Monumentale woningen verduurzamen in Den Haag Een onderzoeksrapport in opdracht van de gemeente Den Haag
Papaverhof Den Haag, Wikipedia
Monumentale woningen verduurzamen in Den Haag Een onderzoeksrapport in opdracht van de gemeente Den Haag 30-3-2012 Student Climate and Management aan de Haagse Hogeschool Hansje Hooghiemstra
1
Voorwoord Dit rapport is mijn eerste onderzoeksrapport tijdens het tweede jaar Climate & Management. Het rapport is bedoeld voor mensen die vanuit hun werksituatie of persoonlijke drijfveer interesse hebben in het verduurzamen van monumentale woningen. Ik wil graag mijn dank uitspreken aan alle mensen die ik heb mogen interviewen tijdens mijn onderzoek. Daarnaast wil ik Mieke Weterings en Sander Brinkman bedanken dat zij mij hebben begeleid bij het opzetten van dit onderzoek.
2
Samenvatting Het verduurzamen van monumentale woningen houdt zowel de gemeente Den Haag als de bewoners van deze panden bezig. De gemeente Den Haag heeft verschillende maatregelen opgesteld om het verduurzamen van monumentale woningen te stimuleren en vereenvoudigen voor particuliere bewoners. Omdat het verduurzamen van monumentale panden nog in de kinderschoenen staat is het niet altijd vanzelfsprekend dat alle partijen het zelfde denken over de aanpak en de uitkomst van het verduurzamen van het pand. In dit onderzoek is duidelijk geworden dat bewoners graag zo veel mogelijk technische oplossingen willen toepassen om het grootst mogelijke resultaat te behalen op het gebied van energiebesparing en waarde verhoging van de woning. Bij de gemeente is het belangrijkste dat er met zo min mogelijk aanpassingen een zo groot mogelijke energiebesparing en vermindering van CO2 uitstoot behaald kunnen worden. Door de partijen dichter bij elkaar te brengen kunnen de maatregelen die de gemeente aanbiedt zo goed mogelijk benut worden en de bewoners kunnen geholpen worden in het opstellen van een plan van aanpak voor de beoogde werkzaamheden. Wanneer bewoners en de gemeente samenwerken aan voorbeeldprojecten in een wijk ontstaat er meer bekendheid over wat er mogelijk is op het gebied van duurzaamheid bij monumentale woningen. De kennis die opgedaan wordt tijdens deze projecten kan de gemeente delen met de verschillende kennisnetwerken en bij andere voorbeeldprojecten. De samenwerking tussen de gemeente Den Haag en bewoners creëert ook een kans om meer vertrouwen te krijgen in elkaar. Want mede door het gebrek aan vertrouwen weten bewoners niet altijd de weg te vinden naar de beschikbare middelen die de gemeente Den Haag te bieden heeft. Door de toewijding en initiatieven van bewoners en de bereidheid van de gemeente Den Haag wordt het verduurzamen van monumentale panden in de toekomst toegankelijker.
3
Inhoudsopgave Voorwoord................................................................................................. 2 Samenvatting ............................................................................................ 3 1 Inleiding ................................................................................................. 5 1.1 Aanleiding ......................................................................................... 5 1.2 Doelstelling ....................................................................................... 5 1.3 Probleemstelling ................................................................................ 5 1.4 Afbakeningen en randvoorwaarden ...................................................... 6 1.6 Doelgroepen ...................................................................................... 7 2 Onderzoeksmethode bij de deelvragen ....................................................... 8 2.1 Literatuurstudie, bronnenonderzoek en diepte interviews ........................ 8 2.2 Met wie wordt er gesproken? ............................................................... 9 3 Resultaten ............................................................................................ 10 3.1 Wat is de huidige stand van zaken? .................................................... 10 3.2 Welke situatie is gewenst? ................................................................ 13 3.2.1 De visie van bewoners ................................................................ 13 3.2.2 De visie van de gemeente Den Haag ............................................. 14 3.3 Wat is er nodig om de gewenste situatie bereiken? .............................. 15 3.3.1 Wat hebben bewoners nodig om te verduurzamen .......................... 15 3.3.2 Wat heeft de gemeente Den Haag nodig om te verduurzamen ......... 16 4 Conclusies ............................................................................................ 18 4.1 De conclusies van de bewoners.......................................................... 18 4.2 De conclusies van de gemeente Den Haag .......................................... 18 5 Aanbevelingen ...................................................................................... 19 5.1 Aanbevelingen ten behoeve van het onderzoek .................................... 19 5.2 Aanbevelingen voor de gemeente Den Haag ........................................ 19 5.3 Aanbevelingen voor externe partijen .................................................. 21 Bijlagen .................................................................................................. 22 Met wie is er gesproken? ........................................................................ 22 Bronnen ............................................................................................... 23 Afkortingenlijst ...................................................................................... 24
4
Hoofdstuk 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat alle basis informatie die nodig is om precies te weten wat het onderzoek naar het verduurzamen van monumentale woningen inhoudt. Eerst is de aanleiding en de doelstelling voor het onderzoek uiteengezet. Daarna wordt ook de probleemstelling, afbakeningen, randvoorwaarden en doelgroepen beschreven.
1.1 Aanleiding Den Haag heeft als doelstelling om in 2040 een klimaat neutrale stad te zijn. De gemeente Den Haag omschrijft dit als volgt: “Een klimaat neutrale stad is een stad die zo min mogelijk energie gebruikt en schone energiebronnen zoals wind, water en zon stimuleert”. (Den Haag, 2012) De woningvoorraad in Den Haag is relatief oud en telt ook woningen die vallen onder monumentenzorg of een beschermd stadsgezicht zijn. Omdat er juist in bestaande woningen veel winst te behalen is om de klimaatdoelen uit het rapport Den Haag klimaatneutraal 2040 te behalen is het nodig dat de woningen gerenoveerd worden (Den Haag, 2012). Omdat er bij renovatie en/of restauratie aan monumenten en beschermde stadsgezichten andere eisen worden gesteld (cultureelerfgoed, 2012) dan aan niet monumenten/ -beschermde stadsgezichten, kan het zijn dat mensen terughoudend reageren in het nemen van de stap tot renoveren en/of restaureren van de monumentale woning (Dijkstra, 2011) (Haarlems Dagblad, 2011). Echter, het verduurzamen van een monumentale woning kan weldegelijk en de gemeente wil dit graag stimuleren.
1.2 Doelstelling Het doel dat de opdrachtgever voor ogen heeft is het in kaart brengen van knelpunten in het verduurzamen van monumentale woningen in Den Haag zodat de gemeente particulieren beter kan adviseren over het verduurzamen van monumenten.
