Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties
Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties Aantal grondloze bedrijven Aantal dierloze bedrijven Aantal bedrijven met dieren en gronden Aantal kleintjes (relaties)
Aantal aangifteplichtige bedrijven, bestaande uit twee of meer twee relaties waarvan een samenwerkingsverband kan aangetoond worden Aantal aangifteplichtige bedrijven, bestaande uit slechts één relatie die zowel een natuurlijke als een rechtspersoon kan zijn Aantal landbouwuitbatingen die zich op één fysieke locatie bevinden. Vb. een runderstal en een varkensstal die naast elkaar liggen, vormen samen één exploitatie die bestaat uit twee verschillende entiteiten. Aantal deellandbouwuitbatingen die op één fysieke locatie liggen Het aantal verminderde of vermeerderde relaties in vergelijking met het voorafgaande productiejaar Aantal aangifteplichtige bedrijven (relaties) zonder gronden Aantal aangifteplichtige bedrijven (relaties) zonder dieren Aantal aangifteplichtige bedrijven (relaties) zonder dieren en zonder gronden Aantal niet-aangifteplichtige bedrijven met een productie aan P2O5 die lager is dan 300 kilogram en minder dan 2 hectare landbouwgrond
Areaal cultuurgrond Grasland Maïs Lage N behoeftige gewassen Andere teelten
Aantal hectare grasland, zowel tijdelijk als permanent grasland Aantal hectare maïs, zowel gehakselde als korrelmaïs Aantal hectare gewassen met lage stikstofbehoefte zoals wortelen Aantal hectare teelten die niet onder de 3 bovenvermelde teelten ressorteren
Aantal dieren per diercategorie Vervangingsvee jonger dan 1 jaar Vervangingsvee van 1 jaar tot 2 jaar Melkkoeien en zoogkoeien
Melkkoeien en zoogkoeien
Mestkalveren
Vervangingsvee jonger dan 1 jaar: vrouwelijke dieren, jonger dan 1 jaar van het rastype melk of dubbeldoel, op een bedrijf met melkgift Vervangingsvee van 1 tot 2 jaar: vrouwelijke dieren, tussen 1 en 2 jaar van het rastype melk of dubbeldoel, op een bedrijf met melkgift. Melkkoeien: vrouwelijke dieren ouder dan 2 jaar van het rastype melk of dubbeldoel op een bedrijf met melk. Vanaf de eerste kalving tot de laatste kalving op hetzelfde beslag plus één jaar, is het rund een melkkoe. Na die periode wordt de melkkoe een ander rund. Zoogkoeien: vrouwelijke dieren ouder dan 2 jaar van het rastype vlees en vrouwelijke dieren ouder dan 2 jaar van het rastype melk of dubbeldoel op een bedrijf zonder melk. Vanaf de eerste kalving tot de laatste kalving op hetzelfde beslag plus één jaar, is het rund een zoogkoe. Na die periode wordt de zoogkoe een ander rund. Dier met code mestkalf
Runderen jonger dan 1 jaar
Hierbij horen de volgende dieren: mannelijke dieren jonger dan 1 jaar; vrouwelijke dieren jonger dan 1 jaar van het rastype vlees; vrouwelijke dieren jonger dan 1 jaar van het rastype melk of dubbeldoel van een bedrijf zonder melkgift.
Runderen van 1 tot 2 jaar
Hierbij horen de volgende dieren: mannelijke dieren tussen 1 en 2 jaar; vrouwelijke dieren tussen 1 en 2 jaar van het rastype vlees; vrouwelijke dieren tussen 1 en 2 jaar van het rastype melk of dubbeldoel van een bedrijf zonder melkgift.
