Licht in onze ogen Een compleet adventsproject voor kindernevendienst, ‘jongerennevendienst’ en eredienst Idee en samenstelling: ds. Paulien Couvée, Marga Haas, Leendert-Jan Parlevliet, Marinke Vollenberg en Nicole Wondergem Voor de adventsperiode (en de kerstmorgendienst) van 2012 maakte een groep van vijf gemeenteleden een compleet project. Centraal stond elke dienst een deel uit de voorgeschiedenis van de geboorte van Jezus, zoals Lukas die beschrijft. Bij deze verhalen zijn schilderijen gezocht, die het verhaal op een andere manier vertellen. In de eredienst, in de kindernevendienst en in de zoekgroep werd er dieper ingegaan op het verhaal en het schilderij. Al het materiaal is verzameld. U vindt het in dit document.
LICHT IN ONZE OGEN Project voor advent en kerst 2012 voor de kindernevendienst, zoekgroep en eredienst in de Hoeksteengemeente
In een harde wereld Vol mensen klein en groot Ontsteken wij een kwetsbaar licht Want liefde is sterker dan de dood De vlam van Christus zal niet doven God komt telkens onverwacht Hij is het licht in onze ogen De hoop in onze nacht
Adventsproject Hoeksteen 2012
2
Inhoudsopgave
Over het project ..................................................................................................................................... 4 Data, teksten en medewerkers .............................................................................................................. 5 Algemene gang van zaken ...................................................................................................................... 6 Projectlied .............................................................................................................................................. 7 Advent 1: zondag 2 december ................................................................................................................ 8 In de dienst ......................................................................................................................................... 9 In de kindernevendienst ................................................................................................................... 10 In de zoekgroep ................................................................................................................................ 13 Achtergrond en verdieping............................................................................................................... 16 Advent 2: zondag 9 december .............................................................................................................. 18 In de dienst ....................................................................................................................................... 19 In de kindernevendienst ................................................................................................................... 20 In de zoekgroep ................................................................................................................................ 22 Advent 3: zondag 16 december ............................................................................................................ 23 In de dienst ....................................................................................................................................... 24 In de kindernevendienst ................................................................................................................... 25 In de zoekgroep ................................................................................................................................ 27 Advent 4: zondag 23 december ............................................................................................................ 29 In de dienst ....................................................................................................................................... 30 In de kindernevendienst ................................................................................................................... 31 In de zoekgroep ................................................................................................................................ 32 Achtergrond en verdieping............................................................................................................... 34 Kerst: dinsdag 25 december ................................................................................................................. 35 In de kindernevendienst ................................................................................................................... 36 Achtergrond en verdieping............................................................................................................... 37
Adventsproject Hoeksteen 2012
3
Over het project Het adventsproject voor 2012 gaat uit van de verhalen uit het evangelie naar Lukas. Lukas doet wat geen andere evangelist doet: hij geeft een voorgeschiedenis van Jezus’ geboorte. En daar laat hij weer een andere voorgeschiedenis aan voorafgaan: die van Johannes de Doper. In de geschiedenis van Johannes en Jezus gaat het om en om. Op de aankondiging van de geboorte van Johannes aan Zacharias volgt die van de geboorte van Jezus aan Maria. Als intermezzo horen we van de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth. Vervolgens zingt Maria haar lied en wordt Johannes geboren; dan zingt Zacharias zijn lied en wordt Jezus geboren. Daarna wordt het openbare optreden van Johannes beschreven in hoofdstuk 3, gevolgd door dat van Jezus vanaf hoofdstuk 4. De levens en levenstaken van Johannes en Jezus zijn nauw verweven en Lukas brengt dat op deze manier tot uiting. De rode draad is die van een geschiedenis vanuit God, die alle weerbarstigheid en onvruchtbaarheid overwint en intocht houdt in de geschiedenis van de wereld. Dat het hier over een bijzondere geschiedenis gaat, God die geschiedenis gaat schrijven in deze wereld, geeft Lukas aan met het telkens herhaalde ‘En het geschiedde’. Verdieping Wat ons tijdens de eerste bijeenkomst aansprak in deze verhalen zijn de contrasten. Uit een oude vrouw en een piepjong meisje begint God geschiedenis te schrijven. De geboorten van Johannes en Jezus geschieden niet met het grootste gemak en ook niet vanzelfsprekend, maar onverwacht en ‘niet natuurlijk’. (Zoals ook in het Oude Testament; denk aan Sara en Hanna.) Het grote wereldrijk van grote mensen als keizer Augustus tegenover twee onopvallende mensen: Jozef en Maria. ‘God legt het neer bij kinderen.’ De grote God laat iets van zichzelf zien in dit kleine kind: een baby in een bakje. Of, zoals Paulien het verwoordde in de preek van 7 oktober: “De God van Israël toont zich in deze wereld, laat iets van zichzelf zien, niet in de zon of de maan, niet in de sterren, maar God verschijnt of verdwijnt in de menselijkheid van een mens!” Kijken naar kunst We gaan in de kerk kijken naar een schilderij dat gemaakt is bij de tekst die die zondag centraal staat. In de kindernevendienst kijken we er nog eens naar. We spraken af bij de verschillende verhalen een schilderij te zoeken dat ons aansprak. Dat zorgde voor een rijke variatie aan kunst: van een pentekening van Rembrandt van Rijn uit 1640 tot een schilderij van Marinus van Dokkum uit 1990. Voor sommige zondagen zijn de verhalen door een van ons zelf gemaakt. We hebben daarbij gebruik gemaakt van een nieuwe methode van Bijbelse verhalen vertellen aan kinderen: Godly Play. Een indruk van werken met Godly Play vind je op Youtube: introductie (5:30 minuten): http://www.youtube.com/watch?v=Aw_mrzZJx00 de gelijkenis van het mosterzaadje (6:30 minuten): http://www.youtube.com/watch?v=UMqGcJOnTzc We hebben er met ontzettend veel plezier aan gewerkt! We hopen dat jullie als leiding van de kindernevendienst en de zoekgroep er ook plezier in zullen hebben om die prachtige adventsverhalen door te geven aan de kinderen en die verhalen met hen te delen! ds. Paulien Couvée, Marga Haas, Leendert-Jan Parlevliet, Marinke Vollenberg en Nicole Wondergem
Adventsproject Hoeksteen 2012
4
Data en teksten Advent 1 Lukas 1:5-24 Aankondiging geboorte Johannes Advent 2 Lukas 1:26-38 Aankondiging geboorte Jezus Advent 3 Lukas 1:39-56 Maria & Elisabeth Advent 4 Lukas 1:57-80 Geboorte Johannes Kerstochtend Lukas 2:1-21 Geboorte Jezus
Adventsproject Hoeksteen 2012
5
Algemene gang van zaken In de kerk Op de vier Adventszondagen staat elke week een schilderij voor in de kerk om met de kinderen naar te kijken en er met hen over te praten. Dat gebeurt door de predikant(e). Het schilderij gaat mee naar de kindernevendienst om er verder over te praten. Daarna hangt het boven de viertafel. (Zie hieronder.) Er is ook elke zondag een voorwerp om mee te nemen naar de kindernevendienst én het verhalenkistje (op derde advent een koffertje). Het verhaal gaat maar niet zomaar open! Elke zondag is er een kleur gekozen voor het kleed op de schildersezel. Het is een dragende kleur, voor achter het schilderij en – later – op de viertafel. Daan Los schreef een projectlied (zie onder). Adventskaarsen Elke dienst (vijf in totaal) wordt begonnen door de ouderling van dienst samen met een kind. Zij lezen samen een gedicht voor. De adventskaars wordt aan het licht van de paaskaars aangestoken. We gebruiken de paarse orde (va. p. 11) Welkom Kind In een harde wereld Vol mensen klein en groot Ouderling Ontsteken wij een kwetsbaar licht Want liefde is sterker dan de dood Kind De vlam van Christus zal niet doven God komt telkens onverwacht Ouderling Hij is het licht in onze ogen De hoop in onze nacht. Stil Gebed Onze hulp De viertafel In de hal van de kerk staat de viertafel. Daar vertellen we de verhalen aan de hand van verschillende voorwerpen, aangevuld met verwerkingen uit kindernevendienst en zoekgroep. Zo groeit de tafel in de Adventstijd. Op deze manier willen we de betrokkenheid van de ouders bij wat er gebeurt in de kindernevendienst en Zoekgroep vergroten. Kerkblad en Info Ds. Paulien Couvée schrijft een stuk over het adventsproject in het kerkblad. Marga Haas verzorgt elke week een stukje op de Info, waarin kort verteld wordt welk verhaal die zondag centraal staat en wat er op het schilderij te zien is.
