Jezus en de social media
Zes bijeenkomsten voor ‘jongerennevendienst’ Idee en samenstelling: Marga Haas en Leendert-Jan Parlevliet Met de jongeren willen we deze weken voor de veertigdagentijd juist niet de hoge kant van Jezus op de voorgrond plaatsen, maar de toegankelijke, alledaagse kant. Jezus was een mens. En wat stellen wij ons daarbij voor? Welke beelden roepen de verhalen over hem op? En vooral ook: welke herkenning? Als verwerking hebben we gekozen voor een verbinding met de social media, die zo bepalend zijn voor onze wereld en zeker voor die van de jongeren.
Jezus 1 De twaalfjarige Jezus in de tempel en Hyves Iedereen kent het verhaal van Jezus die op z’n twaalfde al zo wijs was dat hij de schriftgeleerden in de tempel met zijn vragen en meningen verbaasde. Het staat aan het eind van het eerste deel van het evangelie van Lucas en het sluit alles wat Lucas over de jonge Jezus te vertellen had op een mooie manier af. Er zitten verwijzingen in naar het vervolg van het verhaal. Het slot ( ‘Na drie dagen zoeken vinden zij hem pas’) kan worden gelezen als een verwijzing naar Pasen. De twaalfjarige Jezus zetten we in het midden als een leeftijdsgenoot van de zoekgroepleden. In het jodendom van die dagen was een jongen van twaalf religieus volwassen. Vanaf die leeftijd mocht je meedoen met het leergesprek rondom de Bijbel en mocht je voorlezen en meebidden. Die gewoonte kent het jodendom tot op de dag van vandaag. In het jodendom is de goede vraag belangrijker dan het goede antwoord. En dat geldt zeker in geloofszaken. Vandaar dat je met twaalf jaar volwaardig mee mag en kunt doen, want vragen stellen kun je op die leeftijd uitstekend. Wij kunnen daarvan leren. Het voorstel is dat er een oefening wordt gedaan in goede vragen stellen. Vragen stellen moet je durven, dat weet iedereen. Alle docenten zeggen dat domme vragen niet bestaan, maar leerlingen weten wel beter. In een vraag laat je veel van jezelf zien. Je bent kwetsbaar in een vraag. Je wordt kinderachtig gevonden. Tegelijkertijd is vragen stellen het begin van alle leren. Kinderen en jongeren zijn heel goed in vragen stellen. Daar gaan we mee oefenen. De schriftgeleerden in de tempel van Jeruzalem in het jaar 12 bespraken met elkaar de tekst van Genesis 1 over de schepping. Welke vraag zou jij daarbij willen stellen? Denk allemaal rustig na en schrijf je vraag op. Daarna begint één uit de kring met zijn of haar vraag. De anderen reageren erop met een vraag of met een idee. Geen meningen, maar alleen zo goed mogelijk bij de vragen blijven. Zorg dat er tijd is om na te denken. Er zijn snelle en snellere denkers. Het is geen wedstrijd. Reserve-idee: Vervolgens kwam het verhaal van David en Goliath ter sprake. Ook daar weer een ronde vragen verzinnen en uitwisselen. Je kunt ook gewoon de kring rondgaan. Wie stelt de eerste vraag? Wie wil hierop reageren? Wie stelt er een nieuwe vraag bij? Rond af door samen over vragenstellen te praten en over volwassen worden en kinderachtig gevonden worden. Hyves is volgens steeds meer mensen voor kinderen. Klopt dat? Is het kinderachtig? Hoe komt dat?
Als afsluitend rondje krijgt iedereen een blaadje. Dit is je Hyves-profiel. Schrijf er je naam boven en maak een hoekje voor krabbels. Geef het door, zodat iedereen een krabbel kan schrijven over deze zoekgroepbijeenkomst.