1.3 Probleemstelling Dit onderzoek is een middel om bij te dragen aan het halen van de doelstelling. Om een optimaal resultaat te halen met dit onderzoek is er een hoofdvraag geformuleerd. Deze luid als volgt: “Hoe kan de gemeente Den Haag particuliere bewoners van monumentale woningen in Den Haag stimuleren om hun woning te verduurzamen?” De deelvragen die bij deze hoofdvraag horen zijn: 1) Wat doet de gemeente Den Haag op dit moment om verduurzaming van monumentale woningen te bevorderen? 2) Waar hebben bewoners van monumentale woningen in Den Haag behoefte aan, vanuit de gemeente, wanneer zij de monumentale woning gaan verduurzamen?
5
3) Hebben particuliere bewoners van monumentale woningen een voorkeur voor een of meerdere van de bestaande maatregelen? 4) Wat is volgens bewoners van monumentale woningen in Den Haag een goede stimulans geweest vanuit de gemeente toen zij zijn gaan verduurzamen?
1.4 Afbakeningen en randvoorwaarden In dit onderzoek gaat het over het verduurzamen van monumentale woningen. Het woord verduurzamen kan op verschillende manier opgevat worden. Het gaat in dit onderzoek om aanpassingen die van toepassing zijn op de woningen en in de woning. In dit onderzoek vallen de externe factoren zoals de energieopwekking binnen de definitie verduurzaming. Ook wordt het verbeteren van het energielabel van de woning verstaan onder verduurzaming. Wanneer de aanpassingen die gedaan worden in de woning, gebeuren met materialen die het milieu zo min mogelijk belasten wordt dit ook gezien als verduurzamen. Er wordt hierbij namelijk rekening gehouden met verborgen milieu kosten en de afvalverwerking van het sloopafval. De installaties die in het gebouw worden toegepast en zorgen voor energiebesparing, zijn opgenomen in de definitie verduurzamen die in dit onderzoek gebruikt wordt. De monumentale woningen die in dit rapport genoemd worden zijn woningen die vallen onder de noemer Rijks- en gemeente monumenten (cultureelerfgoed 1, 2012). Het gaat dus niet om woningen die vallen onder het beschermd stadsgezicht. Het onderzoek richt zich uitsluitend op monumentale woningen in de gemeente Den Haag. De tijdsspanne die dit onderzoek betrekt is vrij breed. Het beantwoorden van de hoofdvraag richt zich op de toekomst, dus 2012 en verder. De uitkomst van het onderzoek kan dan ook gezien worden als tijdelijke uitkomst die relatief snel kan verouderen. Om aan het antwoord te komen op de deelvragen kan er ook naar het verleden gekeken worden. Wanneer het gaat om een onderwerp dat niet meer van deze tijd is zal er gekeken worden of het onderwerp vertaald kan worden naar het heden/ de toekomst. De doelgroep waar dit onderzoek zich op richt zijn bewoners van monumentale woningen. Dit kan in groepsverband zijn (denk aan een bestuur groep van monumentale woningen of een andere bewonersvereniging) of zelfstandige particulieren. Het onderzoek richt zich niet op woningbouwcorporaties. Dit onderzoek kijkt niet naar de vraag waarom het nodig is om monumentale woningen in Den Haag te verduurzamen omdat hier al een heel duidelijk en goed onderbouwd antwoord op is dat terug te vinden is in het rapport Den Haag klimaatneutraal in 2040. (Den Haag, 2012)
6
Dit onderzoek gaat niet in op de technische maatregelen en -oplossingen die beschikbaar zijn voor het verduurzamen van monumentale woningen omdat dit de reguliere oplossingen zijn die er voor zorgen dat een woning duurzamer wordt, mits deze passen binnen de regelgeving die voor monumenten van toepassing is. Deze informatie is dus al bekend. (Cultureelerfgoed, 2012) (Mooi en duurzaam, 2010) Dit onderzoek gaat niet om het maken van nieuw beleid of een nieuw instrument waardoor de gemeente Den Haag mijn uitkomst kan implementeren in het beleid of manier van benaderen van burgers. De gemeente Den Haag kan de uitkomst wel meenemen in nieuwe plannen, maar de uitwerking hiervan valt niet binnen dit onderzoek. Om hoeveel monumentale woningen het gaat wordt buiten beschouwing gelaten in dit onderzoek. Welke gebouwen geregistreerd staan als monumentale woningen in Den Haag is terug te vinden in het monumentenregister (cultureelerfgoed 1, 2012). Dit zou kunnen werken als een versterking van de reden waarom monumentale woningen verduurzaamd moeten worden, zoals te zien is bij de eerst genoemde afbakening. Aangezien dit onderzoek zich richt op de vraag hoe de gemeente verduurzaming van monumentale woningen kan stimuleren, wordt de vraag hoeveel monumentale woningen er zijn niet meegenomen in dit onderzoek.
1.6 Doelgroepen Bij dit onderzoek zijn twee doelgroepen betrokken. De eerste doelgroep in dit onderzoek zijn particuliere bewoners van monumentale woningen in Den Haag. De tweede doelgroep is vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag. In het bijzonder de personen die werken op de afdeling monumenten zorg en de afdeling duurzaam bouwen.
7
Hoofdstuk 2 Onderzoeksmethode bij de deelvragen In dit hoofdstuk staat beschreven welke onderzoeksmethoden er gebruikt worden om de hoofd- en deelvragen te kunnen beantwoorden. Daarbij staat ook uitgelegd waarom er voor deze methode gekozen is. Bij het beantwoorden van de deelvragen wordt er telkens dezelfde onderzoeksmethoden gebruikt. Het verschil per deelvraag zit hem in de persoon die geïnterviewd wordt. Om die reden staat er in dit hoofdstuk eerst aangegeven wat de onderzoeksmethoden inhouden en daarna staat er per deelvraag aangegeven met wie het diepte interview gehouden wordt.
