Mozes
Zeven bijeenkomsten voor ‘jongerennevendienst’ Idee en samenstelling: Marga Haas en Leendert-Jan Parlevliet Zeven bijeenkomsten (maar materiaal voor méér) over Mozes. Zijn geboorteverhaal, het brandende braambos, slavernij, plagen, het gouden kalf.
Mozes 1 Exodus 2:1-10 Over alle hoofdfiguren uit de bijbel staat een geboorteverhaal geschreven waarin de hoofdlijn van hun leven wordt weerspiegeld. Zo lees je over Mozes dat hij als klein kind door het water heen gaat, zoals het volk door de Schelfzee een weg gaat. Ook wordt in het verhaal van het rieten mandje het hele complex al zichtbaar van ingeklemd zitten tussen twee volken, twee levenswijzen, twee levensrichtingen. Er zal gekozen moeten worden tussen de vleespotten van Egypte en de weg naar het land van melk en honing, tussen de Farao en de God van Israël, tussen het land van de dood en de weg van het leven. Het woord dat gebruikt wordt voor het rieten mandje is hetzelfde woord dat voor de ark van Noach wordt gebruikt. Mozes drijft in een arkje op de Nijl. Vormen bij dit verhaal Gesprek Een gesprek dat draait om de volgende vragen: Wie zorgt er voor jou? Waar bestaat die zorg uit? Wat is het belangrijkste voor jou? Wie zorgt er voor degenen die voor jou zorgen? Voor wie zorg jij? Rollenspel Maak een rollenspel door iedereen een rol uit het verhaal te geven. Bij die rol schrijft iedereen een korte monoloog. De monoloog begint met: ‘Ik weet het nog goed. De dag dat we Mozes in zijn mandje hebben gelegd (of: gevonden). Ik …’ Rollen: • Mozes • Vader van Mozes • Moeder van Mozes • Zus van Mozes • Dienares • Dochter van de Farao Iedereen leest zijn tekst voor in volgorde van opkomst in het verhaal. Bij veel aanwezigen zijn dubbelrollen geen probleem. Vragen om te bespreken n.a.v. het rollenspel: • Was het een verstandig idee, dat rieten mandje? • Was het een soort afscheid? Een offer? • Of had de moeder van Mozes het precies zo bedacht? Zij wist waar de dochter van de Farao ging baden en rekende op haar gevoeligheid voor een huilend kind • Nam de dochter van de Farao een groot risico? • Hoe wist zij dat het een Hebreeuws kind was (zie vers 6)?
• •
Doorzag de dochter van de Farao de opzet van de moeder en de zuster? Waarom heeft niemand een naam in dit verhaal?
Film kijken In de tekenfilm The Prince of Egypt wordt het verhaal van Mozes verteld en worden de open plekken die de bijbel laat, ingevuld. Mozes groeit op aan het hof van de Farao en worstelt met de twee volken waar hij bij hoort. Een deel van de film zou gezamenlijk kunnen worden bekeken. Op YouTube in delen te vinden. Ook te gebruiken als afsluiting of om een gesprek op gang te brengen. Tekst Je kinderen zijn je kinderen niet. Zij zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelf. Zij komen door je, maar zijn niet van je, en hoewel ze bij je zijn, behoren ze je niet toe. Je mag hen je liefde geven, maar niet je gedachten, want zij hebben hun eigen gedachten. Je mag hun lichamen huisvesten, maar niet hun zielen, want hun zielen toeven in het huis van morgen, dat je niet bezoeken kunt, zelfs niet in je dromen. Je mag proberen gelijk hun te worden, maar tracht niet hen aan jou gelijk te maken. Want het leven gaat niet terug, noch blijft het dralen bij gisteren. Jullie zijn de bogen, waarmee je kinderen als levende pijlen worden weggeschoten. De boogschutter ziet het doel op de weg van het oneindige, en hij buigt je met zijn kracht opdat zijn pijlen snel en ver zullen gaan. Laat het gebogen worden door de hand van de boogschutter een vreugde voor je zijn: want zoals hij de vliegende pijl liefheeft, zo mint hij ook de boog die standvastig is. Kahlil Gibran
Mozes 2 + 3 Ex. 3:1-14 Bij de voorbereiding van de verhalen over Mozes hebben we een selectie gemaakt, waardoor de hoofdlijn van het bijbelverhaal bewaard bleef en de herkenbaarheid voor jongeren zo groot mogelijk zou zijn. Het tweede verhaal is ook een bekend verhaal over Mozes: het brandende braambos. De openbaring van de God van Israël aan Mozes en het beeld en de bekendmaking van zijn naam. Het beeld dat daarbij hoort: het vuur dat niet verteert. Schilderij Organiseer een bijeenkomst rondom een schilderij van Mozes bij de brandende braamstruik. Het heet ‘Moses and the Burning Bush’(1985), geschilderd door Keith Haring.
