nieuwe krant in de kleine vorm. ’Geef mij maar Het Parool’, luidt de slagzin. Hé! Laat nu op de expositie ook een Parool-affiche uit 1974 hangen, met een tekening van Fritz Behrendt, toen politiek tekenaar van die krant, en als tekst eveneens ‘Geef mij maar Het Parool’. Een goede vondst is kennelijk tweemaal bedacht. Terwijl ‘Léés die krant!’ ook al een sterke was.
Aanwinsten
Affiche van Ies Spreekmeester uit 1945
Affiches Met het oog op de tentoonstelling Léés die krant! Dagbladaffiches 1905-2005, heeft het Persmuseum van onder meer Het Parool, De Telegraaf, NRC Handelsblad, Metro en Trouw een mooie aanvulling recent uitgebrachte dagbladaffiches gekregen. Enkele van de geschonken exemplaren maken deel uit van de tentoonstelling.
museum nieuws
pagina 3
Gastcolumn Erik van Gruijthuijsen Pay-off Een pay-off schijnt dat tegenwoordig te heten. Ik zou zeggen: een slogan. Of een kreet. Een zin die meteen wordt geassocieerd met een merknaam. ’Léés die krant!’ – ja precies, zoiets heet nu een payoff. Maar met zo’n term kunnen reclamejongens natuurlijk niet leven. Dat strookt ook niet met de tarieven die ze in rekening brengen. Ik ben niet zo van de reclamejongens. Heel leuke jongens en meiden hoor. Ik kijk mijn ogen meestal uit in hun portfolio, tijdens hun presentaties of in hun kantoren. Kosten noch moeite sparen ze.
Gebrek aan ideeën hebben ze evenmin. Maar ik word echt heel ongeduldig als ze, aan het begin van een presentatie, omstandig beginnen uit te leggen wat ze beogen met de nieuwe pay-off of het laatste affiche dat ze hebben bedacht en dat ze nu elk moment op tafel kunnen leggen. De mensen die dat ding straks in zo’n abri moeten lezen, krijgen die uitleg niet, denk ik dan. Dus waarom ík wel? Leg het idee nou maar gewoon op tafel. En dat was precies wat in het voorjaar van 2004 gebeurde, toen wat dames en heren van bureau Ubachs Wisbrun op de
kamer van Frits Campagne, mijn uitgever en bondgenoot, verschenen. Ze hadden de opdracht gekregen wat nieuws te bedenken voor Het Parool, een krant die was opgegeven door PCM en, mede gesteund door Vlaams kapitaal, zich nu definitief op de stad wilde storten. ,,We hebben eigenlijk geen zin er veel over te zeggen, we hebben besloten het maar gewoon meteen te laten zien’’, zei een reclamemaker. Kwam zo’n kartonnetje op tafel. En daar stond het: ’Geef mij maar Het Parool.’ Baf! We hebben nog een uurtje bij
Frits aan tafel gezeten. Meer uit fatsoen dan uit noodzaak. Want er was niemand die bij het geven van een reactie het woord ’briljant’ niet gebruikte. ’Geef mij maar Het Parool.’ De boodschap was tot in Brussel meteen duidelijk. Ik denk dat deze over een jaar of vijftig ook in het Persmuseum zal hangen. Met als bijschrift: ’…..luidde de onverwacht succesvolle herlancering in van Het Parool als stadskrant op tabloidformaat.’ Maar zou het dan nog steeds pay-off heten? Erik van Gruijthuijsen is hoofdredacteur van Het Parool.
Museumweekend (8 en 9 april): gratis toegang H e t Pe r s m u s e u m o r gan i s e er t , zoals ieder jaar, weer allerlei gratis activiteiten tijdens het natio nale museumweekend, op zater dag 8 en zondag 9 april. Voor volwassenen zijn er rondleidin gen, kinderen vermaken zich in de knutselhoek of volgen een s pec i a l e ki n de r wo r k s h o p ( ge schikt voor kinderen van 7 tot 12 jaar). Daarnaast houdt het Persmuseum het hele weekend een doublettenverkoop. Historische kranten, tijdschriften, boeken en andere spullen die het Persmuseum dubbel in de collectie heeft, worden tegen aantrekkelijke prijzen verkocht. Rondleidingen en kinderworkshops: beide dagen om 14.00 uur Kinderworkshop zaterdag: ’Jij, een ontwerper!’, kinderen maken hun eigen krantenvoorpagina. Kinderworkshop zondag: ’De spotprent, jouw zelfportret’, kinderen maken een spotprent van hun eigen gezicht. Inspiratie halen ze uit de lopende wisseltentoonstelling ’Politiek in Prent’. Voor de rondleidingen en kinderworkshop is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. U kunt zich aanmelden via: 020-6928810. Zie ook www.persmuseum.nl
Jongeren tijdens een workshop geconcentreerd bezig met zetsel.