Andere runderen
Biggen, gewicht van 7 tot 20 kg
Hierbij horen de volgende dieren: mannelijke dieren ouder dan 2 jaar; vrouwelijke dieren ouder dan 2 jaar die (nog) niet gekalfd hebben op het beslag; vrouwelijke dieren vanaf 1 jaar na de laatste kalving op hetzelfde beslag, of vanaf datum reform; (in feite: alle runderen ouder dan 2 jaar die geen melkkoe of zoogkoe zijn). Gespeende biggen tot 20 kg
Beren
Mannelijke varkens die voor de reproductie zorgen
Zeugen, incl. biggen met gewicht < 7 kg
Een zeug is een vrouwelijk varken dat na de eerste worp in productie wordt gehouden. Biggen die nog zogen, mogen bij de zeug worden gerekend en als één geheel worden beschouwd Mestvarkens van meer dan 110 kg en opfokzeugen (zeugen die nog niet geworpen hebben). De gedekte opfokzeugen moeten opgegeven worden bij de diersoort ‘Andere varkens van meer dan 110 kg’. Als die opfokzeugen geworpen hebben, verschuiven ze naar de diersoort ‘Zeugen, inclusief biggen van minder dan 7 kg’ Andere varkens van 20 tot 110 kg, tweefasevoedering: mestvarkens die tijdens hun groei in twee fasen zijn gevoederd (aangifte tot 2010) Andere varkens van 20 tot 110 kg, driefasevoedering: mestvarkens die tijdens hun groei in drie fasen zijn gevoederd (aangifte tot 2010)
Andere varkens, gewicht van > 110 kg
Andere varkens 2-fazig
Andere varkens 3-fazig
Andere varkens, gewicht van 20 kg tot 110 kg
Andere varkens van 20 tot 110 kg (aangifte vanaf 2011)
Legkippen incl. (groot)ouderdieren
Legkippen en kippen die de eieren leggen voor de legkippen of slachtkuikens (aangifte tot 2010)
Legkippen
Legkippen (aangifte vanaf 2011)
Legkippen (groot)ouderdieren
Kippen die de eieren leggen voor de legkippen of slachtkuikens (aangifte vanaf 20111) Legkippen of ouderdieren voor ze in productie worden genomen Slachtkuikens: bv. piepkuikens, Mechelse Koekoeken, … Slachtkuikenouderdieren
Opfokpoeljen van legkippen Slachtkuikens Slachtkuikensouderdieren Opfokpoeljen van slachtkuikensouderdieren Struisvogels fokdieren
Opfokpoeljen slachtkuikenouderdieren
Struisvogels slachtdieren
Struisvogels slachtdieren
Struisvogels van 0 tot 3 maanden
Struisvogels 0-3 maanden
Kalkoenen slachtdieren
Kalkoenen - slachtdieren
Kalkoenen ouderdieren
Kalkoenen - ouderdieren
Struisvogels fokdieren
Andere pluimvee
Ander pluimvee: fazanten, kwartels, eenden, patrijzen
Paarden meer dan 600 kg
Paarden met een gewicht hoger dan 600 kg
Paarden en pony’s van 200 tot 600 kg
Paarden en pony's met een gewicht tussen 200-600kg
Paarden en pony’s minder dan 200 kg
Paarden en pony's met een gewicht kleiner dan 200 kg Geiten en schapen jonger dan 1 jaar. Tot en met productiejaar 2006 worden de schapen en geiten samengenomen in één groep. Geiten en schapen ouder dan 1 jaar. Tot en met productiejaar 2006 worden de schapen en geiten samengenomen in één groep. Konijnen (voedsters). Alle konijnen werden tot en met productiejaar 2006 samen genomen als één groep.
Geiten en schapen jonger dan 1 jaar Geiten en schapen ouder dan 1 jaar Konijnen (voedsters) Nertsen (moederdieren)
Nertsen (moederdieren). Alle nertsen werden tot en met productiejaar 2006 samen genomen als één groep.