Jezus 2 De evangeliën en Twitter Als we iets over Jezus willen weten, dan gebruiken we de bijbel als bron. De vier evangeliën vertellen zijn levensverhaal. Gedeeltelijk, althans. Over zijn geboorte bestaan een paar verhalen en over dat moment toen hij twaalf was en alleen in de tempel achterbleef. De rest van de verhalen spelen zich af als hij ongeveer 30 jaar oud is tot aan zijn dood en opstanding, toen hij ongeveer 33 jaar oud was. Er zijn vier bijbelboeken die expliciet over Jezus gaan. De vier evangeliën: die van Marcus, Mattheüs, Lukas en Johannes. (Evt. vragen wie ze kan opnoemen.) Die vertellen alle vier een ander verhaal. Dat heeft verschillende oorzaken. 1 - De vier schrijvers putten uit deels dezelfde, maar ook deels verschillende bronnen. 2 - De vier schrijvers hadden een ander publiek voor ogen. 3 - De ene schreef zijn verhaal vlak na de dood van Jezus, de ander veel later. 4 - En de een had een ander doel met zijn evangelie dan de ander. Er zijn in het verleden vele pogingen ondernomen om de vier evangeliën samen te voegen tot één groot verhaal over Jezus, maar dat is nooit gelukt. Als je nú iets over iemand wereldkundig zou willen maken, kun je kiezen voor verschillende vormen van communicatie. Behalve voor de traditionele vormen als kranten, tijdschriften, radio en tv, kun je kiezen om de social media te gebruiken. Als je snel iets rond wilt laten zingen, gebruik je natuurlijk Twitter. Opdracht: schrijf allemaal, ieder voor zich, een twitterbericht over dezelfde (recente) gebeurtenis. [Verzin van tevoren over wát!] Je weet: 140 tekens, niet meer. Wat schrijf je wel en wat schrijf je niet? Bespreek waarin de twitterberichten verschillen en hoe dat komt. (Gebruik evt. de punten hiervóór over de evangeliën.) Buiten de bijbel wordt er maar heel weinig over Jezus geschreven. Eigenlijk is dat gek, als je bedenkt hoeveel invloed hij uiteindelijk heeft en hoe groot zijn beweging is geworden! We komen Jezus tegen bij Flavius Josephus, een bekende Joodse geschiedschrijver uit de 1 e eeuw na Christus. Over Jezus heeft hij het een en ander geschreven. ‘In die tijd was er een zekere Jezus, een wijs mens, indien men hem althans een mens noemen mag; want zijn werken waren wonderbaar. Hij onderwees degenen, die gaarne in de waarheid onderricht wilden worden, hij werd gevolgd niet alleen door vele Joden, maar ook door vele heidenen. Deze was de Christus, die door de oversten van ons volk bij Pilatus aangeklaagd en op zijn bevel gekruisigd werd. Maar die hem bij zijn leven gevolgd hadden, verlieten hem na zijn dood niet; want hij is hun ten derden dage weer levend verschenen, gelijk de goddelijke profeten, onder meer andere wonderlijke dingen, van hem voorzegd hadden. Aan hem is het dat de Christenen, die tegenwoordig nog bestaan, hun naam ontleend hebben.’
(Uit: Joodse oudheden, Flavius Josephus) Verder wordt Jezus nog eens genoemd door Tacitus, een geschiedschrijver, rond 115 na Christus. Maar meer dan ‘Hij werd gekruisigd door Pontius Pilatus gedurende het bewind van Tiberius’ is het niet. Ook bestaan er enkele verhalen over de kindertijd van Jezus, die niet in de bijbel terecht zijn gekomen. In het zogenaamde Kindheidsevangelie van Thomas (2 e eeuw na Christus) staan er een paar. De populairste gaat over Jezus van vijf jaar oud, die een paar mussen maakt van klei. Hij was alleen vergeten dat het sabbat was en dan mag je helemaal niet kleien. Als enkele vrome Joden hem daarop aanspreken, klapt hij in zijn handen en roept: ‘Ga, vlieg en denk aan mij!’ De mussen komen tot leven en vliegen al kwetterend de lucht in. (Deze vertelling haalde de bijbel niet, maar is wel opgenomen in de koran.)