FOTO: HESTER HUITEMA
Agenda Tentoonstelling: Léés die krant! dagbladaffiches, 19052005 9 februari-2 april 2006 Tentoonstelling: Politiek in
Prent 2005 6 april - 21 mei 2006 Bij de opening wordt de Junior Inktspotprijs uitgereikt. Museumweekend: De Kunst
van het Weten zaterdag 8 en zondag 9 april Tentoonstelling: Kamagurka! Van 1 juni tot 24 september
museum nieuws In eerdere afleveringen van Persmuseumnieuws heb ik iets verteld over recente vondsten in het buitenland van duizenden exemplaren van zeventiende-eeuwse Nederlandse couranten, waaronder ongeveer duizend exemplaren van de Oprechte Haerlemse Courant. Hoewel goeddeels in vergetelheid
pagina 4
geraakt, weten we sinds 1906 dat er in de periode 1680-1695 in Londen gedrukte Engelse vertalingen van de OHC zijn verschenen. Tot nu toe was het in kringen van Nederlandse pershistorici echter onbekend dat in de tweede helft van de zeventiende
eeuw ook vele honderden artikelen uit de OHC in het Russisch zijn vertaald. In deze bijdrage sta ik eerst stil bij de 350ste geboortedag van de fameuze courant van Abraham Casteleyn om daarna iets te vertellen over die Russische vertalingen.
Oprechte Haerlemse Courant had Russische tsaar als abonnee Bij gelegenheid van de 350ste geboortedag (1656 - 8 januari - 2006) door René Vos Op 8 januari 2006 was het 350 j a ar g el e d e n d at A b r a h a m Casteleyn in Haarlem het eerste n u m m er dru kt e v an de W ee c k e ly c k e C o u r an t e v a n Europa waaruit enkele jaren later d e f a me u z e O p r e c h te Ha e r l e ms c h e C o u r a nt o n ts to n d . Vanzelfsprekend een feit om bij te stil te staan en des te opmerkelijker, want van bijna geen enkele van de tientallen couranten uit de zeventiende eeuw is d e b e g in d a t u m b ek e n d , la a t staan dat een exemplaar van het eerste nummer – 8 januari 1656 bewaard is gebleven, zoals in het g ev al v a n d e W e ec ke lij c k e Courante.
Is de OHC daarmee ook de oudste courant van Nederland? Naar de letter is het antwoord nee, want aan het zelfstandig bestaan van de krant kwam op 2 mei 1942 een einde. Op last van de persinstanties in bezet Nederland moesten de OHC en het Haarlem’s Dagblad fuseren, onder de titel Oprechte Haarlemsche Courant. Maar het HD, met tweemaal zoveel abonnees als de OHC, weigerde dat. En zo kreeg de fusiekrant de naam Haarlemsche Courant, maar met de nummering van de OHC. Het laatste nummer verscheen op 5 april 1945. Op 25 juni 1945 mocht het HD weer verschijnen omdat het niet onder die naam was uitgekomen ná 1 januari 1943. Dat werd ook tot uitdrukking gebracht in de nummering, die aansloot bij 2 mei 1942. De OHC keerde niet terug. Maar op 13 september 1948 dook de naam weer op in de kop van het Haarlems Dagblad om zo te laten zien dat de namen
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant voorgoed verenigd waren. Hoewel er formeel al zestig jaar geen Oprechte Haarlemsche Courant meer bestaat, kan met enige creativiteit wel staande worden gehouden dat op 8 januari 2006 virtueel de 351ste jaargang is ingegaan. Uit de vondsten van die duizenden couranten in vele buitenlandse archieven en bibliotheken blijkt dat ze in heel Europa hun weg vonden. Dat ze daar ook gelezen werden, is bekend uit de vele klachten van buitenlandse mogendheden in Nederlandse overheidsarchieven.
Vertaald in Moskou Ook in Moskou werden Nederlandse couranten ’gelezen’. Gedurende de gehele zeventiende eeuw werden op de Posol’skij Prikaz, de Diplomatieke Kanselarij (zeg maar ministerie van buitenlandse zaken) in Moskou vertalingen van nieuwsberichten uit westerse, voornamelijk Duitse en Nederlandse, couranten en ook van pamfletten, boeken en documenten vervaardigd. De kanselarij had een speciale afdeling met uit tientallen landen afkomstige vertalers voor veel Europese talen, waaronder het Nederlands. Die vertalingen werden niet gedrukt, maar in één of twee exemplaren in handschrift vervaardigd, onder andere om ze aan de tsaar en zijn naaste medewerkers voor te lezen.