Adventsproject Hoeksteen 2012
6
Projectlied Daan Los heeft een projectlied gemaakt bij de lezingen. We zingen elke week één couplet. Melodie: ‘Samen op de aarde’ (Tussentijds 210)
1. Priester Zacharias bij het reukaltaar hoort van Gods belofte en vraagt: ‘Is het waar?’ Licht in onze ogen, redder in de nacht, toon uw mededogen aan wie U verwacht. 2. Wees gegroet, Maria, God schenkt jou een Zoon. Eeuwig zal hij heersen vanaf Davids troon. Licht in onze ogen, redder in de nacht, toon uw mededogen aan wie U verwacht. 3. Ik loof God, mijn redder. Heilig is Zijn Naam. Denkt aan de belofte Israël gedaan. Licht in onze ogen, redder in de nacht, toon uw mededogen aan wie U verwacht. 4. Ga, mijn kind Johannes, maak de weg gereed voor het hemels licht. Want jij bent Gods profeet. Licht in onze ogen, redder in de nacht, toon uw mededogen aan wie U verwacht. 5. Hemels licht en gloria dalen op ons neer. Heden is geboren de Messias, de Heer. Licht in onze ogen, redder in de nacht, toont zijn mededogen aan wie Hem verwacht.
Adventsproject Hoeksteen 2012
7
Advent 1: zondag 2 december Marga Haas Tekst Lukas 1:5-24 De aankondiging van Johannes’ geboorte aan Zacharias
Beeld Pentekening Rembrandt van Rijn, ong. 1640, 20*18,8 cm Voorwerp Wierookvat Kleur doek Lichtgrijs
Adventsproject Hoeksteen 2012
8
In de dienst
Eén van de kistjes staat op de tafel/het podium. Er bovenop het ‘wierookvat’. De predikant praat met de kinderen over wat ze zien op de tekening, die op een schildersezel staat. O.a. over de rookwolk van wierook die daar over de grond gaat. Het ‘wierookvat’ dat op het kistje ligt, wordt gebruikt om e.e.a. te verduidelijken. Verbinding wordt gelegd tussen rook die omhoog gaat en gebeden die opstijgen. Wierook die opstijgt staat symbool voor (of is gelijk aan) gebed dat opstijgt tot God. Projectlied Meegeven met kinderen van de grote kindernevendienst: Wierookvat Kistje Tekening De kaarsen gaan mee met de leiding
Adventsproject Hoeksteen 2012
9
In de kindernevendienst Eerst de gebruikelijke rituelen (als die er zijn) We hebben de tekening uit de kerk meegekregen. Daar gaan we nog eens naar kijken. Wie wil vertellen wat hij ziet? (Verderop in dit document staan enige observaties en achtergrondinformatie over wat je ziet.) We hebben niet alleen de tekening meegekregen, maar ook dit kistje. Daarin zit het verhaal van vandaag. Ik vraag me af wat erin zit. Een gekleurde doek (spreid hem uit op de tafel) Een doek. Ik ben benieuwd wat dit is. Een wiegje Kijk, een wieg. Hij is leeg. Er zit geen baby’tje in. (Wijs op gekleurde doek) Zou dit Zacharias zijn huis zijn? (Zet wiegje neer op de doek) En zou deze wieg bij Zacharias thuis staan? Twee playmobil-poppetjes (mannetje en vrouwtje) Kijk, hier heb je Zacharias. Hij is getrouwd. Met Elisabeth. Ze wilden graag kinderen, maar die zijn er niet gekomen. Hun wiegje is leeg gebleven. Zacharias en Elisabeth zijn daar erg verdrietig over. Ze hebben vaak tot God gebeden om te vragen of er alstublieft toch een kind mocht komen. Nu zijn ze al oud. Eigenlijk hopen ze er al niet meer op ooit nog vader en moeder te worden. Wit manteltje O, kijk eens, een witte mantel. Van Zacharias. Die heeft hij al heel lang. Dit is een priesterkleed. Een dominee draagt vaak een toga als hij of zij in de kerk dienst moet doen. Zacharias is priester en als hij dienst moet doen als priester, draagt hij dit witte kleed. Dat hoeft niet elke week. Alleen af en toe. Dan moet hij naar Jeruzalem. Daar staat de tempel. Witte doek (spreid hem uit een eindje naast de gekleurde doek) Kijk, hier is de tempel. Daar moet Zacharias heen. Daar moet hij met de andere priesters de offers brengen aan God. Verschuif poppetje Zacharias naar de tempel Wierookvat neerzetten op witte doek Wierookkorrels erin doen Een offer brengen is een manier om met God te praten. Net als bidden. Dan doen ze wierook in een vat en dat steken ze in brand. Dat gaat lekker roken en lekker ruiken. Kleine witte doek op de witte doek leggen Kijk, ín de tempel is een kleine ruimte. Daar mag maar één priester in. Die brengt de brandende wierook daar naar binnen. De rook van de brandende wierook stijgt op naar boven. Naar God. De
Adventsproject Hoeksteen 2012
10
priester doet ook gebeden. Die stijgen met die rook mee op naar God. Elke dag gebeurt dat. ’s Ochtends en ’s avonds. Verschuif poppetje Zacharias en wierookvat naar binnenruimte Nu is het de beurt aan Zacharias. Hij doet de wierook in het vat. Hij steekt het aan. Het rookt al lekker. Hij loopt met het vat de trap op, naar de ruimte midden in de tempel, waar alleen hij mag komen. Het gordijn dat daar hangt, doet hij achter zich dicht. Nu is hij alleen. Hij kijkt voor zich uit. Daar, in het midden van de ruimte, staat het altaar. Een stenen tafel, waarop hij het wierookvat moet neerzetten. Dan kan hij daarna de gebeden zeggen, die met de rook opstijgen naar God. Zacharias loopt naar het altaar, terwijl hij de ketting van het vat met de brandende wierook vasthoudt. Terwijl hij naar voren loopt, staat daar ineens een engel! Zacharias weet niet wat hem overkomt. Hij schrikt vreselijk. Hij laat het wierookvat uit zijn handen vallen en zakt door zijn knieën op de grond. Daar gáát de wierook. De brandende korrels rollen over de grond. Maar Zacharias heeft niks door. Die is verstijfd van schrik. Poppetje (baby’tje) (in wiegje leggen) Dan hoort Zacharias dat de engel iets tegen hem zegt. ‘Wees niet bang, Zacharias. God heeft je gebed gehoord. Jij en Elisabeth zullen een zoon krijgen. Je moet hem Johannes noemen.’ Zacharias weet niet wat hij hoort! Een zoon? Maar hij en Elisabeth zijn al oud en ze hebben nog steeds geen kinderen en zouden ze dan nú nog … Blijkbaar kan de engel zijn gedachten raden, want hij zegt weer wat. ‘Je gelooft het niet, hè. En ik ben nog wel gestuurd door God zelf! Weet je wat – houd jij maar eens een tijdje je mond. Dan kun je er nog eens goed over nadenken, over wat God tegen je zegt. Je zult niet kunnen praten totdat je zoon geboren is.’ Poppetje uit wiegje halen en terugleggen in kistje Veertje in tempel neerleggen En weg is de engel. Het is ineens doodstil. Voorzichtig kijkt Zacharias op. Hij durft niet op te staan. Heeft hij dit nou echt meegemaakt? Een engel die hem vertelt dat hij vader wordt? Hij kan het bijna niet geloven. Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee …’ Hij zegt ‘Nee’, maar hij hoort niets. Hij schraapt zijn keel en probeert het nog eens. ‘Nee, vast niet.’ Maar hij krijgt er geen geluid uit. Zacharias slaat zijn hand voor zijn mond. Zou het dan echt waar zijn, wat die engel zei? Zou hij niet kunnen praten totdat hij een zoon heeft? Zou hij een zoon krijgen!? Het duurt lang voordat Zacharias zich weer sterk genoeg voelt om op te staan. Zo lang, dat de wierook inmiddels is opgebrand. Hij veegt de as bij elkaar en doet die in het vat. Daarna verlaat hij de ruimte midden in de tempel. De plek waar hij tot God wilde bidden, maar waar God tot hem sprak. Ik vraag me af: hoe zou ik reageren als er ineens een engel voor me stond? Ik vraag me af: als ik Zacharias was geweest, zou ik dan zomaar kunnen geloven wat die engel tegen me zei? Ik vraag me af: zou God mijn gebeden ook verhoren? Laat even een stilte vallen, zodat de kinderen kunnen mijmeren over deze vragen als de sfeer daarnaar is.