Jezus 3 De tempelreiniging en chatten/MSN-en De tempelreiniging is een overbekend verhaal. Het wordt heel vaak aangehaald om te laten zien dat Jezus niet alleen een zachtmoedig mens was, een doetje, maar dat hij ook heel kwaad kon worden. Ook was hij blijkbaar sterk genoeg voor zo’n manier van optreden. Het verhaal hoort dus zeker in deze rij teksten thuis, waarbij Jezus als mens naar voren komt. Het verhaal staat bij alle vier de evangelisten: Mat. 21:12-17, Marc. 11:15, Luc. 19:45-48, Joh. 2:13-25. Bij Mattheüs is de tempelreiniging geplaatst meteen na de intocht in Jeruzalem. Aan het begin van de feitelijke lijdensweg. Bij Marcus en Lucas is dat ook zo. Bij Johannes hoort het tot een van de eerste daden van Jezus. Johannes beschrijft de tempelreiniging ook het meest uitvoerig. Dit is het verhaal om te gebruiken tijdens deze bijeenkomst. Er is maar één vraag die besproken gaat worden (je kunt die al voor dat je het verhaal leest noemen): waarom wordt Jezus nou zo kwaad? Om deze vraag te kunnen overdenken (het gaat niet om het juiste antwoord) is enige historische kennis nodig. Geef deze informatie voordat je het verhaal voorleest. De tempel was in die dagen het centrum van het Joodse leven. Zo had de tempel een eigen munt, omdat de priesters geen Romeins geld wilden aannemen. Dat was de reden dat er gewisseld werd. En er was allerlei handel omdat er dieren geofferd moesten worden. De tempel was ook het centrum van de rechtspraak. Het was er dus altijd een drukte van belang. Het kon dus niet zijn dat Jezus wilde dat het er stil was als in een kathedraal. Organiseer een debatwedstrijd. Verdeel de groep in tweeën en vertel dat ze een eigen antwoord moeten bedenken op de vraag waarom Jezus zo kwaad werd. Vertel ook dat zij het oneens moeten zijn met de andere groep. Vervolgens vertellen zij om beurten wat hun antwoord is en volgt er een discussie. Daarna gaan we over het debat chatten. Zo doen zij dat zelf immers ook: overdag praten ze met elkaar en bij thuiskomst wordt er over die communicatie gecommuniceerd. Wat vonden ze van de antwoorden van elkaar en van elkaars argumenten? De chat kan misschien met een laptop en een beamer worden gedaan, maar handiger is wellicht op papier. Zonder te praten schrijven we op een flapover wat we hebben gezien en wat we daarbij dachten. Eventueel nog een korte evaluatie aan het eind. Wat vonden we van deze gelaagde gesprekken? Hebben we iets nieuws bedacht? Hoe werkt dat voor jullie dagelijkse leven?
Jezus 4 Jezus schrijft in het zand en Facebook In deze bijeenkomst gaat het over Joh. 8:1-11. Je kunt verschillende ingangen kiezen om met het verhaal aan de slag te gaan. Maar waar het echt om gaat (en waarvoor je voldoende tijd moet inruimen), is een goede discussie over Facebook: wat je daar wel en niet op zet, hoe snel je een oordeel hebt over iemand op basis van wat diegene laat zien op het web en hoe kwetsbaar je eigenlijk bent op internet. Ingangen voor het verhaal: 1 - Bekijk samen deze pentekening van Rembrandt, zonder dat de jongeren weten om welk verhaal het gaat. Wat zien ze? Wie zouden die mensen zijn? Waar vindt het plaats? Om wie of om wat gaat het in deze tekening? Lees daarna het verhaal en kijk nogmaals naar de prent. 2 - Kopieer de onderstaande Bijbeltekst en deel hem uit met een potlood erbij. Lees de tekst samen hardop voor en laat de jongeren uitroeptekens, vraagtekens of wat niet al in de kantlijn plaatsen als ze iets tegenkomen wat ze vreemd/leuk/spannend vinden dan wel niet begrijpen. Geef ze na lezing nog even de tijd om het nogmaals door te lezen en bespreek daarna met elkaar wat je gevonden hebt of wat er aan vragen leeft.