Naar archief Het was niet de bedoeling dat het nieuws verder in Rusland werd verspreid, want het werd beschouwd als staatsgeheim en opgeborgen in het archief. Maar de informatie werd zeker ook
gebruikt in de diplomatieke contacten met andere landen, waaronder Nederland. Ook de buitenlandse couranten zelf werden opgeborgen, maar slechts een klein deel daarvan is bewaard gebleven in het Russische Staatsarchief voor Oude Akten (RGADA) in Moskou. Het oudste nummer van een Nederlandse courant in dit archief is Tydinge uyt verscheyden Quartieren, nummer 13 van 31 maart 1646, maar het staat wel vast dat er al vanaf 1621 vertalingen uit Nederlandse couranten werden vervaardigd. Heel veel van die vertalingen zijn helaas verloren gegaan of door verkeerd opbergen onvindbaar geworden. Uit sommige jaren is niets bewaard gebleven, vooral uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. Vóór 1660 werden vooral couranten uit Hamburg, Danzig en Amsterdam vertaald. Het oudste Haarlemse nummer dat in Moskou is te vinden, is nummer 13 van de Haerlemse Saterdaegse Courant van 27 maart 1660. De Russen waren er dus snel bij: de courant van Casteleyn bestond pas vier jaar en de Russische tsaar was al abonnee! Pas begin 1665 vinden we voor de eerste keer vertalingen van berichten uit de OHC i.c. uit de Oprechte Haerlemse Dingsdaegse Courant van 27 januari 1665 (zie afbeelding).
Bijna letterlijk De vertalingen waren soms bijna letterlijk, vooral in het begin. Toen werden zelfs gehele couranten vertaald. Later werd er meer samengevat en geselecteerd. Het Russisch van de vertalers (de meesten waarschijnlijk van oorsprong Nederlanders) is over het algemeen erg goed en meestal
begrepen ze ook de vaak complexe inhoud van de nieuwsberichten. Wel hadden ze soms moeite met namen, bijvoorbeeld omdat die al verhaspeld waren in de courant. Ook met commerciële vaktermen konden ze niet altijd uit de voeten. Een aardig voorbeeld daarvan biedt de vertaling van een ladingslijst van twaalf schepen van de Vereenigde OostIndische Compagnie uit de Extraordinaire Haerlemse Donderdaegse Courant van 31 oktober 1667. Die lijst omvatte een groot aantal producten, waaronder allerlei soorten textiel die in Indië en Ceylon waren geladen. De namen van een aantal van die (textiel)producten konden niet worden vertaald omdat de vertalers ze niet kenden of omdat ze in Rusland niet bekend waren. In die gevallen moest er dus worden geïmproviseerd of omschreven.
Gewicht Bij de weergave van de hoeveelheden werd de plank ook wel eens misgeslagen. Voor producten uit Indië werd vaak de toen in het Verre Oosten gangbare gewichtseenheid pikol (ongeveer zestig kilo) gehanteerd. In het bericht in de OHC stond onder meer vermeld: ‘2718 stuks ruwe diamanten’ – een bescheiden hoeveelheid. De Russische vertaling vermeldt echter ‘2718 PIKOL’, dus 2718 maal 60 kilo is ongeveer 160 TON. Als deze informatie zo aan de tsaar is voorgelezen (maar dat is niet zo waarschijnlijk), zal deze wel grote ogen hebben opgezet met betrekking tot het laadvermogen van de VOC-schepen. Hoewel waarschijnlijk maar een
museum nieuws
pagina 5
kennen geven, dat hy volgens ’t exempel van sijne Voorsaten, daer mede in ’t geheel naer sijn eygen wel-ghevallen, ende niet naer den raedt der geseyde Grandes wil leven ende handelen, ende daermede oock toonende, dat hy liever een tamelijcke Familie tot hoogen staet wil brengen, als een die alreede groot is, occasie tot jalousy doen geven.’’
Links: Russische vertaling van enkele artikelen uit de Oprechte Haerlemse Dingsdaegse Courant van 27 januari 1665 (RGADA, Moskou) en het origineel (Niedersächsisches
Staatsarchiv
Oldenburg). De eerste acht regels betreffen een toelichting van de vertaler. Dan de vertaling van het bericht ‘Malaga, den 23 Decemb’ en vervolgens van ‘Sevilien den 23 December’. 20-02-2006 11:46:00
enkele Nederlander toentertijd wist dat berichten uit onze couranten in het Russisch werden vertaald, was wel bekend dat Nederlandse couranten in tal van landen gelezen werden, tot in Moskou toe. Dat blijkt onder meer uit tientallen klachten die door buitenlandse mogendheden in Den Haag door hun vertegenwoordigers werden ingediend. In de regel ging het om berichten die in de visie van die mogendheden onjuistheden bevatten of om andere redenen tegen het zere been waren. Bij de Staten-Generaal werd dan aangedrongen op sancties of andere maatregelen tegen die courant(en). De Staten-Generaal deden dat in de regel niet zelf, maar speelden de klacht door naar de provinciebesturen, die ze op hun beurt doorstuurden naar het betreffende stadsbestuur, met het verzoek of advies de drukker op het matje te roepen en zonodig te bestraffen. De indruk bestaat dat daar in de regel weinig van kwam, omdat de (stads)courantiers min of meer als onderdeel van het lokale bestuur fungeerden.