2.1 Literatuurstudie, bronnenonderzoek en diepte interviews Er wordt informatie gezocht in boeken die gaan over monumentaal erfgoed. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van elektronische bronnen. Veel informatie over wat de overheid heeft bepaald en aanbiedt als hulpmiddelen staat op internet. De verdieping in deze bronnen is nodig om een overzicht te krijgen van wat er nu vastgelegd is in folders en boeken over het duurzaam renoveren van monumentale woningen. Wanneer dit gedaan is kan een analyse gemaakt worden over wat het informatie aanbod is en waar er eventueel nog verbeteringen aangebracht kunnen worden in de informatie verstrekking vanuit de gemeente Den Haag. Het voordeel van deze onderzoeksmethode is dat de tijd die het in beslag neemt om deze bronnen te raadplegen, vrij ingedeeld kan worden door de onderzoeker. Het gebruik van internet en boeken die in de bibliotheek beschikbaar zijn, is een relatief goedkope onderzoeksmethode. Een nadeel van deze methode is dat men wel in het bezit moet zijn van een bibliotheekpas en/ of een internetverbinding. De zoekmachines die beschikbaar zijn op internet maken ook dat de tijd die het kost om de informatie die men zoekt korter is dan wanneer men alleen over boeken beschikt, wat gezien kan worden als een voordeel. Een ander nadeel van deze onderzoeksmethode is dat er geen ruimte is voor het stellen van vragen die allicht bij de onderzoeker op komen tijdens het bestuderen van de bronnen. Ook kan de informatie die gevonden wordt gedateerd zijn. Het is dus belangrijk om controleren of de gevonden informatie nog steeds klopt ten opzichte van de huidige situatie. Er worden ook diepte-interviews gebruikt in dit onderzoek. Deze zullen gehouden worden met overheidsmedewerkers en met bewoners van monumentale woningen, omdat zij de belangrijkste doelgroepen zijn in dit onderzoek. Door hen te ondervragen is het de bedoeling een beeld te krijgen over de beleving van deze doelgroepen wat betreft informatieverstrekking. Op die manier kunnen misvattingen en onduidelijkheden aan het licht komen. Het is ook de bedoeling om er achter te komen wat ervaren wordt als de krachtige elementen in de informatieverstrekking. Deze onderzoeksmethode heeft wel een aantal nadelen. Zo is het een tijdrovende manier van informatie verkrijgen, omdat de afspraken moeten worden ingepland en vaak kunnen de verschillende interviews niet direct achter elkaar gepland kunnen worden. Doordat er veel tijd in deze methode
8
gestoken wordt kan het ook een dure methode zijn. Maar deze methode heeft ook voordelen. Doordat men face-to-face contact heeft kan de onderzoeker ook non-verbale reacties waarnemen en hierop doorvragen als het nodig is. Doordat de persoon die geïnterviewd wordt zich graag van zijn/haar beste kan wil laten zien of zijn/haar reputatie niet wil schaden kan het wel zo zijn dat hij/zij eerder een sociaal wenselijk antwoord geeft. De interviewer moet hier dus wel op letten en om dit zo veel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat de persoon die het interview afneemt de gast op zijn/haar gemak stelt. De interviewer heeft als voordeel dat hij/zij kan doorvragen om achter het precieze antwoord te komen dat hij/zij zoekt. Maar daarbij is het wel belangrijk om te blijven letten op de reactie van de persoon die geïnterviewd wordt. Wanneer de interviewer te lang of te ver door blijft vragen kan het ook een averechts effect hebben.
2.2 Met wie wordt er gesproken? 1) Wat doet de gemeente Den Haag op dit moment om verduurzaming van monumentale woningen te bevorderen? Bij het beantwoorden van deze deelvraag wordt er gesproken met een persoon van de afdeling monumentenzorg bij de gemeente Den Haag. En met iemand van de afdeling duurzaam bouwen bij de gemeente Den Haag. De vraag wordt ook voorgelegd aan bewoners om te peilen in hoe verre zij op de hoogte zijn van de aangeboden maatregelen. 2) Waar hebben bewoners van monumentale woningen in Den Haag behoefte aan, vanuit de gemeente, wanneer zij de monumentale woning gaan verduurzamen? Om deze vraag te beantwoorden wordt er gesproken met bewoners van monumentale woningen en met personen die beroepsmatig in aanraking komen met bewoners van monumentale woningen. Een voorbeeld van iemand die beroepsmatig te maken heeft met die bewoners is een Energie Prestatie Advies expert of te wel een EPA-expert. 3) Hebben particuliere bewoners van monumentale woningen een voorkeur voor een of meerdere van de bestaande maatregelen? Deze vraag wordt voorgelegd aan een medewerker van de afdeling monumentenzorg van de gemeente Den Haag. En aan een medewerker van de afdeling duurzaam bouwen bij de gemeente Den Haag. Ook wordt deze vraag gesteld aan bewoners en mensen die beroepsmatig te maken hebben met bewoners van monumentale woningen. 4) Wat is volgens bewoners van monumentale woningen in Den Haag een goede stimulans geweest vanuit de gemeente toen zij zijn gaan verduurzamen? Deze vraag wordt voorgelegd aan bewoners van monumentale woningen en met personen die beroepsmatig in aanraking komen met bewoners van monumentale woningen. Een voorbeeld van iemand die beroepsmatig te maken heeft met deze bewoners is de initiatiefnemer van Wonen in Balans.
9
Hoofdstuk 3 Resultaten Door de hoofd- en deel vragen als leidraad te gebruiken zijn de interviewvragen opgesteld. Het uitgangspunt hierbij is om de huidige situatie en de gewenste situatie in kaart te brengen. De vraag die daarna gesteld komt is hoe de ondervraagden de gewenste situatie denken te bereiken. In dit hoofdstuk zijn de antwoorden uit de interviews en informatie uit het literatuuronderzoek samen gevoegd.
3.1 Wat is de huidige stand van zaken? Duurzaamheid toegepast op monumentale panden staat nog in de kinderschoenen. Omdat monumentale panden stuk voor stuk uniek zijn is het lastig om één lijn te trekken in het advies dat gegeven kan worden, bijvoorbeeld over welke technische oplossingen wel of niet toegepast kunnen worden. Het onderwerp wordt actueel behandeld door zowel bedrijven als gemeenten en scholen. (Wetzels, 2012) (Mutter, 2012) (Goltsch, 2012) Door de eerste deelvraag te beantwoorden is het huidige aanbod van maatregelen in kaart gebracht. Slechts één van de elf ondervraagden was niet op de hoogte van meerdere maatregelen. Men is aan deze informatie gekomen door zelf op zoek te gaan naar het aanbod van middelen die de gemeente beschikbaar stelt. De overgrote meerderheid van de maatregelen die de gemeente Den Haag aanbiedt komen van de afdeling duurzaam bouwen en slechts een kleine minderheid komt van de afdeling monumentenzorg. De maatregelen die de gemeente aanbiedt die bij de meerderheid van de ondervraagden al bekend was zijn: -De gemeente Den Haag kan in gaan op uitnodigingen om te komen spreken op informatie avonden. Zo heeft Jetty karthaus, als vertegenwoordiger