Adventsproject Hoeksteen 2012
11
Verwerking kindernevendienst Maak een ‘geuraltaartje’. Beplak een leeg jampotje met stickers of plaklint. Zet er een geurkaarsje in. Eén van de geurkaarspotjes gaat op de viertafel in de hal.
Voor de grote kindernevendienstgroep: neem de lijst met de tekening na afloop weer mee terug de kerkzaal in en zet hem op de ezel.
Adventsproject Hoeksteen 2012
12
In de zoekgroep Er is een afdruk op A3-formaat van de tekening van Rembrandt aanwezig of overhandigd vóór de dienst. Vóór in de kerk stond een tekening van het verhaal dat vandaag in de kerk, de kindernevendienst en de zoekgroep aan de orde komt. Het is deze tekening. Wat zien jullie? (Lees van tevoren de observaties en de achtergrondinformatie hieronder. Zorg dat duidelijk is welk verhaal het is, wie erin voorkomen.) We hebben niet alleen de tekening meegekregen, maar ook dit kistje. Daarin zit het verhaal van vandaag. Ik vraag me af wat erin zit. Een gekleurde doek (spreid hem uit op de tafel) Een doek. Ik ben benieuwd wat dit is. Een wiegje Kijk, een wieg. Hij is leeg. Er zit geen baby’tje in. (Wijs op gekleurde doek) Zou dit Zacharias zijn huis zijn? (Zet wiegje neer op de doek) En zou deze wieg bij Zacharias thuis staan? Twee playmobil-poppetjes (mannetje en vrouwtje) Kijk, hier heb je Zacharias. Hij is getrouwd. Met Elisabeth. Ze wilden graag kinderen, maar die zijn er niet gekomen. Hun wiegje is leeg gebleven. Zacharias en Elisabeth zijn daar erg verdrietig over. Ze hebben vaak tot God gebeden om te vragen of er alstublieft toch een kind mocht komen. Nu zijn ze al oud. Eigenlijk hopen ze er al niet meer op ooit nog vader en moeder te worden. Wit manteltje O, kijk eens, een witte mantel. Van Zacharias. Die heeft hij al heel lang. Dit is een priesterkleed. Een dominee draagt vaak een toga als hij of zij in de kerk dienst moet doen. Zacharias is priester en als hij dienst moet doen als priester, draagt hij dit witte kleed. Dat hoeft niet elke week. Alleen af en toe. Dan moet hij naar Jeruzalem. Daar staat de tempel. Witte doek (spreid hem uit een eindje naast de gekleurde doek) Kijk, hier is de tempel. Daar moet Zacharias heen. Daar moet hij met de andere priesters de offers brengen aan God. Verschuif poppetje Zacharias naar de tempel Wierookvat neerzetten op witte doek Wierookkorrels erin doen Een offer brengen is een manier om met God te praten. Net als bidden. Dan doen ze wierook in een vat en dat steken ze in brand. Dat gaat lekker roken en lekker ruiken. Kleine witte doek op de witte doek leggen
Adventsproject Hoeksteen 2012
13
Kijk, ín de tempel is een kleine ruimte. Daar mag maar één priester in. Die brengt de brandende wierook daar naar binnen. De rook van de brandende wierook stijgt op naar boven. Naar God. De priester doet ook gebeden. Die stijgen met die rook mee op naar God. Elke dag gebeurt dat. ’s Ochtends en ’s avonds. Verschuif poppetje Zacharias en wierookvat naar binnenruimte Nu is het de beurt aan Zacharias. Hij doet de wierook in het vat. Hij steekt het aan. Het rookt al lekker. Hij loopt met het vat de trap op, naar de ruimte midden in de tempel, waar alleen hij mag komen. Het gordijn dat daar hangt, doet hij achter zich dicht. Nu is hij alleen. Hij kijkt voor zich uit. Daar, in het midden van de ruimte, staat het altaar. Een stenen tafel, waarop hij het wierookvat moet neerzetten. Dan kan hij daarna de gebeden zeggen, die met de rook opstijgen naar God. Zacharias loopt naar het altaar, terwijl hij de ketting van het vat met de brandende wierook vasthoudt. Terwijl hij naar voren loopt, staat daar ineens een engel! Zacharias weet niet wat hem overkomt. Hij schrikt vreselijk. Hij laat het wierookvat uit zijn handen vallen en zakt door zijn knieën op de grond. Daar gáát de wierook. De brandende korrels rollen over de grond. Maar Zacharias heeft niks door. Die is verstijfd van schrik. Poppetje (baby’tje) (in wiegje leggen) Dan hoort Zacharias dat de engel iets tegen hem zegt. ‘Wees niet bang, Zacharias. God heeft je gebed gehoord. Jij en Elisabeth zullen een zoon krijgen. Je moet hem Johannes noemen.’ Zacharias weet niet wat hij hoort! Een zoon? Maar hij en Elisabeth zijn al oud en ze hebben nog steeds geen kinderen en zouden ze dan nú nog … Blijkbaar kan de engel zijn gedachten raden, want hij zegt weer wat. ‘Je gelooft het niet, hè. En ik ben nog wel gestuurd door God zelf! Weet je wat – houd jij maar eens een tijdje je mond. Dan kun je er nog eens goed over nadenken, over wat God tegen je zegt. Je zult niet kunnen praten totdat je zoon geboren is.’ Poppetje uit wiegje halen en terugleggen in kistje Veertje in tempel neerleggen En weg is de engel. Het is ineens doodstil. Voorzichtig kijkt Zacharias op. Hij durft niet op te staan. Heeft hij dit nou echt meegemaakt? Een engel die hem vertelt dat hij vader wordt? Hij kan het bijna niet geloven. Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee …’ Hij zegt ‘Nee’, maar hij hoort niets. Hij schraapt zijn keel en probeert het nog eens. ‘Nee, vast niet.’ Maar hij krijgt er geen geluid uit. Zacharias slaat zijn hand voor zijn mond. Zou het dan echt waar zijn, wat die engel zei? Zou hij niet kunnen praten totdat hij een zoon heeft? Zou hij een zoon krijgen!? Het duurt lang voordat Zacharias zich weer sterk genoeg voelt om op te staan. Zo lang, dat de wierook inmiddels is opgebrand. Hij veegt de as bij elkaar en doet die in het vat. Daarna verlaat hij de ruimte midden in de tempel. De plek waar hij tot God wilde bidden, maar waar God tot hem sprak. Ik vraag me af: hoe zou ik reageren als er ineens een engel voor me stond? Ik vraag me af: als ik Zacharias was geweest, zou ik dan zomaar kunnen geloven wat die engel tegen me zei? Ik vraag me af: zou God mijn gebeden ook verhoren?