mens autoriteiten in Moskou bezwaar werd aangetekend tegen het feit dat Amsterdamse en andere Hollandse couranten (waaronder welhaast zeker ook de OHC) de tsaar aanduidden als ’Grootvorst van Moscovië’ in plaats van ’Zijne Czaarsche Majesteit’. Met betrekking tot de interventie in 1666 zijn in Moskou onlangs documenten gevonden. Daaruit kan worden afgeleid dat in eerste instantie is overwogen een officieel protest te richten aan Den Haag om duidelijk te maken dat die couranten de eer van de tsaar hadden aangetast. Aangedrongen werd op bestraffing en op maatregelen om herhalingen te voorkomen.
afbeeldingrenevos.pdf 4
Lange tenen Ook in Moskou had men kennelijk wel eens last van lange tenen. Zo meldt Sautijn Kluit dat er in 1646, 1666 en 1670 door of na-
Uit vervolgstukken blijkt echter dat, op aanraden van in Moskou werkzame Nederlandse kooplieden, is afgezien van een officieel protest. De kooplieden zegden toe via eigen kanalen te bevorderen dat de stadsbestuurders bij de courantiers zouden aandringen op een correcte weergave van de titulatuur van de tsaar. Als ze dat hebben gedaan, heeft het niet erg lang effect gehad, want in 1670 was de grief weer aan de orde, nu wel via een officieel protest uit Moskou. Op dringend verzoek van de StatenGeneraal zegden de Staten van
Holland alle courantiers op 22 juli 1670 aan in het vervolg in hun couranten te spreken van ’den Grooten Heer Czaar van Moscovië’ of van ’Syne Czaarsche Majesteyt’. Dat gold ook voor de OHC, die in 1669 in zeker twee (vertaalde) berichten ’grootvorst’ had geschreven in plaats van ’tsaar’.
Huewelijck In 1680 is de OHC in Moskou wederom in het vizier. Het gaat dan om een klacht van de Russische ’resident’ bij de StatenGeneraal in Den Haag betreffende een bericht in de OHC van 12 september. Van dat nummer van de OHC is geen exemplaar bekend, maar Kluit citeert het bericht uit de resolutie van de Staten van Holland van 18 december 1680: 20-02-2006 11:46:02
,,Op voorlede Sondagh heeft sijne Czaarsche Majesteyt sijn Huewelijck sonder vele groote Ceremonien of uytterlijcke pracht binnen deze Stad voltrocken; sijn Gemalinne is maer van een redelijcke Familie, ende eerder Pools als Rus, ende niet een van de Princessen, die als voor desen ghemeldt, alhier waren gebracht, ten eynde sijne Majesteyt een daar uyt soude kiesen, willende sijne Majesteyt daer mede aen de Grandes van dit Hoff klaerlijck te
Als het bericht correct is, zal het niet zozeer de nog minderjarige tsaar Fjodor Aleksejevitsj zelf zijn die zich verongelijkt heeft gevoeld, maar vooral de gepikeerde Russische ’Grandes’ of rivaliserende familieleden van de tsaar, die vervolgens de Russische resident in Den Haag opdracht zullen hebben gegeven actie te ondernemen. Of Casteleyn daadwerkelijk tot de orde is geroepen, heeft Kluit niet kunnen ontdekken. Over de feitelijke situatie in het toenmalige Moskou was hij overigens niet goed geïnformeerd. Zodoende meldt hij dat Fjodor Aleksejevitsj regeerde van 1672 tot 1682 en op 25-jarige leeftijd ongehuwd overleed. De ziekelijke Fjodor werd echter pas in 1676, op vijftienjarige leeftijd, tsaar, huwde in 1680 met die ’tamelijcke’ Poolse dame en overleed in 1682, nog geen 21 jaar oud.