- Het is heel erg groot. Je verdwijnt er bijna in. Die figuur daar komt ook beetje los van de grond, dus je stapt er zó in. Overweldigend. - Let op de kleur van het vuur! Mozes heeft dezelfde kleur. Hij ís het vuur geworden, van dezelfde materie als vuur, hoe je het zeggen wilt. Er is geen onderscheid tussen vuur en hem. - Het vuur is onweerstaanbaar voor hem, heeft een enorme aantrekkingskracht. Hij lijkt ook wel geëlektrificeerd. - Is de lucht vol met roet- en asdeeltjes? Het lijkt zo. In ieder geval heeft het het effect van de weg kwijt zijn, gedesoriënteerd zijn. Je kunt niet meer onderscheiden wat waar is.
Begin eventueel niet met het verhaal, maar met het schilderij. Vertel ook daar niets over, alleen dat het in het echt enorm is: 2,5 bij 3,5 meter. Het beslaat dus zo een hele muur. (Ik kan helaas geen grotere afbeelding ervan vinden op internet.) Even naar laten kijken en op je laten inwerken. - Wie ziet er wat? - Welk verhaal zou hier weergegeven zijn? - Welke woorden roept het schilderij bij je op? - Welke emoties roept het op? Is het bedreigend, vreemd, troostend? Lees daarna het verhaal: Ex. 3:1-14 en vergelijk de woorden en emoties die het schilderij opriep met de tekst. Probeer met elkaar een kopie van het schilderij van Haring te schilderen. Naam Een alternatieve invulling is bedacht rondom één van de centrale gegevens uit de tekst: God maakt zijn naam bekend. Deze bijeenkomst start met het lezen van de tekst en een korte uitleg. In Ex. 3:14 zegt God wie Hij is. Zijn naam bestaat uit vier letters, die te maken hebben met het werkwoord ‘zijn’. Maar hoe de naam van God precies vertaald moet worden, dat weet niemand. Kijk maar eens naar de verschillende vertalingen hieronder. Statenvertaling (1637): En God zeide tot Mozes: IK ZAL ZIJN, DIE IK ZIJN ZAL! Nederlands Bijbelgenootschap (1951): Toen zeide God tot Mozes: Ik ben, die Ik ben. Willibrordvertaling (1995): Toen sprak God tot Mozes: ‘Ik ben die er is.’ Groot Nieuws Bijbel (1996): Toen zei God tegen Mozes: ‘Ik ben degene die er altijd is.’ Nieuwe Bijbelvertaling (2004): Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal.’ We weten niet eens precies hoe de naam Gods uitgesproken zou moeten worden. Ook in het Hebreeuws, de oorspronkelijke taal van het Oude Testament, is dat niet duidelijk. Er staat vier letters (JHWH) and that’s it. Joden, die ons Oude Testament als heilig boek hebben, spraken en spreken deze naam niet uit. Ze zeggen Adonai op de plek waar JHWH staat. Dat betekent ‘mijn Heer’. De meeste Christenen hebben deze gewoonte overgenomen. Er wordt mee uitgedrukt dat wij niet weten wie God is, dat wij niet kunnen begrijpen wie hij in wezen is. Er wordt respect en afstand mee uitgedrukt. Onze vertaling ‘Heer’ is dus niet zomaar bedacht. Maar ‘Heer’ klinkt velen nu eenzijdig mannelijk in de oren. In hedendaagse bijbelvertalingen wordt gezocht naar een goed alternatief. (Noem voorbeelden hieronder.) Alternatieven voor ‘Heer’: De Ene De Eeuwige
De Levende De Aanwezige Wezer De Naam JHWH Hoe zou jij God noemen? Allah, de God van de moslims, heeft volgens de islamitische overlevering heel véél namen: 99. In een paar islamitische overleveringen wordt gesuggereerd dat de honderdste naam zal worden onthuld door de Messias, die volgens de islam nog moet komen. Wat voor effect hebben al die namen? Is dat positief of juist niet? Enkele van de 99 schone namen van Allah: de Meest Barmhartige de Meest Genadevolle de Koning de Heilige de Vrede de Gelovige de Beschermer de Machtige de Krachtige de Bezitter van Grootheid de Schepper de Gever de Vernederaar de Verheffer de Subtiele de Verdraagzame de Wijze de Liefhebbende de Hersteller Alternatief begin Over de betekenis van je naam. Van tevoren de betekenis van de namen van Zoekgroepers (en die van jezelf) opzoeken en eventueel uitdraaien voor iedereen! Zie de Nederlandse Voornamen Databank: http://www.meertens.knaw.nl/voornamen/vnb/ Elke naam heeft een betekenis. Weet je die van je eigen naam? Vind je het belangrijk om te weten? Geef de betekenis. Ben je/Doe je die betekenis ook? In de boeken van Harry Potter komt ook een figuur voor, wiens naam niet genoemd mag worden. ‘Jeweetwel’, heet hij, of: ‘Hij-Die-Niet-Genoemd-Mag-Worden’. De vertegenwoordiger van het kwaad.