Adventsproject Hoeksteen 2012
14
Laat even een stilte vallen, zodat de kinderen kunnen mijmeren over deze vragen als de sfeer daarnaar is.
Verwerking zoekgroep Zacharias kon niet meer praten. Hij kon dus ook niet aan Elisabeth vertellen wat hem was overkomen. Doe alsof je Zacharias bent en schrijf een brief aan Elisabeth. Als iedereen klaar is, stel je voor dat je de brief geeft aan de persoon rechts van je. Lees elkaars brieven in stilte. Mag een van de brieven op de viertafel in de hal? Dan kan iedereen die dat wil een indruk krijgen van waar de zoekgroep mee bezig geweest is.
Adventsproject Hoeksteen 2012
15
Achtergrond en verdieping Beeld: pentekening (?) Rembrandt van Rijn, ong. 1640, 20*18,8 cm Kijken: -
schuine lijn rechts van pilaar naar hand engel lichte vlek: wierookvat is gevallen op de grond schuine lijn linksonder naar rechtsboven: ene helft voor engel, andere helft voor Zacharias schuine lijn rechtsonder naar linksboven: Zacharias – hand – gezicht engel de hand lijkt te zegenen*, eerder dan te bestraffen of het zwijgen op te leggen, zoals je op veel andere platen ziet ‘baldakijn’ van de tempel lijkt een aureool voor de engel stand vleugels: de engel komt net aan, geen ruststand traptrede: engel staat hoger van Zacharias (mag metaforisch gezien worden bij Rembrandt) het getekende moment is, denk ik: ‘Vrees niet.’ Zacharias geschrokken: door knieën gezakt (letterlijk), wierook laten vallen; maar wel meteen in gebedshouding (in onze ogen) Wat heeft de engel daar toch hangen aan zijn zij?
*Buiten staan de mensen te wachten op de zegen van de dienstdoende priester. Maar die ontvangt binnen een zegen! Contrasten in het beeld: - licht en donker - staand en knielend - geven en ontvangen - hoog en laag - oud en jong - zegenend en biddend Ik heb de prent aan mijn kinderen (7 en 5) laten zien. Wat zagen zij? - Een engel! Dat zie ik aan de vleugels. - Wat hij doet? Zegenen. Dat zie ik aan de hand. - Er zit een meneer. Abraham? Hij bidt. Hij zit op zijn knieën, dat hoort bij bidden. - Welk moment dit is? Als de engel komt. - Het is best een moeilijke tekening om te zien wie iedereen is. Wierook: in de liturgie is wierook (wij-rook: rook om te wijden) symbool voor het tot God opstijgende gebed. Wierook is dus communicatie van de mens naar God. (Beweging: van onder naar boven.) Maar wat gebeurt er in dit verhaal? Er komt een engel: God communiceert met de mens! (Beweging: van boven naar beneden.) De grote God breekt in in het leven van een klein mens en daarmee in de wereldgeschiedenis. Deze communicatie van Godswege leidt tot het stilzwijgen van Zacharias. Doet me denken aan het Messiasgeheim: hij mag (kan) het niet verder vertellen wat hem aangezegd is. Sommige dingen mogen pas openbaar worden op Gods tijd. Maar misschien ligt er juist in dat stilzwijgen van Zacharias een ‘betere’ communicatie met God? Anders van kwaliteit en inhoud. En vorm, uiteraard. Of moet je het zo zien: doordat Zacharias nu niet met mensen kan communiceren (op de gebruikelijke, ‘lawaaiige’ manier), krijgt hij de gelegenheid om veel/anders met God te communiceren. De rol van stilte in dit verhaal en in deze fase van Zacharias’ leven. Wat gebeurt daar? Wat bloeit daar op? Wat ontwikkelt zich daar?
Adventsproject Hoeksteen 2012
16
Contrasten: - grote God en kleine (enkele) mens - richting communicatie (mens-God en God-mens/beneden-boven en boven-beneden) - communicatie en stilzwijgen Over het reukoffer Ex. 30:7 Aäron moet er [op het reukofferaltaar in de ontmoetingstent, MH] elke morgen als hij de lampen in orde brengt, geurig reukwerk op branden. 8 Ook als hij tegen het vallen van de avond de lampen aansteekt, moet hij een reukoffer brengen. Alle komende generaties moeten elke dag voor de H E E R reukwerk branden. Ex. 30:34 De H E E R zei tegen Mozes: ‘Neem balsemhars, cistushars en galbanum, en naast deze specerijen zuivere wierook, van alles een gelijke hoeveelheid, 35 en bereid daaruit reukwerk, een mengsel zoals een reukwerker dat maakt. Meng er zout door, het moet zuiver en heilig zijn. [Zout is symbool voor het verbond tussen God en Israël, God en mens, MH] 36 Wrijf een deel ervan fijn en leg dat in de ontmoetingstent, voor de verbondstekst, op de plaats waar ik je zal ontmoeten. Behandel het als allerheiligst. 37 Dit reukwerk is heilig, alleen voor de H E E R bestemd; reukwerk voor jezelf mag niet op dezelfde manier bereid worden. 38 Wie iets soortgelijks maakt om van de geur te genieten, moet uit de gemeenschap gestoten worden.’ Wierook was overigens vreselijk kostbaar; het moest van ver komen! Voor gewone stervelingen onbetaalbaar.
Adventsproject Hoeksteen 2012
17
Advent 2: zondag 9 december Leendert Jan Parlevliet Tekst Lukas 1:26-38 De aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria
Beeld Annunciatie van Fra Angelico (gemaakt tussen 1438 en 1445) Kleur doek Hemelsblauw (van Maria’s mantel) Achtergrond Het fresco dat vandaag centraal staat is een van de beroemdste afbeeldingen van de aankondiging aan Maria. Een engel bezoekt Maria om te vertellen dat zij zwanger zal worden. Het schilderij is door een monnik in de Middeleeuwen geschilderd. Hij schildert op een muur van het klooster waar hij woont. Deze monnik heet Fra Angelico. Dat is in het Nederlands ‘Broeder Engel’. In Florence is het schilderij te bekijken. Het San Marco-klooster is nu een museum.