Invloed Bij de huidige stand van het onderzoek laat zich aanzien dat vanaf 1665 meer dan de helft van de in Moskou bewaard gebleven vertalingen ontleend is aan de OHC. Op basis daarvan mag worden aangenomen dat de courant van Casteleyn in de tweede helft van de zeventiende eeuw een grote rol heeft gespeeld in de informatievoorziening van de Russische tsaar en zijn medewerkers en daarmee, wellicht, ook in de Russische politieke besluitvorming en acties. Of Casteleyn geweten heeft dat zijn courant in Moskou werd vertaald, is niet bekend. Uitgesloten is dat niet, want hij beschikte over een uitgebreid internationaal netwerk van correspondenten en contacten. Langs die weg zal hem vast wel eens iets ter ore zijn gekomen. Zo ja, dan zal hem dat zeker deugd hebben gedaan. (Met dank aan Ingrid Maier, hoogleraar Russisch, Universiteit van Uppsala/Zweden voor de meeste gegevens over de Russische vertalingen)
museum nieuws
pagina 6
Persmuseum in testament gedenken
Stichtingsbestuur verbreedt basis van het Persmuseum Het bestuur van de Stichting Het Nederlands Persmuseum wil de basis, de doelstelling, van het museum aan de Zeeburgerkade in Amsterdam verbreden. Tevens wordt ernaar gestreefd het bestuur een goede afspiegeling te laten zijn van de instanties die het Persmuseum dragen. Zo’n verandering blijkt een taaie materie, waar het bestuur inmiddels al ruim twee jaar mee bezig is. Voorzitter Geert-Jan Laan gaf in juni 2004 een aanzet met een korte notitie over een nieuwe bestuursstructuur voor het Persmuseum. Hij pleitte voor uitbreiding van het dagelijks bestuur met tenminste een vice-voorzitter. Om de uitbreiding van het aantal activiteiten binnen het museum alsmede de initiatieven van de Stichting Vrienden van het Persmuseum goed te kunnen begeleiden, zou een versterking van het dagelijks bestuur wenselijk zijn. Laan wierp in zijn notitie de suggestie op om het huidige bestuur om te vormen tot een raad van advies, of beter nog een raad van toezicht. Het dagelijks bestuur zou in die situatie in ’bestuur’ kunnen worden omgevormd. Dat bestuur zou worden benoemd en gecontroleerd door een raad van toezicht. Ook vroeg Laan aandacht voor de instanties die op grond van de uit 1969 daterende statuten, bestuursleden naar het stichtingsbestuur afvaardigen. ,,Vertegenwoordigen deze instanties nog een getrouwe dwarsdoorsnede van de achterban’’, vroeg Laan zich af. Hij wees op de verschuiving van de traditionele achterban naar een meer multimediale omgeving, nu het museum zich ook steeds meer interactief profileert.
Vernieuwing Na die aanzet discussieerde het stichtingsbestuur enkele keren over de suggesties van Laan en voorstellen tot het wijzigen van de statuten. Eind vorig jaar leidde
dat tot het besluit van het stichtingsbestuur om in de loop van 2006 te komen tot een vernieuwing van de statuten. Het belangrijkste element daarin is de verbreding van de doelstelling van de stichting. Servaas Smulders
In 1969 werd in de statuten opgenomen dat zij zich ten doel stelt het vormen, beheren en uitbreiden van een museum betreffende de geschiedenis in de meest uitgebreide zin des woords van de Nederlandse dag- en weekbladen en andere periodieken, een en ander ter voortzetting van de stichting ’Het Nederlandsch Persmuseum’, opgericht op 4 november 1915. In de nieuwe statuten komt te staan: ’De Stichting stelt zich ten
Pershistorisch erfgoed toegankelijk voor een breed publiek doel: het beheren, instandhouden en uitbreiden van een museum en een collectie, beide betreffende de geschiedenis van de Nederlandse gedrukte media, pers en de politieke prent; het pershistorische erfgoed toegankelijk te maken voor een breed publiek; door onderzoek, presentaties en debatten bij te dragen aan de kennis en bewustwording van de rol van de pers in de samenleving.’ De nieuwe formulering sluit aan bij de nieuwe activiteiten van het museum, zeker waar het erom gaat het Persmuseum beter toegankelijk te maken voor een breed publiek. Voorts is besloten te komen tot een enkele bestuurslaag met een bestuur dat minimaal uit zeven en maximaal uit negen personen bestaat. Het bestuur zal straks zijn samengesteld uit drie leden aangewezen door de Nederlandse Vereniging van Journalisten, twee door de Nederlandse Dag-
blad Pers en één lid door de organisatie van publiekstijdschriften en maximaal drie leden op persoonlijke titel. Voor die drie leden gaat het om ’kwaliteitszetels’ waarin onder meer kennis van de persgeschiedenis en de museale wereld worden aanbevolen. Deze wijzigingen van de statuten, die dit jaar notarieel moeten worden vastgelegd, vloeien voor een deel ook voort uit het verdwijnen van instellingen die tot nog toe bestuursleden voor de Stichting Het Nederlands Persmuseum aanwezen. Daar hoorden onder meer bij het Genootschap Amstelodamum, de Vereniging tot bevordering van de belangen des boekhandels, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap en de Stichting Nederlandse Persbibliotheek.