Joh. 8:1-11 1 Jezus ging naar de Olijfberg, 2 en vroeg in de morgen was hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe, hij ging zitten en gaf hun onderricht. 3 Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en 4 zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. 5 Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?’ 6 Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. 7 Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ 8 Hij bukte zich weer en schreef op de grond. 9 Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. 10 Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ 11 ‘Niemand, heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’ Achtergrond: Dit is een verhaal met raadselachtige trekken. Jezus schrijft tot tweemaal toe op de grond, maar we weten niet wat. Als je iets in het zand schrijft, verdwijnt het ook weer zo. En dan: de schriftgeleerden vertrekken een voor een, de oudsten het eerst. ‘De oudsten het eerst’, staat er! Wat wil dat zeggen? Dat je een bepaalde mate van ‘volwassenheid’ moet hebben om te kunnen erkennen dat een ander een punt heeft? Dat oordelen inderdaad niet ‘goed’ is? Boven dit verhaal staat ‘Een vrouw op overspel betrapt’. Maar voor overspel moeten er twee partijen zijn! Waar is die man? De schriftgeleerden blijven in gebreke door alleen de vrouw ten tonele te voeren! De wet van Mozes, waaraan de schriftgeleerden refereren, vind je in Deut. 22:22: 22 Als een man wordt betrapt met een getrouwde vrouw moeten beiden ter dood gebracht worden, zowel de man als de vrouw met wie hij geslapen heeft. Zo moet u het kwaad dat zich bij de Israëlieten aandient in de kiem smoren. Dat de wet vrouwen ‘beschermt’, lees je in het volgende stukje:
23 Als iemand in de stad een meisje ontmoet dat al uitgehuwelijkt is, en gemeenschap met haar heeft, 24 dan moet u hen allebei mee de stad uit nemen en hen stenigen tot de dood erop volgt. Want het meisje heeft nagelaten om hulp te roepen, en de man heeft zich vergrepen aan de bruid van een ander. Zo moet u het kwaad dat zich bij u aandient in de kiem smoren. 25 Maar als het meisje in het open veld wordt belaagd en de man heeft dan gemeenschap met haar, dan verdient alleen de man de doodstraf 26 en gaat het meisje vrijuit, want zij heeft niets gedaan waarvoor ze ter dood gebracht zou moeten worden. Het geval is vergelijkbaar met moord met voorbedachten rade: 27 de man heeft het uitgehuwelijkte meisje belaagd in het open veld, waar niemand haar kon redden als ze om hulp zou roepen. 28 Als iemand betrapt wordt met een meisje, een maagd die nog vrij is, 29 dan moet de man die zich aan het meisje heeft vergrepen vijftig sjekel zilver aan haar vader betalen. Bovendien moet hij met haar trouwen en zolang hij leeft mag hij niet van haar scheiden, omdat hij haar onteerd heeft. In deze tijd komen dit soort situaties ook voor. Denk maar aan een compromitterend filmpje dat van iemand gemaakt is op een moment dat hij of zij niet helemaal helder was en dat lukraak op Facebook gezet wordt. Je kunt je goede naam wel vergeten! Eén uitglijer en je bent er geweest. Mensen oordelen heel makkelijk op basis van wat ze op internet van je vinden. Denk maar eens aan een mogelijke werkgever. Het eerste dat die doet, is jouw naam googlen. Internet is leuk, maar het heeft ook een gevaarlijke kant. Praat daar met elkaar over. En wat zou Jezus zeggen over Facebook als hij nu geleefd zou hebben?