van de gemeente Den Haag, op de inspiratieavond Archipel & Willemspark gesproken en zij gaf bewoners de gelegenheid om vragen te stellen. De gemeente Den Haag organiseert zelf geen informatieavonden. Er moet eerst een initiatief zijn vanuit bewoners zodat de gemeente zeker weet dat er genoeg animo is voor een voorlichtingslezing. Daarbij komt dat de gemeente ervoor kiest om een faciliterende rol aan te nemen in plaats van een initiatief nemende rol. (Karthaus, 2012) -De gemeente bied verschillende subsidies aan. Er is een subsidie voor dak- en vloer isolatie, subsidie voor groene daken, voor zonnepanelen en er is een nieuwe subsidie ingevoerd namelijk subsidie op glas. (van Vulpen,2012) (Oosterhuis,2012) (Teesing, 2012) (Karthaus, 2012) -Eens in de drie maanden wordt het Duurzaam ontbijt georganiseerd. Dit is een bijeenkomst waar de initiatiefnemers uit de verschillende Haagse wijken bij elkaar komen om de voortgang van de verschillende projecten te bespreken. Men kan daar ook ideeën uitwisselen en elkaar om raad vragen. (Teesing, 2012)
10
-De bewoners kunnen een aanvraag indienen voor een EPA-expert. De expert geeft een advies over het energielabel van de woning. Er zijn verschillende pakketten die men kan kiezen met verschillende prijzen. Zo is er een pakket waarbij de adviseur het huis niet opmeet en slechts alleen kijkt naar de constructie en advies geeft over wat de mogelijkheden zijn voor het isoleren van bijvoorbeeld de wanden. Maar men kan ook kiezen voor een duurder pakket waarbij het huis wel wordt opgemeten en dan kan de adviseur specifieker worden over de technische maatregelen die genomen kunnen worden. ( Teesing, 2012) De gemeente heeft een vaste EPA-expert genaamd Michiel de Raaij. Door sommige bewoners worden er vraagtekens gezet bij de onafhankelijkheid van de adviseur aangezien deze vanuit de gemeente aangesteld is (Oosterhuis, 2012). Jetty Karthaus geeft aan dat deze vraagstelling ontkracht wordt doordat de EPAexpert volgens haar geen directe belangen heeft bij het advies dat hij geeft. -Bewoners kunnen er voor kiezen om een aanvraag te doen om hun woning als voorbeeldwoning aan te melden. (Teesing, 2012) Wanneer men zich daarvoor aanmeld worden er een aantal voorwaarden gesteld. De bewoner krijgt een budget van €2000,- om duurzame maatregelen in de woning door te voeren. Eerste komt er een EPA-expert die en gratis EPA plus advies geeft, de plus houdt in dat er ook naar de ventilatie van de woning gekeken wordt dit in tegenstelling tot een standaard EPA, en de bewoner moet dan minimaal één van de adviezen uitvoeren in de woning. De bewoner krijgt een ambassadeursrol en daarvoor moet hij/zij zijn/haar woning drie keer per jaar open stellen voor publiek zodat geïnteresseerden kunnen zien wat hij/zij kan doen om hun eigen woning te verduurzamen. De bewoner moet ook op drie verschillende websites zijn/haar bevindingen beschrijven (bijvoorbeeld op de websites www.meervoorminder.nl en www.duurzameburen.nl) zodat deze informatie beschikbaar wordt voor iedereen. (Karthaus, 2012) -De Toolkit Energieduurzaamheid voor Historische bebouwing is ontwikkeld en wordt binnenkort uitgebracht door de gemeente Den Haag. De Toolkit moet bewoners gaan helpen bij het verduurzamen van hun woning. Men kan dan kijken welk onderwerp op zijn/haar woning betrekking heeft. Vervolgens staat bij dat onderwerp een aantal opties aangegeven die men kan kiezen om toe te passen op hun woning. Echter de monumentale woningen zijn in dit document niet volledig vertegenwoordigd. Dit komt doordat een monument altijd heel specifiek is en er dus eigenlijk geen eenduidig antwoord gegeven kan worden op alle mogelijkheden bij het verduurzamen van een pand. ( Mutter, 2012) (Goltsch, 2012) -In het kader van nationale monumentendag is er een vragenlijst opgesteld genaamd ‘ken uw woning’. Op deze lijst staan onder andere vragen over de constructie van de woning en de materialen die gebruikt zijn in de woning. Wanneer men deze lijst invult kan de gemeente een beter advies geven over de
11
mogelijkheden voor het verduurzamen van de woning. Omdat de medewerkers van de gemeente merken dat bewoners soms niet weten wat ze willen of geen idee hebben over de constructie van hun huis, kan de vragenlijst ook helpen om bewoners gerichter vragen te laten stellen. (Karthaus, 2012) -De gemeente Den Haag heeft een balie die actief is op het gebied van Vereniging van Eigenaren (VvE). Hier kunnen VvE’s informatie vragen en de gemeente kan helpen bij problemen bijvoorbeeld door op een informatieavond te komen spreken. Een voorbeeld van het advies dat zij geven is dat men een verduurzamende maatregel vaak kunnen combineren met het gezamenlijke onderhoud. (Hoop de, 2012) -De gemeente Den Haag werkt samen met andere partijen in (kennis)netwerken zoals Kennis In Synergie in een Sustainable Zuid Holland (KISSZ) en DuMo. DuMo staat voor duurzame monumenten. Dit is een maatregel die niet direct invloed heeft op de bewoners, maar het is wel een belangrijke ontwikkeling waar de gemeente Den Haag deel aan neemt. Indirect heeft het wel invloed op de bewoners doordat er door samenwerking en kennisuitwisseling steeds meer informatie beschikbaar is. (Wetzels, 2012) -De gulden klinker is een stoeptegel die ingestraat kan worden in een straat, of plein, waar de bewoners het initiatief hebben genomen om in de straat een prettigere sfeer te creëren door in te zetten op schone, veilige en prettige leefomgeving. Aan de gulden klinker is een prijs van €1000, - verbonden om bij de gemeente diensten of producten te kopen om de straat verder te kunnen ontwikkelen tot een nog schonere, veiligere en prettigere leefomgeving. De jaren daarna kunnen de bewoners nog een declaratie indienen bij de gemeente voor de uitgevoerde werkzaamheden. Doordat één van de voorwaardes is dat de bewoners zelf de handen uit de mauwen moeten steken wordt er een saamhorigheid gecreëerd. (Den Haag 1, 2012) Door met dit initiatief mee te doen kan er onder de bewoners een groep ontstaan die zich ook in willen zetten voor projecten op het gebied van duurzaamheid. Jos Praat was op de hoogte van slechts twee maatregelen die de gemeente Den Haag aanbiedt, maar hij heeft zelf ook niet gezocht naar het aanbod van de gemeente in het verduurzamen van monumentale woningen. Hij heeft eerst een onafhankelijk bureau ingehuurd om de technische mogelijkheden in kaart te brengen voor het verduurzamen van de monumentale woningen. Pas daarna gaat hij kijken wat de gemeente aanbiedt. Hieronder staat een matrix waarin is aangeven welke maatregel genoemd is door de ondervraagden. Aangezien niet iedereen die ondervraagt is de vraag heeft gekregen of hij/zij een aantal maatregelen kan noemen, kan het zijn dat iemand die genoemd staat op de hoogte is van meer maatregelen dan in deze matrix is aangegeven.