Adventsproject Hoeksteen 2012
18
In de dienst Gesprek met de kinderen Laten we samen eens naar dit schilderij kijken. Het is een schilderij dat een monnik in de Middeleeuwen heeft geschilderd. Hij schildert op een muur van het klooster waar hij woont. Deze monnik heet Fra Angelico. Dat is in het Nederlands ‘Broeder Engel’. Hij kon schilderijen maken die zo mooi zijn dat iedereen zei: ‘Jij bent vast geen mens. Jij moet wel een engel zijn, een boodschapper van God. Wij noemen jou: broeder Engel.’ En zo kennen wij hem nog steeds. Als je naar Florence in Italië gaat, kun je dit schilderij bekijken. Het klooster is nu een museum. En die broeder Engel die schilderde een engel die op bezoek komt bij Maria. Wat zien jullie? Zien jullie wat er om hun hoofd is geschilderd? Wil iemand aan de mensen die achterin zitten vertellen wat je ziet? Een gouden schijf. Heeft één van jullie dat wel vaker gezien op een schilderij? Zo’n gouden schijf noemen we een nimbus. Alle personen op schilderijen uit de kerk die met God te maken hebben, worden afgebeeld met zo’n gouden cirkel om hun hoofd. Zij geven licht. Zij stralen iets uit van Gods liefde. Het doet een beetje denken aan de paaskaars. Dat is ook een licht dat verwijst naar Gods liefde. Als je naar een kaars kijkt, zie je er ook een cirkel van licht omheen. En als je je ogen een beetje dichtknijpt, zie je ook zoiets. Kijk eens door je oogharen naar de paaskaars. Wat zien jullie? Zo heeft broeder Engel ook Maria en de Engel gezien. Als figuren die de liefde van God uitstraalden. Probeer het nog een keer, dan steek ik jullie kaarsen aan. Jullie mogen het schilderij meenemen naar de kindernevendienst (oudste groep). En het kistje waar het verhaal in zit (ook oudste groep). En de kaarsen.
Adventsproject Hoeksteen 2012
19
In de kindernevendienst In de nevendienst gaan we in een halve cirkel rondom het schilderij zitten. We gaan er eerst nog beter naar kijken. Vragen aan de kinderen bij het bekijken van de afbeelding: Laten we eerst naar de engel kijken: wat valt jullie op? Zijn handen? De vleugels? De kleur van de vleugels, de nimbus? Daarna kijken we naar Maria. Wat valt op? Haar handen? De nimbus? Haar kleed? Daarna kijken we naar de ruimte waar Maria in zit. Wat valt op? De zuilen, de tuin, het deurtje? Zullen we het kistje met het verhaal eens openmaken? Pak het kistje en zet het in het midden voor je op de grond Een verhaal is als een kistje dat open moet gaan. Kijk, het kistje gaat open als je aan het deksel trekt. Het zit niet op slot. Soms zitten mensen op slot. Kennen jullie zulke mensen? Iedereen mag van alles noemen. Geen gesprek. Kijk, bovenin het kistje ligt een blauwe doek. Dat is de doek van Maria. Maria woont in Nazareth. Een klein dorpje in het zuiden van het land. Zij is een gewoon meisje. Blauw is haar lievelingskleur. ‘De kleur van de hemel’, zegt ze tegen haar vriend. ‘De kleur van je ogen’, zegt haar vriend tegen haar. Spreid het kleed voor je uit Vanmiddag heeft Maria hard gewerkt. Zij heeft de hele keuken geboend van de mevrouw waar ze werkt. Haar handen zijn koud en rimpelig van het water. Ze pakt de sleutel van de deur die naar de tuin gaat. Pak de sleutel uit de kist Ze opent de buitendeur. Ze gaat heel even buiten zitten. Ze neemt het krukje uit de keuken mee om heel even op te zitten. Het is vroeg in het voorjaar. De lentebloemen bloeien. Leg de bloemenkrans neer Ze sluit haar ogen en snuift de geur van bloemen en voorjaar op. Ze houdt haar ogen dicht en geniet van dit moment rust. Ze hoort de vogels. Ze hoort het ruisen van de wind in de bomen. En dan hoort ze een stem vlak bij haar. Ze sluit haar armen voor zich. Sluit je armen zoals op het schilderij En ze doet haar ogen open. Er staat een jonge man die zijn armen net zo houdt als zij. Hij kijkt haar heel vriendelijk aan. Waar kent ze dit gezicht toch van? Hij lijkt wel een beetje een engel, denkt ze, maar ik heb nog nooit een engel gezien. ‘Wees niet bang, Maria’, zegt de jonge man. ‘Gods liefde is voor jou. Je zal zwanger worden en een zoon baren. Je moet hem Jezus noemen. Hij zal zoon van God genoemd worden. Hij zal een koning zijn zoals David tot het eind der tijden.’
Adventsproject Hoeksteen 2012
20
Maria vraagt: ‘Van wie zal ik zwanger worden? Ik slaap niet met een man.’ De engel antwoordt: ‘De Geest van God zal je aanraken. Het woord van God heeft grote kracht.’ Dan is het heel stil. De vogels zwijgen, de wind is weg. Iedereen houdt zijn adem in. En Maria zegt: ‘Ik zal God dienen. Het woord dat je hebt gesproken zal gebeuren.’ Maria heeft zijn woorden heel goed gehoord. Ze ziet die woorden als steentjes op een rijtje voor zich. Leg de steentjes één voor één neer, in de kleuren van de regenboog ‘Je zal zwanger worden en een zoon baren. Je moet hem Jezus noemen. Hij zal zoon van God genoemd worden. Hij zal een koning zijn zoals David tot het eind der tijden.’ Opeens is de jonge man weg. Had hij nou vleugels?, denkt Maria. Of zag ik een regenboog in de verte? Het was wel een engel, denkt zij. Ze herhaalt zijn woorden wijzend op de steentjes. ‘Je zal zwanger worden en een zoon baren. Je moet hem Jezus noemen. Hij zal zoon van God genoemd worden. Hij zal een koning zijn zoals David tot het eind der tijden.’ En ik ben niet bang. Laat het stil worden Ik vraag mij af: zou ik bang zijn? Ik vraag me af: zou ik open zijn als er een engel tot mij spreekt?
Verwerking kindernevendienst Bespreek met de kinderen de kleuren van de vleugels van de engel. Dat doet denken aan de kleuren van de regenboog. Dat deden veel schilders in de Middeleeuwen. Jullie mogen allemaal zo’n vleugel maken. Oudste groep neemt het schilderij weer mee de kerk in en zet het op de ezel voorin de kerk.
Adventsproject Hoeksteen 2012
21
In de zoekgroep De zoekgroep kan kiezen. Óf het verhaal van de kindernevendienst (hierboven) óf onderstaand alternatief.
Vragen aan de jongeren bij het bekijken van de afbeelding 1: Laten we eerst naar de engel kijken: wat valt jullie op? Zijn handen? De vleugels? De kleur van de vleugels, de Nimbus? Daarna kijken we naar Maria. Wat valt op? Haar handen? De nimbus? Haar kleed? Daarna kijken we naar de ruimte waar Maria in zit? Wat valt op? De zuilen, de tuin, het deurtje? Het is een Middeleeuws voorportaal. Het lijkt op de kloostergang op het abdijplein in de stad. Er is een tuin naast. Maria wordt afgebeeld als een tijdgenoot van de schilder Broeder Engel. Zij is één van ons, zegt hij daarmee. Wat is Maria aan het doen? We zien niets. Bedenken jullie eens iets.
Adventsproject Hoeksteen 2012
22
Advent 3: zondag 16 december Nicole Wondergem Tekst Lukas 1: 39-56 Maria gaat op bezoek bij Elisabeth
Beeld Een schilderij van Dieric Bouts, waarop Maria en Elisabeth te zien zijn Kleur doek Blauw en rood Voorwerpen in een koffertje van Maria briefje voor Jozef, stukje zeep, plaatje van een box, een appel of ander fruit van de markt en een lapje stof. Voorwerpen voor op de viertafel Eén van de koffers van Maria, een paar rompertjes en iets van Zwitsal.