Jezus 5 De genezing van een blinde en gamen Het verhaal van de blinde te Bethsaida (Marc. 8:22-26) maakt indruk omdat het zo lijfelijk is. Jezus spuugt op zijn ogen. Ook het vervolg is intrigerend, want de blinde is half genezen: hij ziet de mensen als bomen wandelen. Daarop legt Jezus nogmaals zijn handen op zijn ogen en kan hij weer scherp zien. Er is een bijbelverhaal dat aan dit verhaal van Marcus doet denken. Bij Johannes (Joh 9:1-41) is er een genezing van een blinde waarbij Jezus op de grond spuugt en het slijk op de ogen van de blinde legt en hem opdraagt dit weg te wassen. De betekenis van deze genezingen heeft ook altijd te maken met de associaties bij blind zijn, in de zin van niet inzien wat er echt aan de hand is of waar het echt om gaat. Daarover willen wij het in deze serie niet hebben. Het verhaal van Marcus roept de vraag op: maakt Jezus hier een fout? En kan dat wel? En over fouten maken willen we het hebben. Het is zo makkelijk gezegd: fouten maken is niet erg, sterker nog daar leer je van. Een goede leeromgeving wordt er door getypeerd dat leerlingen zich niet schamen voor hun fouten. Toch weten we allemaal dat het lastig is om met fouten maken ontspannen om te gaan. Start deze keer met het gesprek over fouten maken in de digitale wereld. In games mag je geen fouten maken, want dan kom je niet verder. Wie heeft ervaring? Speel je om die reden of speel je juist geen games om die reden? Hoe werkt dat in de belevingswereld van de jongeren? En hoe is dat op school? Wordt er gelachen om fouten? Is er een rangorde op basis van geen fouten maken? Mag je fouten maken? Hoe perfect moet je zijn? Of valt dat wel mee? Geef je fouten toe? Is dat lastig? Vervolgens komt het verhaal over de genezing van de blinde door Jezus aan de orde. Het lijkt erop dat Jezus een fout maakt in dit verhaal. Klopt dat met het beeld dat wij van hem hebben? Waarom wel/niet? Stellingen om over te praten: • Als docenten willen dat wij onze fouten vertellen, zouden ze zelf hun fouten moeten durven toegeven. • Excuses aanbieden is iets dat volwassenen nooit doen. • Je moet zelfvertrouwen hebben om fouten toe te kunnen geven. • Het is dom om fouten te maken en het is nog dommer om ze toe te geven.
Jezus 6 Legioen en de verhouding tussen je real time self en je virtuele self Vandaag gaat het over het bijbelverhaal van Legioen en over de vraag hoeveel ‘persoonlijkheden’ je zelf eigenlijk hebt. Ben je hier en nu dezelfde persoon als op het web? Wat laat je daar van jezelf zien? Heb je een real time self en een virtueel masker? En wat voor gevolgen heeft dat? Achtergrond: Het verhaal dat centraal staat is Marc. 5:1-20. Dit is te lang om zo voor te lezen. Beter is het om bijvoorbeeld Woord voor Woord van Karel Eykman te gebruiken. Het grote verschil tussen het bijbelverhaal en dat van Eykman is dat de man, als Jezus hem vraag hoe hij heet, zich in de bijbel Legioen noemt – ‘een grote groep’. In het verhaal van Eykman heeft de man pas een naam als hij genezen is en dan noemt hij zichzelf Adam, ‘mens’. (Zie het plaatje uit Woord voor Woord. Op de grafsteen staat ‘Legio’ – Legioen.) [Deze informatie, over de namen, eventueel later vertellen; niet meteen weggeven!] 1 Ze kwamen aan de overkant van het meer, in het gebied van de Gerasenen. 2 Toen hij uit de boot gestapt was, kwam hem meteen vanuit de grafspelonken een man tegemoet die door een onreine geest bezeten was 3 en in de spelonken woonde. Zelfs als hij vastgebonden was met een ketting kon niemand hem in bedwang houden. 4 Hij was al dikwijls aan handen en voeten geketend geweest, maar dan trok hij de kettingen los en sloeg hij de boeien stuk, en niemand was sterk genoeg om hem te bedwingen. 5 En altijd, dag en nacht, liep hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen en sloeg hij zichzelf met stenen. 6 Toen hij Jezus in de verte zag, rende hij op hem af en viel voor hem neer, 7 en luid schreeuwend zei hij: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer je bij God: doe me geen pijn!’ 8 Want hij had tegen hem gezegd: ‘Onreine geest, ga weg uit die man.’ 9 Jezus vroeg hem: ‘Wat is je naam?’ En hij antwoordde: ‘Legioen is mijn naam, want we zijn met velen.’ 10 Hij smeekte hem dringend om hen niet uit deze streek te verjagen. 11 Nu liep er op de berghelling een grote kudde varkens te grazen. 12 De onreine geesten smeekten hem: ‘Stuur ons naar die varkens, dan kunnen we bij ze intrekken.’ 13 Hij stond hun dat toe. Toen de onreine geesten de man verlaten hadden, trokken ze in de varkens, en de kudde van wel tweeduizend stuks stormde de steile helling af, het meer in, en verdronk in het water. 14 De varkenshoeders sloegen op de vlucht en vertelden in de stad en in de dorpen wat ze hadden meegemaakt, en de mensen gingen kijken wat er was gebeurd. 15 Ze kwamen bij Jezus en zagen de bezetene daar zitten, gekleed en bij zijn volle verstand, dezelfde man die altijd bezeten was geweest door het legioen, en ze werden door schrik bevangen. 16 Degenen die alles gezien hadden, legden uit wat er met de bezetene en met de varkens was gebeurd. 17 Daarop drongen de mensen er bij Jezus op aan om hun gebied te verlaten. 18 Toen hij in de boot stapte, smeekte de man die bezeten was geweest om bij hem te mogen blijven. 19 Dat stond hij hem niet toe, maar hij zei tegen hem: ‘Ga naar huis, naar uw eigen mensen, en vertel hun wat de Heer allemaal voor u heeft gedaan en hoe hij zich over u heeft ontfermd.’ 20 De
man ging weg en maakte in Dekapolis bekend wat Jezus voor hem had gedaan, en iedereen stond verbaasd. Lees het verhaal voor en praat er met elkaar over. Zo iemand als Legioen roept verlegenheid op. Agressief, onberekenbaar, woont op de begraafplaats, er is gepoogd om hem aan ketenen te leggen, maar dat lukte niet … Wat moet je in hemelsnaam met iemand die zich zó afwijkend gedraagt van wat je gewend bent? Onze eerste reactie is meestal wegkijken, je afkeren. Maar Jezus loopt op de man af en stelt hem een vraag. Wie weet nog welke vraag? [Deze vraag is heel centraal. Hij zegt niet ‘Ik zal je wel even genezen’, of ‘Gedraag jij je eens even normaal’. Nee, hij vraagt, heel simpel: ‘Wat is je naam?’ Met andere woorden: wie bén je? NB: In de bijeenkomsten Mozes 2 en 3 is het ook over namen gegaan! Daar zou je aan kunnen refereren. De betekenis van je naam zegt iets over wie je bent!] Wat is je naam? De man zegt (bij Eykman): ‘Alles. Alles door elkaar. Weet ik veel.’ Het gaat er nu niet om te bedenken welke psychiatrische aandoening deze man precies had. Iedereen heeft meerdere kanten. Thuis, in je gezin, ben je anders dan op school of op de sportclub. Herkennen de jongeren dat? Dat is helemaal niet erg – het duidt erop dat de omgeving invloed op je heeft en dat de ene omgeving dít in je naar boven haalt en de andere omgeving dát. Het woord ‘persoon’ komt uit het Latijn en betekent masker van een toneelspeler. Een persoon – dat is de buitenkant die je van iemand kent. In de bijbel wordt over mensen gesproken als ‘namen’. Je naam is dat wat je hebt meegekregen en waarop je aangesproken wordt, waarmee je geroepen wordt. De bijbel benadrukt hiermee dat mensen in relatie leven en in relaties mens worden. Internet is bij uitstek een plek om je anders voor te doen dan je bent. Je kunt virtueel een compleet ander mens zijn als je dat wilt. Maar wat is nu het verschil? Legio is ziek en daarom kan hij niet zeggen wat zijn naam is. Hij is vervreemd van zijn oorsprong. Hij heeft meerdere gezichten. Wij hebben ook meerdere kanten en laten daar maar een deel van op internet zien. Wat is daarbij de regel die jullie voor jezelf hanteren? Mag je wel iets weglaten, maar er niets bij verzinnen? Moet het wel van jezelf zijn wat je laat zien? Een beetje make-up kan geen kwaad, toch? Er zijn ook jongeren die hun sociale media opzeggen, die ‘unplugged’ willen leven in de werkelijkheid van alledag. Geen maskers meer. Wat vinden jullie hiervan? Zorg voor een open gesprek door zelf een voorbeeld te vertellen van wat jij zelf wel en niet doet om je beter voor te doen. Zorg dat er geen sfeer van oordelen ontstaat.