12
Tabel1, wie is op de hoogte van welke maatregel, 2012 Maatregel/ Informatie Subsidies Duurzaam EPAnaam avond ontbijt expert Marjan X X X X Teesing Anuska X X X Oosterhuis Gerwin van X X X Vulpen Elise X X X X Mutter Margret X X X X Goltsch Jetty X X X X Karthaus Jos Praat X Gwen X X Maclaine Pont Michiel de X X X Raaij Rob X Wetzels Francien X X X de Hoop
Voorbeeldwoningen X
Toolkit
Vragen lijst
VvE balie
Kennisnetwerk
Gulden Klinker
X X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
3.2 Welke situatie is gewenst? De gewenste situatie hangt af van de achtergrond van de persoon. Door het beantwoorden van de tweede deelvraag is dit beeld tot stand gekomen. Hier wordt per doelgroep benoemd wat de gewenste situatie inhoudt.
3.2.1 De visie van bewoners Bewoners van monumentale woningen willen graag zo veel mogelijk maatregelen toepassen in hun woning om de woning verduurzamen. Dit willen ze wel op een veilige manier doen en ook vinden zij het belangrijk dat de waarde van de woning behouden blijft of verhoogd wordt. (Teesing, 2012) (Praat, 2012) Gezondheid is voor hen een belangrijk punt, zij geven een duidelijke grens aan wat betreft het toepassen van maatregelen en het negatief beïnvloeden van hun gezondheid. (Oosterhuis, 2012) (van Vulpen, 2012) Bewoners zien graag dat de gemeente Den Haag een ondersteunende rol aanneemt in dit toekomstbeeld. Zij willen graag door de gemeente persoonlijk geadviseerd worden en met een advies dat specifiek afgestemd is op hun eigen woning. Ook zien ze graag dat de informatie die de gemeente aanbiedt over dit onderwerp eenvoudig te vinden is op de website of bij andere instanties (bijvoorbeeld het Haags Milieucentrum) die advies kunnen geven over het verduurzamen van een monumentale woning. Zowel bewoners als de gemeente zien graag een samenwerking in het uitvoeren van voorbeeldprojecten. Dit sluit ook aan op de wens om collectieve oplossingen, zoals het gezamenlijk instappen bij een windmolen project, te vergemakkelijken. (Teesing, 2012) Sommige bewoners krijgen de indruk dat de overheid te veel inzet op isolatie en hebben het gevoel dat de overheid kansen laten lopen door andere technische oplossingen onderbelicht te laten. Zij zouden graag zien dat de gemeente meer inzet op een breder kader om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen.
13
X
(Oosterhuis, 2012) Het mes snijdt dan aan twee kanten omdat bewoners meer mogelijkheden zien om hun monumentale woning te verduurzamen en de gemeente Den Haag heeft meer kansen om de beoogde CO2 reductie te behalen die vermeld staat in het rapport Den Haag klimaatneutraal in 2040. Bewoners hebben behoefte aan vertrouwen. Zowel van de gemeente Den Haag naar bewoners als bewoners naar de gemeente Den Haag. Op dit moment komt het voor dat een bewoner contact opneemt met de gemeente met een vraagstuk, maar hij/zij hoort daar niets of weinig op terug. (Teesing, 2012) (Praat, 2012) Dat zorgt ervoor dat de bewoner zijn/haar vertrouwen in de gemeente Den Haag snel verliest en doordat men hier over praat met andere bewoners worden deze beïnvloed in hun visie over de gemeente, zelfs als hij/zij geen direct contact heeft gehad met de gemeente. In de gewenste situatie wil een bewoner serieus genomen worden bijvoorbeeld door een vast contactpersoon bij de gemeente Den Haag te hebben en daar waar mogelijk geholpen worden om antwoord te krijgen op het voorgelegde vraagstuk.
3.2.2 De visie van de gemeente Den Haag Vertegenwoordigers van de gemeente op de afdeling monumentenzorg zouden graag zien dat er zo min mogelijk veranderd wordt aan het pand. Het monument heeft zich voor hen al bewezen als duurzaam pand. De materialen die gebruikt zijn in de woning zijn volgens hen vaak al een duurzaam materiaal, omdat het een lange levensduur heeft en zij pleiten er voor dat deze materialen zo veel mogelijk behouden blijven. Alleen als het echt niet anders kan mag het vervangen worden en dan het liefst voor een materiaal dat vergelijkbaar van aard en kwaliteit is. Daarnaast benadrukken zij ook dat de bewoner het monument moet gebruiken zoals het bedoeld is. Om een voorbeeld te geven, bewoners willen het hele jaar door en in elke kamer een T-shirt dragen, maar dit is volgens de afdeling monumentenzorg en verkeerde instelling. Het monument is daar niet voor gemaakt. Vroeger was er vaak maar één kamer met verwarming en om het warm te hebben in de andere kamers kan de bewoner ook een warme trui aan trekken. (Mutter, 2012) (Goltsch, 2012) Vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag van duurzaam bouwen dat valt onder de afdelingen dienst stedelijke ontwikkeling zijn positief over het concept ‘duurzame monumenten’. Voor hen hoeft het feit dat een pand een monument is geen bezwaar te zijn om duurzame maatregelen toe te passen. Zij respecteren de status van het pand en daarom zien zij veel mogelijkheden in technische oplossingen die het aanzicht van het pand niet veranderen. Bijvoorbeeld een zonnepaneel op een monumentaal dak dat niet te zien is vanaf de straat is voor hen geen probleem. Zij geven aan dat ze graag zouden zien dat de mogelijkheden voor het verduurzamen van monumentale woningen even veel gestimuleerd zouden worden als voor de reguliere bestaande woningbouw. (de Hoop, 2012)(Karthaus, 2012)
14
3.3 Wat is er nodig om de gewenste situatie bereiken? De huidige en gewenste situatie zijn in kaart gebracht, maar wat is de weg die bewandeld moet worden om van de huidige naar de gewenste situatie te komen? Door deelvragen drie en vier wordt er inzicht gegeven over welke maatregelen voornamelijk gebruikt worden door bewoners en wat er toe heeft geleid dan zij hun wensen hebben omgezet in daden. Ook wordt er aangegeven of er maatregelen zijn die afgeschaft kunnen worden, omdat deze niet of nauwelijks gebruikt worden, waardoor er geld overblijft dat gebruikt kan worden voor andere maatregelen.