Leden Het bestuur van de Stichting Het Nederlands Persmuseum bestaat op dit ogenblik uit: Geert-Jan Laan, voorzitter. Hij is benoemd op persoonlijke titel. In de functie van secretaris is recentelijk als opvolger van prof. dr. Joan Hemels benoemd Servaas Smulders, vertegenwoordiger van de NVJ. Penningmeester is Kees van der Wild (eveneens NVJ). Andere bestuursleden namens de NVJ zijn Agnes Koerts en Ageeth Scherphuis. Vertegenwoordiger van de NDP is drs. Jan-Willem Gast en van de publiekstijdschriften Harriëtte Schrier. Vanuit hun specifieke deskundigheid hebben in het bestuur zitting prof. dr. Joan Hemels, prof. dr. Frank van Vree, prof. dr. Willem Vroom en dr. Wil Pieterse (voorheen van het Genootschap Amstelodamum).
Het maken van een testament past nog steeds niet in gesprekken bij verjaardagen of andere feestelijke gebeurtenissen waar je familieleden of andere bekenden ontmoet. In onze vergrijzende samenleving heb je het wel over pensioen maar daar stopt meestal de discussie. De volgende, de laatste levensfase is vaak net te gevoelig. Toch verdient die fase met daarna de afwikkeling van de verdeling van het persoonlijk bezit van de overleden dierbare tijdig aandacht. Als gevolg van de veranderingen in ons maatschappelijk bestel, onder meer door nieuwe samenlevingsvormen, stijgt de laatste jaren het aantal testamenten dat mensen bij notarissen laten vastleggen. In een testament, een laatste wilsbeschikking, laat iemand weten aan wie diens bezittingen na zijn/haar overlijden moeten toekomen. Voor die wilsbeschikking gelden natuurlijk regels, bijvoorbeeld dat je je kinderen niet kunt onterven. Die regels zal elke notaris goed uitleggen. Het is denkbaar dat mensen het Nederlands Persmuseum met een deel van hun erfenis willen gedenken. Dit naast de gebruikelijke verdeling aan de rechthebbende erven, zo deze er zijn. Het besluit tot het laten meedelen van het Persmuseum in iemands erfenis dient wel notarieel te worden geregeld. Zo’n besluit wordt bij de notaris vastgelegd in een legaat. Een legaat is een wilsbeschikking waarin iemand verklaart dat een deel van zijn/haar erfenis beschikbaar wordt gesteld aan het Persmuseum. Mail uw vragen naar:
[email protected]
museum nieuws Op donderdag 6 april wordt in het Persmuseum de expositie Politiek in Prent geopend, de beste politieke tekeningen van het afgelopen jaar. De veertiende aflevering al! Bij de opening van deze ten-
pagina 7
toonstelling in het Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag, op 19 januari, kreeg Joep Bertrams de Inktspotprijs voor de beste politieke tekening van 2005. Een gesprek met de winnaar.
Joep Bertrams maakt naam met bewegende prenten voor Nova door
Tijdens de opening van de expositie Politiek in Prent, op 6 april, wordt tevens de Junior Inktspotprijs uitgereikt. Vorig jaar is de prijs in het leven geroepen door het Persmuseum, Stichting Krant in de Klas en Stichting Pers & Prent. De samenwerkende organisaties willen jongeren stimuleren om politieke tekeningen als volwaardige nieuwsbron te zien en te gebruiken.
Bert Steinmetz
Joep Bertrams, 59 jaar, tekent sinds 1988 politieke prenten in Het Parool, waar hij al werkte als illustrator. ,,Ik maakte tekeningen voor de jongerenpagina Goochem die de krant toen had’’, vertelt hij. Maar toen hoofdredacteur Wouter Gortzak werd afgelost door Sytze van der Zee, wist Bertrams al dat dat afgelopen was. ,,Van der Zee stelde mij toen voor politieke prenten te gaan maken.’’ Fritz Behrendt mocht wat Van der Zee betreft vertrekken (hij stapte over naar De Telegraaf) en Peter van Straaten wilde stoppen met politieke prenten in de krant en daarvoor in de plaats de rubriek Dagelijks Leven beginnen – een serie tekeningen die tot de dag van vandaag nog doorgaat. ,,Het leek me leuk’’, herinnert Bertrams zich. ,,Ik was al geïnteresseerd in politiek. Maar ik schrok er ook voor terug: nou
Op 6 april uitreiking Junior Inktspotprijs
De jury bestaat dit jaar uit zo’n 200 leerlingen van verschillende scholen met uiteenlopende leerniveaus en uit verschillende delen van het land. De prijs zal door een aantal van deze leerlingen worden uitgereikt. De ‘winnaars’ zijn, met 160 andere politieke tekeningen, van 6 april tot 21 mei te zien in het Persmuseum.