Adventsproject Hoeksteen 2012
23
In de dienst Met de kinderen kijken naar het schilderij. Wat zie je op het schilderij? Wie zie je op het schilderij? Welk gevoel zie je bij de vrouwen? Waarom zouden de ogen van Maria gesloten zijn? Wat kun je over de handen zeggen die je ziet? Hoe ziet de omgeving eruit waar Elisabeth woont? Welk seizoen zie je op het schilderij en waarom? Wat zou jij tegen Elisabeth willen zeggen? En tegen Maria? Herken je nog afbeeldingen in de zuil?
Adventsproject Hoeksteen 2012
24
In de kindernevendienst Bekijk met elkaar het schilderij. Stel vragen en laat de kinderen zelf vertellen wat ze zien. Misschien gaan ze met elkaar in gesprek over het schilderij. Probeer dit uit te dagen. Vervolgens vertel je het verhaal. De kinderen gaan in een halve kring zitten en je gaat met het koffertje naast het schilderij zitten. Dan lees je het verhaal voor of je vertelt het uit je hoofd. Af en toe komt er een voorwerp uit de koffer. Het voorwerp leg je in het midden neer. En weg was de engel. En ik? Ik sta hier nog, ik heb best wat vragen aan de engel. Het enige wat ik heel goed heb onthouden, is de naam. ‘Je moet hem Jezus noemen.’ Hij vertelde ook dat mijn tante Elisabeth zwanger is. Tja, zij! Nooit verwacht! Ik wil naar haar toe, ik wil het met haar delen. Ik ga haar een verrassingsbezoek brengen. Ik pak een koffer, stop er wat kleren in, een stukje zeep en mijn bijbeltje neem ik mee. Ik laat de boel de boel, laat een briefje voor Jozef achter en met grote haast reis ik naar de stad in het gebied Juda waar Zacharias en Elisabeth wonen. Oh, je kan het echt al goed zien, die buik van Elisabeth. Ik zie haar al in de deuropening staan. Ik roep haar. Ik noem haar naam en op dat moment legt ze haar handen op haar buik. ‘Kom snel!’, roept Elisabeth. ‘Ik voelde de baby toen jij mijn naam riep.’ Het is zo wonderlijk! Ik omhels haar en fluister in haar oor: ‘Elisabeth, ik ben ook zwanger.’ We houden elkaar een tijdje vast. Voor God is echt niets onmogelijk. Na zo’n reis zou je denken dat ik echt trek heb in eten, maar dat valt nu tegen. Ik ben zelfs een beetje misselijk. ’t Zal wel met de zwangerschap te maken hebben. Bij het eten zit ik zwijgend naast Zacharias. We glimlachen naar elkaar en eten in stilte. ’s Avonds zit ik nog langs met Elisabeth bij het vuur. We hebben veel te bespreken. Ze vertelt dat ze het huis heeft schoongemaakt, een plekje voor de baby heeft gemaakt en Zacharias heeft de box in elkaar geschroefd. Ook heeft hij nog een leuk kastje getimmerd. Ik schrik als ze vertelt dat sommige mensen uit haar buurt haar opeens negeren of stoppen met praten als ze langsloopt. Alleen omdat ze zwanger is. Tja, denk ik, bij mij zal het niet veel anders gaan. De volgende dag gaan we naar de markt. We kopen groente en fruit. Ik wil nog even langs de lappenkraam. Straks als ik weer thuis ben, ga ik mooie doeken voor de baby maken en ik ben benieuwd wat Jozef zal gaan timmeren. De rust die ik bij deze twee mensen ervaar, geeft mij moed voor de komende negen maanden. Bij de lappenkraam haal ik stof voor omslagdoeken voor de baby en nog een gekleurde lap om de wieg mee te bekleden en verderop zie ik nog een kamelenknuffel. De dagen vliegen voorbij. We praten veel over hoe het straks zal zijn. Ik merk dat Elisabeth sneller moe is en zich af en toe terugtrekt in haar eigen wereld. We bidden vlak voordat ik weg ga nog een keer samen. Na drie maanden reis ik weer terug. Ik ben benieuwd hoe Jozef zal reageren op de lappen stof. Ik zwaai nog een keer naar tante Elisabeth. Ze roept nog iets …
Verwerking kindernevendienst Na afloop van het verhaal vraag je wie er wel eens van een kraamboek heeft gehoord. Dit is een boek waarin de ouders tijdens de zwangerschap een aantal vragen beantwoorden. Wanneer wist je dat je zwanger was? Wanneer heb je de babykamer ingericht? Wat waren de eerste kleertjes die je kocht? En ook: Wat ga je later doen met de baby als hij groter is? Tijdens het kraambezoek vullen de gasten dit ook in – ook zij geven antwoord op de vraag: Wat ga je later me doen als ik groot ben en wat wens je me toe? Misschien zijn er kinderen die zo’n boek kennen. Doe eens een rondje wat zij bij de verschillende vragen zouden invullen als ze op kraambezoek zouden gaan bij Jozef en Maria. Het is ook goed om de kinderen eerst na te laten denken over de vraag. Het mag dan best een tijdje stil zijn. Daarna laat je een aantal kinderen hun antwoorden geven.
Adventsproject Hoeksteen 2012
25
Je vertelt dat het een traditie is om aan een zwangere vrouw een walnoot te geven met een wens wat jij later met de baby gaat doen erin. Je laat de goud gespoten walnoten zien en vertelt dat de kinderen een wens voor de baby mogen tekenen of schrijven. Voordat ze aan de slag gaan, inventariseer je met de kinderen wat ze zouden willen doen met Jezus. Ze mogen op het strookje papier schrijven of tekenen en versieren. De wens in de walnoot stoppen en dichtplakken met kneedgum. Oudste groep neemt het schilderij weer mee de kerk in en zet het op de ezel voorin de kerk.
Adventsproject Hoeksteen 2012
26
In de zoekgroep Bekijk met elkaar het schilderij, stel vragen en laat de jongeren zelf vertellen wat ze zien. Misschien gaan ze met elkaar in gesprek over het schilderij. Probeer dit uit te dagen. Vervolgens vertel je het verhaal. De jongeren gaan in een halve kring zitten en je gaat met het koffertje naast het schilderij zitten. Dan lees je het verhaal voor of je vertelt het uit je hoofd. Af en toe komt er een voorwerp uit de koffer. Het voorwerp leg je in het midden neer. En weg was de engel. En ik? Ik sta hier nog, ik heb best wat vragen aan de engel. Het enige wat ik heel goed heb onthouden, is de naam. ‘Je moet hem Jezus noemen.’ Hij vertelde ook dat mijn tante Elisabeth zwanger is. Tja, zij! Nooit verwacht! Ik wil naar haar toe, ik wil het met haar delen. Ik ga haar een verrassingsbezoek brengen. Ik pak een koffer, stop er wat kleren in, een stukje zeep en mijn bijbeltje neem ik mee. Ik laat de boel de boel, laat een briefje voor Jozef achter en met grote haast reis ik naar de stad in het gebied Juda waar Zacharias en Elisabeth wonen. Oh, je kan het echt al goed zien, die buik van Elisabeth. Ik zie haar al in de deuropening staan. Ik roep haar. Ik noem haar naam en op dat moment legt ze haar handen op haar buik. ‘Kom snel!’, roept Elisabeth. ‘Ik voelde de baby toen jij mijn naam riep.’ Het is zo wonderlijk! Ik omhels haar en fluister in haar oor: ‘Elisabeth, ik ben ook zwanger.’ We houden elkaar een tijdje vast. Voor God is echt niets onmogelijk. Na zo’n reis zou je denken dat ik echt trek heb in eten, maar dat valt nu tegen. Ik ben zelfs een beetje misselijk. ’t Zal wel met de zwangerschap te maken hebben. Bij het eten zit ik zwijgend naast Zacharias. We glimlachen naar elkaar en eten in stilte. ’s Avonds zit ik nog langs met Elisabeth bij het vuur. We hebben veel te bespreken. Ze vertelt dat ze het huis heeft schoongemaakt, een plekje voor de baby heeft gemaakt en Zacharias heeft de box in elkaar geschroefd. Ook heeft hij nog een leuk kastje getimmerd. Ik schrik als ze vertelt dat sommige mensen uit haar buurt haar opeens negeren of stoppen met praten als ze langsloopt. Alleen omdat ze zwanger is. Tja, denk ik, bij mij zal het niet veel anders gaan. De volgende dag gaan we naar de markt. We kopen groente en fruit. Ik wil nog even langs de lappenkraam. Straks als ik weer thuis ben, ga ik mooie doeken voor de baby maken en ik ben benieuwd wat Jozef zal gaan timmeren. De rust die ik bij deze twee mensen ervaar, geeft mij moed voor de komende negen maanden. Bij de lappenkraam haal ik stof voor omslagdoeken voor de baby en nog een gekleurde lap om de wieg mee te bekleden en verderop zie ik nog een kamelenknuffel. De dagen vliegen voorbij. We praten veel over hoe het straks zal zijn. Ik merk dat Elisabeth sneller moe is en zich af en toe terugtrekt in haar eigen wereld. We bidden vlak voordat ik weg ga nog een keer samen. Na drie maanden reis ik weer terug. Ik ben benieuwd hoe Jozef zal reageren op de lappen stof. Ik zwaai nog een keer naar tante Elisabeth. Ze roept nog iets …
Verwerking zoekgroep Je kunt kiezen uit de verwerking van de kindernevendienst (over het kraamboek) of de volgende verwerking of een combinatie. Na afloop van het verhaal vraag je wie er wel eens van een kraamboek heeft gehoord. Dit is een boek waarin de ouders tijdens de zwangerschap een aantal vragen beantwoorden. Wanneer wist je dat je zwanger was? Wanneer heb je de babykamer ingericht? Wat waren de eerste kleertjes die je kocht? En ook: Wat ga je later doen met de baby als hij groter is? Tijdens het kraambezoek vullen de gasten dit ook in – ook zij geven antwoord op de vraag: Wat ga je later me doen als ik groot ben en wat wens je me toe?