3.3.1 Wat hebben bewoners nodig om te verduurzamen Er zijn een aantal redenen voor bewoners waardoor zij hun woning willen verduurzamen. De motivatie kan voortkomen vanuit idealisme of doordat er toch al onderhoudt gepleegd moet worden aan de woning en dit bied meteen een kans om de noodzakelijke werkzaamheden te combineren met duurzame technische oplossingen. (Teesing, 2012) (Praat, 2012) (Mutter, 2012) (Goltsch, 2012) Elke bewoner heeft benoemd dat hij/zij de waarde van hun woning willen behouden al dan niet verhogen. Zij hebben het dan niet alleen over kapitaal opbouw, maar ook over de cultuurhistorische waarde van het pand. Jos Praat en Gerwin van Vulpen geven daarnaast ook aan dat de omgeving van het monumentale pand bijdraagt aan de waarde van de woning. Het pand komt beter tot zijn recht als de omgeving ook onderhouden wordt met bijvoorbeeld lantarenpalen die horen bij de tijd waarin het monument gebouwd is. Het verweven van duurzaamheid in de directe omgeving van de monumentale woning kan volgens hen ook als een stimulans werken. De stijgende energieprijs is voor bewoners ook een duidelijke drijfveer om de monumentale woning te verduurzamen. ( Maclaine Pont, 2012) Veel monumenten zijn slecht geïsoleerd waardoor er veen warmte verlies ontstaat. (Mutter, 2012) Door bijvoorbeeld betere isolatie en zonnepanelen kunnen bewoners de kosten voor energie omlaag brengen. De onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen speelt voor enkele bewoners ook een rol. (Teesing, 2012) (Praat, 2012) Bij het isoleren van de woning moet er wel een grotere rol komen voor de gevolgen van het isoleren voor de gezondheid van de bewoners. Op dit moment is het een onderbelicht gevolg van isolatie bij woningen in het beeld dat de gemeente schetst over het isoleren van woningen. (Oosterhuis, 2012) (Vulpen van, 2012) Het is voor de meeste bewoners niet altijd duidelijk waar zij advies kunnen vinden over het verduurzamen van hun monumentale woning. Er is behoefte aan heldere informatieverstrekking. Bewoners vinden het prettig als zij een vast aanspreekpunt hebben bij de gemeente, bijvoorbeeld een vast contactpersoon, dat maakt het communiceren met de gemeente al eenvoudiger voor bewoners.
15
(Praat, 2012) Maar voor de gemeente Den Haag ook een nieuw onderwerp en dat zorgt ervoor dat er nog geen gestructureerde informatie verstrekking is over het verduurzamen van monumentale woningen. (Karthaus, 2012) Iedereen met wie gesproken is tijdens dit onderzoek geeft aan dat de maatregelen die de gemeente Den Haag nu aanbied positief ontvangen worden. Geen van de ondervraagden zou één of meerdere maatregelen opheffen. Zij geven allemaal aan dat er een duidelijke voorkeur is voor de subsidieregelingen. Kanttekening daarbij is wel dat de subsidie voor groene daken het minst populair is onder bewoners, omdat het rendement hiervan lager is dan bijvoorbeeld van zonnepanelen. (Raaij de, 2012)
3.3.2 Wat heeft de gemeente Den Haag nodig om te verduurzamen De beschikbare informatie is op dit moment nog verspreid over de verschillende afdelingen van de gemeente Den Haag. Bijvoorbeeld bij het opstellen van een subsidieregeling wordt niet altijd overlegd tussen de verschillende afdelingen. Dit zorgt ervoor dat er vragen binnenkomen van bewoners bij de ene afdeling waar die afdeling geen antwoord op kan geven, omdat die informatie beschikbaar is op een andere afdeling. Het uitwisselen van informatie gebeurt nu doordat collega’s onderling elkaar kennen en elkaar opzoeken om de informatie alsnog te achterhalen. Doordat de gemeente Den Haag een grote organisatie is en daardoor kent niet iedereen elkaar. Het kan dus voorkomen dat iemand het antwoord op een vraagstuk wel weet, maar dat de collega’s elkaar niet weten te vinden waardoor het een onbeantwoord vraagstuk blijft. (Mutter, 2012) Binnen de gemeente is er behoefte aan een goede samenwerking met zowel de afdelingen onderling als met externe partijen die de gemeente kunnen voorzien van de benodigde informatie over het verduurzamen van monumentale woningen. De gemeente Den Haag heeft er voor gekozen om een faciliterende rol aan te nemen. Zij willen daarom graag dat bewoners met initiatieven komen voor projecten die bijdragen aan het verbeteren van de duurzaamheid in de stad. Als een bewoner kan laten zien dat er draagvalk is voor een project, dan wil de gemeente graag meewerken om het project vorm te geven. Het is gewenst om informatie over het verduurzamen van monumentale woningen bij de juiste doelgroep over te brengen. Om te zorgen dat de informatie daadwerkelijk aan komt bij de particuliere bewoners van een monumentaal pand kan er gekozen worden om een bericht te plaatsen in een lokale krant als de posthoorn. Ook is er een programma op tv geweest,’ klus je rijk`, waarbij gezinnen hun huis gaan verbouwen om zo veel mogelijk energie te besparen en tegelijkertijd proberen zij andere families te enthousiasmeren om ook energie te gaan besparen. Op dit programma zijn veel positieve reacties binnengekomen bij vertegenwoordiger van de gemeente, mede omdat er een
16
Haags gezin meedeed. Dit zijn twee middelen om een groot publiek aan te spreken. Wanneer er gekozen wordt om de beoogde doelgroep gerichter te benaderen, is het belangrijk om eerst uit te zoeken hoeveel budget men heeft om de woning te verduurzamen. Iemand in de Archipelbuurt heeft waarschijnlijk meer budget voorhanden dan iemand die in stadsdeel Laak woont. Er zal meer resultaat geboekt kunnen worden als de gemeente zich richt op bewoners die niet alleen bereid zijn om te verduurzamen, maar die ook de middelen hebben om te verduurzamen. (Claringbould,2012)
17
Hoofdstuk 4 Conclusies De conclusies die uit het onderzoek getrokken kunnen worden zijn in dit hoofdstuk beschreven. Eerst wordt aangegeven welke conclusies getrokken zijn vanuit de visie van bewoners. Daarna staan de conclusies die getrokken zijn vanuit de visie van de gemeente beschreven.
4.1 De conclusies van de bewoners Bewoners van een monumentale woning willen graag stappen ondernemen om de woning te verduurzamen. Waarde verhoging en besparen, energielasten en onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen zijn grote drijfveren om te willen verduurzamen. Vooral de subsidieregelingen zijn maatregelen die graag gebruikt worden door bewoners. Ook hebben zij veel behoefte aan specifieke en heldere informatie verstrekking en adviezen. Bewoners hebben niet altijd even veel vertrouwen in het beleid van de gemeente. Dat kan er voor zorgen dat zij niet altijd de weg te vinden naar de gemeente voor advies bij het verduurzamen van hun monumentale woning. Bewoners die wel contact hebben opgenomen met de gemeente voor advies en informatie, vinden het prettig als zij geholpen worden bij het nemen van beslissingen over het verduurzamen van hun woning. Bewoners zouden ook graag zien dat de gemeente een bredere visie houdt in het zoeken naar technische oplossingen voor het verduurzamen van hun monumentale woning. Op dit moment zet de gemeente Den Haag, voor hun gevoel, vooral in op isolatie terwijl dit voor monumentale panden vaak niet toepasbaar is. Het isoleren van een woning heeft automatisch ook gevolgen voor de ventilatie, wat weer verband houdt met de gezondheid van bewoners. Momenteel blijft het gezondheidsaspect voor bewoners onderbelicht als het gaat over het isoleren van de woning. Mede daarom staan bewoners open voor andere oplossingen zoals collectieve energieprojecten en die instelling zouden ze ook graag bij de gemeente Den Haag zien.