Juryvoorzitter Jan Marijnissen overhandigt Bertrams de Inktspotprijs. FOTO: STICHTING PERS-EN-PRENT
moest ik al die koppen zo gaan tekenen dat iedereen ze meteen herkent.’’
Zijn lichtend voorbeeld is Opland, wijlen Rob Wout. ,,Ik ben als kind met zijn tekeningen opgegroeid en altijd een grote fan van hem geweest. Maar nooit zover dat het in me op is gekomen zelf politiek tekenaar te worden.’’ Sinds twee jaar heeft Joep Bertrams een veel groter publiek gekregen, toen hij niet alleen in Het Parool, maar ook voor het televisieprogramma Nova ging tekenen. Hij is min of meer de uitvinder van de bewegende politieke prent. ,,Ik ben daar al sinds mijn academietijd mee aan het experimenteren’’, legt Bertrams uit. ,,Toen was het maken van animaties nog ontzettend tijdrovend. Maar nu er computerprogramma’s voor zijn, gaat het een stuk gemakkelijker.’’
De winnende tekening van Joep Bertrams (23 mei 2005, Het Parool)
Hij is zelf met het idee naar Nova gestapt, nadat hij eerst allerlei proeffilmpjes had ge-
maakt voor RTV Noord-Holland en andere regionale zenders. ,,Eerst was het elke dag, maar dat werd veel te zwaar. Ik zag het daglicht niet meer. En bovendien stonden de bewegende tekeningen vaak veel te los van het onderwerp van de uitzending. Sinds september vorig jaar hoor ik nu vast bij Nova Politiek op vrijdag, en maak ik een filmpje speciaal over het onderwerp van die avond.’’
Vrijheid Hét gesprek onder politieke tekenaars gaat nu natuurlijk over hun vrijheid: wat durven ze nog, wat kunnen ze nog, sinds de protesten tegen de profeet Mohammed op Deense prenten? ,,Dat valt erg mee’’, sust Bertrams. ,,Ik moet er nu wel even over nadenken. Er moet zich wel iets voordoen, er moet een aanleiding zijn. Ik heb geen zin olie op het vuur te gooien en de zaak op de spits te drijven. Ik had al die heisa niet verwacht. Maar als je mij vier maanden geleden had gevraagd een tekening te maken van de profeet Mohammed, had ik het gewoon gedaan. Ik heb de hele hemel al getekend.’’
museum nieuws
pagina 8
Bezoekersinformatie
Routebeschrijving
Persmuseum
Bus:
Bus 43: Vanaf Centraal Station richting Borneo Eiland, halte Cruquiusweg (ieder kwartier). Bus 22: Vanaf Centraal Station (via Muiderpoort station) richting Indische Buurt, halte Zeeburgerdijk (iedere 20 minuten). Bus 59: Vanaf Station Muiderpoort richting KNSM Eiland, halte Cruquiusweg (ieder kwartier).
A Zeeburgerkade 10, 1019 HA Amsterdam T 020-692 88 10 F 020-468 05 05 E
[email protected] W www.persmuseum.nl
Studiezaal / Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis A Cruquiusweg 31, 1019 AT Amsterdam T 020-668 58 66 F studiezaal: 020-663 03 49 E studiezaal:
[email protected] Online publiekscatalogus: www.iisg.nl/opcnl.html
Openingstijden Persmuseum dinsdag-vrijdag 10.00 - 17.00 uur zondag 12.00 - 17.00 uur Het museum is gesloten op zaterdag, maandag en tijdens de feestdagen.
Openingstijden studiezaal/ Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis: maandag - vrijdag 09.00 - 17.00 uur De studiezaal is gesloten op zaterdag, zon- en feestdagen.
Toegangsprijzen Persmuseum
Tram:
Tram 14 naar het Javaplein (5 minuten lopen), tram 10 naar de Van Eesterenlaan (5 minuten lopen) of tram 7 naar de Molukkenstraat (10 minuten lopen). Trein: Vanaf Centraal Station een van de hierboven genoemde bussen. Vanaf station Muiderpoort: lopend (ca. 15 minuten) of met een van de hierboven genoemde bussen. Auto: Vanaf de rondweg (A10) afslag Zeeburg (S114). De borden Zeeburg volgen. Voor de Piet Heintunnel linksaf, richting Indische Buurt. Bij de eerste stoplichten na de brug rechtsaf. Vervolgens de tweede rechts. Bij de rotonde de tweede afslag nemen (= doodlopend) om op de Zeeburgerkade te komen. Deze geheel uitrijden (ca. 200 m.), aan het einde bevindt zich het Persmuseum.