Adventsproject Hoeksteen 2012
27
Misschien zijn er jongeren die zo’n boek kennen. Doe eens een rondje wat zij bij de verschillende vragen zouden invullen als ze op kraambezoek zouden gaan bij Jozef en Maria. Wat zouden ze antwoorden op de vraag: ‘Wat zou je willen geven aan Jezus?’ Het is ook goed om de jongeren eerst na te laten denken over de vraag. Het mag dan best een tijdje stil zijn. Daarna laat je een aantal jongeren hun antwoorden geven. Vervolgens stel je de vraag: ‘Waar zou je Jezus willen ontmoeten? Waar verwacht je Hem te ontmoeten?’ Iedereen tekent zijn ontmoetingsplek met Jezus op een correspondentiekaart (het is mooi als je er vierkantjes van maakt, een soort tegeltjes). Ieder legt zijn kaart in het midden en met elkaar ga je voor de ontmoetingsplekken iconen/symbolen bedenken. Ieder tekent zijn eigen symbool op de achterkant van het ‘tegeltje’. Ieder tekent met een en dezelfde kleur. Daarna plak je alle ‘tegeltjes’ op, op een groot stuk karton. Of je plakt ze aan elkaar.
Adventsproject Hoeksteen 2012
28
Advent 4: zondag 23 december Marinke Vollenberg Tekst Lukas 1: 57-80 De geboorte van Johannes
Beeld Tekening van Jan Philippus Voorwerp Kleur doek Rood (de kleur van moed) Op de viertafel - een leitje met een krijtje - een namenboekje - een afbeelding met het Hebreeuwse woord voor hart (als symbool van moed)
Adventsproject Hoeksteen 2012
29
In de dienst Kijk met elkaar naar de tekening. Over welk verhaal gaat de tekening? Wat zie je op de tekening? Wie zijn de mensen op de tekening? Wat zie je bij de drie afzonderlijke mensen? Welke emoties zie je? Is het nodig dat je de tekening mooi vindt om het verhaal dat de tekening vertelt te begrijpen?
Adventsproject Hoeksteen 2012
30
In de kindernevendienst Kijk met elkaar naar de tekening. Over welk verhaal gaat de tekening? Wat zie je op de tekening? Wie zijn de mensen op de tekening? Wat zie je bij de drie afzonderlijke mensen? Welke emoties zie je? Is het nodig dat je de tekening mooi vindt om het verhaal dat de tekening vertelt te begrijpen? Lees het verhaal van de geboorte van Johannes uit de Startbijbel. Na het horen van het verhaal: Wie op de tekening zou jij kunnen zijn en waarom? Wie zijn de mensen op de tekening? Wat zou jij op het leitje schrijven/tekenen als je denkt aan de betekenis van de naam Johannes? (werkblad) Praat met elkaar over het verhaal. Denk je dat het makkelijk was voor Elisabeth en Zacharias om dit te doen? Waarom wel, waarom niet? Wat betekent de naam Johannes (God is genadig) precies? Hoe kun je die naam terugzien in je eigen leven? Daarna kun je met de kinderen nogmaals kijken naar de tekening. Zijn de antwoorden op de vragen die er in de kerk gesteld werden nu anders? Zo ja, waarom?
Verwerking kindernevendienst Maak een tableau vivant van/bij het verhaal. Fotografeer dat en druk het af. Na de dienst krijgt het resultaat een plekje op de viertafel. Schrijf of teken op het leitje waarin God voor jou genadig is (werkblad). Je kunt er ook voor kiezen om de oudere kinderen een elfje te laten maken over genade (zie verwerking zoekgroep). Dit elfje kunnen ze dan op het leitje op het werkblad schrijven. Evt. één uitkiezen voor op de viertafel. NB: Bedenk van tevoren of je materialen nodig hebt voor het tableau vivant. Regel onderling wie er een foto kan maken van de tableaus in de verschillende groepen en bekijk wie die foto daarna uitprint. Oudste groep neemt het schilderij weer mee de kerk in en zet het op de ezel voorin de kerk.
Adventsproject Hoeksteen 2012
31
In de zoekgroep Kijk met elkaar naar de tekening. Over welk verhaal gaat de tekening? Wat zie je op de tekening? Wie zijn de mensen op de tekening? Wat zie je bij de drie afzonderlijke mensen? Welke emoties zie je? Is het nodig dat je de tekening mooi vindt om het verhaal dat de tekening vertelt te begrijpen? Na het horen van het verhaal: Wie op de tekening zou jij kunnen zijn en waarom? Wie zijn de mensen op de tekening? Wat zou jij op het leitje schrijven/tekenen als je denkt aan de betekenis van de naam Johannes? (werkblad) Lees het verhaal van de geboorte van Johannes uit Koning op een ezel van Nico ter Linden. Praat over het verhaal. Wat betekende dit alles voor Elisabeth en Zacharias? (Sta ook een stil bij de moed die Zacharias en Elisabeth moesten opbrengen om tegen de geldende mores in te gaan.) Hoe wordt Johannes gezien? Als een wegwijzer naar Jezus, naar God. Draai dit eens om. Wat heeft God nodig om bij jou/mensen uit te komen en wat moet jij doen om Hem te ontvangen? Vraagt dat ook weleens moed?