Totale productie en gebruik Dierlijke productie
Mestproductie van dierlijke oorsprong uitgedrukt in kg N (stikstof) in kg P2O5 (fosfaat)
Gebruik van dierlijke mest
Gebruik op bedrijfseigen landbouwgronden van mest van dierlijke oorsprong uitgedrukt in kg N (stikstof) in kg P2O5 (fosfaat) Gebruik op bedrijfseigen landbouwgronden van mest van andere niet-dierlijke oorsprong uitgedrukt in kg N (stikstof) in kg P2O5 (fosfaat) Gebruik op bedrijfseigen landbouwgronden van chemische meststoffen uitgedrukt in kg N (stikstof) in kg P2O5 (fosfaat)
Gebruik van andere meststoffen Gebruik van chemische meststoffen Productie en gebruik per hectare Dierlijke productie per hectare Gebruik van dierlijke mest per hectare Gebruik van andere meststoffen per hectare Gebruik van chemische meststoffen per hectare Bedrijfsmatig overschot Zonder kunstmest
Met kunstmest
Gemeentelijk overschot
Mestproductie van dierlijke oorsprong uitgedrukt in kg N (stikstof) in kg P2O5 (fosfaat) per hectare bedrijfeigen gronden Gebruik op bedrijfseigen landbouwgronden van mest van dierlijke oorsprong uitgedrukt in kg N (stikstof) in kg P2O5 (fosfaat) per hectare Gebruik op bedrijfseigen landbouwgronden van mest van andere niet-dierlijke oorsprong uitgedrukt in kg N (stikstof) in kg P2O5 (fosfaat) per hectare Gebruik op bedrijfseigen landbouwgronden van chemische meststoffen uitgedrukt in kg N (stikstof) in kg P2O5 (fosfaat) per hectare Als er op bedrijfsniveau (relatie) er een hogere mestproductie is als er afzetmogelijkheden (volgens bemestingsnormen) zijn is er een mestoverschot. Dit overschot wordt uitgedrukt uitgedrukt in kg N (stikstof) en in kg P2O5 (fosfaat). Er wordt rekening gehouden met alle soorten meststoffen. Als er op bedrijfsniveau (relatie) een hogere mestproductie is dan er afzetmogelijkheden (volgens bemestingsnormen) zijn, is er een mestoverschot. Dat overschot wordt uitgedrukt in kg N (stikstof) en in kg P2O5 (fosfaat). Er wordt rekening gehouden met alle soorten meststoffen met uitzondering van het gebruik van kunstmest.
Zonder kunstmest
Als er op gemeentelijk (fusiegemeente) niveau een hogere mestproductie is dan er afzetmogelijkheden (volgens bemestingsnormen) zijn, is er een mestoverschot. Dat overschot wordt uitgedrukt in kg N (stikstof) en in kg P2O5 (fosfaat). Er wordt rekening gehouden met alle soorten meststoffen. Met kunstmest Als er op gemeentelijk (fusiegemeente) niveau een hogere mestproductie is dan er afzetmogelijkheden (volgens bemestingsnormen) zijn, is er een mestoverschot. Dat overschot wordt uitgedrukt in kg N (stikstof) en in kg P2O5 (fosfaat). Er wordt rekening gehouden met alle soorten meststoffen, met uitzondering van het gebruik van kunstmest. Bedrijfstype (aantallen en oppervlakte), dierlijke productie en overschot per bedrijfstype Akkerbouwers Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit akkerbouw groter is dan 2/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Combinatie van rundvee Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit de rundveehouderij groter is dan 2/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Melkvee Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit de melkveehouderij groter is dan 2/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Mestvee Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit de mestveehouderij groter is dan 2/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Varkens Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit de varkenshouderij groter is dan 2/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Pluimvee Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit de pluimveehouderij groter is dan 2/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Combinatie rundvee en akkerbouw Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit de rundveehouderij groter is dan 1/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf en waarvan ook het brutosaldo uit akkerbouw activiteiten groter is dan 1/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven.
Combinatie rundvee, akkerbouw en veredeling
Mestkalveren
Gemengde landbouw
Andere
Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit de rundveehouderij en akkerbouw activiteiten groter is dan 1/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf en waarvan ook het brutosaldo uit veredeling groter is dan 1/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit de mestkalverenhouderij groter is dan 2/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven waarvan het brutosaldo uit verdeling groter is dan 2/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf en waarvan het brutosaldo uit varkens en pluimveehouderij kleiner is dan 1/3 van het brutosaldo van het hele bedrijf. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven. Aantal bedrijven (relaties) en hun percentage tot het totaal aantal bedrijven dat niet voorkomt in de 10 voorgaande categorieën. Oppervlakte cultuurgrond in hectare, dierlijke productie en bedrijfsoverschot en hun percentage tot het totaal van alle bedrijven.