De naam Voldemort is door J.K. Rowling verzonnen en is een samentrekking van de Franse woorden ‘Vol’ (vlucht), ‘de’ (van) en ‘Mort’ (dood). Deze naam is bewust gekozen vanwege de angst van Voldemort voor de dood. Deze angst leiden we af uit zijn drang om onsterfelijkheid te bereiken. Hij vlucht voor de dood; hij is hoe hij heet: ‘Vol-de-mort’. Verwerking bij ‘namen’ Maak een collage waarbij je in het midden de vier letters van Gods naam zet: JHWH met daaromheen de namen die jullie hebben uitgekozen. Zoek er beelden uit tijdschriften bij die passen. Vervolgens daaromheen: de namen van de zoekgroepers, met beelden die daarbij passen. Hetzelfde anders: geef iedereen een vel. In het midden je eigen naam zetten en daaromheen namen die je krijgt of jezelf geeft. Ook weer met beelden uit tijdschriften.
Mozes 4 + 5 Het verhaal van Mozes en ons verhaal De slaven in Amerika hebben hun levensverhaal herkend in het verhaal van de Exodus. Zij zongen daarover in hun gospels. Zoals Go down Moses. De hoop op een uittocht zoals ook voor Israël, deed hen zingen. Gebruik deze gospel om het gesprek over de actualiteit van het Exodusverhaal voor deze groep te bespreken. Laat het lied horen na een korte introductie. Bespreek de tekst en leg er het bijbelverhaal van Mozes voor de Farao naast (Ex. 6:1-10). Is hun hoop uitgekomen? Hoe zien de jongeren dit? Is er reden om hoopvol naar de toekomst te kijken? Wat geeft hen hoop? Laat jongeren een lied opzoeken dat hun hoop geeft. Film kijken In de tekenfilm The Prince of Egypt wordt het verhaal van Mozes verteld en worden de open plekken die de bijbel laat ingevuld. Mozes groeit op aan het hof van de Farao en worstelt met de twee volken waar hij bij hoort. Een deel van de film zou gezamenlijk kunnen worden bekeken. Op YouTube in delen te vinden. Ook te gebruiken als afsluiting of om een gesprek op gang te brengen. Ook zou je hier een zondag mee aan het werk kunnen. In het verhaal van Mozes botsen twee culturen: die van Egypte, waar ongelijkheid en onvrijheid normaal was met die van Israël, waar gelijkheid en rechtvaardigheid centraal staan. Zijn er overeenkomsten met onze wereld? Met ons leven?