Verwerking zoekgroep Maak een tableau vivant van/bij het verhaal. Fotografeer dat en druk het af. Na de dienst krijgt het resultaat een plekje op de viertafel. Een elfje maken over moed of over de vraag: Wat heeft God nodig om bij jou uit te komen? NB: Bedenk van tevoren of je materialen nodig hebt voor het tableau vivant. Regel onderling wie er een foto kan maken van de tableaus in de verschillende groepen en bekijk wie die foto daarna uitprint. Elfjes Een elfje is een gedichtje dat bestaat uit elf woorden en is opgebouwd volgens het principe 1-2-3-4-1. --------- --------- ----- --------- ----- ----- --------gedicht elf woorden zo onder elkaar rijmen is niet nodig elfje
Adventsproject Hoeksteen 2012
32
Laat iedereen een elfje maken. Kies de meest aansprekende uit en schrijf die op het leitje. Na de dienst krijgt dit leitje een plek op de viertafel.
Adventsproject Hoeksteen 2012
33
Achtergrond en verdieping Eén van de dingen die mij enorm aanspreekt (en soms ook bij de keel grijpt) in het verhaal zoals Lukas het hier vertelt, is de moed en het vertrouwen van Elisabeth en Zacharias. Tegen alle geldende regels en tradities in hebben ze de moed om te doen wat God van hen vraagt en kunnen ze erop vertrouwen dat dat de goede weg is. Eerst voel je de worsteling van Zacharias die hij heeft ondergaan en gevoerd in de periode dat zijn mond verlamd was. Je kunt de gesprekken die hij met zichzelf heeft gevoerd bijna horen. Emoties van velerlei aard moeten door zijn hoofd hebben gegierd. En dan is daar uiteindelijk het besef dat God niet voor niets van hem vraagt wat Hij vraagt: ‘Noem je zoon Johannes.’ Zacharias, en met hem Elisabeth, besluiten de weg in te slaan die God voor hen en hun zoon heeft bereid. Zodra ze hebben laten zien dat ze bereid zijn om uiting te geven aan de verandering die God voor ogen staat (wederom getuigend van moed en vertrouwen), ontstaat er ruimte om te loven. Kijkend naar de tekening komen alle emoties die ik in het verhaal heb ervaren voorbij. Je ziet de strijd van Zacharias weerspiegeld in het gezicht van de vrouw (zij verbeeldt voor mij een gedeelte van de omstanders): ontzetting, verbazing, ongeloof, angst. Zacharias zelf is al vele stappen ‘verder’ (resultaat van wat er in de stilte is gebeurd). Hij is in staat om de moed op te brengen om de verandering in gang te zetten. Hij looft God. Dit doet hij zo overtuigend, dat hij er zijn hoofd bij in zijn nek gooit en het uitroept naar de hemel: God is genadig! De man links achter Zacharias (een ander gedeelte van de omstanders) vraagt zich af wat dit allemaal te betekenen heeft. Welke weg wijst God ons door dit gebeuren, door deze naam? Wat is de bedoeling van dit alles? Wat zal ons nog te wachten staan? Contrasten De contrasten in dit verhaal zitten voor mij voor een groot deel verborgen in de emoties: Het jarenlange verdriet geen kinderen te (kunnen) krijgen - vervuld zijn met vreugde over de komende geboorte. De stilte van Zacharias - het loven van God na de naamgeving van zijn zoon. Je kunt je afvragen wat er in die stilte is gebeurd. Voor mij hebben de negatieve emoties die Zacharias ongetwijfeld gevoeld heeft, in de stilte plaats gemaakt voor positieve emoties en gevoelens (van ongeloof naar geloof, van boosheid naar blijdschap, van angst naar toewijding, van ontkenning naar trots). Duidelijkheid in naamgeving (=traditie) - een nieuwe naam inbrengen in het geslacht en daarmee Gods weg bewandelen. Johannes leefde teruggetrokken - uiteindelijk treedt hij in de openbaarheid en laat zich kennen als ‘wegwijzer’ naar de Messias. Ook het lied van Zacharias bestaat voor mij uit twee gedeelten: dat wat God heeft beloofd - dat wat God nu waarmaakt. Bij de omstanders moet er eveneens sprake geweest zijn van een scala aan (tegenstrijdige) emoties. Al deze dingen op een rijtje zettend kom ik ook uit bij het contrast tussen ‘het menselijke’ en ‘het Goddelijke’. Deze veelheid (en volheid) van emoties maakt dat het verhaal voor mij gaat spreken en leven.
Adventsproject Hoeksteen 2012
34
Kerst: dinsdag 25 december Ds. Paulien Couvée Tekst Lukas 2:1-21 De geboorte van Jezus
Beeld Kerstfeest van Marius van Dokkum Kleur doek Goud Op de viertafel Lichtjes, een kerststal
Adventsproject Hoeksteen 2012
35
In de kindernevendienst Invulling van de kindernevendienst: powerpoint van het kerstverhaal van het boek van Marius van Dokkum. Nicole maakt presentatie van het boek.
Er is deze zondag geen zoekgroep
Om mee te geven aan het eind van de dienst Geboortekaartje met blauwe randen of een blauw strikje.
Een kind is ons geboren, Een zoon is ons gegeven. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare Raadsman, Sterke God, Vorst van vrede. Wij noemen hem: JEZUS Dat betekent: God redt.
Adventsproject Hoeksteen 2012
36
Achtergrond en verdieping De kunstenaar zegt zelf: geen historisch verantwoord plaatje, ook geen kinderbijbelillustratie. Maar een schilderij dat mensen van deze tijd kan aanspreken. Herders zijn ruige kerels. Dan dat contrast van het grove en gore met het tere en fijne. ‘Voor mij is een van de mooie kanten van Kerstfeest dát deze mannen als eerste worden benaderd. Die mensen moeten ontzettend blij geweest zijn, toen ze dat Kind zagen. Iets van die vreugde heb ik in mijn kerstschilderij willen doorgeven.’ Dat vieren we toch met Kerst: dat God toch wel een zeer hoopvolle wending geeft aan de geschiedenis van de mensheid! Een mens, wiens signalement liefde is, wordt in handen van mens neergelegd! De grote God van Israël laat iets van zichzelf zien in dit kleine kind; een baby in een bakje. Alle verwondering en verrukking over dat unieke gebaar van God, dat Jezus heet, straalt van de gezichten van die drie herders! Dit kind betekent licht in de duisternis, een nieuwe morgen: toekomst! Je ziet dat ze zelf helemaal nieuw worden van dit kind! Je kunt er lang naar kijken, naar dit schilderij van Marinus van Dokkum. Een wel zeer oorspronkelijke verbeelding van het bezoek van de herders aan het kind Jezus. Die bomen van kerels, ruige mannen, buigen zich heel ontroerd en vertederd over het kind. Ze kijken ook trots en triomfantelijk, zo van: zo zie je maar weer: God houd zich aan zijn woord! Jezus van Godswege, een mens onder mensen: dat is het verhaal dat Van Dokkum vertelt. Let ook op de rijke kleurensymboliek. Alle kleuren van het kerkelijk jaar komen er in voor. Het koninklijk purper van het interieur: er is een vorst geboren. Let op de groene kleding van de herder die Jezus in zijn armen houdt: hoopvoller kan het niet! En het wit van de bos bloemen: teken van reinheid. Veelzeggend is ook het rood, waarin het kind is gehuld: de kleur van bloed; het zal hem zijn leven kosten. Er zit meer symboliek in dit schilderij. De trap: die hemel en aarde verbindt. Dat lam (middenin): Agnus Dei, lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt. Dan: de vierde herder. Met zijn sigaretje leunend over de ladder, een mok koffie in de buurt. Hij is de ‘typische’ buitenstaander. Hij wil best even komen kijken, maar heeft verder niet zoveel boodschap aan dit kind. Toch hoort hij er helemaal bij! Zelfs zo dat alleen samen met hem het beeld van twee gevouwen handen zichtbaar wordt.
Adventsproject Hoeksteen 2012
37