4.2 De conclusies van de gemeente Den Haag Vertegenwoordigers van de gemeente Den Haag met wie er gesproken is tijdens het onderzoek geven allemaal aan dat de communicatie van afdelingen onderling verbeterd kan worden. Het onderwerp monumentale woningen verduurzamen is nieuw voor hen en de gedachtegang over het verduurzamen van monumentale woningen verschilt per afdeling. Elke afdeling wil zich inzetten om resultaat te boeken op het gebied van het toekomstbestendig houden van monumenten. Zowel bewoners als de gemeente willen voorbeeldprojecten in de stad. De gemeente wil hierbij wel dat de bewoners initiatief tonen door met voorstellen naar de gemeente te komen.
18
Door deel te nemen aan kennisnetwerken als KISSZ en DuMo breidt de gemeente de kennis uit en geeft tegelijkertijd het signaal af bereidt te zijn mee te werken aan het verbeteren van duurzame oplossingen bij monumenten. De maatregelen die de gemeente aanbiedt werken goed, maar moeten meer onder de aandacht worden gebracht bij bewoners van monumentale woningen zodat bewoners de weg naar de gemeente eerder weten te vinden.
Hoofdstuk 5 Aanbevelingen De aanbevelingen in dit hoofdstuk zijn bedoelt voor de gemeente Den Haag en bedrijven. Ook wordt er aangegeven wat er ten behoeve van het onderzoek nog gedaan kan worden.
5.1 Aanbevelingen ten behoeve van het onderzoek Op dit moment staat het onderwerp duurzame monumenten nog in de kinderschoenen. Het is daarom aan te raden om over vijf jaar onderzoek te doen naar het verloop van het verduurzamen van monumentale woningen. Door de uitkomsten van beide onderzoeken te vergeleken kan er inzicht komen voor hoe de getroffen maatregelen werken en of er nieuwe strategieën en kansen ontstaan. Een maatregel die nu passend is kan over vijf jaar een ander effect hebben waardoor het minder of meer effectief kan werken dan nu. Het aanpassen van de maatregelen op de (technische)ontwikkelingen die gaande zijn zorgt voor een zo effectief mogelijke beleidsvoering.
5.2 Aanbevelingen voor de gemeente Den Haag De communicatie met afdelingen van de gemeente Den Haag onderling kan verbeterd worden. Door vaker contacturen vrij te maken voor vergaderingen waarbij de afdelingen bij elkaar komen, krijgen de afdelingen meer inzicht over waar een knooppunt ontstaat. De afdelingen kunnen op die momenten ook kennis uitwisselen waardoor er efficiënter gewerkt kan worden. Het verduurzamen van een monumentale woning is een onderwerp dat keer op keer specifiek benaderd moet worden. Om die reden is het van belang om in gesprek te blijven met bewoners en nieuwe gesprekken aan te gaan. Het is belangrijk dat de gemeente Den Haag op de hoogte is van de werkzaamheden die uitgevoerd worden in een monumentaal pand. Wanneer de gemeente in een adviserende rol richting geeft aan het goed uitvoeren van werkzaamheden kan dit het verschil maken tussen een verduurzaamd monument en een monument dat verduurzaamd had moeten zijn. Tijdens de gesprekken met bewoners kan de gemeente ook hen mening peilen over nieuwe technische ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Dit kan bijvoorbeeld interessant zijn om te weten als er een besluit genomen moet worden over nieuwe subsidieregelingen in te voeren.
19
Initiatieven die de gemeente Den Haag neemt, die zorgen voor verbondenheid en vertrouwen zijn erg belangrijk. Hierdoor wordt het vertrouwen van bewoners naar de gemeente toe versterkt en het contact tussen bewoners en de gemeente wordt laagdrempeliger. Projecten als de gulden klinker en voorbeeldprojecten in een wijk zijn initiatieven die op een positieve manier bijdragen aan het opbouwen van vertrouwen. Het is belangrijk dat beide partijen deelnemen aan dit soort projecten en er sprake is van samenwerking in plaats van alleen een hiërarchische werking. Door de projecten op een positieve manier zichtbaar te maken voor de directbetrokkenen in de omgeving, wordt er een draagvalk gecreëerd voor nieuwe inspirerende projecten. Tijdens de projecten kan de band van mensen die, direct of indirecte, betrokken zijn bij de projecten versterkt worden wat kan resulteren in nieuwe werkgroepen en initiatiefnemers. Op die manier kan de gemeente een faciliterende rol aanhouden en een vertrouwensband opbouwen met bewoners. De gemeente zou er voor kunnen kiezen om dit soort projecten nog meer onder de aandacht van wijkbewoners te brengen. De Toolkit Energieduurzaamheid voor Historische bebouwing draagt bij aan het verbeteren van het kennisaanbod vanuit de gemeente. Doordat het voor monumentale woningen lastig blijft om een eenduidig algemeen advies te geven kan het aan elkaar koppelen van de vragenlijst, ’Ken uw woning’ die ontwikkeld is voor de nationale monumentendag, en de Toolkit bijdragen aan het geven van helder en efficiënt advies. Er kan bijvoorbeeld een systeem worden ontwikkeld dat de hieronder genoemde stappen doorloopt. Er kan dan op een persoonlijke en efficiënte manier advies gegeven worden. Deze aanpak draagt ook bij aan het verbeteren van het vertrouwen van bewoners naar de gemeente toe, omdat zij een specifieker advies kunnen krijgen. 1) Een bewoner van een monumentaal pand leest de Toolkit en komt uit bij ‘monumenten’ waarvoor eigenlijk specifieke informatie nodig is om een helder antwoord te kunnen geven 2) Hij/zij vult de vragenlijst in met daarbij een specifieke vraag en deze wordt automatisch naar de gemeente verstuurd 3) De vragenlijst komt binnen bij de gemeente en wordt door een medewerker bekeken. Doordat de medewerker door de vragenlijst al over meer informatie beschikt kan hij/zij bekijken wie geschikt is voor het beantwoorden van de vraag 4) De vraag wordt neergelegd bij de juiste persoon en hij/zij neemt contact op met de bewoner om advies te geven op basis van de bekende gegevens of om eventueel nog meer informatie te vragen die nodig is voor het geven van een passend antwoord 5) In het gesprek wordt duidelijk of de bewoner echt serieus is over zijn/haar plannen en aan de hand van dit gesprek kan er gekeken worden of het nodig is dat er een vervolgafspraak gemaakt wordt
20
Door in te zetten op participatie vanuit de gemeente bij het verduurzamen van monumentale panden die in het bezit zijn van woningbouwcorporaties kan de gemeente veel kennis op doen. Deze kennis kan dan onder andere ingezet worden bij het adviseren van particuliere bewoners. Doordat het een samenwerking is met een woningbouwcorporatie kan de investering die de gemeente doet financieel gezien interessant zijn. Op dit moment wordt er vanuit de gemeente vooral ingezet op betere isolatie om op die manier een bijdrage te kunnen leveren om de CO2 uitstoot te verlagen. De bewoners stellen dit op prijs, maar vragen tegelijkertijd om een bredere visie vanuit de gemeente wat betreft toepasbare technische oplossingen om monumentale woningen te verduurzamen. Bij het geven van advies kan er ook ingezet worden op het collectief inkopen van energie(bronnen) om de doelstelling van minder CO2 uitstoot te behalen. De gemeente kan kenbaar maken aan bewoners dat als er genoeg participatie is van wijkbewoners er ook gekeken kan worden of het implementeren van een collectief systeem een optie is.