Mozes 6 Ex. 7:14-14:28 De Israëlieten bakken nog steeds hun bakstenen en worden onderdrukt door de Egyptenaren. Mozes heeft de stem van God gehoord in het brandende braambos. “De jammerklacht van de Israëlieten is tot Mij doorgedrongen en ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. Daarom stuur ik jou naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.” Mozes maakt eindeloos bezwaren, maar God wordt boos op Mozes en stuurt hem, samen met zijn broer Aäron, op weg. Zij gaan naar de farao, vragen of het volk mag gaan, maar de farao weigert. Dit gebeurt tien keer en elke keer slaat God de Egyptenaren met een plaag. Laat de Zoekgroepers ‘plagenbord’ maken. Ganzenbord, maar dan met de tien plagen als onderwerp. De pionnen staan voor het Egyptische volk. Ganzenbord (althans, mijn versie) heeft 63 vakjes. Degene die het eerst op vakje 63 is, heeft gewonnen. Onderweg kom je heel wat tegenslag tegen – bij ‘plagenbord’ zijn dat de tien plagen, de vlucht van de slaven, de achtervolging en uiteindelijk de Rode Zee, waarin alle soldaten verdrinken. In het gewone ganzenbord zit ook tegenslag. Bijvoorbeeld: als je op een bepaald vakje komt, moet je met de dobbelsteen gooien en het aantal ogen dat je gooit, achteruitlopen. Of je moet een beurt overslaan. Of je ‘verdwaalt in het doolhof’ en je moet terug naar een bepaald vakje. Of je ‘sterft’ en je moet helemaal opnieuw beginnen. Of je raakt in de put en daar mag je pas uit als je zes gooit of als een ander in de put valt. Laat de Zoekgroepers eventueel ook bedenken (maar ik denk dat je je tijd wel nodig hebt!) of je ook meevallers tegenkomt als volk Egypte. In het gewone ganzenbord betekent dat: nog een keer gooien, vooruit naar vakje zoveel of een bokkensprong maken (je mag één vakje vóór de eerstvolgende pion gaan staan). Versier de rest van het bord (buiten de vakjes) eventueel met passende plaatjes/tekeningen/landkaart. Maak van tevoren een leeg ganzenbord, met 63 vakjes. Nummer ze allemaal. Laat de Zoekgroepers bedenken op welke vakjes je een plaag tegenkomt en wat je dan moet doen (achteruit, beurt overslaan, opnieuw beginnen …). Laat ze de plagen opzoeken in het genoemde bijbelgedeelte en passende plaatjes maken, die ze opplakken in het vakje. Stel een lijstje met ‘spelregels’ samen. (Bijvoorbeeld: ‘Vakje 8 – De farao laat de Israëlieten niet gaan. U wordt geslagen door de eerste plaag: het water van de Nijl verandert in bloed. Ga vijf vakjes terug.’) Speel het spel met elkaar.
Nodig: -
leeg ganzenbord pionnen papier, lijm, stiften bijbels papier en pen om de regels op te schrijven dobbelsteen
Let wel: onze Zoekgroep had twee bijeenkomsten nodig om het spel überhaupt te maken. Van spelen was het in die tijd nog niet gekomen!
Mozes 7 Het tweede gebod en het gouden kalf (Ex. 32) Toelichting Het beeldverbod kan op verschillende manieren uitgelegd worden. Hierbij is er één die misschien aanleiding is om er met de jongeren mee aan het werk te gaan. Het verbod is niet bedoeld om te vertellen dat er niet over God in beelden gesproken mag worden, want hoe zouden wij anders over God spreken? Het verbod zegt vooral dat die beelden niet mogen worden vastgelegd. Ook is het geen verbod op het maken van beelden, maar op het aanbidden van beelden. Een mooi voorbeeld is het verhaal van het gouden kalf. In dit verhaal wordt verteld wat er gebeurt als één kant van God (kracht om te vernieuwen) in een beeld wordt vastgelegd. Die kant maakt vervolgens indruk, het beeld raakt mensen en vervolgens wordt het beeld aanbeden, krijgt het beeld mensen in de macht. Daar protesteert het beeldverbod tegen. Anders gezegd: eerst druk je iets uit wat je raakt, vervolgens raakt de vorm los van de ervaring en daarna voegt de ervaring zich naar de vorm. Maak samen een woordweb Wat vinden mensen belangrijk? Waar leven ze voor? Geld, bezit, gezondheid, geluk? Maak bij elk van de woorden een verdere vertakking, door de volgende vraag te stellen: Welke beelden horen daarbij en waar zien we die in onze samenleving? Op deze manier ontstaat een kern met takken, die zich aan het eind weer vertakken. Bij elke vertakking kan een tekening gemaakt worden. Welke van deze beelden hebben macht over mensen? Waar hebben mensen hun gezondheid voor over? Lees met elkaar het verhaal van het gouden kalf Probeer de verbinding te maken met het woordweb. Zorg ervoor dat de groep zelf deze verkenning uitvoert. Het is niet een manier om jouw visie aan de jongeren te slijten. Je kunt wel meedoen door nieuwe elementen aan te dragen of door kritische vragen te stellen. Eventueel besluit je tot een moderne variant op dit verhaal. De dans om de gouden … Een associatie die niet vergeten moet worden is de Nederlandse filmprijzen die ook zo heten (niet geheel toevallig). Misschien afsluiten met Nasrdin Dchar die een gouden kalf won en een pracht van een toespraak hield. De jongeren kunnen die twee kalveren met elkaar verbinden.