Naar het IISG: Vanaf de rondweg (A10) afslag Zeeburg (S114). De
borden Zeeburg volgen tot in de Piet Heintunnel. Aan het eind van de tunnel bij de stoplichten naar links. Eerste straat links, met de bocht mee naar links en vervolgens rechtdoor. NB: door werkzaamheden kunnen er omleidingen zijn!
studenten met collegekaart
€
1,75
PIET
EL TUNN HEIN
AN
G IIS
AN
AA
EL
N AA
VE
AL AM
basisonderwijs voortgezet onderwijs
€ 40,- per groep, inclusief lesmateriaal afhankelijk van educatief programma (zie www.persmuseum.nl) combinatie Persmuseum/ bezoek Telegraaf op aanvraag
UI
UQ
N
onderwijs
N AA
ZE
GL
P
A NL
N PA
gratis
M EU US RKADE M S E ER EBURG
E TER
BO
0 - 6 jaar, Museumkaart, Vrienden
LA EO RN
UR
2,50
E TR EN
IJB
€
RN BO
EES
3,50
N VA
€
G WE US
CR
EB
ZE
E
G UR
D PA
ER
AD
rondleidingen
EN AV TH PO
EO
volwassenen 6-18 jaar, 65+, CJP, Stadspas, groepen vanaf 10 personen
SK IU
€ 27,50
ZE
UR
IJK
RD
GE
QU
U CR
EB
Word Vriend
Colofon
De Stichting Vrienden van het Persmuseum stelt zich ten doel de bloei en de naamsbekendheid van het Persmuseum te bevorderen en extra inkomsten te verwerven ten behoeve van collectieaankopen en activiteiten.
De uitgave van PersmuseumNieuws wordt mogelijk gemaakt door de Stichting Vrienden van het Persmuseum
U wordt al Vriend met een bijdrage van minimaal € 25,- per jaar!
Redactie:
Persmuseum
Als vriend van het Persmuseum krijgt u: - gratis toegang tot de vaste opstelling en de wisselexposities van het Persmuseum - 10 % korting op uitgaven van het Persmuseum - een uitnodiging voor de jaarlijkse Vriendendag en overige speciale activiteiten - twee tot drie keer per jaar het Persmuseumnieuws.
Redactieadres:
Zeeburgerkade 10 1019 HA Amsterdam
Oplage:
2.000
Druk:
Drukkerij Bakker, Roelofarendsveen
Voor minimaal € 50,- per jaar krijgt u tevens: - een gratis publicatie/catalogus - een originele historische krant
Copyright:
Persmuseum Amsterdam
ISSN nummer:
1569-0318
Ja, ik word Vriend van het Persmuseum o voor minimaal € 25,- per jaar o voor minimaal € 50,- per jaar Naam Adres Postcode en woonplaats E-mail U kunt deze bon ingevuld retourneren via ons antwoordnummer (Antwoordnummer 9364, 1000 XH Amsterdam. Een postzegel is niet nodig). Wacht met betalen tot u een acceptgirokaart heeft ontvangen.
verschijnt tenminste drie maal per jaar
Het Persmuseum is mede mogelijk gemaakt door: Aegon, ANWB-media, BASF Drukinkt, Bedrijfsfonds voor de Pers, Boekhandel Scheltema Holkema Vermeulen, Boom, Bührmann, Central National Company, Dagblad De Telegraaf, de Volkskrant, Emico Offset, Euronext, Gemeente Amsterdam, Getronics, Groep publieks- en opinietijdschriften, GTI Installatietechniek, R. Hazewinkel, S.S.F. Hazewinkel, Holdingmaatschappij De Telegraaf, HDC Media, Hooge Huys Verzekeringen, ING Groep, Joh. Enschedé, Koninklijke Ahold, Koninklijke BDU Uitgeverij, Koninklijke Philips Electronics, Lucas Ooms Fonds, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Mondriaan Stichting, Nederlands Uitgevers Verbond, Nederlandse Nieuwsblad Pers, Nederlandse Vereniging van Journalisten, Nieuwsblad van het Noorden, Noordelijke Dagblad Combinatie, Parenco, PCM Uitgevers, Prins Bernhard Cultuurfonds, Rotterdams Dagblad, Siemens, F.W. Sijthoff, SNS Reaal Fonds, Stadsdeel Zeeburg, Stichting Democratie en Media, Trouw, Veen Magazines, Vereniging de Nederlandse Dagbladpers, VNU, VSB Fonds, Weekbladpers, Wegener.