5.3 Aanbevelingen voor externe partijen Het is van groot belang voor verschillende partijen dat de mogelijkheden op het gebied van het verduurzamen van monumentale woningen onderzocht blijven worden. Voor een gemeente kan het bijdragen aan doelstellingen om de CO2 uitstoot te verminderen. Bedrijven kunnen voordeel halen uit het aanbieden van betrouwbare diensten doordat zij vanaf het begin hebben meegeholpen aan het integreren van duurzame oplossingen in bestaande bouw. Bewoners krijgen steeds makkelijker de informatie die ze zoeken, omdat er meer bekend is. Om dit te bereiken is kennisuitwisseling en onderzoek zoals DuMo uitvoert van essentieel belang. Voor alle betrokken partijen is het aan te raden om meer pilotprojecten en samenwerkingen aan te gaan. Ook onderlinge samenwerkingen om ervoor te zorgen dat bewoners makkelijker aan de juiste informatie kunnen komen zijn belangrijk. Bijvoorbeeld de samenwerking tussen de gemeente Den Haag en het Haags Milieucentrum zorgt ervoor dat bewoners via verschillende wegen toch op de juiste plek uitkomen. Dit soort samenwerkingen zorgen er ook voor dat taken efficiënter verdeeld kunnen worden waardoor iedere partij optimaal gebruik kan maken van tijd en geld. Daarnaast kan een externe partij, bijvoorbeeld het Haagse Milieucentrum, naar de bewoners toe een onafhankelijkere intermediaire positie innemen dan de gemeente Den Haag zelf.
21
Bijlagen Met wie is er gesproken? Heleen Claringbould Margret Goltsch Francien de Hoop Jetty Karthaus
Gwen Maclaine Pont
Elise Mutter Anuska Oosterhuis Jos Praat
Michiel de Raaij
Marjan Teesing
Gerwin van Vulpen Rob Wetzels
Adviseur milieucommunicatie bij de gemeente Den Haag op de afdeling duurzaamheid en participatie Adviseur monumentenzorg bij de gemeente Den Haag op de afdeling dienst stedelijke ontwikkeling Teamleider van de VVE-balie van de gemeente Den Haag op de afdeling dienst stedelijke ontwikkeling Sr projectingenieur duurzaam bouwen bij Gemeente Den Haag op de afdeling duurzaam bouwen en designer bij jetikadesign Werkzaam bij het Haagse Milieucentrum als Projectleider Zuinige Haagse Huizen en Duurzame Gebedsgebouwen Adviseur monumentenzorg bij de gemeente Den Haag op de afdeling dienst stedelijke ontwikkeling Bestuurslid, publiek project begeleider en mede oprichtster van stichting Wonen in Balans Bewoner van een monumentale woning, voorzitter van de Coöperatieve vereniging Daal en Berg in Den Haag en beleidsadviseur bij de gemeente Westland Werkzaam bij ingenieursbureau de Raaij als EPA-adviseur en hij is in deze functie verbonden aan de gemeente Den Haag Bewoonster van een monumentale woning en initiatiefneemster voor werkgroep duurzaamheid Archipel & Willemspark Den Haag Gemeenteraadslid en communicatie medewerker voor de stichtingen Wonen in balans en Warm bouwen Director sustainability development projects center for sustainability bij de business universiteit Nyenrode en één van de zeven betrokkenen vanuit Neyenrode bij DuMo
22
Bronnen Claringbould, H. (5-3-2012). Persoonlijke mededeling. Cultureelerfgoed, monumentenwet 1988, www.cultureelerfgoed.nl/handreikingerfgoedenruimte/wettelijk-en-bestuurlijkkader/rijk-erfgoed/monumentenwet-1988, geraadpleegd op 14-2-2012 Cultureelerfgoed 1, Erfgoedoverzicht monumenten, www.cultureelerfgoed.nl/monumenten/monumentenbestand, geraadpleegd op 17-2-2012 Den Haag, Den Haag klimaatneutraal in 2040, www.denhaag.nl/home/bewoners/to/Den-Haag-klimaatneutraal-in-2040.htm, geraadpleegd op 17-2-2012 Den Haag 1, de Gulden klinker, www.denhaag.nl/home/bewoners/to/GuldenKlinker.htm, geraadpleegd op 30-3-2012 Dijkstra, S., 2011, Duurzaam wonen in een monument, BN/De Stem, uitgave 19 november 2011 Energielabel, Woningeigenaren, VvE’s en Energielabeling, www.energielabel.nl/woningen/woningeigenaren-vve's-en-energielabel/, geraadpleegd op 17-2-2012 Goltsch, M. (13-3-2012). Persoonlijke mededeling. Haarlems Dagblad, 2011, Energiezuinig en comfortabel wonen in een monument, Haarlems Dagblad, uitgave 5 november 2011 Hoop, F. de (8-2-2012). Persoonlijke mededeling. Karthaus, J., Mooi en duurzaam, gemeente Den Haag (wordt nog gepubliceerd in 2012), ontvangen op 10-2-2012 Karthaus, J. (14-3-2012). Persoonlijke mededeling. Maclaine Pont, G. (21-3-2012). Persoonlijke mededeling. Mutter, E. (13-3-2012). Persoonlijke mededeling. Nibe, Home page, www.nibe.info/nl, geraadpleegd op 17-2-2012 Oosterhuis, A. (6-3-2012). Persoonlijke mededeling. Praat, J. (14-3-2012). Persoonlijke mededeling. Raaij, M. de (27-3-2012. Persoonlijke mededeling. Teesing, M. (5-3-2012). Persoonlijke mededeling.
23
Vulpen, G. van (13-3-2012). Persoonlijke mededeling. Wetzels, R. (8-3-2012). Persoonlijke mededeling. Wikipedia, Papaverhof Den Haag, www.wikipedia.org/wiki/Bestand:Papaverhof_Den_Haag_002.jpg, geraadpleegd op 2-3-12
Afkortingenlijst * * * *
DuMo, duurzame monumenten EPA-expert, Energie Prestatie Advies expert KISSZ, Kennis In Synergie in een Sustainable Zuid Holland VvE, Vereniging van Eigenaren
24